Bullit Manual NL web · ”OPGELET” wil zeggen dat het niet navolgen van de instructies een mogelijk gevaar voor de bestuurder en/of passagier tot gevolg kan hebben. Deze handleiding

1HANDLEIDING

NL

2 3

VoorwoordWij verheugen ons u te mogen verwelkomen als BULLIT-klant en hopen dat deze moto zal vol-doen aan al uw verwachtingen.Teneinde de mogelijkheid te laten ten volle te kunnen genieten van deze aanschaf, raden doch verzoeken we u vriendelijk eerst deze handleiding aandachtig door te nemen. U zal er alle nodige informatie vinden betreffende gebruik en onderhoud van uw voertuig.

Uw veiligheid als deze van een mogelijke passagier als de betrouwbaarheid en doeltreffendheid van uw BULLIT hangen rechtstreeks af van het navolgen van het correcte gebruik van de moto als in acht nemen van de gegeven tips en adviezen. Het is van groot belang dat u deze handleiding begrijpt en bij mogelijke twijfel de plaatselijke of dichtstbijzijnde dealer opzoekt voor meer info.

De term “NOTA” wil uw aandacht vestigen op een belangrijke mededeling, “WAARSCHUWING” betekend dat wanneer men de instructies niet navolgt dit zware gevolgen kan hebben voor het goed functioneren van de moto als de betrouwbaarheid van de motor in het gedrang brengen. ”OPGELET” wil zeggen dat het niet navolgen van de instructies een mogelijk gevaar voor de bestuurder en/of passagier tot gevolg kan hebben.

Deze handleiding geldt tevens als garantie- en onderhoudsboekje.De centrale katerne omvat een registratieborderel van uw voertuig, dewelke degelijk vervolle-digd en voorzien van de winkelstempel door uw verkoper moet terug gestuurd worden naar de invoerder.

Inhoud

Voorwoord .................................................................................................2

Garantieboekje: .........................................................................................4

Vermelding van de serienummers op het voertuig ...................................14

Beschrijving van het voertuig ....................................................................15

Bediening ..................................................................................................18

Aanbevelingen betreffende de olieverversing en benzine aanvulling ......32

Keuring voor het starten ............................................................................34

Nazicht en onderhoud ...............................................................................40

Periodiek nazicht en onderhoud: overzichtstabel .....................................41

Depannage ................................................................................................49

Langdurige stalling ....................................................................................53

4 5

Garantieboekje:Definitie en algemene voorwaarden van de garantie1. InleidingIn navolging van het Europees consumptie reglement, geniet u van een garantie wettelijk voorzien in de ver-koopsovereenkomsten tussen handelaar en koper (pri-végebruiker). Deze garantie schaadt noch verminderd de rechten toegekend aan de koper.Deze garantie beperkt zich slechts tot alle door MOOOF NV, wettelijk ingevoerde producten binnen de Europese Unie dewelke op hun beurt verkocht zijn via een erkend BULLIT- verdeler.

2. GarantieperiodeDe wettelijke voorziene garantieperiode op alle nieuw aangekochte BULLIT-voertuigen bedraagt een duurtijd van 2 jaar vanaf de aankoopdatum met een maximale kilometerbeperking van 10000 km.

3. GarantievoorwaardenDe garantie gaat in vanaf de aankoopdatum vermeldt op de verkoopfactuur van uw officiële BULLIT-verdeler. Deze laatste zal u bij de levering van de BULLIT een ko-pij van de garantiebon overhandigen.

4. Uitsluiting van de garantieMOOOF NV zal tussenkomst van garantie weigeren indien:- Het voertuig hersteld en/of gewijzigd werd met andere stukken dan voorgesteld door MOOOF NV- De eigenaar/gebruiker noch de respectievelijke onder-houdsbeurten noch de voorgestelde controles voorge-steld in de handleiding, mocht naleven.- De eigenaar/gebruiker de moto op een verkeerdelijke manier gebruikt.- De garantieperiode en/of kilometerbeperking over-schreden zijn.De verdeler noch de eigenaar de nodige bewijsstukken kunnen voorleggen dewelke nodig zijn opdat MOOOF NV garantie kan verlenen.

ONDERHOUDSBOEKJE

Onderhoud aan 500 km

Kilometerstand DatumStempel van de verdeler





6 7


Kilometerstand Datum


Kilometerstand DatumStempel van de verdelerStempel van de verdeler









ONDERHOUDSBOEKJEONDERHOUDSBOEKJE

8 9

AANVRAAG GARANTIE TRANSFER

Model: ............................................................................Framenummer: .............................................................Kleur: ..............................................................................Transferdatum: ..............................................................Nieuwe nummerplaat: ..........................................................................................................................................Naam nieuwe eigenaar: .......................................................................................................................................Adres: ...................................................................................................................................................................Postcode: ........................................................................Plaats: ...........................................................................

Ik erken op de hoogte te zijn van de garantievoorwaarden zoals beschreven in de Bullit handleiding.

Ik erken eveneens een voertuig ontvangen te hebben conform aan de huidige wetgeving

Handtekening klant Handtekening Verkoper Datum

Exemplaar terug te sturen aan Mooof nv

Stempel van de verdeler







ONDERHOUDSBOEKJE

10 11

AANVRAAG GARANTIE TRANSFER

Model: ............................................................................Framenummer: .............................................................Kleur: ..............................................................................Transferdatum: ..............................................................Nieuwe nummerplaat: ..........................................................................................................................................Naam nieuwe eigenaar: .......................................................................................................................................Adres: ...................................................................................................................................................................Postcode: ........................................................................Plaats: ...........................................................................

Ik erken op de hoogte te zijn van de garantievoorwaarden zoals beschreven in de Bullit handleiding.

Ik erken eveneens een voertuig ontvangen te hebben conform aan de huidige wetgeving

Handtekening klant Handtekening Verkoper Datum

Exemplaar terug te sturen aan Mooof nv

Stempel van de verdeler

12 13

GebruiksaanwijzingHet is van groot belang de vooropgestelde veiligheids-maatregelen na te leven en te volgen indien u op een accurate en gepaste manier gebruik wenst te maken van uw BULLIT. Dit wil zeggen : 1) Draag ALTIJD de nodige gepaste gehomologeerde veiligheidskleding tijdens het rijden. Dit houdt in : helm, bril, handschoenen, laarzen en eventuele andere veilig-heidskleding.2) De controle van het voertuig ten allen tijde kunnen houden, alsook de snelheid, aangepast rijgedrag vol-gens de staat van het wegdek.3) Het afremmen onder controle hebben als optrekken van het voertuig. In het slechtste geval ook controle houden tot volledige stilstand van het voertuig.

Zo moet systematisch de snelheid aangepast worden rekening houdende met het wegdek als naar het rijdend verkeer rond u, de weersomstandigheden en last but not least uw eigen rijvaardigheid. Het is dan ook van groot belang zich te vergewissen van z’n eigen rijvaar-digheid en kennis om ten allen tijde meester te blijven

van het voertuig opdat men mogelijke ongevallen kan vermijden.- Het dragen van geschikte rijkleding.- Uiterst voorzichtig te zijn bij nat wegdek en/of regen-weer. - In acht name dat men 2x zoveel afstand nodig heeft om af te remmen op een nat wegdek. - Het rijden over riooldeksels vermijden, als op wegmar-keringen, mogelijke olie- als waterstofvlekken tijdig de-tecteren op het wegdek die de grip van uw voertuig op het wegdek in het gedrang kunnen brengen.- Forse acceleraties vermijden. - Waakzaam zijn tijdens het rijden over een spoorweg en/of brug, een veilige afstand bewaren tussen voorlig-gend verkeer.

Keuring voor het startenWij verzoeken u aandachtig de voorschriften vermeld in deze handleiding onder rubriek “keuring voor het star-ten” door te nemen om zo de veiligheid van de bestuur-der en/of passagier te vrijwaren.

14 15

Vermelding van de serienummers op het voertuig

Framenummer (code VIN) Motornummer Gegevensplaatje op het frame

Zowel het framenummer (of VIN-code) als het motornummer zijn nodig teneinde uw voertuig te kunnen inschrij-ven. Tevens heeft uw dealer deze nodig om het onderhoud te kunnen registreren enerzijds als de juiste wisselstuk-ken te kunnen bezorgen anderzijds.

Beschrijving van het voertuig

Bedieningen op het stuur:

1. Gashendel2. Ontkoppelingshendel3. Linkse commodo4. Toerental5. Contactslot6. Rechtse commodo7. Linker Voorrem8. Achteruitkijkspiegel 2

8

4 5

6 1

7

3

16 17

Linker profiel

1. Luchtfilter 2. Carburator 3. Benzineslang 4. Koppeling5. Laterale voetsteun

123

3

4

Rechter profiel

1. Achtervoetsteun2. Batterij en zekeringskast3. Bougie 4. Achterrempedaal5. Olieverversingsdop

1 2 3

45

4

18 19

BedieningSleutel

De moto wordt geleverd met 2 sleutels. Wij raden u aan om 1 exemplaar ergens op een veilige plaats te bewaren.

Contactslot

Startknop (FIG. 1)Deze omvat 4 standen elk met een verschillende functie

Off positie (OFF)Alle leidingen zijn onderbroken. De sleutel kan dus uitgetrokken worden.

On positie (ON)Alle elektrische leidingen staan onder spanning. De motor kan gestart worden.

Positie ‘LOCK’Stuurslot, draai het stuur naar links, sleutel in het contactslot steken en het stuur draaien in de rich-ting van de wijzers.

FIG.1

20 21

1 45 62 3 Display toeren- en kilometerteller

1. Teller in km en miles. De rode zone betekent gevaren zone, deze mag niet overschreden worden. Zo niet kan de motor oververhit raken en in het slechtste geval volledig stuk zijn.

2. Resetknop voor de kilometerdagteller

3. Totale kilometerstand. Toont het totaal afgelegde km sedert de eerste in gebruik name van de moto.

4. Verklikkerlampje van de richtingaanwijzers. Wanneer de rechter- of linker richtingaanwijzer pinkt, zal het overeenstemmend verklikkerlampje (symbool « » ) oplichten.

OPGELET wanneer één van beide richtingaanwijzers beschadigd is, kan het gebeuren dat beide verklik-kerlampjes op de display alsook de richtingaanwijzer(s) zelf, met heel korte interval pinken. In desbetref-fend geval raden wij u om ten spoedigste de oorzaak op te sporen en tot herstelling over te gaan.

5. Verklikkerlampje van de versnelling : neutraal. Verlicht wanneer er geen enkele versnelling gekozen werd. De neutrale stand bevindt zich tussen de eerste en de tweede versnelling.

6. Dagkilometerteller.

22 23

Bedieningshendel links

1. Ontkoppelingshendel. Om het voertuig in versnelling te steken of in vooruit te zetten dient u de hendel naar u toe te trekken om te ontkoppelen en de koppelingspedaal in te drukken naar de gewenste stand.

2. Bedieningsknop van de kop- als standlichten. In de positie « » zijn zowel het koplicht als het overeenstem-mend icoontje verlicht. In positie « », is het standlicht in werking.

3. De toeter. U dient de « » knop in te drukken om de toeter in werking te stellen.

4. Bedieningsknop van de richtingaanwijzers. Wanneer de knop naar links geschoven wordt (symbool « »),zal de linker richtingaanwijzer pinken alsook het overeenstemmend verklikkerlichtje op de display. Idem wanneer de knop naar rechts geschoven wordt (symbool « »).

5. Bedieningsknop seinen koplamp.

24 25

Bedieningshendel rechts

1. Remhendel. Om de voorrem te bedienen, dient u deze hendel gelijkmatig in te drukken.

2. Gashendel. Deze beheerd de snelheid van de motor.

3. Stroomonderbreker van de motor. Wanneer in positie « », kan de motor gestart worden. Wanneer echter deze knop zich in positie « » bevindt, is de stroomon-derbreking actief en kan de motor bijgevolg niet gestart worden. De schakelaar dient als noodstroomonderbre-ker. Deze schakelaar NOOIT in deze positie zetten tij-dens het rijden.

4. Bedieningsknop van de lichten.« » ON Positie. Wanneer deze knop zich in die po-sitie bevindt zullen alle lichten, standlichten, koplamp, achterlicht als deze van de display verlicht zijn. « » OFF Positie. Wanneer deze knop zich in die positie bevindt zullen alle lichten, standlichten, koplamp, ach-terlicht als deze van de display gedoofd zijn.

5. Bedieningsknop van de elektrische start.Druk op de knop « » om de stroomtoevoer te active-ren elektrische start. Bij het starten dient de versnelling van de motor zich in neutraal te bevinden; dit om veilig-heidsredenen.

WAARSCHUWINGDe startknop niet langer dan 5 seconden ingedrukt houden. Zowel de starter als de motor kunnen overver-hit geraken. Indien, na meerdere pogingen, het starten onmogelijk blijkt te zijn, dient u de benzinetoevoer te controleren, de stroomtoevoer of de stand van de star-ter (raadpleeg de rubriek “depannage”).

26 27

BENZINEDOP

Om de benzinedop te openen dient u de sleutel te draaien in de richtingen van de klok. De dop kan dan met de sleutel verwijderd worden. Om de dop opnieuw op de tank te plaatsen dienen de pijltjes vermeld op de dop overeen te stemmen met de pijltjes op de benzine-tank, draai dan; terwijl de sleutel zich steeds in de dop bevindt; met een lichte druk op de dop tot er een klik hoorbaar is. De sleutel verwijderen.

BENZINEPEIL

De benzinetank niet overvol gieten. Nooit benzine morsen over een warme motor. De benzinetank altijd vullen tot net niet onder het aangeduid peilniveau.

KOPPELPEDAAL

De Bullit is uitgerust van een 5-versnellings-bak. De neutrale stand bevindt zich tussen de eerste en de tweede versnelling. Vanaf de neutrale stand, de koppelpedaal naar bene-den drukken om de eerste versnelling te selec-teren. Om de hogere versnelling te selecteren dient u dezelfde pedaal naar boven de duwen. De overgang van de eerste naar de tweede versnelling gaat via de neutrale stand.

NOTAWanneer u zich in neutraal bevindt zal het verklikkerlampje op de display (groen lichtje) werken

OPGELETWanneer u de snelheid gematigd houdt bij het schakelen zal dit merkelijk de levensduur van de versnellingsbak positief beïnvloeden.

28 29

REMPEDAAL ACHTERREM

Deze rempedaal ingedrukt houden om de achterrem in werking te stellen. Het overeenstemmend verklikkerlampje op de display zal op-lichten.

LATERALE VOETSTEUN

Om de scooter te parkeren aan de hand van de laterale voetsteun, dient u met de voet druk uit te oefenen op het uiteinde van deze voetsteun opdat hij zo dicht mogelijk aan de voorkant komt van het voertuig.

OPGELETIndien u de moto op een helling wil achterlaten, dient u deze te par-keren met de helling naar boven toe om te beletten dat hij anders naar beneden bolt. Vooraleer te rijden dient u zich ervan te verge-wissen dat de laterale voetsteun wel degelijk volledig is ingetrokken.

STARTER VAN DE CARBURATOR

Om het starten van een koude motor makkelijk te ma-ken, werd de moto uitgerust met een starter. Het hen-deltje van de starter volledig opheffen. Eens de moto gestart is, het hendeltje opnieuw tot halverwege naar beneden brengen, de motor laten opwarmen vooraleer het hendeltje naar zijn aanvankelijke positie te brengen (hendeltje kijkt naar beneden).

NOTADeze starter mag enkel en alleen gebruikt worden om te motor te starten wanneer hij koud is. Dit staat de motor toe om zo voldoende opgewarmd te worden enerzijds en het soepel worden van de versnellingen bij koud weer. De starter moet weliswaar altijd uitge-schakeld worden tijdens het rijden. Hij dient dus maxi-maal naar beneden gezet te worden vooraleer de mo-tor in versnelling te zetten.

30 31

BENZINEKLEP

De motor is uitgerust met een manuele benzineklep de-welke 3 standen heeft : (Open), (Reserve) en (Gesloten).

« »Normale positie van de benzineklep, de benzi-ne kan doorvloeien naar de carburator.

« » Positie ReserveWanneer het benzinepeil te laag is, dient u de benzine-klep in die richting te draaien om zo gebruik te maken van de reservebenzine.

« » Positie gesloten (benzineklep ligt horizontaal)De benzineklep opnieuw in deze positie draaien eens de motor in stilstand is.

De benzine kan overlopen uit de carburator en zich over de motor verspreiden wanneer de benzineklep zich ge-durende een lange periode in open positie bevindt. Dit kan ernstige mechanische motorschade berokkenen tij-dens het starten.

NOTA Telkens wanneer de benzineklep in de reserve posi-tie staat, dient u zo vlug mogelijk bij te tanken in het dichtstbijzijnde benzinestation en deze in open positie te draaien.

ACHTERSTE SCHOKDEMPERS

Regeling van de veringDe veringen van de achterste schokdempers ter hoog-te van het achterwiel kunnen afgesteld worden rekening houdende met de lading, rijgedrag als ligging van het wegdek. Vijf standen zijn hierbij mogelijk. Het voertuig op zijn centrale pikkel plaatsen en de ring van de rege-laar van de schokdemper in de gewenste positie draai-en. Stand 1, uiterste zachte vering tot stand 5 , dewelke een heel harde vering is. Stand 2 komt overeen met de originele fabrieksinstelling.

WAARSCHUWINGHet is belangrijk dat beide schokdempers absoluut op de identieke stand afgesteld zijn. Zo niet, kan dit het rij- als weggedrag van moto ernstig beïnvloeden.

32 33

Benzine

WAARSCHUWINGBenzine is uiterst ijl, ontvlam- als ontplofbaar. Het is dan ook aangewezen uiterst voorzichtig te werk te gaan wanneer u in die nabijheid van en/of werkt met benzine. Best de motor afleggen wanneer u zich in een opslagruimte en/of plaats bevindt waar men met benzine werkt, het roken staken, op veilige afstand blijven van mogelijke open vlammen als vonken. Het bijvullen van de benzinetank dient dan ook geschieden in een open en/of geventileerde ruimte. Het gebruik van loodvrije benzine (95 of 98) zal de levensduur verlengen van de ontstekingsplug.

NOTABij het gebruik van niet aangepaste/onjuiste benzine kan dit een eigenaardig klikgeluid teweeg brengen. In desbetreffend geval, zo snel mogelijk de motor stil leggen en de benzine wisselen voor de juiste.NOOIT BENZINE E10 GEBRUIKEN.

Olieverversing

(Raadpleeg hiervoor eerst onderhoudstabel). Gebruik steeds high performance 4-takt motorolie om de levensduur van de motor te verlengen. De gekozen motorolie moet deel uitmaken van de klasse SE of SD oliën volgens de classificatie API.Het gebruik van de semi synthetisch 4-takt SAE10W-30 (klasse SE of SF) is aangewezen.

NOTANa verloop van de eerste maand na de eerste in gebruik name en/of 1000 km dient de motorolie ververst te worden, nadien moet dit om de 3000 km geschieden. Zo is er 850ml olie nodig bij een klein onderhoud, een 950 ml voor een groot onderhoud waar tevens de oliefilter moet vervangen worden. Voor de verdere verversing van de olie vragen wij u het onderhoudsschema te raadplegen.

Aanbevelingen betreffende de olieverversing en benzine aanvulling Inlopen van het voertuig

Wij mochten u reeds in het voorwoord het belang van het goed en correct inlopen van het voertuig vermelden alsook het navolgen van de vooropgestelde regels hierna.

Maximale snelheid : Onderstaande tabel toont de maximale inloop snelheid van de motor gedurende de verschillende stadia van het inlopen.

Te laag regime bij verandering. Niet te lang aan het hetzelfde toerental rijden. Af en toe wat gas geven en/of terugnemen tijdens het inlopen. Het is van belang om af en toe het regime te laten variëren opdat alle mobiele stukken van de motor correct zouden werken.Het is dan ook niet aangewezen om te rijden aan laag toerental. Dit brengt enkel het polieren van de stukken teweeg maar geenszins het goed inlopen van de motor.

De gebruiker wordt dan ook verzocht om regelmatig het regime van de motor te variëren zonder daarvoor bruuske en hoge toerentallen te gebruiken. Het is dan ook ten zeerste afgewezen om gedurende de eerste 1600 km plankgas te geven.

Het eerste onderhoud.Het eerste onderhoud is dan ook van cruciaal belang na beloop van 1000 km. Tijdens het inlopen, zullen niet alleen de motorstukken, maar tevens alle andere motorstukken, zich gelijkmatig inwerken. Eens het inlopen voorbij, is het dan ook aangewezen om een volledige herziening te doen laten doen en alle nodige stukken opnieuw af te stellen, oliefilter als motorolie te verversen.

Gedurende de eerste 800 km <80 Km/u

Tot 1600 KM <90 Km/u

Na verloop van 1600 km Einde inloop

34 35

Keuring voor het startenVooraleer u de baan op gaat met de moto, is het aangewezen om een snelle controle uit te voeren van de moto, om zo uw veiligheid te vrijwaren. Hieronder zijn enkele aangewezen controlepunten.

COMPONENT CONTROLE

1 Voorrem Werking en link correct met de bedieningNazicht niveau remvloeistof (kan wijzigen volgens model)

2 Achterrem Werking en link correct met de bedieningNazicht niveau remvloeistof (kan wijzigen volgens model)

3 Gashendel Werking en link correct met de bediening

4 Motor Oliepeil controleren

5 Banden/velgen Banddruk controleren alsook mogelijke schade

6 Schroeven/moeren Opnieuw heraanspannen indien nodig

7 Verlichting/bediening Controle van de werking ervan

8 Tank Nazicht benzine- als oliepeil (kan wijzigen volgen model)

OPGELETDe kans op mogelijke pannes als ongevallen wordt merkelijk vergroot indien dergelijke controles voor het star-ten niet uitgevoerd worden.

Voorrem

Nazien of de remhendel vooraan goed werkt. Er mag slechts 2 à 5 mm speling zijn op het uiteinde van het systeem (b). Indien er meer dan 5 mm speling is, dient men de schroef aan de bovenkant van de remhendel wat bij te spannen (kan wijzigen volgens het model).Nazicht van het remoliepeil in de bokaal (a) en zeker zijn dat er geen lekken in de leiding zijn. Het niveau moet tussen max en min zijn. Indien het niveau zich bevindt bij min, dient u remolie toe te voegen (zie p 44)Nazicht van de remblokjes (8), aan de hand van de verklikkertjes op de remblokjes zelf. De minimale toegestane dikte van de remblokjes is 1mm. Indien deze dikte minder is dan 1 mm, moet u de remblokjes laten vervangen door een officieel BULLIT-dealer.

OPGELETIndien de bediening werkelijk te slap is, kan dit wijzen op een mankement in de remleiding et een ongeval veroorzaken. Het voertuig niet meer gebruiken en beroep doen op uw officieel BULLIT-dealer om een volledige nazicht en herstelling van de remleiding.

b

A

36 37

Achterrem

Nazien of de remhendel voor de achterrem goed werkt. Er mag slechts 2 à 5 mm speling zijn op het uiteinde van het systeem.

Voor een model met remschijf achteraan :Indien de speling verschillend is, dient men de moer dewelke zich bevindt aan de basis van de hendel af te stemmen (A, kan wijzigen volgens het model).Nazicht van het remolie pijl in de bokaal en zeker zijn dat er geen lekken in de leiding zijn. Het niveau moet tussen max. en min zijn. Indien het niveau zich bevindt bij min, dient u remolie toe te voegen (zie p 44).Nazicht van de remblokjes, aan de hand van de verklikkertjes op de remblokjes zelf. De minimale toegestane dikte van de remblokjes is 1mm.

Indien deze dikte minder is dan 1 mm, moet u de remblokjes laten vervangen door een officieel BULLIT-dealer.

Voor een model met trommelschijf achteraan :Indien de speling verschillend is, dient men de moer dewelke zich bevindt aan de basis van de hendel van de trommelschijf af te stemmen (B).Zorgen dat de achter trommelgrepen binnen de aangeduide zones (geplaatst op de bediening) blijven (A).Indien de minimale dikte bereikt werd, moet u de trommelgrepen laten vervangen door een officieel BULLIT-dealer.

OPGELETIndien de bediening werkelijk te slap is, kan dit wijzen op een mankement in de remleiding et een ongeval veroorzaken. Het voertuig niet meer gebruiken en beroep doen op uw officieel BULLIT-dealer om een volledige nazicht en herstelling van de remleiding.

Motorolie

Nazicht van oliepeil in de motor (B) en controleren of er olielekken in de leiding zijn. Het niveau moet ter hoogte van het bovenste niveau zijn (F). (L) staat voor het laagste niveau. Indien het oliepeil, niveau (L) nadert, moet u olie bijvullen via het oliedop (A).

Motorolie verversen en wijzigen van de filter

Het is aangewezen om deze delicate operatie te laten uitvoeren door een erkend BULLIT-dealer.

F

L

38 39

Banden en velgen

Nazicht van de velgen (deuken,scheurtjes)Nazicht van de banddruk

NOTADe juiste banddruk :Voor : 225 kPaAchter : 225 kPaMinimale spoorvorming van de band :Voor : 1.5mmAchter : 2mm

OPGELETEen niet correcte banddruk kan een ongeval veroorza-ken. Een duidelijke slijtage van de spoorvorming van de band kan een ongeval veroorzaken

Verlichting en bediening

Nazicht van het volledig circuit van de verlichting.Nazicht van de bediening ervan, vooral deze die werk-zaam is met kabels. Bij slecht contact of werking, de nodige kabel(s) laten vervangen door een erkend BUL-LIT-dealer. Het degelijk afstemmen van de zijspiegels om een zo goed mogelijk zicht te hebben op achter-liggend verkeer.

OPGELETEen slecht werkende verlichting of kapotte spiegels kunnen een ongeval veroorzaken.

Schroeven en moeren

Controle of alle moeren en schroeven nog degelijk aangespannen zijn, zowel voor de componenten, ac-cessoires met nadruk op de voetsteun, remhendels en wielen. Bij twijfel of deze nog voldoende aangespan-nen zijn, een erkend BULLIT-dealer raadplegen.

Gashendel

Controle van het goed roteren van de gashendel als de terugslag ervan. Er mag slechts 2 à 5 mm speling zijn op het systeem (a).Indien er meer dan 2 à 5 mm speling is, dient u de schroef of ter hoogte van de gashendel of ter hoogte van de car-burator aan te spannen.

OPGELETEen slechtwerkende gashendel kan een ongeval veroor-zaken. Gebruik in dit geval het voertuig niet en laat het nakijken en herstellen door een erkend BULLIT-dealer.

40 41

Nazicht en onderhoudOnderstaande tabel biedt een overzicht van de nodige onderhouden nazichtbeurten rekening houdende met het aantal afgelegde km en/of maanden. Na verloop van iedere periode is het dus aangewezen het desbetreffende onderhoud/nazicht te laten uitvoeren, smeren en verversen van oliën en/of filters. Mocht het voertuig regelmatig gebruikt worden voor het vervoeren van zware lasten en/of stoffige banen, is een nazicht met kortere tussentijden aangewezen.Uw erkende BULLIT-dealer zal u in desbetreffend geval de nodige accurate uitleg verschaffen.

Componenten zoals stuurstand, voorvork, schokdempers, rollementen, banden en velgen dewelke instaan voor het goed functioneren van de moto dienen enkel en alleen vervangen/hersteld te worden door een erkende professionele vakmensen. Zo niet kan uw veiligheid als de goede werking van de moto in het gedrang komen. Laat dus tijdig uw voertuig nazien/herstellen door een erkend BULLIT-dealer.

WAARSCHUWINGEens de inloop van het voertuig voorbij is (na verloop van 1000 km), het onderhoud is verplicht om zo uw veiligheid te vrijwaren als het verder goed werken van het voertuig. Het stipt laten uitvoeren het onderhoud als navolgen van de opgegeven tips in deze handleiding is dan ook van belang.

Periodiek nazicht en onderhoud: overzichtstabelCodes van de tabel voor de periodieke onderhouden : I = Inspectie, reinigen en regelen indien nodig R = Ver-vangen S = Aanspannen

1000 km 4000 km 7000 km

Tussenperiode voor onderhoud 5 maanden 20 maanden 40 maanden

Batterij I I R

Carburator I I I

Ontstekingsplug I I R

Koppeling I I I

Luchtfilter I I R

Leidingen/kabels I I R

Motorolie & oliefilter R R R

Transmissie-keten smeren om de 100 km 1/5 smeren 1/5 smeren 1/5 smeren

Moeren en schroeven op het frame S S S

Moer van de knalpot als moer van de koppakking S S S

Remblokjes en remgrepen I I I

Remolie I I

Voorvork I I

Banden I I I

Klepregeling I I I

Verlichting I I I

42 43

Batterij en het elektrisch systeem

De batterij bevindt zich onder het achter linker spat-bord. Het overgrote gedeelte van de BULLIT modellen is uitgerust met verzegelde batterijen. Doch, de span-ning op een batterij verminderd gestaag wanneer het voertuig gedurende enige tijd niet gebruikt wordt of bij extreme koude weersomstandigheden. Een regel-matige controle van de batterijspanning is dan ook raadzaam.

OPGELETEen elektrolyt bevat een zuurhoudende stof dewelke nooit in aanraking met de huid mag komen. Indien u aan de batterij wil werken, is het dragen van een bril, handschoenen en de nodige veiligheidskleding aange-wezen. Indien u toch dit zuurhoudend product in het oog krijgt, onmiddellijk en overvloedig het oog spoe-len met klaar, zuiver water en onmiddellijk de nodige medische diensten raadplegen voor verdere behande-ling. Buiten het bereik van kinderen houden.

NOTAWelke batterij u ook verkiest of gebruikt, deze zal altijd spanning verliezen wanneer langdurig niet ge-bruikt. Wanneer deze verwijderd werd van het voer-tuig en opnieuw opgeladen is, dient ze in een droge, vochtvrije ruimte bewaard te worden.Bij een geplande langdurig niet gebruik van het voertuig is het raadzaam om de contactdraad van de negatieve pool van de batterij (-) af te koppelen.

Remolie type : DOT4

UitlaatHet is aangewezen om enige afstand te houden van de uitlaat na het afleggen van een lange afstand, dit om alle mogelijke brandwonden te vermijden.

Zekering

De zekeringkast bevindt zich onder de rechterzijwand in de batterijhouder. Slechts één enkele zekering zorgt voor de algemene beveiliging van het volledig elektri-sche leiding. Bij een mogelijke elektrische kortsluiting, dient u eerst te kijken of de zekering niet gesprongen is. In dergelijk geval, dient deze vervangen te worden (15A- zekering) door een nieuwe die zich in de zeke-ringkast bevindt.

OPGELETAltijd een zekering vervangen door een nieuwe gelijk-waardige zekering. Nooit een gesprongen zekering

vervangen door het plaatsen van aluminiumfolie, een metaaldraad of enig ander materiaal. Mocht de nieuwe vervangen zekering springen na enige tijd, kan het mogelijk zijn dat er een ernstige kortsluiting zit in de elektrisch leiding. Onmiddellijk uw dealer raadplegen.

Vervangen van een zekeringAltijd een gloeilamp vervangen door een gelijkaardige gloeilamp met dezelfde kenmerken, zo niet zal u een kortsluiting veroorzaken en vroegtijdige schade aan de gloeilamp.

OPGELETHet voorlicht omvat in het algemeen een reflector koplamp. Bij het vervangen van de gloeilamp, dient u zich ervan te vergewissen dat u zeker niet de reflector met de blote hand aanraakt om zo de duurzaamheid van werking te verlengen. Bij het vervangen van een gloeilamp van een knipperlicht, achter- of stoplicht, nooit extreem de bevestigingsvijs aanschroeven om niet het contact te beschadigen.

44 45

Reinigen/vervangen van de luchtfilter

Reinigen en/of vervangen van de luchtfilter rekening houdende met de beurten vermeld op de onderhouds tabel.Het voertuig op zijn centrale steun plaatsen of indien niet mogelijk op een vlakke vloer.De moer van het deksel van de luchtfilter (A) verwijderen en de filter als laatste verwijderen.

NOTAAltijd van binnen naar buiten de filter reinigen.

Model met schuimfilterDe schuimfilter vervangen zoals volgt:1. Een daarvoor aangepaste kom nemen gevuld met een onbrandbaar reinigingsmiddel. Het schuim volledig in het reinigingsmiddel dompelen, spoelen.2. Het reinigingsmiddel uitduwen uit het schuim. Nooit het schuim uitwringen.3. De filter in de olietank van de motor dompelen, spoe-len om de olie te verwijderen. Het schuim moet beperkt vochtig zijn. OPGELETVoor als tijdens de reiniging, zich ervan vergewissen dat de filter onbeschadigd is, mocht er slijtage te bemerken zijn dient hij vervangen te worden door een nieuwe.

CARBURATOR

Een goede regeling en afstemming van de carburator is onont-beerlijk voor een goede werking van de motor. Vooraleer deze de fabriek verlaat, mocht de motor bepaalde regelingen en afstemmingen ondergaan voor een optimaal functioneren. We raden u dan ook ten stelligste af om er zelf enige wijzigingen aan te brengen. Noteer dat de regeling en afstemming van de carburator dient te gebeuren door de speling tussen de gaska-bel en het stationair van de motor aan te passen. Deze nieuwe afstemming en regeling dient te gebeuren naar de eerste 1000 km, nadien om de 3000 km mits naleving van de volgende stappen.Afstemmen van het stationair draaien van de motor1. De motor starten en laten opwarmen gedurende enige tijd zonder last.2. De gashendel loslaten. De regelingsschroef van het statio-nair draaien regelen rekening houdende dat het regime gelijk blijft aan 1400 +- 100 toeren/min.

OPGELETHet afstemmen en regelen van de snelheid van het stationair draaien dient te gebeuren eens de motor warm is.

46 47

Regelen van de koppeling

De koppeling dient geregeld te worden door de spanning op de koppelkabel aan te passen. Dit voor het ontkoppelen door de ontkoppelingshendel in te drukken, de kabelspeling, meet vanaf de ontkoppelingshendel dan ongeveer 4mm. Indien de gemeten waarde afwijkend is, dient de regeling als volgt te gebeuren.De moer losdraaien (1) en de spanningsring van de ontkoppelingshendel volledig draaien (2) in de richting van de wijzers. De tegenmoer van de spanningsring van de kabel losdraaien (5), vooraleer de ring (4) in één richting te draaien om nadien in tegenovergestelde richting te draaien tot de speling van de hendel ongeveer 4 mm bedraagt. De regelaarsring van de hendel (2) kan desnoods gebruikt worden om deze afstemming te verbeteren. Eens u de afstemming geregeld hebt, de tegenmoer opnieuw heraanspannen (1) als de ring (5), en beiden in de gummyslurf inwikkelen (3).

123

54

Regeling van de tansmissieketting

A. Moer van de as van het achterwielB. TegenmoerC. RegelingsmoerD. Referentiepunt voor de aflijnen

Om een regeling uit te voeren :1. Het voertuig op zijn centrale steun of zijsteun zetten2. De moer van de as van het achterwiel losdraaien3. De tegenmoer eveneens losdraaien4. De regelingsmoer naar links draaien of naar rechts om de gewenste afstemming te bekomen.

NOTA :Bij het plaatsen van een nieuwe ketting, is het nodig om de tandwielen te vervangen. Deze dan ook vervangen indien nodig.

De spanning op de transmissieketting moet afgestemd en geregeld worden om de 1000 km opdat het pijltje zich constant zou bevinden tussen de 20 en 30 mm.

D

B

CA

48 49

OPGELETHet gesloten (afgerond) gedeelte van de snelle vesti-gingsclip van de ketting moet gericht zijn in de draai-richting van de ketting.

1. Snelle vestigingsclip van de ketting2. Draairichting

Reiniging en smeren van de transmissie-kettingHet ophopen van vuil in de transmissieketting kan een snellere slijtage van deze teweeg brengen als van de tandwielen. Het is dan ook sterk aangewezen om de ketting om de 1000 km te reinigen aan de hand van een reinigend oplosmiddel, nadien de ketting opnieuw sme-ren met smeermiddel of motorolie.

DepannageWanneer u de motor niet kan starten, dient u de volgende controles uit te voeren om het probleem op te lossen.

Benzinetoevoer1. Nazien of de benzinetank nog vol is.2. Nazien of de staterhendel in de juiste positie zit (bij koude motor naar boven, naar beneden bij warme motor)3. Nazien of de benzine goed doorvloeit tussen de carburator en de benzinetoevoer.4. De benzinetoevoer ontkoppelen van de carburator en het benzinekraantje open zetten. Nazien of benzine uit de leiding vloeit.5. Indien dit zo is, naar de volgende stap overgaan en het ontstekingsmechanisme

WAARSCHUWINGNooit met benzine morsen of deze zo laten wegvloeien. Altijd werken met een emmertje. Deze ver verwijderd houden van de warme motor en/of uitlaat. Tijdens het stationair draaien van de motor, zich op afstand houden van vlammen en/of warmtebronnen. Het is dan ook ten

strengste verboden te roken tijdens het nazicht van de benzinetoevoer als ontstekingsmechanisme. Dit zeker uitvoeren in een grote verluchte ruimte.

Ontsteking1. De ontstekingsplug verwijderen en deze aansluiten op de hoogspanningskabel.2. De contactsleutel draaien in de positie ON, en de schakelaar van de motor op « ». De plug nabij de motor zetten, en deze starten. Indien het ontstekingsmechanisme perfect start, zullen er blauwe vonken ontstaan tussen de elektrodes van de plug; zo niet zal u contact moeten opnemen met uw Bullit-dealer voor herstelling.

WAARSCHUWINGDit nazicht zeker niet uitvoeren door de ontstekingsplug in nabijheid van de carburator te plaatsen, dit zou een mogelijke brand kunnen teweeg brengen door de verdamping van de benzine in de cilinder. Om mogelijke elektrocutie te vermijden, is het aangewezen om het metaalgedeelte van de ontstekingsplug in verbinding te stellen met een metaal gedeelte van de motor van het voertuig. Ook moeten mensen met mogelijke

50 51

hartkwalen dit nazicht niet uitvoeren onder voorbehoud van een mogelijke elektrocutie.

De motor valt stil1. Het benzinepeil controleren in de tank2. De staat van de ontstekingsplug nazien3. Het goed starten van de motor nazien bij afwezigheid van gewicht.

NOTA :Wij u ten zeerste aan om eerst contact op te nemen met uw Bullit-dealer vooraleer u zelf tot depannage of herstelling overgaat. Indien de garantie nog in voege is, dient u onmiddellijk contact op te nemen met uw Bullit-dealer om tot herstelling over te gaan. Bij iedere herstelling en/of nazicht dat niet uitgevoerd wordt door een erkend BULLIT-dealer zal de garantie van het voertuig in het gedrang brengen en/of doen vervallen (het garantieboekje met aangeduide controles en stempel ter bewijs).ALTIJD CONTACT OPNEMEN MET UW OFFICIËLE BULLIT-DEALER VOOR ALLE MOGELIJKE HERSTELLINGEN EN/OF DEPANNAGES.

FOUT OORZAAK HERSTELLINGDe motor wil niet starten bij het indrukken van de start-knop

Fout van de bestuurder De batterij is plat De hoofdzekering is gesprongen De stopknop of de noodknop werken niet correct

Contact aanzetten, versnelling in neutraal, de nood-knop in de juiste positie zetten, geen gas geven bij het starten van de motor De batterij herladen De blok schoen verwijderen en de zekering vervangen Beide knoppen nazien

De starter werkt enkel bij het ontkoppelen

Een snelheid werd reeds gekozen Een snelheid werd reeds gekozen en centrale pikkel staat nog uit Het veiligheidsmechanisme is defect

De versnelling in neutraal zetten De versnelling in neutraal zetten en de centrale pikkel omhoog duwen Een officieel BULLIT-dealer raadplegen

De motor is in versnelling maar start niet

Fout van de bestuurder De benzineleiding is niet aangesloten Oxidatie van de leidingen Geen benzine in de tank Benzinekraan gesloten Benzineleiding en/of carburator zijn verstopt Ontstekingsplug defect of vuile motor Onstekingsplug werd niet goed gemonteerd Het deksel van de ontstekingsplug werd slecht gemonteerd

De juiste startprocedure volgen De benzineleiding opnieuw aansluiten Zowel de stroomlijnkappen als de tank neerleggen, reinigen met een speciaal contact spuitbus De tank opnieuw vullen met benzine De benzinekraan openen Deze verwijderen, reinigen en opnieuw installeren De ontstekingsplug vervangen De ontstekingsplug goed monteren en heraanspannen Het deksel opnieuw monteren op de ontstekingsplug

52 53

De motor trekt niet genoeg op

De lucht- als benzinefilter kunnen vervuild zijn Carburator werkt niet goed

De Bullit-dealer vragen om deze vervangen Een Bullit-dealer raadplegen

De motor raakt oververhit De cilinderkoppen zijn verstopt De lang rijden op laag regime Onvoldoende en/of slechte motorolie of trans-missie-olie Slippen van de koppeling De ketting overspannen

De cilinderkoppen reinigen met perslucht Koppeling veranderen en duurtijd controleren De olie vervangen door de juiste olie tot aan het peil vermeld op de carter van de versnellingsbak De afstand regelen van de koppeling en/of de wrij-vingselementen vervangen De spanning regelen

Hoog verbruik van olie Peil van de motorolie is te hoog De motorolie is te vloeibaar

Het oliepeil nazien terwijl de motor warm is, deze aan-passen indien nodig Een ander type motorolie kiezen dat minder vloeibaar is, zie hoofdstuk motorolie

De verlichting van het voer-tuig werkt niet

De zekering is gesprongen of de leidingen zijn verbrand

De zekering vervangen en de elektrische leidingen nazien

Platte batterij De ontsteking werd niet afgelegd De batterij wordt niet door de wisselstroom-dynamo

De batterij vervangen zoals vermeld in het onderhouds-boekje De wisselstroomdynamo laten nazien door een erkend BULLIT-dealer

De snelheidsmeter werkt niet De snelheidskabel werkt niet meer of de snel-heidsmeter is defect

De staat van de kabel nazien, uw BULLIT-dealer vragen dit na te zien en te herstellen

FOUT OORZAAK HERSTELLING Langdurige stallingIndien u het voertuig langdurig niet gebruikt, tijdens de winter en/of tijdens een ander seizoen dient u specifieke handelingen uit te voeren waarbij u aangepast materieel, uitrusting als technische vaardigheid zal nodig hebben.

MOTORVOERTUIG ZELFIndien het voertuig langdurig niet gebruikt wordt, dient u volgende handelingen uit te voeren vooraleer tot lang-durige stalling over te gaan. Het voertuig grondig was-sen, op de zijpikkel op een platte effen vloer achterlaten. Het stuur pivoteren naar links en tot het stuurslot klikt. De sleutel van het contact afdoen. Een hiervoor bestem-de ruimte zoeken waar u deze tweewieler langdurig kan achterlaten.Vooraleer u het voertuig opnieuw gebruikt, dient een volledig nazicht uitgevoerd te worden om het goed func-tioneren na te gaan.

BRANDSTOFVooraleer u het voertuig langdurig stalt, dient u de benzi-netank te ledigen. Benzine is uiterst ontvlambaar en kan dus na enige tijd door het ontstaan van gassen ontplof-baar worden. Nooit het voertuig in de nabijheid van een warmtebron stallen. Nooit het voertuig in de nabijheid

van ontvlambare producten laten (granen, steenkool, ka-toen, etc.…) : de brandstoftank kan brand teweeg bren-gen wanneer deze in contact komt met vlammen.

BANDENDeze op normale druk opblazen. Hun oppervlakte pro-per houden. Langdurige blootstelling aan direct zonlicht vermijden of aan vochtigheid. Mijdt ook alle contact met bijtende producten (zuurhoudende producten, alcalia als oliën).

BATTERIJBij langdurige stalling de batterij verwijderen en deze volledig opladen vooraleer deze op een veilige plaats te zetten, buiten bereik van kinderen. In de zomer zal deze tenminste één keer per maand moeten herlaad worden, en éénmaal om de twee maanden tijdens de winter. In-dien u de batterij in het voertuig laat, kan u best deze éénmaal per maand herladen.

Het stallen en de nodige uit te voeren handelingen:Indien het voertuig uitgerust is met een conventionele batterij, dient u het niveau van de elektrolyten maande-lijks na te zien. In het waterniveau laag staat, gedestil-leerd water toevoegen of zuiver water tot aan het hoog-ste niveau. (Nooit elektrolyt gebruik of leidingwater).De batterij altijd proper houden. Er kan corrosie ontstaan

54 55

op de carrosserie , bedrading en/of batterij aansluitin-gen van het voertuig wanneer men morst met elektrolyt. In desbetreffend geval, onmiddellijk met zuiver water reinigen en eens droog een dikke laag vet aanbrengen. Een gebrek aan kracht kan startproblemen veroorzaken, het geluid van de toeter dempen als een goede werking van de knipperlichten. Het herladen van de batterij ge-durende een 15- à 20-tal uren is aangewezen.Noteer dat wanneer men voor een langdurige periode een ledige batterij stouwt deze beschadiging kan oplo-pen. Wanneer de aansluitingen van de batterij wit uit-slaan betekent dit dat de batterij haar maximale levens-duur bereikt heeft en vervangen moet worden door een andere. Ze zal slechts nog een minimale sterkte afgeven. Het volume elektrolyt is minder dan de aangegeven mi-nimumwaarde en als alle andere reeds vooropgestelde gevallen, en dit bij langdurige stalling; de kracht van de batterij kan hersteld worden zelfs na een herlaadbeurt.

Hergebruik van de batterij na langdurige stalling. Stappenplan: 1. Het voertuig volledig wassen 2. De ontstekingsplug verwijderen. Op de starter drukken om de motor eventjes te laten draaien vooraleer de ontstekingsplug opnieuw te monteren. 3. De batterij opnieuw monteren.

NOTA:Niet vergeten om de positieve pool te verbinden vóór de negatieve pool.

4. De banden opblazen tot aan de aangegeven druk zoals vermeld eerder in deze handleiding 5. De nodige stukken smeren zoals vermeld in deze handleiding 6. De opgegeven aanwijzingen navolgen zo-als vermeld onder rubriek 6 “ Nazicht voor het starten” vooraleer u de baan op gaat met de motor.

De rechten van de auteur betreffende deze handleiding als de uiteindelijke interpretatie behoren ons toe. Er mo-gen nooit of nimmer, kopijen of replica’s, citaten, foto’s als illustraties gebruikt worden zonder onze voorafgaande-lijke schriftelijke toestemming. Alle uitleg, foto’s, illustra-ties als info stemt overeen met onze huidige kennis van het voertuig en dit vóór het ter drukken leggen van deze handleiding. We behouden ons echter het recht om ten alle mogelijke tijde aanpassingen en wijzigingen aan te brengen aan deze handleiding, dit in het kader van moge-lijke verbeteringen en/of andere technische wijzigingen. Bovendien kunnen de kenmerken als parameters van het voertuig zonder voorafgaandelijke melding gewijzigd worden. De configuratie als de voorraad van bepaalde wisselstukken kan variëren al naar gelang het land en/of geografische zone. Indien u hierover meer wenst te weten, raden wij u om uw plaatselijke BULLIT-dealer te raadple-gen!

MOOOF NV / Bullit Motorcycles

Distributeur: MOOOF NV RIJKSWEG 4408710 WIELSBEKEBELGIEwww.bullitmotorcycles.com

Documents

Bullit Manual NL web · ”OPGELET” wil zeggen dat het niet navolgen van de instructies een mogelijk gevaar voor de bestuurder en/of passagier tot gevolg kan hebben. Deze handleiding