Upload
marco-pluijm
View
45
Download
2
Embed Size (px)
Citation preview
© Marco Pluijm, 19/12/2016
Met de Nederlandse Waterbouw kopje onder…. Marco Pluijm M.Sc. Senior Expert Ports and Coasts Klimaatverandering, droge voeten en het belang van een sterke thuismarkt. En waarom resultaten uit het verleden, ook in de waterbouw, geen garantie geven voor de toekomst. En waarom varen op gegist bestek geen optie is. De aanleiding voor dit stuk ontstond met name nadat op de televisie de verantwoordelijk minister het app'je. "overstroomik.nl" demonstreerde. Alsof dat een reële optie is. Kennelijk wel. U bent gewaarschuwd. En zo zijn de buitenlandse opdrachtgevers en concurrentie. Nederland was toch altijd het toonbeeld van droge voeten. Het land dat na 1953 nooit meer zal overstromen. Waaromheen een wereld omvattende export is opgebouwd. Als we de minister moeten geloven, dan kan Nederland het nu al niet meer aan. In dit kader enige persoonlijke observaties vanuit het buitenland van iemand die z’n leven lang in de waterbouw heeft gewerkt. En dat nog steeds doet. Met misschien een paar suggesties... VOC-‐mentaliteit…. Jaren geleden sprak men in de Haagse politiek veelvuldig over het terugbrengen van de VOC-‐mentaliteit in de samenleving. Dan zou het allemaal goedkomen met Nederland. Het klinkt misschien aardig, maar mogelijk heeft men de essentie toch niet goed tot zich weten te nemen. Zo was er met de VOC als zodanig nogal flink wat mis, maar laten we aannemen dat het voorbeeld werd gebruikt als toonbeeld voor een ondernemend en
© Marco Pluijm, 19/12/2016
succesvol Nederland. Bij de VOC ging het er immers destijds om dat men werd uitgezwaaid bij vertrek naar verre bestemmingen, en na een tijdje weer terug kwam met over het algemeen niet geheel duurzaam verkregen, doch waardevolle producten en goederen. En niet zoals uitgedragen door het merendeel van de zittende Haagse politici, dat men steeds weer iets waardevols uitzwaait, veelal in dezelfde richting, en dan hoopt dat het nooit meer terug komt. Of het nu gaat over de zorg, onderwijs, pensioenen, ouderen, you name it. Het lijkt niet uit te maken. Zwaai het uit en kijk niet om. Want als het terugkomt dan schept dat verwachtingen en verantwoordelijkheden. En dat is nou ook weer zo wat. Een houding die breed gedragen lijkt te worden in Den Haag. En waaraan nu klaarblijkelijk ook de bescherming tegen overstroming ten prooi lijkt te vallen. Het risico van overstromen lijkt onderhandelbaar geworden. Samen strijden tegen het water…. Het was een goede Nederlandse traditie om altijd normen en waarden serieus te nemen en te gaan staan voor je kerntaken. Waterkeren was er daar een van. En heeft door de eeuwen heen ons land vorm gegeven. Een land waar mensen veilig konden wonen, zonder angst voor overstroming en verlies van dierbaren, huis en haard. En toen dat in 1953 toch gebeurde, ging het land er in haar geheel achter staan en nam de verplichting op zich dat dit nooit meer zou gebeuren. En zo was het…… Maar zo eenvoudig ligt het tegenwoordig niet meer. Want ook waterkeren lijkt nu te zijn vervallen tot een uitzwaaiartikel. Een ontwikkeling die reeds geruime tijd gaande is en wat mij betreft haar dieptepunt vindt in de verantwoordelijk minister, die onlangs zonder enige gene op de televisie een app’je toont, waarmee iedere inwoner van Nederland kan bepalen of hij of zij “overstroomt” en op welke verdieping de noodvoorraad moet staan, om het vervolgens verder zelf maar uit te zoeken. Het app’je vertelt u ook dat de kans hierop 1 procent is en er dan geen stromend water is (!), geen gas en elektriciteit en dat u geen toilet hebt. Wanneer een inwoner van de Rotterdam Alexanderpolder zijn of haar postcode invult, dan verschijnt het bovenstaande beeld van een persoon die ook op zolder niet veilig is. Een beeld wat past bij beelden van de Watersnoodramp van 1953. Al met al een zeer weinig verheffende performance en een schim van wat eens een serieus gebeuren was en behoort te zijn maar schijnbaar grotendeels blijkt te zijn verdwenen en verantwoordelijkheden doorgeschoven naar lagere overheden en particulieren. Dit heeft ook voordelen, want voor wie dat ambieert, kan zich opgeven voor het aloude dijkleger dat weer wordt ingesteld. Met de bijbehorende kop warme erwtensoep naar we mogen aannemen. Een aanrader, want als er ergens een gevoel van verantwoordelijkheid en samenhorigheid ontstaat, dan is dat wel wanneer men samen strijdt tegen het water. Zoals dat eeuwen het geval is
© Marco Pluijm, 19/12/2016
geweest. En eenieder die hier feitelijk en inhoudelijk bij betrokken is geweest, weet waar dit over gaat. De historie…. Nadat alle grote waterkerende werken in Nederland voltooid waren, volgde de onvermijdelijke fase van beheren. Dit hield een verschuiving in van inhoudelijke bouw geconcentreerde kennis en ervaring, naar kennis die benodigd is voor een adequaat beheer. Met een natuurlijke overlap, want om iets optimaal te kunnen beheren, moet je eerst weten hoe het gebouwd is en behoort te functioneren. Zo niet onder het bewind van de toenmalige Directeur Generaal van de Rijkswaterstaat, die zeer voortvarend heeft ingezet op het invoeren van een uitsluitend proces georiënteerde Rijkswaterstaat beheersorganisatie. Waarbij alles wat met inhoud te maken had tot ongewenst risico verklaard werd. Want, zo heb ik de betreffende DG zelf meerdere malen heb horen zeggen, de RWS moest gaan werken zoals “Bechtel” dat doet. Focus op proces management en vooral geen inhoud, want inhoud schept verantwoordelijkheid en daarmee een risico. Als voormalig Bechtel Executive heb ik daar een wat genuanceerde mening over en durf gerust te stellen dat de betreffende DG daar dan als zodanig weinig van begrepen heeft. Voor degenen die dit mogelijk niet weten, Bechtel is een van de grootste aannemers ter wereld, vooral op het gebied van alles wat met energie en mijnbouw te maken heeft. Grote dingen dus. Met vele procesmanagement skills, maar uiteraard niet ontdaan van de daarbij behorende inhoud. In ons vak kan niemand op verantwoorde wijze gedegen project-‐ of procesmanagement uitvoeren, zonder zelf de benodigde inhoudelijke kennis en ervaring in huis te hebben. Immers, zonder voldoende adequate inhoudelijke kennis in de eigen organisatie, is het sturen op alleen maar processen een zeer gevaarlijke en risicovolle onderneming. Een onderneming als Bechtel kan zich dat niet veroorloven. En haar klanten evenmin. Zoals gezegd, binnen de Rijkswaterstaat werd en wordt daar desalniettemin anders tegenaan gekeken. Het klinkt ongeloofwaardig, maar ik heb in de afgelopen jaren in verschillende tendereveluatie commissies gezeten en moeten vaststellen dat op zich uitstekende, conforme aanbiedingen, sneuvelden op een teveel aan inhoud. “Als het niet goed voelt, dan gunnen we niet”, een citaat wat ik in dit kader onlangs aantrof in het Financieel Dagblad. Ongetwijfeld verkeerd opgetekend door de betreffende journalist, maar mogelijk toch sfeerbevestigend voor hetgeen reeds lange tijd gaande is. Mede geïllustreerd door het meest recente RWS-‐project waarbij ik zelf betrokken ben geweest, zijnde de Nieuwe Zeesluis in IJmuiden. Gegund op basis van nauwelijks gedefinieerde voorwaarden, tegen een extreem lage prijs, met
© Marco Pluijm, 19/12/2016
daarbinnen zeer grote bouwrisico’s voor alle betrokkenen en consequenties voor derden in de vorm van lange schuttijden en een vergroot zoutbezwaar. Het mag goed gevoeld hebben bij de gunning, de vraag is vervolgens waarop dat gevoel dan gebaseerd kan zijn geweest. Misschien waren goede specificaties, bijvoorbeeld van het nivelleersysteem, toch waardevolle aanvullingen op het bestek geweest. De tijd zal het leren. Evenals of de sluis niet alleen gevoelsmatig, maar ook in werkelijkheid goed schut. Navigeren op gegist bestek, met name in ondiepe kustwateren, kan en mag nooit koersbepalend zijn. Er is ook geen reden voor. Er zijn immers genoeg duidelijke herkenningspunten en ieder baken heeft z’n eigen karakteristiek. Het kan gelukkig ook goed gaan. Maasvlakte2 is daar een uitstekend voorbeeld van. Mede dankzij de inbreng van Rotterdam als partij en de creatieve benadering door de Nederlandse waterbouwaannemers, een voorwaar schitterend werk, ruim op tijd opgeleverd en binnen budget. Hier waren de bakens wel goed zichtbaar. Hetgeen van een wereldhaven als Rotterdam ook verwacht wordt. De bottomline…. Naast de aanbesteding en uitvoering van een paar grote waterbouwkundige werken in Nederland zelf, zoals MV2 en Ruimte voor de River, ging het feitelijke waterbouwen vooral door in het buitenland. Dit is op zich goed voor het vak. Onder andere om essentiële kennis en vaardigheden op peil te houden en verder te ontwikkelen. Ook qua onderwijs. Landen zoals China en Vietnam toonden zich niet onbetuigd in het opnemen en verder ontwikkelen van kennis en de daarmee verbonden vaardigheden. En in een aantal gevallen het tevens opbouwen van een eigen waterbouwindustrie. Om daar vervolgens ook de Nederlanders mee te beconcurreren op de wereldmarkt.. De huidige ontwikkelingen rond bijvoorbeeld de Spratly Eilanden in de South China Sea bewijzen overduidelijk dat de Chinezen in record tempo een substantiële landaanwinning op een meest afgelegen locatie kunnen aanleggen en grote waterbouwkundige werken kunnen bouwen en voltooien. Ondertussen droogde in Nederland de waterbouwkennis verder op, mede als gevolg van de ingezette tendens van de centrale overheid wat betreft haar houding ten opzichte van inhoudelijke kennis en daarmee ook die bij de daarmee gelieerde instituten en onderwijsinstellingen. Een zorgwekkende ontwikkeling, onder andere gesignaleerd door Prof dr. Ir. Vrijling in 2008 en door hem verwoord in een inspirerend essay, met de titel. “Het water aan de lippen, is er nog vraag naar de waarheid ? “ [Ref. De Gids, 2008] Prof. Vrijling stelt hierin onder andere dat : “Het grootste gevaar is echter dat wij het zicht verliezen op de beveiliging tegen hoogwater die essentieel is voor ons land. Enerzijds voor de fysieke veiligheid van Nederland, maar anderzijds voor ons internationale imago als
© Marco Pluijm, 19/12/2016
investeringsland. Hoe zal het buitenland oordelen over Holland dat overstroomd is, maar excellent geëvacueerd?” Het heeft weinig uitgehaald. De relevantie van het door Prof. Vrijling gestelde blijkt tot op de dag van vandaag helaas onveranderd actueel te zijn. Dit wordt nog eens bevestigd door bijvoorbeeld een experiment wat bekend is geworden als de Zandmotor. Een flinke berg zand van innoverende omvang langs het strand van Delfland, Zuid-‐Holland. Wat men waarschijnlijk niet meer wist, was dat eind jaren ‘70 / begin jaren ’80 een vergelijkbare proef is gedaan, gelegen iets ten zuiden van waar de Zandmotor nu ligt. Weliswaar met een wat kleinere hoeveelheid zand, te weten 1 miljoen m3 maar identiek qua vorm en opzet. Op basis van de resultaten van die proef is destijds besloten dat een dergelijke vorm van zandvoeding van een eroderende kust, niet effectief is, ook niet qua kosten. Omdat naar alle verwachting de fysica en daarmee verbonden processen in de tussentijd niet zijn veranderd, zullen de uitkomsten voor wat betreft de effectiviteit van de Zandmotor ook niet veranderd zijn. Zoals nu ook blijkt. Ruim tientallen miljoenen euro’s verder, verschillen de uitkomsten niet van die van destijds. Ook niet wat betreft een positieve invloed op het aquatisch milieu. Iedere zandsuppletie is per definitie een niet duurzame ingreep in het kustproces. Wat men zich daarbij vermoedelijk ook niet gerealiseerd heeft is, dat ook in het buitenland bolle zandige kusten niet stabiel zijn. Een aantal buitenlandse deskundigen heeft mij met enige regelmaat een aantal keren kritisch hierover bevraagd. Een voordeel van de Engelse taal is dat het een breed scala aan understatements kent. Een onzekere toekomst…. Per 1 januari a.s. gaan hernieuwde regels in voor toetsing van de hoofdwaterkeringen, mede gerelateerd aan binnen de betreffende dijkring gerealiseerde economische activiteit en geïnvesteerd vermogen. De zogenaamde WBI 2017. Wanneer de toets faalt, heeft men vervolgens tot 2050 om dat op te lossen. In de tussentijd moet het dan waarschijnlijk niet te vaak slecht weer worden en zo wel, dan snel even op het app’je kijken en zich snel naar de supermarkt spoeden als het resultaat tegenvalt. Met daarop overigens al meteen een aantal uitzonderingen zoals de Maasvlakte en de beweegbare keringen. Met de rivierdijken zal het wel goed zitten. De daarvoor benodigde kennis en ervaring is ook door de jaren heen goed verankerd en verzekerd via een aantal direct daarbij betrokken partijen en instanties. Maar zodra er zout water aan te pas komt, dan wordt het beeld meteen een stuk minder duidelijk. Of het nou gaat om bestaande keringen, zoals de Maeslantkering (operationeel), nieuwbouw (Zeesluis IJmuiden) of ontwerp en onderzoek (Zandmotor), de natuurlijke dynamiek van de kustzone lijkt flinke
© Marco Pluijm, 19/12/2016
hoeveelheden zand in de raderen te strooien. Zo blijven de beweegbare keringen een zorgenkind binnen het totale veiligheidsplaatje. Ontworpen en gebouwd in de jaren ’80 en ’90 volgens de toen geldende inzichten en normen. Door de tijdgeest en aard van de toen gekozen oplossingen, zeer complex en onderhoudsintensief. Terwijl met zoiets als klimaateffecten toen niet of nauwelijks rekening werd gehouden, anders dan via een soort van marge in de zijlijn voor toekomsite zeespiegelstijging. Er is destijds geen enkele mate van flexibiliteit of redundantie ingebouwd. Inmiddels blijkt dat het klimaat veel sneller verandert dan tot nu toe werd aangenomen en dan met name qua stormintensiteit, neerslaghoeveelheden en -‐duur. Dit kan grote consequenties hebben voor het operationeel functioneren en daarmee de faalkans van bijvoorbeeld de Maeslantkering. Als de afvoerdebieten op de Rijn met 50 % toenemen, zoals voor het Ruimte voor de Rivier project is aangenomen als ontwerpconditie, dan heeft dit naar alle waarschijnlijkheid een vergelijkbare impact op de debieten die via Haringvliet en de Nieuwe Waterweg moeten worden afgevoerd. En daarmee direct op het sluitgedrag van de Maeslantkering onder extreme condities. Dit is overigens iets dat voor de bewoners van het achterliggende gebied van levensbelang is. Toen ik onlangs de RWS hierover bevroeg, kwam men niet veel verder dan dat men ernaar gekeken heeft en de vinger aan de pols houdt. Wat hier als minder gewenste ontwikkeling indirect nog aan kleeft, is het feit dat de BV Nederland het Maeslandkering-‐concept probeert te verkopen aan de inwoners van New York als ultieme beschermingsmaatregel. Een bijna als onrechtmatige daad te kwalificeren ambitie, als men in eigen land niet eens kan of wil aangeven wat de faalkans van zo’n kering nou eigenlijk is. Alles bij elkaar voorbeelden van een sterk verzwakt vakgebied aan de kant van met name de Rijksoverheid, betreffende vrijwel de gehele Zoutwaterlinie. En dit zo observerend, niet alleen van belang voor Nederland zelf, maar daarmee ook voor Nederland als partner op de internationale markten. Alle hens aan dek…… Zoals opgemerkt, klimaatverandering gaat sneller en is meer intens dan tot nu toe werd aangenomen. Dat is in grote delen van de wereld zo. De desastreuse effecten halen regelmatig het nieuws. Wat tevens opvalt is dat in een aantal gevallen de schade niet direct veroorzaakt werd door de super-‐storm zelf, maar door wat er achteraan kwam. Zoals de storm-‐surge. Hurricane Sandy is daar een duidelijk voorbeeld van. De super-‐storm blijkt zichzelf opnieuw uit te vinden, onder andere als gevolg van veranderende temperatuur gradiënten en depressiebanen. Een fenomeen als Sandy kan een eenmalige extreme gebeurtenis zijn. Het kan ook het begin zijn van een nieuwe serie soortgelijke gebeurtenissen. Het begin van een trendbreuk.
© Marco Pluijm, 19/12/2016
Waterbouwkundige constructies worden traditiegetrouw ontworpen op basis van historische gegevens, statische analyses en scenario’s, op basis van wat er door de jaren heen in het verleden is gebeurd. Een trendbreuk laat zich hierdoor niet voorspellen. Als gevolg van genoemde versnelde klimaatveranderingen kunnen ontwerprandvoorwaarden ineens een heel andere richting op gaan, als gevolg waarvan bestaande, traditioneel ontworpen constructies kunnen falen. Met behulp van systeemgerichte, holistische benaderingen kunnen dergelijke risico’s worden geanalyseerd, verminderd en voorkomen. Zo’n holistische benadering kan gebaseerd zijn op wat er bijvoorbeeld geleerd kan worden van natuurlijke kustsystemen elders in de wereld die herhaaldelijk getroffen zijn en worden door extreme weerscondities, zonder daar veel schade van te ondervinden en die zich nadien snel herstellen. Want die bestaan ook. Kennelijk hebben deze systemen een ingebouwde flexibiliteit, veerkracht en zelf-‐herstellend vermogen, dat hen onderscheidt van andere, op het oog vergelijkbare systemen die echter wel schade oplopen. Deze eigenschappen kunnen mogelijk ook getransformeerd worden naar andere plaatsen op aarde, zoals de Noordzeekust. Om daar bij te dragen aan een veiliger en meer duurzaam kustsysteem. Een dergelijke systeemgerichte benadering moet daarom prioriteit hebben boven de thans gehanteerde projectmatige aanpak en daaraan gerelateerd onderzoek. Dit houdt op zich een geheel andere benadering van de definitie en uitvoering van dit soort onderzoek in. Deze benadering kan tevens meer duidelijkheid verschaffen over de mate van (on)betrouwbaarheid van de beweegbare keringen. Constructies die ontworpen en gebouwd zijn in de tweede helft van de vorige eeuw, volgens de toen geldende inzichten en normen. Constructies die zijn behept met een sterk toegenomen faalkans op het moment dat de klimaatverandering ook in Noordwest-‐Europa onverwacht een andere wending neemt. Gedegen inhoudelijke kennis en ervaring, actief aanwezig bij alle hiervoor verantwoordelijke en betrokken partijen, is daarbij een absolute noodzaak. Navigeren op gegist bestek kan en mag niet koersbepalend zijn voor de veiligheid en bescherming tegen overstroming. Het kan niet zo zijn dat we niet weten of de Maeslantkering inderdaad, bij snel veranderende klimaatcondities zoals die nu reeds elders in de wereld plaatsvinden, nog wel dicht kan als het er straks op aan komt. Met de daaruit voortvloeiende directe gevolgen voor de ca. 1,5 miljoen mensen die ervan afhankelijk zijn. Als we de peilingen mogen geloven dan staat het zittende kabinet op het punt om nu zelf ook zelf uitgezwaaid te worden. En mag men hopen op een nieuwe regering die vertrouwd is met het begrip ‘Alle Hens aan Dek!!’. Het klimaat doet wat het wil en Nederland kan alleen succesvol overleven, thuis en overzee, als de
© Marco Pluijm, 19/12/2016
veiligheid en duurzaamheid van de Zoutwaterlinie serieus worden genomen. Anders gaat men samen met de Nederlandse Waterbouw, kopje onder…. Marco Pluijm, Londen, December 2016