Oefentoets met antwoorden

Voltijd opleidingen WBWSTUDIEJAAR 2013-2014

TENTAMEN: Commercieel Rekenen 2VERSIE (indien van toepassing): n.v.t.MODUULCODE (OER)/STUDIEDEEL ID (SIS): 218241 / 202516 / 105458 / 105228 / 105123OPLEIDING + JAAR: CE jaar 2DATUM: 11 juni 2014

TIJDSTIP (van - tot): 12.00 14.00 uurAANTAL BLADZIJDEN (incl. voorblad): 4TOEGESTANE HULPMIDDELEN: geen(bijv. aantekeningen, boek)

GEBRUIK REKENMACHINE

(markeren wat van toepassing is)

- HvA rekenmachine (Casio fx-82MS)DOCENT(EN): H. Booms / K. Buning

AANWIJZINGEN (indien van toepassing)

:

Dit tentamen bestaat uit vijf open vragen. Met elke vraag kun je 20 punten verdienen.

Geef altijd een berekening bij je antwoord. Een antwoord zonder berekening levert geen

punten op.

VEEL SUCCES GEWENST!Vraag 1

De Zaak BV, een fabrikant van kassasystemen, overweegt het assortiment uit te breiden met een nieuw soort self scan-kassa. Ter voorbereiding van de investeringsbeslissing, wordt een projectgroep samengesteld.De productiecyclus van het project wordt geschat op 5 jaar. De investeringsuitgave (begin 2014) bedraagt 500.000. De investering zal lineair worden afgeschreven in 5 jaar. De vermoedelijke restwaarde aan het eind van de cyclus is 100.000.

Naast het genoemde investeringsbedrag is begin 2014 een extra investering nodig in werkkapitaal van 100.000 (debiteuren, voorraden, enzovoort). De vrijval van het werkkapitaal zal plaatsvinden eind 2018.Het verwachte verloop van de nettowinst is als volgt:

2014: - 50.000

2015: +150.000

2016: +300.000

2017: +200.000

2018: +100.000

a) Bereken de cashflows voor elk van de jaren van de productiecyclus.

b) Bereken de terugverdientijd van dit project op de week nauwkeurig, aangenomen dat de cashflows gelijkmatig over een jaar worden ontvangen.c) Bereken voor het project de netto contante waarde. (Ga er hierbij weer van uit dat de cashflows aan het eind van een jaar worden ontvangen.) De Zaak BV hanteert een rendementseis van 10% per jaar. De bijbehorende contante-waardefactoren zijn:

A110 = 0,9091; A210 = 0,8264; A310 = 0,7513; A410 = 0,6830; A510 = 0,6209.

d) Is het project op grond van de netto contante waarde aanvaardbaar? Motiveer je antwoord.a) afschrijving = (500.000-100.000)/ 5 = 80.000 per jaar

CashflowContante waarde

begin-500.000-100.000 = -600.000-600.000

2014-50.000 + 80.000 = 30.00027.273

2015150.000 + 80.000 = 230.000190.072

2016300.000+80.000 = 380.000285.494

2017200.000+ 80.000 = 280.000191.240

2018100.000 + 80.000 + 100.000+100.000 = 380.000235.942

Totaal930.021 - 600.000= 330.021

b) 30.000 + 230.000 = 260.000600.000 - 260000= 340.000380.000 / 52 = 7.308 cashflow per week340.000 / 7.308 = 46.52 => 47 weken

Terugverdientijd is 2 jaar en 47 weken.

c) 330.021, zie tabel bij a)d) Ja, want de NCW is groter dan 0.Vraag 2Hotel De Oude Poort heeft een accommodatie van 300 gasten en is gedurende 350 dagen per jaar geopend. Het in het hotel genvesteerde vermogen bedraagt 4.000.000. De exploitatie van het hotel is verliesgevend, hetgeen blijkt uit de resultatenrekening van 2013:Omzet (40.000 gasten 120 per nacht)4.800.000

Proportioneel-variabele kosten2.400.000

Vaste kosten3.600.000

- 6.000.000

Verlies1.200.000

a) Wat is het minimale aantal gasten per dag dat nodig is om quitte te spelen?

b) Wat is het benodigde bezettingspercentage van de capaciteit om niet alleen zonder winst of verlies te draaien, maar ook een rendement van 15% op het genvesteerde vermogen te behalen?c) Ga uit van een maximale bezettingsgraad van 60% en de veronderstelling dat een eventuele prijsverhoging de bezettingsgraad niet benvloedt. Wat is dan de prijs per dag die in rekening moet worden gebracht om niet alleen quitte te draaien maar ook een rendement op het genvesteerde vermogen van 15% te behalen?a) Variabele kosten per gast: 2.400.000 / 40.000 = 603.600.000 / (120 60) = 60.000 gasten per jaar

60.000 / 350 = 171,43 => 172 gasten per dagb)15% van 4.000.000 = 600.000

3.600.000 + 600.000 / (120-60) = 70.000 gasten

Capaciteit: 350*300 = 105.000 overnachtingenBezettingspercentage: 70.000 / 105.000 = 66,7%c)60% van 105.000 = 63.000 gasten

3.600.000 + 600.000 / (? 60) = 63.000

(?-60) = 4.200.000 / 63.000 = 66,67? = Prijs = 60 + 66.67 = 126,67Vraag 3

Een ondernemer importeert elektrische scooters uit China. Hij koopt de scooters in voor 2.500 (in China). De consumentenadviesprijs per stuk is 4.000. Bij de distributie kan de ondernemer een keuze maken tussen het lange kanaal (grossier, detaillist) en het korte kanaal (detaillist).De marges zijn:

voor de grossier: 20% van de inkoopprijs van de grossier

voor de detaillist: 10% van de consumentenadviesprijs

De vaste marketingkosten en overige kosten bij distributie via het lange kanaal zijn 50.000. Bij distributie via het korte kanaal bedragen deze kosten 96.250.

N.B. Je hoeft geen rekening te houden met btw.Bovenkant formulier

Onderkant formulier

Toon antwoordUw antwoordbreak-evenafzet

Bovenkant formulier

a) Wat is de break even-afzet voor de handelsonderneming bij distributie via het lange kanaal?

b) Wat is de break even-afzet bij distributie via het korte kanaal?c) Wat is je conclusie als je de uitkomsten bij vraag a) en b) vergelijkt?Onderkant formulierToon antwoordUw antwoordbreak-evenafzet

Bovenkant formulier

Onderkant formulier

Toon antwoordUw antwoordbreak-evenafzet

Bovenkant formulier

d) Wat is het margepercentage van de grossier waarbij het break even-punt van het lange kanaal gelijk is aan het break even-punt in het kort kanaal. (De overige gegevens veranderen niet).

Onderkant formulier

a) Marge detaillist: 10% * 4.000 = 400. Inkoop 3.600 bij grossier.Marge grossier: I+M=V

100 + 20 = 120

3.600 * 100 / 120 = 3.000 inkoopprijs, marge 600

Marge importeur: 3.000 2.500 = 500

Break-even: 50.000 / 500 = 100 stuksb) Marge importeur: 3600 2500 = 1100

Break even : 96.250 / 1100 = 87,5 stuks => 88 stuksc) Het korte kanaal is aantrekkelijker omdat je eerder het break even-punt bereikt en een hogere marge hebt.d) 50.000 / marge = 87,5marge importeur = 571,43inkoopprijs grossier: 2.500+571.43 = 3.071,43

marge grossier: 3.600 3.071,43 = 528,57 => 528,57 / 3.071,43 *100 = 17,21%Vraag 4Een onderneming maakt en verkoopt een product in het groot. De normale productie en afzet zijn 120.000 stuks per jaar.

Gegevens over de kosten:

Variabele materiaalkosten: 2,10 per product;

Vaste arbeidskosten: 270.000 per jaar;

Overige vast fabricagekosten: 42.000 per jaar;

Variabele verkoopkosten: 0,15 per product;

Vaste verkoopkosten: 90.000 per jaar;

Men wenst een zodanige winstopslag op de integrale fabricagekostprijs, dat de jaarwinst (vr belasting) 180.000 wordt.

a) Bereken de integrale fabricagekostprijs

b) Bereken de gewenste verkoopprijs per product

c) Bereken via cost-plus pricing het gewenste winstopslagpercentage op de integrale fabricagekostprijs.a) 270.000 + 42.000 = 312.000

312.000 / 120.000 = 2,60 vaste kosten per stuk

Integrale fabricagekostprijs: 2,60 + 2,10 = 4,70 per stukb) 4,70 * 120.000 = 564.000

0,15 * 120.000 = 18.000

564.000 + 18.000 + 90.000 + 180.000 = 852.000

852.000 / 120.000 = 7,10c) (7,10 4,70) / 4,70 *100 = 51,06%Vraag 5Begin 2014 is een nieuw type Smart TV op de Nederlandse markt verschenen, een televisie waar je niet alleen televisie op kunt zien, maar nog veel meer. De verwachte adoptie van de Smart TV is hieronder weergegeven.

JaarAdoptie

(in 1.000 stuks)

2014100

2015200

2016300

2017300

2018300

201950

De potentile markt in Nederland wordt geschat op 7 miljoen huishoudens. Geen enkel huishouden zal meer dan n Smart TV bezitten.Uit verdere prognoses blijkt dat de vermoedelijke levensduur geschat wordt op 3 jaar, waarbij 20% al na 2 jaar wordt vervangen, 60% na 3 jaar en 20% na 4 jaar. De vervangen apparaten verdwijnen volledig uit de markt.a) Bereken gedurende de adoptieperiode de totale effectieve markt.b) Bereken gedurende de adoptieperiode het bestand.c) Bereken de verwachte penetratiegraad in 2019d) Bereken de gemiddelde levensduur van de in 2018 vervangen Smart TVs.a) / b)

(*1000)Initile vrV 14V 15V 16V17TEMBestand

2014100100100

2015200200300

201630020320600

20173006040400900

201830020120645041200

20195040192803621250

c) 1.250.000 / 7.000.000 * 100 = 17,86%d) ((20 * 4) + (120 * 3) + (64 * 2)) / 204 = 568 / 204 = 2,78 jaar