View
212
Download
0
Category
Preview:
Citation preview
BarRocIt
Activiteiten Verkoop• Klantengegevens invoeren.• Offerte maken. Deze moet worden ondertekend door de klant.• Overleg met ontwikkeling over tijdsplanning van het eventuele
project. • Opgenomen in de offerte zijn, gekochte software, de datum van
aflevering en betalingstermijnen.• Door klant ondertekende offerte is aanleiding tot
Kredietwaardigheids test.• Wanneer de klant kredietwaardig is en de offerte heeft ondertekend
krijgt de klant een projectnummer. Wanneer een klant een projectnummer bezit is dit aanleiding tot het bouwen van de software.
• Correspondentie opnemen in de DB (projectnr.)
Activiteiten van OntwikkelAfdeling
• Afdelingshoofd: beheren van een project, waaronder projectgroep vormen en projectnummer verstrekken. Bijhouden van het projectverloop, onder te verdelen in onderzoek, ontwerp, constructie, evaluatie en implementatie fasen.
• Urenregistratie door ontwikkelaars.• Systeemeisen van de applicatie.• Implementatie: welke personen, welk materiaal
hyperlink, installeren software en cursusdatums.• Correspondentie opnemen in de DB (projectnr.)
Activiteiten Financiële Afdeling
• Opstellen van factuur met Exact en gebruikmaking van info uit DB. Facturen worden opgeslagen op de server en in de DB voorzien van een hyperlink.
• Secretariaat opdracht geven tot het versturen van facturen en/of brief.
• Bijhouden van betalingstermijnen.• Inschakelen van het incassobureau.• Betalingen van rekeningen (niet in DB).• Correspondentie opnemen in de DB (projectnr.)
Activiteiten Secretariaat
• Mutaties doorvoeren in klantenbestand.• Versturen van offertes,facturen en/of brieven
(informatie vanuit DB, hyperlink naar locatie offerte/brief). Er ontstaat een nieuwe regel in de tabel wanneer er offertes, facturen of brieven moeten worden verstuurd.
• Secretariaat vinkt af wanneer daadwerkelijk een brief, offerte of factuur is verstuurd.
• Inkomende brieven verspreiden en digitaliseren.
Voorbeeld van een Factuur
Groothandel “En Masse”.Industrieweg 442021 WF Amsterdam020- 5577880
Factuur Klantnummer: 13572Datum: 24/ 4/ 03
Factuurnummer: 24463463476347
Artikelnummer: 4523636346
FactuurBedrag: 213500,00 Euro.
Firma K. KlaassensWestende 126521 PP Nijmegen
Formulier Analyse
Welke gegevenscategorieën zij er en waarverwijzen ze naar (objecten):
• Factuurgegevens: klantnr, factuurnr, datum, artikelnr en factuurbedrag.
• Verzendgegevens: klantnaam, staatnaam, huisnr, postcode en woonplaats.
Hiërarchie van objecten
Straat, huisnr, postcode, woonplaats vormen samen het object Adres.
Adres: straat, huisnr, postcode, woonplaats.
Factuurgegevens: klant, factuur, datum, artikel, bedrag.
Verzendgegevens: Klant, Adres.
Adres staat hoger in de hiërarchie.
Hiërarchie in de objecten
• Gegevens op b.v. een factuur hebben een rangvolgorde van belangrijkheid, er is dan sprake van een hiërarchie in gegevens.
• Mensen vinden verbanden tussen bepaalde objecten belangrijker dan andere. Bijvoorbeeld factuurvoorbeeld: belangrijk is dat een factuur voor een klant is, zie indeling en opmaak van het factuur.
Vervolg Hiërarchie
• Het begrip klant is een object dat hoort bij de gegevens klantnummer en klantnaam.
• Het begrip adres is eigenlijk een object, dat in deze situatie niet los zal voorkomen, maar deel zal uitmaken van klant.
• Bij het uitvoeren van een informatieanalyse moet je op de hoogte proberen te komen van de objecten die belangrijk zijn binnen de organisatie, of wel Universe of Discourse (de wereld van de dialoog, de conversatie)
Informatieanalyse
• Welke gegevens spelen een rol in ons informatie systeem en naar welke objecten (personen, begrippen en dingen) in de werkelijkheid verwijzen deze?
• Wat is de onderlinge relatie tussen deze objecten in de werkelijkheid. Activiteit 1.5.
Relaties in op niam gebaseerde informatieanalyse-methodes
• Binaire relatie.
• Ternaire relaties
• N-relaties
Binaire relaties
Relatie tussen twee objecten, b.v. klant en
factuur.• Klant – krijgt – een factuur.• Er is sprake van een twee richtingsverkeer en
dus twee rollen.• Een klant krijg een factuur.• Een factuur is voor een klant.
Relaties Niam methode
Object 1 Object 2
Rol Co/Rol
Factuur
Krijgt Is voor
Klant
ORM: Object Role Modeling
• Lidwoorden weg laten.
• Klant - krijgt – Factuur.
• Factuur – is voor – Klant.
Indien mogelijk achter object een identificerende
waarde weergeven.
• Klant(klant-nr) - krijgt - Factuur(fact-nr)
• Factuur(fact-nr) – is voor – Klant(klant-nr)
Samenvoegen van objectrelaties in een expressie
• Klant(klant-nr) – krijgt / is voor – Factuur(fact-nr)
Enkelvoudige identificatie is niet altijd mogelijk.• Klant heeft een adres.• Het adres van de klant.
In formele ORM verwoording kan wel klant
enkelvoudig geïdentificeerd worden maar niet voor
adres.
Klant (klant-nr) - heeft / van - Adres.
Adres bestaat immers uit meerdere attributen.
Wel kan: klant(klant-nr) – heeft / van – Adres.
Voorbeeld klant, factuur en adres met hun rol en co-rol aanduidingen.
Factuur(facrt-nr) Klant(klant-nr)
Adres
Is voor / krijgt
heeft
/ van
De geanalyseerde zinnetjes komen voort uit de werkelijkheid die geautomatiseerd moet worden. De zinnetjes moeten iets over het object zeggen.
Het informatiesysteem moet opdrachten kunnen uitvoeren in de trant van: Toon klant met Factuur-nr.
Concretiseren van informatiewensen
• Doel resultaten van activiteit 1.2 concreter invullen en gewenste informatie voorziening duidelijker omschrijven in termen van personen, begrippen en objecten.
• Informatiebehoefte van de gebruikers kunnen specificeren in herkenbare objecten en relaties.
Basisoperaties objecten
• Toevoegen (INSERT)• Tonen (SELECT)• Muteren (UPDATE)• Verwijderen (DELETE)• Je kunt deze basis opdrachten vergelijken met
SQL opdrachten.• Het is de bedoeling om alle bij activiteit 1.2
gevonden informatiewensen vast te leggen in termen van toevoegen, tonen, muteren en verwijderen. Overleg met de opdrachtgever indien er onduidelijkheden ontstaan.
Voorbeeld klantengegevens basisoperaties
Activiteit: Klantgegevens kunnen bijwerken.
De wens van de klant zou concreet kunnenworden vertaald in:
• Voeg toe KLANT• Toon KLANT• Muteer KLANT
Voorbeeld klantengegevens basisoperaties
Een andere voorbeelden zouden kunnen
zijn:
• Toon project(en) van Klant.
• Toon Adres van klant met Factuur-nr.
Ezelbrug
• ……. Is klant <rolnaam> Factuur……..
• ……..Is Factuur <co-rolnaam> Klant……
• Vul op de puntjes voorbeeld gegevens in.
• Klaassen is Klant met Factuur 34646
• 34646 is Factuur van Klant Klaassen.
Vervolg voorbeeld Factureringsafdeling
Adres
Straatnaam
Huisnr
Postcode
Woonplaats
met / van
met / van
met / van
met / van
De relaties tussen de objecten van de laagste hiërarchie
Object type Factuur
Factuur
FactuurNr
Artikel
Artikelnr
Bedrag
Datum
Van / voor
Met / van
Op / van
Gestippelde bollen geven aan dat we te maken hebben met een value type die verder geen eigenschappen zullen hebben.
Van / voor
Met / van
Op / van
Artikel
Bedrag
Datum
Factuur - nr
Is voor /
krijgt
Klant -nr KlantnaamMet / van
Heeft / van
Adres
Met / van
Met van
Met van
Met / van
Straat
Huisnr
Postcode
Woonplaats
Afspraak was dat een factuur maar één
artikel bevat.
Ternaire Relaties
Kledingzaak Modieus Verkoopnr: N3074431
Verkoper: 3
Datum: 13-10-2004
Aantal Artikelnr Artikelnaam Stuksprijs Berdrag
2 A3014 broek 34,95 69,90
1 A3072 broek 43,50 43,50
2 B1035 trui 27,50 55,00
Totaalbedrag: 168,40
Nog een factuur maar nu van verkoper nummer 2
Kledingzaak Modieus Verkoopnr: N3074432
Verkoper: 2Datum: 13-10-2004
Aantal Artikelnr Artikelnaam StuksprijsBerdrag
1 A3014 broek 34,95 34,953 H3452 sokken 2,14 6,452 B1035 trui 27,50 55,00
Totaalbedrag: 96,40
Geldige feitenexpressies ten aanzien van de facturen
• Verkoop(verkoopnr) - gebeurde door / van – Verkoper• Verkoop(verkoopnr) - gebeurde op / van - Datum• Verkoop(verkoopnr) – totaal voor / totaal van - Bedrag• Artikel(artikelnr) – heeft / van - Artikelnaam• Artikel(artikelnr) – heeft stukprijs / stukprijs van – Bedrag
Je kunt niet zeggen:
Verkoop(verkoopnr) N3074421 had als aantal 2.
Wel correct is:
Verkoop(verkoopnr) van Artikel(art.nr) betrof Aantal stuks
Een ternaire relatie.
Verkoop
verkoopnr
Artikrl
artikelnr
Aantal
…van…betrof…stuks
Nog een ternaire relatie.
Verkoop
verkoopnr
Artikrl
artikelnr
Bedrag
…van….voor
Feitenexpressie:
Verkoop(verkoopnr) – van Artikel(artikelnr) voor - Bedrag
Verkoop
Verkoop-nr
Artikel
artikelnr
Aantal
Artikelnaam
Bedrag
Datum
Verkoper
Van betrof stuks
Heeft / van
Stukprijs / is stukprijs van
…van…voor
Was in totaal / totaal van
Gebeurde op / van
Gebeurde door / van
Samenvattend over gegevens/informatieanalyse
en concretisering activiteit 1.5 • Verwoordingen van de relaties tussen de verschillende
objecttypen binnen dit ‘Universe of Discourse’; probeer de hiërarchie binnen de aangetroffen objecttypen duidelijk te krijgen;
• Een informatie-structuurdiagram waarin de objecten en hun onderlinge relaties zijn opgenomen; hiërarchie wordt bij voorkeur in het diagram ook zichtbaar gemaakt (dikkere lijnen, arcering, e.d.);
• een concretisering van de in activiteit 1.2 bepaalde informatievoorziening op het bovenste niveau van de objectenhiërarchie; dit betekent dat nà activiteit 1.5 nogmaals teruggekeerd wordt naar activiteit 1.2.
Voorbeeld fase 1: Klantgegevens
• Naam bedrijf• Klanten-nr.• Straat• Postcode• Postbus• Woonplaats• Tel nr.• Fax nr.• Kamer van koophandel nr.• Bankrekening nr.• Debiteur J/N• Crediteur J/N
Huidige en gewenste informatie voorziening 1.2
• In de vorige dia is een voorbeeld gegeven van de huidige situatie, een kaartenbak met klanten gegevens. Gewenst is dat er binnen en DB eenzelfde klantenbestand wordt opgenomen.
• De afdeling verkoop mag nieuwe klanten toevoegen aan de database.
• De afdeling Secretariaat mag zowel nieuwe klanten opnemen als klantenmutaties verrichten in de DB.
• Er mogen geen klanten uit het bestand kunnen worden verwijderd.
• Alleen de afdelingshoofden, secretariaat en directie hebben toegang tot het klanten bestand.
Veranderingsbehoefte en systeemeisen 1.3
• De veranderingsbehoefte is er in gelegen dat alle afdelingen één klantenbestand in de vorm van een DB raadplegen.
• Toegang tot het klantenbestand hebben: directie, financiële afdeling, secretariaat en de afdelingshoofden.
Systeemeisen 1.3
• De database heeft een functie die waarmee men nieuwe klanten in het klantenbestand kan opnemen.
• De database heeft een functie waarmee men mutaties van klantengegevens kan uitvoeren.
• Klanten kunnen niet uit de database worden verwijderd.
Systeemeisen 1.3
• Alle velden van de klantgegevens moeten worden ingevuld met uitzondering van Postbus.
• Een klant moet zowel crediteur als debiteur kunnen zijn.
• Ingevoerde gegevens moeten worden opgeslagen in een DB.
• Klantgegevens moeten kunnen worden achterhaald d.m.v. naam en postcode.
Systeemeisen 1.3
• Alleen bevoegden kunnen nieuwe klanten toevoegen.
• Alleen bevoegden kunnen mutaties in het klanten bestand uitvoeren.
• Alleen bevoegden kunnen klanten-bestanden lezen.
SADT Diagram 1.3
Klanten-
gegevens
Nieuwe klant
Mutatie
Klanten gegevens zoeken
DB DBKlanten gegevens invoeren
Mutaties invoeren
Klanten gegevens
Mutaties
Opgevraagde klantengegevens
Gegevens naar bestemde bron
Evalueer organisatorische gevolgen 1.4
• De organisatie rondom het klanten-bestand moet dusdanig worden ingericht dat door te voeren klantenmutaties worden doorgespeeld naar het secretariaat.
• Alleen de afdeling verkoop en het secretariaat kunnen nieuwe klanten invoeren.
SADT Diagram 1.5
Klanten-
gegevens
Nieuwe klant
Mutatie
Klanten gegevens zoeken
DB DBKlanten gegevens invoeren
Mutaties invoeren
Klanten gegevens
Mutaties
Opgevraagde klantengegevens
Gegevens naar bestemde bron
Systeemconcept 1.5
Uitsplitsen in:
• Besturingsinteracties.
• Grondstofinteracties.
• Productinteracties.
Vervolg: Systeemconcept 1.5
Grondstofinteracties:• Formulier met klantengegevens, bestemd voor invoeren
in database.• Formulier met klantmutatie.Besturingsinteracties:• Nieuwe klant.• Gegevens wijziging klantProductinteracties:• Overzicht klant gegevens in database.• Klanten gegevens die kunnen worden gekoppeld aan
bedrijfskundige acties.
Vervolg: Systeemconcept informatieanalyse 1.5
Het klantenbestand beschikt over de
volgende hoofdfuncties:
• Klantnaam
• Klantnummer
• Adres
• Bankgegevens
• Kamer van koophandel nr.
Vervolg: Systeemconcept Objectrelaties 1.5
De volgende objectrelaties zijn van
toepassing:
• Klant(klantnr)– heeft / van – klantnaam.
• Klant(klantnr) – heeft / van – Adres.• Klant(klantnr) – heeft / van – Handelsinformatie.• Adres – met / van Straat• Adres – met / van Huisnr.• Adres – met / van Postcode
Vervolg: Objectrelaties 1.5
• Adres – met / van – woonplaats• Adres – met / van – Tel. nr.• Adres – met / van – Fax nr.• Handelsinformatie – met / van - K. van K.nr• Handelsinformatie – met / van – bank. Nr.• Handelsinformatie – met / van – Debiteur• Handelsinformatie – met / van – Crediteur
Straat
Postcode
Postbus
Woonplaats
Tel. nr
Fax nr
Adres
Met / van
Met / van
Met / van
Met / van
Met / van
Met / van
Klant
Klant-nrKlantnaam
Met / van
Handelsinformatie
Heeft /
van
Heeft /
van
K.v.K - nr.
Van / met
Van / met
Bankrek.-nr
Debiteur J/N
Crediteur J/N
Van / met
Van / met
Het informatie-structuurdiagram van het
klantenbestand
Recommended