View
224
Download
0
Category
Preview:
Citation preview
1
Mir Ginn op Mecheln! Het recht in een
veranderende samenleving
Lesmap Secundair onderwijs
Waarom de tentoonstelling bezoeken met je klas? De tentoonstelling Mir ginn op Mecheln! Het recht in een veranderende samenleving kadert
in het stadsfestival OP.RECHT.MECHELEN. dat loopt vanaf september 2016 tot in het
voorjaar van 2018.
In het najaar van 2016 staat het festival volledig in het teken van de herdenking van de Grote
Raad, die 400 jaar geleden haar intrek nam in het Hof van Savoye en waar tot op heden nog
recht wordt gesproken. De Grote Raad der Nederlanden was vanaf de vijftiende eeuw de
hoogste rechtbank in onze contreien. In het Luxemburgs zei men “Mir ginn op Mechelen”
(Wij gaan naar Mechelen), wanneer men ten einde raad was en nergens geen oplossing meer
vond bij de “plaatselijke” rechtbanken.
De Grote Raad toen is een beetje vergelijkbaar met het Europees Hof voor de Rechten van de
Mens in Straatsburg.
Onze samenleving is voortdurend in verandering en verandering is van alle tijden.
Hierbij wil de tentoonstelling Mir ginn op Mecheln! ons laten stilstaan.
Samen met je leerlingen willen we je laten ontdekken wat voor invloed deze veranderingen
hadden en hebben op recht en rechtspraak..
Mir ginn op Mecheln! start bij de installatie van de Grote Raad in Mechelen in 1616 en
doorloopt de geschiedenis tot op de dag van vandaag.
Een bezoek aan Mir ginn op Mecheln! laat zien dat recht en rechtvaardigheid niet hetzelfde is.
Leerlingen leren hoe rechtspraak in elkaar zit en hoe rechtvaardigheid vandaag wordt
bepaald.
Dit is geen duffe tentoonstelling over rechtsgeschiedenis, maar een echte
belevingstentoonstelling, waarbij het abstracte begrip recht tot leven komt. Aan de hand van
verschillende objecten, kunstwerken en installaties ervaren de leerlingen hoe recht werd
ingevuld en vormen ze hierover een persoonlijke mening.
Waarom een voorbereiding? Wanneer je op voorhand al werkt rond het thema recht en rechtvaardigheid in de klas zijn
jouw leerlingen beter voorbereid op een bezoek aan de tentoonstelling. Zo zullen ze sneller
verbanden kunnen leggen tussen de verschillende deelthema’s in de tentoonstelling. Doordat
ze reeds gewerkt hebben rond recht en rechtvaardigheid zijn ze ook meer gemotiveerd tijdens
het bezoek, al dan niet met gids.
2
Hoe deze lesmap te gebruiken? In deze lesmap vind je inspiratie om te werken rond de thema’s van Mir ginn op Mecheln! De
lesmap biedt je een aantal inleidende en voorbereidende opdrachten die kunnen gebruikt
worden in alle graden van het secundair onderwijs.
Daarnaast voorzien we ook een na-verwerking voor in de klas, na het bezoek aan de
tentoonstelling.
Het thema van de tentoonstelling kan ingepast worden in verschillende vakken van het
secundair onderwijs. Ook hiervoor zullen we een aantal tips geven.
Ook voor het lager onderwijs werd een lesmap ontwikkeld.
We vinden het belangrijk dat de leerkracht zelf zijn/haar klas inschat en de
moeilijkheidsgraad van de opdrachten aanpast aan het niveau van zijn/haar leerlingen. De
leerkracht kan steeds teruggrijpen naar makkelijkere opdrachten, uit de lagere graden of naar
de lesmap voor het lager onderwijs.
De opdrachten kunnen gezien worden als inspiratie, een kader waarop je als leerkracht verder
kan bouwen om rond dit (niet altijd even eenvoudige) thema te werken in de klas.
We geven bij de verschillende opdrachten een lesdoel, waarbij we ons baseren op de
Vakoverschreidende Eindtermen (VOETen) van het secundair onderwijs, een aanwijzing voor
de benodigdheden en eventueel voor een klasopstelling.
In de roze kaders vindt de leerkracht steeds een beetje achtergrondinformatie, die nuttig kan
zijn bij de opdrachten/ het thema dat aan bod komt.
Een echte tijdsaanduiding geven we niet, daar de leerkracht hierin zelf de laatste hand heeft.
Elke opdracht kan heel kort of heel uitgebreid aan bod komen tijdens de lessen, afhankelijk
van de lestijd die de leerkracht al dan niet wil besteden aan de voorbereiding van het
tentoonstellingsbezoek. De opdrachten kunnen dus allemaal of afzonderlijk gebruikt worden,
in één of meerdere vakken.
De contexten/ VOETen waarvoor deze tentoonstelling voornamelijk voor in aanmerking
komt, zijn:
Context 5: Politiek-juridische samenleving
De leerlingen:
5.4. Zetten zich actief en opbouwend in voor de eigen rechten en die van
anderen;
5.5. Tonen aan dat het samenleven in een democratische rechtsstaat
gebaseerd is op rechten en plichten die gelden voor burgers , organisaties en
overheid;
5.6. Erkennen de rol van controle en evenwicht tussen de wetgevende,
uitvoerende en rechterlijke macht in ons democratisch bestel;
5.9. Toetsen het samenleven in ons democratisch bestel aan het samenleven
onder andere regeringsvormen;
5.10. Illustreren hoe een democratisch beleid het algemeen belang nastreeft
en rekening houdt met ideeën, standpunten en belangen van verschillende
betrokkenen;
3
5.13. Geven voorbeelden die duidelijk maken hoe de mondialisering
voordelen, problemen en conflicten inhoudt.
Context 7: Socioculturele samenleving
De leerlingen:
7.1. Beschrijven de dynamiek in leef- en omgangsgewoonten, opinies,
waarden en normen in eigen en andere sociale en culturele groepen;
7.2. Gaan constructief om met verschillen tussen mensen en
levensopvattingen;
7.4. Trekken lessen uit historische en actuele voorbeelden van
onverdraagzaamheid, racisme en xenofobie;
7.6. Gaan actief om met de cultuur en kunst die hen omringen;
7.7. Illustreren de wederzijdse beïnvloeding van kunst, cultuur en techniek,
politiek, economie, wetenschappen en levensbeschouwing.
De tentoonstelling werd opgebouwd rond vijf verschillende deelthema’s. Hieronder ziet u de
thema’s met daarbij tussen haakjes het belangrijkste object/ installatie dat hierrond te zien zal
zijn. De thema’s worden in de tentoonstelling verdeeld over verschillende zalen.
Voor de lesmap namen we deze thema’s al basis voor de opdrachten.
1. Zaal I: Recht als instrument om een politiek doel te bereiken (schilderij De Grote
Raad)
2. Zaal II: Het instrument moet correct gebruikt worden (schilderijen van Hans
Vredeman De Vries)
3. Zaal III: Wat primeert: de wetten van God of die van de mens? (Skeletten
Boerenkrijg)
4. Zaal IV: Het strafrecht: van wraak tot vrijheidsstraf (guillotine)
5. Zaal V: Interview van Guido Wevers met Fred Stevens
6. Zaal VI (centrale ruimte): Naar een mondialisering van het recht: Utopie of
realiteit? (Geluidsfragmenten + Lindeboom)
Per thema voorzien we klasopdrachten voor de verschillende graden van het secundair
onderwijs.
Omdat recht en rechtvaardigheid niet de makkelijkste thema’s zijn om aan te snijden, kozen
we ervoor om in deze lesmap te vertrekken vanuit het middeleeuwse verhaal Reinaert de Vos,
in combinatie met de thema’s uit de tentoonstelling.
Via het eeuwenoude verhaal van de dieren die op de hofdag bij Koning Nobel, de leeuw,
komen klagen over de vele sluwe streken van de vos worden begrippen als recht,
rechtvaardigheid en rechtspraak toegankelijk gemaakt. Aan de hand van de vossenstreken
ontdekken de leerlingen hoe zij denken over recht en waar dit verschilt met hun gevoel voor
rechtvaardigheid. Recht is immers niet hetzelfde als rechtvaardig.
In de bijlagen bij deze lesmap zijn een aantal zaken terug vinden die te gebruiken zijn voor de
opdrachten in de lessen. Uiteraard is het niet verplicht om hiervan gebruik te maken of kan de
leerkracht deze zelf aanvullen.
4
Omdat niet alle versies van het verhaal even geschikt zijn voor alle leeftijden, maakten we
een selectie van een aantal vertalingen. Onze bronnen kunt u hier vinden:
Voor de eerste graad:
D.L. Daalder, De historie van Reynaert de Vos. Met illustraties van W.J. Rozendaal.
Van Goor Zonen, Den Haag 1963 (derde druk)
Te downloaden via: http://www.dbnl.org/tekst/daal003hist02_01/colofon.php
(Enkel te gebruiken voor educatieve doeleinden in de klas.)
Voor tweede en derde graad:
W. Verniers, Moderne vertaling van Van den vos Reynaerde, 2002.
Te downloaden via http://www.reynaertgenootschap.be/node/83
(Enkel te gebruiken voor educatieve doeleinden in de klas.)
** Extra**:
Via dezelfde website van het Reynaertgenootschap, is ook de tekst in het Comburgse
handschrift terug te vinden, wat eventueel interessant kan zijn in het kader van de
lessen (Oud-) Nederlands in de laatste graden van het secundair onderwijs:
http://www.reynaertgenootschap.be/node/81
5
Voorbereiding in de klas: de opdrachten
THEMA 1
Recht als instrument om een politiek doel te bereiken (De Grote Raad)
><
De historie van Reinaert de Vos: De hofdag
DE HOFDAG
De hofdag had als doel de orde en vrede in het rijk te verstevigen en bevestigen. Koning
Nobel sprak zijn volk toe, zette zijn beleid uiteen en sprak recht. Indien iedereen tevreden
was, kon er gefeest worden, na het officiële gedeelte. Zo niet, mochten eerst de onderdanen
hun klachten neerleggen en moest hierover recht gesproken worden.
Zoals het op die ene hofdag van Koning Nobel ging…
(BRON: H. Slings, Reinaert de vos. Tekst in context 3, Amsterdam 1999, p. 14)
RECHT IN DE MIDDELEEUWEN
Reinaert moet een eerlijk proces krijgen. Deze vorm van recht, “procesrecht” werd in de
Middeleeuwen nog niet zo lang gebruikt.
Voordien kon de koning, bij voldoende bewijs tegen de beschuldigde, helemaal alleen
besluiten om over te gaan tot een wraakactie. Dit leidde ertoe dat de veroordeelde zonder
(eerlijk) proces bestraft kon worden.
(BRON: H. Slings, Reinaert de vos. Tekst in context 3, Amsterdam 1999, p. 21, 58-61)
Eerste graad
Thema 1
Materiaal: Fragment uit Reinaert de Vos (zie Bijlage 1.1)
Lesdoel: De leerlingen kunnen hun eigen idee over rechtspraak voorstellen in een verhaal.
Vakgebied: Nederlands, Levensbeschouwelijke vakken.
Contexten/VOETen: 5.4; 5.5; 5.10.
Opdracht:
Via deze opdracht maken de leerlingen kennis met de leidraad van de historie van Reinaert de
vos.
Op de hofdag komen verschillende dieren klagen bij Koning Nobel over de vos. Ze zijn boos
en willen dat er recht wordt gesproken!
Stap 1:
De leerlingen lezen samen met de leerkracht (of op voorhand als thuisopdracht) het fragment
van Reinaert de vos.
6
De leerkracht kan achteraf nog even samenvatten wat er juist gebeurde in het verhaal. Laat de
leerlingen gerust mee aanvullen.
Bekijk kort welk dieren in het verhaal voorkomen, dit is noodzakelijk voor de tweede stap
van de opdracht.
Stap 2:
Verdeel de leerlingen in verschillende groepjes van 4 à 5 leerlingen (aantal groepjes is
afhankelijk van de grootte van de klas.). In de verschillende groepjes zullen de leerlingen zich
in de plaats stellen van verschillende slachtoffers. Zorg ervoor dat in elke groep minstens
twee verschillende dieren/slachtoffers voorkomen.
Slachtoffers die aan bod komen in het eerste deel van het verhaal zijn (tussen haakjes staan de
dieren die in dit deel van het verhaal nog geen echt slachtoffer werden):
● Wolf (Isegrim)
● (Beer (Bruun) )
● (Kater (Tibeert) )
● (Das (Grimbeert) )
● Haas (Cuwaert)
● Hond (Courtois)
● Haan (Canteclaer)
Introduceer het begrip “recht” en “rechtspraak”.
Vraag aan elke groep om het vervolg van het verhaal in het kort te bedenken. Wat moet er
volgens hen met Reinaert gebeuren?
**Variatie**:
De leerkracht kan er ook voor kiezen in elke groep een persoon te zetten die
Grimbeert vertegenwoordigt. Hij is de neef van Reinaert en probeert de begane
misdaden “goed” te praten, zodat zijn neef niet zo zwaar gestraft zal worden. Laat
“Grimbeert” mee discussiëren en zoeken naar een gepaste straf voor Reinaert.
Stap 3:
De leerlingen mogen per groep de straf die zij voor Reinaert bedachten, vertellen aan de rest
van de klas.
Stap 4:
Welke oplossingen/straffen hebben de leerlingen bedacht?
Waarschijnlijk zullen verschillende oplossingen gevonden worden, in de verschillende
groepjes. Bespreek met de leerlingen de verschillen en waarom deze straffen werden gekozen.
Zijn hun straffen realistisch? Hoe zou dit er in het echte leven aan toe gaan?
Wat gebeurt er als er iemand wordt beschuldigd van een misdaad?
7
Tweede & derde graad
Thema 1
Materiaal:
Fragment uit Reinaert de Vos, waarin duidelijk wordt dat de vos berecht zal worden
(vers 1 -397 in http://www.reynaertgenootschap.be/node/83 ) en waarin te lezen is
welke misdaden hij pleegde.
Kaartjes met hierop verschillende termen uit de rechtsgeschiedenis en het
hedendaagse recht (gelinkt aan het verhaal van Reinaert of aan de tentoonstelling Mir
Ginn op Mecheln!). (zie bijlage 1.2).
Klasopstelling: Twee kringen met stoelen (binnen- en buitenkring, stoelen zijn naar elkaar
gericht).
Lesdoel: Leerlingen leren de verschillen tussen een aantal verschillende vormen van recht,
straf en rechtspraak vroeger en nu, bij ons en elders.
Vakgebied: Nederlands, Levensbeschouwelijke vakken, Geschiedenis,
Cultuurwetenschappen, PAV.
Contexten/VOETen: 5.6; 5.9; 7.4
Opdracht:
Via deze opdracht krijgen de leerlingen inzicht in de verscheidenheid van rechtspraak vroeger
en nu. Daarnaast komen ook een aantal termen aan bod die verbonden zijn aan recht en straf.
Stap 1:
De leerlingen lezen (klassikaal of individueel als thuisopdracht voor de les) vers 1 tot 397 uit
het verhaal van Reinaert de vos.
Stap 2:
Alle leerlingen krijgen een kaartje met op de voorkant een term (veterecht, kerkelijk recht,
wereldlijk recht…) en meer uitleg hierover op de achterkant.
Stap 3:
De leerlingen nemen plaats op een stoel in de binnen of buitenkring. Elke leerling houdt
zijn/haar kaartje met de uitleg van de term naar zich toe. Alleen de term is leesbaar voor de
tegenover zittende leerling.
Stap 4: De leerlingen leggen aan elkaar uit wat de term op hun kaartje betekent. Ze bekijken
wat de verschillen/overeenkomsten zijn tussen de termen die ze hebben. Daarnaast bekijken
ze zelf wat de eventuele voor- en nadelen zijn.
Na twee minuten schuiven de leerlingen van de binnenste kring een stoel opzij. Op die manier
leren de leerlingen verschillende vormen en termen uit de rechtsgeschiedenis kennen. De
leerlingen schuiven in totaal max. 3-4 keren door.
**Extra**:
Waarschijnlijk hebben niet alle leerlingen alle termen gezien/uitgelegd gekregen/begrepen.
De leerkracht kan feedback vragen:
Welke zaken waren nieuw voor de leerlingen?
Zijn er bepaalde termen waarover leerlingen nog iets extra’s willen zeggen?
9
THEMA 2
Zaal II: Het recht als instrument moet correct gebruikt worden (de schilderijen van
Hans Vredeman de Vries)
Eerste graad
Thema 2
Materiaal:
Afbeeldingen van “recht” (zie Bijlage 2.1)
Lesdoel: De leerlingen leren hoe recht wordt afgebeeld in heden en verleden.
Vakgebied: Nederlands, geschiedenis, levensbeschouwelijke vakken, plastische opvoeding
Contexten/ VOETen: 7.6; 7.7.
Opdracht:
Stap1:
De leerlingen krijgen een aantal afbeeldingen te zien waarop al dan niet “recht” in te
herkennen is. De leerlingen mogen elk een afbeelding nemen, waarvan zij vinden dat “recht”
afgebeeld wordt.
Stap 2:
De leerlingen leggen uit waarom ze deze keuze maakten. Er volgt een klasgesprek/discussie,
want meningen kunnen verschillen.
Stap3:
De leerlingen leggen de afbeeldingen in volgorde van meest naar minst rechtvaardig.
** Extra**:
Deze opdracht kan ingekort worden, door stap 3 te laten vallen.
Thuisopdracht: Elke leerlingen zoekt individueel een afbeelding (internet,
krant,…) die voor hem/haar “recht” het best afbeeldt. (Wanneer de leerlingen
deze afbeeldingen meenemen naar de les, kort voor ze de expo bezoeken,
wordt op deze manier het thema opnieuw besproken en opgefrist.)
**Variaties**
Esthetica/plastische opvoeding: De leerkracht bekijkt samen met de
leerlingen een aantal kenmerken (uit de kunstgeschiedenis) hoe “recht”
werd/wordt afgebeeld en hoe dit ontstaan is (iconografisch, vanuit de
literatuur,..).
(op die manier kunnen zij ook in de tentoonstelling misschien een aantal
zaken herkennen in de werken van Hans Vredeman de Vries).
Plastische opvoeding: De leerlingen moeten zelf “recht” tekenen,
schilderen,… Hoe zouden zij “recht” afbeelden.
10
Tweede & derde graad
Thema 2
Materiaal:
Kaartjes met hierop verschillende termen uit de rechtsgeschiedenis en het
hedendaagse recht (gelinkt aan het verhaal van Reinaert of aan de tentoonstelling Mir
Ginn op Mecheln! (zie bijlage 1.2, zelfde kaartjes als bij eerste opdracht voor de
tweede en derde graad).
Afbeeldingen uit de rechtsgeschiedenis gelinkt aan recht en straf. (zie bijlage 2.1)
Lesdoel: De leerlingen zien in welke vormen van recht al dan niet foutief gebruikt kunnen
worden.
De leerlingen kennen voorbeelden en/of kunnen rechtsvormen linken aan actuele
gebeurtenissen.
Vakgebied: Nederlands, Levensbeschouwelijke vakken, Geschiedenis,
Cultuurwetenschappen, PAV.
Contexten/VOETen: 7.2; 7.4; 7.6; 7.7
Opdracht:
Stap 1:
De leerlingen koppelen de kaartjes met rechtstermen aan de afbeeldingen, zoals het voor hen
het meest lijkt overeen te komen.
Stap 2:
De leerlingen leggen de “gekoppelde” kaartjes in volgorde van meest naar minst rechtvaardig.
Stap 3:
De leerlingen leggen uit aan de rest van de klas, waarom hun keuze/volgorde volgens hen
juist is.
Stap 4:
Klasdiscussie: Zijn de leerlingen het eens met elkaar? Waarom wel/niet? Ze moeten hun
eigen ideeën verdedigen ten opzichte van elkaar.
De leerkracht speelt hierin ook een belangrijke rol: Hij/zij kan de link met de actualiteit
leggen. Zijn er bepaalde vormen van straf/recht die nu nog voorkomen? Vinden de leerlingen
dit juist? Wordt er van bepaalde rechtsvormen misbruik gemaakt?...
** Extra**
Deze opdracht kan ingekort worden:
Stap1 wordt overgeslagen. In dit geval worden ofwel de afbeeldingen-
kaartjes, ofwel de termen-kaartjes in volgorde gelegd van meest naar minst
rechtvaardig. Nadien kan wel verdergegaan worden met stappen 3 en 4.
Stap 2 wordt overgeslagen: De leerlingen koppelen afbeeldingen en kaartjes
met rechtstermen. Nadien kan wel verder gegaan worden met stappen 3 en 4.
De leerlingen moeten nu vertellen waarom ze de afbeeldingen aan de termen
koppelden.
**Variatie**
11
Esthetica: Bekijk hoe recht werd afgebeeld doorheen de kunstgeschiedenis.
Hoe is dit zo ontstaan, waarop is dit gebaseerd?
12
THEMA 3 & 4
Recht en rechtvaardigheid
Wat primeert: de wetten van God of die van de mens? (Skeletten Boerenkrijg)
Het strafrecht: van wraak tot vrijheidsstraf (Guillotine)
><
De straffen bij Reinaert de vos
**Extra**: Belangrijk bij dit thema is dat door de leerlingen een link wordt gelegd
met het heden en de actualiteit. De leerkracht kan hiertoe insinueren, maar probeer de
leerlingen vooral zelf de link te laten leggen.
MIDDELEEUWS RECHT
Kerkelijk recht: voor geestelijken, door paus, bisschoppen, kardinalen. Maar uiteindelijk ook
voor de hele samenleving, in de vorm van boetedoening (na biecht)
Wereldlijk recht: voor het “gewone volk”, door de wereldlijke leiders (koning, hertogen,
keizers, graven)
Vete-recht (begin Middeleeuwen): oog om oog, tand om tand. (nadeel: eindeloze vetes!)
Procesrecht (vanaf 12de
– 13de
eeuw): slachtoffer kan dader aanklagen, waarna met een proces
bekeken wordt of hij ook echt schuldig is. Dit was op het moment dat Reinaert geschreven
werd nog relatief nieuw.
Onderdelen proces Reinaert
Hofdag: tijdens deze dag was er tijd voor rechtspraak, maar alleen voor rechtsgeldige
klachten:
- ingediend door iemand die schade heeft geleden
- recente gebeurtenis
- bewijzen van geweldsdelicten
- klacht moest in aanwezigheid van de verdachte worden uitgesproken
De verdachte (een vrij persoon, geen lijfeigene of horige) had recht op drie dagingen.
Proces: Koning = rechter. Verdachte wordt in staat van beschuldiging gesteld.
Straf: Reinaert wordt in eerste instantie tot de strop veroordeeld. Hij is echter sluw en weet te
ontsnappen. Daarom wordt hij uiteindelijk vogelvrij verklaard door de koning.
(BRON: H. Slings, Reinaert de vos. Tekst in context 3, Amsterdam 1999, p. 58-61)
Eerste graad
Thema 3 & 4
13
Stellingenspel, individuele oefening.
Materiaal: Stellingen over recht, rechtvaardigheid en straffen. Ook de straffen die in het
verhaal van Reinaert aan bod kwamen, komen hier voor.
Klasindeling: Tafels en stoelen opzij, zodat er ruimte is voor de leerlingen om door de ruimte
te bewegen. De ene kant van de klas is bedoeld voor leerlingen die “akkoord” gaan met de
stellingen, de andere kant is voor “niet-akkoord”.
Lesdoel: De leerlingen leren wat hun eigen ideeën zijn over recht en rechtvaardigheid aan de
hand van het verhaal van Reinaert de vos. Via verschillende stellingen moeten ze aangeven of
ze het hiermee eens of oneens zijn. Er is geen middenweg.
Vakgebied: Nederlands, geschiedenis, levensbeschouwelijke vakken
Context/VOETen: 5.6; 7.2; 7.4.
Opdracht:
Aan het begin van de opdracht wordt het verloop van het verhaal van Reinaert kort
samengevat. (Het kan ook een opdracht geweest zijn om de leerlingen het verhaal thuis reeds
te laten doornemen, zodat ze het einde kennen.)
Reinaert komt uiteindelijk bij de koning en wordt ter dood veroordeeld voor alle misdaden die
hij begaan heeft.
Stap 1:
De leerkracht leest een aantal stellingen voor. De leerlingen staan in de ruimte.
Stap 2:
Nadat de leerkracht een stelling voorlas, maken de leerlingen een keuze en plaatsen zich in
het “akkoord” of “niet-akkoord” vak. Deze opdracht is individueel: elke leerling volgt
zijn/haar eigen mening!
Stap 3:
De leerlingen (niet iedereen) verdedigen hun keuze.
** Uitbreiding:
Stap 4: De leerlingen krijgen een tweede keuzeronde, nadat een aantal
leerlingen hun keuze verdedigden en de anderen probeerde te overtuigen. De
leerlingen die willen kunnen zich verplaatsen naar het andere vak.
Stap 5: De leerlingen die zich verplaatsten mogen hun tweede keuze
verklaren.
Tweede en derde graad
Thema 3 & 4
Stellingenspel, individuele oefening.
Materiaal: Verhaal van Reinaert de vos.
14
Klasindeling: Tafels en stoelen opzij, zodat er ruimte is voor de leerlingen om door de ruimte
te bewegen. De ene kant van de klas is bedoeld voor leerlingen die “akkoord” gaan met de
stellingen, de andere kant is voor “niet-akkoord”.
Lesdoel: De leerlingen leren wat hun eigen ideeën zijn over recht en rechtvaardigheid aan de
hand van het verhaal van Reinaert de vos én de actualiteit.
Klasdiscussie.
Context/VOETen: 5.5; 5.6; 5.10; 7.2; 7.4
Vakgebied: Nederlands, Levensbeschouwelijke vakken, Geschiedenis,
Cultuurwetenschappen, PAV.
Opdracht:
Aan het begin van de opdracht wordt het verloop van het verhaal van Reinaert kort
samengevat. (Het kan ook een opdracht geweest zijn om de leerlingen het verhaal thuis reeds
te laten doornemen, zodat ze het einde kennen.)
Reinaert komt uiteindelijk bij de koning en wordt ter dood veroordeeld voor alle misdaden die
hij begaan heeft. Uiteraard blijft de vos sluw. Hij kan in eerste instantie de koning om zijn
vinger winden en hij slaagt erin te ontsnappen van zijn straf. Wanneer de koning dit beseft,
verklaart hij Reinaert vogelvrij.
Stap I:
Ook voor de tweede en derde graad wordt het verhaal van Reinaert afgerond.
Samen met de leerlingen vat de leerkracht kort samen hoe het verhaal van Reinaert eindigt.
De nadruk wordt gelegd op de straffen die aan bod komen in het verhaal:
Doodstraf
Pauselijke ban
Lijfstraffen (nadat Reinaert beweert dat hij een schat begraven heeft en op
pelgrimstocht mag vertrekken naar Rome, wordt met de pels van Bruun een tas
gemaakt en worden de poten van… gevild, zodat Reinaert laarzen heeft)
Opsluiting
Vogelvrijverklaring
Stap 2:
De leerlingen staan in de ruimte. De leerkracht leest een aantal stellingen voor.
Stap 3:
Nadat de leerkracht een stelling voorlas, maken de leerlingen een keuze en plaatsen zich in
het “akkoord” of “niet-akkoord” vak. Deze opdracht is individueel: elke leerling volgt
zijn/haar eigen mening!
Stap 4:
De leerlingen (niet iedereen) verdedigen hun keuze.
** Uitbreiding:
Stap 5: De leerlingen krijgen een tweede keuzeronde en kunnen zich
verplaatsen naar het andere vak.
15
Stap 6: De leerlingen die zich verplaatsten mogen hun tweede keuze
verklaren. Wat trok hen over de streep?
**Variatie**:
Je kan de stellingen ook gebruiken om tot een klasdiscussie met je leerlingen te
komen:
Hoe denken de leerlingen over de straffen die opgelegd werden in het
verhaal? Zijn dit straffen die ook in het heden nog zouden kunnen? En
worden deze straffen volgens hen nog gebruikt?
16
Na-verwerking
THEMA 5
Naar een mondialisering van het recht: Utopie of realiteit?
De intellectuele erfenis van OP.RECHT.MECHELEN. + toekomst
Eerste, tweede en derde graad
Thema 5
Oorlog is van alle tijden. Geweldsgolven zijn er steeds geweest.
Het doel van de makers van de tentoonstelling bereiken, is dat het publiek alles weer kan
relativeren. Daarnaast willen ze dat de bezoeker niet met een negatief, maar net met een
positief en optimistisch gevoel naar buiten wandelt.
Recht is doorheen de geschiedenis steeds aangepast aan de maatschappelijke waarden en
normen. We zien dat dit ook nu nog gebeurt.
De grote vraag is natuurlijk hoe de mondialisering invloed zal hebben of heeft op het recht
van vandaag en hoe hierop later zal teruggekeken worden.
Bespreek met je leerlingen dit thema na het tentoonstellingsbezoek.
Materiaal: Een aantal recente kranten en/of tijdschriften. Laat de leerlingen deze eventueel
zelf meebrengen.
Lesdoel: De leerlingen denken actief na over het recht vandaag en in de toekomst.
Context/VOETen: 5.5; 5.9; 5.10; 5.13; 7.1; 7.4; 7.5.
Opdracht:
Stap 1:
Bekijk met je leerlingen verschillende kranten en/of tijdschriften en laat hen elk individueel
(of in kleine groepjes) een artikel kiezen dat volgens hen betrekking heeft op recht in onze
hedendaagse samenleving.
Stap 2:
Kunnen ze voorbeelden aanhalen waaruit blijkt dat ook nu recht volop in verandering is?
(Boerkini-verbod, terreurniveau, grenzen die sluiten, rechten/plichten in sociale media,…)
Stap 3:
Is het volgens jouw leerlingen goed, hoe het recht nu aan het veranderen is? Wat kan er
volgens hen nog beter gedaan worden? Hoe zouden ze zelf recht aanpassen zodat het
“optimaal” in onze hedendaagse maatschappij past?
Stap 4:
Hoe zou voor je leerlingen er een ideale rechtsvorm uitzien? En zou dit ook realistisch zijn?
18
Bijlage 1.1
Opdracht 1 – Eerste graad –
Hoofdstuk 1
Reynaert aangeklaagd en verdedigd
[…] Koning Nobel, de leeuw, had naar alle hoeken van de bloeiende aarde zijn
boodschappers uitgezonden, om de dieren, groot en klein, uit te nodigen tot een plechtige
hofdag. Hij was er innig van overtuigd, dat dit feest zijn roem zou verhogen en zijn macht
versterken, wanneer God hem dat gunde. Toen kwamen alle dieren naar het hof.
Alleen Reynaert ontbrak. Hij had zoveel kwaad gedaan in zijn korte leven en zoveel vijanden
gekregen door zijn boze daden, dat hij er niet durfde komen.
Zo gaat het in de wereld: wie zich schuldig weet, is bang. En zo was het ook met Reynaert
gesteld: hij bleef ver van het hof van de koning, omdat hij wel wist, dat er niet veel goeds
over hem zou worden gezegd. Toen alle dieren vergaderd waren, was er dan ook niemand, die
niet over hem had te klagen; alleen Grimbeert, de das, zweeg:
hij was een neef van Reynaert.
Hoor nu, wat er gezegd werd.
Isengrijn, de wolf, ging met zijn hele familie vóór de koning staan. En hij zei: ‘Heer koning,
heb medelijden met mij, gij, die edel en geëerd, rechtvaardig en genadig zijt. Wees
barmhartig, nu Reynaert mij zoveel schade heeft gedaan en mij zó te schande heeft gemaakt.
Het is U bekend, dat hij mijn vrouw heeft beledigd en mijn kinderen zó gruwelijk mishandeld,
dat twee van hen stekeblind zijn geworden. En ook daarna heeft hij mij nog bedrogen. […]
De aanzienlijke heren, die hier samengekomen zijn, herinneren zich dit ongetwijfeld.
Reynaert, de schooier, heeft mij zoveel schade gedaan, dat het onmogelijk is, de nadelen op te
schrijven, zelfs, als men al het laken dat in Gent wordt gemaakt, veranderde in perkament.
Maar daarover zal ik nu maar zwijgen: alleen de belediging, die mijn vrouw onderging, mag
niet ongewroken blijven en moet hier worden meegedeeld.’
Toen Isengrijn dit allemaal had gezegd, stond een hondje op, dat Courtois heette. In deftig
Frans klaagde hij erover, dat Reynaert hem eenmaal in een barre winter een worst had
ontstolen, het enige, dat hij bezat. Maar toen werd Tibeert, de kater, boos. Hij sprong in het
midden van de kring der luisterende dieren en zei: ‘Heer koning, omdat gij Reynaert vijandig
gezind zijt, is hier niemand, jong noch oud, die niet heeft te klagen over hem. Maar wat
Courtois nu zegt, is al menig jaar geleden gebeurd. Die worst was van mij, al klaag ik er nu
niet over. Ik had hem op een listige manier te pakken gekregen, toen ik 's nachts een molen
was binnengeslopen om er buit te vinden, terwijl de molenaar sliep. Als Courtois iets aan die
worst had, dan had hij het dus eigenlijk aan mij te danken. Daarom is het billijk, dat zíjn
klacht wordt ingetrokken.’
Paneer, de bever, zei: ‘Lijkt het u goed, Tibeert, klachten tegen Reynaert in te trekken?
Reynaert is een echte moordenaar, een bedrieger en een dief. Hij geeft om niemand
zoveel, zelfs niet om mijn heer de koning, of hij zou hem met plezier verraden, wanneer hij er
een vet stuk van een kip mee kon verdienen. En dan spreek je nog van klachten intrekken!
Heeft hij niet nog gisteren op klaarlichte dag de ergste wandaad bedreven tegen Cuwaert, de
19
haas, die hier staat en nooit enig wezen kwaad heeft gedaan? Reynaert had hem beloofd, nu
de koning vrede tussen alle dieren heeft bevolen, hem te onderwijzen in de godsdienst en hem
tot kapelaan te maken. Toen liet hij Cuwaert rechtop zitten tussen zijn poten. En zó begonnen
ze samen hardop te lezen. Toevallig kwam ik op dat ogenblik juist voorbij en hoorde hun
gezang. Snel ging ik naar de plaats toe, waar ze waren. En ik kwam juist op tijd! Want ik zag,
dat Reynaert met zijn lessen was opgehouden en z'n oude spelletje speelde: hij had Cuwaert
bij de keel gegrepen en zou hem de kop hebben afgebeten, wanneer ik hem niet te hulp was
gekomen. Zie hier nog de verse wonden en de littekens, heer koning, die Cuwaert van hem
ontvangen heeft. Laat u dit ongewroken, het feit, dat uw gebod van vrede zó rauw is
overtreden, - straft gij het niet op de wijze, zoals uw raadslieden het u zullen voorstellen - dan
zal men het uw kinderen nog over vele jaren ten kwade duiden.’
‘Paneer, je hebt volkomen gelijk,’ sprak Isengrijn, ‘was Reynaert maar dood, hoeveel rustiger
zou ons leven zijn. Wordt hem dit vergeven, hij zal binnen een maand menigeen bedriegen,
die er nu nog in 't geheel niet op verdacht is.’
Toen begon Grimbeert te spreken, Reynaerts neef, en zijn stem klonk boos.
‘Heer Isengrijn, een oud spreekwoord zegt: de mond van een vijand spreekt zelden goed. Let
op mijn woorden: ik wou, dat diegene aan een boom werd opgehangen, die de ander het
meest kwaad heeft gedaan! Wil je een verzoening tussen jou en mijn oom, Isengrijn, dan zal
ik met genoegen als bemiddelaar optreden. Mijn oom zal het ook niet weigeren. En hij, die
van jullie tweeën het meest heeft misdaan zal de ander schadevergoeding geven.
Als mijn oom goed aangeschreven stond aan het hof en evenzeer in gunst was bij de
koning als dat met jou het geval is, dan zou de koning het niet ongewroken laten, dat
je Reynaert zo dikwijls met je scherpe tanden hebt geknauwd, terwijl hij niet in staat
was, zich te verdedigen.’
Isengrijn sprak: ‘Heb je van je oom geleerd, zo onbeschaamd te liegen?’
‘Ik heb niet gelogen. Je hebt mijn oom heel dikwijls en op allerlei manieren misleid.
Herinner je je niet, hoe je eens met hem uit wandelen ging en een kar met vis tegenkwam? Je
zei tegen Reynaert, dat hij aan de kant van de weg moest gaan liggen en zich houden, of hij
dood was. Dan zou de visventer hem opnemen en op de kar gooien, om zo zijn huid meester
te worden. Als dan de voerman met zijn rug naar mijn oom zat, kon die de vissen van de kar
smijten en er eindelijk zelf afspringen. Precies zo gebeurde het ook. Maar wat was er over van
de vissen, toen mijn oom bij je kwam? Niets dan één graat, die jíj niet meer lustte. De rest had
je allemaal gulzig verslonden. En later - heb je hem toen niet bedrogen met een ham, vet en
goed van smaak, die jij alleen hebt opgegeten? Toen Reynaert zijn portie vroeg, antwoordde
je hem spottend: “Ik wil je graag je deel geven, Reynaert, schone jongeling. Hier is het touw,
waar de ham aan gehangen heeft. Knauw daar maar op: het druipt van het vet.” Wat had
Reynaert er nu aan, dat hij met veel moeite en pijn die ham had bemachtigd? Was hij er niet
door in gevangenschap geraakt? Had een man hem niet in een zak gestopt om hem te
verdrinken? Met ontzaglijke moeite wist hij een gat in de zak te bijten en te ontkomen. En
toen was niets dan dat vette touw zijn loon. Al deze ellende en nog veel meer, dan waarover
ik nu vertel, heeft hij ter wille van Isengrijn doorstaan. - Heeft Isengrijn wel het recht, te
klagen over beledigingen, zijn vrouw aangedaan, terwijl het van algemene bekendheid is, dat
Haersinde, Isengrijns vrouw, Reynaert als een vriend behandelt? En nu maakt Cuwaert, de
haas, veel lawaai over een kleinigheid. Maar als hij zijn les niet goed heeft opgezegd, heeft
dan Reynaert, die zijn meester was, niet het recht, zijn leerling te kastijden? Het zou àl te
dwaas zijn, wanneer dat niet het geval was. Courtois klaagt om een worst, die hij in de strenge
winter verloren heeft. Maar díe klacht had hij beter achterwege kunnen laten. Hoorde u niet,
20
dat die worst gestolen was? Male quesite male perdite: gestolen goed gedijt niet! Het is niet
meer dan billijk, dat men op een onrechtmatige wijze verliest, wat men oneerlijk bemachtigd
heeft. Wie zal het Reynaert kwalijk nemen, dat hij gestolen goed in beslag nam? Niemand,
die enig gevoel voor recht heeft!
Reynaert is een rechtvaardig man. Sedert de koning vrede onder de dieren heeft afgekondigd,
weet ik zeker, dat hij leeft als een kluizenaar. Op zijn huid draagt hij een boetekleed met de
haren naar binnen. Het laatste jaar heeft hij geen vlees gegeten, noch van wilde noch van
tamme dieren. Iemand, die hem gisteren nog bezocht heeft, verzekerde mij dit plechtig.
Malcrois, zijn burcht, heeft hij verlaten en een kluis gebouwd, waarin hij woont. Hij heeft
geen ander voedsel dan giften, die men hem om Godswil geeft. Bleek is hij en mager van het
vasten; honger, dorst en harde beproevingen doorstaat hij voor zijn zonden.’
Hoofdstuk 2
Cantecleers klacht
Juist op het ogenblik, toen Grimbeert deze woorden zei, zagen ze van de berg naar het dal
Cantecleer komen aanlopen. Hij werd gevolgd door een draagbaar, waarop een dode kip,
Coppe, gelegen was, die Reynaert de kop had afgebeten. Dit moest de koning weten.
Cantecleer liep vooraan, hevig klepperende met zijn vleugels. Aan weerskanten van de baar
ging een beroemde haan. De ene heette Cantaert, de andere Craiant, de mooiste haan, die er te
vinden was tussen Bretagne en Polen. Elk van deze hanen droeg een lange, brandende fakkel.
Dat waren Coppe's broeders. Zij riepen ach en wee en klaagden luid over de dood van hun
zuster. Pinte en Sproete droegen de baar. Ook zij waren zeer neerslachtig, omdat zij hun
zuster hadden verloren: al van verre kon men hun gekerm horen. Zo zijn zij de vergadering
binnengekomen. Cantecleer sprong midden tussen de aanwezigen en zei: ‘Heer koning,
genadig en groot, erbarm u om Godswil over mij, nu Reynaert mij en mijn kinderen, die hier
staan, zó heeft benadeeld. In het begin van april, toen de winter was voorbijgegaan en men in
de groene velden overal kleurige bloemen zag prijken, was ik fier en trots op mijn groot
geslacht. Ik had acht jonge zonen en zeven schone dochters, vol levenslust, die mij door mijn
gemalin Roede in één broedsel waren geschonken. Ze waren allemaal vet en sterk en veilig
opgesloten in een mooie tuin, omringd door een muur. In die tuin stond een schuur met veel
honden erin. Omdat die menig verscheurend dier hadden gegrepen, waren mijn kinderen
zonder vrees. Daarover was Reynaert zeer verstoord: hij kon niet verdragen, dat ze zo rustig
en veilig leefden. Hoe vaak zagen wij hem om de muur heen dwalen en allerlei listen
verzinnen. Maar als de honden hem zagen, liepen zij hem met alle kracht achterna. 't
Gebeurde eenmaal, dat hij bij toeval gesnapt werd en ik zag zijn haren in het rond stuiven: het
verdiende loon voor zijn roverijen. Maar toch ontkwam hij, listig als altijd; dat hij vervloekt
zij, de valse dief! Toen hadden we lange tijd geen last meer van hem. Later kwam hij, gekleed
als kluizenaar, en bracht mij een brief, waar uw zegel aan hing, koning Nobel. Toen ik dat
schrijven las, begreep ik, dat gij vrede had bevolen aan al de dieren van uw rijk en ook aan de
vogels. Ook kwam hij met een andere tijding: hij zei, dat hij kluizenaar was geworden en
boete had gedaan voor zijn zonden. Hij toonde mij een pelgrimsstaf en een boetekleed,
ontvangen in het klooster Elmare. Toen zei hij: “Heer Cantecleer, nu kunt ge voortaan zonder
vrees voor mij leven; ik heb gezworen, nooit meer vlees of vet te zullen eten. Bovendien ben
ik zo oud, dat ik voor mijn ziel moet gaan zorgen. Maar ik zeg u nu goedendag; ik ga naar de
plaats, waar ik veel te doen heb. Ik moet 's morgens, 's middags en 's avonds mijn gebeden
lezen.”
21
Toen ging hij over het pad langs de heg en begon uit zijn brevier de gebeden op te zeggen met
luider stem. Ik was blij en zonder vrees. Haastig ging ik naar mijn kinderen en was zó
volkomen gerustgesteld, dat ik met al mijn nakomelingen buiten de muur voedsel ging zoeken.
Maar daar dreigde onheil, want Reynaert, de gemene rover, was door de heg gekropen en had
ons de weg naar de poort afgesneden. Toen werd spoedig één van mijn kinderen uit de troep
weggesleurd. En van dat ogenblik af was de ellende niet te overzien. Want nu Reynaert
eenmaal het zoete bloed van mijn geslacht had geproefd, kon ons wachter noch hond
beschermen. Heer, erbarm u over ons! Bij nacht en dag loerde Reynaert op ons en roofde
telkens weer één van mijn kinderen. Zo is de troep van vijftien tot vier geslonken: zó
onbarmhartig heeft de boze vijand onder ons huisgehouden. Gisteren nog hebben de honden
hem Coppe ontnomen, de vermaarde kip, die hier op de baar ligt uitgestrekt. Daarover klaag
ik met diepe smart: ontferm u over mij, grootmoedige koning!’
Grimmig zei de vorst: ‘Grimbeert, je oom de kluizenaar heeft wèl boete gedaan voor zijn
zonden! Als ik tijd van leven heb, zal ik het hem inpeperen! Nu, luister, Cantecleer. Waarom
zullen we er meer over praten? Je dochter is nu tòch eenmaal dood en God moet over haar
ziel beschikken. Wij kunnen haar niet in het leven terugroepen en zullen een lijkdienst
houden. Daarna zullen we haar een eervolle begrafenis geven en dan zullen wij met deze
heren beraadslagen en erover spreken, hoe wij deze moord op Reynaert zullen wreken.’ […]
Fragment uit D.L. DAALDER, De historie van Reynaert de vos, 1963, p. 7-18.
Bron: http://www.dbnl.org/tekst/daal003hist02_01/daal003hist02_01_0001.php
22
Bijlage 1.2
Opdracht 1 – Tweede en derde graad –
PROCESRECHT
PROCESRECHT
De beschuldigde moet “ingedaagd” worden
om op de rechtszitting te kome, waarna het
proces kan beginnen. Wanneer een
beschuldigde na drie dagingen niet naar de
rechtszitting is gekomen, wordt hij bij verstek
veroordeeld.
Deze vorm van proces was in de periode dat
Reinaert de vos, 13de
eeuw, geschreven werd
nog heel nieuw.
VETE-RECHT
VETE-RECHT
In de vroege Middeleeuwen was het vete-
recht heel normaal: als iemand onrecht was
aangedaan mocht het slachtoffer zelf wraak
nemen op de dader. Op die manier
ontstonden soms eindeloze vetes, waarbij
telkens opnieuw wraak werd genomen op de
tegenstander.
VENDETTA
VENDETTA
Het Italiaanse woord voor bloedwraak.
Het komt erop neer dat de familie of stam
van een dode wraak te nemen op de
schuldige; zelfs wanneer de dood door een
ongeval veroorzaakt werd. Vergelijkbaar met
vete-recht.
23
HOFDAG
HOFDAG
De hofdag van de koning had als doel de orde
en vrede in het rijk te verstevigen en
bevestigen. De koning sprak op die dag zijn
volk toe en sprak recht. Zij die een klacht
hadden konden die voorbrengen bij de
koning, zodat hierover recht kon gesproken
worden.
STRAFRECHT
STRAFRECHT
Het geheel van rechtsregels waarin is
vastgelegd hoe iemand gestraft kan en mag
worden. De straffen moeten steeds in
verhouding staan tot de misdrijven die
gepleegd werden.
PAUSELIJKE BAN
PAUSELIJKE BAN
Excommunicatie: het uitsluiten van iemand
in uit een kerkelijke gemeenschap. Vaak had
dit in de Middeleeuwen ook grotere
gevolgen, omdat een banneling ook vogelvrij
verklaard werd.
VOGELVRIJVERKLARING
VOGELVRIJVERKLARING
Een veroordeelde die bij verstek (dus
wanneer hij niet op de rechtszitting kwam
opdagen) vogelvrij wordt verklaard, wordt
volledig buiten de wet geplaatst. Dit wilt
zeggen dat de beschuldigde gedood mocht
worden door iedereen, zonder dat de dader
hiervoor bestraft zou worden.
24
KONINGSVREDE
KONINGSVREDE
Een periode, waarin het verhaal van Reinaert
zich afspeelt, voorafgaand en tijdens de
hofdag. Gedurende deze periode mogen de
onderdanen geen wapens gebruiken of
anderen lichamelijk letsel toebrengen. Ook
vetes moesten opgeschort. Op schending van
de koningsvrede stonden zware straffen.
KERKELIJK RECHT
KERKELIJK RECHT
In het begin werden geestelijken door
kerkelijke machthebbers (zoals de paus of
kardinaal) en het gewone volk door
wereldlijke machthebbers (zoals in het geval
van Reinaert: de koning). In feite klopte dit
niet helemaal: het kerkelijke recht had iets te
zeggen over de hele samenleving: iedereen
die gezondigd had kon door een geestelijke
gestraft wordt. Denk maar aan de biecht en
nadien de boetedoening…
GRONDWET
GRONDWET
In grote lijnen bepaalt de grondwet hoe een
staat bestuurd wordt. De hoofdlijnen hiervan
worden vastgelegd in rechtsregels, wat leidt
tot wetten en besluiten. Als inwoners van de
staat zich niet aan deze wetten houden,
kunnen ze hiervoor gestraft worden.
25
VOLKSRECHTBANK
VOLKSRECHTBANK
In de Griekse Oudheid werd uit een groep
van 6000 burgers voor iedere zitting van de
rechtbank een jury gevormd. Soms bestond
deze jury uit 100 tot zelfs 1000 man,
afhankelijk van het belang van de zaak.
INQUISITIE
INQUISITIE
Rooms-katholieke geloofsrechtbank die als
taak had het opsporen en straffen van ketters.
De bekendste is de Spaanse Inquisitie in de
15de
eeuw.
LIJFSTRAF
LIJFSTRAF
Lijfstraffen zijn een doelbewuste vorm van
pijnigen van een persoon al dan niet in het
openbaar, met het doel hem/ haar te
bestraffen en/of een gedragsverandering te
krijgen. Lijfstraffen zijn niet te verwarren
met martelen van personen.
Voorbeelden zijn onder andere: schandpaal,
schandblok, zweepslagen, verminking,…
Deze straffengebeurden meestal publiekelijk,
zodat ook de andere burgers tot inkeer
zouden komen.
26
DOODSTRAF
DOODSTRAF
Dit is de zwaarst mogelijke straf voor een
beschuldigde. Het is alleen de rechter die
iemand ter dood kan veroordelen. De
terechtstelling gebeurd steeds volgens een
vast protocol, nadat de beschuldigde reeds
een tijd gevangenzat.
RECHTSSTAAT
RECHTSSTAAT
Een staat waarin de burgers beschermd
worden door regels en wetten, waardoor
machtsmisbruik kan voorkomen worden.
Heel belangrijk is dat de overheid zelf ook
gebonden is aan het recht én dat burgers
middelen hebben (advocate, rechtbanken,..)
om hun rechten af te dwingen wanneer dat
nodig is.
DECLARATION DES DROITS DE
L’HOMME ET DU CITOYEN
DECLARATION DES DROITS DE
L’HOMME ET DU CITOYEN
Opsomming van de rechten van de mens, uit
1798, na de Franse Revolutie in Frankrijk.
Hierin wordt gesteld dat alle mensen vrij zijn
en gelijk in rechten zijn geboren.
27
Bronnen bijlage 1.2:
N. CONINCX et al., Cultuurgek 3. Cultuurwetenschappen voor het vijfde leerjaar
GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, Berchem 2011.
H. SLINGS, Reinaert de vos. Tekst in context 3, Amsterdam 1999.
C. URBINA PADIN en H. VAN AERSCHOT, Cultuurgek 4. Cultuurwetenschappen
voor het zesde leerjaar GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, Berchem
2014.
www.wikipedia.be
VIERSCHAAR
VIERSCHAAR
De vierschaar is het gerechtelijk bestuur van
een plaatselijk gebied in de gewesten van de
Lage Landen in de Middeleeuwen. De naam
komt van de vier “geschoren” touwen,
waartussen de rechtspraak plaatsvond.
Oorspronkelijk werd er in openlucht recht
gesproken, onder een lindeboom. De
gerechtslinde.
28
Bijlage 2.1
Opdracht 2 – Alle graden –
Afbeeldingen (1ste
, 2de
en 3de
graad):
Afbeeldingen Reinaert de vos:
http://www.dbnl.org/tekst/daal003hist02_01/daal003hist02_01_0002.php , p. 23, 69.
Standbeeld van Vrouwe Justitia (met zwaard en weegschaal)
Rechtshamertje
Weegschaal
Foto rechtbank
Het laatste oordeel (Michelangelo)
De Daltons (Morris en Goscinny)
De weging van het hart in het Oude Egypte (onbekende kunstenaar)
https://nl.wikipedia.org/wiki/Wegen_van_het_hart#/media/File:BD_Hunefer.jpg
Sint-Maarten (Antoon van Dyck)
Executie van Louis XVI:
https://en.wikipedia.org/wiki/Execution_of_Louis_XVI#/media/File:Hinrichtung_Lu
dwig_des_XVI.png
Het oordeel van Cambyses (Gerard David):
https://nl.wikipedia.org/wiki/Het_Oordeel_van_Cambyses#/media/File:David_Diptyc
h_The_Judgment_of_Cambyses.jpg
Extra afbeeldingen voor 2de
en 3de
graad:
Elektrische stoel (doodstraf) :
https://nl.wikipedia.org/wiki/Elektrische_stoel#/media/File:Florida_electric-chair.jpg
Lijfstraffen en schandpaal:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijfstraf#/media/File:Prisoners_whipped.jpg
Vierendelen (lijfstraffen):
https://nl.wikipedia.org/wiki/Vierendeling#/media/File:Dieric_Bouts_013.jpg
Mensenrechten:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Verklaring_van_de_rechten_van_de_mens_en_de_burg
er#/media/File:Declaration_of_the_Rights_of_Man_and_of_the_Citizen_in_1789.jpg
Oog om oog, tand om tand: http://m.lol.nl/12310/oog-om-oog-tand-om-tand
29
Bijlage 3.1
Opdracht 3 – Alle graden –
Hieronder vindt de leerkracht een aantal stellingen die gebruikt kunnen worden in de klas.
Uiteraard kan de leerkracht zelf nog een aantal stellingen zoeken, die meer betrekking hebben
op de actualiteit.
Er zitten moeilijke en makkelijke stellingen bij. De leerkracht moet zelf bekijken wat geschikt
is voor zijn/haar klas klaar.
Stellingen
Het is goed dat Reinaert de doodstraf krijgt, want hij heeft heel veel slechte dingen
gedaan, waaronder ook andere dieren vermoord.
Het was de beste oplossing van koning Nobel om Reinaert vogelvrij te verklaren: zo
kan iedereen die dat wil hem zonder straf vermoorden of pijn doen.
Het recht in eigen hand nemen.
Als iemand mij slaat, mag ik net zo hard terugslaan.
Eten mag wanneer je heel arm bent en honger hebt.
Jouw vader heeft een misdaad gepleegd, dus nu kan ik jou ook niet meer vertrouwen.
Iedereen werd geboren met dezelfde rechten.
Het is rechtvaardig dat ouders een boete moeten betalen wanneer hun zoon/dochter
een fout beging.
Iedereen is onschuldig, zolang de schuld niet bewezen is.
Recht gaat niet alleen maar over rechtvaardigheid.
Het is juist dat de heerser van een land (koning, president,…) alle macht heeft en
recht mag spreken over iedereen.
Misdadigers worden best opgesloten: zo krijgen ze de kans om na te denken over hun
fouten, zodat ze die niet meer maken wanneer ze opnieuw vrij komen.
De ergste misdadigers moeten levenslang opgesloten worden!
Extra stellingen voor de 2de
en 3de
graad:
Het is juist dat de doodstraf nu nog steeds gebruikt wordt in de USA.
Marc Dutroux zit levenslang gevangen, daarenboven mag hij bijna geen contact
hebben met zijn medegevangenen. Is dit correct of krijgt hij dan een eigenlijk dubbele
straf? Zo ging het ook bij Anders Breivik, maar hij heeft de staat Noorwegen
aangeklaagd, omdat hij vond dat hij een mensonwaardig bestaan leed. Breivik won
deze aanklacht. (Zie het artikel in HUMO van 29/7/2016)
Recommended