79
Fifteen Ways to Use a Philips/Norelco 9710M Collection of articles compiled by Aren van Waarde (with listing of the sources) 1. 35 liter-kast 2. Akoestische box met wig [Philips] 3. Basreflex kast 4. Basreflexkast met twee kamers [Augspurger] 5. Conque (Léon) 6. Karlson weergever (Karlson) 7. Lautsprechergehäuse mit verteilten Öffnungen [Briggs] 8. Monitor-8 [Philips] 9. Popboxen [Carlsson/Rosenberg] 10. Stereo 2 [Mullard] 11. TQWT [Chung] 12. TQWT [Mehl] 13. TQWT [Patrick] 14. TQWT [Rob] 15. TV-basreflextafel

Applications Philips 9710 m

Embed Size (px)

DESCRIPTION

A collection of fifteen articles about the home construction of enclosures for the Philips/Norelco fullrange speaker 9710M. Text in Dutch, English, German and Swedish. Converted to a searchable PDF using OCR software. Original drawings and building instructions provided. The compiler (Aren van Waarde) assumes that all articles are in the public domain. Contact him through Scribd if there is any infringement of copyright.

Citation preview

Page 1: Applications Philips 9710 m

Fifteen Ways to Use a Philips/Norelco

9710M

Collection of articles compiled by Aren van Waarde

(with listing of the sources)

1. 35 liter-kast

2. Akoestische box met wig [Philips]

3. Basreflex kast

4. Basreflexkast met twee kamers [Augspurger]

5. Conque (Léon)

6. Karlson weergever (Karlson)

7. Lautsprechergehäuse mit verteilten Öffnungen [Briggs]

8. Monitor-8 [Philips]

9. Popboxen [Carlsson/Rosenberg]

10. Stereo 2 [Mullard]

11. TQWT [Chung]

12. TQWT [Mehl]

13. TQWT [Patrick]

14. TQWT [Rob]

15. TV-basreflextafel

Page 2: Applications Philips 9710 m

2

35 Liter-Kast

Uit: Luidsprekers (samengesteld onder redactie van Radio Bulletin). De Muiderkring, Bussum 1971, p.61-62

Een speciale 35 liter-kast voor een 9710 luidspreker, kan zeker zo goed, zoal niet

beter zijn dan een geheel gesloten van ca. 100 liter. Wil men met zo'n kleine kast

een goede weergave van het lage frequentie-gebied verkrijgen, dan is het

basreflexsysteem de aangewezen weg. Er zijn voor deze serie luidsprekers

verschillende basreflexkasten ontworpen, maar ze zijn kritisch wat de afmetingen

betreft en hebben bovendien een nogal flink volume. Bekend is, dat de luidsprekers

van de 9710-serie, door hun constructie, kunstmatige demping van de eigen

resonantie bezitten. Uit metingen is gebleken dat de demping groter is bij

toenemende frequentie.

Deze metingen werden verricht met een geheel gesloten kast met variabele

inhoud. Bij verkleinen van de inhoud neemt de luchtstijfheid in de kast toe,

waardoor de resonantiefrequentie van de luidspreker groter wordt. Door nu

telkens de impedantiekromme bij toenemende resonantiefrequentie te meten, ziet

men dat de maxima van deze krommen afnemen. Het maximum van de

impedantiekromme is nl. een maat voor de demping van de resonantie.

Een te kleine gesloten kast is niet gunstig voor de weergave van de lage tonen,

omdat beneden de resonantie-frequentie van luidspreker met kast de lage tonen

flink verzwakt worden weergegeven.

Om toch voldoende lage tonen te verkrijgen moet een reflexopening worden

aangebracht. Hiervoor werd een spleetvormige opening gekozen om zo ,,laag"

mogelijk te komen. Deze opening werd verkregen door de luidspreker met

tussenvoeging van drie afstandsbusjes van 15 mm lang tegen de voorwand te

schroeven. Indien van een dergelijk systeem de impedantiekromme wordt

opgenomen ontdekt men twee pieken. Een met een frequentie beneden de eigen

resonantie van de luidspreker en een iets boven die van de luidspreker in een

akoestische box met dezelfde inhoud. Deze verschuivingen in de frequentie zijn

ontstaan t.g.v. de spleetvormige opening. De gebruikte luidspreker had een eigen

resonantie van 43 Hz. De inhoud van 35 liter is gekozen vanwege het goed continu

verlopen van de impedantiekromme, alhoewel dit geheel niet kritisch is en gerust

zonder hoorbaar verschil tot 30 liter kan worden gereduceerd indien daaraan

behoefte bestaat.

Evenzo is de lengte van de afstandsbusjes niet kritisch en deze mogen zonder meer

varieren tussen 12 en 18 mm. De kast is opgebouwd zoals fig. 69 aangeeft en wordt

tevens als TV-tafel gebruikt. Van de vorm kan gerust worden afgeweken.

Page 3: Applications Philips 9710 m

De voorkant, zijkanten, boven

Aan de binnenkant zijn deze delen, behalve de voorkant, voorzien van een laag

tandenschuim van 1½ cm dikte. Het tandenschuim op het

achterkant is ca. 3 cm dik.

De latten van het raamwerk zijn ca. 2

achterwand wordt vastgeschroefd. Op deze laatste latten wordt rubber tochtband

geplakt, waardoor de kast luchtdicht sluit.

De constructie op de achterwand heeft tot doel om staande golven te voorkomen

c.q. te reduceren.

Als luidsprekerdoek komt alleen nylonfrill in aanmerking, wat met textiellijm alleen

om de luidsprekeropening wordt gelijmd en langs de randen van nietjes wordt

voorzien. Kwart-ronde beuken latjes maken de nietjes onzichtbaar.

De voorkant, zijkanten, boven- en onderkant zijn op elkaar gelijmd en gespijkerd.

Aan de binnenkant zijn deze delen, behalve de voorkant, voorzien van een laag

cm dikte. Het tandenschuim op het raamwerk aan de

achterkant is ca. 3 cm dik.

De latten van het raamwerk zijn ca. 21 cm dik, evenals de latten waarop de

achterwand wordt vastgeschroefd. Op deze laatste latten wordt rubber tochtband

geplakt, waardoor de kast luchtdicht sluit.

tie op de achterwand heeft tot doel om staande golven te voorkomen

Als luidsprekerdoek komt alleen nylonfrill in aanmerking, wat met textiellijm alleen

om de luidsprekeropening wordt gelijmd en langs de randen van nietjes wordt

ronde beuken latjes maken de nietjes onzichtbaar.

3

en onderkant zijn op elkaar gelijmd en gespijkerd.

Aan de binnenkant zijn deze delen, behalve de voorkant, voorzien van een laag

raamwerk aan de

cm dik, evenals de latten waarop de

achterwand wordt vastgeschroefd. Op deze laatste latten wordt rubber tochtband

tie op de achterwand heeft tot doel om staande golven te voorkomen

Als luidsprekerdoek komt alleen nylonfrill in aanmerking, wat met textiellijm alleen

om de luidsprekeropening wordt gelijmd en langs de randen van nietjes wordt

Page 4: Applications Philips 9710 m

Akoestische box met wigAkoestische box met wig

4

Page 5: Applications Philips 9710 m

5

Bestemd voor een luidspreker typenummer 9710 M, 9710AM of 9710BM*. Met

twee van deze boxen kan een zeer goede stereofonische weergave worden

verkregen. De weergavekarakteristiek van deze box komt overeen met de

karakteristiek op blz. 15.

De wig van geluidabsorberend materiaal dient iets dikker en breder te worden

genomen dan strikt noodzakelijk zou zijn. Door het aanbrengen van een van de

zijwanden wordt het geluidabsorberend materiaal (dat niet op elkaar moet worden

gelijmd) tussen de wanden geperst. De top van de wig dient zo smal mogelijk te zijn

(enkele cm). Bij deze box wordt de Iuidsprekerrand verzonken gemonteerd. Indien

de luidspreker tegen de binnenzijde van de kast wordt gemonteerd is de

bevestiging eenvoudiger (zie tekening A4).

Uit: Philips, Luidsprekerbehuizingen voor zelfbouw

Page 6: Applications Philips 9710 m

Van deze box bestond ook een versie met de luidspreker gemonteerd in het

bovenpaneel (zodat de speaker naar

hoogweergave die daarvan het gevolg was werd dat type kast alleen aanbevolen

voor mono weergave.

Van deze box bestond ook een versie met de luidspreker gemonteerd in het

bovenpaneel (zodat de speaker naar boven straalde). Gezien de diffuse

hoogweergave die daarvan het gevolg was werd dat type kast alleen aanbevolen

6

Van deze box bestond ook een versie met de luidspreker gemonteerd in het

boven straalde). Gezien de diffuse

hoogweergave die daarvan het gevolg was werd dat type kast alleen aanbevolen

Page 7: Applications Philips 9710 m

Basreflex principe

Uit: Luidsprekers (samengesteld onder redactie van Radio Bulletin). Muiderkring, Bussum 1971 Een ander akoestisch systeem om de lage tonen met beter rendement weer te

geven is de basreflexkast, welke berust op het principe van het akoes

bandfilter. De door de ingesloten lucht gevormde akoestische ,,capaciteit" in de

kast wordt namelijk over een

akoestische ,,zelfinductie", veroorzaakt door een in de reflectie

luchtzuil. Deze luchtzuil kan nu worden benut als akoestische straler, waardoor dus

een grotere akoestische output kan worden

de luchtzuil, in faze beweegt met de lucht aan de voorzijde van de luidspreker.

Mat en (inwendig) in mm. Houtdikte minstens 15 mm.

Philips

9710M

A

535

B

575

C

370

D

130

E

300

F

100

G

200

H

75

K

75

(samengesteld onder redactie van Radio Bulletin). Muiderkring, Bussum 1971

ander akoestisch systeem om de lage tonen met beter rendement weer te

geven is de basreflexkast, welke berust op het principe van het akoes

bandfilter. De door de ingesloten lucht gevormde akoestische ,,capaciteit" in de

kast wordt namelijk over een bepaald frequentiegebied gecompenseerd door de

akoestische ,,zelfinductie", veroorzaakt door een in de reflectie-opening ontstane

luchtzuil. Deze luchtzuil kan nu worden benut als akoestische straler, waardoor dus

een grotere akoestische output kan worden verkregen, mits deze straler, dus ook

de luchtzuil, in faze beweegt met de lucht aan de voorzijde van de luidspreker.

Mat en (inwendig) in mm. Houtdikte minstens 15 mm.

7

(samengesteld onder redactie van Radio Bulletin). De

ander akoestisch systeem om de lage tonen met beter rendement weer te

geven is de basreflexkast, welke berust op het principe van het akoestisch

bandfilter. De door de ingesloten lucht gevormde akoestische ,,capaciteit" in de

bepaald frequentiegebied gecompenseerd door de

opening ontstane

luchtzuil. Deze luchtzuil kan nu worden benut als akoestische straler, waardoor dus

verkregen, mits deze straler, dus ook

de luchtzuil, in faze beweegt met de lucht aan de voorzijde van de luidspreker.

Page 8: Applications Philips 9710 m

8

Basreflexkast met twee kamers Hoofdstuk 14 uit: Wim van Bussel, Luidsprekerinstallaties voor zelfbouw, Æ.E. Kluwer, Deventer 1967 Zie ook: “Experimentele Luidsprekerbehuizing”, Luidsprekers (samengesteld onder redactie van Radio Bulletin), De Muiderkring, Bussum 1971, p.63-64

Het grote verschil van deze kast met de normale basreflexkast is gelegen in het feit,

dat nu twee afgestemde ruimten worden toegepast in plaats van één. Wanneer in

deze kast een luidspreker met een hoog rendement wordt gebruikt, zijn de

resultaten in het zeer lage gebied uitstekend. De afmetingen zijn daarbij naar

verhouding klein. Het idee is niet nieuw. Variaties op de dubbel-afgestemde

reflexkast werden o.a. gebruikt door de B.B.C. en Quad.

Er is een grote mate van vrijheid in de afmetingen en de resultaten kunnen dan ook

sterk uiteenlopen, afhankelijk van het gestelde doel.

De vorm zoals die uit tekeningen blijkt, is zo gekozen dat een maximale flexibiliteit

bij de experimenten gewaarborgd is om uit te maken hoe laag men kan komen met

deze basreflex van een standaard 20 cm luidspreker.

De werking

Een normale reflexkast is aangepast aan de karakteristieken van een bepaald type

luidspreker of groep van luidsprekers.

Zoals we in hoofdstuk 10 hebben gezien, keert de reflexkast bij de resonantie-

frequentie van kast en luidspreker de fase van het achterwaarts gerichte geluid om

en voegt dit toe aan het geluid dat aan de voorkant van de conus wordt

geproduceerd. De kast vormt ook een akoestische belasting voor de luidspreker,

waardoor de beweging van de conus en dus de vervorming wordt verminderd.

Boven en beneden de resonantiefrequentie wordt de conus niet belast door de

reflexkast. Hieruit volgt dat als de resonantie frequentie te laag wordt gekozen het

middenregister van de bassen te zwak zal worden weergegeven. De luidspreker kan

in dit gebied daardoor worden overbelast. Wordt daarentegen de

resonantiefrequentie te hoog gekozen dan gaan de lage grondtonen verloren en

kan de luidspreker door de lage frequenties gemakkelijk worden overbelast. De

kast met twee kamers nu wordt afgestemd op twee frequenties die ongeveer een

octaaf verschillen. De hoogste frequentie vormt een akoestische belasting in het

middenregister van de bassen en de laagste frequentie zorgt er voor dat de

belasting beneden een redelijk lage grensfrequentie wordt gehouden. Fig. 42 laat

het binnenwerk en de afmetingen van een kast zien geschikt voor een 20 cm

Page 9: Applications Philips 9710 m

9

luidspreker. In dit ontwerp is de grootste ruimte (waarin de luidspreker wordt

gemonteerd) afgestemd op 70 Hz. Zijn inhoud bedraagt dan 54 dm3. De

afstemming wordt verkregen door het effect van twee buisvormige gaten. Een

hiervan bevindt zich in het tussenschot van de twee ruimten en het andere in de

buitenwand.

Onder de 70 Hz zorgt de eerste kamer ervoor dat de luidspreker niet belast wordt

en beweegt de lucht zich vrij door de opening in het tussenschot. Op het moment

dat de luidspreker wordt belast komt het tussenschot als het ware te vervallen.

Maar bij ongeveer 35 Hz zorgen de twee ruimten samen, in combinatie met de

twee uitwendige buisvormige openingen, voor de laagste resonantiefrequentie van

het systeem.

Drie resonantiepieken

Door het spreiden van de werking van de reflex over een bandbreedte van

ongeveer twee octaven sluit de dubbel-afgestemde kast de noodzaak uit van het

nauwkeurig aanpassen van een speciale luidspreker. Bezien we de impedantie-

grafiek (fig. 43), dan zien we in plaats van de twee pieken, zoals die bij een normale

basreflexkast optreden, drie resonantiepieken, welke aanmerkelijk lager zijn dan de

oorspronkelijke luidspreker-resonantiepiek. Een zeer groot basgebied wordt dan

ook op effectieve wijze weergegeven!

Page 10: Applications Philips 9710 m

10

Bij de experimentele tweevoudig afgestemde kast is er een frequentie, waarop

enige extra demping wenselijk kan zijn. De bovenste impedantiepiek nl. ligt,

afhankelijk van de geinstalleerde luidspreker, tussen 85 en 105 Hz. In sommige

gevallen kan dit een licht boem-effect in de weergave tot gevolg hebben. Dit is

echter gemakkelijk te verhelpen, nl. door een laag dempend materiaal direct achter

de luidspreker aan te brengen. Een laag van 2,5 cm glaswol of twee lagen jute

zullen voldoende zijn.

Dit kleine beetje extra demping is een goed middel tegen het boemen in het

middenregister van de bassen en richt zich direct tegen het wezenlijke probleem

zonder het nuttig effect van het systeem beneden 70 Hz merkbaar te beïnvloeden.

Zeer weinig vervorming

Het is niet moeilijk een 20 cm luidspreker 35 Hz te laten weergeven, tenzij deze 35

Hz onvervormd moet zijn. Als de output voornamelijk frequentieverdubbeling

produceert, is het beter de grens van de bassen naar een normaler punt te

verleggen. Het experimentele exemplaar van de dubbel-afgestemde baskast geeft

uitzonderlijk weinig vervorming en misschien is dit nog opmerkelijker dan de

uitbreiding van de frequentieweergave.

Hoge tonen

Page 11: Applications Philips 9710 m

11

De weergave van de hoge frequenties wordt met deze kast, evenmin als met de

normale basreflexkast, niet beïnvloed. Maar in verband met de uitstekende bas-

weergave van de dubbel-afgestemde kast verdient het aanbeveling een 20 cm

luidspreker van hoge kwaliteit toe te passen, waardoor de weergave van de hoge

frequenties eveneens goed zal zijn.

Nog beter is het een of meer extra hoge-tonen-luidsprekers toe te passen. Zie

hiervoor hoofdstuk 15.

De constructie

De maten van de kast behoeven niet nauwkeurig te zijn. De grootste kamer moet

een inhoud hebben van 54 tot 60 dm3, de kleinste van 27 tot 30 dm3. De

afmetingen aangegeven in figuur 44 voldoen hieraan en kunnen voor zowel een

horizontale als een verticale eenheid worden gebruikt. De twee cilinder-vormige

openingen kunnen in ieder gewenst vlak worden aangebracht. In een verticale kast

kunnen deze openingen ook in de bodem worden aangebracht, waardoor een

esthetischer constructie mogelijk wordt.

Aan de stevigheid van de kast moet de nodige zorg worden besteed. Multiplex

verdient om zijn hoge dichtheid aanbeveling. Het paneel waarop de luidspreker

wordt bevestigd moet met een voldoend aantal schroeven worden bevestigd.

De binnenwand van de grootste kamer moet met glaswol of ander geluid-dempend

materiaal worden beplakt. De andere kamer kan onbeplakt blijven maar eventueel

overgebleven materiaal kunt u hiervoor alsnog gebruiken. Het zal het resultaat

overigens niet beïnvloeden.

Voor de drie buisvormige openingen kunnen zware kartonnen kokers dienst doen.

De binnendiameter moet 7 cm, de lengte 19 cm bedragen. Heeft u liever

rechthoekige openingen, dan kunnen de kokers ook van hout worden gemaakt. Het

rechthoekige inwendige oppervlak moet dan ca. 40 cm2 zijn.

Wisselwerking

Ongeveer bij 65 Hz bevindt zich in de weergavekarakteristiek een dip van 3 dB.

Deze ontstaat door een wisselwerking van de twee kamers. Bij het beluisteren van

de luidsprekers valt dit niet op, maar ze kan worden opgeheven door de kleinste

ruimte ten opzichte van de grootste iets kleiner te maken en de lengte van de

cilindervormige buisjes hierbij aan te passen.

Al met al is deze dubbele basreflexkast een uitermate dankbaar ontwerp, dat de

bouwer zeer zeker niet zal teleurstellen!

Page 12: Applications Philips 9710 m

12

Page 13: Applications Philips 9710 m

13

Conque

Hoofdstuk 26 uit: Wim van Bussel, Luidsprekerinstallaties voor zelfbouw, Æ.E. Kluwer, Deventer 1967

Een luidsprekerbehuizing van bijzondere vorm en samenstelling is de Conque,

ontwikkeld door de Fransman Léon. Het bijzondere meubel (nou ja, meubel..) is

geheel uit cement opgetrokken en bestaat uit twee hecht met elkaar verbonden

delen. Het ene deel heeft een bol- en het andere een schelpvorm.

Dank zij deze constructie is het mogelijk met een luidspreker een zeer goede

weergave te krijgen van de laagste tot de hoogste tonen.

Basresonator en hoge-tonen-reflector

De bol van de Conque doet dienst als ,,resonator" voor de lage frequenties. Een

basreflexbol zou men kunnen zeggen. Deze bol geeft de lage frequenties zeer goed

weer. Dit komt door de stugheid van het materiaal, ,,gewapend" cement.

Deze grote stugheid is de reden, dat de bassen beter worden geproduceerd dan bij

een basreflexkast van gebruikelijke constructie. Zelfs bij een zeer zware

basweergave, waarbij de meubelen in het vertrek gaan trillen is van enige trilling

van de bol geen sprake. Te opmerkelijker is deze goede basweergave als men

bedenkt dat de inhoud van de bol hoogstens 25 dm3 is. Boven op de bol is het

schelpvormige lichaam, eveneens van gewapend cement, bevestigd. Daar de

luidspreker horizontaal boven in de bol ligt, straalt hij naar boven uit. De

geluidstrillingen worden door de schelp opgevangen en in horizontale richting

gereflecteerd, waarbij de ellipsvorm er voor zorgt, dat de spreiding van de hoge

frequenties bijzonder breed en gelijkmatig is. Doordat de uitstralingen van voor- en

achterzijde van de luidspreker volledig voor de geluidsweergave worden benut, is

het rendement zeer hoog. Van belang is uiteraard het gebruik van een goede

luidspreker met groot frequentiebereik! Er is voorzover wij weten, nooit een

bouwbeschrijving of berekening gepubliceerd. Ook Léon, de uitvinder van dit

geluidsfenomeen geeft geen richtlijnen en exacte maten.

Na veel experimenteren en rekenen kan nu evenwel een beschrijving worden

gegeven van de volledige bouw van een Conque die, we mogen wel zeggen,

verwaarloosbare afwijkingen heeft.

Page 14: Applications Philips 9710 m

De constructie

De bouw van de Conque is wel wat lastiger dan die van een houten klankkast. Maar

wie de benodigde handigheid bezit en het geduld kan opbrengen, komt dan ook in

De bouw van de Conque is wel wat lastiger dan die van een houten klankkast. Maar

wie de benodigde handigheid bezit en het geduld kan opbrengen, komt dan ook in

14

De bouw van de Conque is wel wat lastiger dan die van een houten klankkast. Maar

wie de benodigde handigheid bezit en het geduld kan opbrengen, komt dan ook in

Page 15: Applications Philips 9710 m

het bezit van een bijzondere luidsprekerbehuizing! De benodigde materialen zijn: 2

ringen van multiplex ca. 15 mm dik, een paar kilo ijzerdraad,

maaswijdte van 2 mm, een stukje loodplaat van ca. 1,2

nodige gereedschappen.

Constructietekening

Alvorens te gaan bouwen, moeten we een

maken. Dit moet heel secuur gebeuren en we zullen dan ook ,,lijn voor lijn" de

aanwijzingen geven. De tekening van fig. 95 moet worden opgezet op

papier van ong. 100 x 75 cm.

We trekken eerst de lijn CD 45

zetten haaks hierop de lijn EF, de korte as van de ellips. Vervolgens

weerskanten van snijpunt X van deze twee lijnen

verkrijgen zo de punten A en B. Vanuit deze twee punten maken we nu de ellips.

We leggen hiertoe ons tekenpapier op een vlak bord en prikken in de punten A en

B een dunne naald. Deze twee naalden verbinden we met een dun stukje g

Het garen geven we een zodanige lengte, dat we hiermee juist de ellips kunnen

maken (fig. 96).

De potloodpunt maken we scherp en kerven er met een mesje een groef in,

waardoor het garen kan glijden (fig. 97).

Op deze manier verkrijgen we een ellips waarvan de korte as EF = 36,6 cm en de

lange as CD = 55,6 cm. FX en XE zijn beide 18,3 cm en XC en XD zijn 27,8 cm. Uit

punt B trekken we het verticale lijnstuk BK van 6 cm lang. BK is de hartlijn van de

houten ringen, waarop de luidspreker komt te liggen. Fig. 98 geeft ter

het bezit van een bijzondere luidsprekerbehuizing! De benodigde materialen zijn: 2

ringen van multiplex ca. 15 mm dik, een paar kilo ijzerdraad, 1½ m2

maaswijdte van 2 mm, een stukje loodplaat van ca. 1,2-1,5 mm dik, cement en de

Alvorens te gaan bouwen, moeten we een constructietekening op de ware grootte

maken. Dit moet heel secuur gebeuren en we zullen dan ook ,,lijn voor lijn" de

aanwijzingen geven. De tekening van fig. 95 moet worden opgezet op

papier van ong. 100 x 75 cm.

We trekken eerst de lijn CD 45° schuin over het papier als lange as van de ellips en

zetten haaks hierop de lijn EF, de korte as van de ellips. Vervolgens zetten we, aan

weerskanten van snijpunt X van deze twee lijnen 21 cm af op de lange as en

verkrijgen zo de punten A en B. Vanuit deze twee punten maken we nu de ellips.

We leggen hiertoe ons tekenpapier op een vlak bord en prikken in de punten A en

B een dunne naald. Deze twee naalden verbinden we met een dun stukje g

Het garen geven we een zodanige lengte, dat we hiermee juist de ellips kunnen

De potloodpunt maken we scherp en kerven er met een mesje een groef in,

waardoor het garen kan glijden (fig. 97).

Op deze manier verkrijgen we een ellips waarvan de korte as EF = 36,6 cm en de

lange as CD = 55,6 cm. FX en XE zijn beide 18,3 cm en XC en XD zijn 27,8 cm. Uit

punt B trekken we het verticale lijnstuk BK van 6 cm lang. BK is de hartlijn van de

n, waarop de luidspreker komt te liggen. Fig. 98 geeft ter

15

het bezit van een bijzondere luidsprekerbehuizing! De benodigde materialen zijn: 2 2 gaas met een

1,5 mm dik, cement en de

onstructietekening op de ware grootte

maken. Dit moet heel secuur gebeuren en we zullen dan ook ,,lijn voor lijn" de

aanwijzingen geven. De tekening van fig. 95 moet worden opgezet op een vel

° schuin over het papier als lange as van de ellips en

zetten we, aan

21 cm af op de lange as en

verkrijgen zo de punten A en B. Vanuit deze twee punten maken we nu de ellips.

We leggen hiertoe ons tekenpapier op een vlak bord en prikken in de punten A en

B een dunne naald. Deze twee naalden verbinden we met een dun stukje garen.

Het garen geven we een zodanige lengte, dat we hiermee juist de ellips kunnen

De potloodpunt maken we scherp en kerven er met een mesje een groef in,

Op deze manier verkrijgen we een ellips waarvan de korte as EF = 36,6 cm en de

lange as CD = 55,6 cm. FX en XE zijn beide 18,3 cm en XC en XD zijn 27,8 cm. Uit

punt B trekken we het verticale lijnstuk BK van 6 cm lang. BK is de hartlijn van de

n, waarop de luidspreker komt te liggen. Fig. 98 geeft ter

Page 16: Applications Philips 9710 m

16

verduidelijking de gedeeltelijk weggezaagde ringen van multiplex, welke in

werkelijkheid met een viertal houtschroeven aan elkaar worden bevestigd.

We trekken vervolgens de lijn LN horizontaal door punt K. Deze lijn ligt gelijk met

de bovenkant van de bovenste houten ring. In de tekening is multiplex van 1,5 cm

dikte aangegeven. Deze dikte kan natuurlijk gewijzigd worden, mits er in de

tekening rekening mee wordt gehouden. We nemen het hout liefst niet dunner dan

1,5 cm. Hier zij ook even opgemerkt, dat multiplex de aangewezen houtsoort is.

Deze is watervast gelijmd. Laten we dan ook niet proberen bijvoorbeeld

meubelplaat of iets dergelijks te gebruiken, want dit laat onherroepelijk los tijdens

het metselen.

De buitenmaat van de beide ringen is 26,6 cm. Het gat in de bovenste ring heeft

een diameter van 21,7 cm en dat in de onderste een diameter van 20,5 cm. Hierin

past een normale 20 cm luidspreker.

Nu gaan we de loodlijn GL trekken en daarna de horizontal lijn MH op precies 3 cm

boven de lijn LN. MH is 32 cm. Vervolgens trekken we lijn GO. Dit is de voorkant

van de schelp. OH is 24,8 cm.

De bol

De bol bouwen we op uit een cirkel met een middelpunt P en een straal van 17 cm.

Punt P ligt 18 cm onder de lijn LN en 4 cm links van de loodlijn, neergelaten uit punt

B op LN. Bij Q en R wijken we echter van deze cirkelvorm af om de bol in vorm aan

te laten passen bij de schelp en wel zo, dat de voorkant (dus links in fig. 95)

ongeveer in het verlengde van de lijn GL komt te liggen.

Aan de achterkant gaan we vanuit punt R bijna recht omhoog, zodat ook de rug van

de Conque een vloeiend verloop krijgt. Zo krijgt het geheel, wanneer het is

afgewerkt, een fraai uiterlijk. Hiermee is ook rekening gehouden bij het model van

de dwarsdoorsnede van de bol, zie figuur 99.

Punt P is hetzelfde als in fig. 95. Hier wordt de cirkel, behalve onderaan, niet

helemaal gevolgd. De schelp wordt nl. ca. 42 cm breed en daarom geven we de bol

ook deze breedte.

We zien in de tekening tevens de lagen aangegeven waaruit A (de bol- en

schelpwand) bestaat, nl. van binnen naar buiten: eerst ijzerdraad, dan ijzergaas

Page 17: Applications Philips 9710 m

met maaswijdte van ca. 2 mm, cement, en als laatst een laagje kalkspecie om het

geheel netjes af te werken.

De afgebroken lijnen a en a

de streeplijnen b en b1 het model van voorkant van de schelp.

De bewapening van de bol

Volgens de dwarsdoorsnede (fig. 95 en 99) gaan we de bol bouwen. We buigen van

ijzerdraad het model uit fig. 95 en 99 en bevestigen deze stukken aan de houten

maaswijdte van ca. 2 mm, cement, en als laatst een laagje kalkspecie om het

geheel netjes af te werken.

afgebroken lijnen a en a1 in fig. 99 geven de dwarsdoorsnede van de schelp

het model van voorkant van de schelp.

De bewapening van de bol

Volgens de dwarsdoorsnede (fig. 95 en 99) gaan we de bol bouwen. We buigen van

ijzerdraad het model uit fig. 95 en 99 en bevestigen deze stukken aan de houten

17

maaswijdte van ca. 2 mm, cement, en als laatst een laagje kalkspecie om het

in fig. 99 geven de dwarsdoorsnede van de schelp en

Volgens de dwarsdoorsnede (fig. 95 en 99) gaan we de bol bouwen. We buigen van

ijzerdraad het model uit fig. 95 en 99 en bevestigen deze stukken aan de houten

Page 18: Applications Philips 9710 m

ringen. Het draad hiervoor moet minstens

model gebruikt. Het draad wordt aan de houten ringen bevestigd door gaatjes van

iets minder dan de draaddikte in het hout te boren. Het draad wordt er ca. 1 cm

ingedrukt. Als de eerste twee volgens het model gebogen stukken ijzerdraad op

hun plaats zitten, is er een kruis o

solderen. Dan worden er horizontale ringen ingelegd, bijv. 3, in fig. 99 getekend als

streeplijn CD, EF en GH.

Dit kruis en de drie ringen zijn het grondmodel waarlangs de andere stukken

ijzerdraad gebogen kunnen worden. Hierbij moeten we er wel om denken alle

kruispunten, dus de plaatsen waar twee draden elkaar kruisen, te solderen. We

gebruiken geen harssoldeer; zonde van het geld! Een staaf soldeer, bij de

loodgieter gehaald, geeft meer plezier. We gebruiken

houden de draden op een onderlinge af stand van ca. 15 cm bij een draad

11/2 mm en laten de soldeerpunten

Mocht er later nog een soldeerpuntje los gaan, dan is dit niet

toch alles in cement komt te zitten. Als de bol zover klaar is, ziet hij eruit als op foto

117a.

De bewapening van de schelp

Zeer nauwkeurig moeten we nu de zaak opzetten, te beginnen met het gedeelte uit

de ellips van figuur 95. Dit is GH, met het Z

deze draad (hier 21/2 mm dik) zeer zuiver en gelijk aan de lijn in de tekening

hebben, maken we er voorlopig een versteviging in, zodat de bocht niet kan

ringen. Het draad hiervoor moet minstens 1l/2 mm dik zijn; dit is ook voor het

t draad wordt aan de houten ringen bevestigd door gaatjes van

iets minder dan de draaddikte in het hout te boren. Het draad wordt er ca. 1 cm

ingedrukt. Als de eerste twee volgens het model gebogen stukken ijzerdraad op

hun plaats zitten, is er een kruis ontstaan aan de onderkant. Dit kruispunt is te

solderen. Dan worden er horizontale ringen ingelegd, bijv. 3, in fig. 99 getekend als

Dit kruis en de drie ringen zijn het grondmodel waarlangs de andere stukken

nen worden. Hierbij moeten we er wel om denken alle

kruispunten, dus de plaatsen waar twee draden elkaar kruisen, te solderen. We

gebruiken geen harssoldeer; zonde van het geld! Een staaf soldeer, bij de

loodgieter gehaald, geeft meer plezier. We gebruiken als vloeimiddel S

houden de draden op een onderlinge af stand van ca. 15 cm bij een draad

mm en laten de soldeerpunten goed doorvloeien, zodat alles stevig vast zit.

Mocht er later nog een soldeerpuntje los gaan, dan is dit niet zo'n ramp, omdat

toch alles in cement komt te zitten. Als de bol zover klaar is, ziet hij eruit als op foto

De bewapening van de schelp

Zeer nauwkeurig moeten we nu de zaak opzetten, te beginnen met het gedeelte uit

de ellips van figuur 95. Dit is GH, met het Z-vormig gebogen ondereinde. Als we

mm dik) zeer zuiver en gelijk aan de lijn in de tekening

er voorlopig een versteviging in, zodat de bocht niet kan

18

mm dik zijn; dit is ook voor het

t draad wordt aan de houten ringen bevestigd door gaatjes van

iets minder dan de draaddikte in het hout te boren. Het draad wordt er ca. 1 cm

ingedrukt. Als de eerste twee volgens het model gebogen stukken ijzerdraad op

ntstaan aan de onderkant. Dit kruispunt is te

solderen. Dan worden er horizontale ringen ingelegd, bijv. 3, in fig. 99 getekend als

Dit kruis en de drie ringen zijn het grondmodel waarlangs de andere stukken

nen worden. Hierbij moeten we er wel om denken alle

kruispunten, dus de plaatsen waar twee draden elkaar kruisen, te solderen. We

gebruiken geen harssoldeer; zonde van het geld! Een staaf soldeer, bij de

als vloeimiddel S-39. We

houden de draden op een onderlinge af stand van ca. 15 cm bij een draaddikte van

doorvloeien, zodat alles stevig vast zit.

zo'n ramp, omdat

toch alles in cement komt te zitten. Als de bol zover klaar is, ziet hij eruit als op foto

Zeer nauwkeurig moeten we nu de zaak opzetten, te beginnen met het gedeelte uit

vormig gebogen ondereinde. Als we

mm dik) zeer zuiver en gelijk aan de lijn in de tekening

er voorlopig een versteviging in, zodat de bocht niet kan

Page 19: Applications Philips 9710 m

deformeren. De streeplijnen in fig. 100 geven de steundraden a an. Nu drukken we

het draadeinde vast in het multiplex. De draad zal er een beetje zwiebelig bij staan,

dus maken we er een steuntje on

95 langs de lijn LN en houden deze achter de zojuist opgerichte draad. De lijn GH op

de tekening en die van draad GH uit fig. 100 moeten nauwkeurig samenvallen. We

wriemelen net zo lang tot het klopt.

Nu de voorkant van de schelp. Deze is ook ellipsvormig en gebogen uit draad

ca. 4 mm dik. De tekening hiervan vindt u in fig. 101.

We zetten weer een kruis op met twee punten, a en b, elk op 18 cm van het

kruispunt X. Nu herhalen we het foefje met

21 cm en XE = 27,8 cm.

Deze ellips gaan we gebruiken tot aan weerszijden 1,7 cm onder de lijn CXD,

waarbij we er voor zorgen er aan beide zijden nog ca. 1 cm aan te laten zitten.

deformeren. De streeplijnen in fig. 100 geven de steundraden a an. Nu drukken we

het draadeinde vast in het multiplex. De draad zal er een beetje zwiebelig bij staan,

dus maken we er een steuntje onder (fig. 100). Nu vouwen we de tekening uit fig.

95 langs de lijn LN en houden deze achter de zojuist opgerichte draad. De lijn GH op

de tekening en die van draad GH uit fig. 100 moeten nauwkeurig samenvallen. We

wriemelen net zo lang tot het klopt.

e voorkant van de schelp. Deze is ook ellipsvormig en gebogen uit draad

ca. 4 mm dik. De tekening hiervan vindt u in fig. 101.

We zetten weer een kruis op met twee punten, a en b, elk op 18 cm van het

kruispunt X. Nu herhalen we het foefje met naalden en garen zodanig, dat

Deze ellips gaan we gebruiken tot aan weerszijden 1,7 cm onder de lijn CXD,

waarbij we er voor zorgen er aan beide zijden nog ca. 1 cm aan te laten zitten.

19

deformeren. De streeplijnen in fig. 100 geven de steundraden a an. Nu drukken we

het draadeinde vast in het multiplex. De draad zal er een beetje zwiebelig bij staan,

der (fig. 100). Nu vouwen we de tekening uit fig.

95 langs de lijn LN en houden deze achter de zojuist opgerichte draad. De lijn GH op

de tekening en die van draad GH uit fig. 100 moeten nauwkeurig samenvallen. We

e voorkant van de schelp. Deze is ook ellipsvormig en gebogen uit draad van

We zetten weer een kruis op met twee punten, a en b, elk op 18 cm van het

naalden en garen zodanig, dat XC - XD =

Deze ellips gaan we gebruiken tot aan weerszijden 1,7 cm onder de lijn CXD,

waarbij we er voor zorgen er aan beide zijden nog ca. 1 cm aan te laten zitten. Bij F

Page 20: Applications Philips 9710 m

en G wordt de draad onder een

gebogen en op de plaats waar de uiteinden door de bolwand steken,

vastgesoldeerd. Het kan geen kwaad op deze plaats in de bolwand even een

borging aan te brengen en wel door middel van een extra dikke draad die ov

paar windingen steunt, om zo de pas gebogen boog wat steun te kunnen

Nu vijlen we met een rattestaartje een halfrond gaatje aan de binnenzijde van

boogdraad bij E uit fig. 101, zodat de draad GH uit fig.

de onderkant van de twee draden gelijk ligt (figuur 102).

We stellen de boog zo op, dat de afstanden e

gemeten op 3 cm hoogte boven de bovenkant van de houten ring, waarna we de

draden vastsolderen. De hoogte GL (in fig. 95

Steunpunten

Om steunpunten voor de draden, die het model van de schelp moeten gaan

vormen, te verkrijgen, gaan we vervolgens de ringvormige draden a, b, c en d (fig.

103) op hun plaats brengen.

Hiervoor nemen we ook

Draad a en b wordt gebogen met een straal van 21 cm, c en d met een straal van

17,5 cm. Dit kunnen we het gemakkelijkst doen doo

desbetreffende cirkels op papier te

buigen.

en G wordt de draad onder een hoek van 45° achter waarts en binnen

gebogen en op de plaats waar de uiteinden door de bolwand steken,

vastgesoldeerd. Het kan geen kwaad op deze plaats in de bolwand even een

borging aan te brengen en wel door middel van een extra dikke draad die ov

paar windingen steunt, om zo de pas gebogen boog wat steun te kunnen

Nu vijlen we met een rattestaartje een halfrond gaatje aan de binnenzijde van

boogdraad bij E uit fig. 101, zodat de draad GH uit fig. 100 er zover in

onderkant van de twee draden gelijk ligt (figuur 102).

We stellen de boog zo op, dat de afstanden e-f en g-f (fig. 103) 32,5 cm zijn,

gemeten op 3 cm hoogte boven de bovenkant van de houten ring, waarna we de

draden vastsolderen. De hoogte GL (in fig. 95 en 103) moet ook 32,5 cm zijn.

teunpunten voor de draden, die het model van de schelp moeten gaan

vormen, te verkrijgen, gaan we vervolgens de ringvormige draden a, b, c en d (fig.

103) op hun plaats brengen.

Hiervoor nemen we ook draad van 1½ mm dikte en buigen dit zuiver cirkelvormig.

Draad a en b wordt gebogen met een straal van 21 cm, c en d met een straal van

17,5 cm. Dit kunnen we het gemakkelijkst doen door eerst even met een passer de

desbetreffende cirkels op papier te zetten en het draad volgens dit model te

20

° achter waarts en binnenwaarts

gebogen en op de plaats waar de uiteinden door de bolwand steken,

vastgesoldeerd. Het kan geen kwaad op deze plaats in de bolwand even een

borging aan te brengen en wel door middel van een extra dikke draad die over een

paar windingen steunt, om zo de pas gebogen boog wat steun te kunnen geven.

Nu vijlen we met een rattestaartje een halfrond gaatje aan de binnenzijde van het

100 er zover in weg valt, dat

f (fig. 103) 32,5 cm zijn,

gemeten op 3 cm hoogte boven de bovenkant van de houten ring, waarna we de

en 103) moet ook 32,5 cm zijn.

teunpunten voor de draden, die het model van de schelp moeten gaan

vormen, te verkrijgen, gaan we vervolgens de ringvormige draden a, b, c en d (fig.

mm dikte en buigen dit zuiver cirkelvormig.

Draad a en b wordt gebogen met een straal van 21 cm, c en d met een straal van

eerst even met een passer de

zetten en het draad volgens dit model te

Page 21: Applications Philips 9710 m

21

Ring a wordt horizontaal op 3 cm (boven de lijn LN - fig. 100) gesoldeerd aan de

reeds eerder gemaakte bogen en wel achter GH om en daar ter plaatse met een

rattenstaart lets ingevijld, zodat GH 1l/2 mm binnen deze boog ,,a" blijft (figuur

104). Bij A en B wordt het draad ook zodanig aangesoldeerd, dat boog CD E uit fig.

101 1½ mm binnen ring ,,a" blijft. Later worden er draden van 1½ mm dikte

ingesoldeerd, zoals in de doorsnede is is getekend (fig. 104) zodat alle draden met

hun binnenzijde gelijk komen te liggen.

We gaan weer terug naar fig. 103 en zien dat ring ,,b" op dezelfde wijze en

eveneens horizontaal 12 cm boven ,,a" moet worden aangebracht. De steundraden

c en d komen niet horizontaal te zitten, maar vinden vanzelf hun juiste stand door

ze aan de voorkant, dus aan de benen, op hun plaats te houden en ze aan de

achterkant op de achterboog GH te laten zakken. In deze stand solderen we ze

vast. De benen van c bevinden zich 5,5 cm boven die van ring b en de benen van

ring d weer 4 cm boven die van ring c. De straal van de cirkelvormige ringen a, b, c

en d kan een paar millimeter afwijken, zodat we ze iets in of uit moeten buigen om

ze precies te laten aansluiten aan de voorste boog van 4 mm, maar dit doet niet

noemenswaardig afbreuk aan de cirkelvorm.

De schelp: secuur werk

Nu worden achtereenvolgens de draden van 1l/2 mm ingesoldeerd, te beginnen

middenachter en naar weerszijden gelijk opwerkend. Dit is een secuur werkje, want

in tegenstelling tot de bol waar het er niet zo op aankwam, is dit gedeelte immers

juist bedoeld om de geluidsgolven naar een bepaalde plaats te reflecteren.

We dienen dan ook mooi vloeiend te buigen en steeds af te gaan op het model van

boog GH uit fig. 95 en fig. 100 en de voorgaand gebogen stangen.

De ronding overdwars aan de binnenzijde van de schelp moet zonder uitstekende

of wegzinkende stangen zijn, zodat later bij het aansmeren met specie een vloeiend

geheel wordt verkregen.

De 1l/2 mm dikke draden worden aan de voorkant van de schelp, dus aan boog CED

uit fig. 101 vastgesoldeerd zoals in fig. 105 is geschetst.

De onderkant van de 4 mm dikke voorste boog komt gelijk te liggen met de

onderkant van het 1l/2 mm draad. Wanneer we nu de gehele stangenwinkel stevig

in elkaar hebben, ziet ons produkt er uit als op de foto's 117 c, d en e, zij het dan,

Page 22: Applications Philips 9710 m

dat we nog geen pijp hebben aangebracht, maar dit onderdeel komt in het

volgende aan de orde.

De pijl in foto 117e wijst naar een extra stukje gebogen

ca. 25 mm). De 1l/2 mm dikke draden, waarvan de schelpvorm wordt gemaakt,

hebben nl. op deze plaats weinig steun van de onderste twee horizontale ringen.

Loden pijp

De pijp is zoals bij iedere basreflexruimte afhankelijk van de

Onze luidspreker heeft een werkzame conus van ca. 16 cm diam., dus een

oppervlakte van 3x/4 x 8 x 8 = ca. 200 cm

moet liefst niet kleiner zijn dan de helft hiervan, maar omdat de inhoud

veel kleiner is dan de gebruikelijke en wenselijke inhoud van een houten kast

(zonder evenwel maar in het minst aan de kwaliteit van de bassen afbreuk te doen)

is, en dit ook zonder enige kwaliteitsvermindering, de pijpdoorsnede ook iets

kleiner gehouden, nl. 81 cm

In fig. 106 is de pijpdoorsnede gegeven. De oppervlakte hiervan is die van een cirkel

met een doorsnede van 7 cm plus die van een rechthoek van 8,5 x 7 cm. We maken

nu twee malletjes (van triplex) van dit model en buigen hier omheen lood van

1,2—1,5 mm dikte (fig. 107). Dit materiaal is vrij zacht en trilt niet mee met het

lawaai, dat in de bol zal ontstaan. Hoe we de pijpnaad kunnen aaneen solderen is

ook te zien in fig. 107.

Aan een kant wordt de pijp vervolgens haaks omgezet. Met deze

rand wordt de pijp aan de bol vastgesoldeerd, waartoe ter plaatse eenvoudig een

dat we nog geen pijp hebben aangebracht, maar dit onderdeel komt in het

De pijl in foto 117e wijst naar een extra stukje gebogen 2l/2 mm ijzerdraad (straal

mm dikke draden, waarvan de schelpvorm wordt gemaakt,

hebben nl. op deze plaats weinig steun van de onderste twee horizontale ringen.

De pijp is zoals bij iedere basreflexruimte afhankelijk van de gebruikte luidspreker.

Onze luidspreker heeft een werkzame conus van ca. 16 cm diam., dus een

x 8 x 8 = ca. 200 cm2. Het oppervlak van de pijpdoorsnede

moet liefst niet kleiner zijn dan de helft hiervan, maar omdat de inhoud

veel kleiner is dan de gebruikelijke en wenselijke inhoud van een houten kast

(zonder evenwel maar in het minst aan de kwaliteit van de bassen afbreuk te doen)

is, en dit ook zonder enige kwaliteitsvermindering, de pijpdoorsnede ook iets

nl. 81 cm2.

In fig. 106 is de pijpdoorsnede gegeven. De oppervlakte hiervan is die van een cirkel

met een doorsnede van 7 cm plus die van een rechthoek van 8,5 x 7 cm. We maken

nu twee malletjes (van triplex) van dit model en buigen hier omheen lood van

1,5 mm dikte (fig. 107). Dit materiaal is vrij zacht en trilt niet mee met het

lawaai, dat in de bol zal ontstaan. Hoe we de pijpnaad kunnen aaneen solderen is

Aan een kant wordt de pijp vervolgens haaks omgezet. Met deze haaks omgezette

rand wordt de pijp aan de bol vastgesoldeerd, waartoe ter plaatse eenvoudig een

22

dat we nog geen pijp hebben aangebracht, maar dit onderdeel komt in het

mm ijzerdraad (straal

mm dikke draden, waarvan de schelpvorm wordt gemaakt,

hebben nl. op deze plaats weinig steun van de onderste twee horizontale ringen.

gebruikte luidspreker.

Onze luidspreker heeft een werkzame conus van ca. 16 cm diam., dus een

. Het oppervlak van de pijpdoorsnede

moet liefst niet kleiner zijn dan de helft hiervan, maar omdat de inhoud van de bol

veel kleiner is dan de gebruikelijke en wenselijke inhoud van een houten kast

(zonder evenwel maar in het minst aan de kwaliteit van de bassen afbreuk te doen)

is, en dit ook zonder enige kwaliteitsvermindering, de pijpdoorsnede ook iets

In fig. 106 is de pijpdoorsnede gegeven. De oppervlakte hiervan is die van een cirkel

met een doorsnede van 7 cm plus die van een rechthoek van 8,5 x 7 cm. We maken

nu twee malletjes (van triplex) van dit model en buigen hier omheen lood van ca.

1,5 mm dikte (fig. 107). Dit materiaal is vrij zacht en trilt niet mee met het

lawaai, dat in de bol zal ontstaan. Hoe we de pijpnaad kunnen aaneen solderen is

haaks omgezette

rand wordt de pijp aan de bol vastgesoldeerd, waartoe ter plaatse eenvoudig een

Page 23: Applications Philips 9710 m

23

gat in de bol wordt geknipt. De plaats van de pijp is op de foto's duidelijk te zien.

Maten voor de juiste plaats zullen we hier niet geven, daar dit ten eerste lastig en

ten tweede niet belangrijk is.

De lengte van de pijp is, evenals de doorsnede overigens, afhankelijk van de

resonantiefrequentie van de luidspreker die we gebruiken en van de inhoud van de

bol. Voor een luidspreker met een resonantiefrequentie van 45 Hz, de Philips

9710M bijvoorbeeld, en een bolinhoud van ruim 22 dm3, krijgen we een pijplengte

van 46,5 cm.

Deze gaat niet in de bol, die maar een middellijn van 42 cm heeft. In dit geval

moeten we de pijp dus nog nauwer maken. De grootste toegestane lengte is nl. 21

cm = 1/2 boldiameter. We maken de pijp 10 cm lang, dat is voor 80 Hz. Voor een

luidspreker met een lagere frequentie kunnen we dan de pijp gedeeltelijk

afdichten. Onze Conque is dan universeel bruikbaar, ten minste voor luidsprekers

met een buitenmaat van 21,5 cm. We zullen toch naderhand de kastresonantie wel

moeten aanpassen aan de luidspreker, hetzij door iets van de pijp af te knippen,

hetzij door hem iets af te dichten. Want de bolinhoud is van te voren nu eenmaal

niet zuiver vast te stellen.

Bekleding met gaas

Wanneer we met de pijpmontage klaar zijn, komt het bekleden met gaas aan de

beurt. Horrengaas met een maaswijdte van 1,5 mm is niet geschikt. Het

gemakkelijkst is gaas met een maaswijdte van 2 mm te verwerken. De draaddikte

hiervan is tamelijk gering, waardoor het gaas eenvoudig in een bolvorm is te

buigen.

We solderen het gaas hier en daar aan de ijzerdraden vast. Zo strak mogelijk, zoals

ook op de foto's 117f en g is te zien, zit het aan de buitenkant van de bol en aan de

buitenkant van schelp.

Op deze foto's zien we ook een soort stoeltje van ijzerdraad, waarop de Conque

rechtop blijft staan. Dit is er onder gesoldeerd, omdat hij anders omrolt. Voor het

bekleden met het gaas moet het er even onderuit, maar dan gaat het er weer

onder en blijft er onder. Het komt later in de cementlaag te zitten en verdwijnt zo

geheel in de bekleding. Met het oog hierop maken we het dan ook niet te wijd. De

bol heeft immers maar een tamelijk klein grondvlak. Hiermee is het soldeerwerk

klaar. We gaan nu het ambacht van metselaar uitoefenen!

Page 24: Applications Philips 9710 m

Aansmeren met cement

Het aansmeren met cement is een lastig karweitje, vooral als men nooit een troffel

in handen heeft gehad.

Het gereedschap dat we nodig hebben is een klein troffeltje, een moderne spons

(zo'n rechthoekig blokje) en een bak, waarin we de cement kunnen mengen.

nog een kleiner bakje, bijv. een afwasteiltje, waarin we bij kleine beetjes tegelijk

gipsspecie kunnen aanmaken.

De samenstelling van de cement is: 5 delen rivierzand, 1 deel schelpkalk, 1 deel

portlandcement en een weinig gips. We mengen dit alles goed d

en voegen daarna zoveel water toe, tot de cement de juiste dikte heeft gekregen,

dat wil zeggen: niet te taai en niet te slap.

Van deze goed gemengde specie nemen we steeds een klein gedeelte af, laten we

zeggen ca. 5 kilo en maken hierin een kuiltje, vullen dit met water en gooien hierin

een handje gips. We wachten dan ongeveer 1 minuut, totdat het gi

enigszins stijf is geworden en we mengen het dan door de specie. Het mengen van

droge gips door de specie heeft geen enkel nuttig effect! Nu zorgen we ervoor, dat

de Conque de juiste stand heeft. Met een klein trof

van onder af aan te smeren. Het komt er hier op aan het eerste dunne laagje

cement aan te brengen. Het hindert niet indien het gaas maar net bedekt is; straks

brengen we er wel een tweede en iets dikkere laag op aan.

We laten ons niet ontmoedigen,

beneden valt, want op een gegeven moment gaat de gips werken en blijft het

laagje zitten. Dan mogen we niet te lang meer blijven smeren, daar anders de

cement zgn. wordt ,,dood" gestreken.

Het aansmeren met cement is een lastig karweitje, vooral als men nooit een troffel

dat we nodig hebben is een klein troffeltje, een moderne spons

(zo'n rechthoekig blokje) en een bak, waarin we de cement kunnen mengen.

nog een kleiner bakje, bijv. een afwasteiltje, waarin we bij kleine beetjes tegelijk

gipsspecie kunnen aanmaken.

samenstelling van de cement is: 5 delen rivierzand, 1 deel schelpkalk, 1 deel

portlandcement en een weinig gips. We mengen dit alles goed droog door elkaar

en voegen daarna zoveel water toe, tot de cement de juiste dikte heeft gekregen,

et te taai en niet te slap.

Van deze goed gemengde specie nemen we steeds een klein gedeelte af, laten we

zeggen ca. 5 kilo en maken hierin een kuiltje, vullen dit met water en gooien hierin

een handje gips. We wachten dan ongeveer 1 minuut, totdat het gips geheel nat en

enigszins stijf is geworden en we mengen het dan door de specie. Het mengen van

droge gips door de specie heeft geen enkel nuttig effect! Nu zorgen we ervoor, dat

de Conque de juiste stand heeft. Met een klein troffeltje beginnen we nu de

van onder af aan te smeren. Het komt er hier op aan het eerste dunne laagje

cement aan te brengen. Het hindert niet indien het gaas maar net bedekt is; straks

brengen we er wel een tweede en iets dikkere laag op aan.

We laten ons niet ontmoedigen, als in het begin de cement steeds maar naar

beneden valt, want op een gegeven moment gaat de gips werken en blijft het

laagje zitten. Dan mogen we niet te lang meer blijven smeren, daar anders de

cement zgn. wordt ,,dood" gestreken.

24

Het aansmeren met cement is een lastig karweitje, vooral als men nooit een troffel

dat we nodig hebben is een klein troffeltje, een moderne spons

(zo'n rechthoekig blokje) en een bak, waarin we de cement kunnen mengen. Ook

nog een kleiner bakje, bijv. een afwasteiltje, waarin we bij kleine beetjes tegelijk

samenstelling van de cement is: 5 delen rivierzand, 1 deel schelpkalk, 1 deel

oog door elkaar

en voegen daarna zoveel water toe, tot de cement de juiste dikte heeft gekregen,

Van deze goed gemengde specie nemen we steeds een klein gedeelte af, laten we

zeggen ca. 5 kilo en maken hierin een kuiltje, vullen dit met water en gooien hierin

ps geheel nat en

enigszins stijf is geworden en we mengen het dan door de specie. Het mengen van

droge gips door de specie heeft geen enkel nuttig effect! Nu zorgen we ervoor, dat

feltje beginnen we nu de bol

van onder af aan te smeren. Het komt er hier op aan het eerste dunne laagje

cement aan te brengen. Het hindert niet indien het gaas maar net bedekt is; straks

als in het begin de cement steeds maar naar

beneden valt, want op een gegeven moment gaat de gips werken en blijft het

laagje zitten. Dan mogen we niet te lang meer blijven smeren, daar anders de

Page 25: Applications Philips 9710 m

25

Als we eenmaal op de helft zijn, gaat het beter. De cement valt hier niet meer af en

we kunnen de bol afmaken. Bij het besmeren van de bol is de specie door het gaas

naar binnen gekruld (fig. 108). Allemaal cementwormpjes om het zo maar te

noemen. Deze wormpjes laten we rustig zitten. Ze vormen met elkaar een soort

geluiddempende wand en verhinderen het optreden van staande golven.

Bij de schelp ligt het geheel anders; de binnenzijde hiervan moet juist glad worden

om zo nauwkeurig mogelijk het geluid te focusseren.

De vorm van de schelp wordt nauwkeurig bepaald door de zuiver gebogen draden,

waaruit dus te begrijpen is, dat we deze draden niet weg mogen werken.

Na het besmeren van de schelp halen we daarom de overtollige cement weg, óók

tussen de draden vandaan, tot op het gaas. De cement achter de draden laten we

evenwel zitten. Een detailschets hiervan geeft fig. 109.

Een dag wachten

Wanneer we alles besmeerd hebben, moet ongeveer een dag worden gewacht.

Dan is de eerste laag wel zo droog, dat we voorzichtig de tweede laag kunnen

aanbrengen. Deze tweede laag is van dezelfde samenstelling.

We maken de dikte van de wand niet groter dan 6—8 mm; dat is voldoende. Alleen

bij H in fig. 95 wordt de laag zo dik, dat de vorm van de schelp in een vloeiende lijn

overgaat naar de bol, zonder bobbel.

Om de cementlaag daar evenwel niet te gek dik te maken, zagen we van de houten

ringen aan de achterzijde zoveel mogelijk af. Dat is ook op de foto's goed te zien en

ook in fig. 95 (bij a en a is het aangegeven). Het is nodig om tijdens het opbrengen

van de eerste twee lagen een steun te zetten onder de schelpboog (onder G in fig.

95 dus). Door het gewicht van de cement wil de schelp namelijk doorzakken en dit,

nietwaar, mag onder geen beding. Voor deze steun nemen we ook een draad van

21/2 mm en solderen die boven onder de schelp even vast bij C, terwijl we deze

draad beneden op de houten ring laten steunen. Na het hard worden van het

cement kan deze draad worden weggenomen door wegzagen of lossolderen.

Het is belangrijk noch de eerste, noch de tweede laag glad af te werken! De

volgende laag moet goed pakken op de voorgaande. Eventueel ruw maken kan

Page 26: Applications Philips 9710 m

eenvoudig geschieden door bol en schelp te bestrijken met de handpalm. Als we

deze twee lagen er tot onze tevredenheid op hebben, leggen we het

wederom neer, maarnu voor een week, zodat het een en ander goed kan harden.

De afwerking

We gaan dan de Conque definitief afwerken en de laatste laag specie op

Deze laag dient om ons werk een mooi aanzien te geven en om eventuele bobbels

en kuilen zoveel mogelijk weg te werken. Deze laag blijft uiteraard ook zo dun

mogelijk. Eerst even de samenstelling: Deze is: 1

en een procent of 10 gips. We mengen het zilverzand en de natte kalk tot een

deegachtige massa. Hiervan nemen we niet meer dan een paar kilo tegelijk af en

doen dit in het bakje. Kuiltje er in, in het kuiltje weer water en daar weer een flinke

hand gips in.

Gips met water laten doortrekken en eerst dan het gips door de specie werken.

Ook de binnenkant van de schelp werken we met deze kalkspecie af en daarvoor

gebruiken we de spons. Hiermee strijken we aan de binnenkant van de schelp de

specie vlak met de draden. Fig. 110 laat nog even een stukje schelp in doorsnede

zien. We zien van buiten na

en de eerste laag cement. Verder het gaas, de draadspanten en als laatste laag, aan

de binnenkant, weer een laag kalkspecie.

Het luidsprekersnoer

Het snoer van de luidspreker moet natuurlijk ergens do

cementeren, steken we een koperen pijpje dwars door het gaas, zodanig, dat het

aan weerszijden een stukje uitsteekt. Hierna solderen we het rondom vast. Als alles

eenvoudig geschieden door bol en schelp te bestrijken met de handpalm. Als we

deze twee lagen er tot onze tevredenheid op hebben, leggen we het

wederom neer, maarnu voor een week, zodat het een en ander goed kan harden.

We gaan dan de Conque definitief afwerken en de laatste laag specie op

Deze laag dient om ons werk een mooi aanzien te geven en om eventuele bobbels

n kuilen zoveel mogelijk weg te werken. Deze laag blijft uiteraard ook zo dun

mogelijk. Eerst even de samenstelling: Deze is: 1½ deel zilverzand, 1 deel natte kalk

en een procent of 10 gips. We mengen het zilverzand en de natte kalk tot een

sa. Hiervan nemen we niet meer dan een paar kilo tegelijk af en

doen dit in het bakje. Kuiltje er in, in het kuiltje weer water en daar weer een flinke

Gips met water laten doortrekken en eerst dan het gips door de specie werken.

binnenkant van de schelp werken we met deze kalkspecie af en daarvoor

gebruiken we de spons. Hiermee strijken we aan de binnenkant van de schelp de

specie vlak met de draden. Fig. 110 laat nog even een stukje schelp in doorsnede

zien. We zien van buiten naar binnen: een laag kalkspecie, de tweede laag cement

en de eerste laag cement. Verder het gaas, de draadspanten en als laatste laag, aan

de binnenkant, weer een laag kalkspecie.

Het snoer van de luidspreker moet natuurlijk ergens door. Voor we gaan

cementeren, steken we een koperen pijpje dwars door het gaas, zodanig, dat het

aan weerszijden een stukje uitsteekt. Hierna solderen we het rondom vast. Als alles

26

eenvoudig geschieden door bol en schelp te bestrijken met de handpalm. Als we

deze twee lagen er tot onze tevredenheid op hebben, leggen we het werk

wederom neer, maarnu voor een week, zodat het een en ander goed kan harden.

We gaan dan de Conque definitief afwerken en de laatste laag specie opbrengen.

Deze laag dient om ons werk een mooi aanzien te geven en om eventuele bobbels

n kuilen zoveel mogelijk weg te werken. Deze laag blijft uiteraard ook zo dun

deel zilverzand, 1 deel natte kalk

en een procent of 10 gips. We mengen het zilverzand en de natte kalk tot een

sa. Hiervan nemen we niet meer dan een paar kilo tegelijk af en

doen dit in het bakje. Kuiltje er in, in het kuiltje weer water en daar weer een flinke

Gips met water laten doortrekken en eerst dan het gips door de specie werken.

binnenkant van de schelp werken we met deze kalkspecie af en daarvoor

gebruiken we de spons. Hiermee strijken we aan de binnenkant van de schelp de

specie vlak met de draden. Fig. 110 laat nog even een stukje schelp in doorsnede

tweede laag cement

en de eerste laag cement. Verder het gaas, de draadspanten en als laatste laag, aan

or. Voor we gaan

cementeren, steken we een koperen pijpje dwars door het gaas, zodanig, dat het

aan weerszijden een stukje uitsteekt. Hierna solderen we het rondom vast. Als alles

Page 27: Applications Philips 9710 m

klaar is zagen we het pijpje gelijk met de buitenkant. Vanzelfsprekend houde

dit pijpje een beetje aan het oog onttrokken, dus achter in de bol.

De Conque voor andere luidsprekers

In het vorige hoofdstuk was de Conque berekend voor de Philips 9710 M. Nu nog

enkele richtlijnen voor andere typen.

Hiertoe dienen we eerst te

twee brandpunten. De lijn, die van een van deze punten naar een punt op de

omtrek van de ellips wordt getrokken en van daaruit naar het andere brandpunt,

zal even lang zijn als dezelfde 2

111.)

Met deze wetenschap kunnen we elke ellips maken door een touwtje te spannen,

dat langer is dan de afstand tussen de brandpunten en de uiteinden ervan op deze

twee punten te bevestigen. Door een potlood tegen de

drukken en dit langs het touw te laten glijden, verkrijgen we een ideale ellips

(figuur 112).

Dit touw betitelen we als de schrijflijn, dus ACB of AEB uit fig.

doorgetrokken moet worden. De schelp is een

brandpunt B de luidspreker is geplaatst en waarvan het andere brandpunt valt in A.

Punt C ligt op de korte as van de ellips en CB is een verticale lijn (luidspreker

Voor de constructie van de ellips is het noodzakelij

kennen, waarvan het waarom weliswaar buiten het bestek van dit boek valt, doch

klaar is zagen we het pijpje gelijk met de buitenkant. Vanzelfsprekend houde

dit pijpje een beetje aan het oog onttrokken, dus achter in de bol.

De Conque voor andere luidsprekers

In het vorige hoofdstuk was de Conque berekend voor de Philips 9710 M. Nu nog

enkele richtlijnen voor andere typen.

Hiertoe dienen we eerst te weten hoe een ellips wordt opgebouwd. Deze heeft

twee brandpunten. De lijn, die van een van deze punten naar een punt op de

omtrek van de ellips wordt getrokken en van daaruit naar het andere brandpunt,

zal even lang zijn als dezelfde 2-delige lijn naar elk ander punt op de omtrek. (Fig.

Met deze wetenschap kunnen we elke ellips maken door een touwtje te spannen,

dat langer is dan de afstand tussen de brandpunten en de uiteinden ervan op deze

twee punten te bevestigen. Door een potlood tegen de binnenzijde van het touw te

drukken en dit langs het touw te laten glijden, verkrijgen we een ideale ellips

Dit touw betitelen we als de schrijflijn, dus ACB of AEB uit fig. 111 waarbij de lijn EB

doorgetrokken moet worden. De schelp is een gedeelte uit een ellips, in welks

brandpunt B de luidspreker is geplaatst en waarvan het andere brandpunt valt in A.

Punt C ligt op de korte as van de ellips en CB is een verticale lijn (luidspreker

Voor de constructie van de ellips is het noodzakelijk enige bijzonderheden te

kennen, waarvan het waarom weliswaar buiten het bestek van dit boek valt, doch

27

klaar is zagen we het pijpje gelijk met de buitenkant. Vanzelfsprekend houden we

In het vorige hoofdstuk was de Conque berekend voor de Philips 9710 M. Nu nog

weten hoe een ellips wordt opgebouwd. Deze heeft

twee brandpunten. De lijn, die van een van deze punten naar een punt op de

omtrek van de ellips wordt getrokken en van daaruit naar het andere brandpunt,

k ander punt op de omtrek. (Fig.

Met deze wetenschap kunnen we elke ellips maken door een touwtje te spannen,

dat langer is dan de afstand tussen de brandpunten en de uiteinden ervan op deze

binnenzijde van het touw te

drukken en dit langs het touw te laten glijden, verkrijgen we een ideale ellips

waarbij de lijn EB

gedeelte uit een ellips, in welks

brandpunt B de luidspreker is geplaatst en waarvan het andere brandpunt valt in A.

Punt C ligt op de korte as van de ellips en CB is een verticale lijn (luidspreker-as).

k enige bijzonderheden te

kennen, waarvan het waarom weliswaar buiten het bestek van dit boek valt, doch

Page 28: Applications Philips 9710 m

die onontbeerlijk zijn. Punt B nl. ligt in de luidspreker op de helft van de hoogtelijn,

die wordt bepaald, als we de luidspreker van de zijkant bekijk

In gedachten trekken we de zijkanten van de conus door tot ze elkaar raken. Dit

punt kunnen we ook benaderen door een meetlat rechtop de spreekspoel te zetten

en met een haaks op de maatlat tegen de rand gedrukte hulplat te meten hoever

deze van de rand is verwijderd. Een cm minder dan de helft van deze afstand ligt

punt B verwijderd van de spreekspoel. Punt D op de verticale loodas van de

luidspreker is 1l/2 x diam. luidspreker van punt B verwijderd. Dus punt D komt op

het kruispunt van de korte as van de ellips en de omtrek. We weten dan dat DB =

DA (fig. 115).

Verticaal richteffect

Horizontaal heeft de Conque geen richteffect, doch verticaal nog wel zoveel, dat

we er enigszins rekening mee moeten houden. Staat de Conque op de vloer, dan

zal de lijn DA (fig. 111) schuin omhoog gericht moeten zijn en bevindt D zich op

die onontbeerlijk zijn. Punt B nl. ligt in de luidspreker op de helft van de hoogtelijn,

die wordt bepaald, als we de luidspreker van de zijkant bekijken. (Fig. 114.)

In gedachten trekken we de zijkanten van de conus door tot ze elkaar raken. Dit

punt kunnen we ook benaderen door een meetlat rechtop de spreekspoel te zetten

en met een haaks op de maatlat tegen de rand gedrukte hulplat te meten hoever

ze van de rand is verwijderd. Een cm minder dan de helft van deze afstand ligt

punt B verwijderd van de spreekspoel. Punt D op de verticale loodas van de

x diam. luidspreker van punt B verwijderd. Dus punt D komt op

korte as van de ellips en de omtrek. We weten dan dat DB =

Horizontaal heeft de Conque geen richteffect, doch verticaal nog wel zoveel, dat

we er enigszins rekening mee moeten houden. Staat de Conque op de vloer, dan

) schuin omhoog gericht moeten zijn en bevindt D zich op

28

die onontbeerlijk zijn. Punt B nl. ligt in de luidspreker op de helft van de hoogtelijn,

en. (Fig. 114.)

In gedachten trekken we de zijkanten van de conus door tot ze elkaar raken. Dit

punt kunnen we ook benaderen door een meetlat rechtop de spreekspoel te zetten

en met een haaks op de maatlat tegen de rand gedrukte hulplat te meten hoever

ze van de rand is verwijderd. Een cm minder dan de helft van deze afstand ligt

punt B verwijderd van de spreekspoel. Punt D op de verticale loodas van de

x diam. luidspreker van punt B verwijderd. Dus punt D komt op

korte as van de ellips en de omtrek. We weten dan dat DB =

Horizontaal heeft de Conque geen richteffect, doch verticaal nog wel zoveel, dat

we er enigszins rekening mee moeten houden. Staat de Conque op de vloer, dan

) schuin omhoog gericht moeten zijn en bevindt D zich op

Page 29: Applications Philips 9710 m

ooghoogte, dan zal DA horizontaal moeten liggen. De lengte van BD bepaalt de

stand van DA en wel zo, dat indie

horizontaal zal liggen; wordt BD groter tot max.

en schuin omlaag gericht. We

op ooghoogte en 2. DA licht omhoog gericht (Conque op de vloer). We tekenen

eerst het profiel van de luidspreker op ware grootte, laten we zeggen

(fig. 116). Hierin bepalen we B en trekken hierdoor

komen te liggen. We werken twee posities uit, zodat we eenmaal aannemen, dat

DA = DB = 11/2 x d en eenmaal DA = DB = 1,8 x

lijnen (45, resp. 54 cm) en cirkelen om het dan gevonden punt D

Op deze cirkel valt A.

We kennen echter nog een lijn die door de ellips in A zal worden teruggekaatst. De

schelp zal op de rand van de luidspreker aansluiten, zodat het uiteinde van

we punt P noemen, een reflectiepunt vormt. H

proppen, die immers altijd even lang is. BDA is dus gelijk aan BPA. We kennen de

lengte van BDA, want die is 2 x BD. We cirkelen dus in de lengteas van BP een lijn,

die 2 x BD is. Het raakpunt met de verlengde lijn noemen

middelpunt wordt nu PQ omgecirkeld; we vinden op de cirkellijn, waarop A komt,

een snijpunt, dit is A. Met twee punaises op A en B en een stukje touw kunnen we

nu de ellips tekenen. Deze ellips om zijn lengte

waaruit de schelp is gesneden.

l DA horizontaal moeten liggen. De lengte van BD bepaalt de

stand van DA en wel zo, dat indien BD = 1½ x luidsprekerdiam. (d) de lijn DA vrijwel

horizontaal zal liggen; wordt BD groter tot max. 2 x d, dan wordt DA schuin omhoog

en schuin omlaag gericht. We tekenen nu twee voorbeelden: 1. DA dus ongeveer

op ooghoogte en 2. DA licht omhoog gericht (Conque op de vloer). We tekenen

eerst het profiel van de luidspreker op ware grootte, laten we zeggen

(fig. 116). Hierin bepalen we B en trekken hierdoor een verticale lijn waarop DB zal

komen te liggen. We werken twee posities uit, zodat we eenmaal aannemen, dat

en eenmaal DA = DB = 1,8 x d. We meten dit uit op de verticale

lijnen (45, resp. 54 cm) en cirkelen om het dan gevonden punt D de lengte van DB.

We kennen echter nog een lijn die door de ellips in A zal worden teruggekaatst. De

schelp zal op de rand van de luidspreker aansluiten, zodat het uiteinde van

we punt P noemen, een reflectiepunt vormt. Hier komt de schrijflijn weer op de

proppen, die immers altijd even lang is. BDA is dus gelijk aan BPA. We kennen de

lengte van BDA, want die is 2 x BD. We cirkelen dus in de lengteas van BP een lijn,

die 2 x BD is. Het raakpunt met de verlengde lijn noemen we Q en met P als

middelpunt wordt nu PQ omgecirkeld; we vinden op de cirkellijn, waarop A komt,

een snijpunt, dit is A. Met twee punaises op A en B en een stukje touw kunnen we

Deze ellips om zijn lengte-as draaiend vinden we de ell

waaruit de schelp is gesneden.

29

l DA horizontaal moeten liggen. De lengte van BD bepaalt de

de lijn DA vrijwel

dan wordt DA schuin omhoog

tekenen nu twee voorbeelden: 1. DA dus ongeveer

op ooghoogte en 2. DA licht omhoog gericht (Conque op de vloer). We tekenen

eerst het profiel van de luidspreker op ware grootte, laten we zeggen d = 30 cm

een verticale lijn waarop DB zal

komen te liggen. We werken twee posities uit, zodat we eenmaal aannemen, dat

We meten dit uit op de verticale

de lengte van DB.

We kennen echter nog een lijn die door de ellips in A zal worden teruggekaatst. De

schelp zal op de rand van de luidspreker aansluiten, zodat het uiteinde van d, dat

ier komt de schrijflijn weer op de

proppen, die immers altijd even lang is. BDA is dus gelijk aan BPA. We kennen de

lengte van BDA, want die is 2 x BD. We cirkelen dus in de lengteas van BP een lijn,

we Q en met P als

middelpunt wordt nu PQ omgecirkeld; we vinden op de cirkellijn, waarop A komt,

een snijpunt, dit is A. Met twee punaises op A en B en een stukje touw kunnen we

as draaiend vinden we de ellipsoïde,

Page 30: Applications Philips 9710 m

En na deze berekeningen kan de eigenlijke bouw gaan beginnen, de bouw die, zoals

we hebben gezien, niet eenvoudig is, maar die bij nauwkeurig werken tot grootse

resultaten leidt!

En na deze berekeningen kan de eigenlijke bouw gaan beginnen, de bouw die, zoals

we hebben gezien, niet eenvoudig is, maar die bij nauwkeurig werken tot grootse

30

En na deze berekeningen kan de eigenlijke bouw gaan beginnen, de bouw die, zoals

we hebben gezien, niet eenvoudig is, maar die bij nauwkeurig werken tot grootse

Page 31: Applications Philips 9710 m

31

Page 32: Applications Philips 9710 m

32

Page 33: Applications Philips 9710 m

33

Karlson weergever

Uit: Luidsprekers (samengesteld onder redactie van Radio Bulletin). De Muiderkring, Bussum 1971, p.65-75

Nu volgt een beschrijving van een luidsprekerkast, die door zijn bijzonder ontwerp

en gepropageerde gunstige eigenschappen destijds in Amerika in het middelpunt

van de belangstelling stond. De betrekkelijk eenvoudige constructie moge voor de

lezer aanleiding zijn z'n experimenteerlusten met deze bijzondere kast uit te leven!

Een onafhankelijk consumenten-laboratorium in de V.S. heeft openlijk toegegeven,

dat de Karlson in staat is 16 Hz met weinig vervorming weer te geven. Op een

audioshow werd bij wijze van demonstratie een akoestisch rondzingen veroorzaakt

tussen een platenspeler en een Karlson. Oscillatiefrequentie: 8 Hz (!) De andere

standhouders op de show klaagden dat hun apparatuur van de uitstaltafel trilde.

De directie van het hotel waar de audioshow werd gehouden, rapporteerde dat de

trilling vanaf de lobby tot zes verdiepingen daarboven was te voelen (!) De

vervorming was zó laag, dat bij deze frequentie nauwelijks iets te horen, slechts de

druk te voelen was. Dit laatste nu is zeer belangrijk in de beoordeling van bas-

weergave. De werkelijk lage tonen worden meer gevoeld dan gehoord. Vergelijken

we twee luidspreker-systemen, waarvan uit metingen bekend is dat het ene in

staat is zeer lage frequenties weer te geven met weinig vervorming, terwijl het

andere minder ver in het lage tonengebied doorloopt en daarbij meer vervormt. Dit

laatstgenoemde systeem zal b.v. een 30 Hz signaal schijnbaar luider weergeven en

daardoor een betere basweergave lijken te hebben. Hoe komt dit nu? De oorzaak

ligt in onze oorgevoeligheid, die zoals we weten niet voor alle frequenties even

groot is. Uit de ,,oorkrommen" die door Fletcher Munson zijn samengesteld blijkt

b.v. dat onze oorgevoeligheid zodanig afneemt voor de lagere frequenties, dat 2 %

tweede harmonische vervorming van 30 Hz luider klinkt dan de grondtoon zelf! In

ons voorbeeld bestond de door de tweede kast weergegeven toon dus

voornamelijk uit 60 Hz die beter hoorbaar was dan de pure 30 Hz-toon die de

eerste kast uitstraalde. Het menselijk oor heeft de eigenschap, de afwezigheid van

de grondtoon niet als zodanig te ,,herkennen"; het brein fantaseert deze er

automatisch bij. Het werkelijk aanwezig zijn van de 30 Hz grondtoon manifesteert

zich uitsluitend in een gevoel van ,,druk"; van zware trilling. Een dergelijke lage

toon voelt men eerder in het borstbeen dan dat men deze hoort.

Deze Karlson is slechts 80 cm hoog, bij ca. 60 cm breed en 45 cm diepte, voorwaar

géén bakbeest van een kast!

De Karlson zou een breedband-resonator kunnen worden genoemd; als resonator

wordt hier een luchtkolom (in een aan een zijde gesloten pijp) gebruikt. Dergelijke

pijpen hebben echter een nare eigenschap. Ze resoneren niet alleen op een

frequentie met een golflengte vier maal langer dan de kolomlengte, maar óók op

de oneven harmonischen van deze frequentie. De weergavekarakteristiek ziet er in

Page 34: Applications Philips 9710 m

principe uit als in fig. 72a

is aan de halve golflengte

einde van de pijp in tegenfaze, waardoor een akoestische ,,kortsluiting" ontstaat en

de straling dus nihil is.

Maken we nu in het open einde een inkeping, een spleet, dan is

dat de kolom geen gedefinieerde lengte heeft en de pieken op de oneven

harmonischen worden verbreed (fig. 72b).

de kolomlengte en een exponentieel verloop daarvan, heeft het breedbandverloop

van fig. 72c tot resultaat. Het zal u lastig vallen in de constructie van de Karlson een

pijp met exponentiële spleet terug te vinden, te meer daar John Karlson het

basreflex-principe eveneens heeft aangewend om het rendement te verhogen. Het

beste kunt u de Karlson zien als een bijzondere basreflexkast, waarvan de poort

belast is met een open pijp, voorzien van exponenti

impedantiekrommen van fig. 73 geven wellicht een indicatie van de reden voor de

met de Karlson bereikte weergave. Voor een niet

te zeggen open en bloot gemeten, krijgen we een impedantiekromme, als in fig. 73

met een gebroken lijn is aangegeven. Een scherpe dip ontstaat bij 200 Hz door

akoestische kortsluiting van de v

luidspreker. Beneden deze frequentie wordt geen energie meer afgestraald,

ondanks de grote piek bij 50 Hz, de eigenresonantie van de luidspreker.

Monteren we dezelfde luidspreker in een zeer grote gesloten kast (73 liter), dan

zijn we de kortsluitdip kwijt. De resonantiepiek blijft bestaan; de luidspreker heeft

principe uit als in fig. 72a geschetst. Op frequenties waarvoor de kolomlengte gelijk

s aan de halve golflengte of een veelvoud daarvan, is de reflectie aan het open

einde van de pijp in tegenfaze, waardoor een akoestische ,,kortsluiting" ontstaat en

Maken we nu in het open einde een inkeping, een spleet, dan is het effect hiervan,

dat de kolom geen gedefinieerde lengte heeft en de pieken op de oneven

harmonischen worden verbreed (fig. 72b). Een verlenging van de spleet tot 2/3 van

de kolomlengte en een exponentieel verloop daarvan, heeft het breedbandverloop

fig. 72c tot resultaat. Het zal u lastig vallen in de constructie van de Karlson een

le spleet terug te vinden, te meer daar John Karlson het

principe eveneens heeft aangewend om het rendement te verhogen. Het

arlson zien als een bijzondere basreflexkast, waarvan de poort

belast is met een open pijp, voorzien van exponentiële spleet. De

impedantiekrommen van fig. 73 geven wellicht een indicatie van de reden voor de

met de Karlson bereikte weergave. Voor een niet-gemonteerde luidspreker, om zo

te zeggen open en bloot gemeten, krijgen we een impedantiekromme, als in fig. 73

met een gebroken lijn is aangegeven. Een scherpe dip ontstaat bij 200 Hz door

akoestische kortsluiting van de vóór-en achterwaartse straling va

luidspreker. Beneden deze frequentie wordt geen energie meer afgestraald,

k bij 50 Hz, de eigenresonantie van de luidspreker.

Monteren we dezelfde luidspreker in een zeer grote gesloten kast (73 liter), dan

itdip kwijt. De resonantiepiek blijft bestaan; de luidspreker heeft

34

geschetst. Op frequenties waarvoor de kolomlengte gelijk

of een veelvoud daarvan, is de reflectie aan het open

einde van de pijp in tegenfaze, waardoor een akoestische ,,kortsluiting" ontstaat en

het effect hiervan,

dat de kolom geen gedefinieerde lengte heeft en de pieken op de oneven

Een verlenging van de spleet tot 2/3 van

de kolomlengte en een exponentieel verloop daarvan, heeft het breedbandverloop

fig. 72c tot resultaat. Het zal u lastig vallen in de constructie van de Karlson een

le spleet terug te vinden, te meer daar John Karlson het

principe eveneens heeft aangewend om het rendement te verhogen. Het

arlson zien als een bijzondere basreflexkast, waarvan de poort

le spleet. De

impedantiekrommen van fig. 73 geven wellicht een indicatie van de reden voor de

gemonteerde luidspreker, om zo

te zeggen open en bloot gemeten, krijgen we een impedantiekromme, als in fig. 73

met een gebroken lijn is aangegeven. Een scherpe dip ontstaat bij 200 Hz door

en achterwaartse straling van de kale

luidspreker. Beneden deze frequentie wordt geen energie meer afgestraald,

k bij 50 Hz, de eigenresonantie van de luidspreker.

Monteren we dezelfde luidspreker in een zeer grote gesloten kast (73 liter), dan

itdip kwijt. De resonantiepiek blijft bestaan; de luidspreker heeft

Page 35: Applications Philips 9710 m

op deze frequentie zijn hoogste rendement, daar beneden vindt wederom geen

straling plaats. De impedantie verloopt als in fig. 73 in stippellijn is aangegeven.

op deze frequentie zijn hoogste rendement, daar beneden vindt wederom geen

straling plaats. De impedantie verloopt als in fig. 73 in stippellijn is aangegeven.

35

op deze frequentie zijn hoogste rendement, daar beneden vindt wederom geen

straling plaats. De impedantie verloopt als in fig. 73 in stippellijn is aangegeven.

Page 36: Applications Philips 9710 m

36

Montage in een 165 liter reflexkast doet de resonantiepiek verdwijnen en plaats

maken voor twee pieken van geringere hoogte (fig. 73 in streep-stippellijn). Door

deze techniek is de frequentie waar beneden de luidspreker geen energie meer

afstraalt weer iets verlaagd, nl. tot ca. 40 Hz.

In een Karlson-kast vertoont dezelfde luidspreker een impedantieverloop, dat in fig.

73 in getrokken lijn is weergegeven. Dit verloop lijkt veel op het gedrag van een

exponentiële hoorn. Pieken zijn niet meer zo geprononceerd, maar goed gedempt.

Straling vindt ook bij 20 Hz nog plaats. Wat de ,,vele" pieken zelf betreft kan nog

het volgende worden gezegd. Olson geeft aan, dat een impedantie-afwijking van de

ordegrootte van 1 : 6 nodig is om een wijziging van 2 dB in akoestische straling te

weeg te brengen. Met deze wetenschap is het piek-en-dal karakter van de

impedantiekromme lang niet zo verontrustend als deze er voor het lekenoog

wellicht uit ziet! Belangrijk is het niet-harmonische verband tussen de pieken en

dalen. Een 30 Hz toon krijgt dus geen versterklng op diens tweede harmonische 60

Hz of derde harmonische 90 Hz.

Volgens Karlson zou een exponentiële hoorn nodig zijn met een lengte van bijna 10

meter en een opening van bijna 4 meter, om een dergelijke karakteristiek te

benaderen.

Een gunstige eigenschap van de exponentiële spleet is voorts nog de goede

spreiding van de uitgestraalde geluidsgolven. Het is bekend dat een smalle spleet

als geluidsgolfstraler een polair stralingsdiagram heeft van nagenoeg 180°. lets van

deze eigenschap is in de exponentiele spleet van de Karlson overgebleven; een

uniforme straling (tot ca. 10.000 Hz) vindt plaats over een hoek van ruim 120° in

het horizontale vlak.

De bouw van de Karlson is duidelijk in fig. 74 te zien. De maten zjjn nauwkeurig in

inches aangegeven, om de origineel door Karlson verstrekte gegevens te

handhaven. Tussen haakjes zjjn de overeenkomstige millimeter-maten in afgeronde

getallen vermeld.

ledere goede duimstok heeft ook een inch-verdeling, zodat de constructie in dit

opzicht geen moeilijkheden hoeft te bieden. Als materiaal is ¾" spaanplaat of

multiplex genomen (19 mm). De kast zou niet kritisch zijn wat de toegepaste

luidspreker betreft. Al is de opzet het gebruik van een 15" luidspreker geweest,

Karlson zegt dat een 12" luidspreker (30 cm diameter) even goede resultaten geeft.

Het is ons niet bekend, wat er met een 25 cm of 20 cm luidspreker valt te bereiken.

In de tekeningen zijn geen constructiedetails gegeven. Lijmlatten e.d. zijn niet

aangegeven.

Page 37: Applications Philips 9710 m

Hieronder volgen nog enige aanwflzingen voor de constructie:

a. Alle verbindingen lijmen

b. De met x aangegeven oppervlakken in de

opdrogende lak worden afgewerkt, b.v. cellulose lak of schellak.

c. De Kramforac kussens z

gaan.

d. Daar de luidspreker niet van de voorkant uit kan worden geinonte

achterwand afneembaar zijn. Zorg voor een luchtdichte en rammelvrije afdichting

(schuimplastieken voering b.v.).

e. Zaag het luidsprekergat voor een t.z.t. eventueel aan te schaffen 15" luid

spreker.

f. De exponentiële spleet kan met behul

uitgerekend. De indicaties 1 en b vindt u in fig. 74a terug; maten weer in inches.

Opgemerkt zij, dat de afmetingen van de in fig. 74a

de destijds door Karlson in ,,Radio & TV News"

aangegeven maten zijn gemodificeerde, e.e.a. in verband

geconstateerde pieken in het middenregister.

gedeeltelijk opengesneden beeld van de

Hieronder volgen nog enige aanwflzingen voor de constructie:

lijmen en schroeven.

b. De met x aangegeven oppervlakken in de voorkamer moeten met een glashard

opdrogende lak worden afgewerkt, b.v. cellulose lak of schellak.

c. De Kramforac kussens zijn nodig om staande golven in de achterkamer tegen te

d. Daar de luidspreker niet van de voorkant uit kan worden geinonte

achterwand afneembaar zijn. Zorg voor een luchtdichte en rammelvrije afdichting

(schuimplastieken voering b.v.).

e. Zaag het luidsprekergat voor een t.z.t. eventueel aan te schaffen 15" luid

le spleet kan met behulp van de onderstaande tabel wor

uitgerekend. De indicaties 1 en b vindt u in fig. 74a terug; maten weer in inches.

, dat de afmetingen van de in fig. 74a-b getekende poort

de destijds door Karlson in ,,Radio & TV News" gepubliceerde. De thans

aangegeven maten zijn gemodificeerde, e.e.a. in verband

geconstateerde pieken in het middenregister. Fig. 75 geeft een perspectivisch,

gedeeltelijk opengesneden beeld van de kast.

37

voorkamer moeten met een glashard

n nodig om staande golven in de achterkamer tegen te

d. Daar de luidspreker niet van de voorkant uit kan worden geinonteerd, moet de

achterwand afneembaar zijn. Zorg voor een luchtdichte en rammelvrije afdichting

e. Zaag het luidsprekergat voor een t.z.t. eventueel aan te schaffen 15" luid-

p van de onderstaande tabel worden

uitgerekend. De indicaties 1 en b vindt u in fig. 74a terug; maten weer in inches.

poort afwijken van

gepubliceerde. De thans

met enkele

Fig. 75 geeft een perspectivisch,

Page 38: Applications Philips 9710 m

Tenslotte volgt nog een bouwbeschrijving van een kleiner type Karlson

weergave niet veel onder doet voor het grotere model en voor de huiskamer een

veel prettiger formaat heeft.

De grote Karlson-kast is ontworpen voor een luidspreker met een diameter van 15"

(38 cm). Naast deze kast bestaan er nog twee kleinere modellen. E

voor een luidspreker van 12" (30 cm) en een tweede voor een

(20 cm). Met de kast voor de 12" luidspreker

ook indien er een 8"

gemonteerd wordt.

In fig. 77 zijn de afmetingen van net voor

spaanderplaat van 18 mm dikte, dat door zijn constructie weinig resonantie geeft.

Het achterpaneel is 38 x 59 cm. Het voorpaneel bestaat uit twee delen, die het

beste eerst op ware grootte op papier getekend worden met behulp van de maten

die rechts in fig. 77 weergegeven zijn. Fig 78 geeft de beide zijpanelen. Hierin is

tevens aangegeven hoe de andere

steunbalken zijn ook uit spaanderplaat gezaagd en dienen om een stevige

constructie en luchtdichte afsluiting te verkrijgen. Alleen de steunbalken waartegen

de achterwand geschroefd wordt, kunnen beter van hout gemaakt w

geeft het luidspreker paneel en het verticale tussenpaneel. In dit tussenpaneel

3 horizontale sleuven gezaagd (gefraisd) van 25 cm lengte en 1,5 cm

79 geeft het onder- en bovenpaneel en de horizontale tussenpaneeltjes weer

80c toont de samenstelling van de kast.

luidsprekerkasten uit ee

Hiermede wordt het minste

bouwbeschrijving van een kleiner type Karlson

weergave niet veel onder doet voor het grotere model en voor de huiskamer een

veel prettiger formaat heeft.

kast is ontworpen voor een luidspreker met een diameter van 15"

. Naast deze kast bestaan er nog twee kleinere modellen. Eén is ontworpen

voor een luidspreker van 12" (30 cm) en een tweede voor een luids

(20 cm). Met de kast voor de 12" luidspreker worden zeer goede resultaten bereikt,

luidspreker (zoals de Wharfedale Super 8/RS/DD) in

In fig. 77 zijn de afmetingen van net voor- en achterpaneel te zien. Het materiaal is

spaanderplaat van 18 mm dikte, dat door zijn constructie weinig resonantie geeft.

is 38 x 59 cm. Het voorpaneel bestaat uit twee delen, die het

beste eerst op ware grootte op papier getekend worden met behulp van de maten

die rechts in fig. 77 weergegeven zijn. Fig 78 geeft de beide zijpanelen. Hierin is

tevens aangegeven hoe de andere panelen ingebouwd moeten worden. De

steunbalken zijn ook uit spaanderplaat gezaagd en dienen om een stevige

constructie en luchtdichte afsluiting te verkrijgen. Alleen de steunbalken waartegen

de achterwand geschroefd wordt, kunnen beter van hout gemaakt w

het luidspreker paneel en het verticale tussenpaneel. In dit tussenpaneel

3 horizontale sleuven gezaagd (gefraisd) van 25 cm lengte en 1,5 cm

en bovenpaneel en de horizontale tussenpaneeltjes weer

80c toont de samenstelling van de kast. Fig. 76 toont een zaagplan voor twee

een spaanderplaat van een bepaalde standaardafmeting.

Hiermede wordt het minste materiaalverlies verkregen. Daar het toch aanbeveling

38

bouwbeschrijving van een kleiner type Karlson-kast, dat in

weergave niet veel onder doet voor het grotere model en voor de huiskamer een

kast is ontworpen voor een luidspreker met een diameter van 15"

n is ontworpen

luidspreker van 8"

worden zeer goede resultaten bereikt,

luidspreker (zoals de Wharfedale Super 8/RS/DD) in

en achterpaneel te zien. Het materiaal is

spaanderplaat van 18 mm dikte, dat door zijn constructie weinig resonantie geeft.

is 38 x 59 cm. Het voorpaneel bestaat uit twee delen, die het

beste eerst op ware grootte op papier getekend worden met behulp van de maten

die rechts in fig. 77 weergegeven zijn. Fig 78 geeft de beide zijpanelen. Hierin is

moeten worden. De

steunbalken zijn ook uit spaanderplaat gezaagd en dienen om een stevige

constructie en luchtdichte afsluiting te verkrijgen. Alleen de steunbalken waartegen

de achterwand geschroefd wordt, kunnen beter van hout gemaakt worden. Fig. 80

het luidspreker paneel en het verticale tussenpaneel. In dit tussenpaneel zijn

3 horizontale sleuven gezaagd (gefraisd) van 25 cm lengte en 1,5 cm breedte. Fig.

en bovenpaneel en de horizontale tussenpaneeltjes weer. Fig.

Fig. 76 toont een zaagplan voor twee

plaat van een bepaalde standaardafmeting.

materiaalverlies verkregen. Daar het toch aanbeveling

Page 39: Applications Philips 9710 m

39

verdient deze kast met twee man in elkaar te zetten, kan men op deze manier twee

kasten tegen betrekkelijk lage prijs verkrijgen.

Page 40: Applications Philips 9710 m

40

Page 41: Applications Philips 9710 m

41

Het verdient aanbeveling het zaagwerk te laten doen in een machinale zagerij, om

de panelen zo nauwkeurig mogelijk op maat te krijgen. Een beetje extra aandacht

bij het zagen bespaart een hoop ergernis bij het latere in elkaar zetten.

Het is zeer belangrijk dat alles goed in elkaar past, daar het later moeilijk is om

onnauwkeurigheden bij te werken en de prestaties van de kast hangen zeer af van

een goede en luchtdichte constructie.

Een goede methode is de kast provisorisch in elkaar te passen, alles goed op maat

bij te werken en met schroeven de panelen vast te zetten. Het in elkaar zetten kan

Page 42: Applications Philips 9710 m

beginnen met bodem en zijkant,

paneel worden vastgeschroefd. Indien alles goed past, voorlopig nog geschroefd,

dan worden de palen stuk voor stuk losgemaakt, met lijm in gesmeerd en weer

vastgezet.

Nu kunnen ook de diverse steunlatjes

spijkertjes vastgezet worden. De kos

de kleinere afmetingen van deze kast t.o.v. de Karlson kast voor 15" luidspreker is

er veel minder hinder van paneelresonanties, die bij de

optreden. Zoals is te zien in fig. 73 bevat de kast een drietal resonantiepieken. Bij

sommige luidsprekers wil de kast nog wel eens te veel aanspreken op een van deze

resonanties. Om deze weg te dempen zijn goede resultaten berei

beginnen met bodem en zijkant, waartegen het luidsprekerpaneel en het verticale

paneel worden vastgeschroefd. Indien alles goed past, voorlopig nog geschroefd,

dan worden de palen stuk voor stuk losgemaakt, met lijm in gesmeerd en weer

Nu kunnen ook de diverse steunlatjes met lijm ingesmeerd en met een paar

spijkertjes vastgezet worden. De kosten per kast komen op ongeveer ƒ

de kleinere afmetingen van deze kast t.o.v. de Karlson kast voor 15" luidspreker is

er veel minder hinder van paneelresonanties, die bij de grote kast nog wel willen

optreden. Zoals is te zien in fig. 73 bevat de kast een drietal resonantiepieken. Bij

sommige luidsprekers wil de kast nog wel eens te veel aanspreken op een van deze

resonanties. Om deze weg te dempen zijn goede resultaten bereikt door de ruimte

42

waartegen het luidsprekerpaneel en het verticale

paneel worden vastgeschroefd. Indien alles goed past, voorlopig nog geschroefd,

dan worden de palen stuk voor stuk losgemaakt, met lijm in gesmeerd en weer

met lijm ingesmeerd en met een paar

ten per kast komen op ongeveer ƒ 20,—. Door

de kleinere afmetingen van deze kast t.o.v. de Karlson kast voor 15" luidspreker is

grote kast nog wel willen

optreden. Zoals is te zien in fig. 73 bevat de kast een drietal resonantiepieken. Bij

sommige luidsprekers wil de kast nog wel eens te veel aanspreken op een van deze

kt door de ruimte

Page 43: Applications Philips 9710 m

43

achter de luidspreker te vullen met dempend materiaal. Men kan beginnen er een

kussen in te stoppen en het resultaat te beoordelen. Met de Philips 9710

luidspreker is extra demping niet zo nodig, daar deze luidspreker reeds door een

kortsluitwinding om de pool van de magneet gedempt is. Toch kan ook hier extra

demping noodzakelijk zijn indien de versterker niet voldoende demping geeft bij

lage frequenties.

Dit komt nog al eens voor, daar de tegenkoppeling, die de demping van de

versterker moet bewerkstelligen in het lage tonen-gebied, door faze draaiing niet

erg effectief meer is en zelfs kan ontaarden in ontdemping of te wel vergroten van

de inwendige impedantie.

Met enige verzorging kan de 12" kast een bijzonder goede weergave geven bij

redelijke afmetingen. Voor diegenen, die nog verder willen gaan in het verkleinen

van de afmetingen, kunnen enige vuistregels gegeven worden.

Het blijkt, dat de inwendige afmetingen van de 15", de 12" en de 8" kast zich

ongeveer verhouden als de diameters van de luidsprekers, nl. als ongeveer 1 : 0,74

: 0,5. De openingen in de horizontale en verticale tussenpanelen verhouden zich

ongeveer als de oppervlakten van de conussen, dus ongeveer als 1 : 0,6 : 0,3 (zie

tabel).

Page 44: Applications Philips 9710 m

44

Page 45: Applications Philips 9710 m

45

Page 46: Applications Philips 9710 m

46

Lautsprechergehäuse mit verteilten Öffnungen

H.H.Klinger, Lautsprecher und Lautsprechergehäuse für HiFi, Franzis Verlag,

München, 1968, RPB 105/105a, p.71-73.

After: G.A.Briggs, Cabinet Handbook, Wharfedale Wireless Works, Bradford, UK 1962

Die Erzielung einer einwandfreien Baßwiedergabe unter Verwendung einer

Baßreflexbox hat gewöhnlich zur Voraussetzung, daß der Gehäusehohlraum auf die

Eigenresonanz des Lautsprechers abgestimmt ist. Dieses Abstimmen ist meist

schwierig, und im Laufe der Zeit kann sich die Resonanzfrequenz des Lautsprechers

ändern, wodurch die Abstimmung verloren geht. Diese Schwierigkeit läßt sich

umgehen, wenn anstelle einer einzelnen Baßreflexöffnung zahlreiche kleinere

Öffnungen in der Gehäuserückwand in Form von Löchern von etwa 1 cm ø oder

von Schlitzen eingelassen werden. Dieser Typ von Lautsprechergehäusen weist

gegenüber der gewöhnliche Baßreflexbox folgende Vorzüge auf:

1. Es ist keine Abstimmung der Gehäuse-Hohlraumfrequenz auf die Resonanz-

frequenz des Lautsprechers erforderlich; die Große und Anzahl der

Öffnungen ist nicht besonders kritisch.

2. Reflexionen zwischen Front- und Rückwand des Gehäuses (stehende

Wellen) werden gemildert.

3. Der bei einer Baßreflexbox auftretende zweite Anstieg der

Lautsprecherimpedanz bei der höhere Koppelfrequenz kommt nicht

zustande, was sich günstig auf die Verzerrungsfreiheit besonders bei

Sprache auswirkt.

Wie sich die Schlitze in der Gehäuserückwand auswirken, veranschaulichen die

Kurven in Bild 60, die den Zusammenhang zwischen der Lautsprecherimpedanz

und der absgestrahlten Schallfrequenz für eine verschieden große Zahl von

Schlitzen in der Gehäuserüchwand darstellen. Zum Vergleich ist der

Impedanzverlauf für das gleiche Gehäuse ohne Öffnungen (geschlossene Box)

mit eingezeichnet. Je kleiner die Schlitzzahl ist, desto mehr ergibt sich eine

Übereinstimmung mit dem geschlossenen Gehäuse. Die Eigenschaften einer

Box mit vielfach verteilten Öffnungen sind also ganz andere als die einer

Baßreflexbox.

Page 47: Applications Philips 9710 m

Bild 60. Einfluß der Schlitzzahl auf die Schwingspulenimpe

Frequenzen bei einem rückseitig geschlitzten Gehäuse (nach Briggs)

Bild 61 gibt die wichtigsten Baumaße für eine solche Box von etwa 30 Liter

Inhalt under Verwendung eines 20

Resonanzfrequenz zwischen 40 u

Boxen muß die Gehäusehohlraum genügend gedämpft werden. Die Rückwand,

in der die Schlitze

wollfaserplatte zu bekleben, die als Strömungswiderstand für die Öffnungen

wirkt.

Einfluß der Schlitzzahl auf die Schwingspulenimpedanz bei verschiedenen

Frequenzen bei einem rückseitig geschlitzten Gehäuse (nach Briggs)

Bild 61 gibt die wichtigsten Baumaße für eine solche Box von etwa 30 Liter

Inhalt under Verwendung eines 20-cm-Lautsprechers mit einer

Resonanzfrequenz zwischen 40 und 60 Hz wieder. Auch bei dieser Art von

Boxen muß die Gehäusehohlraum genügend gedämpft werden. Die Rückwand,

in der die Schlitze bzw. Löcher angebracht sind, ist mit einer Mineral

wollfaserplatte zu bekleben, die als Strömungswiderstand für die Öffnungen

47

danz bei verschiedenen

Bild 61 gibt die wichtigsten Baumaße für eine solche Box von etwa 30 Liter

Lautsprechers mit einer

nd 60 Hz wieder. Auch bei dieser Art von

Boxen muß die Gehäusehohlraum genügend gedämpft werden. Die Rückwand,

bzw. Löcher angebracht sind, ist mit einer Mineral-

wollfaserplatte zu bekleben, die als Strömungswiderstand für die Öffnungen

Page 48: Applications Philips 9710 m

48

Page 49: Applications Philips 9710 m

49

Philips Monitor-8

Page 50: Applications Philips 9710 m

50

The Philips Monitor-8 (using a single 9710M driver) was a Onken-like enclosure

with moderate dimensions. Unfortunately, the depth of the internal panel (marked

?? in the previous drawing) is unknown.

Page 51: Applications Philips 9710 m

51

“Popboxen”

Stig Carlsson and Ulf Rosenberg, Radio och Television Nr.4, 1964, pp.68-75.

Rondstralende luidspreker, met 1 x 9710M en 4 Peerless conustweeters per box.

Ook op de markt gebracht als Sonab OA2. NB Om de achterzijde van de 9710M

werd een mandje aangebracht met daarin dempingsmateriaal (destijds glaswol), op

de bodem van de kast bevonden zich drie “Kramforac” tegels (zie tekening). Het

scheidingsfilter zag er als volgt uit:

Page 52: Applications Philips 9710 m

52

Page 53: Applications Philips 9710 m

53

Page 54: Applications Philips 9710 m

54

Stereo 2 (Mullard)

The duplication of any suitable loud speaker enclosure will be satisfactory for a

stereo reproducing system, but two normal sized enclosures may tend to crowd the

smaller living room and lead to protests from the distaff side. For this reason

constructional details are included of a small vented enclosure housing two 8"

speakers capable of providing full well-damped bass to 35 c/s. As two of these en-

closures (one for each stereo channel) occupies less space than many conventional

monaural enclosures and the double 8" speaker vented enclosure can be readily

adapted for side mounting by ensuring that the cotton wool curtains hang in the

vertical plane.

Small Swedish style legs enable the unit to be used as a contemporary coffee table,

thus simplifying the problem of introducing stereo to the home.

ENCLOSURE CONSTRUCTION

Figure 5 details the front and sectional elevation of the enclosure. It will be noted

that to ensure rigidity and freedom from panel resonances 3/4" 7-ply has been

specified for the construction. Carpet underfelt ½” thick is affixed to the upper side

of the shelf forming the tunnel and the interior of the top panel and together with

the two double thickness cotton wool curtains results in a close approximation to

critical damping with quality 8" loud speakers. Suggested units for this enclosure

are the Philips 9710M, the Magnavox 8WR and the Rola 8MX although any wide

range 8" speaker with a free air cone resonance of approximately 45 c/s should be

suitable. Slight modification to the thickness of the cotton wool curtains may be

necessary to critically damp the enclosure and figure 6 illustrates the impedance

curve of two 9710M speaker units in this critically damped enclosure. Whilst

exterior treatment is usually determined by existing furnishings a simple functional

treatment which is unobtrusive in most surroundings is that illustrated on the

cover. Here the cabinet is polished to match other furnishings and a suitable open

weave non-fluffy material or expanded aluminium attached to the front with a

suitable trim. If expanded metal is used, care must be taken in the mounting to

ensure that rattles do not develop. It is likewise important in the construction of

the enclosure to ensure that the removable back provides an air tight seal when

finally assembled.

Page 55: Applications Philips 9710 m

55

Page 56: Applications Philips 9710 m

56

TQWT for Philips 9710

Moderator Chung, VT4C blog, www.vt4c.com

I just worked out a cabinet for your comments: Size 400 x 450 x 1100mm height

Page 57: Applications Philips 9710 m

57

In the graph, the blue line indicates acoustic output with speaker mounted on

infinite baffle. The red line is a computer simulation of the output of the proposed

speaker cabinet.

Owen, a reader from New Zealand, wrote that according to TQWT theory, the

driver should be mounted at 1/3 of the total pipe length. Thus, the previous design

could be modified in the following way:

Chung repeated the computer simulation and acquired the following result. With

the driver mounted at 1/3 of the pipe length (as drawn above), the simulated

output of the system will become:

Page 58: Applications Philips 9710 m

58

Subsequently, Chung fine-tuned the design and acquired the following result:

Page 59: Applications Philips 9710 m

The acoustic output over the 40

the speaker should be filled with wool. Stuffing density 0.25 lb per cubic foot. If a

higher density is employed, th

high frequency output of the system is reduced.

Then, Chung performed a re

cabinet. Width of this cabinet is 300 mm and 20 mm plywood is used for cabinet

construction.

Please note that there is an error in the following drawing. The depth of the small

end of the pipe should be reduc

the air outlet (mouth) is reduced from 157 mm to 120 mm.

Result of ths simulation was the following:

And here is the cabinet drawing (with error as pointed out above):

The acoustic output over the 40-1000 Hz range is now smoother. The space below

the speaker should be filled with wool. Stuffing density 0.25 lb per cubic foot. If a

higher density is employed, the response curve becomes even smoother, but the

high frequency output of the system is reduced.

Then, Chung performed a re-design for a friend who desired a more narrow kind of

cabinet. Width of this cabinet is 300 mm and 20 mm plywood is used for cabinet

Please note that there is an error in the following drawing. The depth of the small

end of the pipe should be reduced from 100 mm to 80 mm, so that the depth of

the air outlet (mouth) is reduced from 157 mm to 120 mm.

Result of ths simulation was the following:

And here is the cabinet drawing (with error as pointed out above):

59

The space below

the speaker should be filled with wool. Stuffing density 0.25 lb per cubic foot. If a

e response curve becomes even smoother, but the

for a friend who desired a more narrow kind of

cabinet. Width of this cabinet is 300 mm and 20 mm plywood is used for cabinet

Please note that there is an error in the following drawing. The depth of the small

ed from 100 mm to 80 mm, so that the depth of

Page 60: Applications Philips 9710 m

60

Page 61: Applications Philips 9710 m

61

Finally, some improvement on the cabinet. The width can be 250 to 330 mm with

sides of 20mm thick plywood. That would affect the bass extension from 35 to

50Hz. Wider is better bass!! Don't modify the thickness and depth, that would have

a big effect on the performance. Wool is necessary to fill the small end below the

driver.

Page 62: Applications Philips 9710 m

62

TQWT für Philips 9710

Beitrag von Anton Mehl, Tube-Maniacs Blog

Die Suche nach einem geeigneten Lautsprecher für Single Ended Trioden kann zu

einer frustrierenden Erfahrung werden. Alle Konzepte die wir gehört haben hatten

inakzeptable Einschränkungen, die einem die Entscheidung nicht leicht machen. Oft

werden die Lautsprecher auch noch an ungeeigneten Verstärkern und Ketten

betrieben, die das Potenzial der Lautsprecher nur schwer erahnen lassen und die

Entscheidung nicht leichter macht.

Gehört wurden: Kugelwellenhörner, Exponentialhörner, Open Baffle, Backloaded

Hörner, Bassreflexkonstruktionen, Mehwege, Breitbänder usw.

Die Einschränkungen der Konstrukte betrifft alle Frequenzbereiche. Viele Chassis

glänzen mit einem geeigneten Wirkungsgrad, der aber zum Bassbereich hin immer

schlechter wird.

Bei anderen ist die Membranfläche so groß das der Mitteltonbereich verfärbt und

aufgebläht wird. In die Endauswahl kamen Chassis von Fertin und PHY HP. Diese

Chassis haben noch den weiteren Vorteil, das sie ohne Korrekturglieder

auskommen. Dies war für mich schon von Anfang an ein K.O. Kriterium. Beide

Chassis werden vorzugsweise in Open Baffle betrieben. Nach der ernüchternden

Vorführung eines Fertin Breitbänders an einer Kette für mehrere 100.000€

meldeten sich erste Zweifel an ob unser Vorhaben scheitern würde.

Zusammengefasst lässt sich sagen das viele Lautsprecher bei Jazz und Pop noch

einigermaßen zu Überzeugen wussten, bei klassischer Musik jedoch komplett

versagten. Hier werden die Verfärbungen wie mit einer Lupe verstärkt.

Viele Konstruktionen benötigen einen zusätzlichen Subwoofer zur Unterstützung

des Bassbereich, Der Bass dieser Setups hing aber den anderen Frequenzbereichen

hinterher.

Dann kam ein Tip unseres Hifi-Stammtischbruders Norbert sich doch einmal den

9710 eines Bekannten anzuhören. Ich war skeptisch weil "ein Chassis für 100 Euro

ja eigentlich nicht klingen kann".

Beim Besuch bei Bernhard wusste ich allerdings schon beim ersten Stück von

Jacintha, das hier ein gewaltiges Potenzial schlummert. Dieser Lautsprecher spielt

so selbstverständlich und frei, das es einem die Sprache verschlägt. Betrieben

Page 63: Applications Philips 9710 m

63

wurde er in einer Mischung aus "abstimmbaren Bassrefexkonstruktion und "Open

Baffle" mit einer Klappe auf der Rückseite betrieben.Unterstützt wurde das ganze

durch einen aktiven Subwoofer der nur minimal "hinterher hinkt".

Euphorisiert durch die Eindrücke ging es nun darum eine Konstruktion zu

erarbeiten die ohne Subwoofer auskommt.Nach durchsuchen des www. stößt man

entweder auf Open Baffle Konstruktionen, Reso Gehäuse oder TQWT`s. Letzter

passt zum QTS von 0,5 am besten.

Ein TQWT sheet zur Berechnung des Gehäuses findet man unter:

http://fullrangedriver.com/singledriver/software.html

Die Proportionen der Materialien wurde von der Webseite VT4C.com

übernommen. Chung hat hier eine ausgezeichnete Arbeit abgeliefert. Ergänzt

wurde die Konstruktion durch eine Scheibe von 45cm Durchmesser die ein

mechanisches Filter darstellt das der Frequenzgang-Überhöhung des Chassis im

Mitteltonbereich entgegenwirkt. Eine Idee unseres Hifi-Stammtischkollegen

Bernhard Pfeiffer.

Gefertigt wurde das Gehäuse aus 20mm / 30mm und 40mm Birken-Multiplex.

Die Dämmung im Innern des Gehäuses besteht aus reine Schafwolle und

Teppichstreifen. Hier muß jeder selbst sein Setup finden, das zu seinen

Hörgewohnheiten passt.

Der erste Hörtest wurde mit dem Aurex Single Ended EL84 Vertärker (250 Euro)

durchgeführt. Diese Kombination spielte besser als viele Mega $ Anlagen die Ich im

Laufe meines Lebens gehört habe. Wenn man von Baukosten von ca. 1100 Euro

incl. Chassis für den Lautsprecher ausgeht, so muss man sich allen ernstes fragen

warum es die Audio Industrie nicht schafft solche grandiosen Chassis für

vertretbare Preise auf die Beine zu stellen.

In der folgenden Woche habe Ich ein Leih-gerät von Thomas Mayer in München

abgeholt. Eine Single Ended Stereoendstufe mit separatem Netzteil und 801a

Endröhren/6N7 Treiberröhren. Dieser Vertärker relativierte alles zuvor gehörte.

Das ist eine eigene Liga, da kommt auch die Kombination von Kondo und Fertin

nicht ran.

Ich habe unserem Lautsprecher diese Basswiedergabe nicht zugetraut, es ergibt

sich ein Klang der von den Höhen bis in den Bassbereich absolut sauber und

transparent spielt. Eine absolute Traumkombination!!

Page 64: Applications Philips 9710 m

64

Schweren Herzens habe Ich den Verstärker nach einer Woche wieder nach

München zurückgebracht.

Aber selbst mein Jadis Orchestra Vollverstärker spielt nach Umrüstung auf EL34 in

Pseudotriode sehr gut.

Hier noch ein paar Bilder des Lautsprechers:

Page 65: Applications Philips 9710 m

65

Page 66: Applications Philips 9710 m

66

Page 67: Applications Philips 9710 m

67

Page 68: Applications Philips 9710 m

68

TQWT [Patrick]

Source: www.cadillac.demon.nl [now removed from the web]

Page 69: Applications Philips 9710 m

69

Materials:

A Buiten Zijkant aantal 4 22 mm MDF 1135 X 378

B Buiten Bovenkant aantal 2 22 mm MDF 220 X 378

C Buiten Achterkant aantal 2 22 mm MDF 220 X 1091

D Buiten Onderkant aantal 2 22 mm MDF 220 X 378

E Binnen Schot aantal 2 22 mm MDF 220 X 935

F Binnen Onderkant aantal 2 22 mm MDF 220 X 356

G Binnen Poort aantal 2 22 mm MDF 220 X 22

H Binnen Reflector aantal 6 22 mm MDF 220 X 70

K Binnen Versteviging aantal 2 22 mm MDF 220 X 356

I Voorkant aantal 4 12 mm Multiplex 264 X 975

J Voorkant onder (1) aantal 4 12 mm Multiplex 264 X 110

J Voorkant onder (2) aantal 4 12 mm Multiplex 264 X 90

Page 70: Applications Philips 9710 m

70

Weergevers type TQWT Robs versie, zie www.dhtrob.com

De TQWT is een door mij zeer gewaardeerde luidsprekerbehuizing. Hij laat mijns

inziens het beste van een unit horen en is volstrekt eerlijk.

Vermits goed getuned en gebouwd laat hij dingen in de muziek horen die je bij

basreflex- of gesloten behuizingen wel kunt horen maar waar minder het accent

aan gegeven wordt. Wat wel zo is, is dat niet elke unit geschikt is voor deze

toepassing. Er zijn er die echt een verschrikkelijke klankbalans neerzetten. Ik heb

goede ervaringen met de Fostex FE208sigma. Deze unit is zeer snel, is ook met een

belachelijk grote magneet uitgevoerd, en weet met name een indrukwekkend laag

neer te zetten in een TQWT.

Mijn grote favorieten zijn echter de oudere Philips breedbanders. De 9710 is een 20

cm unit met een Ticonal magneet en is gemaakt in een 7 ohms en een 800 ohms

versie. De unit is, hoewel met duizenden tegelijk gemaakt in de jaren 60-80,

moeilijk te verkrijgen, althans in goede staat. Mocht je echter een paartje zien, laat

ze dan niet liggen! De papiersoort die voor deze units is gebruikt is van een

kwaliteit die je tegenwoordig niet meer ziet. Dat vieze , bruine papier zet echter

wel een machtig mooie klankkleur neer. Misschien dat-ie wat present is rond het

middengebied (3 kHz) en derhalve een wat minder mooie vloeiende overgang heeft

naar het hoog toe, het geluid is adembenemend!!!! Wat echter wel een punt van

kritiek is, is dat hij een goede (buizen)versterker behoeft. Met een wat mindere

versterker gaat het echt fout! Is dat echter wel kritiek? Neem van mij aan dat als je

er géén goed geluid uitkrijgt, je maar eens wat kritischer moet kijken naar de

spulletjes die ervoor staan!

De 5" unit van Philips die ik gebruik , de 3710, heeft een veel mooiere overgang van

midden naar hoog, laat, zoals het een kleinere unit betaamt, een wat spranke-

lender stereobeeld horen en levert wat minder druk in het laag. Toch gaat mijn

voorkeur naar deze laatste uit!

Hoe te bouwen?

Het principe is van de heer Voigt. Ik heb veel geëxperimenteerd met de

behuizingen en ben tot de conclusie gekomen dat de precieze afmetingen er niet

Page 71: Applications Philips 9710 m

71

echt toe doen (ik praat nu in mm en enkele cm !!) Wat véél belangrijker is, is de

demping van zowel de kast als de unit. De kast is redelijk simpel te dempen met het

zgn. projecttapijt, te koop bij de vloerbedekkinghandel voor niet al te veel geld. Ik

demp de gehele kast! De kast zelf maak ik van MDF, voor de 9710 22mm , voor de

3710 18mm . Sluit de ruimte achter de unit niet af met dit projecttapijt. De opening

aan de voorkant, onderaan maak ik altijd ruim overmaats. Plus 7 cm is echt niet te

veel. Hier onderin komt de onderste plank los te zitten, waarmee je de opening

groter en kleiner kunt maken. Dit is echt een kwestie van tunen op de

luisterruimte. Zet die plank elke keer goed vast alvorens te beoordelen! Met een

lijmklem gaat dit uitstekend. Een verschil van een cm is goed hoorbaar! Hoe groter

de opening, hoe meer druk hij levert in het laag, hoe kleiner de opening hoe meer

lucht hij geeft aan de afbeelding. Dit is het echte tunen!!! Ik denk dat hier ook het

vallen en opstaan van een meegenomen exemplaar van een winkel of kennis

voornamelijk door wordt bepaald, bij vallen het niet goed getuned zijn op de

ruimte waar de TQWT instaat.

Page 72: Applications Philips 9710 m

72

Page 73: Applications Philips 9710 m

73

TV-basreflextafel

Hoofdstuk 12 uit: Wim van Bussel, Luidsprekerinstallaties voor zelfbouw, Æ.E. Kluwer, Deventer 1967

Als we zo eens de gemiddelde Nederlandse huiskamer bekijken, valt het op, dat er

tenminste twee toestellen zijn, één voor radio en één voor TV, elk natuurlijk op een

speciale onderzettafel.

Geen wonder, dat de huisvrouw vlammende blikken uitslaat, als haar echtgenoot

of zoon maar even denkt aan geluidsverbeteringen in de vorm van een extra

versterker plus baskast.

Gelukkig echter hoeft het zo'n vaart niet te lopen: het versterkergedeelte dat in

radio- of TV-kast is ondergebracht, is prachtig te gebruiken! Vooral de TV-

versterker is lang niet slecht!

Helemaal mooi wordt het, als onder het televisietoestel een onderzettafel wordt

gemaakt, die tevens luidsprekerkast is.

Zoals de foto laat zien, is een sierlijke basreflextafel te maken met een inhoud van

bijna 100 dm3.

Indien u nog verder terug wilt gaan, dus met gebruikmaking van een plattere kast,

zal dit het uiterlijk ten goede komen, terwijl de geluidskwaliteit althans van de lage

tonen toch nog altijd stukken beter blijft dan die van gewone toestelkasten.

De kast is ontworpen voor een luidspreker met 22 cm conusdiameter en een

resonantiefrequentie van 45 Hz en meet 50 x 75 x 30 cm.

Uitgewerkte berekening

Als aanvulling op hetgeen over het nogal gecompliceerde basreflexonderwerp is

gezegd, geven we hierbij de gevolgde berekening van de basreflextafel in extenso

weer. Degene die een basreflexkast wil ontwerpen van andere afmetingen zal aan

de uitgewerkte berekening, naast de gegevens uit vorige hoofdstukken, extra steun

hebben. De kast- en pijpinhoud vinden we terug in de volgende formule:

Page 74: Applications Philips 9710 m

74

V = (x2r2)/[4πƒ2(1.7r+p)]

Hierin is:

V — netto kastvolume in cm3, dus inwendig met aftrek van de luidsprekerinhoud

en de pijpinhoud;

x = geluidssnelheid (kan men in de formule opnemen als 36 • 103);

ƒ = de resonantiefrequentie van de luidspreker;

p = pijplengte;

r = de straal van het oppervlak van de pijpopening (als het gat niet rond is, moet de

pijpoppervlakte worden berekend uit de lengte x breedte, waarna men het getal r

vindt door wortel te trekken uit deze oppervlakte nadat deze is vermenigvuldigd

met 7/22.

Dus r2 = oppervlakte pijp gedeeld door π; π = 22/7).

Wat betreft het netto kastvolume kan worden opgemerkt, dat de gebruikte

luidspreker (9710 van Philips) een inhoud heeft van 2 dm3. Dat komt overeen met

de inhoud van de gemiddelde luidspreker met 22 cm conusdiameter. De lengte en

doorsnede van de pijp kennen we nog niet, maar voorlopig willen we het volume

ervan stellen op eveneens 2 dm3.

We gaan uit van een globale, gewenste kastmaat. Deze is, zoals gezegd, 50 x 75 x

30 cm. De dikte van het hout wordt tezamen met de binnenbekleding 3 cm.

De binnenmaten worden dan 44 x 69 x 24 cm, dus met een inhoud van bijna 73

dm3.

Aangezien de luidspreker een inhoud heeft van bijna 2 dm3, mogen we dus het

ronde getal 69 (ook de 2 dm3 pijp gaan er af) als nuttig volume kiezen.

De formule wordt nu:

69 dm3 = 69000 cm3 = (362.106.r2)/[4π.452(1,7r+p)] =

(1296.106.r2)/[88/7.2025(1,7r+p)] = (1296.106.r2)/[25460(1,7r+p)]

Wanneer we nu deze formule omrekenen, krijgen we:

69 = 51r2/(1,7+p)

Page 75: Applications Philips 9710 m

Om met deze formule te werken dienen we

vast aan te nemen. Bij het bepalen van

40 cm.

Maar willen we het geval netjes houden, dan

+ 3 cm houtdikte = 25 cm.

We doen er dus na de eerste ervaring beter aan de pijplengte op deze 25 cm

houden en aan de hand daarvan de formule uit te werken.

Het resultaat is dan, dat r gelijk is aan 7,07, of afge

De oppervlakte (πr2) van de pijp is dan 154 cm

binnendiameter van 11 x 14 cm.

Om met deze formule te werken dienen we één van beide onbekenden (r of

vast aan te nemen. Bij het bepalen van r op 8l/2 komen we tot een pijplengte van

Maar willen we het geval netjes houden, dan mag de pijp niet langer zijn dan

+ 3 cm houtdikte = 25 cm.

We doen er dus na de eerste ervaring beter aan de pijplengte op deze 25 cm

houden en aan de hand daarvan de formule uit te werken.

Het resultaat is dan, dat r gelijk is aan 7,07, of afgerond op 1 % nauwkeurig

van de pijp is dan 154 cm2 wat neerkomt op een

binnendiameter van 11 x 14 cm.

75

n van beide onbekenden (r of p) als

komen we tot een pijplengte van

mag de pijp niet langer zijn dan 22 cm

We doen er dus na de eerste ervaring beter aan de pijplengte op deze 25 cm te

rond op 1 % nauwkeurig 7 cm.

wat neerkomt op een

Page 76: Applications Philips 9710 m

76

Page 77: Applications Philips 9710 m

77

U ziet wel, het is een hele rekenklus, die, als u zo goed mogelijke resultaten wilt

krijgen, wel erg nauwgezet moet worden gevolgd.

Al met al neemt de pijp nu meer ruimte in, zodat we een totaal-inhoud krijgen van

69+2 (van de luidspreker) + 2,3 dm3 = 73,3 dm3. Dit is echter een zo kleine afwijking

(minder dan ½ %) dat we dit zonder meer kunnen toelaten.

Constructie

De 12 delen, waaruit de kast bestaat, 6 delen meubelplaat en 6 delen zachtboard of

,,Kramfors", zaagt u op maat, evenals de beide gaten in het frontpaneel, zie fig. 37.

Indien u afwijkt van de aangegeven dikten en materialen, dient u natuurlijk zelf de

maten van de bekleding, die in ons geval zachtboard was, te berekenen. Met

behulp van de materialenlijst en de bouwtekening zult u met de constructie geen

moeilijkheden hebben.

De bekleding wordt op de kastdelen gelijmd, voordat u deze in elkaar zet. Ook kunt

u ze naderhand inlijmen en dan als laatste de grondplaat met opgelijmde bekleding

aanbrengen. Het is zaak, dat alles goed in elkaar past! Denk er vooral aan, voor het

dichtmaken het luidsprekersnoer via een gat in het achterpaneel naar buiten te

voeren en daarna het gat goed af te dichten. Met behulp van dun luidsprekerdoek

en een lijstje op de voorkant werkt u de kast af. Eventueel kan het doek ook aan de

beide zijkanten worden aangebracht, doch dit is een kwestie van smaak.

Tot slot: de lijst van benodigdheden op de volgende pagina dient eigenlijk nog te

worden aangevuld en wel met een portie geduld. Want de bouw van de

basreflexkast mag niet worden onderschat!

Page 78: Applications Philips 9710 m

Benodigdheden

Aantal Maten (cm) Soort

2 50 x 75 meubelplaat

2 28 x 50 meubelplaat

2 28 x 73 meubelplaat

2 13 x 25 meubelplaat

2 14 x 25 meubelplaat

2 42 x 67 zachtboard

2 28 X 67 zachtboard

2 28 x 48 zachtboard

4 meter sierlijst, lijm, luidsprekerdoek (125 x 30 cm)

75 x 30 cm luidsprekerdoek, 4 meubelpoten.

Soort Dikte Dient voor

meubelplaat 10 mm boven- en onderk.

meubelplaat 10 mm zijkanten

meubelplaat 10 mm voor- en achterk.

meubelplaat 10 mm pijp-zijkanten

meubelplaat 10 mm pijp-boven- en-

-onderkant

zachtboard 20mm boven- en onderk.

zachtboard 20 mm voor- en achterk.

zachtboard 20 mm zijkanten

luidsprekerdoek (125 x 30 cm) — of 2,25 meter sierlijst, lijm,

75 x 30 cm luidsprekerdoek, 4 meubelpoten.

78

of 2,25 meter sierlijst, lijm,

Page 79: Applications Philips 9710 m

79

References

1. Augspurger, George L. "Double Chamber Speaker Enclosure", Electronics

World, December issue, 1961.

2. Bernhardt, J. “Le Diffuseur Elipson: Un Transformateur de Rayonnement

Acoustique”, Revue du Son, Janvier 1954, p.27-32.

3. Bussel, Wim van. “Luidsprekerinstallaties voor zelfbouw”, Æ.E. Kluwer,

Deventer 1967.

4. Delsman, A. “Karlson luidsprekerkasten voor kleinbehuisden”, Radio Bulletin

32(6):424-427,1963

5. De Wit, P.J. “Luidsprekerkast voor kunstmatig gedempte luidspreker”, Radio

Bulletin 32(3):215-216,1963.

6. Hinlopen, H. “Double chamber basreflexkast”. Radio Bulletin 31(8):569-

570,1962.

7. Karlson, John E. “A New Approach in Loudspeaker Enclosures”, Audio

Engineering, September 1952, p.26-27, 58-61.

8. Karlson, John E. “The Karlson Speaker Enclosure” . Radio and Television

News, January 1954, p.58-60, 108-111.

9. Karlson, John E. “Acoustic Transducers”. US Patent 2,816,619. December

17,1957.

10. Léon, Joseph. “Sound Transmitting Device with an Ellipsoidal Reflector”. US

Patent 2,643,727. June 30, 1953.

11. Léon, Joseph. “Sound Transducers”. US Patent 2,732,907. January 31, 1956.

12. Mullard. 2 Stereo 2. “A Quality Stereophonic Amplifier for the Home

Constructor”. Third reprint, Mullard-Australia Pty Ltd., Sydney, May 1959.

13. Poppe, Martin C. “The K-Coupler, A New Acoustical-Impedance

Transformer”. IEEE Transactions on Audio and Electroacoustics, December

1966, p.163-167

14. Radio Bulletin. “Luidsprekers” (samengesteld onder redactie van Radio

Bulletin). De Muiderkring, Bussum 1971 [5e herziene druk].

15. Redactie. “De Karlson luidsprekerkast”. Radio Bulletin 30(10):789-792,1961.

16. Rosenberg, Ulf. Kompakt högtalare med jämn frekvenskurva. Radio och

Television Nr.4, 1964, p.68-75.

17. Voigt, Paul Gustavus Adolphus Helmuth. “Improvements in Means for

Converting Electrical Energy into Sound”. UK Patent 447,749. May 18, 1936.