Upload
anja-mertens
View
414
Download
4
Embed Size (px)
Citation preview
Descendenten Uit verschillende huwelijken Plaatsvervulling en effect verwerping Huwelijkse en buitenhuwelijkse Onbekwaamheid In concurrentie met langstlevende
Broers en zussen : idem + in combinatie met vader en moeder
Ascendenten Uitsluiting door collateralen Kloving
Oefeningen erfrecht (1)
Oefeningen erfrecht (2)
Collateralen Kloving Gemilderde kloving Anomale nalatenschap Grens van de erfgerechtigheid
Reserve voor de descendenten Bepaling van de reserve … en van langstlevende Aanrekening schenkingen en legaten op het
beschikbaar gedeelte (b.v. en b.e) Reserve voor de ascendenten : idem Geen reserve voor de collateralen
Intestaaterfrecht oefening 1Opgave
Mijnheer Peters overlijdt aan een hartaanval en laat behalve zijn echtgenote ook zijn vader, zijn broer, twee zoons, een dochter en twee zoons van een vooroverleden derde zoon na. Zijn nala-tenschap bestaat uit 5.000 onroerende goederen, 4.000 aanwinsten en 3.000 roerende goederen. Hij was getrouwd met scheiding van goederen.
Wie krijgt wat volgens a) het (vroeg) Germaanse erfrecht, b) het Romeinse intestaaterfrecht c) het intestaaterfrecht in de ‘Code Civil’ en d) het intestaaterfrecht in het huidig Burgerlijk wetboek
Germaanse intestaaterfrecht
Echtgenote is geen bloedverwant en dus geen erfgenaam, kinderen en kleinkinderen staan in de 1ste parentele, vader en broer in de 2de parentele, dichtste graad erft het goed, gelijke graad gelijke delen, geen plaats-vervulling bij descendenten, zus uitgesloten door mannenvoorrecht en echt-genote geen erfrecht, geen terugvalrecht bij des-cendenten
Nalatenschap : 5000 + 4000 + 3000 = 12.000 K1, K2 elk 6000
Romeins intestaaterfrecht
Descendenten in 1ste orde, vader en broer in de 2de orde, langstlevende in de 5de orde, gelijke graad gelijke delen, onbeperkte plaatsvervulling voor descendenten
K1, K2 en K3 elk 3.000, KK1 en KK2 elk 1.500
Intestaaterfrecht in Code Civil
Descendenten in 1ste orde (art. 745 C.C.), vader en broer in de 2de orde (art. 746 C.C.) en langstlevende in 5de orde, gelijke graad gelijke delen (art. 745, tweede lid C.C.), onbeperkte plaatsvervulling voor descendenten (art. 740 C.C.)
K1, K2 en K3 elk 3000, KK1 en KK2 elk 1500
Intestaaterfrecht in Code Civil
Erflater
K1
KK1 KK2
X Echtg
K2 K3 K4
V M
B
3000 VE 3000 VE 3000 VE
1500 VE 1500 VE
Intestaaterfrecht in Burgerlijk wetboek
Descendenten in 1ste orde (art. 745 B.W.), vader en broer in de 2de orde (art. 746 B.W.), langst-levende nu vruchtgebruik op deel van de descen-denten (art. 745bis, §1, eerste lid B.W.), gelijke graad gelijke delen (art. 745, tweede lid B.W.), onbeperkte plaatsvervulling bij descendenten (art. 740 B.W.)
K1, K2 en K3 elk 3000, KK1 en KK2 elk 1500 in NE en VG op 12.000 voor langstlevende
Descendenten
EV
vrouwVENE
HypotheseMan overlijdt
VG
EM
Rechten van de langstlevendeArt. 745bis, §1 eerste lid B.W.
12.000
VG 12.000
Geen gemeenschapScheiding van goederen
Intestaaterfrecht in Burgerlijk wetboek
Erflater
K1
KK1 KK2
X Echtg
K2 K3 K4
V M
B
3000 NE 3000 NE 3000 NE
1500 NE 1500 NE
12.000 VG
Intestaaterfrecht oefening 2Opgave
Tijdens het raadplegen van een historisch boek, valt Fred de Sagher van een trapladder. Hij overlijdt aan de gevolgen van zijn verwondingen en wordt in de groot-ste intimiteit begraven. Fred de Sagher was tweemaal getrouwd. Zijn eerste vrouw, Marianne Vrolijk, pleegde zelfmoord na twee depressies. Zijn tweede vrouw Katrien Leeghoofd wordt bij zijn overlijden al twee jaar in een krankzinnigengesticht verpleegd. Uit zijn eerste huwelijk laat hij een dochter (Marie) na en uit zijn tweede huwelijk een zoon (Patrick) en een dochter (Evelien). Het gemeenschappelijk huwelijksvermogen bedraagt 120 en het eigen vermogen dat de Sagher nalaat 90. Er is geen huwelijkscontract.
Wie krijgt (in cijfers) wat van zijn nalatenschap, volgens a) het Franse revolutionaire intestaaterfrecht en b) het intestaaterfrecht van het B.W.
Franse revolutionaire intestaaterfrecht
De gemeenschap bedraagt : 120 VE, de nalatenschap van Fred bedraagt : 60 (1/2 van GV) + 90 (EV) = 150 VE
Echtg2 : 60 VE (1/2 van GV) volgens het huwelijksvermogensrecht
K1, K2 en K3 : elk 1/3 van 150 VE = elk 50 VE (artikel 64 decreet van 1794: tek-stenboek)
Intestaaterfrecht Burgerlijk wetboek
Echtg2 krijgt 60 VE (1/2 GV) (art. 1445 B.W.) en VG op 150 (art. 745bis, § 1, lid 1 B.W.)
K1, K2, K3 : elk 1/3 van 150 in NE (art. 745 B.W.)
Intestaaterfrecht Burgerlijk wetboek
ErflaterEchtg1 Echtg2
K1 K3K2
60VE (HGR)150VG (ER)
50NE 50NE 50NE
Intestaaterfrecht oefening 3Opgave
Na een vechtpartij met haar echtgenoot Jempie Coopman overlijdt Danielle Somers aan de gevolgen van haar opge-lopen verwondingen. Coopman wordt hiervoor wegens onvrij-willige slagen met de dood tot gevolg veroordeeld door de correctionele rechtbank. Uit haar huwelijk met Coopman laat Danielle twee zonen, Rambo en Rocky, na. Rambo heeft één zoon (Rambambino), en Rocky twee dochters (Dorien en Emanuelle). Rambo en Rocky, die al lang niets meer met hun moeder wilden te maken hebben, verwerpen de nalatenschap van hun moeder. Het gemeenschappelijk huwelijksvermogen bedraagt 120, Danielle’s eigen goederen 90.
Wie krijgt wat volgens a) het intestaaterfrecht van de 'Code Civil‘ en b) het intestaaterfrecht van het B.W.
Intestaaterfrecht Code Civil
Echtgenoot is slechts erfgenaam na de bloedverwanten (5de orde), maar krijgt wel de helft van het GV of 120 : 2 = 60 VE (art. 1474 C.C. : tekstenboek)
KK1, KK2 en KK3 elk 1/3 van de nalaten-schap (150 VE), gelijke graad gelijke delen (art. 745 C.C.), uit eigen hoofde en geen plaatsvervulling na verwerping (art. 744 en 785-787 C.C.), dus elk 50 VE.
Intestaaterfrecht Code Civil
Erflater
K1 K2
KK1 KK2 KK3
X Echtg
60VE HGR
50VE 50VE 50VE
K2verwerpt
K1verwerpt
Intestaaterfrecht Burgerlijk wetboek
Echtgenoot is onwaardig om te erven (art. 727 §1 BW) en heeft dus geen erfrechtelijk vruchtgebruik. Hij krijgt wel de helft van het GV (60 VE) krachtens art. 1445 B.W.!
KK1, KK2 en KK3 erven uit eigen hoofde : er is geen plaatsvervulling na een verwer-ping (art. 785-787 B.W.), gelijke graad ge-lijke delen (art. 745 B.W.), dus elk 1/3 van 150 VE = elk 50 VE
Intestaaterfrecht Burgerlijk wetboek
Erflater
K1 K2
KK1 KK2 KK3
X Echtg
60VE (HGR)
50VE 50VE 50VE
K2verwerpt
K1verwerpt
Geen VG !!!
Intestaaterfrecht oefening 4Opgave
Piet Uytebrouck, pastoor van de parochie van de Onbevlekte Maagd Maria krijgt tijdens een preek tegen het buitenhuwelijkse seksueel verkeer een hartaanval, valt over de preekstoel en over-lijdt ter plaatse. Hij laat volgende familieleden na: zijn vader Vin-cent Uytebrouck, zijn broer Bert Uytebrouck, twee kinderen van een overleden zus (Kaatje en Katrien van den Broucke), de echtgenoot van een tweede overleden zus (Evert Broekman), een halfbroer aan vaderszijde (Henk Uytebrouck), zijn grootvader aan moederszijde (Guido van Slambroek) en een halfbroer aan moederszijde (Jean Marrais). Zijn nagelaten goederen bestaan uit zijn klederen, wat meubels, een aantal boeken en een som geld. De familieleden bieden zich aan bij notaris Afschrift om de nalatenschap te regelen. De notaris informeert hen daarbij dat de pastoor een jaar voor zijn overlijden een akte bij hem liet opstellen waarbij hij Olivier, de zoon van zijn ongehuwde meid Greetje, erkende als zijn kind. Greetje leeft nog.
Wie krijgt (in breukdelen) wat volgens a) het Ligurische costumiere intestaaterfrecht, b) het Franse revolutionaire intestaaterfrecht en c) het intestaaterfrecht van het B.W.
Intestaaterfrecht oefening 4Tekening
V M2
GVM
HBV Z
Echtg
Erflater ZB
N1 N2EBHK
HBM
GM
X
Echtg Echtg
Ligurische costumiere intestaaterfrecht
N.B. de echtgenoot van zuster is geen bloedverwant en Greetje is natuurlijke vrouw : krijgen niets!
EBHK (Olivier) krijgt niets (‘Bâtard est hors de lignage’), GVM zit parentele te ver, V krijgt niets door ascendentenuitsluiting binnen dezelfde pa-rentele, kleine kloving tussen broers en half-broers aan beide zijden en onbeperkte plaatsver-vulling
Dus: 1/2 van vaderlijke lijn : HBV : 1/6, B : 1/6 en N1 en N2 elk 1/12; in 1/2 van moederlijke lijn : B: 1/6, N1 en N2 elk 1/12, HBM : 1/6
Ligurische costumiere intestaaterfrecht
V M2
GVM
HBV Z
Echtg
Erflater ZB
N1 N2EBHK
HBM
GM
X
Echtg Echtg
1/6VE 1/6VE
1/12VE
1/12VE
1/6VE1/6VE
1/12VE1/12VE
Franse revolutionaire erfrechten Burgerlijk wetboek
Revolutionaire recht : alles naar EBHK, 1ste parentele en niet-discriminatiewet voor een eenvoudig buitenhuwelijks kind (art. 8 decreet van 1793 en 64 decreet van 1794: zie tekstenboek)
Burgerlijk Wetboek : alles naar EBHK (art. 334 en 745, eerste lid, laatste zinsnede B.W.)
N.B. Ter vergelijking : Code Civil ?
Franse revolutionaire erfrecht en Burgerlijk wetboek
V M2
GVM
HBV Z
Echtg
Erflater ZB
N1 N2EBHK
HBM
GM
X
Echtg Echtg
1/1VE
Intestaaterfrecht oefening 5Opgave
Bart De Brabandere komt om in een vliegtuigcrash en laat volgende familieleden na: zijn weduwe (Jackie), een eerste kind (Anja), een tweede kind (Bertrand) die zijn nalatenschap verwerpt, een derde kind (Karolien) veroordeeld wegens poging tot doding van de erflater, Marcel, de zoon van Karolien, Herbert en Istvan, kinderen van een vierde overleden kind David, Jeroen, kind van een vijfde vooroverleden kind Egbert die voor zijn overlijden verklaarde dat hij de nala-tenschap zou verwerpen, Karel, kind van een zesde voor-overleden kind Fien dat de nalatenschap van Fien heeft verworpen, en Robert en Sander, kleinkinderen van een zevende vooroverleden kind Gustaaf. Sander is een, in een authentieke akte erkend, eenvoudig buitenhuwelijks kind.
Wie erft wat in breukdelen van de nalatenschap in het a) het Franse revolutionaire intestaaterfrecht, b) het erfrecht van de de Code Civil en c) het erfrecht van het B.W.?
Intestaaterfrecht oefening 5Tekening
Echtg.Erflater
K1 K2 K3 K4 K5 K6 K7
KK1 KK2 KK3 KK4 KK5 KK6
AKK1 AKK2
X
verwerptnalatenschap
poging tot doodslagverklaarde te zullen
verwerpen
verwierpnalatenschap van K6 buitenhuwelijks kind
Franse revolutionaire intestaaterfrecht
Geen onwaardigheden, gelijkheid van er-kende, eenvoudige buitenhuwelijkse kinde-ren, kleinkinderen of achterkleinkinderen (art. 8 en 16 van het decreet van 1793), on-beperkte plaatsvervulling voor descenden-ten (art. 66 decr. 1794)
Dus, K1 en K3, elk 1/6; KK2 en KK3, elk 1/12, KK4 en KK5, elk 1/6 en AKK1 en AKK2 elk 1/12.
Franse revolutionaire intestaaterfrecht
Echtg.Erflater
K1 K2 K3 K4 K5 K6 K7
KK1 KK2 KK3 KK4 KK5 KK6
AKK1 AKK2
X
1/6VE 1/6VE
1/6VE1/12VE 1/6VE
1/12VE
1/12VE
1/12VE
verwerptnalatenschap
poging tot doodslagverklaarde te zullen
verwerpen
verwierpnalatenschap van K6
Intestaaterfrecht van de Code Civil
Kent wel onwaardigheden (art. 727 C.C.), zodat K3 is uitgesloten, geen plaatsvervulling voor KK1 omdat K3 nog leeft (art. 787 C.C.). KK2 is een buitenhuwelijks kind dat alleen kan erven van KK6. De echtgenoot staat in 5de orde en erft dus niet.
Dus K1: 1/5 VE, KK1 en KK2 elk 1/10 VE, KK4 en KK5 elk 1/5 VE en AKK1 1/5 VE
Intestaaterfrecht van Code Civil
Echtg.Erflater
K1 K2 K3 K4 K5 K6 K7
KK1 KK2 KK3 KK4 KK5 KK6
AKK1 AKK2
X
1/10VE1/10VE
1/5VE
1/5VE 1/5VE
1/5VE
poging tot doodslagverklaarde te zullen
verwerpen
verwierpnalatenschap van K6
verwerptnalatenschap
Intestaaterfrecht in Burgerlijk wetboek
Echtgenoot heeft VG op de gehele nalatenschap (art. 745bis §1, lid 1 B.W.), waardoor alleen de NE op gehele nalatenschap overblijft. Het, in een authentieke akte erkend, buitenhuwelijks kind is gelijkwaardig (art. 334 en 745, eerste lid, laatste zinsnede B.W.). De onwaardigheid blijft bestaan (art. 727 B.W.).
Dus : idem als C.C. maar in NE en dus K1: 1/5 NE, KK1 en KK2 elk 1/10 NE, KK4 en KK5 elk 1/5 NE en AKK1 en AKK2 elk 1/10 in NE
Intestaaterfrecht in Burgerlijk wetboek
Echtg.Erflater
K1 K2 K3 K4 K5 K6 K7
KK1 KK2 KK3 KK4 KK5 KK6
AKK1 AKK2
X VG op gehelenalatenschap
1/5NE
1/10NE 1/10NE 1/5NE 1/5NE
1/10NE 1/10NE
poging tot doodslagverklaarde te zullen
verwerpen
verwierpnalatenschap van K6
verwerptnalatenschap
Intestaaterfrecht oefening 6Opgave
Christophe Robert, student aan de befaamde hogeschool van Zoutleeuw, krijgt een hersen-bloeding na het studeren van de cursus …recht en overlijdt. Hij laat volgende familieleden na: zijn grootvader aan moederszijde (Gustaaf), zijn broer (Filip) die de nalatenschap verwerpt, diens zoon (Hector), zijn neef en nicht (Chris en Victoria), zoon en dochter van een vooroverleden zus.
Verdeel (in breukdelen) zijn nalatenschap volgens a) het Germaanse intestaaterfrecht en b) het intestaaterfrecht van het B.W.
Germaanse intestaaterfrecht
GVM in de 3de parentele, de rest in 2de pa-rentele, geen plaatsvervulling voor collate-ralen, verwerping door B, waardoor Ne1, Ni en Ne2 in dezelfde graad, maar mannen-voorrecht.
Dus: Ne1 en Ne2 elk ½ VE
Intestaaterfrecht Burgerlijk wetboek
B, Ne1, Ni en Ne2 in de 2de orde, GV in de 3de orde, Ne1 en Ni nemen plaats in van overleden zuster (art. 742 B.W.), maar B verwerpt en Ne2 kan zijn plaats niet inne-men (art. 744 en 787 B.W.)
Dus, Ne1 en Ni elk ½ VE
Intestaaterfrecht oefening 7Opgave
Johan Museum, ex-wielrenner, rijdt op een zater-dag met zijn fiets tegen de wagen van een onvoorzichtige dame. Hij komt onzacht met zijn hoofd op het wegdek terecht en overlijdt ter plaatse. Hij laat zijn vader Emmanuel, zijn broer Bernard en zijn echtgenote (Lieve Spitter) na. Het gemeenschappelijk huwelijksvermogen bedraagt 100, zijn eigen vermogen 80. Er is geen huwe-lijkscontract.
Wie krijgt wat volgens a) het intestaaterfrecht van de Code Civil en b) het intestaaterfrecht van het B.W.?
Intestaaterfrecht Code Civil
De gemeenschap bedraagt 100; de nalaten-schap : 50 (1/2 van 100 GV) + 80 EV = 130 VE
De langstlevende echtgenote krijgt 50 VE (1/2 van 100 GV) krachtens het huwelijksgoederen-recht (art. 1474 C.C.), maar zit in de 5de orde en krijgt dus niets van nalatenschap.
De nalatenschap (130 VE) wordt als volgt ver-deeld : V ¼ in VE en B ¾ in VE (art. 749 C.C).
Intestaaterfrecht Burgerlijk wetboek
De langstlevende echtgenote krijgt 50 VE (1/2 van 100 GV) volgens het huwelijks-vermogensrecht (art. 1445 B.W.) en vol-gens het erfrecht de andere 1/2 van GV (50 VE) en VG op 80 van het EV van man (art. 745bis §1, lid 2 B.W.)
Vader : 1/4 NE op 80 EV= 20 NE Broer : 3/4 NE op 80 EV= 60 NE (art. 749
B.W)
Intestaaterfrecht oefening 8Opgave
Philippe de Stroper wordt op een donkere avond over-vallen, neergestoken en beroofd van zijn persoonlijke bezittingen. Hij overlijdt aan de gevolgen van zijn ver-wondingen en laat volgende familieleden na : zijn echt-genote (Mathilde), zijn vader (Albert) en zijn broer Laurent, die zijn nalatenschap verwerpt, maar twee kinderen nalaat (Boudewijn en Delphine). Zijn nalaten-schap bestaat alleen uit geld.
Wie krijgt (in breukdelen) wat van die nalatenschap volgens a) het Germaanse erfrecht, b) het Ligurische costumiere erfrecht, c) het Franse revolutionaire intes-taaterfrecht, d) het intestaaterfrecht van de de ‘Code Civil’ en e) het intestaaterfrecht van het B.W.
Germaanse intestaaterfrecht
Echtgenote geen erfrecht; parentelenstel-sel, dus V, Ne en Ni in dezelfde 2de paren-tele, maar V in de 1ste Germaanse graad en Ne en Ni in tweede Germaanse graad.
Dus: alles naar V : 2de parentele, 1ste graad
Ligurische costumiere erfrecht
Echtgenote erft slechts na de bloed-verwanten, ascendentenuitsluiting : V uitgesloten
Dus: Ne en Ni elk ½ VE
Franse revolutionaire erfrecht
Echtgenote geen erfrecht, N1 en N2 in de 2de orde, de vader in 3de orde (art. 69 decreet: zie tekstenboek)
Dus N1 en N2 elk ½ VE
Intestaaterfrecht Code Civil
Echtgenote erft na de bloedverwanten, va-der samen met de afstammelingen van een broer, die in eigen hoofde (en dus niet als plaatsvervullers) opkomen (art. 751 C.C.)
Dus, V 1/1 VE; N1 en N2 niets
Echtgenote krijgt in VE het volledige GV en VG op het EV (art. 745bis §1, lid 2 B.W.)
De NE op de EV blijft over; V krijgt hiervan 1/1 NE (art. 751 B.W.)
Intestaaterfrecht Burgerlijk wetboek
Intestaaterfrecht Burgerlijk wetboek
V
ErflaterEchtg. B
Ne Ni
M
X verwerpt
VE van GV (ER)VG van EV (ER)
1/1 NE van EV
Intestaaterfrecht oefening 9Opgave
Gerard Talliman, buitengewoon hoogleraar aan de uni-versiteit van Ieper is zonder huwelijkscontract gehuwd met Xaviera Vanderstraeten. Nadat hij het zoveelste boek over het handelsrecht bij de Menapiërs heeft afgewerkt, krijgt hij door de stress die dit heeft meegebracht een hartaanval en overlijdt hij. Hij laat volgende familieleden na : zijn dierbare echtgenote (Xaviera), zijn vader (Vla-dimir), zijn grootvader aan moederszijde (Goran), zijn twee zussen (Monica en Jenny), een halfzus langs va-derszijde (Martine) en twee halfbroers langs moeders-zijde (Mario en Robert).
Wie krijgt (in breukdelen) wat van zijn nalatenschap volgens a) het Romeinse intestaaterfrecht, b) het intes-taaterfrecht van de Code Civil en c) het intestaaterfrecht van de B.W.
Romeinse intestaaterfrecht
GV en V met Z1 en Z2 in 2de orde, maar GV in verdere graad dan V, halfbroers en halfzussen in 3de orde, echtgenote 5de orde
Dus V, Z1 en Z2 hoofdelijk elk 1/3 VE
Romeinse intestaaterfrecht
Erflater
M
Z1
GVM
Z2
Echtg.
V
HBM HBMHZVX
GVM
Echtg Echtg
1/3 VE
1/3 VE 1/3 VE
Intestaaterfrecht Code Civil
De echtgenote, 5de orde, GV in 3de orde, broers en zussen 2de orde en toepassing van de kleine kloving (art. 752 C.C.)
Dus: V ¼ van nalatenschap in VE; rest ¾ VE naar (half)broers en (half)zussen; 3/8 in vaderlijke lijn naar HZV en Z1 en Z2, of elk 3/24 VE en 3/8 in moederlijke lijn naar Z1, Z2, HBM1 en HBM2, of elk 3/32 VE
Intestaaterfrecht Code Civil
Erflater
M
Z1
GVM
Z2
Echtg.
V
HBM HBMHZVX
GVM
Echtg Echtg
¼ VE
3/24VE 3/24VE3/24 VE3/32VE
3/32VE3/32VE3/32VE
Intestaaterfrecht Burgerlijk wetboek
Echtgenote erft in VE volledig GV en VG op EV (art. 745bis, 2de lid B.W.)
Nalatenschap = eigen vermogen in NE, verdeling volgens art. 752 B.W., zelfde breuken als C.C., maar nu alleen op NE van EV
Intestaaterfrecht Burgerlijk wetboek
Erflater
M
Z1
GVM
Z2
Echtg.
V
HBM HBMHZVX
GVM
Echtg Echtg
VE van GVVG van EV
¼ NE
3/24 NE 3/24NE 3/24NE3/32NE
3/32NE3/32NE3/32NE
NE op EV!!!
Intestaaterfrecht oefening 10Opgave
Nadine de Mol is gehuwd met Joris Spiessens. Bij haar overlijden laat zij volgende familieleden na: haar echtgenoot (Joris), haar vader (Victor de Mol), haar grootmoeder aan moederszijde (Greta de Blae-re), haar broers (Bolle en Dries) en twee kinderen van een vooroverleden halfbroer aan moederszijde (Hans en Ingeborg Seurinck). Nadine bracht één kind op de wereld (Betken), waarvan Jacques met succes het vaderschap betwistte. Nadine liet alleen geld na.
Wie krijgt (in breukdelen) wat van haar nalaten-schap volgens a) het Ligurische costumiere erfrecht, b) het Franse revolutionaire intestaaterfrecht, c) het intestaaterfrecht van de de Code Civil en d) het intestaaterfrecht van het B.W.
Intestaaterfrecht oefening 10Tekening
Erflater
V
B1
GMM
B2Echtg.
M
HB
HN1 HN2Overspelig
kind
GVM
Echtg
X
Ligurische costumiere erfrecht
Een overspelig kind erft niets (tenzij in ME en moeder maakt geen bastaard), echtge-noot erft slechts na de bloedverwanten, V en GMM erven niets door ascendentenuit-sluiting, kleine kloving tussen broers en halfbroers, onbeperkte plaatsvervulling bij collateralen
Dus: 1/2 in vaderlijke lijn : B1 en B2 elk 1/4 VE en 1/2 in moederlijke lijn : B1 en B2 elk 1/6 VE, HN1 en HN2 elk 1/12 VE
Ligurische costumiere erfrecht
Erflater
V
B1
GMM
B2Echtg.
M
HB
HN1 HN2Overspelig
kind
GVM
Echtg
X
1/4VE 1/4VE
1/12VE 1/12VE
1/6VE 1/6VE
Franse revolutionaire intestaaterfrecht
Overspelig kind erft 1/3 VE (art. 8 en 13 decreet van 1793); blijft dus over 2/3 VE
V en GMM erven niets door ascendentenuitslui-ting (art. 69 decr 1794), kleine kloving (art. 89 decr 1794) en onbeperkte plaatsvervulling (art. 77 decr 1794)
Dus: 2/6 van vaderlijke lijn naar B1 en B2 (elk 2/12 VE) en 2/6 van moederlijke lijn naar B1, B2 en N1 en N2 samen (B1 en B2 elk 2/18 VE en N1 en N2 elk 2/36 VE)
Franse revolutionaire intestaaterfrecht
Erflater
V
B1
GMM
B2Echtg.
M
HB
HN1 HN2Overspelig
kind
GVM
Echtg
X
1/3 VE
2/12VE 2/12VE
2/36VE 2/36VE
2/18VE 2/18VE
Intestaaterfrecht Code Civil
Overspelig kind erft niets (art. 757 en 762 C.C. : zie tekstenboek), kleine kloving (art. 751-752 C.C) : vader, 1/4 en 3/4 voor broers en zussen te verdelen over vaderlijke en moederlijke lijn
Dus : Vader : 1/4 VE 3/8 voor broers en zussen in vaderlijke lijn :
B1 en B2 elk 3/16 VE 3/8 voor broers en zussen in moederlijke
lijn : B1 en B2 elk 3/24 VE en N1 en N2 elk 3/48 VE
Intestaaterfrecht Code Civil
Erflater
V
B1
GMM
B2Echtg.
M
HB
HN1 HN2Overspelig
kind
GVM
Echtg
X
¼ VE
3/16VE 3/16VE
3/48VE 3/48VE
3/24VE 3/24VE
Intestaaterfrecht Burgerlijk wetboek
Alles naar het overspelig kind (art. 334 en 745 B.W.) : de afstamming staat vast door de geslaagde vaderschapsbetwisting
Met VG voor langstlevende op nalaten-schap
Intestaaterfrecht Burgerlijk wetboek
Erflater
V
B1
GMM
B2Echtg.
M
HB
HN1 HN2Overspelig
kind
GVM
Echtg
X
1/1 NE op nalatenschap
VG op nalatenschap
Intestaaterfrecht oefening 11Opgave
Walter de Potter is een hard werkende vrijgezel die zich nooit aangetrokken voelde door het vrouwelijk schoon en daarom ongehuwd door het leven gaat. Op 38-jarige leeftijd probeert hij een jongeman te verleiden. Die slaat hem neer waardoor Walter overlijdt. Hij laat twee broers (Buddy en Billy de Potter) na. Buddy en Billy, die beiden doceren aan de Katholieke Universiteit van Brabant, verwerpen de nalatenschap. Buddy heeft een dochter (Doortje) die met een Turk is gehuwd en hierdoor die laatste nationaliteit verwierf terwijl ze de Belgische verloor. Billy heeft twee dochters, Erika en Diva. Erika is een non.
Wie krijgt wat in breukdelen van de nalatenschap volgens: a) het Ligurische costumiere erfrecht en b) het intestaaterfrecht van het B.W.
Ligurische costumiere erfrecht
Normaal gezien zouden Ni1, Ni2 en Ni3 elk 1/3 VE erven, maar vreemdelinge en non zijn uitgesloten
Dus, Ni3 alles in VE
Intestaaterfrecht Burgerlijk wetboek
Vreemdelinge en non niet meer uitgesloten Dus Ni1, Ni2 en Ni3 elk 1/3 VE (art. 750 en
787 B.W.)
Intestaaterfrecht Burgerlijk wetboek
Erflater
V
B1 B2
Ni1 Ni2 Ni3
M
verwerpt verwerpt
Turkse non
1/3 VE 1/3 VE 1/3 VE
Intestaaterfrecht oefening 12Opgave (niet kennen)
Marie Depypere, een pittige dame van zestig lentes, is gehuwd met de 25-jarige Pieter Dedecker. Bij de schoonmaak van haar zolderkamer leunt zij iets te ver door het raam. Zij valt en overlijdt. Naast haar niet te troosten echtgenoot laat zij volgende familieleden na : haar vader (Valère), haar broer (Frederik) en twee buitenhuwelijkse zussen van vaderswege (Lucia en Demona) die haar vader voor zijn huwelijk had verwekt en telkens in een notariële akte had erkend. Demona werd echter veroordeeld wegens poging tot vergiftiging van de erflaatster. Het gemeenschappelijk huwelijksvermogen bedraagt 100, Marie’s eigen vermogen 70.
Wie krijgt (in cijfers) wat volgens a) het Franse revolutionaire intestaaterfrecht, b) het intestaaterfrecht van de Code Civil en c) het intestaaterfrecht van het B.W.
Intestaaterfrecht oefening 12Tekening (niet kennen)
Erflater
M
B
Echtg.
V
EBHZ2
X
EBHZ1
Strafrechtelijkveroordeeld
EBHvrouw
Franse revolutionaire erfrecht
Echtgenoot erft niet, krijgt wel 1/2 van GV of 50 VE
Nalatenschap 50 (1/2 van GV) + 70 EV = 120 VE, V uitgesloten (art. 69 decreet van 1794); geen onwaardigheden, natuurlijke kinderen erven (art. 9 decreet van 1793), kleine kloving bij halfbroers en halfzusters ook al zijn die natuurlijk (art. 89 decreet van 1794)
Dus 120 VE te verdelen over vaderlijke en de moederlijke lijn; 60 VE over vaderlijke lijn: EBHZ1, EBHZ2 en B elk 20 VE; 60 VE over de moederlijke lijn: B, 60 VE
Frans revolutionair erfrecht
Erflater
M
B
Echtg.
V
EBHZ2
X
EBHZ1
Strafrechtelijkveroordeeld
EBHvrouw
50 VE
20 VE 20 VE
20 VE60 VE
Intestaaterfrecht Code Civil
Echtgenoot 5de orde; krijgt wel 1/2 van GV of 50 VE volgens HGR
Nalatenschap 50 (1/2 van GV) + 70 EV= 120 VE; buitenhuwelijkse halfbroers en halfzussen kunnen niet erven (art. 756 C.C);
Dus, V krijgt ¼ van 120 VE= 30 VE en broer ¾ van 120 VE= 90 VE
Intestaaterfrecht Code Civil
Erflater
M
B
Echtg.
V
EBHZ2
X
EBHZ1
Strafrechtelijkveroordeeld
EBHvrouw
50 VE (HGR)
30 VE
90 VE
Intestaaterfrecht Burgerlijk wetboek
Echtgenoot krijgt 50 VE volgens HGR en 50 VE en 70 VG volgens art. 745bis §1, 2de lid B.W.
Nog 70 NE te verdelen over V en broers en zussen; ook natuurlijke broers en zussen erven (art. 334 B.W.), maar Demona is onwaardig (art. 727 B.W.), kleine klo-ving indien broers of zussen in meerdere bedden (art. 752 B.W.)
Dus, V ¼ NE van 70 EV, en B en BHZu1 samen ¾NE op 70 EV. Hiervan gaat dan 3/8 naar B en BHZu1 (vaderlijke lijn), of elk 3/16 NE op 70 EV, en 3/8 naar B (moederlijke lijn)
Intestaaterfrecht Burgerlijk wetboek
Erflater
M
B
Echtg.
V
EBHZ2
X
EBHZ1
Strafrechtelijkveroordeeld
EBHvrouw
50 VE (HGR)50 VE (ER)VG op 70 EV
¼ NE op 70 EV
3/8NE op 70EV3/16NE op 70EV
3/16 NE op 70 EV
Intestaaterfrecht oefening 13Opgave
Joost de Damhouder, notoir schrijver van jeugd-boeken, overlijdt kinderloos. Aan vaderszijde laat hij zijn grootvader (Louis de Damhouder), zijn groot-moeder (Anna) en twee kinderen van een voorover-leden oom (Hugo en Livine), na. Aan moederszijde leven nog zijn grootmoeder (Bertha) en de zoon van een vooroverleden halfbroer (Frans). De nalaten-schap van Joost bevat bevat alleen geld.
Wie krijgt (in breukdelen) wat volgens a) het Romeinse intestaaterfrecht, b) het Ligurische costu-miere erfrecht en c) het intestaaterfrecht van het hui-dige B.W.
Romeinse intestaaterfrecht
GVV, GMV en GMM zitten in 2de orde, HNM zit in 3de orde en Ne en Ni in 4de orde, enkele kloving bij ascendenten
Dus, GVV ¼VE, GMV ¼VE en GMM ½VE
Ligurische costumiere erfrecht
Zoveel mogelijk kloving; ascendenten-uitsluiting
Dus, ½ VE vaderlijke lijn naar Ne en Ni (elk ¼ VE) en ½ VE moederlijke lijn naar HNM
Intestaaterfrecht Burgerlijk wetboek
HNM zit in 2de orde (art. 733, 750 en 752 laatste zin B.W.), GVV, GMV en GMM zitten in derde orde en Ne en Ni in vierde orde
Dus: alles naar HNM
Intestaaterfrecht oefening 13bis?In B.W.
Erflater
V M
GVV GMV
OV
Ne Ni B
N
GVV GMM
Echtg2
HBM
HNM1/2 VE¼ VE ¼ VE
Intestaaterfrecht oefening 14Opgave
Baron Victor Lippendienst, voorzitter van de bank-groep “Samen sterk”, valt van zijn paard tijdens een vossenjacht. De vos keert op zijn stappen terug en bijt hem … op een niet te vermelden plaats. De vos was besmet met rabiës waartegen de baron niet was ingeënt. Twee weken later is hij gestorven. Baron Victor laat zijn moeder (Mamma Mia), een halfbroer aan vaderszijde (Hector) en twee halfzussen aan moederszijde (Liesbet en Antoinette) na. In zijn nalatenschap bevinden zich een pak aandelen van de KBC.
Wie krijgt (in breukdelen) wat van zijn nalatenschap volgens a) Romeinse intestaaterfrecht, b) Ligurische costumiere erfrecht en c) het intestaaterfrecht van het huidige B.W.
Ligurische costumiere erfrecht
M uitgesloten, (kleine) kloving naar broers en zussen;
Dus ½ van vaderlijke lijn naar HBV in VE en ½ van moederlijke lijn naar HZM1 en HZM2 (elk ¼VE)
Intestaaterfrecht Burgerlijk wetboek
Art. 752 B.W. : M krijgt ¼ VE, en ¾ te verdelen over HBV, HZM1 en HZM2.
Die ¾ moeten worden (klein) gekloofd. 3/8 vaderlijke lijn gaat naar HBV in VE en 3/8 moederlijke lijn naar HZM1 en HZM2 (elk 3/16 VE)
Intestaaterfrecht Burgerlijk wetboek
Erflater
V M
HZM1HBV HZM2
Echtg1 Echtg1
3/8 VE 3/16 VE 3/16 VE
¼ VE
Intestaaterfrecht oefening 15Opgave
Sjaak Wederbots overlijdt kinderloos. Op zijn begrafenis zijn al zijn familieleden aanwezig: zijn echtgenote (Madeleine Soldaat), zijn moeder (Hilde Sergeant), zijn broer (Jos Wederbots), diens zoon (Arend Wederbots) en zijn halfbroer en halfzus aan vaderszijde (Carl en Carine Wederbots). Jos is een fervente communist en verwerpt de nalatenschap. In het huwelijkscontract tussen Sjaak en Madeleine is bepaald dat wie van beide het langst leeft, alle goederen van de gemeenschap krijgt. Bij inventaris wordt vastgesteld dat de gemeenschapsgoederen 1000 bedragen en Sjaak’s eigen goederen 1600.
Wie krijgt (in cijfers) wat, volgens a) het Romeinse intestaaterfrecht, b) het intestaaterfrecht van de 'Code Civil' en c) het intestaaterfrecht van het huidige B.W.
Romeins intestaaterfrecht
Echtgenote krijgt volledige gemeenschap krachtens huwelijkscontract : 1.000 VE
HBV en HBZ in 3de orde; M en B in 2de orde en erven hoofdelijk, maar B verwerpt en N staat in de derde graad en geen plaatsvervulling na verwerping;
Dus M krijgt alles (1600 VE)
Intestaaterfrecht Code Civil
Echtgenote krijgt volledige gemeenschap krach-tens het huwelijkscontract : krijgt dus 1000 VE
M erft ¼ van 1600 (= 400 VE) krachtens art. 749 en 751 C.C. Daarna kleine kloving naar broers en zussen, dus 3/8 (= 600 VE) voor HBV en HBV aan vaderszijde (elk 300 VE) en 3/8 (= 600 VE) voor N aan moederszijde (B verwerpt). N krijgt aan vaderszijde niets omdat hij in een te verre graad staat.
Intestaaterfrecht Code Civil
Erflater
V M
HBVX
Echtg.
B
N
HZV verwerpt
Echtg.
1000 VE HGR
400 VE
300 VE 300 VE
600 VE
Intestaaterfrecht Burgerlijk wetboek
Langstlevende echtgenoot : 1000 GV in VE (huwelijkscontract) + VG op 1600 (EV) (art. 745bis §1, lid 2 B.W.)
Art. 749 en 751 B.W. voor NE op 1600: moeder 1/4 van 1600 = 400 NE; daarna kleine kloving naar broers en zussen; dus 3/8 (= 600 NE) voor HBV en HBV (elk 300 NE) en 3/8 (= 600 NE) voor N (B verwerpt)
Intestaaterfrecht Burgerlijk wetboek
Erflater
VM
HBVX
Echtg.
B
N
HZV verwerpt
Echtg.
1000 VE (HGR)1600 VG (ER)
400 NE
300 NE 300 NE
600 NE
Intestaaterfrecht oefening 15bis?In B.W.
Erflater
VM
HBVX
Echtg.
B
N
HZV
Echtg. 400 NE
200 NE 200 NE200 NE600 NE1000 VE (HGR)
1600 VG (ER)
Intestaaterfrecht oefening 16Opgave
De levensgenieter Willem Sanscousi overlijdt aan een hartaanval. Hij laat volgende familieleden na: zijn broer (Pol), diens twee kinderen (Angelique en Sofie) en Jos Pardoes, de overspelige zoon van een vooroverleden halfbroer aan vaderszijde die door deze halfbroer in een brief werd erkend. Pol heeft al meer dan genoeg geld en verwerpt de nalatenschap.
Wie krijgt wat in breukdelen volgens : a) het Franse revolutionaire intestaaterfrecht, b) het intestaaterf-recht van de Code Civil en c) het intestaaterfrecht van het huidig B.W.
Intestaaterfrecht oefening 16Tekening
Erflater
V M
B
N N
M
HB
OHN
verwerpt
overspelig,erkend in brief
Franse revolutionaire intestaaterfrecht
Natuurlijk kind erft indien erkend in geschrift (art. 8 en 9 decreet 1793), maar slechts 1/3 indien over-spelig (art. 13 decreet 1793); rest krachtens art. 90 decreet 1794 naar andere lijn, waar dan kleine kloving naar broers- en halfbroers (art. 89 decreet 1794)
½ in vaderlijke lijn naar OHN : N en N ook in vaderlijke lijn, maar zitten graad te ver, daar OHN in graad kan opschuiven. OHN krijgt slechts 1/3 hiervan = 1/6 VE; moederlijke lijn rest bij uitputting van lijn, dus 5/6: 2= 5/12 voor N en N
Franse revolutionaire intestaaterfrecht
Erflater
V M
B
N N
M
HB
OHN
verwerpt
overspelig,erkend in brief
1/6 VE 5/12 VE 5/12 VE
Intestaaterfrecht Code Civil
Overspelige kinderen krijgen niets (art. 335, 342 en 762 C.C.)
Dus OHN niets en N en N elk ½ VE
Intestaaterfrecht Burgerlijk wetboek
Overspelige kinderen erven alleen … indien erkend in een authentieke akte (art. 327 B.W.)
Dus: OHN niets en N en N elk ½
Intestaaterfrecht Burgerlijk wetboek
Erflater
V M
B
N N
M
HB
OHN
verwerpt
overspelig,erkend in brief
½ VE ½ VE
Intestaaterfrecht oefening 16bisin B.W.
Erflater
V M
B
N N
M
HB
OHNoverspelig,erkend in
erkenningsakte
Overleden
1/4 1/8 1/81/4 1/4
Intestaaterfrecht oefening 17Opgave
Adolf Moustache pleegt zelfmoord na een jaren-lang verblijf in een krankzinnigengesticht wegens grootheidswaanzin. Hij laat volgende familiele-den na: zijn vader Wodan, zijn moeder Jeanette en Adam en Eva, halfbroer en halfzus aan moe-derszijde.
Wie krijgt (in breukdelen) wat van zijn nalaten-schap volgens a) het Romeinse intestaaterfrecht, b) het Franse revolutionaire intestaaterfrecht en c) het intestaaterfrecht van de 'Code Civil'
Franse revolutionaire intestaaterfrecht
Ascendentenuitsluiting … en in dezelfde graad (art. 76 decr. 1794)
Dus HB en HZ elk ½VE
Intestaaterfrecht in Code Civil en Burgerlijk wetboek
V en M elk ¼ VE en HB en HZ elk ¼ VE (art. 748 en 751 C.C./ B.W.)
Intestaaterfrecht oefening 18Opgave
Julien, een fitte twintiger, overlijdt tijdens een aerobicsles, en laat aan vaderszijde een over-grootvader en overgrootmoeder (ouders van zijn grootvader) na. Aan moederszijde leven nog zijn overgrootouders aan grootvaderzijde, een over-grootvader aan grootmoederzijde en een groot-tante (zuster van zijn grootmoeder). Julien laat alleen geld na.
Wie krijgt in (breukdelen) wat van zijn nalatenschap volgens a) het Ligurische costumiere erfrecht, b) het Franse revolutionaire intestaaterfrecht en c) het intestaaterfrecht van het B.W.
Intestaaterfrecht oefening 18Tekening
Erflater
V M
GVV GMV
OGVV OGMV
GVM GMM
OGVM OGMM OGVM OGMM
GTM
Ligurische costumiere erfrecht
Altijd kloving en herkloving, pas dan ascendentenuitsluiting
Dus OGVV en OGMV elk 1/4; OGVM en OGMM elk 1/8 en GTM door as-cendentenuitsluiting ¼
Ligurische costumiere erfrecht
Erflater
V M
GVV GMV
OGVV OGMV
GVM GMM
OGVM OGMM OGVM OGMM
GTM
¼ VE ¼ VE 1/8 VE 1/8 VE
¼ VE
Franse revolutionaire intestaaterfrecht
Geen kloving/herkloving bij concurrentie van ascendenten en collateralen
Door ascendentenuitsluiting alles naar GTM (art. 72 en 76 decr 1794)
Franse revolutionaire intestaaterfrecht
Erflater
V M
GVV GMV
OGVV OGMV
GVM GMM
OGVM OGMM OGVM OGMM
GTM
1/1 VE
Intestaaterfrecht Burgerlijk wetboek
Kloving, maar geen herkloving (art. 733 en 734 B.W.), OGVV, OGVM, OGVM, OGMM en OGVM zijn ascendenten (3de orde) en GTM collateraaal (4de orde) : art. 746 en 753 B.W.
OGVV en OGVM elk 1/4; OGVM, OGMM en OGVM elk 1/6
Intestaaterfrecht Burgerlijk wetboek
Erflater
V M
GVV GMV
OGVV OGMV
GVM GMM
OGVM OGMM OGVM OGMM
GTM
¼ VE ¼ VE 1/6 VE 1/6 VE 1/6 VE
Intestaaterfrecht oefening 19Opgave
Dieter Blomme, banketbakker, overlijdt aan de gevolgen van een voedselvergiftiging. Hij laat aan va-derszijde een grootvader (Peter) na, en aan moe-derszijde een oom (Zaki) en een overgrootvader (Henk), vader van zijn overleden grootmoeder (Laura). In zijn nalatenschap bevindt zich een boerderij die hij erfde van zijn groot-vader aan moederszijde (waarde 1200) en een aantal interessante bakvormen (waarde 400).
Wie erft wat volgens a) het Romeinse intestaaterfrecht, b) het Ligurische costumiere erfrecht, c) het Franse revolutionaire intestaaterfrecht en d) het intestaaterfrecht van het B.W.
Romeinse intestaaterfrecht
Eenheid van de nalatenschap : herkomst goederen van geen belang; ascendenten (2de orde) erven voor de collateralen (4de orde); kloving bij ascendenten
Dus : GVV krijgt ½ van 1600 = 800 VE en OGVV krijgt ½ van 1600 = 800 VE
Ligurische costumiere erfrecht
Werkelijk terugvalrecht voor familiegoede-ren, kloving voor roerende goederen (en dit zowel naar de ascendenten als naar colla-teralen of de combinatie ervan) en ascen-dentenuitsluiting
Boerderij : 1200 naar OM (werkelijk terug-valrecht)
Bakvormen 400 VE : ½ naar GVV (= 200 VE) en ½ naar OM (=200 VE)
Ligurische costumiere erfrecht
Erflater
V M
GVV GMV GMM
OGVM OGMM
OM
GVM
200 VE
200 VE1200 VE (boerderij)
Franse revolutionaire intestaaterfrecht
Eenheid van de nalatenschap; uitsluiting van ascendenten door diegenen die van hen afstammen, maar ook zij die in de-zelfde graad staan (art. 76 decreet van 1794)
Alles naar OM
Intestaaterfrecht Burgerlijk wetboek
Eenheid van nalatenschap; kloving tussen ascendenten en collateralen (art. 733-734, 746 en 753 B.W.), OGMV in derde en OM in vierde orde
Dus: ½ naar GVV en ½ naar OGVM of elk 800 VE
Intestaaterfrecht oefening 20Opgave
Polleke de Mesmaeker wordt in zijn slaap neer-gestoken door zijn jaloerse echtgenote (Bertine de Waerzegger). Bertine wordt hiervoor veroordeeld door de strafrechtbank. Aan vaderszijde laat hij een kleinkind van een oom na en aan moederszijde twee zonen van een groottante. Polleke laat alleen geld na.
Wie krijgt (in breukdelen) wat van zijn nalatenschap volgens a) het Romeinse intestaaterfrecht, b) het Liguri-sche costumiere recht, c) het Franse revolutionaire intestaaterfrecht d) het intestaaterfrecht van de Code Civil en e) het intestaaterfrecht van het B.W.
Intestaaterfrecht oefening 20Tekening
Erflater
V M
GMVGVV
OV
KV
AK
GMM
OGVM OGMM
GTMGVM
L P
X Echtg.
Romeinse intestaaterfrecht
Echtgenote in 5de orde (en onwaardig); geen kloving naar collateralen, geen plaatsvervulling in 2de en 3de zijlinie en AK, L en P elk in 4de orde en 5de graad; gelijke graad gelijke delen
Dus, AK, L en P elk 1/3 VE
Romeinse intestaaterfrecht
Erflater
V M
GMVGVV
OV
KV
AK
GMM
OGVM OGMM
GTMGVM
L P
X Echtg.
1/3 VE
1/3 VE 1/3 VE
Ligurische costumiere erfrecht
Echtgenote erft na de bloedverwanten (en onwaardig), kloving (en herkloving) naar collateralen
Dus, AK ½ VE en L en P elk ¼ VE
Ligurische costumiere erfrecht
Erflater
V M
GMVGVV
OV
KV
AK
GMM
OGVM OGMM
GTMGVM
L P
X Echtg.
½ VE
¼ VE ¼ VE
Franse revolutionaire intestaaterfrecht
Echtgenote erft niet; kloving naar collate-ralen (art. 83 decreet van 1794)
Dus, AK ½ VE en L en P elk ¼ VE
Franse revolutionaire intestaaterfrecht
Erflater
V M
GMVGVV
OV
KV
AK
GMM
OGVM OGMM
GTMGVM
L P
X Echtg.
½ VE
¼ VE ¼ VE
Intestaaterfrecht Code Civil
Echtgenote erft slechts na de bloedverwan-ten (art. 733, 764 en 753 C.C.) en onwaar-dig, enkele kloving en grens van de erfge-rechtigheid 12de graad
Dus, AK ½ VE en L en P elk ¼ VE
Intestaaterfrecht Code Civil
Erflater
V M
GMVGVV
OV
KV
AK
GMM
OGVM OGMM
GTMGVM
L P
X Echtg.
½ VE
¼ VE ¼ VE
onwaardig
Intestaaterfrecht Burgerlijk wetboek
L en P erven niet (5de graad en geen plaatsver-vulling in derde zijlinie): art. 742 B.W. AK staat ook in de 5de graad maar kan krachtens art. 742 B.W wel plaatsvervullen in tweede zijlinie; over-gang van de ene naar de andere lijn bij uitputting (art. 733, laatste lid B.W); echtgenote onwaardig.
Dus alles naar AK
Intestaaterfrecht Burgerlijk wetboek
Erflater
V M
GMVGVV
OV
KV
AK
GMM
OGVM OGMM
GTMGVM
L P
X Echtg.
1/1VE
Erven niet:- 5de graad- Geen plaatsvervulling
Intestaaterfrecht oefening 21Opgave
Jan Kouskas, gevierd voetballer bij Anderlecht, wordt neergeschoten omdat hij in de finale van het Euro-pees voetbalkampioenschap een penalty miste. Hij laat volgende bloedverwanten na : aan vaderszijde, zijn grootvader (Dimitri Kouskas); aan moederszijde, twee neven (Leon en Boris), kinderen van een voor-overleden oom (Nikita), en drie achternichten (Sas-kia, Petra en Christina), kinderen van een overleden derde kind van Nikita.
Wie krijgt wat in breukdelen van zijn nalatenschap a) in het Franse revolutionaire intestaaterfrecht, b) het intestaaterfrecht van de 'Code Civil' en c) het intes-taaterfrecht van het B.W.
Franse revolutionaire erfrecht
Ascendentenuitsluiting : GVV uitgesloten (art. 72 en 76 decr. 1794); plaatsvervulling in tweede zijlinie mogelijk (art. 82 decr. 1794)
Dus: N en N elk 1/3 en AN, AN en AN elk 1/9
Intestaaterfrecht Code Civil
Kloving (art. 733 en 753 C.C.) en geen plaatsvervulling in tweede zijlinie voor AN, AN en AN
Dus: GVV : 1/2, N en N elk 1/4
Intestaaterfrecht Burgerlijk wetboek
Idem zoals C.C., maar nu wel plaatsver-vulling in de tweede zijlinie voor AN, AN en AN (art. 742 B.W.)
Dus: GVV, ½, N en N elk 1/6 en AN, AN en AN elk 1/18
Intestaaterfrecht Burgerlijk wetboek
Erflater
V M
GMVGVV GMMGVM
OM
N N N
AN AN AN
1/6 1/6
1/2
1/18 1/18 1/18
Intestaaterfrecht oefening 22Opgave
Walter van der Steen loopt met zijn hoofd tegen een luchter en overlijdt aan de hierbij opgelopen verwon-dingen. Hij laat volgende familieleden na : zijn echt-genote (Louise Sleen), zijn vader (Lambik), zijn tante aan moederszijde (Thérèse Pijp) en een neefje (Sus-ke Sterkx), het kind van een vooroverleden oom aan moederszijde. Het gemeenschappelijk vermogen be-draagt 140, het eigen vermogen 70. Onder deze laatste bevinden zich een pak aandelen, waarde 20, destijds door vader Lambik met een uitdrukkelijk terugkeerbeding aan zijn zoon Walter geschonken en nog in natura aanwezig in de nalatenschap.
Wie krijgt wat volgens a) het Franse revolutionaire intestaaterfrecht, b) het intestaaterfrecht van de Code Civil en c) het intestaaterfrecht van het B.W.
Franse revolutionaire intestaaterfrecht
Echtgenote krijgt 70 VE (1/2 van 140 GV) krach-tens het huwelijksgoederenrecht
De nalatenschap bedraagt 70 + 70 (1/2 van 140 GV) = 140 VE;
V krijgt die 140 VE : zit in 3de orde (art. 69 decreet van 1794) en TM en NM in vierde orde; terugkeer-beding moet niet worden toegepast
Intestaaterfrecht Code Civil
Langstlevende krijgt 70 VE krachtens het huwe-lijksvermogensrecht (1474 C.C.)
De nalatenschap bedraagt 140 VE; anomale nalatenschap voor 20 VE, gemilderde kloving van art. 754 C.C; geen plaatsvervulling voor NM.
V krijgt : 20 VE aandelen naar V (art. 747 C.C.); (Gemilderde) kloving voor 120 VE + VG van V op deel
van TM (art. 754 C.C.), dus V nog 60 VE + 20 VG TM : 40 VE en 20 NE.
Intestaaterfrecht Code Civil
Erflater
V M
GMMGVM
OM
NM
TM
XEchtg
70 VE HGR
20 VE60 VE20 VG
40 VE20 NE
Intestaaterfrecht Burgerlijk wetboek
HGR: 70 VE naar echtgenote (art. 1445 B.W.); 70 VE GV naar echtgenote + VG op 70 EV (art. 745bis, §1, 2de lid). Rest 70 NE van EV.
V krijgt 20 (aandelen) in NE (art. 747 B.W.); nog 50 NE te verdelen; (gewone) kloving: 25 NE naar V en 25 NE naar NM (art. 742 B.W.) en TM, of dus elk 12,5 in NE.
Intestaaterfrecht Burgerlijk wetboek
EchtgenoteErfrecht70 VE
20 VG
EchtgenoteHGR70 VE
2O NE
50VG
50 NE
Vader TMNM
1/2 1/2
Echtgenote
anomaal Rest eigen goederen
Gemeenschap
Eig
en g
oede
ren
vrou
w
Intestaaterfrecht Burgerlijk wetboek
Erflater
V M
GMMGVM
OM
NM
TM
XEchtg
70 VE (HGR)70 VE (ER : ½ van gemeenschap70 VG (ER : VG op eigen goederen)
20 NE25 NE
12,5 NE
12,5 NE
Oplossing oefening 22bisBurgerlijk wetboek
Erflater
V M
GMMGVM
OM
NM
TM
20 VE60 VE20 VG
20 VE10 NE
20 VE10 NEEchtg
Intestaaterfrecht oefening 22bis
Oplossing : nalatenschap in dit geval 140 VE 20 VE naar V (art. 747 B.W.); Voor rest (120 VE) gemilderde kloving en VG
voor V (art. 754 B.W.); dus V: 60 VE en 20 VG; NM en TM samen 40 VE en 20 NE, of elk 20 VE en 10 NE.
Intestaatoefening 22trisRevolutionaire erfrecht en B.W.
Erflater
V
GMMGVM
OM
NM
TMM
20 VE60 VE
60 VE
Echtg
Intestaaterfrecht oefening 22quater Revolutionaire erfrecht en B.W.
Erflater
V M
GMMGVM
OM
NM
TM
BEchtg
20 VE30 VE
90 VE
Intestaaterfrecht oefening 23Opgave
Daniël Verdomme, een eeuwig doemdenker komt aan zijn einde zoals hij het altijd had gehoopt … rustig in zijn slaap. Hij laat volgende familieleden na: zijn vader (Marnix), zijn grootvader langs vaderszijde (Gust), zijn oom langs moederszijde (Rudy), zijn neef en nicht (Dimitri en Nathalie), kinderen van een vooroverleden tante aan moederszijde die haar nalatenschap hebben verworpen.
Wie krijgt (in breukdelen) wat van zijn nalatenschap volgens a) het Romeinse intestaaterfrecht b) het Ger-maanse intestaaterfrecht, c) het Franse revolutionaire intestaaterfrecht, d) het intestaaterfrecht van de ‘Code Civil’ en e) het intestaaterfrecht van het B.W.
Intestaaterfrecht oefening 23Tekening
Erflater
V M
GMMGVM
TM
NM
OM
NM
GMVGVV
Verwierpennalatenschap van TM
Romeinse intestaaterfrecht
Verwerpen nalatenschap van TM door NM en NM speelt geen rol voor het erven in nalaten-schap van erflater
Geen kloving, GVV en V in 2de orde (rest ver-dere orde), V in de dichtste graad
Dus: V krijgt alles
Intestaaterfrecht Code Civil
Kloving (art. 733-734 C.C.), maar ook 754 C.C. (gemilderde kloving) en geen plaatsvervulling voor NM en NM.
Dus, V: 1/2 (of 3/6) in VE en 1/6 VG en OM : 2/6 VE en 1/6 NE
Intestaaterfrecht Burgerlijk wetboek
Idem als C.C. maar nu ook plaatsvervulling voor NM en NM (art. 742 B.W.).
Dus, V : (1/2 (of 3/6) in VE en 1/6 VG, OM : 1/6 VE en 1/12 NE en NM en NM elk 1/12 VE en 1/24 NE
Intestaaterfrecht Burgerlijk wetboek
Erflater
V M
GMMGVM
TM
NM
OM
NM
GMVGVV
½ VE1/6 VG
1/4 VE1/12 NE
1/8 VE1/24NE
1/8VE1/24NE
Intestaaterfrecht oefening 24Opgave
Dieuwertje Cornelisse overleed aan aids, een ziekte die zij had opgelopen bij één haar reizen in Azie. Haar tragische dood wordt aan vaderzijde betreurd door Adolf en Björn, kinderen van een oom, en Dimitri en Evert, zonen van een overleden derde kind van die oom. Aan moederszijde zijn er Georg en Hansie, kinderen van een tante aan moederszijde, en Ingeborg en Jan, kinderen van grootoom aan grootmoederzijde.
Verdeel (in breuken) de nalatenschap van de erflater, volgens a) het intestaaterfrecht van de Code Civil en b) het intestaaterfrecht van het B.W.
Intestaaterfrecht oefening 24Tekening
Erflater
V M
GMMGVM
TM
NM NM
GMVGVV
OGMMOGVM
GOM
I JOV
NV NV NM
ANV ANV
Intestaaterfrecht Code Civil
(Enkele) kloving (art. 753 C.C.) en geen plaatsvervulling in 2de en 3de zijlinie (art. 742 C.C.)
Dus : NV en NV elk ¼ uit vaderlijke lijn en NM en NM elk ¼ uit moederlijke lijn (4de graad in 4de orde)
Intestaaterfrecht Code Civil
Erflater
V M
GMMGVM
TM
NM NM
GMVGVV
OGMMOGVM
GOM
I JOV
NV NV NM
ANV ANV
1/4 1/4 1/4 1/4X
X X
X
Intestaaterfrecht Burgerlijk wetboek
Enkele kloving (art. 753 B.W.) en nu wel plaatsvervulling in de 2de zijlinie, I en J in de 5de graad en geen plaatsvervulling mogelijk
Dus : NV en NV, elk 1/6 en ANV en ANV elk 1/12; NM en NM elk 1/4
Intestaaterfrecht Burgerlijk wetboek
Erflater
V M
GMMGVM
TM
NM NM
GMVGVV
OGMMOGVM
GOM
I JOV
NV NV NM
ANV ANV
1/6
1/12
1/4 1/41/6
1/12
X X
Intestaaterfrecht oefening 24bisCode Civil
Erflater
V M
GMMGVM
TM
ANM ANM
GMVGVV
OGMMOGVM
GOM
I JOV
NV NV NM
ANV ANV
NM
1/4 1/4
1/8 1/8
1/8 1/8
X X
X XX X
Intestaaterfrecht oefening 24tris Burgerlijk wetboek
Erflater
V M
GMMGVM
TM
ANM ANM
GMVGVV
OGMMOGVM
GOM
I JOV
NV NV NM
ANV ANV
NM
1/4 1/4
1/6
1/12
1/6
1/12
X X
Testamentaire erfrecht oefening 1Opgave
Pieter Laridon overlijdt en laat zijn echtgenote (Elke de Tiège) en zijn dochter (Karine) na. Pieter en Leona hadden een huwelijkscon-tract waarin bepaald staat dat zij kozen voor een algehele gemeenschap van goederen. Het gemeenschappelijk vermogen bedraagt 2.000.000 euro. Bij testament maakte Pieter een legaat van 400.000 euro over aan het Aidsfonds.
Wie krijgt wat 1° volgens de C.C. en 2° vol-gens het B.W.?
Code Civil
Alleen het kind reserve; langstlevende echtge-noot geen reserve
Berekening reserve Van de nalatenschap : ½ van gemeenschap (art.
1445 C.C.) = 1.000.000 Van de fictieve massa : 1.000.000; reserve voor
één kind: ½ VE = 500.000 VE (art. 913 B.W.); BG = 500.000 VE (art. 913 B.W.)
Code Civil
(BG500.000)
(RES 1 kind (1)500.000)
250.000 250.000 250.000 250.000
LegaatAidsfonds400.000
100.000
Code Civil
(BG500.000)
(RES 1 kind (1)500.000)
250.000 250.000 250.000 250.000
LegaatAidsfonds400.000
100.000
Kind : 600.000 VE
500.000
Code Civil
Aidsfonds : 400 VE (legaat overschrijdt niet het beschikbare gedeelte)
Rest : 600 VE (500 van de reserve en 100 van het beschikbaar gedeelte waar-over niet is beschikt) naar het kind
Burgerlijk wetboek Drie bewerkingen
Fase 1: wat is de fictieve massa en de reserve indien er geen langstlevende echtgenoot is ? Fictieve massa : 1.000.000 : nalatenschap = ½ van
de gemeenschap van 2.000.000 (art. 1445 B.W.) Reserve voor één kind: ½ VE = 500.000 VE (art. 913
B.W.); Beschikbaar gedeelte = 500.000 VE Fase 2: de reserve van de langstlevende bepalen : VG op de ½
van intestaatnalatenschap van langstlevende (art. 915bis §1 B.W.) Intestaatnalatenschap echtgenote : VG op 1.000.000 Reserve = VG op ½ van = VG op 500.000 Naar evenredigheid te verdelen over BG en RES (art. 915bis §
4 B.W.) Fase 3: legaten of schenkingen verrekenen op het beschikbaar
gedeelte en niet weggegeven VG langstlevende herstellen
Burgerlijk wetboek (fase 1)
BG 1 kind500.000
RES 1 kind500.000
BG500.000
RES 1 kind500.000
(1) Indien geen langstlevende echtgenoot
Burgerlijk wetboek (fase 2)
1.000.000 VG
Intestaaterfrecht van de langstlevende echtgenootVG op 1.000.000 (art. 745bis §1, lid één B.W.)
1.000.000 NE
Kindab intestato
(art. 745 B.W.)
Burgerlijk wetboek (fase 2)
500.000 VG
Reserve van de langstlevende :VG op ½ van 1.000.000 = 500.000 (915bis §1 B.W.)
1.000.000 VG
Weg te schenken Weg te schenken
250.000 250.000
Naar evenredigheid opBG en reserve (art. 915 §4 B.W.)
Burgerlijk wetboek (fase 2)
(BG500.000)
(RES 1 kind500.000)
250.000 250.000 250.000 250.000
500.000 VGReserve
langstlevende echtgenoot
Naar evenredigheid op BG en RES
Burgerlijk wetboek (fase 3)
(BG500.000)
(RES 1 kind (1)500.000)
250.000 250.000 250.000 250.000
LegaatAidsfonds400.000 100.000
(1) Indien geen langstlevende echtgenoot
Burgerlijk wetboek (fase 3)
(BG500.000)
(RES 1 kind500.000)
250.000 250.000 250.000 250.000
500.000 VG
100.000
LegaatAidsfonds400.000
Burgerlijk wetboek (fase 3)
(BG500.000)
(RES 1 kind500.000)
250.000 250.000 250.000 250.000
500.000 VG
VE NE
250.000 150.000
Aidsfonds
100.000
Burgerlijk wetboek (fase 3)
(BG500.000)
(RES kind500.000)
250.000 250.000 250.000 250.000
250.000 VG
VE NE250.000
150.000
Aidsfonds Kind (ab intestato)
VG 250.000Langstlevende
Niet weggeschonken
100.000
NENE500.000
500.000 VG
Burgerlijk wetboek (fase 3)
(BG500.000)
(RES kind500.000)
250.000 250.000 250.000 250.000
750.000 VG
VE NE250.000
150.000
Aidsfonds Kind (ab intestato)
VG van de langstlevende
echtgenoot(ab intestato)
NE
600.000
Testamentaire erfrecht oefening 2Opgave
Lena overlijdt en laat haar echtgenoot (Xavier) en twee kinderen (Karel en Kurt) na. Kind Kurt kreeg van Lena vier jaar voor haar overlijden een schenking “buiten erfdeel” van 200.000 euro. Lena gaf bij legaat 300.000 euro aan het bestuur van de armenzorg van Brussel. De nagelaten eigen goederen van Lena bedragen 1.000.000 euro. Het echtpaar was gehuwd onder het stelsel van de scheiding van goe-deren.
Wie krijgt wat volgens het B.W.?
Testamentaire erfrecht oefening 2Tekening
Erflater
K1
X Echtg
OCMW Brussel
K2
Legaat300.000
Schenking BE
200.000
Zowel de kinderen als de echtgenote hebben een reserve
Berekening van de reserve van de (twee) kinderen Fictieve massa : 1.000.000 VE (nalatenschap) +
200.000 VE (schenking) = 1.200.000 VE Reserve twee kinderen (zonder echtgenoot) : 2/3
van F.M. (art. 913 B.W.) = 2/3 van 1.200.000 = 800.000 VE; BG = 400.000 VE
Reserve van echtgenoot : 600.000 VG, voor 2/3 aan te rekenen op reserve kinderen en 1/3 op BG (art. 915bis §4 B.W.)
Burgerlijk wetboek
Burgerlijk wetboek
200.000 200.000NE
800.000200.000
Schenking (b.e.)aan K1
Legaat OCMW (ingekort van 300.000 naar 200.000!)
2 kinderen
Burgerlijk wetboek
Reserve langstlevendeechtgenoot
600.000 VG
Pro rata op BG en reserve* 2/3 op reserve = 400 VG* 1/3 op BG : 200 VG
Burgerlijk wetboek
200.000VE
200.000NE
200.000NE
Schenking (b.e.)aan K1
Legaat OCMW
Reserve langstlevendeechtgenoot
2 kinderen
600.000 VG
Burgerlijk wetboek
400.000NE
BG = 200.000 VE en 200.000 NERes = 800.000 VE min VG langstlevende
200.000VE
200.000NE
400.000NE
200.000NE
Schenkingaan K1
Legaat OCMW
Langstlevendeechtgenoot
2 kinderen
400.000 VG600.000 VG
Langstlevende : ingekort VG op erfboedel = 1.000.000 VG
Schenking van 200.000 VE aan K1 blijft behouden
Legaat aan OCMW ingekort tot 200.000 NE Twee kinderen : 800.000 NE of elk 400.000
NE
Burgerlijk wetboek
Karel Debaere overlijdt en laat drie kinderen (Albert, Bernard en Cyrille) na. Zijn nagelaten goederen bedragen 1.000.000 euro. Tien jaar voor zijn overlijden gaf hij zijn zoon Bernard een schenking van 200.000 euro. Bij legaat buiten erfdeel geeft hij zoon Albert 250.000 euro. Ber-nard aanvaardt de nalatenschap.
Wie krijgt wat volgens het B.W.? Quid indien Bernard de nalatenschap verwerpt?
Testamentaire erfrecht oefening 3Opgave
Testamentaire erfrecht oefening 3Tekening
Erflater
K1 K2 K3
Legaat (b.e.) van 250.000
Schenking van
200.000
Burgerlijk wetboek
Fictieve massa : 1.000.000 + 200.000 = 1.200.000 Reserve voor (drie) kinderen : ¾ van 1.200.000 =
900.000 VE; BG = 300.000 VE Indien K2 de nalatenschap aanvaard moet hij zijn
schenking (bij voorschot) inbrengen (art. 843 B.W.)
Resultaat : K1 250.000 via legaat buiten erfdeel (art. 843 en 919 B.W.); rest : 950.000 te verdelen over de drie kinderen (K1, K2 en K3)
Burgerlijk wetboek
900.000 VE
BG RES
Legaat250.000
VE
KIND 1 KIND 1KIND 2 samen 950.000 VEKIND 3
50.0
00 V
E
3/41/4
Testamentaire erfrecht oefening 3 Variante
Erflater
K1 K2 K3
Legaat buiten
erfdeel van 250.000
Schenking van 200.000:
verwerpt de nalatenschap
Testamentaire erfrecht oefening 3 Variante
Reserve is nu voor twee kinderen : 2/3 van 1.2000.000 euro is 800.000 RES en 400.000 BG
Kind 2 behoudt nu zijn schenking (200.000 VE), zodat voor legaat buiten erfdeel van kind 1 er nu maar 200.000 VE meer over-blijft. Rest (reserve 800.000) wordt ver-deeld over kind 1 en kind 3
Testamentaire erfrecht oefening 3 Variante
800.000 VE
BG RES
KIND 2 KIND 1ingekort
KIND 1 KIND 3
Schenking200.000 VE
Legaat200.000 VE
2/31/3
Testamentaire erfrecht oefening 4Opgave
Frederik Debusschere overlijdt en laat zijn va-der, twee kinderen (Albert en Bea) en twee kin-deren van een vooroverleden dochter (Felix en Gerard) na. Hij schonk tijdens zijn leven aan zijn zoon Albert 200.000 euro. Albert verwerpt de nalatenschap, maar heeft een zoon Erik. De nalatenschap bestaat uit 1.000.000 euro. Frede-rik schonk bij testament al zijn goederen aan de universiteit.
Wie krijgt wat volgens het B.W.?
Testamentaire erfrecht oefening 4Tekening
Erflater
K1 K2 K1
V M
KK1 KK2 KK3
Schenking van200.000 (b.v.),
maar verwerpt
Fictieve massa: 1.000.000 = 200.000 = 1.200.000 Reserve = 800.000 VE (2/3 van 1.200.000 = voor
twee kinderen en niet voor drie kinderen, want K1 verwerpt en KK1 kan niet in zijn plaats treden); BG: 1/3 of 400.000 VE
Schenking aan verwerpend K1 aan te rekenen op BG, dus K1 200.000 VE en de rest van het BG naar de universiteit als algemene legataris, dus ook 200.000 VE
Reserve (800.000 VE) naar K2 en KK2 en KK3, dus K2 : 400.000 VE en KK2 en KK3 elk 200.000 VE
Burgerlijk wetboek
Burgerlijk wetboek
800.000 VE
BG RES
Kind 1 Universiteit
Schenking200.000 VE
Legaat200.000 VE
Kind 2 (400.000)KK1 & KK2 (elk 200.000)
Testamentaire erfrecht oefening 5Opgave
Emmanuel de Vriendt laat drie kinderen na (Alfred, Bea en Carlos) en een vermogen van 1.000.000 euro na. Hij schonk Bea bui-ten erfdeel een huis ter waarde van 600.000 euro.
Wie krijgt wat volgens het B.W.?
Burgerlijk wetboek
Fictieve massa : 1.600.000; BG: ¼ van FM = 400.000; reserve: 1.200.000
K2 kan schenking behouden maar moet ze laten inkorten voor 200.000
In te korten bedrag moet toekomen aan de drie kinderen (dus ook K2!!), dus 200.000 : 3 = 66.700 elk
Burgerlijk wetboek
400.000 VE 1.200.000 VE
BG RES
In te korten200.000 : 3 = 66.700
voor elk kind
Schenking600.000
VE
Burgerlijk wetboek
Erfboedel: 1.000.000 K1 : recht op 400.000: 333.300 uit erfboedel
en 66.700 uit inkorting K3 : recht op 400.000: 333.300 uit erfboedel
en 66.700 uit inkorting K2 : krijgt deel van erfboedel: 333.300; houdt
daarnaast huis maar moet 133.400 (2 x 66.700) betalen als inkorting
Testamentaire erfrecht oefening 6Opgave
Joris Vanseveren overlijdt en laat één kind (Lieven) na. Zijn nalatenschap bevat 10.000 euro actief en 3.000 euro schulden. Hij schonk in 1990 4.000 euro aan Siegfried en in 1991 5.000 euro aan Solange. Hij legateert 8.000 euro aan Lode, 4.000 euro aan Hector en 4.000 euro aan Ludwig.
Wie krijgt wat volgens het B.W.?
Burgerlijk wetboek Fictieve massa : 10.000 – 3.000 + S14.000 +
S25.000 = 16.000 BG : ½ (één kind): 8.000 VE; RES: 8.000 VE Beschikkingen ( S14.000 + S2 5.000 + L8.000 +
L4.000 + L 4.000 = 25.000 VE) moeten dus wor-den ingekort tot 8.000 Eerst legaten en dan schenkingen (923-926 B.W.)
Resultaat van de inkorting : De twee legaten (8.000 + 4.000 + 4.000) worden
niet uitgekeerd S2 (5.000) wordt met 1.000 ingekort tot 4.000 S1 (4.000) blijft.
Inkorting legaten en schenkingen
Overlijden
Schenking 14000
Schenking 250005000
Legaat 18000
Legaat 24000
Legaat 34000
Worden niet uitgekeerd
Volgens tijdstipt, in omgekeerde volgorde :
S1 blijft, S2 ingekort met 1000tot 4.000
Testamentaire erfrecht oefening 7Opgave
Jan van Vliet overlijdt en laat een weduwe (Wivina) en één kind (Victor) na. Zijn nalaten-schap bestaat uit 16.000 euro en 3.000 euro schulden. Zeven jaar voor zijn overlijden schonk hij 1.000 euro aan Wilfried en vijf jaar voor zijn overlijden 2.000 euro aan Anne. Bij testament legateert hij 8.000 euro aan Ludwig en 4.000 euro aan Lieve.
Wie krijgt wat volgens a) de ‘Code Civil‘, b) het B.W.?
Code Civil
Kind heeft reserve, de echtgenote niet Fictieve massa : 16.000 – 3.000 + 1.000 +
2.000 = 16.000 RES van één kind : ½ van 16.000 VE = 8000
VE; BG= 8000 VE Schenkingen en legaten : S11.000 + S22.000
+ L18.000 + L24.000 = 15.000 : inkorting no-dig tot 8.000 volgens artikel 923-926 C.C.
Code Civil
BG8.000
RES 1 kind8.000
2.00
0
1.00
0
5.00
0
SchenkingWilfried
SchenkingAnne
Bedrag voorlegaten
8.000
Kind krijgt reserve van 8000 VE Wilfried behoudt S1 van 1000 Anne behoudt S2 van 2000 Ludwig en Lieve moeten hun legaat naar even-
redigheid inkorten (art. 926 C.C.) Ludwig : 3333 VE i.p.v. 8000 Lieve : 1666 VE i.p.v. 4000 Samen : 5000 VE
Code Civil
Burgerlijk wetboek
Kind heeft nu ook een reserve van 8.000 VE, maar daarop) een reserve van langst-levende : VG op ½ van 16.000 = 8.000 VG
Inkorting van schenkingen en legaten in VE en VG
BG8.000
RES 1 kind8.000
4.000 4.000 4.000 4.000
VGweduwe
S 1
.000
VE
S 2
.000
VE
L 4
.000
NE
L 1
.000
VE
Pro rata naar legatarissen:
- Ludwig: 666 VE en 2666 NE- Lieve: 333 VE en 1333 NE
Burgerlijk wetboek
KindRES 8.000 NE
Wilfried Anne
4.000 VG8.000 VG
Testamentaire erfrecht oefening 8Opgave
Jan de Cock overlijdt en laat drie kinderen (Adolf, Brecht en Christian) na. Hij deed tijdens zijn leven volgende schenkingen: in 1990 10.000 euro aan Zeger (een vriend), in 1995 5.000 euro buiten erfdeel aan Adolf (kind), in 1996 3.000 euro aan Brecht (kind), in 1997 2.000 euro aan Christian (kind) en in 1999 1.000 euro buiten erfdeel aan Brecht (kind). Bij legaat schenkt hij buiten erfdeel 1.000 euro aan Brecht en buiten erfdeel 3.000 euro aan Christian. De nagelaten goederen bedragen 55.000 euro. Er zijn 4.000 euro schulden.
Wie krijgt wat volgens het B.W.?
Testamentaire erfrecht oefening 8Tekening
Erflater
K1 K2 K3
Schenking buiten erf-deel van
5.000
- Schenking van 3.000
Schenking van 2.000
- Schenking buiten erfdeel van 1.000
Burgerlijk wetboek
F.M. : 55.000 + 10.000 + 5.000 + 3.000
+ 2.000 + 1.000 – 4.000 = 72.000 VE RES: 3 kinderen, dus ¾ van 72.000 =
54.000 VE; BG = 18.000 VE
Burgerlijk wetboek
54.000
BG RES S
10.
000
VE
S 5.
000
VE
S 1.
000
VE
Zeger Adolf Brecht Legaten pro rata:- 500 voor Brecht
- 1.500 voor Christian
2.00
0 V
E
Adolf : 18.000 VEBrecht: 18.000 VE
Christian: 18.000 VE
Kinderen
Testamentaire erfrecht oefening 9Opgave
Pol de Mesmaeker overlijdt en laat een weduwe (Magda) en drie kinderen (An, Betty en Christel) na. Zijn nalatenschap bedraagt 3.200.000. Bij testament beschikt hij dat gans zijn vermogen naar zijn echtgenote Magda moet gaan.
Wie krijgt wat volgens het B.W.?
Burgerlijk wetboek
F.M. : 3.200.000 Reserve 3 kinderen : ¾ NE : elk van de
kinderen : ¼ NE of elk 800.000 NE Rest naar langstlevende: 3.200.000 VG en
800.000 NE
Burgerlijk wetboek
800.000NE
2.400.000
BG RES
3.200.000 VG
1/4 3/4
Kinderen: elk 800.000 NE
Langstlevende
Testamentaire erfrecht oefening 10ascendenten in één lijn
Jacob Debuck overlijdt en laat zijn echt-genote na, zijn vader Victor en een tante Louise aan moederszijde na. Zijn eigen, nagelaten goederen bedragen 24.000 euro. Hij schenkt die allen bij legaat aan de universiteit.
Wie krijgt wat volgens 1) de C.C. en 2) het B.W.?
Code Civil
Reserve is ¼ wanneer er een ascendent is in één lijn (art. 915 B.W.) : ¼ van 24.000 is 6.000; dus het beschikbaar gedeelte is 18.000
18.000 gaat naar de universiteit en 6.000 wordt toebedeeld aan V. Tante krijgt dus niets (art. 915 tweede lid B.W.).
Burgerlijk wetboek
Reserve is ¼ wanneer er een ascendent is in één lijn (art. 915 B.W.) : ¼ van 24.000 is 6.000; dus het beschikbaar gedeelte 18.000
18.000 gaat naar de universiteit; 6000 wordt toebedeeld aan V en tante krijgt niets (art. 915, tweede lid B.W.)
Reserve langstlevende : 12.000, voor ¼ (3.000) op reserve en ¾ (9.000) op het beschikbaar deel
Burgerlijk wetboek
18.000Universiteit vader
6.000
3.0009.000
LangstlevendeReserve 12.000
3.000 langstlevende
15.000 VG
6000 NE9000 VE9000 NE
Beschikbaar Reserve
Testamentaire erfrecht oefening 11ascendenten in twee lijnen
Jacob Debuck overlijdt en laat aan vaderszijde zijn grootvader Victor en aan moederszijde zijn grootvader Jan, zijn grootmoeder Josephine en zijn tante Louise na. Zijn nagelaten goederen bedragen 24.000 euro. Hij schenkt die allen bij legaat aan de universiteit.
Wie krijgt wat volgens 1) de C.C. en 2) het B.W.?
Code Civil
Reserve is ½ wanneer er ascendenten zijn in twee lijnen (art. 915 B.W.): ½ van 24.000 is 12.000; dus het beschikbaar ge-deelte is 12.000
12.000 gaat naar de universiteit en 12.000 wordt toebedeeld aan GVV, GVM en GMM (volgens intestaaterfrecht: GVV: 6.000, GVM: 3.000 en GMM: 3.000); tante niets (vierde orde)
Burgerlijk wetboek
Reserve is ½ wanneer er een ascendent is in één lijn (art. 915 B.W.) : ½ van 24.000 is 12.000; dus het beschikbaar gedeelte 12.000
12.000 gaat naar de universiteit; 12.000 wordt toebedeeld aan GVV, GVM en GMM (art. 915 tweede lid B.W.)
Reserve langstlevende : 12.000 VG, voor ½ (6000) op reserve en ½ (6000) op het beschik-baar deel
Burgerlijk wetboek
12.000Universiteit6000 VE6000 NE
12.000 NE
Beschikbaar Reserve
GVV : 6.000 NEGVM en GMM elk 3000 NE
6000 6000 6000
Reserve 12.000
langstlevende
Testamentaire erfrecht oefening 12Opgave
Jacob Debuck is getrouwd met scheiding van goederen. Hij overlijdt en laat zijn echtgenote Emma Cloots, zijn vader Victor en een tante Maria aan moederszijde na. Hij schenkt bij le-gaat al zijn goederen aan zijn vader en zijn tante die ze moeten verkrijgen volgens het intestaat-erfrecht en met de uitdrukkelijke bedoeling dat zijn echtgenote hiervan niets mag krijgen. Zijn nagelaten eigen goederen bedragen 6.000.000 euro.
Wie krijgt wat volgens het B.W.?
Burgerlijk wetboek
Fase 1: Vertrekpunt : quid indien er geen langstlevende echtgenoot is? Vader en tante : gemilderde kloving V : ½ VE + 1/6 VG (art. 754 B.W.) =
3.000.000 VE + 1.000.000 VG TM : 2/6 VE + 1/6 NE = 2.000.000 VE +
1.000.000 NE
Burgerlijk wetboek (fase 1)
3.000.000 NE
1.000.000 VG
Vader4.000.000 VG3.000.000 NE
Tante2.000.000 VG2.000.000 NE
3.000.000 VG
1.000.000 NE
2.000.000 NE
2.000.000 VG
Vader en tante : gemilderde kloving
1.000.000 VG
Burgerlijk wetboek (fase 2)
Fase 2: berekening reserve van langstle-vende Intestaaterfrecht van de langstlevende echt-
genoot : VG op 6.000.000 (art. 745bis §1, lid één B.W.)
Reserve langstlevende : VG op 3.000.000
Burgerlijk wetboek (fase 2)
6.000.000 VG
Intestaaterfrecht van langstlevende echtgenootVG op 6.000.000 (art. 745bis §1, lid één B.W.)
3.000.000 VG
Reserve van de langstlevende echtgenoot
Naar evenredigheid op wat V en TM ontvangen in VG * V : 4.000.000 in VG, dus 2.000.000 VG afstaan
*TM : 2.000.000 in VG, dus 1.000.000 VG afstaan
Burgerlijk wetboek (fase 2)
Vader Tante
2.000.000 VG2.000.000 VG 1.000.000VG
2.000.000 NE 1.000.000NE
2.000.000 NE
1.000.000NE
1.000.000 VG
3.000.000 VG
Testamentaire erfrecht oefening 13Opgave
Rik Opsommer was gehuwd met scheiding van goederen en laat bij zijn overlijden zijn weduwe en twee broers (Bart en Bert) na. Tijdens zijn leven deed hij aan broer Bart een schenking van een huis dat hij bezat voor zijn huwelijk en dat bij het openvallen van de erfenis 1.300.000 euro waard is. Bij zijn overlijden laat hij (alleen) zijn woning na die hij erfde van zijn ouders (= eigen vermogen!) en waarvan de waarde 1.200.000 euro is. Bij legaat schenkt hij die woning met huisraad aan Bert.
Wie krijgt wat volgens a) de Code Civil en b) het B.W.?
Code Civil
Fictieve massa : 1.300.000= 1.200.000 = 2.500.000
Geen reserve voor de broers en ook niet voor de echtgenote
Dus, broers houden wat ze kregen Bart voorhuwelijks huis van 1.300.000 Bert geërfd huis van 1.200.000
Burgerlijk Wetboek
Broers geen, maar echtgenote nu wel reserve !!! Fictieve massa: 1.300.000 + 1.200.000 =
2.500.000 Reserve echtgenote : 1.250.000 in VG Beschikbaar deel :
1.250.000 VE 1.250.000 NE
Nagelaten boedel : 1.200.000 VE, dus 50.000 VG te kort
Inkortingen van schenkingen en legaten (art. 923 B.W.)
Eerst legaten en pas dan de schenkingen Legaten pro rata, schenkingen volgens tijd
maar in omgekeerde volgorde
Inkorting schenkingen en legaten
Overlijden
Schenking 1 Schenking 2 Schenking 3
Legaat 1 Legaat 1 Legaat 1
Pro rata
Volgens tijdstipt, in omgekeerde volgorde
Burgerlijk wetboek
Langstlevende : 1.250.000 VG (reserve) B2 krijgt legaat van 1.200.000 in NE B1 behoudt schenking, maar moet (in
toepassing van art. 923 B.W.) 50 in VG inleveren en krijgt uiteindelijk 1.250.000 VE en 50 NE
Burgerlijk wetboek
1.300.000schenking
VG langstlevende
1.200.000legaat
Eerst legaten, dan pas schenkingen inkorten!!!
Testamentaire erfrecht oefening 14Opgave
Joske Vermeulen overlijdt en laat na een weduwe (Annie), een broer (Bert), een grootvader aan vaderszijde (Gustaaf) en een oom aan moederszijde (Omer) na. Hij deed tien jaar voor zijn overlijden een schenking van 5.000 euro aan de universiteit. Hij stelde een testament op waarin hij een legaat van 5.000 euro gaf aan zijn oom Omer. Zijn nalaten-schap bestaat uit een huis geschonken door zijn vader (waarde van 10.000 euro) dat diende als gezinswoning, schilderijen (2000 euro) en geld (5000 euro). Aan de belastingen moet Joske nog 10.000 euro betalen.
Wie krijgt wat volgens a) de Code Civil en b) het B.W.?
Code Civil
Fictieve massa: 10.000 + 2.000 + 5.000 - 10.000 + S15.000 = 12.000
OM is in casu geen intestaaterfgenaam (4de orde) en erft dus testamentair zoals een vreemde
GVV kan reserve hebben (art. 915 B.W., nml. ¼ van FM : ascendent in één lijn), maar broer (2de orde) sluit GVV (3de orde) uit volgens intestaat-erfrecht, zodat GVV niet erfgerechtigd is en dus geen reserve heeft en alles beschikbaar blijft
GVV krijgt niets; B krijgt wat niet is weggeschon-ken door schenking onder levenden of legaat
Code Civil
Legaat aan OM5000 VE
Broer Ab intestato
Fictieve massa 12.000
Schenkingaan universiteit
5000 VE
2000 VE
Burgerlijk wetboek
GVV wordt eveneens uitgesloten door B, maar de langstlevende heeft nu wel een reserve
Fictieve massa: 10.000 + 2000 + 5000 – 10.000 + 5000 = 12.000; RES langstlevende is 6000 VG
Volgens art. 915bis B.W. kan de langstlevende kiezen tussen VG op ½ van F.M. = VG op 6000 (§1) of VG op gezinswoning = VG op 10.000 (§2). Langstlevende zal (normaal) tweede oplos-sing kiezen
Burgerlijk wetboek
Legaat aan OM5000 VE
BroerAb intestato
Fictieve massa 12.000
Schenkinguniversiteit
5000 VE
2000 VE
Burgerlijk wetboek
Fictieve massa 12.000
10.000 VG op gezinswoning
2.000VES1
2000VE
S1 3000NE
Legaat5000NE
2000NE
Langstlevende
BroerAb intestato
LegaatOM
Schenkinguniversiteit
Testamentaire erfrecht oefening 15
Pascale Crucke overlijdt en laat volgende familieleden na: haar echtgenoot (Jan), twee zussen (Annie en Mieke), een grootvader aan vaderszijde (Victor), een grootvader aan moederszijde (Lionel) en een oom aan vaderszijde (Leopold). Pascale deed drie jaar voor haar overlijden een schenking van 10.000 euro aan het OCMW van Leuven. Zij stelde ook een testament op waarin zij aan haar oom Leopold een legaat gaf van 2000 euro. Haar eigen nalatenschap bestaat uit een huis geschonken door haar grootvader Victor (waarde 10.000 euro), aandelen (waarde 14.000 euro) en geld (10.000 euro). Aan de belastingen moet Pascale nog 20.000 euro betalen.
Wie krijgt wat volgens a) de Code Civil en b) het B.W.?
Code Civil
Fictieve massa: 10.000 + 14.000 + 10.000 – 20.000 + 10.000 = 24.000 VE
GVV en GVM kunnen reserve hebben (art. 915 B.W., nml. ½ van FM: ascendenten in twee lijnen), maar zussen sluiten GVV en GVM uit, zodat GVV en GVM geen intestaaterfgenamen zijn en dus geen reserve hebben. GVV heeft wel recht op de anomale nalatenschap (art. 747 B.W.) en dus is een reserve van ¼ van FM (ascendent in één lijn)
GVM krijgt niets; Z1 en Z2 krijgen slechts nadat GVV zijn huis terugkreeg en wat niet is wegge-schonken door schenking onder levenden of legaat
Code Civil
BG RES
Legaat oom2000 VE
Huis GVV10.000 VE
Zussen2000 VE
4000
VESchenking
OCMW10.000 VE
6000 VE
Burgerlijk wetboek
Langstlevende heeft nu reserve: fictieve massa is 24.000, dus reserve van de langstlevende: 12.000 VG (art. 915bis B.W.)
Volgens art. 915bis B.W. (§4) pro rata, dus 9000 op beschikbaar gedeelte en 3000 op reserve
Burgerlijk wetboek
BG RES
6000 NE
Legaat oom2000 VE
GVV10.000 NE
Zussen2000 NE
SchenkingOCMW
10.000 VE
4000
VE
9000 3000 3000
langstlevendeReserve langstlevende
12.000
Testamentair erfrecht oefening 16
Christophe Coudron overlijdt en laat een weduwe (Georgette) na met wie een huwelijksovereenkomst van scheiding van goederen had opgesteld, en een tante aan vaderszijde (Tine) na. De nalatenschap bestaat uit 10.000 euro onroerend goed en 7.000 euro in geld. Er zijn 3.000 euro schulden. Christophe deed tijdens zijn leven een schenking van 2.000 euro aan Tine. Bij testament bepaalde Christophe dat Georgette de helft van de effectieve nalatenschap zou bekomen en ‘Artsen zonder grenzen’ de andere helft.
Wie krijgt wat volgens het B.W.?
Burgerlijk wetboek (niet kennen)
Alleen de langstlevende is reservatair, niet de tante
F.M. = 10.000 + 7000 – 3000 + 2000 = 16.000 euro VE :
RES langstlevende: 8000 VG; BG : 8000 NE en 8000 VE
Burgerlijk wetboek (niet kennen)
Schenkingaan Tine
2000VE
14.0007000 VELegaat
Artsenzonder Grenzen
Weduwe
7000 VELegaat
Waarop reserve weduwe?
Burgerlijk wetboek? (niet kennen)
Schenkingaan Tine
2000VE
14.0007000 NElegaat
6000 VElegaat
8000 VG weduwe
100 0
NE
Artsenzonder Grenzen
Weduwe
- Legaten inkorten voor schenkingen-Weduwe heeft zoveel mogelijk baat om VG te hebben op stuk waar zij NE heeft-Respect voor de wil van de testator ?