46
PENTAG’ AM LECTORIUM ROSICRUCIANUM Zeventiende jaargang nummer twee 4: ~ ‘1 -~ * -: 4. ,_S ,_•~L’ .;, - .~_ :• .

Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Symposion Wolfenbüttel: Rozenkruis als Europees verschijnsel in de zeventiende eeuw. Hermes Trismegistus - Christian Rosencreutz: synthese van hermetische filosofie uit het oosten en hermetisch-christelijke filosofie uit het Westen. Johann Valentin Andreae geïnspireerd door de Rozenkruisers. Uit het dagboek van prinses Antonia van Württemberg. van Rijckenborgh: modern rozenkruiser en hermetisch gnosticus De rozenkruisers als Europees verschijnsel in de 17de eeuw en de kronkelpaden van het onderzoek.

Citation preview

Page 1: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

PENTAG’ AMLECTORIUM ROSICRUCIANUM

Zeventiende jaargang nummer twee

4:

~‘1 — -~

* -:

4. ,_S

• ,_•~L’ .;,

- .~_ :• .

Page 2: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

Verschijnt in de volgende

talen:

Nederlands, Duits, Engels, Frans,

Hongaars, ltaliaans*, Pools,

Portugees, Spaans~, Zweeds.

Het blad verschijnt zesmaal per

jaar (~ viermaal per jaar)

Redactie

Lectorium Rosicrucianum,

Bakenessergracht 11-15,

NL-2011 jS Haarlem

Administratie:

Stichting Rozekruis Pers,

Bakenessergracht 5.

NL-2011 jS Haarlem

Lectorium Rosicrucianum v.z.w.

Lindenlei 12,

B-9000 Gent

Vertegenwoordigd door

E. De Keyser

Abonnementsprijs:

Per jaar f1. 45,—

Losse nummers f1. 9,—

België

Per jaar Bfr. 850

Losse nummers Bfr. 180

Andere landen:

Per jaar f1. 59,50

Stichting Rozekruis Pers

Haarlem. postgiro 522103

Het overnemen van artikelen of

gedeelten daarvan uit PENTA

GRAM is alleen toegestaan met

bronvermelding en onder

toezending van een bewijs-

exemplaar aan de uitgeefster.

TIJDSCHRIFT VAN DE INTERNATIONALE

SCHOOL VAN HET GOUDEN ROZENKRUIS

LECTORIUM ROSICRUCIANUM

Page 3: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

PENTAGRAM

HET TIJDSCHRIFT PENTAGRAM STELT ZICH TEN DOEL DE AAN- INHOUD:

DACHT VAN ZIJN LEZERS TE VESTIGEN OP DE NIEUWE TIJD DIE AAN- 2 NOVEMBER 1994:SYMPOSIUM TE

GEBROKEN IS. DE INTERNATIONALE SCHOOL VAN HET GOUDEN WOLFENBÜTTEL:

ROZENKRUIS, VERTEGENWOORDIGD DOOR HET LECTORIUM RosI- «R0zENKRUI5 ALSEUROPEES VER

CRUCIANUM, REAGEERT OP DE BEVRIJDENDE IMPULSEN DIE IN SCHIJNSEL IN DEI7DE EEUW»

ONZE TIJD TOT DE MENSHEID UITGAAN. Zij STELT ZICH GEHEEL

4 HERMES TRISMEGISIN DIENST VAN DE MENSHEIDSBEVRIJDENDE ARBEID, DIE DE UNI- TOS - CHRISTIAN

ROSENCREUTZ: SYNVERSELE BROEDERSCHAP IN DEZE TIJD ZEER KRACHTIG ONDER-

THESE VAN HERMETI

NEEMT. DE OPDRACHT VAN DE MENS IS: HET WEVEN VAN HET SCHE FIWSOFIE UITHET OOSTEN EN

SOMA PSYCHIKON, HET GOUDEN BRUILOFTSKLEED, EEN VOERTUIG HERMETISCH-CHRIS

TELIJKE FILOSOFIEWAARMEE HIJ DE BOVENNATUUR KAN BETREDEN, NA HET LAGERE UIT HET WESTEN

LEVEN EN DE DOOD TE HEBBEN OVERWONNEN. i8 JOHANN VALENTIN

ANDREAE GEVNSPI

REERD DOOR DE

HET PENTAGRAM IS DOOR ALLE TIJDEN HEEN HET SYMBOOL ROZENKRUISERS

GEWEEST VAN DE WEDERGEBOREN MENS, DE NIEUWE MENS. HET IS 21 UIT HET DAGBOEKVAN PRINSES AN

EVENEENS HET SYMBOOL VAN HET UNIVERSUM EN ZIJN EEUWIGE TONIA VAN WÜRT

TEMBERGWORDING, WAARIN HET GODSPLAN TOT OPENBARING KOMT.

25 J. VAN RIJCKENEEN SYMBOOL HEEFT ECHTER ALLEEN WAARDE INDIEN HET TOT BORGH: MODERN

REALITEIT GEVOERD WORDT. ALS DE MENS HET PENTAGRAM IN ZIJN ROZENKRUISER ENHERMETISCH

MIKROKOSMOS HEEFT VERWERKELIJKT, HEEFT HIJ DE DOOD OVER- GNOSTICUS

WONNEN. DAN STAAT HIJ OP HET PAD VAN TRANSFIGURATIE. 37 DE ROZENKRUISERSALS EUROPEES

HET BLAD PENTAGRAM RICHT DE LEZER NU OP DEZE GEESTELIJKE VERSCHIJNSEL IN DE

REVOLUTIE, DIE IN HEMZELF MOET PLAATSVINDEN. I7DE EEUW EN DEKRONKELPADEN VAN

HET ONDERZOEK.

DR. C. GILLY

1995

ZEVENTIENDE

JAARGANG

NUMMER TWEE

Page 4: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

NOVEMBER 1994: SYMPOSIUM TE WOLFENBÜTTEL

VAN 23 TOT 25 NOVEMBER 1994 VOND IN DE

HERZOG AUGUST BIBLIOTHEEK IN WOLFEN

BÜTTEL, DUITSLAND, EEN SYMPOSIUM PLAATS

MET ALS THEMA: «ROZENKRUIS ALS EEN EURO

PEES VERSCHIJNSEL IN DE 17E EEUW.» DIT SYM

POSIUM WERD IN SAMENWERKING MET DE

BIBLIOTHECA PHILOSOPHICA HERMETICA UIT

AMSTERDAM GEORGANISEERD. BEIDE BIBLIO

THEKEN HERBERGEN EEN GROTE VERZAMELING

ROZENKRUISERS-GESCHRIFTEN UIT DE BEGIN

TIJD VAN DE KLASSIEKE BROEDERSCHAP VAN HET

ROZENKRUIS. NA DE EERSTE DRUKKEN VAN DE

BEROEMDE MANIFESTEN (DE FAMA, DE CON

FESSIO EN HET SCHEIKUNDIG HuwELIJK) VER

SCHENEN ER DUIZENDEN GESCHRIFTEN ALS

REACTIE. VEEL VAN DEZE GESCHRIFTEN ZIJN BI

HOUDEN GEBLEVEN EN ZIJ BEVINDEN ZICH IN

EEN GROTE VERZAMELING IN BEIDE BIBLIO

THEKEN.

EI et driedaags symposium werd in deBijbelzaal van de HerZog August Bibliotheek gehouden. Twintig sprekers verleenden hun medewerking. De Bijbelzaalis een historische plaats; alleen reeds vanwege de verzameling van 3000 eerstedrukken van bijbels in vele talen die doorHertog August bijeen werd gebracht. Debibliotheek werd in 1572 door Hertog Julius zu Braunschweig-Lunenburg gestichten is vooral beroemd geworden door Hertog August de Jongere (1579-1666) naar

wie zij ook vernoemd is. Deze heeft deverzameling uitgebreid tot 135.000 geschriften die zijn samengebracht in 40.000 boeken. Daardoor werd zijn bibliotheek indie tijd de grootste van Europa. Leibnizen Schelling hebben er later, als biblio

thecarissen, in Europa grote bekendheidaan gegeven. Inmiddels omvat de boeken-schat 800.000 boeken, waarbij de Rozenkruisersgeschriften een opvallende plaatsinnemen. Bijzonder is ook de uitgebreidebriefwisseling tussen Hertog August enJohann Valentin Andreae. En de laatsteverzameling van Andreae’s boeken die indeze bibliotheek is ondergebracht. Hertog August had grote belangstelling vooral deze werken en voor de Rozenkruizers-gedachte die daarin was neergelegd. Alseen bijzonder merkwaardige gebeurteniszij vermeld, dat tijdens het symposiumtoevallig ook de geloofsbelijdenis vanAdam Haslmayr tussen de andere geschriften werd ontdekt. Het was bekenddat hij deze had geschreven tijdens zijndeportatie naar de galeien, waartoe hijwas veroordeeld vanwege zijn grote symphatieën voor de Rozenkruisers Broederschap. Dit geschrift was tot op dat moment nog steeds niet teruggevonden. Zoals bekend wordt Adam Haslmayr in deFama genoemd en geëerd en verder worden de Jezuï eten aangeklaagd, omdat zij

hem naar de galeien lieten sturen. Al dezefeiten verklaren ook de reden, waarom ditsymposium zo belangrijk is en waaromhet temidden van deze historische boekenverzameling werd gehouden.

De lezingen stonden voornamelijk inhet teken van de l7de eeuwse Rozenkruisers en van de betekenis van hun Man~festen. Zij behandelden vooral de groteinvloed die zij hadden op het Europa vandie dagen. Dat dit verschijnsel zich nietbeperkte tot het begin van de l7de eeuw,is bekend. Omdat de Broederschap vanhet Rozenkruis ook in onze tijd aktueelis, een nieuwe impuls uitzendt en bij

2

Page 5: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

«Rosenkreuz als Europt~iischesPht~inomen im 17. Jahrhundert»

I1ERZOG AUGUST BIBLIOTIIEK WOLFENBiTI El

In Zusatninenarbeit rit der

BIBIIOTIJIiCA PHIL()SOPI JICA II RMEIICA AMSI IiRDAM

35. WoIfenb~itteIcr Syrnprrsion

Rosenkreu, als curopdrschcs Pittinomenin 17 Jalirhunileri

velen in de de belangstelling staat, hebbenleiding en organisatoren van het symposium besloten ook de schijnwerpers te richten op het Moderne Rozenkruis. En ophun relatie met de l7de eeuwse Rozenkruisersgedachte. Daartoe waren enkeleleden van het Lectorium Rosicrucianumuitgenodigd om in deze zin een bijdragete leveren. De redactie van het Pentagrammeent haar lezers de inhoud van dezelezingen niet te mogen onthouden. Detoespraken van de heren H. Albert, A.H.van den Brul en J.R. Ritman vindt u indit nummer opgenomen. De heer J.R.Ritman gaf een uitvoerige beschrijvingvan de impulsen van de Broederschap desLevens en legde uit hoe daaruit de Rozenkruisersbroederschap, de Tübinger kring

en de Manifesten waren ontstaan. Dat waseen geweldige geestelijke impuls, waaraanvooral de zeer achtenswaardige persoonvan Tobias Hess een groot en inspirerendaandeel had. Hij was het voornaamstedoorvoerkanaal voor deze geestelijke impuls. In de toespraak van de heer H.Albert wordt u bepaald bij de jaren datJohann Valentin Andreae in Calw (ZuidDuitsland) heeft geleefd en gewerkt. Enbij zijn invloed op het ontstaan van hetRozenkruis. Deze spreker baseerde zichonder andere op de beroemde kabbalistische «Lehrtafel» in Bad Teinach, diewerd ontworpen door Prinses Antoniavon Württemberg. In de «Lehrtafel» zijnveel aanwijzingen van Andreae verwerkt.

Hoe de impuls van de Broederschapin de 2Oste eeuw is opgepakt, vernieuwden uitgewerkt, werd toegelicht door deheer A.H. van den Brul. Hij sprak overhet leven en het werk van de Rozen-kruiser en Hermetisch-Gnosticus van de2Oste eeuw: Jan van Rijckenborgh. En alsvierde hebben wij de toespraak van Dr.Carlos Gilly opgenomen, omdat u daarineen schitterend overzicht vindt van dehistorische reacties op het optreden en deManifesten van de Rozenkruisersbroederschap.

Tenslotte zij vermeld dat dit symposium wordt gevolgd door een expositie inde Herzog August Bibliotheek te Wolfenbüttel - van 3 maart tot 28 mei a.s. - en inde Bibliotheca Philosophica Hermetica teAmsterdam - van 16 juni tot 15 oktober1995.

Redactie Pentagram

De Heilige Berg,een Rozekruiserssymbool. «Dezeberg nadert geop zekere nacht,zo lang enduister. Zo dezekomt! Bereidt utoe in gebed.Houdt u aan deweg, maarvraagt niet waarhij ligt. Volgtslechts uw Gidsdie u zijndienstenaanbiedt en utegemoetkomt.» ThomasVaughan, Lumende Lumine,1631.

3

Page 6: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

HERMES TRISMEGISTOS - CHRISTJAN ROSENCREUTZ

DE GEBOORTE VAN DE ROZENKRUISERS

BROEDERSCHAP IN TÜBINGEN

DE BIBLIOTHECA PHILOSOPHICA HERMETICA

HEEFT SINDS HAAR NAAR BUITEN TREDEN IN

1984, TOEN DE BIBLIOTHEEK HAAR DEUREN

VOOR BUITENSTAANDERS OPENDE, HET PRIN

CIPE «AD FONTES», NAAR DE BRON, STEEDS

HOOG IN HAAR VAANDEL GEDRAGEN.

de eerste openbare tentoonstelling«De klassieke erfenis der Rozenkruisers»die in januari 1985 werd geopend, schreven wij in de inleiding van de catalogus:«Het onderwerp van deze tentoonstellingverwijst naar een geestelijk krachtveld,waaruit ononderbroken bemoeienis plaatsvindt met wereld en mensheid. Zij baseertzich hierbij op de geestesgeschiedenis vanEuropa. De hermetisch-christelijke traditie en de spirituele betekenis van dit kracht-veld liggen verankerd in twee mysteriegestalten: Hermes Trismegistos en Christiaan Rozenkruis. Het is niet de naam, ofin dit geval een persoon, die tot onsspreekt, maar een duidelijk aantoonbareerfenis die in stoffelijke vorm bestaat.»

Door die lijn consequent te volgen,staan wij vandaag de dag met de medewerkers van de bibliotheek in de vollewerkelijkheid van het zichtbaar makenvan een hermetisch-christelijke en gnostieke traditie waarvan binnen de Bibliotheca Philosophica Hermetica 16.000geschriften worden bewaard. Met betrekking tot de Rozenkruisersgeschriften zijnuit de periode 1600-1654 alle bekendeteksten vastgelegd. En in boekvorm zijn

er ruim 200 originele drukken aanwezig.Als zodanig herbergt de BPH het grootste bestand aan bestaande Rozenkruisersgeschriften ter wereld.

In de tentoonstelling van 1985 brachten wij 44 gedrukte boeken en handschriften te zamen, waarbij naast diverseuitgaven van het Co~pus Hermeticum ende Manzfesten der Rozenkruisers, ook dewerken van Suso, Paracelsus, Pico dellaMirandola, Campanella, Jacob Böhme enandere hermetisch-filosofische geschriften werden getoond.

BASIS VOOR WETENSCHAPPELIJK EN

HISTORISCH ONDERZOEK

In november van 1986 werd in hetsymposium Johann Valentin Andreae 1586-1986. Die Man ifesten der Rosenkreuzerbruderschaft dat ter gelegenheid van de400ste geboortedag van Johann ValentinAndreae in Amsterdam plaats vond, debasis gelegd voor een wetenschappelijk enhistorisch onderzoek. Inmiddels is duidelijk gebleken, dat de gelijknamige catalogus van Dr. Carlos Gilly een schat aaninformatie bevat over de betrokkenheidvan de drie samenstellers van de Manifesten: Tobias Hess, Christoph Besold,Johann Valentin Andreae. Maar tevensover hun tijdgenoten. Als zodanig wasdeze tentoonstelling een indrukwekkendestart. Er waren 64 geschriften aanwezig,waaronder bruiklenen uit de Herzog August Bibliothek te Wolfenbüttel (met autographen van JV. Andreae; o.a. zijnlevensbeschrijving) en uit de Universit~tsbibliothek van Salzburg vier geschriftenuit het oorspronkelijke bezit van Tobias

4

Page 7: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

Synthese van hermetische filosofie uit het Oosten en hermetisch-christelijke filosofie uit het Westen.

Hess, die later bij Christoph Besold terecht zijn gekomen. Ook waren er handschriften van de Fama Fraternitatis uit deWeilcome Library te Londen. En niet tevergeten het Nederlandse exemplaar vande Fama Fraternitatis uit 1615 dat in deKoninklijke Bibliotheek in Den Haagwordt bewaard. Met vertrouwen kunnenwij dan ook uitzien naar de tentoonstelling die in maart 1995 in de Herzog August Bibliotheek wordt gehouden en waarwij een keuze van 250 geschriften zullentonen die deel uitmaken van een Rozenkruiserbestand, waarin een duizendtalhandschriften, drukken en andere documenten zijn samengebracht.

RESULTATEN TEKENEN ZICH DUIDELIJK AF

In de Acta van het symposium in 1986,die met de titel Das Erbe des ChristianRosenkreuz in 1988 in boekvorm verschenen, kwam destijds reeds duidelijk hetresultaat van het eerste onderzoek binneneen kring van deelnemers naar voren. Terugblikkend op dit eerste symposium in1986, is het verrassend te constateren hoedicht de diverse deelnemers met de inhoudvan hun toespraken de kern van de ontstaansgeschiedenis reeds benaderden.

En nu wij in deze dagen, in het Symposium dat ons in de Herzog August Bibliotheek samenbrengt, mogen sprekenover Die Rosenkreuzer als Europc~ischesPh~~inomen im 17. Jahrhundert, nemen wijde draad weer op, die ons in 1986 inAmsterdam reeds samenbracht.

Nu, acht jaar later, zijn de namenTobias Hess (1558-1614), Christoph Besold (1577-1638) en Johann Valentin An

dreae (1586-1654) voorgoed onverbrekelijk verbonden met de ontstaansgeschiedenis van de Rozenkruisersbroederschapdie in het jaar 1604 als een nieuwe geestelijke kracht, als een nieuwe ster, in hetsterrenteken van Serpentarius en Cygnuswerd aangekondigd.

De grote winst die wij gezamenlijk inde afgelopen jaren hebben mogen boekenis wel deze, dat de nevelige, mysterieuzeatmosfeer die het ontstaan van de Broederschap met fabels omweefde, volledig isopgeklaard. Ieder van ons, en dat is ookde grote betekenis van dit symposium,heeft zijn eigen bijdrage geleverd en onderhoudt een persoonlijke relatie met ditonderwerp. De vele vragen die hiermeesamenhangen, hebben de gemoederenvan vele onderzoekers in de afgelopen jaren reeds bezig gehouden. Maar alleen gericht onderzoek op de plaatsen waar degeschriften en de documenten zich bevinden, levert de juiste informatie op.

TOBIAS HESS. EEN MAN MET PROFETISCHE

VISIE

Door het onderzoek dat vanuit deBibliotheca Philosophica Hermetica plaatsvindt en door het principe ‘Ad Fontes’ datde bibliotheek hanteert, is onze bibliothecaris Dr. C. Gilly in zijn jarenlangebronnenonderzoek tot in de kern van deontstaansgeschiedenis van de Rozenkruisersbroederschap doorgedrongen. En watin het begin van onze samenwerking in1985 een intuï tie, een aftasten en een aanvoelen was, manifesteerde zich reeds spoedig als een gouden draad, die de juisteinformatie naar de oppervlakte bracht.

5

Page 8: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

Voorgesteldeleden voor deSocietasChristiana,joh. V. Andreae,1620.

En daarom wil ik in dit verband uitdrukkelijk stilstaan bij Tobias Hess, een manmet een profetische visie, die de Bijbel alsde basis van zijn leven hanteerde en die deinzichten die hij daaruit verwierf, plaatsteals de hoeksteen van zijn leven, Jezus deChristus.

Het was Tobias Hess, die door zijndiepgaande studie van de Bijbel stelde, datde Bijbel een geheime chronologie bevatdie kan worden berekend met de tempelmeetkunst waarover Openbaringen 11:1spreekt en met de sleutel Davids vanOpenbaringen 3:7. In Genesis analyseerdehij de ontstaansgeschiedenis van de wereld. En hij zag de geschiedenis van demensheid in onverbrekelijke samenhangmet dat grote, vurige, goddelijke teken,de vlammende Driehoek, de TrigonumIgneum van Vader, Zoon en HeiligeGeest.

In die samenhang moeten wij danook het door hem aangegeven axiomaplaatsen dat ook in de Fama Fraternitatisbeschreven staat als de grondwet van deBroederschap van het Heilige Rozenkruis:

«Ex Deo Nascimur» - uit Godgeboren«In Jesu Morimur» - in Jezusgestorven«Per Spiritum SanctumReviviscimus» - door de HeiligeGeest wedergeboren

In Tobias Hess’ Onsterfelijkheid dat doorJohann Valentin Andreae werd geschreven naar aanleiding van de sterfdag vanHess - 24 november 1614, nu precies 380jaar geleden - en dat door de erven Lazarus Zetzner in 1619 werd gedrukt, zegt deauteur: «0, Hess, het maakt niet uit of ikje nu Vader, Broeder, leermeester of gezelnoem: in één persoon heb je al die benamingen verdiend». En verder: «Wanneer ikde naam Hess laat vallen, weet ik dat hetdegenen die hem op intieme voet kenden,

zwaar te moede zal zijn. Zij herinnerenzich maar al te pijnlijk een gelaat dat eenchristelijke gestrengheid uitstraalde, eenstem die niets dan Gods lof zong, eentegenover iedereen blanke inborst en eenonder alle omstandigheden ongekende tegenwoordigheid van geest die bovendienmet nederigheid gepaard ging. Degenendie de woonstee van deze nobele ziel nietlijfelijk hebben mogen aanschouwen,moeten zich een man voorstellen vanrecht postuur, met een rimpelloos voorhoofd, levendige ogen, een scherpe neus,een vriendelijk aangezicht, verfijnde handen, krachtige ledematen en altijd volbeweging. De rijkdommen der natuurverschansen zich namelijk niet altijd achter dikke muren; soms verkiezen zij eendelicate behuizing om zich zodoende bevallig aan het mensdom aan te bevelen.Maar wat is er uiteindelijk echt blijvendvan wat de aarde ons geeft? [...] Vanaf zijnvroegste jeugd voelde Hess zich aangetrokken tot de geneeskundige behandeling van het menselijk lichaam en tot deaanwending van de natuurlijke hulpmiddelen in deze. Hierin had zijn moederhem, zoals hij placht te zeggen, met haarhuisapotheek ingewijd. Vanaf het moment dat hij het zijne kon doen en geenzorgen meer had om de eerste levensbehoeften, liet hij de medicijnen een steedsgrotere rol in zijn leven spelen. Steeds vaker beproefde hij daarop zijn krachten.En toen hij er tenslotte door aangestokenwas als door een hevige en zelfs voor demedici onbedwingbare ziekte, werd hetecht menens voor hem. En vol ijvertrachtte hij een beeld te krijgen van inhoeverre Gods boek groot was en de werken der specialisten eigenlijk maar klein.

Hij LIET HEN BINNEN ALS EEN VRIJ MAN

Zijn hele huis kreeg een andere aanblik; Bartolus en Baldus (rechtsgeleerden)werd de deur gewezen. Hippocrates en

6

Page 9: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

Galenus werden welkom geheten. Hij lietdezen echter binnen als Vrij man, aan niemand iets verplicht en op voorwaarde datzij niets te zeggen zouden hebben overhet hogere deel van zijn geest, of dat zijdeze in hun ban zouden willen hebben.Daar nu de in purper gehulde leermeesters hem te fijngevoelig waren, voegde hij Paracelsus aan hun getal toe; eenman die niet zo gauw ergens onpasselijkvan wordt. Die terecht achterdochtig iswaar er geen sprake is van een natuurlijkgeheel. Die vol geduld is waar het gaat omnoeste arbeid en proefnemingen en diehet tenslotte niet ontbreekt aan het lefom gespitst te zijn op het fundamenteleonderzoek naar de samenstelling van dedingen.»

En met betrekking tot zijn praktischelevensweg verklaart Andreae: «Wederomhad hij de makkelijke weg kunnennemen; onder overdonderend applaushad hij met zijn sprongen voorwaarts ophet gebied van de natuurkunde en de medicijnen de tempel van de roem en de eeuwige herinnering kunnen bestijgen. Maarhijzelf vond niet dat een mens van resultaat kan spreken, wanneer die geen weethad van Gods alwijsheid in Diens schepping en van Gods opperste mededogen bijhet horen van Diens eredienst.

Bij elke vorm van wetenschapsbeoefening blijkt het de mens een plicht om niette vergeten waarom hij op deze wereld isgezet, wat hij aan het nu en wat hij weldraaan de eeuwigheid verschuldigd is, wat hetvoedsel van zijn ziel is en waar de grensligt van de nauwelijks te verzadigen goddelijke Geest. Waaruit Gods omgang metde mens bestaat en wat precies de reiniging van het goddelijke heiligdom inhoudt.En laat hij bovendien niet bevonden worden als een, aan wien het vaderland inde hemelen niets gelegen is. Geheel enal keerde hij zich dus tot de Bijbel (enwaar had hij een veiliger toevluchtsoordkunnen vinden?) met al zijn facul

‘/ t -.

~ -i)cf4’ LV

i’~.’ ~1-’jrsJ ~ .~ ii!.

.ô~i~L4 .NCJ$kJ.•‘ Iii~1F

~‘. 8W4L4.4

t

~j’~~ ~

£d4!: l~.4~4~r ~

-~r ~I~c ~ .1 ~1ç,,

çf, ;,~.

. 1.7, -

.J~5*n. j 6crj 4 $ c

/ M,.f~,..4~fiJfØ’~Çg~gj .c,*,~r / ~

iii~ ~

, •~‘. /. LCiV.4~’t~.J .~4LY~J

.1

/• LE.

/~

7--.

/%i-dc~mi~j 4fr1”cfldg J

Fr

(4’ ~~3(fl4;Uh, ~Lo,,r4 rij

t~ ~øc,t~i~ •( S~1

•4L’flI•I •9(st1’~kJ(4Km) ‘

1. r ~4 1’! ~

Page 10: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

teiten van zicht, spraak, geheugen en gevoel.

Voor zijn Bijbellezen gold geen strak,op de klok afgepast tijdschema, het hadeerder iets begerigs, iets stuurs en ongedurigs, waarbij tranen en verzuchtingenenerzijds en een ongewone glinsteringvan vreugde anderzijds zich afwisselden.En zoiets past helemaal bij een boek datspreekt van de zwaardere lasten, maarook van de ijlste geest en onuitsprekelijkewijsheid. Niet alleen zijn eigen persoon,maar de hele geleerde wereld kwam inmiddels als uiterst stompzinnig op hemover. Bidden wilde hij nu liever dan discussiëren, liever geloven dan navorsen,liever volgen dan weten en God liever ervaren dan hem te beschrijven.»

DERDE MANIFESTATIE VAN DE TRIGONUM

IGNEUM

Wij hebben de scherp analyserendepersoon Johann Valentin Andreae geciteerd, om hierdoor tot een direkte aanschouwing te komen van datgene, wat alseen grote geestelijke kracht Tobias Hessdrijft: namelijk, dat God te kennen isdoor middel van een drievoudige toegang.Ten eerste Hem te ervaren, door zich teverdiepen in de Heilige Schrift, waarin deervaringsweg van de profeten, de apostelen, de Evangelisten, maar vooral van demartelaren staat opgeschreven. Ten tweede Hem te leren kennen door een diepgaand onderzoek van de levende natuuren daarin als arts, als genezer, als heelmaker op te treden als een levende navolger.Ten derde als levende mens, ja, als kruis-drager de weg van de Christus praktischte volgen in een daad van naastenliefde endienst aan de mensheid.

In dit perspectief moeten wij dan ookhet tijdsbeeld leren begrijpen, die zich alsde derde manifestatie van de TrigonumIgneum openbaarde. Het was voor TobiasHess de voltrekking van een geestelijke

formatie die met Luther en zijn Reformatie in het jaar 1517 een aanvang nam. Wijkunnen de geest van Tobias Hess nietdoorgronden, als wij de beweegredenenniet kunnen analyseren die hij vanuit eendiep spiritueel inzicht verwierf.

GOD VERBINDT ZICH DIRECT MET DE MENS

Voor Tobias Hess was er, zoals dat altijd het geval was in de voorgaande geschiedenis en zoals dat in de Bijbel en bijde Profeten is vastgelegd, sprake van eengoddelijk ingrijpen. Een mysterie datGod onafgebroken met Zijn scheppingen de mens verbindt. Daarom vinden wijjuist in belangrijke Bijbelverhalen als hetboek Genesis, het boek Daniël, het boekEzra, het boek Joël en de overige profeten, maar vooral ook in de Apocalyps, diebijzondere bevestiging, dat God Zich direct, door middel van zijn profeten, metde mensheid verbindt.

Daarom was en is de geschiedenis vande mensheid er altijd één geweest, waarinenerzijds de goddelijke volheid zelf zichopenbaarde, als de Trigonum Igneum vande Vader, de Zoon en de Heilige Geest.Anderzijds waren en zijn de geschriftenvan de profeten altijd de verbindingsbrugtussen God en de mensheid geweest omhet mysterie van de hereniging met degoddelijke volheid te volvoeren.

Tobias Hess was - en is - daarom degrondlegger van de Rozenkruisersprofetie. Daarbij stond het voor hem vast dathij een nieuwe mensheidsfase moest verkondigen en deze verklaarde hij als deDerde Openbaringsvorm van de Goddelijke Drievuldigheid. Als de periode vande zich openbarende Heilige Geest (Detertio quodam seculo). Veel van zijn aantekeningen die later belangrijke bestanddelen blijken te vormen van de FamaFraternitatis, legde hij vast in zijn eigenBijbel van Sebastian Castellio, gedrukt inBasel in 1573. Dit boek was, zo schreef

8

Page 11: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

Christoph Besold op het titelbiad, onderde weinige boeken die de onvergelijkelijke Tobias Hess bij zijn dood naliet, hetboek dat hem tijdens zijn leven het liefstwas geweest. Deze Bijbelvertaling van dewaarlijk vrome en geleerde SebastianCastellio nam voor hem de eerste plaatsin. Het is in dit geschrift dat wij de eersteaantekeningen vinden die verwijzen naareen nieuwe mensheidsperiode - vanaf deeerste jaren van de l7de eeuw - van dezich openbarende Heilige Geest, de Trigonum Igneum Sancti Spiritus.

HERVORMING EN VERNIEUWING VAN

EUROPA

Toen Tobias Hess eind juni begin juli1605 door de Theologische Faculteit vande Universiteit van Tübingen vanwegezijn denkbeelden over het nabije GoudenTijdperk of Saeculum Spiritus Sancti(Tijdperk van de Heilige Geest) ter verantwoording werd geroepen, schreef hijaan zijn landsheer Hertog Frederik vanWürttemberg een verweer in het Latijnen het Duits.

In de Latijnse versie vertelde Hess delandsheer over het visioen dat hij in zijnjonge jaren beleefd had. Over de leeuwuit het Boek Esdras 4 en over zijn toekomstige strijd met de adelaar. Voor Hesswas deze tijd zeer nabij. En hij zag deHertog van Württemberg als de mandie als de Leeuw uit het Noorden dekerken zou hervormen en de vernieuwing van Europa zou inleiden (vgl. Hasimayr, hoofdstuk 4). In het Duitse geschrift verklaarde hij de hertog waaromhij het tijdstip voor de vernieuwing vanEuropa als zeer dichtbij ervoer: «Want detijd moet nabij zijn», zo schreef TobiasHess, «en er worden dikwijls wonderenboven wonderen en grote dreigende tekens - de een boven, de ander rondom deTrigonum Igneum - gezien en gehoord,welke, ondersteund door de HeiligeSchrift, niets anders aanduiden en verkondigen dan dat Christus thans diegenen, die zich in zijn plaats hebben gestelden zich valselijk voor het hoofd aller kerken uitgegeven hebben, zal kwellen, straffen en verjagen.»

VIER ELEMENTEN IN é~N CONJUNCTIE

44

TOBIi~ HESSI,Viriincomparabi1is~

1 MMORTAL IT A S.

M DC XIX.

Deze Trigonum Igneum of VurigeDriehoek is de regelmatig terugkerendeconjunctie van drie planeten, waaraan

vooral tijdens de verschijning van desupernova van 1604 in de ogen van detoenmalige wereld grote betekenis werd

gehecht.

Zoals de astronoom Johannes Kepleruitvoerig berichtte in zijn boek De Stellanova in pede Serpentarii et de Trigono igneo van 1606, slaat de naam TrigonumIgneum op de al in de oudheid gebruikelijke indeling van twaalf dierenriemtekensin vier groepen van elk drie tekens. Maarook op de indeling van deze vier driehoeken of Trigoni, op basis van de vier elementen, - vurig, aards, luchtig en waterig- samen in één conjunctie.

«Ter herinneringaan Tobias Hess,doctor in beidewetten, bekendgodgeleerde,beroemdgenezer, eengoed, vroom engeduldig mens,een vriend.Mijn Hippocratesis gestorven,mijn Machaon,HESS, wienskunde hemmaakte tot eengod voor dezieken.»

johann ValentinAndreae,Straatsburg,1619.

9

Page 12: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

De verschijning van de Trigonum Igneum moeten we dan ook zien in haar relatie tot het zonnestelsel met de zichdaarin openbarende tekens van de dieren-riem en in verband met haar invloed opde werking van de planeten. Het zodiakale stelsel kunnen wij zien als een cirkeldie is verdeeld in 360 graden.

Elk teken van de dierenriem vertegenwoordigt 30 graden. Dat zijn de kleine drie-hoeken van bijvoorbeeld de twaalf discipelen. In groter verband wordt de GroteTrigonum Igneum verbonden met eenstelsel van driemaal 120 graden, waarbinnen vier tekens van de dierenriem existeren: de Trigonum Igneum van Vader -

Zoon - Heilige Geest. Deze manifesteertzich in de vier elementen: vuur, aarde,lucht en water.

In de visie van de Bijbelkenners, enTobias Hess was een van hen, kon de verschijning van de eerste Grote TrigonumIgneum-constellatie gedateerd worden inde periode die samenhing met de zondvloed. Tobias Hess verwees hiernaar doorzich op Genesis 6:3 te richten. Hier vinden wij voor het eerst een verwijzingnaar «120 jaar», die wij later in de FamaFraternitatis vermeld zien in verband metde bouw van de graftempel in 1484 enmet het openen daarvan - 120 jaar later -

in 1604. De tweede grote constellatie vande Trigonum Igneum werd verbondenmet de geboorte van Christus in het begin van de christelijke jaartelling.

Het is de constellatie van de derdegrote Trigonum Igneum die het tijdperkvan de Heilige Geest en het tot standkomen van het Tehuis Sancti Spiritus in1604 aankondigt. Zo kunnen wij de tijd-geest rond het jaar 1600 plaatsen en verklaren en deze vervolgens in een duidelijken historisch verband zetten. Daarvoormoeten wij de chronologie van de Europese geschiedenis raadplegen.

Het is niet voor niets dat het wereld-beeld in het geboortejaar van Christiaan

Rozenkruis, zoals dat in de Fama Fraternitatis beschreven is, de toenmalige Europese wereld en de daarin aanwezige Arabische invloeden omvatte. Enerzijds wasdat de wereld van de christelijke Middeleeuwen met de bloeiperiode van demystiek. Meister Eckehart, Tauler, Suso enandere mystieke leiders kwamen daaruitvoort. Anderzijds was het de periode datde Arabische traditie vooral in Spanje sterkop de voorgrond trad. Daarin stond Her-mes Trismegistos - de oervader van de alchemisten - met zijn bekende TabulaSmaragdina centraal voor een kring vanwijsgeren en onderzoekers die enerzijds dehermetische filosofie, anderzijds praktischealchemie, geneeskunst, Kabbala - Astrologie - en Magie beoefenden. Dit is de periode, waarin Hermes Trismegistos, doormiddel van geschriften uit de eerste eeuwenvan de christelijke jaartelling, de hermetische wijsheid uit het Oosten vertegenwoordigt.

Dit, gekoppeld aan de joodse traditievan de Kabbala, vormde de smeltkroesvan een spirituele traditie die zich in devroege Middeleeuwen in spirituele kringen manifesteerde en die zich ontwikkelde tot een nieuwe cultuur. Daarin vindenwij Hermes Trismegistos met de tekst vande Asciepius en met het Boek der 24filoso-fen. Daarin staan zijn uitspraken als: «Godis een oneindige sfeer, wiens middelpuntalomtegenwoordig is en wiens omtrek nergens is begrensd.» Het is dit hermetischaxioma, waarop de Bibliotheca Philosophica Hermetica zich baseert.

UITWISSELING TUSSEN EUROPA EN ARABIë

Deze middeleeuwse wereld, waarinreeds enige honderden jaren de Europeseen Arabische culturen elkaar beï nvloedden met onder andere geschriften vanHermes Trismegistos, bracht onder andere wijsgeren voort als Raimundus Lullius- en met hem ook figuren als Hugo de St.

10

Page 13: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

Victor, Richard de St. Victor en kerk-vaders als Albertus Magnus, Thomas vanAquino, Vincent de Beauvais, Bernardusvan Clairvaux - en aan de Arabische kantde grondleggers van de alchemie - Geber,Morienus en vele anderen wier tekstenwij terugvinden in het Theatrum Chymicum dat aan het begin van de l7de eeuwbij Lazarus Zetzner werd gedrukt.

GRAFTEMPEL GEBOUWD IN HET STERFJAAR

VAN C.R.C.

De broeders van het Rozenkruis, zozegt de Fama Fraternitatis, plaatsten daartegenover Christian Rosencreutz. De vertegenwoordiger van een hermetisch-christelijke filosofie die vanuit Europa het Westen, maar ook Arabië, bereisde. Hij wasde stichter van de eerste kring van vierbroeders die later werd uitgebreid tot achtbroeders. Zij werden in de l5de eeuw geplaatst en zij waren de Geestelijke Broeders,de dragers van de spirituele vlam. Enerzijdsvertegenwoordigden zij nog de Middeleeuwen, maar zij waren reeds volop aanwezigin die mysterieuze eeuwen die wij aanduiden als de Renaissance van de l5de eeuwtoen Philips van Bourgondië in Brugge inNoord-Europa een nieuwe, hoogstaandeadelstand op christelijke principes voorstond. In 1430 ging hij over tot het stichten van de Orde van het Gulden Vlies,waarin de legende van Jason, een prefiguratie naar de Christus, centraal stond.

Daarom is het geen toeval, dat wij inde Fama Fraternitatis, het geboortejaar -

1378 - van Christiaan Rozenkruis terugvinden. Maar ook de vermelding vanChristiaan Rozenkruis in het gastenboek,op de 7de dag van de Chymische Hochzeitdes Christian Rosencreutz: «Summa scientia nihil scire. Fr. Christianus Rosencreutz - Eques aurea lapidis. Anno 1459.»In 1484, het sterfjaar van Vader C.R.C,vindt de bouw van de graftempel plaatsdie 120 jaar later, in 1604, wordt ont

sloten met de verschijning van zijn lijf-spreuk: «A.C.R.C. Deze samenvatting vanhet heelal heb ik bij mijn leven mij toteen graf gemaakt».

In Florence, de stad van Cosimo enLorenzo de Medici, beleven wij rond hetjaar 1460 het ontstaan van de Academievan Florence. Marsilio Ficino moet hierin 1461 zijn vertaling van Plato onderbreken om Cosimo de Medici nog vlak voordiens overlijden de Latijnse tekst van hetCorpus Hermeticum te kunnen overhandigen.

Het is in deze periode, dat, naast dereeds genoemde aanzichten van mystiek,magie, astrologie en alchemie de hermetische filosofie zijn intrede doet in de vormvan het neoplatonisme. Daardoor komtde klassieke wijsheidsstroom van Griekseen Egyptische oorsprong voor het eerstbinnen de bedding van de Europese cultuurstroom. In samenhang met deze ontwikkeling voltrekt zich rond 1450 eenEuropese impuls, die gezien moet wordenals een uiterst belangrijke fase, waarin delanden van Zuid-Europa - met Florenceen Venetië als centra - en de landen vanNoord-Europa - met Brugge, Keulen enNürnberg als centra - de verbindendeschakels zijn.

Zo zien wij hoe Marsilio Ficino vanuit Florence een nieuwe, hermetisch-christelijke wijsheidsstroom in bewegingbrengt. Deze leidt tot integratie van Plato,Plotinus, Hermes Trismegistos, christelijke theologie, magie en Kabbala, waarinPico della Mirandola de verbinding metde joodse mystieke traditie op gang brengt.Van daaruit wordt de hermetisch-magischechristelijke kring van onderzoek in destad Nürnberg bereikt, waar Reuchlinde traditie van de Kabbala voortzet metzijn geschrift De Verbo Mirifico en DeArte Cabalistica. Deze lijn zet zich voortin de magie van abt Trithemius en in demagie van Agrippa van Nettesheim, hetgeen leidt tot vernieuwing van de her-

11

Page 14: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

metische filosofie. Deze bereikt tenslotte,gekoppeld aan de mystiek en de ModerneDevotie van Geert Grote, Thomas ii. Kernpis en Johannes Ruusbroec, de noordelijke gebieden: Keulen, Zwolle, Gent,Brugge en Brussel. Daardoor kan men terecht zeggen dat reeds aan het begin vande l6de eeuw een omwenteling binnen despirituele verhoudingen plaatsvond, dievoorafging aan de Reformatie van Lutheren Calvijn.

ZEVENTIENDE EEUW GEESTELIJK IN BE

WEGING GEZET

Wij kunnen constateren, dat in hetkader van de geschiedenis van het ontstaan van de Rozenkruisersbroederschap,de geschriften van Paracelsus, SebastianFranck, Caspar Schwenkfeld, David Joris,Jan Janszoon van Barrefeld, Michael Servet, Sebastian Castellio, Valentin Weigel,Giordano Bruno, Johannes Arndt enHeinrich Khunrath een veel grotere betekenis hebben dan tot nu toe is aangenomen. Zo kunnen wij ook begrijpen hoeTobias Hess, in wie de spirituele volheidvan de l6de eeuw vertegenwoordigd is, opdeze basis, als profeet en inspirator, del7de eeuw geestelijk in beweging heeft gezet. Wij weten dat Tobias Hess, vanaf1601, als praktiserend arts en alchemistvocht voor zijn nieuwe wereldvisie waarin hij de spirituele wereldgeschiedenisplaatste in de kracht van de Heilige Geest,de Trigonum Igneum Sancti Spiritus. Zoontstond, na de vele botsingen, in het begin van de l7de eeuw een nieuwe, gerijpte, spirituele transformatie. Daarin kwamhij tot een innerlijk schouwen dat hij inde zich toen vormende Tübinger Kringintroduceerde. Johann Valentin Andreaeen Christoph Besold komen daar later inzeer persoonlijke woorden op terug. Ookweten wij, dat hij zich in die jaren - de vele processtukken bewijzen het - een wegvocht naar spirituele autonomie. En wij

weten dat tussen 1607 en 1614 het ideaalbeeld van een Broederschap van het Heilige Rozenkruis vaste vorm begon tekrijgen in de kracht van het Tehuis SanctiSpiritus. In die stormachtige ontwikkeling moeten wij de betekenis van het optreden van Tobias Hess zien. Als despirituele erfgenaam heeft hij het mislukken van de Reformatie aan den lijve ondervonden door de opkomende krachtvan de Contra-Reformatie, waarin de Jezuï eten een zeer bedenkelijke rol hebbengespeeld. Denken wij in dit verband aande moord op Hendrik IV.

Vanaf 1610 begon de Fama Fraternitatis in manuscriptvorm te circuleren. Vanaf dat moment was de verspreiding nietmeer onder controle en na 1611-1612worden wij geconfronteerd met een omzich heen grijpen van een euforie van deRozenkruisersgedachte, die in de figuurvan Adam Haslmayr een eerste verkondiger vond. Hij schreef zijn antwoord aande Broederschap en zag deze tekst onderde bescherming van de Graaf von Anhaltin drukvorm verschijnen.

DE AXIOMATA VAN DE BROEDERSCHAP

Het stellen van de mysteriegestaltevan Vader-Broeder Christiaan Rozenkruiswas daarom een geniale en bezielde inspiratie. Daardoor ontstond er daadwerkelijk een verbinding met de geestelijkewereld en met haar vertegenwoordigersdie de volheid van Wijsheid konden vast-leggen. In de stichting van de Broederschap van het Heilige Rozenkruis kregende axiomata een Europees draagvlak:

le Niemand van hen zou een anderberoep uitoefenen dan zieken genezen, enwel kosteloos;

2e Niemand van hen zou vanwege deBroederschap genoodzaakt zijn een bepaald gewaad te dragen, maar zou zichnaar de gewoonten des lands voegen;

3e Telkenjare op de dag C, zou iedere

12

Page 15: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

z

St-..,

s,s~

Collegium Fraternicas, de tempel van de Fraternitas Rosae Crucis, Schweighardt, 1618. Linksbovenaan het jaar waarin de grafkelder van CRC werd geopend. Links van de deur staat de roos,rechts het kruis. De figuur links onderaan doet denken aan CRC zelf, zoals beschreven in de

Alchemische Bruiloft van Christiaan Rozenkruis.

Page 16: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

Broeder bij Sanctus Spiritus verschijnen,of de oorzaak van zijn wegblijven melden;

4e Iedere Broeder zou naar een waardig persoon uitzien, die hem na zijn doodzou kunnen opvolgen;

5e Het woord R.C. zou hun zegel,hun parool en hun inwezen zijn;

6e De Broederschap zou honderd jaargeheim blijven.

Deze wijsheidsaanzichten werden vastgelegd in de Fama Fraternitatis. Zij lagenverankerd in de broederkring van achtpersonen rond de stichter, Vader-BroederChristiaan Rozenkruis. De tekst van deFama Fraternitatis en van de andere Manifesten zorgde in de geschiedenis van Europa voor een spirituele omwenteling.Hiervoor was in de allereerste plaats Tobias Hess verantwoordelijk. Hij was despirituele vader binnen de kring, die verder bestond uit Johann Valentin Andreaeen Christoph Besold.

GEESTELIJKE REVOLUTIE OP EUROPESE SCHAAL

De Rozenkruisers Manifesten vertegenwoordigen in al hun eenvoud van taal,de munitie voor een geestelijke revolutieop Europese schaal. Door het beeld vanhaar stichter, Vader-Broeder ChristiaanRozenkruis, te kiezen en de door hembeschreven lotgevallen en reizen in dedestijds bekende landen en werelddelen -

Europa en Arabië - te beschrijven, stonddeze broederschap door haar axioma’s ineen geestelijke volheid. En deze manifesteerde zich als het Tehuis Sancti Spintus, het model voor een nieuwe wereld-broederschap.

En daarom vond op volstrekt natuurlijke wijze een interactie plaats tussen allepersonen die met de inhoud van de Manifesten kennis maakten en die in woord engeschrift reageerden op de oproep die inde Fama Fraternitatis en de Confessio Fraternitatis als een spirituele hervorming

aan alle standen en geleerden in Europabekend werd gemaakt.

Zoals wij de Rede over de MenselijkeWaardigheid van Pico della Minandola alshet Manifest der Renaissance kunnen beschouwen, zo kunnen wij de Manzfestenvan de stichter van de Rozenkruisersbroederschap als een opvolging zien die eenrevolte teweegbracht en waarvan de weerklank zo krachtig en massaal doorwerkte,dat de Broeders Tobias Hess, ChristophBesold en Johann Valentin Andreae ersprakeloos tegenover stonden.

OERGNOSIS OPENBAART ZICH IN EUROPA

En hiermee komen wij aan de kernvan ons betoog. Door middel van de geschriften waarin de mysterienaam Her-mes Trismegistos verankerd is, en diein de eerste eeuwen van de christelijkejaartelling een spirituele stroom vanuitAlexandrië in beweging brachten, ontstond bijna 1600 jaar later een geestelijkevolheid die zijn weergave vond in de Manifesten der Rozenkruisersbroederschap. Enin de mysterienaam Christiaan Rozen-kruis.

De gnosis van het begin van dechristelijke jaartelling openbaarde zich inde christelijke, de Egyptische, de Griekseen de joodse wijsheidsaanzichten en alsde hermetische filosofie, de gnostieke magie, de astrologie, de Kabbala, de alchemieen de mystiek van de Rozenkruisersbroederschap en haar Manifesten. Zo ontstondeen verzamelbekken, waarin al deze wij sheidsstromen samen kwamen in eenstuwmeer van Geestelijke Kracht, die aanhet begin van de l7de eeuw manifest werdin de Trigonum Igneum Sancti Spiritus.

Het Tehuis Sancti Spiritus, het Tehuisvan de Heilige Geest, werd vanaf dat moment in de mysterievolheid van VaderBroeder Christiaan Rozenknuis geplaatst alsde geestelijke haven voor de levende getuigen in de kracht van de Heilige Geest.

14

Page 17: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

Ex Deo NascimurIn Jesu MorimurPer Spiritum Sanctum Reviviscirnus

Haar wijsheidsaanzichten zijn verankerd in de Bijbel. In het boek van delevende God. Haar navolging werd verankerd in het Liber Mundi, het boek vande levende Natuur. Het woord dat vleesgeworden is.

De kracht van de levende Daad en devan haar uitgaande getuigenis, werd gevonden in het Liber T - het geestelijktestament der wedergeborenen in de Heilige Geest. Dit is het levende testamentvan Vader-Broeder Christiaan Rozen-kruis.

EUROPA STOND VOOR NIEUWE WEGEN

Zo wil ik in het kader van deze verhandeling over de geboorte van de Rozenkruisersbroederschap in Tübingen tot eenconclusie komen. Het Europa van die tijdbevond zich in een periode van dramatische, politieke en spirituele veranderingen - mogen wij het zo uitdrukken. Demaat was vol, de culturele samenlevingstond onder grote druk. Ja, populair gezegd, de zaak stond op barsten. En zoalshet altijd het geval is geweest in de geschiedenis, de wereld van de Geest, die dedrijvende kracht is binnen het menselijkebestel, zocht de Broederschap des Levens,door een geestelijke noodzaak gedreven,naar een mens met een profetische gesteldheid, die openstond voor het visioenvan een zeer gewenste en noodzakelijkelevensrevolte, en die mens was TobiasHess.

Door zijn grote persoonlijke talenten, had hij als jurist de menselijke rechtvaardigheid leren wantrouwen. De kwetsbare verhoudingen van het menselijkbestaan, ja, de aangeboren afhankelijkheid van gezondheid en van natuurlijke

processen hadden hem al zeer vroeg hetbelang getoond van de plaats die de artsals heelmeester dient in te nemen in hetleven. Daarin was Paracelsus zijn grotevoorbeeld.

De diepe verbondenheid met de Bijbel, die hij ervoer als het intieme dagboekwaarin God en de mens zelfstandig mogen schrijven, bracht hem tot de volkomen overtuiging, dat er een verbindingis die in de kracht van de levende geest dewerkelijke betekenis van het menszijnverklaart. Daarom was hij in de armenvan de Broederschap Christi veilig geborgen. En als kruisdrager en levende navolger was hij het door de BroederschapSancti Spiritus gekozen instrument. Inhem werd de volheid van het mysterie vande Christus openbaar, die in zijn kringvan twaalf discipelen het middelpunt entegelijkertijd de omtrek is. Daarom is dedertiende binnen een kring van twaalf altijd de mandaatdrager van de wereld vande Geest. Ook in dit verband onderzochtTobias Hess de aanwijzingen die in de Bijbel zijn vastgelegd door Mozes, Abraham,Henoch, Ezra, Elia, Johannes de Doperen Johannes de geliefde Discipel des Heren die de Apocalyps, het boek der Openbaringen, schrijft.

ALLE DINGEN ZIJN DOOR HETzELVE

GEMAAKT

In Genesis 1:1-3 lezen wij «In denbeginne schiep God de hemel en de aarde.De aarde was woest en ledig, en duisternis was op de afgrond; en de Geest Godszweefde op de wateren. En God zeide:Daar zij licht; en daar werd licht.» En inJohannes 1:1-5 staat: «In den beginne washet Woord, en het Woord was bij God, enhet Woord was God. Dit was in denbeginne bij God. Alle dingen zijn doorHetzelve gemaakt, en zonder Hetzelve isgeen ding gemaakt, dat gemaakt is. In

15

Page 18: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

Hetzelve was het leven, en het leven washet licht der mensen; en het licht schijntin de duisternis, en de duisternis heeft hetniet begrepen.» En in de Openbaring vanJohannes (1:8) lezen wij: «Ik ben de alfaen de omega, het begin en het einde, zegtde Heere, die is, en die was, en die komenzal, de Almachtige.»

In die aanwezigheid en volheid vanGeestkracht leefde en werkte TobiasHess. Wat hij als door een goddelijke ingeving ontving, overdacht hij en bewaarde hij in zijn hart. Maar in zijn volledigeovergave aan de goddelijke, vurig lichten-de Trigonum Igneum van de Vader, deZoon en de Heilige Geest herkende enbeleefde hij het eeuwigheidsverbond datstaat tussen eeuwigheid en tijd. Als eenlevende broeder in de keten van de Heilige Geest schouwde hij zo de tekenen vande tijd, maar dan als voortvloeiende uiteen volheid van geestelijke openbaringskracht die zich met kracht manifesteerde.En in die gemoedsgesteldheid voorzag enverwachtte hij de komst des Heren. In hetvuur en de stilte van deze geestkracht ontstonden de ivlanifesten der Rozenkruisersbroederschap, als de aankondiging van deGeest des Heren die eertijds als de Geestzweefde op de wateren. Die met de geboorte van de Christus, als het Woord, alsde Logos, vlees werd. En die in het Openbaringenboek verschijnt als hij die is, diewas en die komen zal.

Daarin was Tobias Hess de levendenavolger en kruisdrager binnen het mysterie dat God met de mensheid verbindt.Hijzelf was het spirituele prototype vanChristiaan Rozenkruis. Hij was de mensdie op die basis drager werd van de spirituele vlam, de Prima Materia, die eenzeer bijzondere, geestelijke, vurige driehoek voortbrengt:

Daarom werden de Manifesten geschreven met de pen van goddelijke inspiratie, gedoopt in de kracht van de zichopenbarende Geest en omvat door de

«In de mystieke vrijmetselarij is dedriehoek het basisbeginsel en het einddoel van alle bouw. In het esoterisch,gnostieke christendom wordt de driehoek voorgesteld door de drie kruisenop de heuvel Golgotha. In de wijsbegeerte van het Rozenkruis wordt hijaangeduid als de drie aanzichten vanhet ego: de goddelijke geest, de levens-geest en de menselijke geest. In demagische astrosofie vinden wij de vuur-driehoek getekend door Ariès, Leo enSagittarius, In het gnostieke planetarium zien wij de driehoek stralen alsUranus, Neptunus en Pluto, de driemachtige tekenen in Serpentarius enCygnus.Wij kennen de kosmische driehoek alsde aanzichten van Vader, Zoon enHeilige Geest, en de bovenkosmischedriehoek als de drie aanzichten van deLogos. En in de arbeid van de moderneSchool van het Gouden Rozenkruis, dieeertijds de directe voortzetting was vande mystieke vrijmetselarij, zien wijdezelfde driehoek verschijnen in deAquariuseis: goedheid, waarheid engerechtigheid.)>

De Roep der Rozenkruisers Broederschap,J. van Rijckenborgh, 3de druk 1985,p. 86, Rozekruis Pers.

GEEST - MERCURIUS

«Waarlijk, zijvormden despits van devurige driehoek,welks vlammenvan nu af aansteeds helderderzullen oplichtenen ongetwijfeldde laatstewereldbrandzullenontsteken.»

WATER - ZOUT BLOED - ZWAVEL

16

Page 19: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

levende en zichtbare werkelijkheid vanhet mysterie van de Goddelijke Liefde,die zich als de Zoon des mensen bewijst.Jesu Mihi Omnia.

In die opperste intimiteit ontstondhet geboorte-uur van de Broederschapvan het Heilige Rozenkruis en van haarmysterievader Broeder Christiaan Rozen-kruis. In die eenheid ontstond tussen debroeders een geestesband die niet metmenselijke maatstaven te meten valt. Indit licht kunnen wij het samenzijn van deeerste kring van Broeder-Rozenkruisersin de jaren tussen 1607 en 1614 verklaren:Tobias Hess (49), Christoph Besold (30)en Johann Valentin Andreae (21). Zijkwamen samen in de levende overschaduwing van de Heilige Geest: «Onder deschaduw uwer vleugelen, 0 Jehovah.»

Op deze basis vonden de gedachtewisselingen plaats waaruit de Manuscripten vande Fama Fraternitatis, de Confessio Fraternitatis en de Chymische Hochzeit desChristian Rosencreutz ontstonden.

DE GELEERDE WERELD VERLOOR EEN

OOG...

Zo kunnen wij vaststellen dat de Tübinger Kring, die zich in 1604 vormde alsde nieuw aangevangen periode van de Trigonum Igneum Sancti Spiritus, haar bekroning mocht vinden in de publikatievan de Man ifesten der Rozenkruisersbroederschap in de jaren 16144615-1616. Enhet is in die verbondenheid dat JohannValentin Andreae en Christoph Besold op24 november 1614, morgen precies 380jaar geleden, als de gezellen en broedersvan Tobias Hess afscheid namen van hunVader en Broeder in de Geest. Daaromwil ik deze voordracht verbinden met dewoorden van Johann Valentin Andreae:«Het was op 24 november van het jaar1614 dat Hess deze onreine wereld verlieten op weg is gegaan naar de langverhoopte hemel. In veel opzichten was het een

opmerkelijke dag, en voor velen een droevige, namelijk een dag waarop de aardeeen van haar gasten verloor, Duitslandeen van haar sterren, Tübingen een sieraad, de vorsten een object van genot, denatuur een uitlegger, de godsdienstigheideen herkenbaar gezicht, de zielen bijstand, de geleerde wereld een oog, de goede mensen een wachttoren, en bovenalhet Christelijk Lichaam een edel en opmerkelijk lidmaat, of tenminste was hetzo dat deze dit zeldzame deposito vanChristus aan de eigenaar terug gaf, datmen, nu hij er niet meer was, meer naarhem verlangde dan ooit, toen hij er nogwel was, en het leek of men hem nu veelminder kon missen, hoe nutteloos die gedachte ook was. Hijzelf berust nu in alles(eens was hij hiervan het symbool) en hijverheerlijkte het Elohim boven Israëlsgrenzen. Intussen verdeelde hij zijn bezittingen met graagte aan zijn erven: aan dehemel zijn ziel, aan de aarde zijn lichaam,aan de goede mensen zijn voorbeeld, aande slechte schaamtegevoel, aan de wereldzijn roem en aan het nageslacht zijn getuigenis».

J.R. RitmanBibliotheca Philosophica Hermetica

17

Page 20: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

JOHANN VALENTIN ANDREAE GEÏ NSPIREERDDOOR DE ROZENKRUISERS

Het midden-paneel van hetkabbalistischdrieluik te BadTeinach,Duitsland, 1673.

HET THEMA VAN MIJN LEZING GAAT OVER DE

ROZENKRUISERS VAN DE T7DE EEUW, GEZIEN

DOOR IEMAND DIE THANS MET DE IDEEËN VAN

DE ROZENKRUISERS VERBONDEN IS EN DIE ER

NAAR STREEFT OM DIE IDEEëN TE REALISE

REN. DOOR DIT UITGANGSPUNT WORDEN

UITERAARD ANDERE ACCENTEN GELEGD DAN

ZUIVER HISTORISCHE. U MOET MIJN LEZING

DAN OOK NIET STRENG WETENSCHAPPELIJK

BENADEREN, MAAR VEELEER ALS EEN BE

SCHOUWING DOOR EEN MENS VAN ONZE TIJD.

IK VERZOEK U DAARMEE REKENING TE HOU

DEN.

1~V’I ijn woonplaats is Calw, het stadje,waar Johann Valentin Andreae woondeen werkte van 1620 tot en met 1638,tijdens de Dertigjarige Oorlog. Wat is ernog over dat aan hem doet denken? Erstaat in Calw een Andreaehuis dat eigendom is van de evangelische kerk. Hetwapen van Andreae is te zien in de Nicolaaskapel op de Nagoldbrug en op veleandere plaatsen in de stad. Op de Wim-berg in Caiw bevindt zich een conferentie-oord van het Lectorium Rosicrucianum,het Christian Rosenkreuzheim.

Dicht bij Caiw, in Bad Teinach, staatde DrieVuldigheidskerk van Bad Teinachmet het zo bijzondere barokaltaar datdoor prinses Antonia von Württemberggeschonken werd. Op een van de panelenis de Universele Leer met kabbalistischetekens en Rozenkruiserssymbolen uitgebeeld. Over dit paneel schrijft Ernst Harnischfaeger in zijn boek «De mystiektijdens de barok»: «Er waren drie mensenuit de kring rond prinses Antonia dienauw betrokken waren bij de totstandkoming van dit paneel {.. .1 Zij ontvingenonder andere ook haar steun voor hunpublikaties.»

Deze drie waren M. Johann Stroelin,Johannes Laurentius Schmidlin en meerop de achtergrond, maar wel doorslaggevend, de hofprediker Johann ValentinAndreae. Zowel Andreae als Stroelinghebben het schilderij niet gereed gezien.Hofschilder Johann Friedrich Gruber, inonze tijd een volkomen onbekende, ontving de opdracht het paneel te vervaardigen. In 1673, op de 5øste verjaardag vande prinses, werd het altaarstuk in de nieuwe kerk te Bad Teinach geplaatst. De opdracht kwam dus van de prinses. Tevensverlangde zij dat haar hart achter dit paneel zou worden bijgezet.

Het gebied rond Calw, Stuttgart enTübingen dat heden deel uitmaakt vanBaden Württemberg, is sterk verbondenmet de geschiedenis van het Rozenkruis inde l7de eeuw. Alle plaatsen waar JohannValentin Andreae heeft gewerkt liggenniet ver van elkaar. Tübingen, Vaihingenaan de Enz, Stuttgart en Bebenhausen zijnnu gemakkelijk vanuit Calw bereikbaar.In deze stadjes woonden Andreae en deleden van de zogenoemde Tübinger Kring.

De tien Sephiroth of uitvloeiingen van hetgoddelijke licht in de mens. De drie bovensteSephiroth staan rond het symbool van deeeuwigheid: cirkel, driehoek en vierkant. Hetpaneel verbeeldt de gnostieke gedachte datGod in tien emanaties afdaalt tot de mens omdeze te redden en terug te voeren naar ZijnRijk. Aan de poort staat de pelgrim, getooidmet hoop en liefde. Zij biedt haar vurig brandend hart aan om de weg van onderen op tekunnen gaan.

18

Page 21: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

4”

t 1~-

t~:•-4.~

•1~,

--

,~:

-~,

.,

‘tçs’

.4.’

•‘

fl1’

¶Ii

It. t.’.:,

,1

•1,~

,~,,t

1~a~?

.

,1

ma “t

‘4,

t-

/

~JWm-t

~frt?

I\__~

-.t

-

•.

~.~;;:—

•-.~

t

w.~_u:

...Jgkr.

1’t’

t.-1 -

t•:~

.t.t

1J~

Page 22: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

Daar ontstonden de klassieke geschriftender Rozenkruisers.

Caiw werd tijdens de DertigjarigeOorlog vernield. Via mondelinge overlevering doet het verhaal de ronde datAndreae met enkele getrouwen, na degrote beproevingen die de stad troffen, deWimberg beklom. Daar bad hij God omde stad te bewaren voor verder onheil.Het is merkwaardig dat zich op dezeWimberg thans het Christian Rosenkreuz-Heim bevindt. Hier komen maandelijks 500 tot 600 mensen bijeen om metelkaar de wijsbegeerte van het Rozenkruiste bestuderen. Zij bezinnen zich op debestemming van de mens en zij trachtenhun levenshouding aan dit doel te conformeren. In dit bestek rijst natuurlijk devraag: «Wat was het doel van de mannendie de Rozenkruisersgedachten in de l7deeeuw formuleerden en verbreidden? Wilden zij alleen de kerk reformeren of gingen hun doelstellingen verder?»

Als u het boek van Andreae, «De Al-chemische Bruiloft van C.R.C.» en de andere Rozenkruisersgeschriften leest en ulaat de inhoud op u inwerken, dan krijgtu de indruk dat hun doelstellingen weldegelijk verder en dieper gingen.

HOGERE AANZICHTEN VAN DE MENS

WORDEN TOT LEVEN GEWEKT

Nemen wij «De Alchemische Bruiloftvan C.R.C.» als voorbeeld. Daarin wordtverhaald hoe Christiaan Rosenkruis zichop de avond voor Pasen in nederig gebedvoorbereidt op het komende feest. Hij beleeft iets dat geheel buiten de normale menselijke ervaringen valt en daarmee begintde «Alchemische Bruiloft».

Hij ondergaat diverse beproevingenen wordt geconfronteerd metwonderbaarlijke dingen. Aan het einde worden denieuwe koning en koningin, de gepersonifieerde aanzichten van de hogere mens,tot leven gewekt. Tot het eeuwige leven?

Of een nieuw schepsel uit God?Aan het einde van zijn inwijdingsweg

moet Christiaan Rosenkruis de toegangspoort bereikt hebben. Hij moet het gebied van de mysteriën weer verlaten nadathem daarin een blik werd vergund, omdathij heeft mogen meewerken aan de totstandkoming van iets onsterfelijks. Opdit punt bestaat een bepaalde overeenstemming met het paneel van prinses Antonia. De prinses staat zelf op het schilderij afgebeeld. Zij bevindt zich bij eenpoort, waarachter Gods bemoeienis metwereld en mensheid in een groot tableauis geschilderd. De afbeelding volgt dekabbalistische gedachtenwereld. Er zijnfiguren uit het Oude en het NieuweTestament. Onder andere uit de Openbaring van Johannes. Het gaat hier dusom een christelijke interpretatie van dekabbala.

HET ALTAARPANEEL TE BAD TEINACH

Het paneel toont een grote tempelmet boven op de koepel het monogramvan de prinses, dat tevens als het monogram van Andreae beschouwd wordt.Daaromheen zweven de vierentwintigoudsten. Onder hen bevinden zich dedrie goddelijke principes: Vader, Zoon enHeilige Geest. Temidden van deze figuurstaat een symbool dat ook in het Lectorium Rosicrucianum een centrale plaatsinneemt. Het bestaat uit een cirkel, eendriehoek en een vierkant in één. Overigens heeft Jan van Rijckenborgh, deGrootmeester van het Lectorium Rosicrucianum, dit paneel in Bad Teinach nooitgezien...

Verder ziet u de jonkvrouw met hetkind - symbool van de liefde - en depelikaan die zijn jongen voedt met zijnhartebloed. A~ron staat achter het reukaltaar. Links van hem ziet u de ijzerenstang met daaromheen de slang. Rechtsde gekruisigde Christus. Verder zijn de

20

Page 23: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

«G~eloof me», had vader ii~ zijnlaatste levensjaren dikwijls gezegd,«als ik je vertel dat het jaar van jouwgeboorte, Antonia, een jaar van groteverwachtingen was. In februari vandat jaar 1613 beleefden wij het belangr~jkste huwelijk van onze tijd, degrootste hoop voor Reformatoren,Lutheranen en Calvinisten: Elisabeth,dochter van Jacobus 1 van Engeland,werd gravin van de Paits, als echtgenote van Frederik V van de Paits.Engeland dat zich van de Paus en dekatholieke kerk had losgemaakt, gingeen verbond aan met de leider vanonze Duitse liga van Protestanten.Het evenwicht tussen Protestanten enKatholieken was tot stand gekomen

Vader sprak ook over de uitgeverTheodore de Bry, «want deze hadRobert Fludds geschriften over demakrokosmos en de mikrokosmosgepubliceerd en zo de geheimeEngelse filosofie - en dus ook JohnDee - voor de Duitsers toegankelijkgemaakt [...]. Een morgenrood inopgang - en jij bent in de stralen vandeze opgaande zon geboren. Welkeen boekenschat uit die jaren staatnog in onze bibliotheek! Later zul jedaarin lezen en je zult daaraan ontlenen wat een rechtgeaard christenkan helpen. Het Planetenboek vanSebastian Breuer toont het verbandtussen de planeten en de organen inhet menselijk lichaam, hun functies,het lot van de mens en de groei derplanten. Conrad Kunrathi spreekt jnzijn Destillierbuch over alcbemie, inverband met de formules en inwijdingswegen van de Rozenkruisers dieons door Johann Valentin Andreaewerden verklaard. Ook die geschriften staan in deze boekenkasten. Lees

later ook zijn Fama en de ConfessioFraternitatis, lees over Christianopolisen vergeet de Alcheinische Bruiloft vanChristiaan Rozenkruis niet [...J ookParacelsus niet! [...) Een kring vanverlichte geesten had hij (Andreae)met zijn invitatio fraternitatis Christiaangeschreven en rond zich verzameld. Wilhelm Schickart, deStraatsburger Matthias Bernegger, Johannes Kepler in Linz en Daniel Schwenterbehoorden tot degenen die meededentoen hij ongeveer veertig jaren geledende christelijke Unie oprichtte.

‘Ik had die opwindende discussiesrond de Fama fraternitatis en het onzichtbare college van het Rozenkruisachter mij gelaten’, zei Andreae. ‘Deweerklank - ook bij belangrijke mensen - was zeker verrassend groot geweest. In Engeland hadden Fludd enBacon hun geschriften daarop gebaseerd. En Amos Comenius had in Bohemen gehoor gegeven aan mijngedachten; maar had Haselmayer nietom diezelfde reden bij de Jezuï etengevangen gezeten! 0, doorluchtigejonkvrouwe, Minerva van Württemberg had hij er met een vluchtiglachje aan toegevoegd, ‘in onze wereldis het bijna niet meer mogelijk om deweg naar de waarheid bekend temaken [...]

Sedertdien zijn vier jaren voorbijgegaan. Vier jaren waarin ik God hebgezocht, waarin ik zijn waarheid hebgezocht in de wijsheid van de mensenwereld, Heb ik het «spel» van Andreae goed gespeeld? Bloeien in mijnhart de rozen op het kruis?»

Uit Antonia, een novelle over het leven vanPrinses Antonia von Württemberg die de Lehrtafel van Bad Teinach heeft laten maken. ErnstHarnischfeger, Urachhaus, 1981.

21

Page 24: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

grote en de kleine Profeten uit het OudeTestament en de vier Evangelisten uit hetNieuwe Testament afgebeeld. De profeetJesaja heeft in deze afbeelding het gezichtvan Andreae gekregen. Hij houdt in zijnlinkerhand een kroon en in zijn rechterhand een gouden beker. Op zijn schootligt een boekrol met daarop een laurierkrans. Onder op het schilderij is een grotecirkel van twaalf mannen afgebeeld. Deopgestane Christus staat in hun midden.Bij ieder van deze figuren hoort een dier,een plant en een mineraal. Zij verbeeldende twaalf stammen van Israël. In overdrachtelijke zin kunnen zij ook gezienworden als de twaalf Apostelen uit hetNieuwe Testament. Men zou kunnen zeggen dat hier Gods Reddingsplan en de natuur elkaar ontmoeten, waardoor denoodzakelijke transformatie van de natuur naar een hoger plan, doorgang kanvinden.

Het symbool van de cirkel van dertien personen is ook bij Goethe te vinden. In zijn gedicht «Geheimen», wordtin dit verband het Rozenkruis genoemd.Hetzelfde symbool komt voor in deGraallegenden over koning Arthur ende twaalf ridders van de tafelronde. Ditsymbool staat altijd in verband met hetgoddelijke reddingsplan voor wereld enmensheid. Of met een groep die aan ditPlan wil beantwoorden. Dat wil zeggenmet de Christuskracht die de bindingtussen de wereld en de goddelijke wereldheeft hersteld, zodat de mens daarin kanopgaan. Opvallend is, dat in de cirkelvan de natuur in welks midden Christusstaat afgebeeld, niet alleen de mens mettwaalf aspecten is weergegeven, maar datook het dierenrijk, het plantenrijk en hetmineralenrijk in dit heilsfeit zijn opgenomen. Als men dat allemaal op zichlaat inwerken, kan men concluderen dathier is aangegeven dat de gehele natuurzal worden verlost. Dezelfde elementenzijn ook - zeer gedetailleerd - door Ru-

dolf Steiner en Max Heindel behandeld.De prinses heeft in haar linkerhand

een anker en in haar rechterhand eenvlammend hart. Naast haar staat een lam.Zij aanschouwt het goddelijk reddingsplan vol geloof, hoop en liefde. En zijnadert het geheel en al alleen. OokC.R.C. wordt in de «Alchemische bruiloft» individueel uitgenodigd. Hij ontmoet weliswaar anderen die zich eveneens op weg bevinden, maar ieder vanhen moet zijn eigen beproevingen doorstaan en zijn geschiktheid als individu bewijzen. Dat schijnt een van de wezenlijkeboodschappen te zijn die zowel in het literaire kunstwerk als in het schilderij worden overgedragen. Ieder mens moet zichals individu, vanuit zijn eigen innerlijk,toewenden naar zijn hogere bestemming.

Op zijn weg ontmoet hij metgezellen, maar ook dan moet hij zich als individu bewijzen.

Dezelfde situatie zien wij aan het begin van het boekje «Christianopolis» vanAndreae. De pelgrim lijdt schipbreuk inzijn leven en spoelt als enige aan op heteiland Caphar Salama. Daar moet hij beproevingen doorstaan, voordat hij zich indeze nieuwe wereld kan laten binnen-leiden.

HET CONCEPT VAN DE ROZENKRUISERS

De Rozenkruisers zeggen dat de mensdoor God wordt geroepen om volmaaktte worden en de natuur te verlaten, zodathij zijn «waarde en adeldom leert kennen» zoals de «Fama Fraternitatis» hetuitdrukt. De mens moet leren waarom hijeen «wereld in het klein» is. Langs dezeweg wordt de mens dan naar de volgendetrede van zijn ontwikkeling geleid. Moeten wij het wellicht zo zien, dat deChristus het voor de mensheid mogelijkheeft gemaakt om deze hogere trap vanontwikkeling te betreden? Er is hier eerder reeds gesproken over hogere ver-

22

Page 25: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

mogens in de mens die misschien nog opontwikkeling wachten. De nieuwe dimensie bevindt zich echter niet in de materiële wereld. In de geschriften van deRozenkruisers - en in de eerste plaats in»De Alchemische Bruiloft» - wordt aangetoond dat deze dimensie van heel bijzondere aard is. Men denke hierbij ookaan «de onbekende helft der wereld» enaan «de wonderen der natuur» waaroverde «Fama Fraternitatis» spreekt.

In andere lezingen werd reeds opgemerkt dat in de oude geschriften van deRozenkruisers een hang naar ontvluchting van de wereld aanwezig is. Ook inonze tijd is er in brede kring een strevennaar contacten met andere levens en informatiebronnen. Daarbij wordt dan dewereld waarin wij leven vaak uit het oogverloren. Wat vroeger voor enkelen gold,komt nu bij velen voor. Het gaat hier omhet verlangen om aan de grenzen van dematerie te ontkomen. Wij hoeven slechtste denken aan ervaringen onder invloedvan verdovende middelen. Of aan oosterse praktijken met geforceerde meditatie.Of aan het ononderbroken opzeggen vanmantra’s. Tracht men zo spirituele ervaringen te verkrijgen? In veel gevallen leidthet toch tot abnormaal gedrag!

In de psychoanalyse duidt men demogelijkheden en informatie die de mensvanuit de ijlere gebieden ter beschikkingstaan, aan als het «collectief onbewuste»en als de «archetypen van het menselijkbewustzijn». Deze begrippen zijn doorC.G. Jung ontwikkeld en worden thansook in wetenschappelijke kringen gehanteerd. Maar is dit de weg die de mensheidnaar de door God gewenste toekomst kanleiden? Kan het collectief onbewuste eenwaarachtige voortgang van het bewustzijn tot stand brengen?

Voedt de mens zich dan niet met datgene wat al is gebeurd en wat reeds aanwezig is in de natuur en tot die natuurbehoort?

In dit verband spreekt men tegenwoordig ook over morfogenetische velden die de mensen beï nvloeden en dieook doelbewust kunnen worden opgeroepen. Men bewijst hun bestaan aan dehand van nieuwe gedragspatronen, uitvindingen en ideeën die op uiteenlopendeplaatsen tegelijkertijd naar voren komen.

Is dit het niveau van de weg naar hoger leven waarover «De AlchemischeBruiloft» spreekt? Het lijkt erop dat demorfogenetische velden toch ook nog totde bekende natuur behoren. Wat de geschriften van de Rozenkruisers ons duidelijk willen maken, is echter een weg voorde individuele mens. Een weg die voertnaar een totaal andere natuur! Men zoutegenover het «collectief onbewuste» het«individuele bovenbewustzij n» van deRozenkruisers kunnen plaatsen. Eenstaat-van-zijn die individueel moet worden verworven.

HEBBEN DE ROzENKRUISERS HUN DOEL

BEREIKT?

Was dit «individuele bovenbewustzij n» het doel van de Rozenkruisers? Wilden zij daarmee de wereld hervormen? Indat geval kan men niet zeggen dat zij dewereld ontvluchten! En als dat hun doelzou zijn, hebben zij dat doel dan bereikt?Bestaat er dan ook een nieuw, morfogenetisch levensveld met een bovennatuurlijkedimensie? Een veld, waarmee die menszich kan verbinden, die aan de eisen vandat veld voldoet? Bestaat in dat gebiedook het huis «Sancti Spiritus», zoals hetin de «Fama Fraternitatis» genoemdwordt?

Wie met een ontvankelijk bewustzijnde geschriften van de klassieke Rozenkruisers leest of citeert, kan daarin vaakde bevestiging vinden dat een dergelijknieuw levensveld bestaat. Het is dan eenervaring die zich niet naar de normen vanhet natuurlijke leven laat verklaren. Als

23

Page 26: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

men deze gedachte verder volgt, rijst onvermijdelijk de vraag of een dergelijk veldgevormd wordt door voorlopers van demensheid? Zijn het misschien impulsenuit dit veld geweest die bijna vier eeuwenlang velen hebben aangespoord om deRozenkruisers te zoeken en hun werk teonderzoeken? Als het scheppen van zo’ninvloedrijk veld het eerste doel van del7de eeuwse Rozenkruisers was, kondenzij zich daarna weer terugtrekken in deanonimiteit. Want zij wisten dan zekerdat het door hen geprepareerde veld, het«Tehuis Sanctus Spiritus», niet vernietigdkon worden en dat het zijn invloed op dekomende generaties zou blijven uitoefenen. Dit zou onder andere verklarenwaarom al diegenen, die na de publikatievan de «Manifesten» contact zochten metde Rozenkruisers, daarin niet zijn geslaagd. En de meest fantastische verklaringen waren het resultaat.

WAAROM DE MENSEN ALTIJD HEBBEN

GEZOCHT

Heeft deze impuls misschien ook totdit symposium geï nspireerd?

En velen van ons gestimuleerd om jaren van ons leven te steken in een onderzoek dat ons niet meer loslaat? Als wijdeze veronderstelling als hypothese accepteren, kunnen wij verklaren waaromde mensen altijd hebben gezocht naar hetbovennatuurlijke. En waarom zij dat ooknu doen!

Hadden de l7de eeuwse Rozenkruisers misschien de bedoeling de mensheidvast te laten wennen aan het idee van eenbevrijde broederschap die één fase van hetchristen-zijn heeft gerealiseerd? Om in de«De Alchemische Bruiloft» een weg tewijzen die ook anderen naar zo’n bevrijdend levensveld kan voeren? Zou dat zozijn, dan zouden zij hun doel geheel bereikt hebben. Want vanaf de l7de eeuwtot op dit moment hebben de ideeën van

de Rozenkruisers de zoeker gefascineerd.Als dit bovennatuurlijke veld een feit is,worden ook de woorden aan het slot vande «Fama Fraternitatis» duidelijk: «Ookzal ons gebouw, al zouden honderdduizend mensen het van nabij gezien hebben, in eeuwigheid onberoerd, onvernietigd, onzichtbaar en volkomen verborgenblijven voor de goddeloze wereld.»

NOG ONVERKLAARDE VERANDERINGEN

Nu zou ik nog willen ingaan op deveranderingen bij Besold, waarover hierreeds eerder werd gesproken. U weet datGoethe in zijn «Faust» het begrip van de«twee zielen in één borst» heeft geï ntroduceerd. Zou het mogelijk zijn geweestdat ook Besold twee zielen in zijn borstkende? Dat hij tot op een bepaald moment door een religieus idealisme was bezield, en dat dit op een ander momentmoest wijken voor het egocentrisch pragmatisme dat eveneens deel van zijn karakter was?

Met betrekking tot de veranderingvan Andreae kan men inderdaad beterover «aanpassing» spreken. Andreae wektde indruk dat hij zijn innerlijke overtuiging nooit heeft losgelaten. Hij reageerdesteeds ontwijkend, speelde met woordenen probeerde - waar dat mogelijk was -

geen uitspraken te doen die zijn innerlijkeovertuiging tegenspraken. In Amsterdamis indertijd gezegd: «Men heeft Andreaenooit correct kunnen plaatsen.»

H. AlbertIntendant Christian RosenkreuzHeim, Calw.

24

Page 27: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

J. VAN RIJCKENBORGH - MODERN ROZENKRUISEREN HERMETISCH GNOSTICUS

DIT SYMPOSIUM «DIE ROSENKREUZER ALS

EUROP~ISCHES PH~NOMEN IM 17. JAHR

HUNDERT» ZOU ONMIDDELLIJK KUNNEN

WORDEN VERVOLGD DOOR DIT BIJZONDERE

VERSCHIJNSEL TE TRACEREN TOT IN HET JAAR

‘994.

I~ riehonderd en tachtig jaren na hetverschijnen van de Fama (1614), nu bijnavier eeuwen later, is dit fenomeen nogeven actueel. Zodanig zelfs, dat er in deafgelopen eeuwen tot op heden honderden Rozenkruisersbewegingen zijn ont-~staan - en ook weer verdwenen - en er totop heden duizenden geschriften over deBroederschap zijn blijven verschijnen.

Dat de ideeën en bedoelingen van deBroederschap vaak ook op bedenkelijkewijze werden overgenomen en toegepast,is bekend. Dat doet echter niets af aan debonafide groepen die hebben gemeend deware bedoelingen van de Broederschap tehebben begrepen en die deze - al of nietpubliekelijk - hebben uitgedragen. Hoedan ook, deze ogenschijnlijk geheimzinnige impuls heeft onloochenbaar doorgewerkt tot op onze dag. Van de Manifestenvan de Rozenkruisers Broederschap gaatnog steeds een grote geestelijke inspiratieuit. Daarom kan men er ook niet omheen dat hun uitstraling tot in onze tijdbonafide navolgers kent in de moderneRozenkruisers. Er is thans nog steeds hetbestaan van een aantal bekende Rozenkruisers-stromingen, met daarnaast helaasvele sekte-achtige groeperingen die onafhankelijk van elkaar over de hele wereldverspreid zijn en die de naam Rozenkruis

op de een of andere wijze in hun vaandelvoeren.

Het zal iedere serieuze zoeker duidelijk zijn, dat de bedoelingen van de klassieke Broederschap van het Rozenkruisniets te maken hebben met de vele vormen van charlatanerie die eveneens reedsvier eeuwen in de schaduw van het Rozenkruis existeren.

Wat de min of meer bekende Rozenkruisersstromingen van nu betreft, willenwij ons bepalen bij het Lectorium Rosicrucianum, de Internationale School vanhet Gouden Rozenkruis. En wij richtenonze aandacht met name op Jan van Rijckenborgh, de stichter van deze School.Van Rijckenborgh willen wij een moderne Rozenkruiser en hermetisch Gnosticusnoemen. Hij stond in zijn werk en in zijnleringen zeer dicht bij de bedoelingen vande oude Broederschap van het Rozenkruis.En is daaraan trouw gebleven. Inmiddelskrijgt Van Rijckenborgh ook buiten eigenkring steeds meer bekendheid. Dat geschiedt mede door de omvang van zijn belangrijke oeuvre. Er zijn op dit momentreeds een veertigtal titels van zijn hand verschenen. Dat is slechts een deel van zijnwerk. Vele duizenden lezingen en toespraken die hij voor zijn leerlingen heeft gehouden, zijn niet of nog niet in druk verschenen.

Wij menen in dit symposium het lichtte mogen laten schijnen op deze markantefiguur, omdat hij zich in al zijn geschriften en leringen en in zijn wijsbegeerte altijd heeft gebaseerd op de inhoud van deManifesten van de Broederschap en op debedoelingen die daarin zijn vastgelegd.

25

Page 28: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

•‘~ç~

/:•(~

4

1~/

‘1

Page 29: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

Jan van Rijckenborgh werd in 1896 inHaarlem, Nederland, geboren in eenstreng Hervormde familie. In 1968 is hijin Santpoort, vlak bij Haarlem, gestorven. Als jongeman reeds toonde hij grotebelangstelling voor godsdienstzaken. Vooral voor de toepassing van godsdienst in hetdagelijks leven. Dus, voor de levenspraktijk. De schijnheiligheid en onwaarachtigheid van zovelen om hem heen - van hetzondags vroom zijn, maar door de weekzonder scrupules leven, waarbij men denaaste bedroog en men zich met achterklapen roddel bezig hield - maar ook de groteleegte die hij bij vele theologen van zijn tijdconstateerde, dat alles deed hem tenslottevan de kerk vervreemden.

REALISTISCHE THEOLOGIE VAN DE HARTOG

Er was echter één theoloog, prof. dr.A.H. de Hartog (1869-1938), die in hetkerkelijk Nederland van die jaren metzijn denkbeelden ver buiten de gangbareorthodoxie trad. Hij had een duidelijkeinvloed op Van Rijckenborgh. De Hartogintroduceerde in die dagen een Realistische Theologie. Gelovend in de realiteit,wilde hij de werkelijkheid onder ogenzien. Hij legde de nadruk op een redelijkgeloof en een redelijke eredienst en baseerde zich daarbij onder andere op Rom.12:1. Daarin wordt gezegd dat het nieuweleven de ware offerande is. De Hartog waseen vurig spreker die het hart van demensen wist te raken. Overal in Nederland waar hij preekte, zat de kerk stampvol. En ook Van Rijckenborgh bevondzich onder zijn gehoor. Menigmaal tradDe Hartog in dialoog met de leiders vande arbeiderspartij van die dagen. Hijstond bekend als een vrijzinnig predikerdie met zijn gedachten een breed terrein bestreek. Hij was ook een van demede-oprichters van de InternationaleSchool voor Wijsbegeerte te Amersfoort,een instituut dat zich richtte op verge

lijkende studies van godsdienst en cul- j. van

tuur. Rijckenborgh

Al deze zaken spraken de jonge VanRijckenborgh sterk aan, omdat hij intenszocht naar de geestelijke diepte van hetmenselijk bestaan. Op zijn beurt stondDe Hartog enigermate onder invloed vande filosoof Eduard von Hartmann (1842-1906), de schrijver van Philosophie des Unbewussten. De Hartog ontleende daaraanhet inzicht dat er een werkelijkheid buiten de mens bestaat die kenbaar is voordie mens. Dus een realiteit. Maar de menselijke voorstelling van die werkelijkheidvalt niet met die werkelijkheid samen. DeHartog meende dan ook dat achter hetwaarneembaar bestaande een «oergrond»ligt. Een Oerkracht achter al het bestaande. 06k in de menselijke geest. 1)

Deze gedachte grijpt via Schelling(Uber das Wesen der menschlichen Freiheit,1809) terug op de «Ungrund» van JacobBoehme. Ook voor hem toonde De Hartog grote belangstelling, gezien het boekjeUren met Boehme waarin hij een selectiehad gemaakt uit een keur van Boehmeswerken.2) Zo maakte Van Rijckenborgh

kennis met de twee natuurorden vanBoehme (Aurora). Later, in de jaren dertig, zou hij zelf een Nederlandse vertalingvan Aurora verzorgen en uitgeven. 3) Inde inleiding van deze uitgave schrijft hij:«In Uren met Boehme van wijlen professorDe Hartog zien wij bijvoorbeeld Boehmeverschijnen als de filosoof bij Gods genade. Doch angstvallig wordt er voor ge-waakt de diepste grond van Boehmesgedachten, de esoterie, aan te duiden. Zois het met vele anderen. En toch zijn wijdankbaar dat - zij het geschonden - Boehmes naam is doorgegeven als die van eenfilosoof par excellence. Waaruit is dezeliefde te verklaren, zo kan men vragen.Wij menen uit de magische kracht vanBoehmes onwankelbare geloof, dat z6spreekt van een onmetelijk weten en vaneen wonderbaarlijke verzekerdheid, dat

27

Page 30: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

het de ongetelden vermag te grijpen. Wijweten en getuigen, dat het hier de geloofskracht geldt die opwelt uit de onvergankelijke bron van het esoterisch christendom.Daarom bieden wij hier een vertaling vanBoehmes meesterwerk Aurora ofmorgen-rood in opgang aan. In de overtuiging, dateen nieuwe golf van belangstelling zal oprijzen. Doch nu stromende in de richting vanBoehmes geest- en zieleverwanten die zijnwijsheid, in een modern kleed gestoken,andermaal aan de wereld aanbieden omniet.»

DE WERELD IS EEN HUIS VAN DUISTERNIS

GEWORDEN...

Bij Boehme vindt hij de leer van detwee natuurorden bevestigd zoals deze inAurora beschreven is. Getuige het volgende citaat: «Het gehele huis dezer wereld,dat in het zichtbare en begrijpelijke wezen staat, is het huis van God, of het oudelichaam, hetgeen voor de tijd van detoom in hemelse klaarheid gestaan heeft.Toen echter de duivel daarin de toomheeft aangestoken, is het een huis vanduisternis en dood geworden. Daaromheeft zich dan ook de heilige geboorteGods als een afzonderlijk lichaam van detoom afgescheiden en het beste deel vande Hemel tussen liefde en toom geplaatst,zodat de geboorte van de sterren zich inhet midden bevindt. Maar zo, dat hunbuitenste vorm in de toom van de doodstaat; en met de daarin opgaande geboorte, welke in het midden zetelt, waar de hemel is afgesloten, bevindt zij zich in dezachtmoedigheid van het leven. De zachtmoedigheid goift tegen de toom en detoom tegen de zachtmoedigheid en zovormen zij twee verschillende rijken inhetzelfde lichaam der wereld...

De hemel werd afgesloten opdat hetnieuwe leven alle krachten en werkingzou hebben, als het oude eenmaal v66rde tijd des toorns bezeten had, en opdat

het met de zuivere Godheid buiten dezewereld van een zelfde kwaliteit zou zijnen met de Godheid buiten deze wereldéén heilige God zou wezen.» (Aurora, Nederlandse uitgave Hora Est, blz. 306 e.v.).

GNOSTIEKE GEDACHTE DIE EEUWEN

OVERSPANT

Jacob Boehme is hier de pure gnosticus, waarom hij dan ook zijn leven langvervolgd werd. Maar Van Rij ckenborghherkent de universele gnostieke gedachtedie eeuwen overspant. Hij heeft haar teruggevonden in talloze brokstukken dienog zijn overgebleven. In de geschriftenen preken van De Hartog kwam de stellige overtuiging naar voren dat wedergeboorte noodzakelijk is. Pas de herborenmens kon de werkelijkheid in het juistelicht zien. Het begrip «Openbaring» werdeveneens een kernpunt in De Hartogs theologie. Het goddelijk Woord, de Logos, wasvolgens De Hartog in drie vormen werkzaam: als scheppend Woord, als mens-geworden Woord in Christus en als schriftgeworden Woord in de Bijbel. De Hartogvoelde zich verbonden met de middeleeuwse groep van «Godsvrienden>~ die zich nietaan kerkelijke grenzen stoorde. Openbaring, het binnendringen van de eeuwigheidin de tijd, het Vlees-geworden Woord, Logos, duidt op de noodzaak van wedergeboorte. Of, zoals Jacob Boehme zei:

«Wie tijd geworden is als eeuwigheiden eeuwigheid als tijd,hij is bevrijd van alle strijd.»

«Wie niet sterft eer hij sterft,hij verderft, als hij sterft.»

~Gottesfreunden» waren o.a. JohannesRuusbroec, Johannes Tauler, Heinrich Suso,Rullmann Merswin, Vom Oberland enEckhart. De geheimzinnige Vom Oberland enzijn navolgers worden door sommigen wel alsde voorlopers van de Rozenkruisers gezien.

en:

28

Page 31: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

Deze en vele andere inzichten van DeHartog spraken van Rijckenborgh sterkaan. Zo ook het dikwijls door De Hartoggeciteerde woord van Angelus Silesius(pseudoniem voor Johannes Scheffier,1624-1677):

«Al was Christus duizendmaal inBethlehem geboren,en niet in uwe ziel,zo waart ge toch verloren. »

GRONDGEDACHTE VAN SILEsIus ALS BASIS

VOOR ROZENKRUIS-FILOSOFIE

Deze grondgedachte, die zo poëtischdoor Silesius werd verwoord, zal later inde Rozenkruis-filosofie van Van Rijckenborgh in ontelbare toespraken en boekensteeds naar voren worden gebracht. Ver-handelingen over deze teksten zetten VanRijckenborgh aan het denken over dezemensen en hij ging op zoek naar hunbronnen. Vooral toen De Hartog werdbekritiseerd door zijn theologische confraters en hij ervan werd beschuldigd buiten de officiële leer te gaan, was dit voorde jonge Van Rijckenborgh het bewijs dathij de waarheid elders moest zoeken. Hetwas voor hem onder andere het teken datde kerk geen soelaas biedt voor de warechristenpelgrim. Hij neemt zich een bekende uitspraak van De Hartog letterlijkter harte. Het is een uitspraak die hij zelflater nog vele malen citeert: «De wezenlijke waarheid wordt ons niet op een presenteerblad, artikelgewijze of naar deletter gegeven of gedicteerd. Maar de wezenlijke waarheid moet door het algemeen menselijke bewustzijn wordenveroverd en toegeëigend.»

Toch zal hij christo-centrisch blijvendenken. Hij plaatst zich steeds op basisvan de Rozenkruisgedachten; aan de zijdevan Gnosis, Rozenkruis en Hermetisme.De universele lijn van denken die Vrij lS

van dogma, theologische verstrikking en

orthodoxie. Zo schrijft hij in zijn artikelHet mysterie van de Ziel: «Als de Bijbelhet belangrijkste religieuze pand van eenmensenkind is, dan is het absoluut zekerdat men stranden zal in de tekstobstakels.Ten bewijze van deze stelling roep ik uvoor de geest de onafzienbare rij van geloofsbelijdenissen, groepen, soorten ensekten van religie. Al deze verdelingenhullen zich in letterlijke, symbolische ofesoterische Bijbelexegesen van spontaneof min of meer wetenschappelijke aard.Het zich christen noemende deel van demensheid komt nimmer tot eenheid,nimmer tot verheffing, nimmer tot bevrijding, wanneer het zich niet afdoenden volkomen losmaakt van de weg waarop de eeuwen haar gedrongen hebben. DeHeilige Boeken worden op de verkeerdewijze gebruikt. De Heilige boeken zijnd~n eerst een Godsgetuigenis en hun taalkan d~.n eerst begrepen worden, wanneerwij hen op volkomen andere wijze naderen. Tussen de Gods- en levensmysteriëndie onder andere in de Bijbel een brandpunt vinden, en ons, gaapt een wijdekloof. Daarom, de weg des levens is eenweg van binnenuit. Alleen het proces, hetpad van heiligmaking, levensheiliging,kan u bevrijden. En de signatuur kannimmer een mand vol woorden of eenbord vol teksten zijn. De mens die hetpad van heiligmaking bewandelt, bewijstzulks door licht, door licht van binnenuit. En het Licht van binnenuit is als zodanig de brug over de wijde kloof tussende Gods- en levensmysteriën en ons. Hebben wij de Bijbel dan niet nodig? Is hijvrijwel overbodig? Het Rozenkruis ijvertvoor een ontwikkeling der dingen waarinde mensheid op een geheel nieuwe wijzede Bijbel zal leren naderen.»~)

Wij hebben dit lange citaat uit eenvan zijn vroegste geschriften aangehaald,omdat het aangeeft dat hij hier duidelijkde lijn van De Hartog doortrekt: een religieus beleven in de daadwerkelijke le-

29

Page 32: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

venspraktijk en openbaring die dan uithet eigen innerlijk Vrij dient te komen.

Voordat Van Rijckenborgh de kerkverliet, was hij zeer actief in de dusgenaamde Christelijke Jonge Mannen Vereniging, waarin hij toen reeds een eigenvisie op de Bijbel demonstreerde. Dat waseen visie die vanuit een eigen innerlijkeopenbaring naar voren drong. Dat brachthem natuurlijk in conflicten. Hij zochtveel meer naar de ontsluiering van hetWoord, naar de diepe betekenis die hemniet door de theologen werd verschaft.

Zijn zoeken bracht hem omstreekszijn 28ste jaar op het spoor van het moderne Rozenkruis. En daardoor kwam hijin aanraking met de Rosicrucian Fellowship van Max Heindel. Want het warenvooral Heindels esoterische verklaringenvan Bijbel en Godsdiensten die hem sterkaanspraken. In diens boek De Cosmologieder Rozenkruisers (1909)~) herkent hijveel van hetgeen hem zelf reeds innerlijkwerd geopenbaard en waarnaar hij voortdurend zocht: de werkelijkheid van dedingen achter het waarneembare stoffelijke bestaan. En het doel dat achter heelhet leven en de openbaring drijft. Daardoor maakt hij kennis met de Manifestender Rozenkruisers, met de geschriften vanParacelsus, Comenius, Van Helmont,Boehme en Fludd om maar enkelen tenoemen. Hij voelt zich sterk aangetrokken tot hun werken. Maar na enige jarenbreekt hij met de Amerikaanse Rozenkruisersbeweging van Max Heindel, omdat hij meent dat deze richting teveel hetocculte pad betreedt en het christelijkeaspect van de Rozenkruisers verliezengaat.

HET EVANGELISCH PROCES MOET IN DE

MENS PLAATS GRIJPEN

Hij sticht de School van het GoudenRozenkruis. Hij concentreert zich op deManifesten van de klassieke Broederschap

en geeft daarover lezingen. Tegelijkertijdgaat hij lezingen geven over de esoterischebetekenis van de christelijke evangeliën.Daarbij legt hij de nadruk op het evangelisch proces dat in de mens moet plaatsgrijpen. En hij verwijst het historischeaspect naar het tweede plan. In de inleiding van het boek De Blijinare van de Gave Gods, een esoterische analyse van hetMattheusevangelie, schrijft hij: «Zo zalmen na onderzoek vinden, dat het Nieuwe Testament in zijn totaliteit de leerlingeen volledige wijsbegeerte verschaft, metbehulp waarvan hij verleden, heden entoekomst van wereld en mens zal kunnenschouwen en leren doorgronden; (dat is)de arbeid voor mens en maatschappij vandat wonderbare, goddelijke wezen, deChristus [...j Wij leven in een tijd, waarineen deel van de mensheid gereed en geschikt is om de Bijbel, of een deel daarvan, te leren zien als een esoterisch,gnostiek wetenschappelijk geschrift, met

behulp waarvan men de bedoeling Godskan leren verstaan.» 6)

NIEMAND DIE ERNAAR OMKEEK

Intussen was hij, om zelf toegang teverkrijgen tot de orginele geschriften,naar Londen gereisd waar hij de BritishLibrary bezocht. Daar maakte hij kopieën van het werk van Johann ValentinAndreae. Onder andere van een Engelsevertaling van het manuscript van de Republicae Christianopolitanae. In de inleidingschrijft hij: «Bij een onderzoekingstochtin de wereldberoemde bibliotheek vanhet British Museum te Londen, ontdekten wij enige jaren geleden het weinig bekende werk Christianopolis van JohannValentin Andreae, de auteur van de FamaFraternitatis. Dit document dateert van1619 en is mogelijk reeds een paar honderd jaar in deze boekerij zonder dat iemand er naar omkeek. Wij konden het ineen Engelse vertaling mee naar Neder

30

Page 33: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

091. T*IINE

Uilg,v~ R,k~i,p~r, 9,~.l»n 1939

land nemen, innerlijk gevoelende, dat wijde inhoud aan het daglicht moesten brengen en van commentaar moesten voorzien.» 7)

Deze commentaren werden in 1939 tezamen met de Nederlandse vertaling vanChristianopolis uitgegeven. En in 1978verscheen een tweede druk. Maar terwijlhij zijn commentaren op Christianopolispubliceerde, verzorgde hij de Nederlandse vertaling van de Fama, de Confessio enhet Scheikundig Huwelijk van C.R.C. inéén band samen. 8) Daarnaast publiceerdehij in het tijdschrift Nieuw ReligieuzeOriëntering een serie afleveringen van eenNederlandse vertaling van Die GeheimeFiguren der Rosenkreuzer. 9)

DE ACHTERLIGGENDE BEDOELING

ONTSLUJEREN

Uit dit alles blijkt hoe Van Rijckenborgh zich verbonden voelde met deboodschap die de klassieke RozenkruisersBroederschap de wereld ingezonden heeft.Hij beschouwde deze geschriften niet in deeerste plaats als historisch belangrijk,

maar wilde vooral de bedoeling erachter,de voor het oog verborgen betekenis dieer in opgesloten ligt, ontsluieren.

Wederom ervoer hij diep in zijninnerlijk de geestelijke inspiratie die daarvan uitgaat. Zijn commentaren op de Fama, die hij «een esoterische analyse»noemt, laat hij verschijnen onder de titelDe geheimen der Rozekruisers Broederschap. In zijn inleiding schrijft hij: «Detijd is aangebroken om dit gesluierde geestelijke testament der Rozenkruisers Broederschap te openen en de daarin vervattewaarden aan het daglicht te tillen. Door deeeuwen heen is het werk van de Broedersvan het Rozenkruis misverstaan en tal vandoor oosterse magie beï nvioede esotericihebben schade veroorzaakt, waarin zij hetlicht van het Rozenkruis verduisterden metvreemde leringen.» 10)

HEEFT DE MENS C.R.C. WERKELIJK

BESTAAN?

Hij verantwoordt zijn commentaarverder met de volgende woorden: «Sommigen die trachten de Fama te analyseren,hebben allereerst de vraag gesteld: ‘heeftde mens C.R.C. werkelijk bestaan? Wiewas hij, zijn er tijdgenoten die hem gezienhebben? Is er literatuur uit zijn tijd dieover hem spreekt?’ We laten echter hethistorisch onderzoek voor wat het is enwillen spreken van ‘een mens’. Laten weeens aannemen dat er nu een mens leeft,C.R.C. geheten. Dat wij hem allen kennen, dat wij zijn worsteling gadeslaan. Ikroep dus voor u op een mens, een verbeelding. En te zamen bezielen wij dezemythische gestalte, totdat hij voor onsgaat leven. Wij noemen hem ChristiaanRozenkruis, die van goed Duitse originewas. Dat betekent dat onze figuur eenvolbloed Europeaan was. Een westerling.

Deze westerling wenst de gang van dewesterse mens te gaan, namelijk het pad

HET NIEUW ESOTERIES WETEN

D~d 2

(BIJDRAGE TOT EEN NIEUWE OPENRAR INGVAN DE COSMOLOGIE EN MAGIE

DER ROZEKRUISITES BROEDERSCI-IAE(

31

Page 34: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

door Christus gewezen, door de Christusvoorgeleefd. Daarom noemen wij hemChristiaan. Deze mens poogt en wil allelatente vermogens die in het wezen van iedere mens sluimeren en die de mens stempelen tot een Godenzoon, een kindGods, tot een Godskind in wording dus,tot ontwikkeling te brengen. En voorts ishij bereid daarbij de weg van volkomenzelfopoffering te gaan. Daarom noemenwij deze held tevens Rozenkruis. Daaromspreken wij, waar deze mythische gestaltenu voor ons leeft, waar wij enthousiastzijn voor de heldenstrijd die hij heeft aan-gevangen, in biddend verlangen: ‘Mijnwaarde broeder, moge de Christusrooslichten op uw kruis.’»ll)

OPROEP TOT ALGEHELE REFORMATIE VAN

EN IN DE MENS

Let wel, dit is het taalgebruik van dejaren dertig. Van Rijckenborgh trachttede lezer ervan te doordringen dat de Manifesten direct op de mens zèlf betrokkenmoeten worden. Zij roepen op tot een algehele reformatie van en in de mens. Wantd~.t zal en kan alleen maar voeren tot eenverandering in de maatschappij.

In hetzelfde boek zegt hij: «Wij willenons richten naar de wegen, aangewezen inde oude boeken. De oude testamentenvan de Orde van het Rozenkruis. DeConfessio Fraternitatis stelt ons het programma - de geloofsbelijdenis. In de FamaFraternitatis gaat de neophiet ertoe overom dat programma uit te voeren. In hetScheikundig Huwelijk van C.R.C. wordtde volledige ontwikkeling geschetst ophet pad van inwijding, nadat het doel, deroep, de Fama is uitgevoerd in individueletaak. En tenslotte is daar het Rozenkruiswerk: Christianopolis, waarin de structuur van een nieuwe maatschappij wordtuiteengezet zoals die door de Broedersmoet worden gebouwd.» 12)

Wij constateren dus dat de Mani

festen van de oude Broederschap voorVan Rijckenborgh veel dieper grijpen,dan oppervlakkige beschouwing doetvermoeden. Hij leest erin wat hem zelfbeweegt. De boodschap die de Broederschap destijds de wereld had ingezonden,de oproep tot algehele reformatie, is vooral ook bedoeld om tot een fundamenteleverandering in de mens zelf te komen.

In de oorlogsjaren van 1940 - 1945,toen zijn School door de bezetter werdgesloten en het hem verboden werd verder te werken, verdiepte hij zich in hetCorpus Hermeticum, de geschriften van deManicheeën, de Gnostieken, de geschiedenis van de Katharen. Verschillende le-ringen uit deze geschriften vond hij terugin de gesluierde en symbolische taal vande Manifesten. Voorts raakte hij ervanovertuigd dat de leringen van Hermes opeen geheel eigen wijze in de boeken vanParacelsus terugkomen en hij constateerde dat Paracelsus in hoge achting stondbij de Broeders van het Rozenkruis. Hijstelde vast dat de schrijvers van de Manifesten ook de beschikking moeten hebben gehad over het Corpus Hermeticumen dat er nog veel meer esoterischgnostieke literatuur in hun bibliothekenmoet hebben gestaan. De innerlijke weg,het pad der mysteriën ligt in al deze geschriften verborgen.

DE GLORIA INTACTA VERSCHEEN DIRECT

NA DE OORLOG

Direct na de Tweede Wereldoorlogpubliceerde hij het boek Dei Gloria Intacta, met als ondertitel: het christelijke inwijdingsmysterie van het Heilige Rozenkruisvoor de nieuwe eeuw.» 13) In dit boekwordt deze innerlijke weg als een zevenvoudig pad uitvoerig uiteengezet. Hetgaat niet om inwijding die door een ander, een zogenaamde «ingewijde», wordtopgelegd of ingeleid. Het gaat om eenweg van zelfinwijding. Om een prakti

32

Page 35: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

PElGLORIA INTACTA

HET CHRISTELIJKE INWIJDINGS MYSTERIE

VAN HET HEILIGE ROZEKRUIS VOOR DE

NIEUWE EEUW

DOOR

J. VAN RIJCKENBORGH

*HORA RAT 946

ANTWERPEN HAARLEM

sche weg die tot volledige levensverniewing voert, Op basis van zelfkennis. Zoals reeds door de Gnostici en Hermeticiwerd gezegd: «Wie zich zelf kent, kent hetAl.»

Dei Gloria Intacta, met als inleidingeen gedeelte uit de klassieke Fama, blijkteen grote voorbereiding te zijn voor tweemonumentale werken die hierna het lichtzullen zien: een vierdelig werk met commentaren op en verklaringen van het Corpus Hermeticum èn het magistrale, tweedelige werk met gedetailleerde verklaringen van de inwijdingsweg, waarin dezevoor de lezer wordt ontsloten: Het Scheikundig Huwelijk van Christiaan Rozen-kruis (C.R.C.). Hierin bewijst Van Rijckenborgh, dat hij, na een lange voorbereidingsweg waarop hij stap voor stap isdoorgedrongen in de geheimen van deBroederschap, de sleutel in handen heeftmogen ontvangen.

De «worsteling van C.R.C.», zoals hijdeze in alle toonaarden beschreven heeft,is tegelijkertijd zijn eigen worsteling omde weg te ontsluiten. En vooral zijn worsteling om deze weg voor anderen vrij temaken uit de windselen van de tijd en de

mysteriën waarin de oude geschriften gehuld zijn, open te breken. Hij heeft deinnerlijke sleutel die toegang biedt tot dewij sheidsboeken waarin deze weg wordtgetoond.

VRIJMAKEN UIT DE WINDSELEN VAN TIJDEN MYSTERIE

Die sleutel past hij ook toe op hetmysterieboek De Alchemische Bruiloft. Hijzegt daarover: «In de Alchemische Bruiloftvan C.R.C worden uitvoerig, zeer nauwkeurig en overduidelijk, alle inwijdingenvan C.R.C. beschreven. Z6 duidelijk, dathet niet beter kan. Alle inlichtingen worden gegeven zonden ook maar één detailte verwaarlozen. Wie was, of beter, wie isChristiaan Rozenkruis? Hij is het prototype van de ware, oorspronkelijke mens.De nieuwe mens. De mens die waarlijkchristen is; die Christus in zich vrijgemaaktheeft door het pad te gaan van het kruisin de kracht van de roos... Het kruis is eenontmoeting tussen twee krachtlijnen diediametraal tegenover elkaar staan. Het betekent een totale verandering, een omzetting van krachten, een alchemische omzetting. Een wedergeboorte. De roos inde mens moet verbonden worden methaar ware levensveld. Met het veld van deonsterfelijkheid. De roos moet wordenvrijgemaakt door de kruisweg van transfiguratie. Daarom spreken wij van hetRozenkruis. Dat werk moet geschieden inChristuskracht. Dat is de elektromagnetische kracht van het Universele Leven.» 14)

ALS DE LICHTVONK OPVLAMT, WORDT DE

INNERLIJKE KENNIS GEBOREN

De roos is hier symbool voor deLichtvonk, de goddelijke vonk van degnostieken, die door Van Rijckenborghook wel op moderne wijze werd aangeduid als het «geestvonkatoom» of de

33

Page 36: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

«geestnucleus», de goddelijke levenskernin de mens.

Wanneer deze geestelijke kern werkzaam wordt, zo verklaarde hij, wanneerdeze lichtvonk opviamt in het hart, danwordt de innerlijke kennis geboren. Dekennis van het hart. Zij openbaart zichuit het goddelijke oeratoom dat als hetzaad van de Geest potentieel in de mensverborgen ligt. Ontkiemt dit zaad enkomt het tot bloeien, dan brengt dit devruchten voort van het Al-Goede. Devruchten van de Boom des Levens. Wanneer het zaad van de Roos de ziel bevrucht, dan zal zij onsterfelijk worden enhet lichaam, de persoonlijkheid, transfigureren. De kennis van het Al-Goede, diekennis is een geestelijk inzicht dat het vermogen schenkt dat toegang geeft tot eeninnerlijk weten omtrent de mens zelf.Kennis omtrent zijn goddelijke bestemming en omtrent God die in hem is.

DE LEZER AANSPOREN OM TOT ZELFKENNIS

TE KOMEN

Van Rijckenborgh heeft maar één bedoeling, die als een gouden draad door alzijn werken loopt: de geï nteresseerde lezer aan te sporen om tot zelfkennis tekomen. Om kennis te verkrijgen van zijnware zelf dat in zijn hart verloren ligt alseen Rozenknop, een Geestvonk. Demikrokosmos, de ware afkomst van demens is de mikrokosmos, ligt daarin verborgen. Of, zoals de Fama het zegt, zijneigen Adeldom. Die wijst op de oorspronkelijke mens die tot de dusgenaamde Onbekende Helft der Wereld behoort,de Ware Godsnatuur. De mens dient teworden geï nspireerd zodat hij zich opweg begeeft om te komen tot verlossinguit zijn dier-menselijke staat van leven.

De kennis van de weg die voert tot dewedergeboorte van de ziel, waarover Jezusspreekt tot Nicodemus, de noodzakelijkewedergeboorte uit water en geest, wordt

door Van Rijckenborgh uitvoerig in zijnwerken behandeld. Hier zien wij despoorslag tot handeling terugkomen, dieVan Rijckenborgh in zijn jonge jaren opweg deed gaan. De noodzaak tot wedergeboorte waarover professor De Hartogsprak. Maar bij Van Rijckenborgh is hetniet in exoterische zin verhuld zoals in dewollige taal van theologische tekstverklaringen. Van Rijckenborgh spreekt overhet esoterisch beleven van de evangelischeweg die voert van de Johannesmens naarde Jezusmens. Dat is de weg van Christiaan Rozenkruis. Het van «beestmens totGeestmens» wedergeboren worden, waarover hij De Hartogl5) in zijn jonge jarenhoorde spreken, is geen filosofie voor VanRijckenborgh, maar pure werkelijkheiden noodzaak.

De natuurgeboren mens die uit deaarde aards is, moet de Geestmens aandoen, die als een goddelijke Roos, als eenVonk van de Geest, in hem verborgenligt. Geest, Ziel en Lichaam moeten weervereend worden. Tot een ware eenheidgesmeed worden. Bytoss, Nous en Alezeiavan de oude Gnostieken. Uit de dieptevan de goddelijke Geest, waaruit de Waarheid zich openbaart, zijn in de Bijbel degoddelijke principiën van Geest, Water enBloed, of de Hermetische componentenGeest, Ziel en Lichaam, of het Mercur,het Sulphur en het Zout van de Rozenkruisers, geworden. 16) Dat is de weg vantransmutatie tot transfiguratie die in dezeven dagen van het Scheikundig Huwelijkgesluierd en symbolisch is weergegeven.Het is de zevenvoudige herschepping vande mens. De wedergeboorte op basis vanhet prijsgeven van het oude, ik-gerichteleven van de natuurgeboren mens, die ondanks alles toch een God-menselijk wezen is, omdat hij de Geestvonk in zijnmikrokosmos draagt.

34

Page 37: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

GNosIs TRANSFORMEERT DE GEHELE MENS

TOT ZIJN WEZENLIJKE AARD

Onwetendheid van dit alles is hetgrootste drama van de mens. Het verscheuren van het kleed van de boosheidvan de onwetendheid door de mens die isgeroepen om tot het Godsgeslacht tetransfigureren, maar die in zijn natuurgeboren staat is blijven steken, dat is de basisgedachte die aan heel het werk van VanRijckenborgh ten grondslag ligt. Getuigehet woord van Hermes: «Wanneer deGnosis dan het ganse bewustzijn verlicht,doet Zij de ziel geheel en al weer opvlammen en verheft Zij haar door haar van het(natuurgeboren) lichaam los te maken. Zotransformeert Zij de gehele mens tot zijnwezenlijke aard.» 17)

Dat het Rozenkruis en het Hermetisme nauw aan elkaar verwant zijn,weten wij door dit bekende fragment uitde Alchemische Bruiloft:

«Hermes is de Oerbron.Nadat zovele beschadigingen aanhet menselijk geslacht zijntoegebracht, vloei Ik, naarGoddelijk Raadsbesluit enbijgestaan door de Kunst,als genezingbrengende artsenijhier uit.Wie kan, drinke uit Mz)~Wie wil, reinige zich in Mij.Wie durft, storte zich in Mijndiepten.Drinkt, broeders, en leeft.»

Van Rij ckenborgh slaat de brug tussende bedoelingen van de Broeders van hetRozenkruis en de Oerbron van Hermes.Hij schrijft in zijn verklaringen van de Al-chemische Bruiloft: «Wie was, of beter is,voor ons dan Hermes? Hermes is de zichopenbarende Geest zelve, de Oerbron dieiedere mens zou willen laven. Daaromwillen wij ook uit die Oerbron getuigen

DE EGYPTISCHE OER-GNOSJSen Haat Roep ~n het &uw~ge M~

Ti»ULA $MARM~rnNÂ C0000S 000MCTtÇUM

t{EOME> TPOSMEGIStOS

5 V~N RIJCKENBORGB

RONOVX.ȃLIOTNEEK NO. >

ROZE~RUtS.PERS RAARLOM M.

en bestuderen wij steeds weer opnieuw deoude Hermetische boeken.» 18)

HERMES IS DE OERBRON

Aldus is Hermes eveneens een mythische figuur. Maar tegelijkertijd het grotevoorbeeld dat als een universele wijsheidskracht door alle tijden heen nietsvan zijn stralende wijsheid heeft ingeboet.Dat van Rijckenborgh ook het Co~usHermeticum regel voor regel heeft bestudeerd, blijkt wel uit zijn vierdelig werkmet verklarende tekst dat hij de volgendetitel gaf: De Eg~tische Oergnosis en haarRoep in het Eeuwige Nu. 19) Hij legdeeveneens de nadruk op Hermes als deOerbron, als de Oer-Gnosis die verwijstnaar de oorspronkelijke kennis, de eeuwige wij sheid die door alle tijden heen principieel dezelfde is. Beter gezegd: altijdhetzelfde bedoelt over te dragen. Dus, de«Eeuwige Roep». Een Roep die derhalvenog altijd actueel is. J. van Rijckenborghwilde die Roep weer krachtig doen klinken. In dezelfde betekenis die de Broeders

35

Page 38: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

van het Rozenkruis aan hun Fama meegaven. Maar Van Rij ckenborgh sprak tegende achtergrond van de actuele tijd. Doormiddel van een universele lijn, die doorde tijden heen steeds hetzelfde principeheeft uitgedragen.

Welnu, op basis van deze verhandeling menen wij te mogen zeggen dat Janvan Rij ckenborgh een voorbeeld is vande hedendaagse Rozenkruiser-Gnosticus.Hij belijdt in zijn werken het christocentrisch-gnostieke Rozenkruis, zoals datook naar buiten trad in het fenomeen vande Rozenkruisers Manifesten van het begin van de l7de eeuw.

A.H. van den Brui

1) Bibliografie, Bibliotheek RijksuniversiteitUtrecht, 1988.

2) Uren met Boehme, Hollandia-Drukkerij,Baarn. 1915.

3) Aurora ofMorgenrood in Opgang, JacobBoehme. Ned. vertaling van KW Schiebler,Leipzig 1832. Uitgave «Hora Est~>, Haarlem.

4) Tijdschrift Nieuw Religieuze Oriëntering,niet gedateerd.

5) The Rosicrucian Cosmological Conception.First Edition, Max Heindel. RosicrucianFellowship, Seattie, Washington.

6) De Blijmare van de Gave Gods, Esoterischeanalyse van het Mattheus-Evangelie. JohnTwine. 1931.

7) Republicae Christianopolitanae van JohannValentin Andreae. Verklarende brieven.Rozekruis Pers. 1939/1940. Tweede editie1978.

8) Fama Fraternitatis, Confessio en A IchemischeBruiloft. In één band. Nederlands. 1937.

9) Nieuw Religieuze Oriëntering, nietgedateerd.

10, 11, 12) De geheimen der RozekruisersBroederschap, Esoterische analyse. 1938. Idem.Onder nieuwe titel: De Roep der RozenkruisersBroederschap. 1966. Rozekruis Pers.

13) Dei Gloria Intacta. Het ChristelijkeInwijdingsmysterie van het Heilige Rozenkruisvoor de Nieuwe Eeuw. Hora Est, Antwerpen-Haarlem. 1946. Tweede, herziene druk 1957.Rozekruis Pers.

14) De Alchemische Bruiloft van ChristiaanRozenkruis, deel 1, 1967, deel 2, 1969.Rozekruis Pers. Tweede, herziene druk, 1988.

15) Phaenomenologie van het ChristelijkBewustzijn. (blz. 77 en 136), Uitgevers-Maatschappij Holland, Amsterdam. 1932.Levensleer (blz. 149 e.v., 159 en 160 e.v., 180e.v.). P. Noordhoff NV., Groningen, Batavia.1933.

16) Bekenntnis zur Gnosis von Paracelsus bisauf die Schüler Jacob Böhmes, Dr. Carlos Gilly.Uitgave B.P.I 1. Amsterdam.

17) Corpus Hermeticum, Nederlandse vertalinguit het Engels van G.R.S. Mead en het Duitsvan Patrizi & J. Scheible Stuttgart. 1855.

18) Het Scheikundig Huwelijk van ChristiaanRozenkruis. 1967. Rozekruis Pers.

19) Uitgave Rozekruis Pers.

36

Page 39: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

DE ROZENKRUISERS ALS EUROPEES VERSCHIJNSEL

IN DE I7DE EEUW EN DE KRONKELPADEN

VAN HET ONDERZOEK

WIE ZICH MET DE GESCHIEDENIS VAN DE I7DE

EEUW BEZIGHOUDT, ZIET ZICH OP ALLE GEBIE

DEN GECONFRONTEERD MET DE ROZEN

KRUISERS. DAARMEE DIENEN DE PROBLEMEN

ZICH METEEN AAN. WANT DE GANGBARE BE

SCHRIJVING VAN DE GESCHIEDENIS VAN DE

ROZENKRUISERS ROEPT MEER VRAGEN OP DAN

ZE BEANTWOORDT. HOE VAKER MEN ZONDER

TOEREIKENDE DOCUMENTATIE POSITIE KIEST

EN OP GROND VAN VERMEENDE ONTDEKKIN

GEN AAN OUDE HYPOTHESEN NIEUWE, AVON

ru URLIJKE BEWERINGEN TOEv0EGI; DES~~i~E

GROTER IS HET GEVAAR, DAT DE OMSCHRIJ

VING VAN DE I7DE EEUWSE ROZEKRUISERIJ

VERVALT TOT EEN SAMENRAAPSEL VAN TREF

WOORDEN, WAARVAN IEDERE ONDERZOEKER

ZICH NAAR BELIEVEN KAN BEDIENEN. OF

HET RESULTAAT IS EEN NIEUWE TOREN VAN

BABEL, ZOALS JOHANN VALENTIN ANDREAE

AL SPIJTIG VASTSTELT IN ZIJN TURRIS BABEL

SIVE JUDICIORUM DE FRATERNITATE ROSAE

CRUCIS Ci~os.

1Sf auwelijks was de Fama Fraternitatis,

def? Löblichen Ordens des Rosenkreutzes,an alle gelehrten und H~~ï upter Europae in1614 Verschenen, of de Europese boekenmarkt werd overspoeld door antwoorden zendbrieven, open brieven, responsa,epistels, verslagen, bewijzen, examinationes, elucidaria, defensiones, apologiae,discoursen, waarschuwingen, oordelen,bedenkingen, verantwoordingen, considerationes, beschouwingen, prognostica,

profetieën, echo’s, instructiones, advertissementen, examens, risposta, wonder-nieuws etc. Meer dan 200 titels! Zij warenaan of tegen de Broederschap van hetRozenkruis gericht. Sommige auteurs gaven hun naam, anderen alleen initialen.Weer anderen bleven anoniem of gebruikten de wonderlijkste pseudoniemen. Veelvan deze stellingnames worden verdedigdmet een hartstocht die in felheid niet onderdoet voor de reformatorische vlugschriften. Maar ook de meest verlichtegeesten in Europa probeerden duidelijkheid te krijgen. Want waar het bij dehier verkondigde reformatie werkelijkom ging, was een radicale verandering vanreligieuze, wetenschappelijke en politiekenormen. Een sceptisch waarnemer schreefin 1616: «Een reformatie van de hele wereld, die jullie nastreven, geeft veel teoverdenken. Dat heeft vele consequenties.Niet alleen filosofen en medici, maar ookoverheid en theologen zouden met elkaarin discussie moeten treden. Toch verzekerik jullie een goede vriendschap van eerlijke mensen.»

En zover moest het ook komen, precies zo ging het ook. Veel van deze «vromemensen», die de orthodox-christelijke geloofsbelijdenissen niet napraatten, maarhet christendom in dagelijkse levenspraktijk trachtten te verwezenlijken of hunonafhankelijke denken en de experimentele ervaring boven de heersende autoriteit van Aristoteles of Galenus stelden,reageerden welwillend - of zelfs met geestdrift - op de boodschap van de Broederschap.

37

Page 40: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

Johann ValentinAndreae,1586-1654,WürttembergischesLandesmuseumStuttgartDuitsland.

‘ ~•_~%~ ,~‘

..~.. •‘%~~

.-.‘- ~

~• L

~ ~

~/•~t~. s~~’• ~ ~ ~ ~~‘•

.~v ~

•~ ~:.

~

KUNST EN WETENSCHAP HADDEN REEDS

HUN TOP BEREIKT

De eersten die afwijzend reageerdenwaren de artsen. Met voorop de aartsconservatieve Andreas Libavius, die in zijnwaan dat alle kunsten en wetenschappenreeds hun hoogste volmaaktheid haddenbereikt, elke poging tot hervorming enelk geloof in vooruitgang onverwijid aande kaak stelde als paracelsisme en zwartemagie. Voor de orthodoxe theologenwaren de Rozenkruisers niets anders danSchwenckfeldianen, Weigelianen, enthousiasten, wederdopers, verkapte Jezuï eten,Libertijnen, atheï sten of zelfs ongedierte.Lieden die alles wilden reformeren, datwil zeggen deformeren. Voor de Jezuï etFrançois Garasse vormden de Rozenkruisers een gevaarlijke samenzwering tegen religie en staat.

Keurvorst Frederik V wordt gezien als

de leider van het protestantse verzet

tegen de katholieke overheersers. Toen

de Bohemers in 1619 in opstand

kwamen, boden zij keurvorst Frederik

hun kroon aan. In november 1920 werd

Frederik V door de Habsburgers

verslagen. Hij heeft dus maar één winter

geregeerd en wordt om die reden de

«Winterkoning» genoemd. Zijn nederlaag

was het begin van de Dertigjarige

Oorlog (1618-1648) die o.a. een einde

maakte aan het publiceren van de

Rozenkruisersgeschriften. Keurvorst

Frederik vluchtte naar Den Haag.

Onder andere in Holland en Engeland

vormden zich groeperingen die de

gedachten en idealen van de Rozen

kruisers voortzetten.

38

Page 41: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

SPROOKJES ALS BASIS VOOR HISTORISCHE

ROMANS

Een luthers theoloog sprak over de«nieuwe Arabische en Moorse Fraterniteit», waarachter in werkelijkheid een calvinistische broederschap schuilging dieoproer en onenigheid wenste in hetRoomse Rijk en zijn buurlanden. Viageï llustreerde pamfletten in verschillendetalen verspreidden de Jezuï eten in Antwerpen de liederen van de vermeendePraagse hofkok, waarin deze de Rozenkruisers als handlangers van de Winterkoning (Frederik V, in 1620 koning van dePalts), beschimpt. Tenslotte geloofden deCalvinisten zelf dat sprookje dat deRozenkruisers de ideologische wegbereiders voor de politiek van Friedrich vonder Pfalz zouden zijn geweest. Eensprookje dat 20 jaar geleden door FrancesYates werd aangedikt en dat nog steedshistorici en auteurs van historische romans weet te boeien.

Uitgerekend in Kassel, waar de eersteuitgaven van de Manzfesten van de Rozenkruisers met goedkeuring van landgraafMaurits werden gedrukt, vond in 1619,op bevel van diezelfde landgraaf, heteerste proces wegens Rozenkruiserijplaats. Beklaagde Philipp Homagius,schoonzoon van de drukker, werd nietalleen gevraagd of hij een adept van debroederschap was en wat hij van deRozenkruisers dacht, maar ook welkerelatie zij hadden met Friedrich von derPfalz.

MANIFESTEN ALS GRAP OF SERIEUS

BEDOELD?

De vraag die voor- en tegenstandershet meest bezighield, was natuurlijk of deBroederschap van het Rozenkruis, zoalsze in de Fama werd afgeschilderd, ookwerkelijk bestond. Of dat het om eengoedbedoelde dan wel kwalijke mystifica

tie ging. Deze vraag stelde vorst Augustvon Anhalt zich reeds twee jaar voordatde Fama Fraternitatis verscheen. Dat wasin 1612, toen hij Adam Haslmayrs antwoord aan de Rozenkruisers op eigenkosten liet drukken: «Over de broederschap, die - voor zover het niet alleen eendiscours betreft - een zeer goede providentie lijkt te hebben, kan ik nu niet veelschrijven; ik heb zowel haar confessie alshaar apologie, waarnaar dit geschrift verwijst, onder ogen gehad.»

Maar omdat de broeders van hetRozenkruis na de publikatie van de Manifesten hardnekkig zwegen en zij nietreageerden op de vele aanmeldingen, probeerden de voorstanders dit «SilentiumPost Clamores» te verklaren en de daardoor ontstane gaten zelf op te vullen.Michael Maier beschreef de wetten van deBroederschap naar eigen idee in zijn The-mis Aurea (1618). In Speculum SophicumRhodo-Stauroticum (1618) gaf DanielMögling eveneens een beschrijving vanhet collegium en hij verklaarde de axiomata van de Broederschap. Heinrich Nollius liet in 1623 de op de Ch’ymischeHochzeit na mooiste Rozenkruisersroman- Parergi Philosophici Speculum - in Giessen drukken. Dat bezorgde hem onmiddellijk een proces van de Inquisitie. AdamHaslmayer, verkondiger van de Theophrastica Sancta was na 4,5 jaar dwangarbeid - vanwege zijn antwoord in 1612! - inAugsburg gaan wonen. Daar schreef hijverschillende tractaten ter beschermingvan de Rozenkruisers en ter verklaringvan hun boodschap. En Robert Fluddtenslotte, bracht in 1629 met zijn Summum Bonum het gehele Rozenkruisfenomeen op een hoger theoretisch niveau enontwikkelde daaruit een tak van wetenschap naast magie, kabbala en alchemie.

Anderen hadden er plezier in verwarring te stichten. Aan de lopende bandproduceerden zij vlugschriften met Rozenkruisers-achtige titels. Tussen 1617 en

39

Page 42: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

t ~ t~ ~

,1~

Herzog AugustBibliothekWolfenbüttel,Duitsland.

1620 publiceerde Friedrich Grick nietminder dan 20 van die geschriften, waarinhij als «Iren~us Agnostus, indignis notarius van de Broederschap», de Rozenkruisers de hemel in prees en tegelijkertijd - als Menapius - de scherpste en driftigste aanvallen op hen richtte.

STROOM VAN VLUGSCHRIFTEN STICHTTE

VERWARRING

De verwarring werd nog groter toenoveral in Europa mensen opdoken diezich voor Rozenkruisers uitgaven, Of, diezich zelfs, zoals Philip Ziegler, de titel«koning van de Rozenkruisers» aanmaten.Het geheel werd nog ondoorzichtiger doorde «rabies theologica» van de orthodoxe bewakers van de officiële kerken. Zij voeldenzich bedreigd door het overal opduikendeverlangen naar innerlijke religiositeit ennaar vrij, praktisch, christelijk leven en denken, maar dat hadden zij zelf aangehaald.Voor hen waren alle dissidenten één potnat. Of het nu Paracelsisten waren, dan welSchwenckfeldianen, Weigelianen of aanhangers van Johannes Arndt. Het is geen toeval dat de volgende versregels van debedachtzame theoloog Johann Gerhard zoveel werden geciteerd:

«Wie vlijtig niî Gods-dienst verricht,daarop zijn kennis en zijn werken richt,zal spoedig zijn een ketter, Rozenkruiser,of Weigeliaan, zoals het mij ook is vergaan.»

Over de identiteit van de makers vande Rozenkruisers-manifesten hebben tijd-genoten zich natuurlijk het hoofd gebroken. Het lukte slechts weinigen binnen tedringen in dit goed bewaarde geheim.Zelfs de eerste uitgevers van de Fama ende Confessio Fraternitatis schijnen nooitte hebben geweten van wie de Man~festenafkomstig waren. Zo vond bijvoorbeeldde publikatie van de Fama kennelijk zonder instemming van de schrijver plaats.De eerste historisch naspeurbare geschreven kopie van de Fama, was het exemplaar dat Haslmayr eind 1610 in Tirolontving en waaruit hij al in januari 1611citeerde. Hij stuurde een kopie alsNieuwjaarsgeschenk aan vorst Augustvon Anhalt, zijn maecenas. Voorzien vaneen notitie over de herkomst. Vlak voordat het antwoord van Haslmayr werd gedrukt, overwoog August von Anhalt deFama zelf uit te geven via een geheimedrukkerij. Hij wilde echter eerst nog eenexemplaar van de daar vermelde ConfrssioFraternitatis verkrijgen en wist precies bijwie hij moest zijn: bij de Doctor zuebingen, Tobias Hess. «Omdat deze de Fama bij zich zou hebben gehad.» Maar ergingen nog ruim twee jaren voorbij, voordat de vorst de eerste, in bronnen gedocumenteerde, geschreven kopie van delatijnse Confessio in handen kreeg.

WIE WAREN NU WERKELIJK DE AUTEURS?

40

Page 43: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

Na een getuigenis van Johann Valentin Andreae in zijn Tobiae Hessi Immortalitas had Tobias Hess bij de orthodoxen inTübingen een slechte naam gekregen. Hijzou een eigenzinnige ordebroeder, eenfantast, het hoofd van alle utopisten, eendroomuitlegger en een nieuwe profeetvan twijfelachtig allooi zijn. Hess zoumet zijn leerlingen en aanhangers eenfanatiek verbond, geheime samenzweringen en een vereniging van obscure personen hebben gevormd. Maar toen CasparBucher in 1617 met zijn Antimenippus deeerste aanval op de Rozenkruisers lanceerde, werd niet de inmiddels overledenTobias Hess, maar veeleer diens favorieteleerling Andreae met nauwelijks verhuldetoespelingen als de belangrijkste daderaangewezen: «0, Gij doorluchtigste koning Menippus, die het van eenvoudig ordebroeder tot monarch heeft gebracht enZich nu tot reformator van de hele wereldtracht te verheffen.» Caspar Bucher hadzijn Antimenippus voor de gehele universiteit voorgedragen en de tekst direct daarna bij Cellius in Tübingen laten drukken.Maar de oorspronkelijke tekst, die hij alin maart van dat jaar aan Cellius had beloofd en die deze, als goed zakenman, alin zijn voorjaarscatalogus voor de Frankforter boekenbeurs als Mededeling over degrote, wereldomvattende fantasie/over deRozenkruiseriaanse Broederschap/ en overde grote fantast Menippo/T~ibingen (gedrukt) bij Cellio. had aangekondigd, vermeldde Andreae als de schrijver van deManifesten. Gelukkig voor Andreae werden deze «mededelingen» of niet voltooid, of vlak voor het drukken ingetrokken. Iedereen in Tübingen wist wie deschrijver van de Menippus was. Want hetuniversiteitsbestuur had lang overwogenof het boek niet openbaar moest wordenverbrand, zoals Andreae 30 jaar later inzijn tot op heden onbekend gebleven tragedie Theologia lamentans had vermeld.

ULTIMATUM WERD GESTELD

Het lukte Andreae zelfs de gevaarlijkeonruststoker Friedrich Grick te overtuigen van de goedbedoelde ideeën die hadden geleid tot het schrijven van de Manifesten. Onder de schuilnaam Menapiushad Grick op 21 oktober 1619, aan hetslot van een van zijn Iren~us-Agnostustractaten, de auteurs van de Manifesten definitief de oorlog verklaard. Hij stelde eenultimatum: binnen vijf maanden moestenzij vrijwillig aangeven dat zij de schrijverswaren en anders zou hij hun ware identiteit in zijn volgende pamflet publiceren.Andreae moest deze dreiging wel serieusnemen, want uit Gricks opmerkingenbleek dat hij de Rozenkruisers goed kende. Andreae zal zijn gevaarlijke tegenstander wel op zijn terugreis uit Oostenrijk inAltorf of Neurenberg hebben bezocht,hem hebben overtuigd dat het om eengoed bedoeld spel ging en hem daaromom de noodzakelijke discretie hebbenverzocht. Vast staat, dat Grick al op 22november 1619 de uitslag meldde. En aanzijn laatste Iren~us-Agnostus-pamflet Liber T oder Portus tranquilitatis (juni 1620)voegde hij toe: «De auteur van de Fama ende Confessionis is mij zeer wel bekend/enheeft het slechts voor een korte tijd/en alsplagerij gedaan». Van nu af was Grick vollof over Andreae. Hij citeerde hem, samen met Besold en Erasmus, als kroongetuigen in zijn politieke pamflet tegen deoorlog.

NIEUWE STRATEGIE OM HERVORMING DOOR

TE VOEREN

Toen de zaak van de Rozenkruisersdoor de heftige reactie van de orthodoxengevaarlijk werd en door het onwaardigespektakel van de pamflettisten een slechtenaam had gekregen, hadden Andreae enzijn beste vrienden een strategie ontwikkeld om het oorspronkelijke reformatie-

41

Page 44: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

programma zo mogelijk nog te redden.Ten eerste door alle sporen uit te wissendie hun betrokkenheid bij het ontstaanvan de Manifesten konden verraden. Tentweede door de Manifesten als fabels,kluchten, spel e.d. te bagatelliseren. Tenderde zouden zij door nieuwe hervormingsprogramma’s en pogingen tot samenwerking de misstanden in religie enwetenschap uit de wereld willen helpen.Wilhelm Schickart heeft in 1619, metmeer succes dan Andreae of Besold, diezich later tot globale veroordelingen vande Rozenkruisers lieten verleiden, deze opstelling in zijn vermetel advies aan de

universiteit van Tübingen gepreciseerd. Hij schreef, dat

men het kind niet methet badwater moest weg

gooien of het goedezonder discretie verwer

pen. De Fama zou een filosofische schijnbenaderingzijn, waarachter een onge

zierie intelligentie schuilging (wantzij berispte de dwalingen van de ge

wone filosofie en verlangde een reformatie, die nog velen van harte wensen). «Zogaan zij slechts in zekerheid verder. MogeGod hen geluk en succes schenken.»

Succes bleef ditmaal uit. Door de zelfgecreëerde mythe niet verder te voeden endoor zich steeds verder af te keren vanchiliastische, hermetische, utopische, paracelsistische en radicaal-mythische ele

menten in de Manzfesten hadden Andreaeen zijn vrienden zich van deze geschriftengedistantieerd. Het oorspronkelijke Rozenkruiserdom leefde echter voort. Hetwerd een onafscheidelijke componentvan het spiritualistische dissidentendomen van natuurfilosofische vernieuwingsbewegingen in heel Europa. Men denkeslechts aan de zogenaamde Rozenkruisersvan Sleeswijk-Holstein, de Societas regalisJesu Christi van Johann Permaier, dedoor Jakob Böhme beï nvloede theosofische bewegingen, de antikerkelijke radicalen ~ la Breckling, het radicale piëtisme,het chiliasme van Seidenbecher, Petersenof Serarius, het Jesueliten-genootschapdat Quirinus Kuhlmann in Moskou wilde stichten (bijna alle lijfartsen van de tsaren tussen 1617 en 1683 sympathiseerdenmet de Rozenkruisers); verder aan het libertinage erudit in Frankrijk en Italië, devernieuwing van de chemische, mozaïsche en natuurmystieke filosofie in Engeland, Zweden en Nederland, de strijdrond John Webster in Engeland, de overalin Europa opkomende Sociëteitsbeweging en niet in de laatste plaats aan de directe voorstadia van de Engelse vrijmetselarij. Zelfs Comenius, die in zijn Labyrinth van de wereld een treurig beeld vande Rozenkruisers had getekend, vroegzich in zijn laatste en meest radicale werk(Clampres Eliae) af, of zijn eigen hervormingsprogramma eigenlijk niet hetzelfdeinhield als de «Algemene reformatie» vande Rozenkruisers.

ACHTERGRONDEN VERVAAGDEN IN DE I8DE

EEUW

Het historisch onderzoek heeft altijdde grootste moeite gehad met het fenomeen «Rozenkruisers». Daaraan was nietalleen de l8de eeuw schuldig, toen deware historische achtergrond van deManifesten vaag was geworden doordatRozenkruiserij werd verward met legen-

ChristophBesold

Ex libris vanChristophBesold

42

Page 45: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

den over Tempelieren, met antieke mysteriën en met vermoedelijke middeleeuwsebronnen van de vrijmetselarij. Deze verwarring begon al met de niet geautoriseerde publikatie van de Manifesten ennam toe naarmate de strijd voortduurde.Pas in 1648, toen de strijd al lang geluwdwas, lukte het Abraham von Franckenberg en de chiliast Seidenbecher om Andreae als auteur van de Manifesten teidentificeren. Seidenbecher gaf het dooraan Breckling in Amsterdam en dezevond hun identificatie jaren later bevestigd in een brief van Johann Arndt. Toenbegin l8de eeuw Gottfried Arnold in zijnKerk- en kettergeschiedenis tot dezelfdeconclusie kwam, protesteerden de lutherse historici Cyprianus in Gotha en Carolus en Fischlin in Tübingen heftig omdateen zo verdienstelijk man in diskredietwerd gebracht. Ook de veel beter geï nformeerde Kazauer schreef in 1715 in zijnDisputatio solemnis de Rosaecrucianis datde bewering over het auteurschap van Andreae een fatsoenlijk theoloog onwaardigwas. Johann Georg Waich, geschiedschrijver van kerkelijke conflicten, bleek in ditopzicht «fatsoenlijk genoeg». Hij opperdeJoachim Junger als auteur en sprak nietover Andreae. Pas toen Herder en Nicolaide passage uit Andreae’s autobiografie publiceerden, waarin deze toegaf auteur vande Chymische Hochzeit te zijn, groeide hetinzicht dat ook de Fama en de Confessiogeheel of gedeeltelijk van Andreae zoudenkunnen zijn. Bij deze mening sloten zichook Von Murr, Buhle, Burk en Andreae’seerste biograaf, Wilhelm Hossbach, aan.En een generatie later ook de Jungiusbiograaf Gurauer. Alleen Johann Friedrich von Meyer (1827) had bedenkingen.Hij meende dat Andreae de Man~festenhoogstens vertaald kon hebben. Van toenaf ging de strijd vooral over de vraag ofAndreae het serieus of als een grap hadbedoeld. Totdat, vlak voor 1900, Ferdinand Katsch (om van Andreae geen leuge

naar te maken) en Jan Kvacala (historischnauwkeuriger, maar uiteindelijk toch omdezelfde reden), Andreae’s auteurschapweer in twijfel trokken. Zij stonden echter alleen. Zowel Begemann, Pust enWulf, als Will Erich Peuckert, tot dande grootste kenner van Rozenkruisersgeschriften en theosofische literatuur,plaatsten Andreae weer centraal. In 1926sloot de germanist Richard Kienast Andreae om taalkundige redenen uit als auteur. Toen Kienast als eerste de moeitenam de werken van Andreae’s mentor envriend Christoph Besold te lezen, vondhij daarin prachtige hermetische en chiliastische teksten. Hij concludeerde meteendat Besold de auteur van de Confessio Fraternitatis moest zijn. De these van Kienastwerd door Adolf Santing overgenomen inzijn mooie uitgave De Manifesten der Rosenkruisers. Ook enkele lexica van de Duitseliteratuur namen haar op. Zowel Peuckertals Hans Schick (nog steeds de enigen dieeen goed gedocumenteerde geschiedenis

Deel van devan de Rozenkruisers hebben geschreven), collectie tebeschouwden Andreae als de auteur. Wolfenbüttel

Page 46: Rozenkruisers geschiedenis Pentagram Tijdschrift 1995 nummer 2

ANDREAE GEEN AANDEEL IN HET SCHRIJ

VEN VAN DE MANIFESTEN?

De Fransman Paul Arnold was deeerste die de drie Manifesten zag als eengezamenlijk werk van Andreae’s vriendenkring. De Amerikaan Montgomeryen de Engelse Yates interpreteerden de hele zaak anders. Volgens Montgomery wasAndreae een volkomen orthodoxe Lutheriaan. En Besold was al katholiek geworden. Geen van beiden kon dus eenaandeel hebben gehad in het ontstaan vande Rozenkruisers. Verder zou Andreaezijn Chymische Hochzeit hebben geschreven om de beweging van de Rozenkruisers - volgens Montgomery zondermeer een heidense beweging die al in devorige eeuw bestond - te kerstenen. Yatesdaarentegen, die de Rozekruiserij uitsluitend rond de persoon en de politiek vanFriedrich von der Pfalz en zijn Engelsehof in Heidelberg plaatste, nam nooit demoeite om Besold of Tobias Hess te noemen. Zij maakte de Fama en de Confessioweer anoniem. Waarbij zij hoopte een auteur in de Paits te kunnen vinden. Toendat mislukte, stelde zij opnieuw JoachimJungius voor, omdat een verbannen hofbeambte in Heidelberg daarover met defilosoof Leibniz zou hebben gesproken.

Terwijl de stellingen van Montgomery, en vooral die van Yates, ook in hetDuitse taalgebied onverwacht groot succes hadden, hebben Richard van Dülmen,Martin Brecht en Roland Edighoffer sinds1977, door diepgaand historisch onderzoek, de feitelijke situatie eindelijk gereconstrueerd. Het belangwekkendste wasongetwijfeld dat Brecht en Edighoffer, gelijktijdig en onafhankelijk van elkaar, centrale teksten van de Confessio Fraternitatisin de Theca Gladii Spiritus (1616) haddenbestudeerd. Andreae had deze teksten welals werk van Hess gepubliceerd, maar zein zijn autobiografie als «eigen werk» (planemea) aangemerkt.

T0BIAS HEss: INITIATOR EN LERAAR

Daarmee had hij zich als de gezochteauteur impliciet bekend gemaakt. Nustaat vast dat de chiliast en paracelsist Tobias Hess, die Andreae als vader, broeder,leraar, vriend en kameraad tot na zijndood heeft vereerd en verdedigd, de initiator en het centrum van de groep vormdewaaruit de Rozenkruisers Manifesten zijnvoortgekomen. Of deze uitsluitend doorAndreae (zoals ik geneigd ben te denken)of in samenwerking met andere leden vande groep zijn geredigeerd, is van secundairbelang. Tegenwoordig is onze belangrijkste taak de overal verspreide en moeilijktoegankelijke Rozenkruisersgeschriften uitde l7de eeuw in manuscript of in druk teverzamelen, in bibliografieën te beschrijven, te onderzoeken en ze dan in hunrespectievelijke historische en ideologischecontext te plaatsen. Pas dan is het mogelijk een volledige geschiedenis van het fenomeen Rozenkruisers te schrijven en

wetenschappelijk het effect op het culturele en religieuze leven in Europa tebepalen.

Dr. Carlos Gilly,Bibliothecaris Bibliotheca Philosophica Hermetica

44