12
?PSdPP] NUMMER 4 APRIL 2011 HUMEDIA.NL/PROFILE/PADUAAN ŽŵŵƵŶŝĐĂƟĞƐƚƵĚĞŶƚĞŶ ůŽƉĞŶ ŽƉ ŚĂŬŬĞŶ ũŽƵƌŶĂůŝƐƟĞŬƐƚƵĚĞŶƚĞŶ ĚƌĂŐĞŶ ĂůůƐƚĂƌƐ ĞƌƐƚŐĞŶŽĞŵĚĞŶ ĚƌĂŐĞŶ ĞĞŶ ŶĞƚ ũĂƐũĞ ũŽƵƌŶĂůŝƐƟĞŬĞƌƐ ĞĞŶ ďĞĚƌƵŬƚ dͲƐŚŝƌƚ tĂĂƌŽŵ DOOR ROBBIE KAMMEIJER “Om te laten zien bij welke groep studenten ho- ren, kopiëren zij onbewust een stereotype van die groep. Puur groepsgedrag”, aldus dr. Kai Epstude van de Rijksuniversiteit Groningen. Als studenten aan een studie beginnen, krijgen zij al snel een stereotypebeeld. “Als ze zich gaan gedragen naar dat beeld, laten ze zien: ‘Ik ben dit!’. Maar het beeld is soms extremer dan de realiteit.” De beelden die studenten vormen, verdwij- nen niet na verloop van tijd. “Mensen kijken al vanaf de start heel serieus naar waar ze later terecht komen. Het beeld dat je dan krijgt, ga je zowel bewust als onbewust kopiëren. Je ziet daarom dat economiestudenten en mensen die in het bedrijfsleven terechtkomen, zich chiquer kleden dan bijvoorbeeld journalistiek- studenten.” Buiten het feit dat studenten aan de rest willen laten zien wie ze zijn, speelt bij de kledingkeuze van een student angst ook een rol. “Gedraag je je anders dan de norm van de groep, dan kun je zomaar raar aangekeken worden. Daar zijn mensen angstig voor.” Maar weinig mensen laten zich niet door die angst lei- den, verklaart Epstude. Volgens Epstude is het niet gek dat verschil- lende groepen studenten zich anders kleden. “Zeker als de groepen sterk in contact staan, omdat ze in hetzelfde gebouw colleges volgen, is er snel sprake van groepsgedrag.” Antoinette ‘Radar’ Hertsenberg draait de duimschroeven aan pagina 6 HET GESPREK Brandveiligheid: we verfikken in ieder geval niet pagina 12 GETEST FCJ Docenten leren studenten vanaf nu opruimen pagina 2 ^ƚĞůůĞƚũĞ ŬƵĚĚĞĚŝĞƌĞŶ 'SQQYRMGEXMI .SYVREPMWXMIO A H d ŬƵ 3DGXDDQ $SULOLQGG $0

58371544-April-Paduaan-Versie-II

Embed Size (px)

DESCRIPTION

HET GESPREK GETEST FCJ APRIL 2011 Brandveiligheid: we verfikken in ieder geval niet Docenten leren studenten vanaf nu opruimen Antoinette ‘Radar’ Hertsenberg draait de duimschroeven aan Antoinette ‘Radar’ Hertsenberg draait de duimschroeven aan HUMEDIA.NL/PROFILE/PADUAAN pagina 12 pagina 2 pagina 6 DOOR ROBBIE KAMMEIJER

Citation preview

Page 1: 58371544-April-Paduaan-Versie-II

NUMMER 4APRIL 2011

HUMEDIA.NL/PROFILE/PADUAAN

DOOR ROBBIE KAMMEIJER

“Om te laten zien bij welke groep studenten ho-ren, kopiëren zij onbewust een stereotype van die groep. Puur groepsgedrag”, aldus dr. Kai Epstude van de Rijksuniversiteit Groningen. Als studenten aan een studie beginnen, krijgen zij al snel een stereotypebeeld. “Als ze zich gaan gedragen naar dat beeld, laten ze zien: ‘Ik ben dit!’. Maar het beeld is soms extremer dan de realiteit.”

De beelden die studenten vormen, verdwij-nen niet na verloop van tijd. “Mensen kijken al vanaf de start heel serieus naar waar ze later terecht komen. Het beeld dat je dan krijgt, ga je zowel bewust als onbewust kopiëren. Je ziet daarom dat economiestudenten en mensen die in het bedrijfsleven terechtkomen, zich chiquer

kleden dan bijvoorbeeld journalistiek-studenten.”Buiten het feit dat studenten aan de rest willen laten zien wie ze zijn, speelt bij de kledingkeuze van een student angst ook een rol. “Gedraag je je anders dan de norm van de groep, dan kun je zomaar raar aangekeken worden. Daar zijn mensen angstig voor.” Maar weinig mensen laten zich niet door die angst lei-den, verklaart Epstude.

Volgens Epstude is het niet gek dat verschil-lende groepen studenten zich anders kleden. “Zeker als de groepen sterk in contact staan, omdat ze in hetzelfde gebouw colleges volgen, is er snel sprake van groepsgedrag.”

Antoinette ‘Radar’ Hertsenberg draait de duimschroeven aan

pagina 6

HET GESPREKBrandveiligheid: we verfi kken in ieder geval niet

pagina 12

GETESTFCJDocenten leren studenten vanaf nu opruimen

pagina 2

Antoinette ‘Radar’ Hertsenberg draait de duimschroeven aan

Page 2: 58371544-April-Paduaan-Versie-II

2 FCJ

Geen enkele bezoeker op de laatste open dag hee! er iets van gemerkt: het wanstaltige schoonmaakbeleid dat een periode lang hoogtij vierde op de faculteit. Een rommeltje, dat was het, en aan de vooravond van de open dag werd de school nog even spic en span gemaakt. Dat er problemen zijn met de schoonmakers, werd al eerder onder-schreven in een bericht op Sharepoint. “Wij constateren dat de schoonmaak te wensen over laat. Stof blij! liggen, prullenbakken worden slecht geleegd. Maatregelen worden genomen”, kon-digde de directie aan.

Boudewijn Dominicus, manager bedrijfsvoering, is van mening dat het niet alleen de schoonmakers zijn die een steekje lieten vallen. “Je denkt mis-schien: wat kan het nou voor kwaad als iemand wat water uit zijn " esje drinkt. Maar als je dan ziet hoe het wordt ach-tergelaten, dan is het al snel een vuil gezicht.”

Sinds er maatregelen zijn genomen, krabbelt de FCJ langzaam weer uit het stof. Om ook de FCJ aan een goede voorjaarsschoonmaak te onderwerpen, kwam het vaste schoonmaakbedrijf van

de HU, SSI, met een aantal maatrege-len speci# ek voor onze faculteit. Er werd onder meer besloten om grotere prullenbakmonden aan te scha$ en en meer controle op de toile% en in te voe-ren. Wie goed hee! opgelet, hee! kun-nen zien dat die controle nu drie keer per dag gebeurt.

Vanuit de faculteit wordt er dus aan de kwaliteit van de schoonmaak ge-werkt. Dominicus wil de bal echter ook bij de medewerkers en de studenten leggen. “Alle opleidingsmanagers is ge-vraagd hun docenten de taak te geven studenten te a% enderen op deze kwes-tie. Leg ze uit hoe we met onze lokalen en gangen omgaan. Hoeveel docenten vertellen je nu dat je niet mag eten en drinken in de klas?”

Tijd om terug te gaan naar de basis.Maar houden deze maatregelen wel

Terwijl de eerste woorden van deze minirepo over de open dag op de FCJ op papier worden gezet, komen ze bin-nen. De kinderen, hun ouders. Want: de deur van het redactiehok is per ongeluk open gelaten. Waar een deur open staat, komen mensen binnen.Niet dat dat erg is, hoor. Neen, laat ze maar lekker kijken naar de posters van studentenvereniging LeF. En laat ze maar lekker kijken naar de Paduaan, en naar mij, hoe ik geestdri! ig aan het tik-ken ben. Wat ik doe, wordt er door een vader – grijs, bril, bierbuik – gevraagd. “Schrijven”, klinkt mijn antwoord. Va-der stoot zijn zoon aan. “Dat gaat hij

ook doen.” Een grijns van vader.Zoon staart een beetje verlegen naar het plafond. Of de lamp. Of de kap-stok. Het ziet er een beetje onnatuur-lijk uit.Op de achtergrond klinken stemmen en geschuifel over de gang. Beneden, bij de ingang, is het druk. Er is een rij – hoewel de achtersten waarschijnlijk niet eens weten waarvoor ze staan te wachten: spekjes en een pla% egrond in een mapje in HU-kleuren.Tien minuten geleden zag ik een blond, lie" ijk meisje hyperactief met datzelfde mapje heen en weer zwaaien. Ze wilde iets duidelijk maken. “Mam,”

zegt ze, “ik wil dit echt, deze opleiding volgen.” Moeder knikt tevreden. Inmiddels heb ik het benauwd gekre-gen in het redactiehok en kijk ik met lede ogen aan hoe mensen die elkaar niet kennen, elkaar volgen. Als kud-dedieren, het hok in. Gezellig. Gaat de één die kant op, dan doet de ander dat ook. Nu vragen ze me of ze me wat mogen vragen. Ik knik nu, besluit dat dit stukje af is. Ik zal nu opstaan, een grijns opze% en. En zeggen hoe gewel-dige school dit is. En dat ze allemaal de Paduaan moeten gaan lezen.

Lisanne

Kan dat: de wereld nemen zoals ze is en haar toch verbeteren? Vechten voor een ideaal

en dat nie% emin blijven relativeren? Remko van Broekhoven, docent op de School voor Journalis-tiek, probeert daar in zijn boek ‘Verbeter de wereld, begin om half elf ’ antwoord op te geven. Niet met rotsvaste zekerheden, maar wel met de overtui-ging die voortkomt uit eigen ervaring. En met de hoop dat zijn antwoorden inspireren. In een ander leven was Van Broekhoven militair, revolutionair en journalist. In 2007 verscheen zijn eerste boek ‘Staat van tederheid’.

TIPS

FCJ TWEETS

‘Niet alleen de schoonmakers

lieten een steekje vallen’

@YASTRAVER Ik heb de statistieken er nog niet op los gelaten, maar een aanzien-lijk deel van het #tentamen #statistiek was erg onduidelijk

@DAVEVERBEEK Heerlijk in de zon op een grasveld voor de #FCJ. Er zijn vervelendere ma-nieren om zo’n #brandoefening door te brengen ;)

@KATIUSKAROODENB Drinkwa-ter weer veilig, oorzaak verkleu-ring was: werkzaamheden! Wat voor werkzaamheden veroorza-ken drinkwaterverkleuring?! #HU #FCJ #Vitens

@ROBSCHRIJVER Docenten die op twitter zeggen dat leerlingen niet moeten huilen. Tijd voor twitterrichtlijnen!!

Ken dat nie% emin blijven relativeren? Remko van Broekhoven, docent op de School voor Journalis-tiek, probeert daar in zijn boek ‘Verbeter de wereld, begin om half elf ’ antwoord op te geven. Niet met rotsvaste zekerheden, maar wel met de overtui-ging die voortkomt uit eigen ervaring. En met de hoop dat zijn antwoorden inspireren. In een ander leven was Van Broekhoven militair, revolutionair en journalist. In 2007 verscheen zijn eerste boek ‘Staat van tederheid’.

LISANNE VAN SADELHOFF

Sacha de Boer presenteert niet alleen het acht-uurjournaal, ze is ook professioneel fotograaf.

Samen met Volkskrantfotograaf Raymond Ru% ing reist ze dit jaar heel Nederland af, met de foto-expositie ‘Tegenpolen’. Om de gevolgen van de klimaatverandering vast te leggen, fotografeerde De Boer de Noordpool, Ru% ing reisde af naar de Zuidpool. Wat zij daar tegenkwamen, zie je op de expositie Tegenpolen. Binnenkort onder andere

in het stadhuis van Utrecht te zien. De opbrengst van de expositie, en van het bij-behorende boek, komt ten goede aan een biogasproject in India.

SSamen met Volkskrantfotograaf Raymond Ru% ing reist ze dit jaar heel Nederland af, met de foto-expositie ‘Tegenpolen’. Om de gevolgen van de klimaatverandering vast te leggen, fotografeerde De Boer de Noordpool, Ru% ing reisde af naar de Zuidpool. Wat zij daar tegenkwamen, zie je op de expositie Tegenpolen. Binnenkort onder andere

DOOR IRENE VAN EERDEN

Page 3: 58371544-April-Paduaan-Versie-II

PADUAAN APRIL 2011

FCJ 3

stand en vallen we niet terug? Domi-nicus denkt het antwoord te weten. “Er komt nu ieder blok een ona& anke-lijk persoon, een soort mystery guest, controleren of de gemaakte afspraken worden nageleefd. Wij krijgen dan die rapportage te zien en kunnen daar op inspelen.” Maar, benadrukt hij later, wij als gebruikers kunnen ook ons best doen.

Een korte blik door het gebouw leert ons dat de eerste stappen gezet zijn, de eerste resultaten zijn geboekt. “Zelf zie ik minder stof liggen en de toile% en zijn schoner. Maar de uitdaging is om het zo te houden”, aldus Dominicus.

“Ik snap dat een kort rokje sek-sualiteit kan uitstralen voor de jongens in de klas. Maar ik vind niet dat je dat kan verbieden, iedereen mag dragen wat hij of zij zelf wil.”

MANS Docent

Journalistiek

STELLING

FREEK4e jaars

CM

“Nee, korte rokjes en teenslip-pers vind ik niet kunnen bij een docente. Een leraar hoort een formele uitstraling te hebben, anders komen ze niet professi-oneel over.”

“Als docenten met hun uiterlijk de aandacht a" eiden van hun boodschap, dan is dat niet juist. Sandalen met wi% e sokken on-der een korte broek vind ik net zo goed niet kunnen.”

ESMÉ4e jaars

BC

HU HUISREGELSAan de lijst met regels komt geen einde. Na de algemene regels heb je ook nog huisregels voor leslo-kalen, voor de fi etsenstalling en er zijn ook gedragsregels. Kort de schoonmaakregels op een rij:

- Het is niet toegestaan te eten en te drinken in de leslokalen, de mediatheek en het studieplein.- Afval (en kauwgom) dient in de afvalbakken te worden gedepon-eerd.

- Geen kauwgom onder en/of op de stoelen en tafels plakken.Bij overtreding riskeer je een waarschuwing of ontzegging van toegang tot gebouwen van de HU voor maximaal 1 jaar.

Er wordt momenteel in de hogere krin-gen nagedacht om een plan geschreven voor de aanschaf van nieuwe printers. In het plan staan verschillende eisen waaraan deze moeten voldoen. Met name de kleurenprintjes moeten goed-koper. Het is namelijk de bedoeling dat er over een jaar op alle computers en laptops op naam en ‘secure’ kan wor-den geprint. Een eis waar de Facultaire Medezeggenschapsraad een punt van maakt en die ook wordt ook ingewil-ligd. “Alhoewel het lijkt of printers het soms niet doen, blijken de storingsper-centages binnen de marges. 98 procent van de tijd doen de printers het”, ver-duidelijkt Boudewijn Dominicus, ma-nager bedrijfsvoering.

De minor Editorial Media Design gaat aankomend schooljaar van start. Tij-dens deze zes maanden durende cursus staat het maken van infographics en datavisualisatie centraal. Met andere woorden: complexe feiten, gegevens en gebeurtenissen aantrekkelijk in beeld overbrengen. Het meest bekende voor-beeld is het weerkaartje in de krant, je kunt ook denken aan het uitleggen van de werking van kerncentrales. In de mi-nor zullen gastsprekers, vakdocenten en praktijkopdrachten de revue pas-seren. Een stage in het gebied behoort na de minor tot de mogelijkheden. Studenten kunnen zich via Sharepoint inschrijven.

Naar idee van oud-docent Louis Engel-man wordt er op 13 mei een website ge-lanceerd met daarop de geschiedschrij-ving van de School voor Journalistiek. Er is een groot aantal interviews met studenten, docenten en medewerkers uit heden en verleden te lezen. Ook staat er een groot aantal anekdotes op en is er een videoarchief. De SvJ zelf stopt geen geld in het project. Daarom is besloten dat je eerst tien euro moet betalen voordat je toegang krijgt tot de website.

Page 4: 58371544-April-Paduaan-Versie-II

4 FCJ

Hoe ben je bij Masterchef terechtgekomen?“Ik zag de reclame op tv en dacht: dit is mijn kans. Niemand geloo! dat een meisje van twintig goed kan koken. Zo hoefde ik niet die verschrikkelijke hiërarchie in de keuken te doorlopen.”

Wat heb je daar het meest geleerd?“Met de druk omgaan. Je moet continu presteren en dat haalt nieuwe dingen in je naar boven. Je wordt creatiever.”

Eerder zagen we je ook al met de meidengroep K.L.E.M. in X-factor.“Dat klopt. We zijn tot de eerste liveshow gekomen. Ik kan best zingen, maar we deden mee voor de lol en kwamen toevallig, onverwachts, heel ver.”

Wat hee! koken met je opleiding Journalistiek te maken?

“Ik wil het koken graag combineren met schrijven door in tijdschri! en over eten te schrijven. En ik wil graag een tv-kok worden.”

En journalistiek zonder het kookaspect?“Vind ik minder leuk. Ik wilde iets met mijn passie doen en ik probeer in de opdrachten voor school wel koken erin te brengen. Ik kies voor de studie omdat ik nog jong ben en ik voelde me toch verplicht om nog een studie te gaan doen. Maar ik zit hier niet om journalist te worden.”

Hoe ziet het leven na Masterchef er uit?“Ik ben nu bezig met een kookboek. Ik doe diners aan huis en ik doe soms wat catering. Er zijn zelfs al ideeën over een nieuw restaurant. Masterchef was een mooie springplank. Ik heb mijn naam nu een keer kunnen laten vallen.”

DOOR IRENE VAN EERDEN

DIE IK NOOIT VERGEETDE STUDENT

FOTO: LISA MATULESSYA

EVEN

MET

DOOR LISANNE VAN SADELHOFF

Eigenlijk, zo vindt radiodo-cent Bart Alberink, vergeet je heel veel studenten nooit. Vooral ‘zijn’ studenten niet – er zijn er wat die dagelijks met hun stem op de radio ko-men. “Maar de student die ik nooit vergeet is nou niet per se iemand die het helemaal gemaakt hee! in de journalis-tiek”, zegt Alberink. Hij doelt op Bas Molenberg. “Hij is ZZP’er en maakt af en toe een prachtige re-portage, laatst ging hij voor Nieuwe Revu undercover als schoonma-ker op Hoog Catharijne werken, maar gee! net zo makkelijk smsles aan bejaar-den.” Deze student blij! Albe-rink bij omdat hij ‘zo authen-tiek is’.

“Ik heb Bas Molenberg op de introductieweek van de SvJ op legendarische wijze wc’s zien ontstoppen. En ver-der houdt hij van de goede band ' e Pogues, van Ierland,

van Guinness, van SC Hee-renveen, van obscure singer-songwriters – wel eens van Gurbe Douwstra gehoord? – en van,” Alberink houdt even zijn adem in, “trompe% ist Je-roen Zijlstra. Ooit stond ik op de Uitmarkt in Amsterdam. Daar zou op een buitenpo-dium Jeroen Zijlstra optre-den. Kom ik daar Bas – toen nog student – tegen. Bleek hij ook fan van deze trompet-

tist. Helaas hee! Zijlstra maar twee nummers ge-speeld. Het begon name-lijk zo te rege-nen dat we tot

onze knieën in het water ston-den. Er waren al twee technici bijna geëlektrocuteerd, dus werd het concert afgebroken.” Bart en Bas zijn toen maar een biertje gaan drinken. Als troost. “Bleek hij twee weken later te beginnen met mijn Redactie Radio. Ik zeg je: het werd één van de leukste re-dacties in mijn loopbaan.”

‘Ik heb hem op legendarische wijze wc’s zien

ontstoppen’

DE STUDENTDE STUDENT

Acht uur per dag zit Rogier in het kleine kantoortje achter het FBO, dat hij sa-men met een collega deelt. Hij hee! ‘lol’ in zijn werk. “Ik heb over de inde-ling van het hele gebouw iets te zeggen.”

Maar van zichzelf is hij helemaal geen planner. “Kijk maar eens in mijn agenda. Daar zie je niets gepland staan.” Rogier staart naar het beeldscherm. Daarop zijn kleine, gekleurde rondjes te zien die aangeven of een lokaal bezet, gereserveerd of nog vrij is. Het systeem gee! aan wanneer een bepaalde inde-ling onmogelijk is. “Geen mens kan dat zelf. Dan moet je echt briljant zijn, hoor.”

Bijna alle docenten kennen Rogier wel. En ze weten waar zijn bureau is. “Ik kan helaas niet alle wensen verwe-zenlijken.” Net zoals de roosters van studenten, die af en toe drie tussenuren beva% en. Rogier glimlacht. “Ik probeer het te vermijden, echt waar. Mensen balen soms als ze onhandige tijden heb-ben, maar we doen het niet om te pes-ten. Je zit nu eenmaal niet alleen op een school.”

DOOR LISANNE VAN SADELHOFF

DIE IK NOOIT VERGEET

FOTO: LISA MATULESSYA

DOOR LISANNE VAN SADELHOFF

Eigenlijk, zo vindt radiodo-cent Bart Alberink, vergeet je heel veel studenten nooit. Vooral ‘zijn’ studenten niet – er zijn er wat die dagelijks met hun stem op de radio ko-men. “Maar de student die ik nooit vergeet is nou niet per se iemand die het helemaal gemaakt hee! in de journalis-tiek”, zegt Alberink. Hij doelt op Bas Molenberg. “Hij is ZZP’er en maakt af en toe een prachtige re-portage, laatst ging hij voor Nieuwe Revu undercover als schoonma-ker op Hoog Catharijne werken, maar gee! net zo makkelijk smsles aan bejaar-den.” Deze student blij! Albe-rink bij omdat hij ‘zo authen-tiek is’.

“Ik heb Bas Molenberg op de introductieweek van de SvJ op legendarische wijze wc’s zien ontstoppen. En ver-der houdt hij van de goede band ' e Pogues, van Ierland,

van Guinness, van SC Hee-renveen, van obscure singer-songwriters – wel eens van Gurbe Douwstra gehoord? – en van,” Alberink houdt even zijn adem in, “trompe% ist Je-roen Zijlstra. Ooit stond ik op de Uitmarkt in Amsterdam. Daar zou op een buitenpo-dium Jeroen Zijlstra optre-den. Kom ik daar Bas – toen nog student – tegen. Bleek hij ook fan van deze trompet-

tist. Helaas hee! Zijlstra maar twee nummers ge-speeld. Het begon name-lijk zo te rege-nen dat we tot

onze knieën in het water ston-den. Er waren al twee technici bijna geëlektrocuteerd, dus werd het concert afgebroken.” Bart en Bas zijn toen maar een biertje gaan drinken. Als troost. “Bleek hij twee weken later te beginnen met mijn Redactie Radio. Ik zeg je: het werd één van de leukste re-dacties in mijn loopbaan.”

‘Ik heb hem op legendarische wijze wc’s zien

ontstoppen’

Acht uur per dag zit Rogier in het kleine kantoortje achter het FBO, dat hij sa-

ling van het hele gebouw iets te zeggen.”

Daarop zijn kleine, gekleurde rondjes

ling onmogelijk is. “Geen mens kan

hoor.”

wel. En ze weten waar zijn bureau is.

beva% en. Rogier glimlacht. “Ik probeer het te vermijden, echt waar. Mensen balen soms als ze onhandige tijden heb-ben, maar we doen het niet om te pes-

Page 5: 58371544-April-Paduaan-Versie-II

PADUAAN APRIL 2011 FCJ 5

Bij het inloten van een buitenlandse minor wordt gekeken naar twee za-ken. Allereerst: hee! de student zijn propedeuse? En bovendien: hee! hij de hel! van zijn tweedejaarspunten in Osiris staan? Over beide zaken maken huidige tweedejaars die dromen over een minor in Londen, San Fransisco en Tokio zich druk.

Door de invoering van het nieuwe leerplan in het eerste jaar, kunnen tweedejaarsstudenten hun propedeu-sevakken alleen herkansen met ‘be-zemtentamens’, de eerstejaars volgen namelijk andere vakken. Hierdoor wordt het halen van hun propedeuse uitgesteld en lopen ze ECTS mis. En

DOOR ROBBIE KAMMEIJER

universiteiten in de VS en Canada.De opleidingscommissie Journalis-

tiek is hier nog niet tevreden mee. Vic-toria Vlaanderen: “Studenten moeten in het eerste jaar op de hoogte gesteld worden over hoe belangrijk je prope-deuse is voor de jaren die volgen van de studie, en dat je problemen kunt krij-gen met de rest van je studie als je hem niet haalt in het eerste jaar. Er is voor sommige cursussen in dit tweede jaar slechts één herkansingsmogelijkheid met het oog op een minor.”

Onbegonnen werkDe ECTS van tweedejaarscursussen, zorgen ook voor onzekerheid. In het tweede jaar volgen niet alle journalis-tiekstudenten tegelijkertijd hetzelfde programma. Hierdoor kunnen stu-denten van sommige klassen al meer punten behaald hebben dan studenten van andere klassen. Vooral de cursus-sen RTV, Redactionele Vormgeving en

juist die ECTS zijn zo belangrijk bij het inloten van buitenlandse minoren.

De herkansingen van cursussen Po-litiek en Sociologie waren zelfs pas in blok C mogelijk, na de inlootproce-dure. Volgens het tweetal Eveline de Vroom en Arie de Jongh, verantwoor-delijk voor de inloting, was er echter geen probleem. Na klachten is er een coulanceregeling getro$ en, waardoor de punten van propedeusecursussen Politiek en Sociologie automatisch meegeteld worden. Na blok C wordt bekeken of de punten binnen zijn. Wachten met het inloten van de mino-ren tot na de tentamenweek van blok C is niet mogelijk vanwege deadlines van

LOTINGIn totaal schreven zich dit jaar 34 studenten in voor een buiten-landse minor. Maken De Vroom en De Jongh hen blij?

1e keus = 19 studenten2e keus = 10 studenten3e keus = 5 studenten

FOTO: MARIETTE TWILT

Deadline (die respectievelijk zes, zes en acht ECTS opleveren) spelen daarbij een grote rol. Dit verschil kan volgens De Jongh echter niet uitvallen in een voor- of nadeel voor een student. “Het kan per klas één punt verschillen, maar dat wordt verrekend.”Volgens het tweetal is het ‘onbegonnen werk’ om naast ECTS ook naar cijfers te kijken. “Dat wordt dan wel een heel complexe procedure”, verzucht De Vroom. De Jongh noemt deze methode ‘objectief ’. “We kijken niet naar het stu-dieverloop, maar naar hoe studenten er op één moment voorstaan. Je kunt oneindig ver# jnen, maar dat is niet re-levant.” Het duo kijkt – in tegenstelling tot de visie van sommige studenten – dus niet naar oriëntatieweken, keuze-vakken, het volgen van de cursus Cam-pusradio of deelname aan de Brno-reis uit het eerste jaar. De Vroom: “Het kan alleen de doorslag geven, als het pun-tenaantal geen uitsluitsel gee! .”

Page 6: 58371544-April-Paduaan-Versie-II

6 HET GESPREK

DOOR ROBBIE KAMMEIJER

Onlangs spo% e Hertsenberg met haar strenge imago, door als de Wizard of TROS op te treden in de TV Kantine. Maar door de bank genomen zien we haar in een keurig jasje zich druk ma-ken over consumentenproblemen en staat ze bekend als ‘keiharde tante’.

Hoe kom je aan dat imago?“Ik denk dat het te maken hee! met het ‘vrouwbeeld’ in de media. Als een vrouw wat strakker presenteert en min-der de girl next door uithangt, wordt dat anders ontvangen dan bij een man. Mensen verwachten van een vrouw een aardige, meegaandere houding. Als je die niet hebt, valt dat op. Als een man op mijn stoel zou zi% en, zou niemand daar van opkijken.”

Kan je die verwachting ook als voor-deel gebruiken?“Jazeker. Ik ben wel eens onderschat door een woordvoerder van een tele-comprovider met een heel dure help-desk. Kort voor de uitzending gaf ik hem een hand. Ik zag hem toen den-ken: oh, blond vrouwtje. Dat komt wel goed. Ik zei nog: ‘Ik word wel een beetje streng, hoor’, maar hij maakte zich helemaal geen zorgen. Bij mijn eerste vraag realiseerde hij zich pas wie hij tegenover zich had zi% en en klapte hij dicht. Hij onderscha% e de situatie, hij onderscha% e mij.”

Wat doe jij in zo’n situatie?“Ik probeer het gesprek in eerste in-stantie gaande te houden. Ik wil dat hij in beweging komt. Maar gebeurt dat niet, dan draai ik wel de duimschroe-ven aan. Zijn imago interesseert mij

dan helemaal niets. Ik heb geen mede-lijden met zo’n grote telecomprovider.”

Ik heb de indruk dat je eigen imago je ook niets interesseert.“Inderdaad. Het doet me niets als men-sen mij een keiharde tante vinden, ik vind het wel grappig eigenlijk. Mijn imago hoort bij het programma. De au-toriteit van het programma en van mij als presentator, vind ik belangrijker dan mijn persoonlijke imago.”

Je presenteert Radar nu zestien jaar. Zo’n periode is bovengemiddeld voor een Nederlandse presentator.“De traditie bij Nederlandse presen-tatoren is inderdaad dat je om de drie jaar aan iets anders toe bent. ‘Een nieuwe uitdaging’, wordt dat genoemd. Misschien pas ik wel meer in een Amerikaanse traditie, waar een goede presentator dertig jaar lang hetzelfde programma maakt. Bovendien wordt Radar met het jaar interessanter. Vroe-ger keken er minder mensen en konden we geen deuk in een pakje boter slaan. Als we nu bedrijven bellen, hoor je de alarmbellen afgaan en protocollen in werking treden. Dat is een heerlijk ge-voel.”

Een gevoel van macht?“In ieder geval is dat het besef dat het programma er toe doet. We kunnen misstanden aan de kaak stellen. Neem bijvoorbeeld het verhaal over een chi-rurg van een streekziekenhuis. Een 47-jarige vrouw is door toedoen van hem incontinent en verlamd. Ze zit nu in een rolstoel. Ze is één jaar ou-der dan ik, hee! net als ik kinderen,

Radar‘MET RADAR KAN

IK GAAN SCHUDDEN AAN DE BOOM EN KIJKEN WAT ER GEBEURT’

maar zal voor de rest van haar leven in een verpleegtehuis tussen bejaarde mensen wonen. En zij is niet het enige slachto$ er, de teller staat inmiddels op driehonderd letselschades. En er is nie-mand die zijn mond open doet.”

Doet dit verhaal je wat?“Ja. Hier kan ik ’s nachts echt van wak-ker liggen. Dit is een verhaal dat mij echt raakt.”

Hoe komt dat?“Soms realiseer ik mij dat die vrouw nu, op dit moment, in dat verpleegtehuis zit. Terwijl ze voor de operatie gezond was. Dat spookt door mijn hoofd, daar ben ik mee bezig. Toch moet ik op een gegeven moment stoppen om erover na te denken, ik kan haar situatie toch niet veranderen. Het enige wat ik kan doen, is een mooie uitzending maken, het probleem inzichtelijk maken en verantwoordelijken ter verantwoor-ding roepen. Met Radar kan ik gaan schudden aan de boom en kijken wat er gebeurt.”

Ben je blij dat je dat kan doen?

Page 7: 58371544-April-Paduaan-Versie-II

PADUAAN APRIL 2011

HET GESPREK 7

DIERENVRIENDINAntoinette Hertsenberg is niet alleen bekend als presentatrice, maar ook

als dierenliefhebber. Zo schrijft ze vegetarische kookboeken. Maar

haar liefde voor dieren wil ze niet met haar werk vermengen. “Ik wil niet dat de kijker zegt: ‘Oh, dat is

de hobby van Hertsenberg’.”

Duimschroeven‘EEN IMAGO

INTERESSEERT MIJ HELEMAAL

NIETS. IK HEB GEEN MEDELIJDEN’

consumentenprobleem, het was een maatschappelijk probleem. We hebben wel eens geprobeerd het verhaal bij col-lega’s te slijten, maar het lukte gewoon niet. Ze zijn lui.”

Blijven er door die luiheid meer za-ken op de plank liggen, denk je?“Jazeker. Actualiteitenrubrieken hol-len graag achter elkaar aan, in plaats van dat ze zelf een onderzoek starten. ‘Ja maar, bezuinigingen!’, hoor ik dan. Hoor nou, wij hebben die hele woeker-polisa$ aire ook met twee man en een paardenkop gedaan. Het gaat om de wil om te kijken naar dingen om je heen en daar het nieuws te zien.”

Actualiteitenrubrieken kijken niet goed?“Te weinig. Ze hollen achter elke wind aan die in Den Haag waait en komen niet met eigen nieuws. Ik werd in 2009 tot journalist van het jaar uitgeroepen, ondanks dat consumentenjournalistiek als tweederangs journalistiek wordt gezien in Nederland. Toen wist ik het zeker: wij leveren écht een bijdrage aan de maatschappij.”

“Ja. Ik ben blij dat wij zo’n wezenlijk verhaal kunnen vertellen. En ik ben trots als dat verhaal wat uithaalt. Het is toch mooi als je als journalist het ver-schil kan maken. Wat dat betre! gaat Radar verder dan de journalistiek van actualiteitenrubrieken. Wij brengen het echte journalistieke handwerk. Wij ze% en onze tanden in een zaak, chec-ken de feiten en spelen voor aanklager. Wij confronteren, wij willen iets berei-ken. Dat past mij echt als een jas.”

Heiligt jullie doel alle middelen? Ook de verborgen camera?“Ik ben het niet eens met de richtlij-nen van de Raad voor de Journalistiek over undercoverjournalistiek. Die zeg-gen dat een verborgen camera alleen mag als de informatie niet op een an-dere manier verkregen kan worden en als het over grote maatschappelijke misstanden gaat. Maar wat wij doen met een verborgen camera, doet een dagblad met een verborgen pen. Daar wordt nooit schande over gesproken.”

Maakt beeld niet meer impact dan een geschreven verhaal?

“Dat valt heel erg mee. We laten ook niet alles zien. Soms blij! de camera uit, en gaat er alleen een microfoon mee naar binnen. Dan laten we alleen horen wat de medewerkers zeggen en brengen we ze niet in beeld. Je moet een verborgen camera pas verbieden als de zaak geen enkel maatschappelijk belang dient en als je onnodig schim-mig gaat doen, als je een heartbeat-muziekje onder de beelden zet en wel gezichten uitzendt van mensen die er niet toe doen. Bovendien biedt de Ne-derlandse wet veel meer mogelijkhe-den voor de verborgen camera dan de richtlijn van de Raad. Nou, wij houden ons aan de Nederlandse wet.”

Radar hee! zijn faam waargemaakt met de woekerpolisa" aire. Het duurde lang voordat actualiteiten-rubrieken bij jullie aanhaakten. Hoe komt dat?“Dat is luiheid. In de woekerpolisaf-faire zijn ze aartslui geweest. Ik begrijp niet dat wij de enige waren die zich hier druk over hee! gemaakt. Het ging om zeven miljoen polissen. Miljoenen ge-dupeerden. Het was niet zomaar een

FOTO: MICHAEL GALIART

CV1964 Geboren in Den Haag

Opleiding Hoger Sociaal Agogisch Onderwijs en diverse cursussen PR/Communicatie

1995 - heden Presentatrice en eindredactrice van TROS Radar

2000 - heden Presentatrice van TROS Opgelicht

2009 Door vaktijdschrift VillaMedia uitgeroepen tot ‘journalist van het jaar’

2010 Door maandblad Opzij uitgeroepen tot de ‘machtigste media- vrouw van Nederland’

Page 8: 58371544-April-Paduaan-Versie-II

8 HET ECHTE LEVEN

“Als Senior Interactie Ontwerper ben ik dagelijks bezig met het ontwerpen en realiseren van ge-bruikersvriendelijke oplossingen voor de klanten van het UWV Werkbedrijf (werk.nl). Dit doe ik natuurlijk niet alleen, maar samen met mijn team van vormgevers, front-end ontwikkelaars en redac-teuren. Wij bepalen samen met de opdrachtgever hoe gebruikers de site optimaal kunnen gebruiken. Het is een spannende functie waarbij je sterk in je schoenen moet staan om je gewenste verbeteringen gerealiseerd te krijgen.”

“Veel bedrijven en instanties denken nu meer na over de keuze tussen bestaande systemen of een overstap naar open source. Enkele jaren geleden hebben wij bewust de keuze voor het Open Source CMS (Content Management System) Drupal ge-maakt. Bij Dot Identity zijn we gespecialiseerd in front-end developing voor Drupal. Zie je studie-periode als een speeltuin. Geniet van je vrijheid, maar ontdek ook wat je leuk en interessant vindt. Specialiseer je, onderscheid jezelf, zodat je van toe-gevoegde waarde bent voor een opdrachtgever.”

“Ik heb zeker wat gehad aan mijn tijd bij studievereniging Vox, waar ik onder an-dere hoofdredacteur van studentenglos-sy Contxt ben geweest. Wat ik daar dan geleerd heb? Om werk te combineren met ontspanning. En om samen te wer-ken met een groep mensen. Na twee jaar stopte ik met Digitale Communicatie. Het was mij iets te technisch. Ik stapte over naar Bedrijfscommunicatie, op dat moment een nieuwe studie. Het posi-tieve aan de studie was ook meteen het negatieve. De docenten, de lessen en de tentamens, alles was nieuw. Het was niet voor iedereen duidelijk wat we nu moes-ten leren. Ik zou zo weer kiezen voor die studie als ik het over mocht doen. Het belangrijkste wat ik heb geleerd is om multimediaal te denken.

Dus: welke media zet je in en op welke manier zorg ik ervoor dat de verschil-lende media die je gebruikt de bood-schap versterken? Dat is de essentie van die studie.”

Logge organisatie“Mijn eerste stage deed ik op de com-municatieafdeling van een bedrijf waar ongeveer 1300 mensen werken. Op de communicatieafdeling, waar ik zat, werkte een man of zes. Ik dacht al snel: dit is niet wat ik wil doen later. Het was nogal een logge organisatie waardoor mijn werk erg saai was en weinig inspi-rerend. Ik zocht iets waar ik meer uitda-ging in kon vinden. Mijn tweede stage, bij een NGO in Utrecht, was al meer wat ik graag wilde doen. Daar werkte we met

een man of twintig, allemaal jonge men-sen met een passie voor het vak. Het was een kleine organisatie, waar ook vrijwil-ligers werkten. Ik merkte dat dat mij veel beter ligt dan een oude, logge organisa-tie. Daar kreeg ik de vrijheid om te doen wat ik wilde doen. Ik kon daar beter mijn ei kwijt.”

Junior“Sinds januari werk ik als digital media consultant bij Detroit Media, een me-diabureau dat gespecialiseerd is in on-line campagnes. Het bedrijf zit in Am-sterdam, waar meer van dat soort jonge, opkomende bedrij( es zijn gevestigd. Ik ben als junior aangenomen en werk veel samen met de senior, qua lee! ijd één van de oudere werknemers daar. De eer-

ste twee maanden was het heel veel kij-ken hoe het er aan toe gaat. Onze klan-ten zijn grote bedrijven als Eneco, ING, KPN en American Express. Wij maken Nederlandstalige campagnes en regelen dat het product in de aandacht komt te staan. Dat doen we op allerlei manieren; maar vooral door internetreclames. We brengen de producten in de markt. Voor mijn werk zit ik veel achter mijn compu-ter. Vaak alleen, maar soms kijk ik mee met mijn collega’s die bijvoorbeeld het gra# sche gedeelte doen van de campag-nes. Af en toe moet je naar klanten toe om te laten zien dat ze het beste met jouw bedrijf zaken kunnen doen. Als dat een bank is, ga ik meestal wel in pak, maar heel vaak ook gewoon in mijn nor-male kleding.”

FOTO: ANNELIES WATERLANDER

“Initiatief nemen, ideeën durven spuien en lef heb-ben. Dat heb je, naast journalistieke kwaliteiten en een behoorlijk pennetje, nodig in de sportjournalis-tiek. Bij AD Sportwereld speuren we voortdurend naar journalistiek talent, dat niet zelden via een sta-ge bij onze krant komt bovendrijven. Wat bepaalt uiteindelijk of iemand de stap naar AD Sportwereld kan maken? Dat is de kennis van en de passie voor de sport. Zijn die aanwezig, dan is er geen betere werkplek dan aan de Ro% erdamse Marten Mees-weg.”

SANDER HAAKSMAInteractie designer

www.werk.nl

JILLES VRIJENHOEKOprichter

Dot Identity

SPORTJOURNALISTIEKCREATIVE MEDIA DESIGN COMMUNICATIE

ALEXANDER EENENNAAMChef

AD Sportwereld

In deze rubriek geven professionals uit de wereld van communicatie en journalistiek iedere editie hun inspirerende visie op het vak.

CREATIVE MEDIA DESIGN

hun inspirerende visie op het vak.

SPORTJOURNALISTIEKSPORTJOURNALISTIEK

ALEXANDER EENENNAAM

COMMUNICATIE

EEN GREEP UIT

DOOR QUIRINUS MARTIJN

Page 9: 58371544-April-Paduaan-Versie-II

PADUAAN APRIL 2011

HET ECHTE LEVEN 9

Dit is een pleidooi voor het internet, maar is geschreven voor papier en mag daarom, in tegenstelling tot columns op het internet, alwaar de gemiddelde lezer de aandachtspanne van een goud-vis hee! , best een beetje langdradig zijn omdat lezers die van papier af lezen beduidend intelligenter en geconcen-treerder heten te zijn dan het gepeupel op Twi% er, Nujij, Telegraaf.nl, Geen-Stijl en – vanzelfsprekend – het Viva-forum, ook al is dat natuurlijk onzin en is het internet niet die gevaarlijke plek vol meningen en onderbuikgevoelens waar sommige correcte lieden een hek omheen zouden willen zi% en, terwijl

de pijprokende, langzaam uitstervende krantenredacties van dit land heel hard en instemmend knikken als die menin-genopdringers zulke dingen zeggen, om daarmee ten eerste te verhullen dat ze niet snappen hoe internet nou eigenlijk werkt (geef ze eens een smartphone in handen, kun je lachen) en omdat ze ten tweede vinden dat al die meningen die iedereen op internet hee! helemaal niet goed en correct zijn omdat zij, de fat-soenlijke moralisten, veel beter uit kun-nen leggen hoe de wereld nou eigenlijk in elkaar zit en je van sociale media en weblogs alleen maar somber, depressief of zelfs agressief wordt, omdat het ka-

nalen zijn waarop je veilig en zelfs ano-niem zomaar alles kunt zeggen wat in je opkomt zonder aan de kindjes in Afrika te denken of rekening te houden met de lange tenen van de gemiddelde christen in ons eigen land, wat voor ons, voor-uitstrevende netwerkgeneratie van we-bloggende en twi% erende individuen, des te meer reden is om transparantie van het internet te omarmen, te besef-fen dat het internet Nooit Meer Weg Gaat, en om aan ons opgedrongen mo-raal de middelvinger te geven.

Bart Nijman Redacteur van DeJaap.nl

Aan de lange tafel van de Co$ ee Com-pany aan de Vismarkt zi% en mensen met geconcentreerde blik naar het scherm van hun laptop te staren. Bijna iedereen hee! zich nog eens extra af-gezonderd door de oordopjes die in de oren zijn geplugd. De uitzondering aan tafel is een meisje dat zonder computer aan het werk is. Dri! ig in de weer met verschillende kleuren markeersti! en en met een zilveren, glimmende perfora-tor op haar collegeblok is zij het enige beetje verzet tegen de digitale overname in de ko) e-zaak.

Bij de Co$ ee Com-pany is het gratis wi# strak geregeld. Op het bonnetje van de consumptie staat een code waarmee een uur lang gratis toe-gang tot internet wordt verscha! . Is het uur om, dan valt de webverbinding weg. Als er dan weer een nieuw kopje ko) e wordt gekocht, kan er weer ver-der gesur! worden.

Medewerkster Rachel zegt het ergens wel jammer te vinden, al die laptops op tafel. “Als je de kopjes komt ophalen, word je door veel klanten niet eens aangekeken, zo geconcentreerd zijn ze bezig. En als er nieuwe klanten binnen-

komen, is het eerste dat ze zien al die werkende mensen. ‘Oh, gezellig zeg’, horen we dan. Dan lopen ze de winkel weer uit.”

Bij Broodnodig op de Mariaplaats is er een speciale regel ingesteld. ’s Och-tends mogen de klanten tot elf uur van het wi# gebruikmaken, en vervolgens weer na drieën. Ook moet het inter-ne% en tot een uurtje beperkt blijven. Eigenaar Ingmar Visch wil voorkomen

dat zijn lunchrooms een soort bibliotheek worden. “In New York merkte ik het een aantal jaren geleden al. Daar kwam je een café bin-nen en dan durfde je haast niet te praten om-

dat iedereen zo stil aan het werk was. Dat wil ik hier absoluut niet.”

Financieel gezien zijn de werkende klanten ook niet bepaald een goudmijn. “De omzet gaat natuurlijk omlaag als iemand de hele dag zit te werken en maar twee kopjes ko) e drinkt”, vertelt Ingmar. Het huidige beleid houdt tot nu toe stand, maar als de laptopinvasie toeneemt, is hij niet bang om nog meer maatregelen te nemen. “Dan hang ik een heel groot bord op het raam waarop staat dat laptops hier niet welkom zijn.”

DOOR MARLEEN VAN HOOGENDOORN

GAST

‘Als ik de kopjes ophaal, word ik vaak niet eens aangekeken’

FOTO’S: KIM SEIGNETTE

Page 10: 58371544-April-Paduaan-Versie-II

10 DE MENS ACHTER

FOTO’S: LISA MATULESSYA EN EIGEN ARCHIEF HUSSEIN ALI

Page 11: 58371544-April-Paduaan-Versie-II

PADUAAN APRIL 2011 DE MENS ACHTER 11

DOOR LISANNE VAN SADELHOFF

“Ik kan high zijn zonder drugs te gebruiken: als ik dans, dan ben ik in de zevende hemel, het is geweldig. Ik leerde dansen in Irak, tijdens het dictatoriale regi-me van Saddam Hoessein. Mijn vader was er tegen: hij was een trots man en wilde zoons hebben die goed geld konden verdienen. Mijn oudere broers – ik kom uit een gezin van zes jongens en één meisje – werden arts en ik bleef maar dansen. Hij was het daar niet mee eens, totdat hij zag dat ik er op mijn veertiende al geld mee kon verdienen. En: als ik danste, was ik veilig. Ik maakte reizen over de hele wereld, werd overal uitge-nodigd voor audities, wedstrijden, musicals. Wie kon reizen, kon ook vluchten.

“Ik was klaar met mijn dansopleiding en werd 23; dat betekent dat je het leger in moet. Het woord ‘le-ger’ staat in Irak gelijk aan de dood. Ik vertikte het om iets te doen waar ik niet achter stond. Een danser met een mitrailleur over zijn schouder, zie je het voor je? Ik niet. Dus ik vluch%e.

“Na een dansvoorstelling in Jordanië ben ik ervan-door gegaan. Stiekem, ja, ik heb van niemand afscheid genomen. Niet van mijn familie, niet van het dansge-zelschap waar ik die avond nog mee op de planken had gestaan. Dit was mijn geheim. Ik vertrok naar Jemen, want dat was de enige plek waar je naartoe mocht met een Irakees paspoort. Irak was een achterlijk land, streng Islamitisch. Dansen was ondenkbaar. Het was verschrikkelijk, want in Irak heb ik het nooit slecht gehad.”

Asielzoekerscentrum“Natuurlijk, er was oorlog, we lééfden met oorlog. Maar als kind ben je niet bang voor de vliegtuigen en bombardementen. We vonden het spannend, het was voor ons gewoon vuurwerk. Wisten wij veel, dat die vliegtuigen mensen doodden? We zagen in ons dorp wel eens gewonden, of doodskisten, maar voor de rest viel het mee. Ik heb een gelukkige jeugd gehad, we hadden – en hebben – een hecht gezin. Mijn vader

was kostwinner, wilde het beste voor zijn kinderen. Mijn moeder was huisvrouw en ging onvoorwaarde-lijk voor ons. Toen al haar kinderen uit Irak waren ge-vlucht, bezocht ze een trouwerij van haar zoon, mijn broer, in Canada. Ze is er gebleven.

“Mijn vader zei toen: ‘Ik leef nog maar een paar jaar, ik wil niet sterven in een ander land dan Irak.’ Toen hij stierf, had ik hem twintig jaar niet gezien. Dat was pijnlijk. Maar teruggaan was gevaarlijk.

“Toen ik vanuit Jemen naar Nederland kwam, spookte er één vraag constant door mijn hoofd: als ik hier niet mag blijven, wáár moet ik dan heen? Ik woonde een jaar lang in een asielzoekerscentrum in Oog in Al, iets ergers bestaat bijna niet. Iedere dag moest ik mij met een stempelkaart melden bij een soort politiebureau, omdat we aanwezigheidsplicht hadden. En iedere dag stond ik uren in de rij voor een avondmaaltijd. Ik kreeg daar te maken met heel andere culturen: er waren mensen die nooit hadden geleerd om in een rij te wachten. Die kropen voor, en ik? Ik zag de rij voor mij alleen maar langer worden.

“Die onzekerheid, dag in dag uit, was het ergst. Wat gaan ze met mij doen? Ik kon niet terug. Het enige wat ik wilde is een stukje veiligheid voor mijzelf. Maar ik maakte er wat van, daar, in dat asielzoekerscentrum. Je moet het zelf gezellig maken. Ik studeerde in een kleine bibliotheek, speelde kaartspelletjes en domino en voetbalde met de mannen. Voet-bal. Stond ik daar, als danser, tussen de Afrikanen die van kinds af aan al in de buitenlucht voetbalden.

“Na een jaar mocht ik er weg en kreeg ik een kleine studentenkamer toegewezen. Via een uitzendbureau kwam ik als systeembeheerder op de FCJ te werken. Toen kon ik een huisje kopen in Amersfoort, en daar woon ik nu nog steeds. Ik heb het er naar mijn zin en als ik niet in Nederland ben, krijg ik heimwee. Ik heb het geprobeerd hoor, weggaan van hier. Ik ging een tijd naar Canada, naar mijn broers en moeder. Ik had daar alle luxe: een groot huis, familie om mij heen, een dure auto. Maar ik miste mijn leven hier.

Bedrogen in liefde“Mijn moeder komt af en toe naar Nederland toe. Dan stapt ze in d’r eentje in het vliegtuig – ze deinst ner-gens voor terug – en dan pik ik haar op Schiphol op. Contact met mijn familie in Canada heb ik via de web-cam. Dan ben ik aan het werk op school, in mijn kan-toortje, en heb ik skype aan staan. Ik heb alleen maar het achtergrondgeluid nodig om te horen dat het goed gaat. Dan ben ik gerustgesteld.

“Wat ik heb geleerd van het leven? Het is vallen en héél snel weer opstaan. Ieder mens maakt fouten. Ik ook, hoewel ik niet naïef ben. Ik ben bedrogen in de liefde, de vrouw met wie ik vier maanden getrouwd was ging er min of meer met mijn geld vandoor. Dat was pijnlijk, maar met mijn vrienden en familie ben ik er weer bovenop gekomen. Ik heb #jne mensen om mij heen verzameld van hen word ik gelukkig.

“Met het dansen is het afgelopen. In de danswereld weet iedereen: stop je langer dan een half jaar met dansen, dan is het over en uit. Ik heb twee jaar niet meer gedanst. Hier in Nederland heb ik het nog wel geprobeerd. Maar het ging niet meer. Als ik niet had hoeven vluchten, was ik nog tien jaar doorgegaan, dat weet ik zeker. Nu leg ik me erbij neer. Dat is moeilijk; ik kan niet naar een balletstuk kijken, want bepaalde bewegingen doen mij aan mijzelf denken. Maar soms, heel soms, dans ik nog steeds. Niet op de planken, niet in de balletschool in Irak. Maar in mijn hoofd.”

‘IK BEN STIEKEM VAN IRAK NAAR JEMEN VERTROKKEN. HET WAS MIJN GEHEIM, NAM

VAN NIEMAND AFSCHEID’

PERSOONLIJK

Naam: Hassan Hussein Ali

Leeftijd: 42

Woonplaats: Amersfoort

Functie: Instructeur Digitale Communicatie

Woonsituatie: Alleenstaand

Politieke voorkeur: SP

Motto: ‘Altijd doorgaan nooit stoppen’ (vrij vertaald uit het Arabisch)

Geloof: In wetenschap

Vrijetijdsbesteding: Zwemmen, hardlopen en verwilligerswerk

Page 12: 58371544-April-Paduaan-Versie-II

PADUAAN APRIL 2011

Z.O.Z. 12

Zucht. Daar gaan we dan. Haren recht gestreken? Zojuist gedaan. Buik in? Beginnen we nu mee. Voorgevel naar voren? Altijd, daar heet het een vóór-gevel voor. Wimpers in de krul? Check. Zere voeten van die torenhoge hakken? Hell yeah. Deurklink in m’n hand, nog een laatste check-up in het raam en we kunnen. Nog één keer diep ademhalen. Daar gaat ‘ie dan. Wacht! Nog even lip-gloss op doen. Shit, hangt m’n haar er weer in. Ik ben ook gewoon niet wegge-legd voor dat ‘mooi doen’. Nou vooruit, stel je niet aan. Daar gaat ‘ie, en nu echt.

“Haaaai Malu! Wat zie je er leuk uit! Wat een gave hakken! Oooooh, en die bróek! Waar heb je die vandaan? Zara? En wat een mooie lipgloss, mag ik ook een beetje? Ben je afgevallen?” Helaas, niets van dit alles. Eenmaal op school ga ik op in de mensenmassa als een pop in ‘t speelgoedschap. Volle bossen haar doen mijn hoopje pluis af als nestma-teriaal, lange stelten doen mijn benen op stompjes lijken. Helaas, de hakken doen vrij weinig aan dat e$ ect af. Op de FCJ is het een voortdurende stroom tieten, konten, wimpers, hoge hakken en mooie kleren.

Dus bij deze speel ik open kaart. Ik ben Malu. Ik ben drie turven hoog, met hakken aan drie-en-een-beetje. Ik weeg in mijn dromen 57 kilo, maar tel daar maar zeven bij op om tot de realiteit te komen. Ik heb één X-been, dus ik heb mijn onderstel maar omge-doopt tot K-benen. Als ik achterom in

Onderzoekend kijkt Arie van ’t Veld de hal rond. Hij wijst goedkeurend naar de vele sprinklers. Hij benadrukt nog eens dat hij alleen een visuele beoordeling kan doen en niet weet wat er in de ver-gunningen is afgesproken.

Van ’t Veld is expert op het gebied van brandveiligheid bij ingenieursbe-drijf De Vlieg Techniek. Het onder-werp brandveiligheid moet, volgens hem, meer aandacht krijgen op oplei-dingen. Je moet weten wat je vlucht-weg is. En er mogen geen obstakels in de weg staan in de vluchtroute.

“Dat gordijn, daar boven, is dus zo’n obstakel”, zegt hij, wijzend naar de schuifpui boven in het auditorium. “Ze kunnen bijvoorbeeld de rails van het gordijn aan de pui vastmaken, zodat het gordijn ook weg is als je de pui open doet.”

Als hij het auditorium uitloopt ontdekt hij de prullenbak. “Kijk, een vlamdovende prullenbakmond. Wat nou jammer is, is dat de plastic zak over de rand zit. Als deze door de hi% e smelt en op de vloer lekt, kan de brand alsnog verder ontwikkelen.”

Hij ontdekt bij de receptie een brand-blusser en valt met zijn neus in de bo-ter. “Ze hebben hier ook een AED-kit en het noodplan”. Van ’t Veld bekijkt samen met een beveiliger het brandmeldpaneel. “Met behulp van dit paneel kun je het ontruimingsalarm in het gebouw gecontroleerd laten afgaan.”

Een verdieping hoger ziet hij openstaande klapdeuren. “Waarschijnlijk is dit een brand-scheiding. Die moet bij brand altijd dicht zijn, of eventueel - in dit geval - met kleefmagneet-jes open gehouden worden en in geval van brand direct weer dicht kunnen vallen.”

Verder de gang in komt hij nog zo’n brand-scheiding tegen. “Deze kun je herkennen aan het draadglas of brandwerend glas, dat is geen gewoon glas, en zelfsluitende deuren. Hij neemt de proef op de som: de deur valt net niet in het slot. “Smeer er een beetje boter op en hij valt goed dicht”, grapt hij. Gelukkig valt een andere deur later keurig in het slot.

Van ’t Veld maakt de balans op. “De faculteit hee! het goed ge-regeld.”

DOOR IRENE VAN EERDEN

BRANDVEILIGHEID

Onderzoekend kijkt Arie van ’t Veld de hal rond. Hij wijst goedkeurend naar de vele sprinklers. Hij benadrukt nog eens dat hij alleen een visuele beoordeling kan doen en niet weet wat er in de ver-

Van ’t Veld is expert op het gebied van brandveiligheid bij ingenieursbe-drijf De Vlieg Techniek. Het onder-werp brandveiligheid moet, volgens hem, meer aandacht krijgen op oplei-dingen. Je moet weten wat je vlucht-weg is. En er mogen geen obstakels in

“Dat gordijn, daar boven, is dus zo’n obstakel”, zegt hij, wijzend naar de schuifpui boven in het auditorium. “Ze kunnen bijvoorbeeld de rails van

DOOR IRENE VAN EERDEN

het gordijn aan de pui vastmaken, zodat het gordijn ook weg is als je de pui open doet.”

Als hij het auditorium uitloopt ontdekt hij de prullenbak. “Kijk, een vlamdovende prullenbakmond. Wat nou jammer is, is dat de plastic zak over de rand zit. Als deze door de hi% e smelt en op de vloer lekt, kan

Hij ontdekt bij de receptie een brand-

‘Op de FCJ is het een stroom tieten,

konten, hoge hakken en mooie kleren’

‘Dat gordijn, daar boven,

is een obstakel’

STUDENT

Hoofdredacteur: Merlijn Ensing

Adjunct: Irene van Eerden

Art director: Marie% e Twilt

Eindredacteur: Lisanne van Sadelho$

Redacteur: Robbie Kammeijer

Medewerkers: Marleen Hoogendoorn, Malu van der Maale, Quirinus Martijn, Lisa Matulessya, Kim Seigne% e, Michael Galiart, Annelies Waterlander

Met dank aan: Alexander Eenennaam,

Sander Haaksma, Bart Nijman, Arie van ‘t Veld, Jilles Vrijenhoek

Drukkerij: Tuijtel

contact: [email protected]

COLOFON‘t Veld, Jilles Vrijenhoek

Drukkerij:NUMMER 4

APRIL 2011HUMEDIA.NL/PROFILE/PADUAAN

DOOR ROBBIE KAMMEIJER“Om te laten zien bij welke groep studenten ho-ren, kopiëren zij onbewust een stereotype van die groep. Puur groepsgedrag”, aldus dr. Kai Epstude van de Rijksuniversiteit Groningen. Als studenten aan een studie beginnen, krijgen zij al snel een stereotypebeeld. “Als ze zich gaan gedragen naar dat beeld, laten ze zien: ‘Ik ben dit!’. Maar het beeld is soms extremer dan de realiteit.”De beelden die studenten vormen, verdwij-nen niet na verloop van tijd. “Mensen kijken al vanaf de start heel serieus naar waar ze later terecht komen. Het beeld dat je dan krijgt, ga je zowel bewust als onbewust kopiëren. Je ziet daarom dat economiestudenten en mensen die in het bedrijfsleven terechtkomen, zich chiquer

kleden dan bijvoorbeeld journalistiek-studenten.”Buiten het feit dat studenten aan de rest willen laten zien wie ze zijn, speelt bij de kledingkeuze van een student angst ook een rol. “Gedraag je je anders dan de norm van de groep, dan kun je zomaar raar aangekeken worden. Daar zijn mensen angstig voor.” Maar weinig mensen laten zich niet door die angst lei-den, verklaart Epstude.Volgens Epstude is het niet gek dat verschil-lende groepen studenten zich anders kleden. “Zeker als de groepen sterk in contact staan, omdat ze in hetzelfde gebouw colleges volgen, is er snel sprake van groepsgedrag.”

Antoinette ‘Radar’ Hertsenberg draait de duimschroeven aan pagina 6

HET GESPREKBrandveiligheid: we verfi kken in ieder geval niet

pagina 12

GETEST

FCJDocenten leren studenten vanaf nu opruimen

pagina 2

Antoinette ‘Radar’ Hertsenberg draait de duimschroeven aan

hee! het goed ge-regeld.”

een andere deur later keurig in het slot.Van ’t Veld maakt

de balans op. “De faculteit hee! het goed ge-regeld.”

FOTO’S: KIM SEIGNETTE

de spiegel kijk en mijn billen aanspan zie ik de volledige negen holes waar m’n vader elke zondag overheen loopt. Mijn voorgevel faalt genadeloos bij de potloodtest. Als ik naar beneden kijk zie ik drie rolletjes studentenplezier. Tijdens het tv-kijken staat mijn hoofd op standje ‘ik sta tot mijn knieën in de ro% e paling’, omdat ik anders niks zie. Komt vermoedelijk door mijn oogaf-wijking of hangende oogleden. Ik weet het niet.

Met andere woorden: ik ben Malu, en ook ík ben onzeker. Nu, wie gaat er mee bier drinken en een Quarter Pounder halen? Ik ben dat mooie ge-doe nu wel zat eigenlijk.

Malu van der Maale