1

LiturgieGezongen Votum, (Na de zegengroet zingen we DNP 84 : 1, 2)

Groet, Genade voor u en vrede van God de Vader, door onze Heer, Jezus Christus, in verbondenheid met de Heilige Geest. (Amen)

Zingen DNP 84 : 1, 21 Uw woning is mij zo lief, HEER.In mij leeft heimwee: God, wanneer mag ik uw goedheid daar ervaren?In de beschutting van uw huis

zijn zelfs de mus en zwaluw thuis:ze nestelen bij uw altaren.Gelukkig wie daar elke dagverblijf houdt en U prijzen mag

2 Gelukkig wie sterk zijn in U,wie reizend door het hier en nuzich blijven houden aan uw wegen.Gaat het soms door een tranendal,dan weten ze Wie helpen zal:verfrissend schenkt U hun uw zegen.Verkwikt mogen ze verdergaan.Ze komen zeker bij U aan.

Gebed

Lezen Deuteronomium 7Lezen 1 Petrus 2 : 1-10Na de schriftlezing zingen we samen LB’13 864 : 1, 2 en 3

Zingen LB’13 864 : 1, 2 en 31 Laat ons de Heer lofzingen,

juich, al wie bij Hem hoort!Hij zal met trouw omringenwie steunen op zijn woord.Al moet ge hier ook dragenveel duisternis en dood,gij hoeft niet te versagen,Hij redt uit alle nood.

2

2 God heeft u uitverkorenen uw geloof gebouwd,Hij heeft een eed gezworenaan elk die Hem vertrouwt:dat Hij hen zal omgevenmet sterkte als een wal,dat Hij wie met Hem levende zege schenken zal.

3 Zou ooit een vrouw vergeten’t kind dat zij in zich droeg,er niet van willen weten,wanneer het naar haar vroeg?Al zou u ook begevenuw moeder vroeg of laat,de Heer zweert bij zijn leven,dat Hij u niet verlaat.

Tekst HC Zondag 21 antw 54

Vraag 54: Wat gelooft u van de heilige, algemene, christelijke kerk?

Antwoord: Dat de Zoon van God uit het hele menselijke geslacht Zich een gemeente,

die tot het eeuwige leven uitverkoren is, van het begin van de wereld tot aan het einde vergadert, beschermt en onderhoudt. Hij doet dit door zijn Geest en Woord in eenheid van het ware geloof. En ik geloof dat ik van deze gemeente een levend lid ben en eeuwig zal blijven.

Verkondiging Na de preek Opwekking 428

Gemeente van Christus

Een paar weken geleden nam ds Voorberg deel aan een symposium op de Evangelische Hogeschool onder het thema: de moed om volwassen te worden. Veel jongeren hebben niet de moed om volwassen te worden. Veel jongeren zijn depressief.

Een van de oorzaken daarvan is het verschijnsel keuzestress. Jongeren schieten in de stress omdat ze zoveel keuzen hebben: maak ik wel de goede keuze? Ze stellen keuzen uit omdat ze bang zijn verkeerde keuzen te maken.

Geldt dat ook niet als het gaat over de kerk?

3

Er zijn zoveel kerken, is dit wel de goede kerk? Vroeger zeiden we: is dit wel de ware kerk?Begin te kiezen voor God. Besef dat dat het begin niet is.

God koos eerst voor jou. Hij riep je tot zich, meestal onderstreepte Hij die roeping met de doop. Ook als je niet gedoopt bent, God roept je nu. Hij gaat altijd voorop: Hij roept je, kom en wees mijn kind. Die God die altijd vooropgaat, die God heeft ook de kerk bedacht. Antw. 54 leert dat de kerk er geweest is van het begin van de wereld en er zal zijn tot het einde toe. De kerk is ouder dan jij, de kerk begint bij God.

DE KERK BEGINT BIJ GOD

Adam en Eva waren de eerste leden van de kerk. De kerk heeft er in de loop der eeuwen heel gevarieerd uitgezien.

Op een gegeven moment heette de kerk Israël. God besloot om uit de hele wereld 1 volk af te zonderen en daar zijn volk van te maken: Israël. In Deut. 7 hebben we gelezen hoe dat zo gekomen is.Israël staat voor de grens van Kanaän. God geeft aan dat Hij het land leeg zal vegen voor Israël. Dat doet God niet gauw.

In Hand. 17 lezen we dat God voor alle volken zorgt (25-27). God geeft aan alle mensen leven, adem en al het andere. God stelt voor ieder volk bijv. de grenzen vast. Christus zegt dat God zorgt voor regen en zonneschijn (Mat. 5:44v.), zodat de aarde voedsel voor haar bewoners voortbrengt.

4

Maar de 7 volken die Kanaän bewoonden moesten worden uitgeroeid. God had daar persoonlijk een begin mee gemaakt door Sodom en Gomorra om te keren (Gen. 18). 400 jaar later moet Israël dat karwei afmaken. Deze mensen waren te slecht voor Gods aardbodem.Hun lege land zal de ruimte zijn waar Israël mag gaan wonen. God trekt een scherpe scheiding tussen zijn kerk van het OT, Israël, en de rest van de wereld. Hij wijst radicaal alle gemengde huwelijken af, anders zouden de kinderen ontrouw worden aan God. Hun altaren en eredienst moesten worden gesloopt. Israël was Gods kerk, uitgekozen en Gods kostbaar bezit.

Dat niet omdat het zo’n fantastisch volk was, maar omdat God het liefhad, het trouw wilde zijn. Gods liefde en trouw zijn de basis van het leven van Israël als Gods volk. Gods liefde gaat voorop. In die liefde koos Hij. Israël mocht dankbaar omhoogkijken: wij zijn Gods volk, tot het eeuwige leven uitverkoren.

Dat betekent niet dat geen Israëliet verloren kon gaan. Uitverkoren volk zijn is wat anders dan een uitverkoren mens zijn zoals de D.L. daarover spreken. Over die uitverkiezing gaat het hier niet. Het gaat hier over een volk dat als volk is uitgekozen om bij God te horen, God blijft dat volk als volk trouw, maar we lezen van zondaars die door God worden afgewezen, ook uit Israël. Dat betekent niet dat God hen niet liefhad.Zijn liefde gaat voorop en strekt zich uit naar ieder in Israël, zonder uitzondering.

God wil wel een antwoord op die liefde zien. Dat is ook logisch. Als je zoveel liefde van God krijgt, ga je toch vragen: Heer, hoe kan ik U blij maken met mijn leven? Dan laat God dat zien en geeft Hij allerlei aanwijzingen, bijv. de wet van de 10 geboden. Als je werkelijk gelooft dat God je aan zijn kant gezet heeft, dat

5je bij zijn uitgekozen volk mag horen, dan ga je toch zo leven dat Hij blij met je is?Als je gelooft dat God je riep en daarom met een leven voor God antwoordt, blijft Hij je liefde geven en zegenen. Dat prent Mozes Israel in. Hij dreigt ook: als je dat niet doet, loopt het verkeerd met je af. Weer benadrukt Mozes: houd je apart, bedenk dat je een uitgekozen volk bent. Dan maakt God je zo sterk dat je voor niets of niemand bang hoeft te zijn. God zal je altijd beschermen en Hij is sterker dan wie dan ook. Tot slot: je bent uitgekozen, apart gezet, blijf apart staan, toegewijd aan God. Je hoort bij een uitgekozen volk.

1. ISRAEL: GODS UITGEKOZEN/GELIEFDE VOLK VAN HET OUDE TESTAMENT

IIIn het NT zijn we in een andere fase van de kerkgeschiedenis beland. God heeft niet meer een apart volk.

Hij vergadert christelijke kerken die overal als paddenstoelen uit de grond schieten: in Pontus, Galatië, Kappadocië, Asia en Bytinië verrijzen ook kerken, landstreken in wat nu Turkije heet (1:1v.). Gods liefde wordt hen bekend gemaakt en ze gaan daarin geloven. Ze geloven dat Gods Zoon naar de aarde kwam om de schuld van mensen af te betalen en een nieuwe aarde voor hen te verdienen. Ze mogen een nieuw leven beginnen, vrijgekocht door Christus met zijn kostbaar bloed.Net als bij Israël lieten de mensen zich overtuigen door Gods liefde. Daarna komt de vraag op: hoe kan ik U, mijn God en Vader, bedanken?

Petrus geeft daarvoor aanwijzingen. Als je echt in Gods liefde gelooft ga je bedrog en huichelarij uit je leven wegdoen. Je wilt een mens zijn die God blij maakt, je wilt groeien in een leven dat God mooi vindt. Je kent toch Gods goedheid (2:1vv.)?

Dan vergelijkt Petrus Christus met een levende hoeksteen.

6Die werd door mensen afgekeurd; Farizeeërs en Romeinen spijkerden Hem samen aan het kruis. Maar God had deze steen juist uitgekozen om fundament te zijn voor zijn nieuwe kerk. Hij vergadert de kerk van het begin van de wereld tot het einde, de periode van alleen Israël - was voorbij, overal mogen nieuwe christelijke kerken komen, gebouwd op de levende steen. Hij brengt nieuw, eeuwig, vreugdevol leven. Voeg je bij Hem dan word je zelf ook een levende steen. Je wordt heilige priesters die God offers gaan brengen, niet van dieren, maar van goede werken.Je kunt ook anders met de hoeksteen Christus omgaan. Je kunt je aan Hem ergeren. Dan wordt Hij voor jou een struikelblok, een rotsblok waaraan je je stoot en dat gaat je geweldig veel pijn bezorgen. Dan grijpt Petrus terug op het OT. Hij pakt de namen die in het OT aan Israël waren gegeven, alleen aan Israël, Gods enige volk op aarde.

Hij plakt die namen op de christelijke kerk, zoals die in zijn dagen vergaderd werd door Gods Zoon - uit Jood en heiden, ook in allerlei dorpen in het huidige Turkije.Petrus zegt: jullie zijn nu Gods uitgekozen geslacht (in de zin van volk), een koninkrijk van priesters (ik vind jullie koningen en priesters tegelijk), een heilige natie, Gods volk. Eens was Israël dat en had dat volk de taak om aan de wereld te laten zien wie God was. Daar kwam niet zoveel van terecht omdat Israël maar een klein volk was. In de dagen van Salomo werd het volk bekend bij veel volken in de verre omtrek tot in Ethiopië toe. Een koningin uit die streek reisde af naar Israël om dat volk nader te leren kennen (de koningin van Seba, 1 Koningen 10). Ook leefde Israël vaak slecht en maakte zo geen reclame voor God.In het NT gaat God het anders doen. Hij zendt predikers de wijde wereld in en laat hen overal kerken stichten. Zo worden Gods grote daden wereldwijd bekend. Petrus wijst de heidenen op hun voorrecht (net als Paulus in Ef. 2): eerst waren jullie gewoon losse mensen, niet een eenheid, geen volk, ja jullie hoorden wel bij een land en volk, maar een eenheid, een gemeenschap waren jullie niet. Nu wel, door God aan elkaar verbonden: Gods nieuwe gemeenschap uitgekozen voor eeuwige vreugde.

2. DE CHRISTELIJKE kerk: Gods uitgekozen/geliefde volk van het oude testament

7IIIZo werkt God dus. Hij vergadert een kerk van het begin van de wereld tot het einde. Hij doet dat door eens het volk Israël als geheel tot zijn volk te maken.

Na Pinksteren doet God dat door wereldwijd mensen aan elkaar te verbinden, er gemeenschappen van te maken, gemeenten of kerken noemen we die. Petrus schrijft een stuk of wat van die kerken aan en zet ze op een lijn met Israël.

Ja maar er zijn vandaag zoveel kerken. Wie zegt dat onze gemeente echt Gods kerk is? Wanneer is een gemeenschap van christenen kerk te noemen? Een belangrijk vraag. Want als je dat mag zijn, krijg je liefde van God - als Israël van het OT. Petrus laat zien dat je kerk bent als je bouwt op de levende steen, als je je houdt aan Christus en zijn Woord en alles wat daartegen in gaat verwerpt (art. 29 NGB).

Die kerk was er al voordat jij, u en ik er waren. God heeft het zo geleid dat wij bij die kerk horen. We zijn er ingedoopt.

Nu mogen wij zeggen dat we bij een gemeenschap horen die tot het eeuwige leven is uitverkoren (uitgekozen). Al die prachtige namen die Petrus opsomt horen bij de gemeente die wij met elkaar vormen.

Nog mooiere namen: de kerk wordt ook genoemd: bruid van Christus en lichaam van Christus. Zoveel houdt God van ons, u, jou en mij dat we bij die kerk mogen horen.Houd van God, houd van elkaar, houd van de kerk.

8De kerk is ouder dan wij zijn. De kerk is er altijd al geweest. De kerk is ook hier, gebouwd op de hoeksteen Christus. Je hoort bij een gemeenschap die nooit verdwijnt, omdat hij tot het eeuwige leven is uitgekozen.

God kijkt in pure liefde naar ook deze gemeente, koester je daarin en begin in de kerk met genieten, van Gods liefde. Die gaat voorop en die mag je iedere dag aanpakken.

Pro Rege, dat betelend In dienst van de koning.3. ‘PRO REGE’ GODS GELIEFDE

Amen.

Zingen Opwekking 4281 Genade, zo oneindig groot.

Dat ik, die ’t niet verdienhet leven vond, want ik was dooden blind, maar nu kan ’k zien.

2 Genade die mij heeft geleerdte vrezen voor het kwaad.Maar ook als ik mij tot Hem keer -dat God mij nooit verlaat.

3 Want Jezus droeg mijn zondelasten tranen aan het kruis.Hij houdt mij door genade vasten brengt mij veilig thuis.

4 Als ik daar in zijn heerlijkheidmag stralen als de zon,dan prijs ik Hem in eeuwigheiddat ik genade vond.Dan prijs ik Hem in eeuwigheiddat ik genade vond.

9Geloofsbelijdenis ARTIKEL 27Daar staat boven: de katholieke of algemene kerk.Wij geloven en belijden één katholieke of algemene kerk. Zij is een heilige vergadering van de ware gelovigen, die al hun heil verwachten van Jezus Christus, gewassen zijn door zijn bloed, geheiligd en verzegeld door de Heilige Geest.

Deze kerk is er geweest vanaf het begin van de wereld en zal er zijn tot het einde toe. Want Christus is een eeuwig Koning, die niet zonder onderdanen kan zijn. Deze heilige kerk wordt door God staande gehouden tegen het woeden van de hele wereld, hoewel zij soms een tijdlang zeer klein en ogenschijnlijk verdwenen is. Zo heeft de Here gedurende de gevaarlijke tijd onder Achab zevenduizend mensen voor Zich bewaard, die hun knieën voor Baäl niet gebogen hadden.

Ook is deze heilige kerk niet gevestigd in, gebonden aan, of beperkt tot een bepaalde plaats, of gebonden aan bepaalde personen, maar zij is verbreid en verstrooid over heel de wereld. Toch is zij met hart en wil samengevoegd en verenigd in eenzelfde Geest, door de kracht van het geloof.

GebedLeer ons Gods grote daden bekend makenElkaar aanvaarden als broers en zussen. Bekering voor Joden/IsraelKerken wereldwijd. Leer ons steeds meer kerk te zijn. Liefdevolle gemeenschap Alleenstaanden, eenzamen. Wie om werk ver/vaak van huis zijnGeadopteerde kinderen. Mensen die het goed gaat: dragende kracht voor de kerkAmbtsdragersBehoren bij één katholieke of algemene kerk.Eer aan Gods trouw waardoor God verder gaat met gebrekkige mensen en zijn doel bereikt!

Collecte daarna zingen we als slotzang Zingen Gezang 119 : 1, 3 en 5.De kerk van alle tijdenkent slechts één vaste grond:’t is Christus, die door lijdenzijn volk aan zich verbond.

1e collecte: Evangelisatie2e collecte: Rente & Aflossing

10Zingen Gezang 119 : 1, 3 en 5

1 De kerk van alle tijden

kent slechts één vaste grond:’t is Christus, die door lijdenzijn volk aan zich verbond.Om haar als bruid te werven,kwam Hij ten hemel af.’t Was Hij die door zijn stervenaan haar het leven gaf

.3 God houdt zijn kerk in leven,

hoe ook bespot, verdrukt,door dwalingen omgeven,verscheurd, uiteengerukt.Al roepen van de tinnende wachters nog: Hoe lang?Straks gaat de dag beginnenen ’t klagen wordt gezang.

5 Nog weet zij zich verbondenin haar drie-eenge Heermet wie zij trouw bevonden,de strijders van weleer.Een wolk van Godsgetuigenomringt ons in de strijd,tot wij met hen ons buigen,gekroond met heerlijkheid.

Zegen

De genade van onze Heer, Jezus Christus, en de liefde van God, en de gemeenschap van de Heilige Geest, zij met u allen.’