WHIPLASH MAGAZINE
HÉT WHIPLASH LIJFBLAD
26e jaargang | nummer 3 | december 2014
25 jaar WSN: succesvol, leuk en leerzaam
Jubileumcongres
2
3 WHIPLASH MAGAZINE | 2014 nummer 32
Het nummer dat u nu in handen heeft is een
gedenkwaardig nummer. Want we blikken uit-
gebreid terug op het Whiplash Congres, ter ere
van het 25 jarig bestaan van ‘onze’ WSN. Wat
ooit begon als een ‘telefooncirkel’, is inmiddels
uitgegroeid tot een heus instituut. Met meer dan
honderd mensen reisde u af naar Ede, nam u
deel aan lezingen, ontmoette u elkaar en deel-
de u ervaringen. Nog meer? Ongetwijfeld. Een
uitgebreid fotoverslag van deze gedenkwaar-
dige dag, vindt u verderop in dit nummer.
Natuurlijk blikken we ook terug met de sprekers
en vrijwilligers van de WSN. Zo beschrijft col-
lega Katy de lezing van André Weel. Hij gaat
in op de vraag ‘waarom zelfredzaamheid zo
belangrijk is’. En dat thema wordt de komende
tijd steeds actueler, met alle wetten en bezuini-
gingen van dien. Vrijwilliger Ilona van den Dob-
belsteen blikt terug op de periode vanaf 2005.
Een periode die gekenmerkt wordt door digitale
media en door veel samenwerking op het ge-
bied van zelfmanagement.
Nog een gedenkwaardig moment: tijdens het
congres lanceerde ondergetekende Whiplash-
magazine.nl. Als eerste — aan een patiënten-
organisatie gelieerd — patiëntentijdschrift, be-
wandelen we nu ook de digitale weg. Het is nog
pril, moet nog groeien en kan inmiddels tegen
een stootje. Maar Whiplashmagazine.nl is net
als een kind, dat wíl je zien groeien. De lance-
ring was een mijlpaal in de geschiedenis van dit
prachtige magazine.
Op naar het volgende gedenkwaardige
moment...
Chris de Boer, hoofdredacteur
‘Het Feest der Zelfredzaamheid’
Voorwoord
4
Bestuur
In elk nummer van Whiplash Magazine blikte het bestuur terug op de afgelopen periode. Deze keer doen we het anders: hoofdredacteur Chris interviewde bestuurslid Herman Kalfsterman. Hij blikte onder andere terug op het congres en het afgelopen jaar.
CongresHet bestuur concludeerde dat het congres een goed jubile-
umcongres was, aldus Kalfsterman. ‘Er was een informa-
tieve sfeer en mensen die je normaal niet ziet, waren naar
Ede gekomen. Sommigen van hen waren donateur van het
eerste uur, en uiteraard waren er veel vrijwilligers. Toch was
er ook een punt van kritiek: het was schipperen met de tijd.
Ook was het jammer dat niet iedereen vragen kon stellen.’
Samenwerking in Hilversum‘Al geruime tijd werkt Whiplash Stichting Nederland samen
met ME/CVS en met FES’, vervolgt Kalfsterman. ‘Wij zijn
hierin gestapt, want we zijn vanuit de huisvesting en de kos-
ten daarvan gaan denken. Toen deed zich de mogelijkheid
voor om samen met de twee organisaties huisvesting te
delen.’ Niet alleen op het gebied van huisvesting, maar ook
organisatorisch staan er plannen op stapel. In de prakti-
sche uitvoering is daar al wat van zichtbaar. ‘Op dit moment
werken we bijvoorbeeld aan een gezamenlijke backoffice’,
vertelt Kalfsterman, ‘Daarin zit een stuk secretariaat en de
telefoondiensten. Dit komt bijvoorbeeld de bereikbaarheid
ten goede.’ De medewerkers in één gezamenlijke backoffi-
ce-organisatie onderbrengen ziet Kalfsterman niet snel ge-
beuren.
‘Voordelen combineren’De drie organisaties hebben gezamenlijk een deskundige
van buitenaf aangetrokken om te kijken waar voordeel te
behalen is. ‘Ook wij hebben een gesprek gehad met deze
deskundige, Esther de Groot van La Luce. Zij staat ons
belangeloos bij’, vervolgt Kalfsterman. ‘Vragen die we ons
stellen zijn bijvoorbeeld hoe we over de toekomst denken.
En waar kunnen we voordelen op korte en lange termijn ha-
len?’ Volgens Kalfsterman vinden de verkennende gesprek-
ken voorlopig alleen op bestuurs- cq. directieniveau plaats.
En 2014?Kalfsterman blikt ten slotte terug op het afgelopen jaar: ‘Het
jaar 2014 was een rommelig en moeilijk jaar’, zo vertelt hij.
‘Het bestuur is geruime tijd niet op volle sterkte geweest en
de stichting heeft een andere organisatievorm aangenomen.
Veel taken die eerst door betaalde krachten verricht werden,
worden nu door vrijwilligers gedaan. Dat is het gevolg van
het teruglopen van subsidies, en het effectueren daarvan
was lastiger doordat het bestuur – maar ook de organisatie
– niet op volle sterkte was.’
Door Chris de Boer
Ondertussen bij het bestuur
Het bestuur in de oude samenstelling tijdens het congres.
Foto: Nico Groen
5 WHIPLASH MAGAZINE | 2014 nummer 34
24
9 Jubileumcongres 25 jaar WSN Een uitgebreid overzicht van het jubileumcongres dat op 7 november
in Ede werd gehouden. In tekst en beeld komen de hoogtepunten van
deze feestelijke dag voorbij.
12 Lezing Jacques van Eijk Beschouwing over complexe chronische gezondheidsproblemen, zoals
whiplash, vanuit medisch-sociologisch perspectief.
14 Lezing André Weel Waarom is zelfredzaamheid in de huidige tijd zo belangrijk? Wat is het
eigenlijk en hoe geef je er in de praktijk vorm aan?
16 Lezing Arjan Rittersma De juridische ontwikkelingen van de afgelopen 25 jaar. Gaat het de goede
kant op of moet de nadruk meer op herstel en minder op compensatie
liggen?
18 Ilona van den Dobbelsteen: Zelf de regie voeren De WSN bestaat dit jaar 25 jaar. In dit laatste deel van een drieluik,
vertelt Ilona over de ontwikkeling van de WSN sinds 2005. De periode
die gekenmerkt wordt door de grote rol van de digitale media en door
veel samenwerking met als centraal thema ‘zelfmanagement’.
20 Grenzen stellen Dit jaar komt in ieder nummer van het Whiplash Magazine (WM) het
onderwerp ‘Grenzen stellen’ aan bod. Iedereen heeft zijn eigen grenzen,
gevoelens en manieren om daarmee om te gaan. In dit nummer
staan ideeën en tips van José van Erp, coach, traumabegeleider en
ervaringsdeskundige.
En verder:Voorwoord ......................................................................................3Ondertussen bij het bestuur ..........................................................4Aan het werk met mijnreintegratie.nl ..........................................6Lancering Whiplashmagazine.nl ....................................................8Column ‘Samen met Anna’ ..........................................................23Hobby ............................................................................................24Koken met whippies ....................................................................28Contact en colofon........................................................................30
Inhoud
12
Medisch en zorg
Werk en inkomen
Letselschade
Leven en welzijn
Diensten van WSN
Handige kleurcodes
9
6
Re-integratie
In deze via het internet toegankelijke ‘cursus’ hebben de
drie patiëntenorganisaties al hun kennis en ervaring uit de
praktijk gestopt. ‘Mijn re-integratieplan’ helpt om inzicht te
krijgen in de problemen die je tegen kunt komen op je werk
en welke maatregelen en aanpassingen mogelijk zijn. De
module bevat oefeningen hoe je je wensen en beperkingen
kun bespreken met je werkgever of bedrijfsarts. Daarnaast
vind je er de belangrijkste informatie over wat er van jou
en je werkgever verwacht wordt in een re-integratietraject.
Met een korte momentopname kun je snel inzicht krijgen
waar je zelf staat in je re-integratietraject en welke onder-
delen van de module nuttig voor je zijn. Voordeel is dat de
module online te gebruiken is, dus dat je op je eigen plek in
je eigen tijd met de module aan de slag kan.
Uiteraard is deze module niet zomaar uit de lucht komen
vallen. Na een lange voorbereiding is in september ge-
start met het testen van de module en het gladstrijken van
eventuele plooien. Natuurlijk zaten er wat foutjes en ondui-
delijkheden in, maar de testers waren positief. Zo merkte
een van de testers op: ‘Het heeft mij veel sterker gemaakt,
zeker wat mijn rechten en plichten zijn.’
Hoe werkt het?Omdat er geen verplichte onderdelen zijn kun je zelf begin-
nen waar je wil en wanneer je wil. Na het inloggen kom je
in het hoofdmenu terecht. Daar kun je kiezen uit vijf opties:
Zelfportret, Re-integratie, In gesprek, Aanpak en Biblio-
theek. We raden wel aan de eerste keer het zelfportret te
doorlopen. Ook is het handig om het programma te leren
kennen door de ‘help’-functie door te nemen.
De optie Zelfportret helpt je om te zien waar je staat in het
re-integratietraject. Door tien stellingen te beantwoorden
zie je hoe ver je bent en krijg je advies welke andere on-
Aan het werk met mijnreintegratieplan.nlIn 2011 startten de Whiplash Stichting Nederland, de Steungroep ME en Arbeidsongeschiktheid en de Prikkelbare Darm Syndroom Belangenvereniging het project ‘dialooggestuurde re-integratie’, kortweg Project DIA. In dit project worden handvatten geboden om een constructieve dialoog aan te gaan met de werkgever en de (bedrijfs)arts. Er wordt niet meer óver je maar mét je ge-praat. Project DIA heeft een nieuwe mijlpaal bereikt: de lancering van de e-learning module ‘Mijn re-integratieplan’ voor zieke werknemers.
7 WHIPLASH MAGAZINE | 2014 nummer 36
Re-integratie
derdelen van Mijn re-integratieplan je kunnen helpen. Je
kunt ook na verloop van tijd de stellingen opnieuw invullen
zodat je je vorderingen kunt zien.
De knop Re-integratie geeft een overzicht van alle prakti-
sche zaken waar je tegenaan loopt, van je rechten en plich-
ten en met wie je allemaal te maken krijgt. Ook zitten er
vragenlijsten in om je een beeld te geven van wat er ‘in het
echt’ aan je gevraagd kan worden.
Het blok In gesprek geeft tips, adviezen en voorbeelden
van lastige gesprekken die je misschien krijgt met bijvoor-
beeld je leidinggevende of de bedrijfsarts. Aan de hand van
video’s zie je hoe zo’n gesprek kan verlopen. Ook staan er
handige lijstjes om je voor te bereiden op gesprekken.
Onder Aanpak komen de praktische belemmeringen aan
bod waar je tegenaan loopt. De reistijd naar je werk bij-
voorbeeld, je werkomgeving en de balans tussen werk en
privé. Aan de hand van vragen wordt duidelijk wat voor jou
het grootste probleem is en hoe je daar iets aan kunt doen.
De Bibliotheek ten slotte is, zoals de naam al zegt, een
verzameling van informatie en achtergrondkennis over re-
integratie, maar ook over je aandoening. Vanuit de andere
blokken wordt regelmatig naar de Bibliotheek verwezen
voor meer informatie. Ook staat in de Bibliotheek een aan-
tal oefeningen en vragenlijsten.
Ingewikkeld?Dat klinkt ingewikkeld. Maar er is alles aan gedaan om de
site zo overzichtelijk mogelijk te maken. Bij de vormgeving is
gekozen voor rustige kleuren, een logische opbouw en niet
te veel tekst op een pagina. Ook is er een voorleesfunctie
ingebouwd zodat je niet al te veel op het scherm hoeft te
turen. Verder kun je tips en notities die voor jou relevant zijn
opslaan zodat je niet alle schermen door hoeft te klikken: je
kunt meteen naar jouw tips springen als je ze nodig hebt.
KostenMijn Re-integratieplan is ontwikkeld met een subsidie van
het ministerie van VWS. Om Mijn Re-integratieplan tech-
nisch goed te laten draaien en inhoudelijk actueel te houden
is geld nodig. Hierdoor zijn de organisaties genoodzaakt
een bijdrage te vragen voor het gebruik van Mijn Re-inte-
gratieplan. Je betaalt voor een jaar gebruik van Mijn Re-in-
tegratieplan € 34,95. Ben je lid van een aangesloten patiën-
tenorganisatie dan krijg je korting,en betaal je voor een jaar
€ 19,95.
Het is zeker de moeite waard om navraag te doen of een
van de volgende partijen bereid is om (een deel van) de
kosten aan jou te vergoeden: je werkgever, je zorgverzeke-
ring of, in geval van letselschade, je tegenpartij.
De hele module is te vinden op www.mijnreintegratieplan.
nl. Daar kun je een account aanmaken of, als je die al hebt
inloggen, met je eigen gekozen inlognaam en wachtwoord.
Voor vragen over de module kun je terecht bij
8
Whiplashmagazine.nl
Met een eigen site maakt de redactie een grote stap voor-
uit. De overheid bezuinigt op patiëntenorganisaties, waar-
door het voor patiëntenbladen steeds moeilijker wordt om
te overleven. Als tijdschrift moet je dan creatief zijn en de
digitale snelweg niet uitsluiten! En zo is Whiplashmaga-
zine.nl ontstaan. Waar je vroeger voor het nieuws altijd de
‘Actueel-pagina’ op Whiplashstichting.nl in de gaten hield,
verhuist de bulk van het nieuws naar Whiplashmagazine.nl.
Maar er is meer!Whiplashmagazine.nl gaat naast nieuws ook blogs, co-
lumns en andere inhoud aanbieden. Daarmee wordt Whip-
lash Magazine nog meer het journalistieke platform van én
voor whiplashers. Eén van hen is Verena Huitema, die mo-
menteel blogt voor de blog Whiplash in de Praktijk. Ze biedt
je een kijkje in haar leven met een whiplash.
Betere afstemming tussenblad en siteVanaf 2015 zullen blad en site nog beter op elkaar afge-
stemd worden: ‘Waar de website ophoudt, gaat het blad
door en andersom’, vertelt de hoofdredacteur, ‘soms heb
je een ijzersterk artikel in je blad, en ga je online verder
met een video. Maar je kunt ook in je blad dieper ingaan op
nieuws dat je online hebt gebracht’.
Laat je horenReageren op Whiplashmagazine.nl is voor iedereen mo-
gelijk. Daarvoor maken we gebruik van het laagdrempe-
lige ‘Disqus’. Zo kan iedereen toch bijvoorbeeld onder een
nickname reageren en spam tegenhouden. Het enige dat
je hiervoor nodig hebt, is een Disqus-, Facebook- of Twit-
teraccount waarmee je kunt inloggen. Verder zoeken we
naast redacteuren ook nog bloggers en columnisten – vas-
te medewerkers – die voor ons willen schrijven, bloggen of
misschien wel video-items wil maken. Interesse? Stuur een
e-mail naar [email protected].
Tijd om eens te kijken!Benieuwd? Surf naar www.whiplashmagazine.nl. Als je tips
hebt of vragen, weet je ons te vinden! Of maak een af-
spraak en kom langs, de koffie staat klaar!
Whiplash Magazine lanceert
Whiplashmagazine.nlYes, het is waar! Sinds 7 november 2014 heeft Whiplash Magazine een volwaardig, eigen digitaal kanaal naast het tijdschrift: Whiplashmagazine.nl. Whiplashers en hun direct betrokkenen vinden er nieuws, en binnenkort ook columns, blogs en rubrieken. Whiplashmagazine.nl verschijnt naast het papieren blad. En stiekem zijn we best trots, want wij zijn het eerste patiëntenblad dat bij een organisatie hoort die een eigen site heeft!
9 WHIPLASH MAGAZINE | 2014 nummer 38
Whiplash jubileumcongres
Op 7 november jl. werd het grote jubileumcon-
gres van de Whiplash Stichting Nederland ge-
houden. Het motto ‘25 jaar WSN, daar plukt u
de vruchten van’ lokte bijna 150 mensen naar
het congrescentrum 5050-Belmont in Ede. De
aanwezigen konden lezingen bijwonen en ken-
nismaken met elkaar en de vrijwilligers van de
WSN. Bedrijven presenteerden hun produc-
ten en diensten en er was uiteraard ruimte om
even bij te komen. Verder was er gelegenheid
vragen te stellen en ervaringen uit te wisselen.
Ook werd de website www.whiplashmagazine.nl
officieel gelanceerd. De dag werd afgesloten
met een spetterende dansshow. Op de komen-
de pagina’s vindt u foto’s en verslagen van dit
zeer geslaagde jubileumcongres.
10
Whiplash jubileumcongres
11 WHIPLASH MAGAZINE | 2014 nummer 310
Whiplash jubileumcongres
Het motto ‘al 25 jaar plukt u de vruchten’ lokte meer dan 100
bezoekers naar het congres: mensen met een whiplash, part-
ners, deskundigen en vrijwilligers van de WSN. In een ont-
spannen sfeer, onder het genot van een hapje en een drankje,
werd gezellig gepraat, geluisterd en af en toe ook gediscus-
sieerd. De bezoekers konden wensen en suggesties achter-
laten op de ‘wensboom’. Het programma werd afgesloten met
een wervelende dansshow en de belofte dat WSN zich ook de
komende 25 jaar blijft inzetten voor mensen met een whiplash.
12
Van Eijk begint met een beschouwing vanuit de medische
wereld. Whiplash is een hardnekkig, complex gezondheids-
probleem waar medici het lastig mee hebben. Artsen hante-
ren graag het medisch denkmodel met een heldere oorzaak
en diagnose: het probleem is duidelijk, heeft een erkende
plek en de oorzaak kan aangepakt worden. Bij complexe
aandoeningen, zoals whiplash, schiet dit model zichtbaar te-
kort. De oorzaak is onduidelijk en daarom moeilijk te bestrij-
den. Je bent aangewezen op behandeling van de gevolgen
in de vorm van de klachten. Worden de klachten niet goed
aangepakt, dan heeft dat weer effect op het gezondheids-
probleem. Van Eijk noemt dit circulaire causaliteit.
Je onbegrepen voelenBinnen de medische wereld lopen whiplashpatiënten gere-
geld tegen problemen aan. Sommige artsen houden vast
aan het principe ‘geen oorzaak = geen ziekte’. Blijft een
medische verklaring uit, dan is het etiket ‘psychisch’ snel
geplakt. Het gaat dan van kwaad tot erger. Daarnaast blij-
ven artsen geneigd om oplossingen te bieden in plaats van
te luisteren naar de ervaringsdeskundige, de patiënt.
Van Eijk vertelt dat in de zorg te weinig rekening gehouden
wordt met de verschillen in gevoeligheid voor pijn. De ho-
gere pijngevoeligheid wordt ook wel sensitisatie genoemd.
Mensen met een lage pijndrempel worden al gauw afge-
schilderd als ‘zeurpiet’. Ook dat draagt natuurlijk niet bij
aan de oplossing en het brengt mensen in een negatieve
spiraal. Negatieve gedachten kunnen dan de overhand krij-
gen en er is een goede kans dat je in de put raakt waardoor
het dagelijks functioneren ook weer moeilijker wordt
De negatieve spiraal doorbrekenMet een chronische aandoening moet je zelf maar uitvin-
den waar je staat: Waar wil je, rekening houdend met jouw
beperkingen, naartoe? De kunst is om de samenhang te
ontdekken tussen gevoel, gedachten en je feitelijke ge-
drag. Vervolgens kun je proberen je gedachten te verande-
ren. Van Eijk noemt dit ‘reattributie’. Vaak denken mensen
negatief over hun mogelijkheden om activiteiten te blijven
Whiplash jubileumcongres
Integraal zelfmanagement Professor Dr. Jacques van Eijk (zie kader) verzorgt de eerste lezing van het congres. Hij geeft een beschouwing over complexe chronische gezondheidsproblemen, zoals whiplash, vanuit medisch-sociologisch perspectief. Een leerzaam verhaal, waaruit de redactie een aantal opvallende opvat-tingen en ideeën heeft gekozen.
‘Give a man a fish and he eats for a day. Teach a man how to fish
and he’ll be eating the rest of his life’
13 WHIPLASH MAGAZINE | 2014 nummer 312
ondernemen, zeker als de praktijk uitwijst dat het niet lukt
of de problemen niet gezien worden. Kijk je wel goed ge-
noeg, vraagt Van Eijk zich af. Vaak is de ene dag beter dan
de ander. Van belang is om te achterhalen hoe dit komt.
Van Eijk raadt aan om te experimenteren: maak een plan
om iets te gaan doen dat je graag doet, maar tot nu toe ver-
meden hebt. Kijk vervolgens hoe het uitpakt: Goede kans
dat het meevalt. Je creëert een succesje en een positieve
gedachte. Mocht het tegenvallen, zie het leermoment: Wat
was de relatie tussen emotie, gedachten en gedrag? Deze
kennis komt mogelijk een volgende keer van pas.
Van Eijk pleit voor ‘integraal zelfmanagement’: regie pak-
ken op alle terreinen. Medisch, emotioneel, sociaal, werk.
Meer grip ontwikkelen op je stemming, het dagelijks func-
tioneren en controle krijgen over je gezondheid en zorg.
Een hele klus!
OndersteuningVeel mensen met chronische en complexe gezondheids-
problemen hebben baat bij ondersteuning om de neer-
waartse spiraal te doorbreken. De reguliere hulpverleners
schieten steeds weer in de ‘hulpverlenersreflex’, zegt van
Eijk. Oplossingen bieden, in plaats van de patiënten helpen
om zelf oplossingen te vinden vanuit hun eigen ervaring
en kennis. Jij hebt het meeste verstand van je klachten
en waardoor deze toe- of afnemen. Je moet alleen leren
om die kennis toe te passen. Van Eijk is nu bezig met het
ontwikkelen van een trainingsprogramma voor vrijwilligers,
gericht op het aanbieden van integrale zelfmanagementon-
dersteuning.
Herma van Hierden
Whiplash jubileumcongres
Prof. Dr. J.Th.M. van Eijk (socioloog) is onder meer gespecialiseerd op het gebied van adaptieve opgaven van
chronisch zieken, de consequenties van ziekte voor het dagelijks leven en zelfmanagement. Van 1999 tot 2010 was
hij hoogleraar Medische Sociologie aan de Universiteit van Maastricht (faculteit Geneeskunde). In die periode volgde
hij de opleiding tot Master Trainer ‘Zelfmanagement’ aan de Stanford University te Palo Alto. Na zijn studie
werkte hij bij de Vakgroep Huisartsgeneeskunde van de Katholieke Universiteit Nijmegen en was hij hoogleraar
Huisartsgeneeskunde aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Hij volgde de opleidingen voor gezinstherapie en
gedragstherapie.
14
Weel vertelt dat zelfredzaamheid in
de samenleving steeds belangrijker
wordt. Het is waardevol om onszelf zo
goed mogelijk te redden, zeker in een
tijd waarin de verzorgingsmaatschap-
pij langzaam verdwijnt en er onzeker-
heden opdoemen in de (arbeidsgere-
lateerde) zorg. Dit is niet alleen een
Nederlands fenomeen. In 1948 defi-
nieerde de World Health Organisation
gezondheid nog als ‘fysiek, sociaal en
geestelijk welbevinden en de afwe-
zigheid van ziekte’. Hoeveel mensen
kunnen zich gezond noemen op ba-
sis van deze definitie? In 2011 wordt
in het gerenommeerde tijdschrift ‘Bri-
tish Medical Journal’ een hele andere
definitie gegeven: ‘Gezondheid is het
vermogen om onszelf aan te passen
en zelf sturing te geven aan uitdagin-
gen op sociaal, fysiek en emotioneel
gebied.’ Zelfredzaamheid dus.
Patiënten-verenigingen, zoals
de WSN, moetenzich laten zien!
De specifieke ontwikkelingen in de
arbeidsgerelateerde vragen om zelf-
redzaamheid. Weel schetst in zijn pre-
sentatie hoe ons stelsel zich heeft ont-
wikkeld. Lange tijd bepaalde de arts de
agenda en stelde de zieke werknemer
zich passief op. ‘De dokter zal het wel
weten’ was het adagium. Vanaf 2000
is dat gaan veranderen. Door de Wet
Poortwachter (2001) kwam de regie
voor de arbozorg en verzuimbegelei-
ding bij de werkgevers te liggen. Min-
der onafhankelijkheid van bedrijfsart-
sen en meer spelers, bijvoorbeeld in
de vorm van re-integratieconsulenten
en case-managers. ‘Goedkoper, maar
ook minder deskundig en soms minder
zorgvuldig,’ zegt Weel. Een commis-
sie van de Sociaal Economische Raad
(SER) , waarin de overheid, werkge-
vers en werknemers vertegenwoordigd
zijn, heeft onlangs advies uitgebracht
over verbetering van de arbeidsgere-
lateerde zorg. Helaas, geen eenslui-
dend advies, omdat werkgevers en
vakbonden het niet eens konden wor-
den. De werkgevers willen een beslis-
sende stem houden onder het motto:
‘Wie betaalt, bepaalt.’. De bonden wil-
len een meer onafhankelijke zorg. En
de bedrijfsartsen proberen het verlo-
ren vertrouwen terug te winnen. Een
Whiplash jubileumcongres
Werk en re-integratieAndré Weel, bedrijfsgeneeskundige bij Yellow Factory, houdt een boeiende lezing over het thema ‘Zelfredzaamheid, als je door ziekte je werk niet meer kunt doen’. Hij maakt duidelijk waarom zelfredzaamheid in de huidige tijd zo belangrijk is. Vervolgens legt hij uit wat zelfredzaamheid betekent en wat nodig is om daar in de praktijk vorm aan te geven.
15 WHIPLASH MAGAZINE | 2014 nummer 314
verwarrende situatie, waarin de zieke
werknemer zich actief moet opstellen.
Hoe red je jezelf?Zelfredzaamheid betekent dat je zelf
de regie neemt over je herstel en re-
integratie. Je neemt het stuur in han-
den en de artsen en deskundigen on-
dersteunen je. Vanuit dat perspectief
vindt Weel het een goede zaak als de
werknemer het eigen arbeidsmedi-
sche dossier gaat beheren.
Om de regie te kunnen voeren, heb je
wel het één en ander nodig:
Kennis van de wet en regels, van
de rollen van de verschillende spe-
lers en van de eigen aandoening.
Vaardigheden op het gebied van
communicatie en zelfredzaamheid.
Vertrouwen in jezelf. Bepaal je ei-
gen koers en kom op voor je belan-
gen.
Vertrouwen in de andere spelers,
zoals bedrijfsarts en hulpverleners.
Maar geen blind vertrouwen. Zoek
indien nodig een andere bedrijfs-
arts of hulpverlener en schroom
niet om desnoods een klacht in te
dienen.
Ondersteuning en advies op de
punten, waar je zelf niet voldoende
in huis hebt.
Aanbevelingen voor beleid Weel vindt dat de ondersteuning en
advies voor de mensen die re-integre-
ren veel toegankelijker moet worden.
Er is een infrastructuur nodig, met be-
hulp waarvan mensen zich de beno-
digde kennis en vaardigheden eigen
kunnen maken. Hij vraagt zich af of de
overheid daar een rol in heeft, maar
beantwoordt deze vraag niet. Patiën-
tenverenigingen kunnen een actieve
rol spelen. Weel vindt het project ‘Ziek
zijn en werken’ (DIAlooggestuurde re-
integratie), waarvan de WSN één van
de trekkers is, een goed voorbeeld op
dit gebied. Meer over dit project op
pagina 6 van dit Whiplash Magazine.
Weel besluit met een oproep aan pati-
entenverenigingen om zich te roeren:
Ga in discussie met de beroepsver-
eniging van bedrijfsartsen.
Katy van der Sluis
Whiplash jubileumcongres
Dr. André Weel is bedrijfsgeneeskundige. Op dit moment werkt hij bij Yel-
low Factory, een bedrijf dat projecten en opleidingen uitvoert op het gebied
van arbeid en gezondheid. Ook is hij actief bij het Instituut voor Klinische
Arbeidsgeneeskunde. Daar beoordeelt hij mensen met een complexe pro-
blematiek, waaronder whiplash, bijvoorbeeld voor deskundigheidrappor-
ten. Sinds 2010 is hij hoofdredacteur van het Tijdschrift voor Bedrijfs- en
Verzekeringsgeneeskunde.
Weel is goed ingevoerd in de whiplashproblematiek. Hij leverde een be-
langrijke bijdrage aan een gemeenschappelijke richtlijn van betrokken
beroepsverengingen over ‘re-integratie met een whiplash’. In dat kader
overlegde hij ook met de WSN. Weel is voorzitter van de adviesraad voor
het project ‘Ziek zijn en werken’.
16
Het grootste probleem is dat in het
hele proces van het verhalen van let-
selschade het herstel een onderge-
schoven kindje is. De nadruk ligt op
(financiële) compensatie, wat in de
praktijk vaak leidt tot discussies met
de verzekeraars. Het herstellen naar
de oude toestand komt er in die dis-
cussie bekaaid af. Daar zit ruimte voor
verbetering, volgens Rittersma. Het
slachtoffer heeft behoefte aan erken-
ning en ondersteuning, pas daarna
aan geld.
OndersteuningVoor die ondersteuning ziet Rittersma
verschillende middelen. Zo kun je een
arbeidsdeskundige inschakelen, ge-
bruik maken van coaching, behande-
ling uiteraard en het inzetten van een
steunnetwerk. Maar ook op het gebied
van onderzoek kan meer gebeuren.
Bijvoorbeeld onderzoek naar herstel
op de lange(re) termijn. Stilzwijgend
wordt er nu van uitgegaan dat na 5 tot
10 jaar het slachtoffer helemaal her-
steld is. Maar klopt dit wel?
Ook de verschillende manieren om
(whiplash)letsel te behandelen kun-
nen verder onderzocht worden. Welke
behandeling werkt, en voor wie? Hier
ziet Rittersma een rol weggelegd voor
de WSN voor de komende jaren.
Ten slotte ziet hij heil in verder weten-
schappelijk onderzoek. Zo zijn de mo-
gelijkheden voor een ‘precisie scan’
de afgelopen jaren sterk verbeterd in
de vorm van een fMRI. Dit staat voor
Functionele MRI, een scan waarbij
hersenactiviteit in een driedimensio-
naal model wordt weergegeven.
Whiplash jubileumcongres
‘Niet focussen op compensatie, maar op herstel’‘Moet het roer niet om? Minder nadruk op compensatie, meer op herstel. Doen we dat genoeg?’ Dat was de vraag die Arjan Rittersma van Balans Advocaten en lid van de ASP, de zaal voorhield tijdens zijn lezing. In vogelvlucht legde hij de geschiedenis van 25 jaar Whiplash Stichting Neder-land (WSN) naast de juridische ontwikkelingen op het gebied van letselschade. Hoewel er nog steeds veel strijd is tussen letselslachtoffers en (sommige) verzekeringsmaatschappijen is het niet allemaal slecht nieuws. Met name het bewijzen van letsel is makkelijker geworden. Maar er valt nog genoeg te verbeteren volgens Rittersma.
17 WHIPLASH MAGAZINE | 2014 nummer 316
Een andere optie om meer te weten te
komen over (verborgen) letselschade
is post mortem onderzoek. In Neder-
land niet gebruikelijk, maar wel een
methode die nuttige informatie kan
opleveren.
PlausibelGelukkig ziet hij de afgelopen paar
jaar, vanaf 2010, een bemoedigende
ontwikkeling. De strijd over de vraag
of hard wetenschappelijk bewijs voor
het letsel geleverd moet worden is
beslecht. Mensen met letsel hoeven
geen keihard wetenschappelijk bewijs
te leveren in de rechtszaal. Belangrij-
ker is de vraag: is er letsel? Zo ja, is
het dan plausibel dat dat door het on-
geval is ontstaan? Vanwege de aard
van de klachten stellen rechters geen
hoge eisen meer aan dat oorzakelij-
ke verband. Rapporten van medisch
deskundigen zijn nog steeds belang-
rijk, maar niet meer doorslaggevend.
Dat wil niet zeggen dat verzekeraars
meewerken. Nog steeds verschuilen
ze zich achter medisch adviseurs en
willen ze af van ‘niet-objectiveerbare
letsels’. Daarbij worden de verzeke-
ringsmaatschappijen gesteund door
de houding van de Nederlandse
Vereniging van Neurologen. Deze
kwamen in 2007 met een Richtlijn
Whiplash die er op neerkomt dat
een whiplash ‘niet objectiveerbaar’
is. Met andere woorden: wat we niet
zien, bestaat niet. In de praktijk leidt
dat nog steeds tot procedures tussen
letselslachtoffers en verzekerings-
maatschappijen. Vervelend voor het
slachtoffer, die behalve veel tijd en
frustratie ook geconfronteerd wordt
met de kosten van een eventuele pro-
cedure. In de praktijk leidt dat ertoe
dat veel mensen geen advocaat in de
arm nemen, of slechts beperkte mid-
delen hebben en de slag daarom niet
kunnen winnen. De kans op een (te)
lage schikking is daarom groot. De
Resultaatsafhankelijke Urenbeloning
(‘no cure, no pay’, sinds dit jaar toe-
gestaan voor bepaalde letselschade-
zaken) is daarvoor misschien een nog
oplossing in de gevallen waarin het
om een aanzienlijk financieel belang
gaat. De ervaringen hiermee zijn nog
beperkt.
Kortom: er valt nog veel te verbete-
ren in de letselschadepraktijk. Maar
dat daarbij meer aandacht aan her-
stel moet worden besteed is duide-
lijk, volgens Arjan Rittersma. Vóór
het toekennen van een compensatie
zou eerst ingezet moeten worden
op herstel en hulp bij de dingen die
niet meer lukken. Dat is een veel
positievere benadering en geeft de
benadeelde tijd om het vertrouwen
in eigen kunnen weer op te bouwen,
met een goede kans op lagere scha-
desommen (inclusief de kosten van
afhandeling). Er is dus ook de ko-
mende 25 jaar nog genoeg te doen
voor de betrokkenen, waarbij de
Whiplash Stichting Nederland zeker
haar steentje kan bijdragen.
Whiplash jubileumcongres
‘Ik koos bewust voor de letselschadepraktijk uit interesse voor verkeer, on-
gevallen en medische aspecten (mijn vader is arts). Toen ik eenmaal bezig
was in dit vakgebied zag ik al snel dat het me erg veel plezier geeft op te
treden voor de underdog en mijn kennis, betrokkenheid en lange adem
daarvoor in te zetten. Het onderwerp whiplash heeft mijn belangstelling
vanwege mijn inspanningen binnen de samenwerking ASP-WSN én mijn
ergernis over de domheid van de stelling dat we de wereld kunnen ver-
klaren door wetenschappelijk onderzoek c.q. de maakbaarheid van ons
bestaan. Er is nog veel meer niet bekend over ons bestaan dan wel.’
18
‘De laatste tien jaar is het thema ‘zelfmanagement’ steeds
belangrijker geworden,’ vertelt Ilona. ‘Zelf het stuur in han-
den nemen na een whiplashongeval, op alle gebieden: be-
handeling en revalidatie, werk, sociaal en in een eventuele
letselschadezaak.’ Niet voor niets is zelfredzaamheid ook
het thema van het jubileumcongres op 7 november 2014.
Kennis geeft krachtDe belangrijkste taak van de WSN is om whiplashpatiënten
goede informatie en adviezen te bieden. Uiteraard via de
persoonlijke hulpverlening door de WSN-contactpersonen,
maar ook door samenwerking met andere organisaties.
‘Je hoeft niet alles zelf te weten en te kunnen, zolang je
maar de goede partners vindt,’ legt Ilona uit. Sinds 2009
kunnen whiplashpatiënten terecht bij het Advies- en Meld-
punt Ziekteverzuim en Arbeidsongeschiktheid (AMZA) voor
informatie en advies over het hele traject van het eerste
ziekteverzuim tot en met keuring door het UWV. Het AMZA
is een gezamenlijk project van de WSN en de patiënten-
vereniging voor ME / CVS. Samen met de ASP (Advoca-
ten voor Slachtoffers van Personenschade) is in 2009 ook
de letselschadehelpdesk opgezet. Hier kunnen donateurs
een vrijblijvend en kosteloos advies krijgen van een ASP-
advocaat over de letselschadeprocedure.
Belangenbehartiging‘Belangenbehartiging is enorm belangrijk, maar ook een
lastig onderwerp. Hoe zorg je voor meer erkenning voor
whiplashpatiënten in de samenleving, maar ook bij verschil-
lende beroepsgroepen als artsen, verzekeraars en UWV?
‘De leden van de Medische Adviesraad van de WSN zijn
belangrijke ambassadeurs,’ zegt Ilona. ‘Maar het is voor
hen niet gemakkelijk om echt gehoor te vinden binnen hun
beroepsgroep.’ Ze is trots is op het project POM (Pati-
entenperspectief op mediprudentie), waarin de WSN,
samen met de verenigingen voor nier- en ME/CVS-pati-
enten, kwaliteitscriteria hebben ontwikkeld voor keuringen
vanuit het patiëntenperspectief. Mede als gevolg van dit
project wordt de WSN nu betrokken bij het opstellen van
nieuwe richtlijn voor verzekeringsartsen.
Het digitale tijdperkVandaag de dag zoeken mensen steeds meer informatie
via internet, e-mail en chatfora. Ze willen niet meer wach-
ten op antwoorden totdat er een inloopbijeenkomst of
cursus is. In 2002 startte de WSN met de website, die in-
middels sterk uitgebreid en geprofessionaliseerd is. En in
2004 begon de hulpverlening via e-mail. Sinds 2012 roert
de WSN zich ook op Facebook en Twitter.
Het digitale tijdperk biedt veel voordelen: snelheid, meer-
dere informatiebronnen en snel contact met lotgenoten.
Een nadeel is dat whiplashpatiënten minder een band ont-
wikkelen met de WSN. Vermoedelijk is dit de belangrijkste
reden waarom het aantal donateurs sinds het begin van
deze eeuw is gedaald.
25 jaar vol verhalen
In 2003 kwam Ilona als vrijwilliger bij de Whiplash Stichting Nederland (WSN). Zoals velen begon ze als contactpersoon bij de telefonische hulpdienst. Al snel hield ze zich ook bezig met onder-werpen zoals zelfmanagement en belangenbehartiging voor whiplashpatiënten. Sinds 2010 is zij bestuurslid van de WSN met onder meer de portefeuille ‘Vrijwilligers’. Ze vertelt enthousiast over de afgelopen tien jaar en de plannen en mogelijke obstakels voor de nabije toekomst.
Ilona van den Dobbelsteen
Zelf de regie voeren
19 WHIPLASH MAGAZINE | 2014 nummer 318
Samenwerking is de toekomstAlle patiëntenverenigingen leiden onder de drastische be-
zuinigingen van de overheid. In vier jaar tijd is de subsidie
van de overheid met 70% gedaald. De regering vindt dat er
teveel verschillende patiëntenorganisaties zijn en zet in op
fusie en samenwerking. ‘We hebben besloten om zelf het
heft in handen te nemen,’ zegt Ilona. ‘We kunnen beter zelf
onze partners zoeken, dan straks gedwongen te worden.’
Sinds 2013 deelt de WSN een kantoor en ondersteunende
faciliteiten met de FES (fibromyalgie) en de ME/ CVS-or-
ganisatie. Samen met verschillende patiëntenverenigingen
organiseert de WSN regelmatig themabijeenkomsten en
start projecten door gezamenlijke subsidieaanvragen. Op
dit moment wordt hard gewerkt aan twee projecten: een
digitaal leerprogramma dat ondersteuning biedt tijdens het
re-integratieproces (‘Dialooggestuurde re-integratie’) en
een digitale kennisbank over participatie met beperkingen
(‘Ervaringsdeskundigheid werkt’).
UitdagingenDe uitdaging voor de toekomst is om de kwaliteit van onze
dienstverlening te behouden en te vergroten. Samen met
andere patiëntenorganisaties, maar met behoud van onze
eigen identiteit en specifieke whiplashkennis. De organisa-
tie zal voor bijna honderd procent op vrijwilligers draaien.
‘Gelukkig hebben we een heel enthousiaste groep vrijwilli-
gers en een fijne en warme sfeer,’ besluit Ilona. ‘We zijn blij
dat zich steeds weer nieuwe mensen melden. Ook mensen
die niet zelf een whiplash hebben, maar toch bereid zijn
hun kennis en energie in te zetten.’
Katy van der Sluis
25 jaar vol verhalen
20
Grenzen bewaken
José begeleidt onder meer mensen die een ongeval gehad
hebben en die vastlopen in het ‘nee zeggen’. Kort gesteld is
haar aanpak gebaseerd op twee peilers: inzicht en oefening.
InzichtInzicht, begrijpen hoe jij omgaat met situaties die (te) veel van
je vragen en waarom je dat zo doet, is het halve werk. Inzicht,
niet om jezelf te bekritiseren, maar om oplossingen te vinden.
‘Vind geen gebrek, vind een remedie’, is de slogan van José.
Neem de case, die we in WM 2 bespraken:
Je krijgt een mail van een oud-klasgenote. Ze wil graag
met haar zes oude schoolvrienden afspreken in een res-
taurant in het midden van het land. De bedoeling is om met
elkaar te eten en bij te praten. Aansluitend volgt nog een
gezellig afzakkertje in een nabijgelegen café.
Waarom is het zo moeilijk om nee te zeggen?Op de eerste plaats is het natuurlijk vervelend en verdrietig
om een dergelijke leuke uitnodiging aan je voorbij te moeten
laten gaan. Maar meestal spelen er op een meer onbewust
niveau ook andere gevoelens mee: de angst voor afwijzing
en kritiek van je oud-klasgenoten of een (innerlijk) conflict.
Wellicht een gevoel van verantwoordelijkheid om de reünie te
laten slagen en een schuldgevoel omdat jij spelbreker bent.
Of je vindt dat je dit wel moet kunnen, omdat je (te) hoge ei-
sen aan jezelf stelt of jezelf wilt bewijzen.
Dit jaar komt in ieder nummer van het Whiplash Magazine (WM) het onderwerp ‘Grenzen stellen’ aan bod. In WM 1 en 2 las u hoe verschillend mensen reageren op een situatie die voor whiplash-patiënten lastig is. Iedereen heeft zijn eigen grenzen, gevoelens en manieren om daarmee om te gaan. In dit laatste nummer van 2014 ideeën en tips van José van Erp, coach, traumabegeleider en ervaringsdeskundige (zie kader).
Grenzen stellen (3) – Inzicht en Oefenen
21 WHIPLASH MAGAZINE | 2014 nummer 320
Je hebt het recht je mening te uiten.
Je hebt het recht om fouten te maken.
Je hebt het recht om ‘nee’ te zeggen,
om een verzoek te weigeren.
Je hebt het recht om van mening te veranderen.
Je hebt het recht om voor jezelf op te komen.
Je hebt het recht om met respect
behandeld te worden.
Grenzen bewaken
Het is boeiend en leerzaam om te onderzoeken wat deze
gevoelens zeggen over je zelfbeeld. Is de goedkeuring van
anderen belangrijk voor je en is deze bepalend voor jouw
keuzes? Voel jij je verantwoordelijk voor het geluk van an-
deren? Moet je bewijzen dat je een goed of flink of sterk
mens bent? Of ben je iemand die alles aan moet kunnen
en alles uit het leven wil halen? Dit zijn indringende vragen,
die zeer de moeite waard zijn om te verkennen, eventueel
met steun van een vriend(-in) of coach. Door te kijken naar
je levensgeschiedenis en je gezin van afkomst kun je je ei-
gen thema en de bron daarvan ontdekken. Dit inzicht geeft
ruimte om andere en nieuwe keuzes te maken.
Nee zeggen levert positieve zaken op!Grenzen stellen, een medaille met twee kanten. Het is vaak
moeilijk om nee te zeggen, maar grenzen stellen levert ook
veel op voor je zelfbeeld en gevoelens. Door grenzen te
stellen zorg je dat je niet steeds verder uitgeput raakt. Dat
geeft op zich al een goed gevoel. Maar door nee te zeggen
doe je meer: Je geeft aan dat jij jezelf de moeite waard
vindt en je maakt je niet afhankelijk van het oordeel van de
ander; je toont zelfrespect en krijgt zelfvertrouwen. Men-
sen merken regelmatig dat het nemen van verantwoorde-
lijkheid voor het eigen welzijn een goed gevoel geeft, een
positiever zelfbeeld. En je ontdekt en straalt uit wat voor
jou belangrijk is.
Oefening Assertiviteit is een tijdlang ‘mode’ geweest, maar in de
basis is het een universeel en fundamenteel begrip: Je
hebt het recht om voor jezelf op te komen. Dat getuigt van
zorg voor jezelf, waarbij je ook rekening houdt met de an-
der. José heeft dit recht samengevat in een aantal basis-
principes. Een inspiratiebron om te staan voor je eigen
behoeften en gevoelens.
22
Grenzen bewaken
En als je weer voor een moeilijk dilemma komt te staan:
1. Bedenk dan dat je altijd tijd kunt vragen om een goede
beslissing te nemen.
2. Stel de volgende vragen aan jezelf:
Wil ik ja zeggen, omdat ik het wil of omdat ik me
anders schuldig of gespannen ga voelen?
Word ik blij van het verzoek of voelt het als een last?
Wat levert het op als ik ja zeg?
Wat levert het op als ik nee zeg?
3. Je mag altijd op een eerder genomen besluit terug
komen.
Je kunt hiermee oefenen door deze principes toe te pas-
sen of bij jezelf na te gaan waarom je er in een bepaalde
situatie geen gebruik van maakt.
Katy van der Sluis en Herma van Hierden
José van ErpIn 1994 kreeg José (54 jaar) een whiplashletsel na een kop-staartbotsing. Ze kwam terecht in een traject van
revalidatie en re-integratie. Maar het bleek dat ze haar werk als juridisch assistent niet meer kon doen. Ontslag en
WAO volgde. ‘Het waren moeilijke en pijnlijke jaren,’ vertelt José. ‘Uiteindelijk leverde het ook veel op. Door deze
levenservaring ben ik mijn hart gaan volgen. Met de combinatie van mijn ervaringsdeskundigheid en onder meer
een opleiding tot coach, kon ik in 2006 mijn droom realiseren: een eigen coachingspraktijk.’
In haar praktijk ‘Consulash’ begeleidt José mensen die een ongeval overleefd hebben. ‘Ik werk met een holistische
aanpak, een proces dat gericht is op lichamelijke, geestelijke en spirituele heling’, vertelt José. ‘Iedere cliënt is
anders en daarom werk ik met een op persoonlijke doelen toegesneden stappenplan. Ik ondersteun ook letsel-
schadetrajecten.’ Daarnaast werkt José, samen met een gezondheidskliniek, als coach welzijn met kankerpatiën-
ten. En ze is al 20 jaar actief als vrijwilliger voor de WSN.
José ziet veel cliënten worstelen met het thema grenzen stellen.
‘Zelf ben ik ook door schade en schande wijzer geworden,’ vertelt
José. ‘Ik zei te vaak JA en stond graag voor anderen klaar. Ik
worstelde vooral met een schuldgevoel. Nee zeggen voelde als
afwijzen. Dit alles ging ten koste van mijn eigen behoeften met het
gevolg dat het herstel niet echt vlotte. In de loop van de tijd leerde
ik assertief worden en ging oefenen. Ik ontdekte waar ik plezier
aan had en wilde genieten van leuke dingen. Dat betekent keuzes
maken en vaker mensen in je omgeving teleurstellen. Een hele
uitdaging! Maar het levert heel veel op: vitaliteit, makkelijker leven
en een positiever zelfbeeld.’
23 WHIPLASH MAGAZINE | 2014 nummer 322
De dagen worden steeds korter en de
kaarsjes staan weer te fonkelen op
tafel. Genesteld op de bank, met een
goed wijntje en uitzicht op mijn part-
ner, overdenk ik onze relatie. Terwijl
de vlammetjes sierlijk omhoog gaan,
stel ik mijzelf een vraag: Hoe gelijk-
waardig is onze relatie momenteel?
Verliefd worden is één van de mooi-
ste gevoelsbelevingen die er bestaat!
Heerlijk, die onbevangen vlinders, het
verlangen om de ander weer te zien.
Samen beleven en zoveel mogelijk
van elkaar willen weten. Je wilt opti-
maal genieten van elkaar! Verliefd op
een karakter, het hart én het omhul-
sel. Uiteindelijk zijn het de eerste twee
waarvan je het meest gaat houden en
dat kan een heel mensenleven mee:
Zolang de gevoelens diep geworteld
zitten en je blijft openstaan voor die-
gene die deze gevoelens voor jou
koestert.
Vroeger zou ik niet getwijfeld hebben
aan de gelijkwaardigheid tussen ons.
Ik vond het een must dat je in de ba-
sis goed bent met jezelf: zelfredzaam,
zelfstandig, zelfverzekerd, houden
van jezelf. Een partner is als een aan-
vulling op dat eigen geluk, een win/
win situatie: je versterkt elkaar, kent
elkaar, gelijkwaardigheid! Ondertus-
sen ben ik die onbevangen vrouw van
toen niet meer. Zou het betekenen
dat, nu het fysiek niet meer aan die
norm voldoet, het evenwicht weg is?
Ik nip aan mijn glas en ontdek dat mijn
beeld niet geheel correct was. Het
gaat niet om hoeveel de één doet of
de ander zich excuseert: Hoe vaak ik
denk tekort te schieten, hoe verdrietig
het is dat hij mijn last meedraagt: al-
lemaal voorbeelden van mijn schuld-
gevoel en zonder te communiceren is
er geen ruimte om dit te laten gaan.
Doordat ik me schuldig blijf voelen om
wat me overkomen is en mijn eerder
zo geliefde leven een andere wending
heeft moeten nemen, betekent niet
dat ik diep in mijn karakter zoveel ver-
andert ben. In de basis blijf ik dezelfde
persoon met wat extra littekens, man-
kementen. Mijn partner voelt mijn on-
macht, erkent het. Hij ziet mijn kwets-
baarheid en strijd. Hij kent het verdriet
en ik erken hem in zijn onvermogen. Ik
zie hoe hij mij aanvult en ik hem: bin-
nen mijn relatie ben ik geen slachtof-
fer. Mijn partner houdt van me om wie
ik ben, niet om wat ons overkomen is
Samen 100%. Zo zijn we ooit begon-
nen en zo groeien we samen verder:
We komen er wel en hoe de verdeling
is? Maakt dat echt zo uit?
Anna
Column
In haar columns neemt Anna ons mee
op een reis die dankzij haar whiplash
een hele andere bestemming heeft
dan ze wilde. Ze laat ons zien wat ze
in het dagelijks leven tegenkomt en
maakt ons deelgenoot van haar suc-
cessen en tegenslagen.
Samen met Anna
24
Hobby
Aan het woord is Nina Montero. Zes jaar geleden viel zij
van de vlizotrap en kwam hard op haar hoofd terecht. ‘Voor
mijn ongeluk schilderde ik al. Grote doeken. Ik heb er een
van 2 x 3 meter gemaakt. Een uitvergrote rode rozenknop
met de titel: ‘Wie is er niet bang voor rood’. Als antwoord
op het schilderij van Barnet Newmann: ‘Who is afraid of
red, yellow and blue’.
‘Na het ongeluk was het finito. Kon ook mijn werk als fysio-
therapeute niet meer uitoefenen. Ik had veel concentratie-
problemen en heel veel hoofdpijn. Voor het ongeluk had ik
een enorm fotografisch geheugen, maar dat was weg. Ik
kon niet meer in lagen denken. Omdat ik zo weinig ener-
gie had kon ik alleen tekeningen maken. Vier jaar na het
ongeluk was ik weer in staat om te schilderen. Ik werd ‘s
morgens wakker met een beeld voor ogen van een vlinder,
die uit een ei een onbegrensd blauwe hemel invliegt. Ik had
een relatief goede periode in die tijd en het was mogelijk
om de kwast weer ter hand te nemen. Ik moest wel oefe-
nen om de goede penseelslag in de vingers krijgen.’
Nina:‘Als ik in de kamer naar mijn schilderijeni
kijk, zie ik wat ik weer bereikt heb’
25 WHIPLASH MAGAZINE | 2014 nummer 324
Hobby
‘Er kwam eens een vriend
langs die nog nooit iets van
mijn schilderijen gezien had.
‘Wauw, jij kan echt schilde-
ren’, was zijn commentaar.
Net nadat ik zelf het gevoel
had dat ik weer kon schilde-
ren, was dit een mooie be-
vestiging van buiten. Dat gaf
zoveel voldoening. Lang-
zaamaan heb ik toen het
schilderen weer opgepakt.
Ik voel me zo verbonden met
mijn werk. Ik krijg er zoveel
energie van.’
‘Later heb ik een drieluik ge-
maakt. Op de manier zoals
de Aboriginals dat doen. Dit
schilderij heeft zichzelf ge-
maakt. Ik hoefde alleen maar
te volgen wat zich aan dien-
de. Ik ging zo in mijn werk op
dat ik het liefst de hele dag
schilderde. Ook als ik ge-
zellig bezoek had dacht ik:
wanneer gaan ze weer weg,
zodat ik weer verder kan met
stippen. Het schilderij be-
staat uit allemaal stippen.’
‘Vroeger schilderde ik op de
grond, op mijn knieën. Dat
gaat niet meer. Ik heb een
tekentafel aangeschaft, die
kan ik verstellen op de juiste
hoogte. Ik was ook gewend
met olieverf te werken, maar
dat duurt te lang om te dro-
26
Hobby
gen. Ik werk nu met acrylverf, dat droogt wat sneller en dat
kan ik eventueel met de föhn bewerken zodat het sneller
droogt en ik door kan gaan als ik mij goed voel.’
‘Ik heb onscherp gezien, mijn motoriek was gestoord, dat
waren lastige obstakels. Maar mijn hart ligt bij het schil-
deren. Dat ik dat weer kan, dat is zo geweldig. Het schil-
deren heeft me veel gebracht. Als ik schilder, voel ik me
in mijn element en verbonden met het leven. Dat gevoel
geeft zin aan mijn bestaan. Op momenten dat ik niet goed
te pas ben kan ik genieten van mijn schilderijen. Het biedt
troost en perspectief. Want ik zie erin dat mijn mogelijkhe-
den enorm toegenomen zijn. En dat ik na deze dip weer
verder ga op deze weg.’
Door José Kocx-Perquin
Foto’s: Nina Montero en René Fokkink
26 En w
ij m
aar d
enke
n da
t sus
hi u
it Ja
pan
kom
t. N
ou, m
ooi
niet
. Chi
na d
us. E
n oo
k ge
love
n da
t een
Sus
hi T
rain
een
zeg
maa
r sto
ut v
olks
verm
aak
is d
at z
ich
in e
en la
nge
trein
afs
peel
t en
waa
r je
volo
p su
shi k
unt e
ten.
Ook
nie
t. E
en k
lein
behu
isde
rest
aura
ntei
gena
ar b
e-
dach
t een
sys
teem
om
z’n
kla
nten
te k
unne
n be
dien
en:
een
rond
draa
iend
e lo
pend
e ba
nd w
aar j
e ze
lf je
bes
tel-
ling
af k
on p
akke
n. H
oe d
e m
an o
oit a
an z
’n g
eld
is
geko
men
ver
mel
dt d
e hi
stor
ie n
iet.
Voor
de
aard
ighe
id z
ou u
een
s op
inte
rnet
moe
ten
zoek
op “g
esch
iede
nis
sush
i”. E
n la
at u
ver
baze
n...
Sus
hi’s
zijn
hip
. Zo
hip
zelfs
dat
ik z
e vo
orst
el a
ls fe
est-
maa
ltijd
in d
eze
donk
ere
maa
nden
. Sus
hi is
mee
stal
met
een
zw
eem
om
geve
n va
n: v
eel w
erk,
kan
ik n
iet,
moe
ilijk
zeke
r…. O
m s
ushi
’s te
mak
en h
eb je
maa
r tw
ee
ding
en n
odig
: een
bee
tje g
edul
d en
wat
cre
ativ
iteit.
Sus
hi’s
zijn
er i
n al
lerle
i soo
rten
en m
aten
; de
beke
nd-
ste
is e
chte
r de
“Mak
i Sus
hi”.
Een
gev
uld
rolle
tje ri
jst
met
een
zee
wie
ren
jasj
e. D
ie d
oen
we
hier
. Sus
hi is
niet
geb
onde
n aa
n re
gels
. Nou
ja, é
én. D
e rij
st m
oet
goed
zijn
. Je
gebr
uikt
“sus
hi-r
ijst”.
Dat
klin
kt w
at s
im-
plis
tisch
maa
r gew
one
rijst
pla
kt n
iet z
o le
kker
als
sus
hi-
rijst
en
smaa
kt to
taal
and
ers.
Je
koop
t het
gew
oon
in d
e
supe
rmar
kt. H
ou je
abs
oluu
t aan
de
kook
voor
schr
iften
die
op d
e ve
rpak
king
sta
an a
nder
s lo
opt h
et h
elem
aal
mis
. Als
de
rijst
kla
ar is
sch
ep je
haa
r ove
r in
een
glaz
en
kom
; nie
t in
de p
an la
ten
zitte
n w
ant d
at v
erm
inde
rt de
smaa
k. L
aat h
aar a
fkoe
len
onde
r een
thee
doek
.
Maa
k ee
n m
engs
eltje
van
Miri
n-Fu
, rijs
tazi
jn, v
erse
zwar
te p
eper
en
wat
zou
t. La
at d
it ev
en s
taan
, bee
tje
omro
eren
en
aan
de k
ook
bren
gen
in d
e m
agne
tron
(1 ½
min
uut o
fzo)
. Als
je h
et d
eurtj
e op
en d
oet h
eb je
gelij
k he
el J
apan
te g
ast,
wan
t dit
ruik
t god
delij
k en
clea
n. H
et s
ausj
e sc
hep
je v
oorz
icht
ig d
oor d
e rij
st;
voor
zich
tig o
mda
t je
de k
orre
ls h
eel w
ilt h
oude
n. H
ou
de ri
jst v
oorlo
pig
onde
r de
doek
en
op k
amer
tem
pera
-
tuur
. Ove
r de
vulli
ng v
an je
sus
hi’s
had
je n
atuu
rlijk
al
nage
dach
t. Ik
gee
f hie
r sle
chts
sug
gest
ies.
Hou
één
ding
in d
e ga
ten:
Alle
s M
ag. V
lees
, vis
, veg
a, z
oet,
snoe
p, fr
uit…
van
alle
s ku
n je
sus
his
mak
en.
Je h
ebt i
n ie
der g
eval
, voo
r dez
e M
aki S
ushi
, Nor
i vel
-
len
nodi
g. N
ori i
s ge
droo
gd z
eew
ier.
Ach
tero
p he
t pak
je
staa
t ove
r het
alg
emee
n ee
n st
ripve
rhaa
ltje
hoe
je d
e
sush
i rol
t; le
t daa
r op
als
je n
ori k
oopt
. Je
hebt
een
spec
iaal
mat
je n
odig
om
te ro
llen.
Net
als
de
rijst
en
de
nori
koop
je d
it in
de
supe
rmar
kt.
Koke
n m
et W
hip
pies
Su
shi..
. uit
Ch
ina!
Ber
eidi
ng v
raag
t lic
hte
insp
anni
ng
HA
! Su
shi!
Boodsch
appenlijstje
Sushi... uit Ch
ina!
Voor de rijst: 3 el M
irin-Fu (Japanse smaakm
aker, super/toko)
5 el Rijstazijn (lekker zacht, super/toko)
3 tl versgemalen zw
arte peper
2 tl versgemalen zeezout
Voor vullingen: 1 halve banaan, in de lengte en kleine partjes.
(Even inkwasten m
et wat rijstazijn tegen het oxyderen.)
Sprieten bieslook naar inzicht en smaak
kleingesneden stukjes mango (diepvries super)
superdun reepje wasabi
hier en daar een kleine roze garnaal
½ el picalilly
½ el sushi gem
ber
3 partjes handsinaasappel, in stukjes en zonder wit vel
1 el gestampte am
andel
8 hele kersen (ontpit)
roze garnaaltjes (ca 1 grote el) 4 tl (kruize)m
unt (gehakt en droog)
2 el gedroogde cokos gemengd m
et
3 el sinaasappelsap en een beetje limoensap
spaarzaam streepje w
asabi-mayonaise (toko,super)
flinterdunne reepjes rode peper hier en daar een verdw
aald peterselieblaadje
Traditioneel is om sushi te m
aken met rauw
e vis. Da’s
heel lekker en beslist een aanrader om in je gerecht
te verwerken. Vul de rol bijvoorbeeld m
et rauwe zalm
(flinterdunne reepjes) verse basilicumsprietjes, dun
gesneden sushigember en dunne sprietjes w
ortel.
De sushi’s die ik hier voorstel zijn op basis van fruit.
Volg het stripverhaaltje. Je hebt per sushirol ongeveer
125 gram gekookte rijst nodig. Verdeel dit netjes op de
juiste plaats van het nori-vel; dat doe je gewoon m
et
je vingertjes die je nu en dan een beetje natmaakt in
een komm
etje water w
aardoor je een scheutje rijstazijn
hebt geroerd.
De vulling leg je zorgvuldig in het m
idden van de rijst;
neem niet m
eer dan ongeveer ¼ van de rijst (qua om
-
vang), anders krijg je het vel niet dichtgerold.
De ingrediënten snij je vooraf heel dun en altijd, of zo-
veel mogelijk, in de lengterichting. In die richting kom
en
ze ook in de rol te zitten. Als je de vulling een beetje
secuur opbouwt krijg je na het snijden van de afzon-
derlijke “plakjes” kleine kunstwerkjes op je presenteer-
blaadje te liggen. Alleen dàt al ziet er feestelijk uit.
“Plak” de rol dicht m
et wat w
ater uit het bakje dat voor
je staat en zorg ervoor dat de rol stevig aanvoelt. De rol
gaat dan een kwartiertje in de koelkast.
Uit één rol snij je 8 sushis. D
at doe je niet zomaar uit
het handje. De plakjes zijn dan allem
aal verschillend
van grootte. Met een breed en vlijm
scherp (nat) mes
snij je de rol precies doormidden, doe dat ook m
et de
twee helften die overblijven. D
e rest laat zich raden:
ieder stuk dat je hebt gaat doormidden tot je 8 parten
hebt. Snij m
aar duw niet, anders m
aak je de rol stuk.
Als je zo een aantal sushi’s hebt gem
aakt, serveer ze
dan op een mooie schaal of op am
use-schaaltjes.
Zorg ervoor een aantal dipsausjes te hebben en
vergeet vooral niet een paar toefjes Wasabi m
ee te
serveren. Wasabi is een apart verhaal, lees dat ook
terug op het net. In ieder geval dien je nieuwkom
ers
in sushi-land er op te wijzen dat dit een bijzonder, zeg
maar heftig, pittige toevoeging is. M
aar onmisbaar!
Voor de sausjes geef ik hieronder nog wat suggesties.
Ook hier geldt: laat je creativiteit z’n gang gaan w
ant
alles mag.
Serveer uit m
et wat er nog is blijven liggen op je w
erk-
blad; dat maakt je sushi bijzonder. E
ventueel frituur je
nog wat vis, vlees of fruit als tem
pura. Ik denk dat je
een maaltijd als deze zo gek kunt m
aken als je wilt.
Voor wat dip-sausjes:
3 el sushi ketjap 1 el geraspte cokos 2 tl sam
bal udang (toko)
Bereiding vraagt lichte inspanning
4 el teryaki saus 2 el ketjep m
anis
2 el hot chilly sauce
© H
enk Brejaart, Koken in eigen Tijd 2014
LetselschadehelpdeskElke donderdagmiddag van 15.00-17.00 uur
Voor een deskundig en vrijblijvend advies over uw letselschadetraject kunt u als lid van de Whiplash Stichting bellen met de letselschadehelpdesk
van de Whiplash Stichting en de ASP. Advocaten van de ASP, die alleen voor slachtoffers werken, zijn wekelijks 2 uur bereikbaar om met u mee te den-
ken over de zaken waar u tegenaan loopt in het toch vaak complexe letselschadetraject. Via T. 030-6565000, menukeuze 2, kunt u medewerkers van
de WSN vragen om het telefoonnummer van de ASP-advocaat die bereikbaar is op donderdagmiddag van 15.00-17.00 uur.
Het spreekuur wordt mogelijk gemaakt door de onderstaande advocaten en hun kantoren die daarvoor hun tijd en expertise inzetten:
advertenties
Tim BuetersVijverlaan 21A
6602 CK Wijchen
024-6487240
Arjan RittersmaHummeloseweg 6
6998 AD Laag-Keppel
085-2733350
Léon HanssenJulianalaan 1
4819 AB Breda
076-5253535
Rob VermeerenWillemstraat 6
4811 AK Breda
076-5302535
Ted GersjesBilderdijklaan 13
5611 NG Eindhoven
040-2129245
Monique SnijderEuropalaan 16
2408 BG Alphen aan de Rijn
0172-447070
Gabriella BigeCronjestraat 8
6814 AH Arnhem
026-4450088
Thomas van DijkBredewater 6
2715 CA Zoetermeer
079-3239558
Arthur van DokPatersstraat 15-17
5801 AT Venray
0478-556677
Helene van HoutBoomberglaan 12
1217 RR Hilversum
035-6218673
Cornelis Visser en Steef TopPrinsengracht 1103
1017 JJ Amsterdam
020-6164252
Arnoud FuchsJan van Nassaustraat 55
2596 BP ’s-Gravenhage
070-3141900
Jolanda van der WindenEcholaan 6a
1399 GT Muiderberg
0294-262710
Corinne JeekelSchrevenweg 5
8024 HB Zwolle
038-8504171
John RothStadsring 189
3817 BA Amersfoort
033-4613048
Frans JanseKapteijnstraat 19
3771 CA Barneveld
0342-425642
Coen de KoningMontaubanstraat 2B
3701 HP Zeist
030-6980690
Herman ZandijkWilhelminapark 30 A
3581 NH Utrecht
030-2380799
Maya SpetterZandbergenlaan 10
3817 GN Amersfoort
033-2100112
Ruijzendaal-advocatuur1e Hogeweg 2D
3701 HK Zeist
030-6939001
Advocaten voor Slachtoffers van Personenschade
Whiplash Magazine is het tijdschrift voor whiplashpatiënten, uitgegeven door de Whiplash Stichting Nederland. Whiplash Magazine wordt drie keer jaar gedrukt, bijna dagelijks maakt de redactie Whiplashmagazine.nl. De redactie werkt op journalis-tieke basis volgens een redactiestatuut.
Hoofdredacteur:Chris de Boer
Redactie:Fleur van LeeuwenHerma van HierdenHerman Kalfsterman
Beeldredactie:Edine Opdam
RedactieadresWhiplash Stichting Nederlandt.a.v. Whiplash MagazineNoordse Bosje 16, 1211 BG HilversumE. [email protected] I. www.whiplashmagazine.nl
Vormgeving tijdschrift:WEES Kreatief, Streefkerk
Verspreiding:Sandd
Medische Adviesraad:Dr K. Vos, huisarts en wetenschapper (voorzitter)mw. Q. van Veen-Trappenberg, revalidatieartsdhr. Prof. Dr R. van Geenen, psycholoogdhr. R. Blaauw, chiropractormw. Dr J.F. de Rijk - van Andel, neuroloogDr L.M.G. Geeraedts, arts, anatoom, neurowetenschapper (np)dhr. F.J.K. Kramer, orthopedisch chirurgdhr. K. Lanser, stress- en reintergratiedeskundigedhr. R. Groenink, optometristmw. P. van Genugten, osteopaatdhr. J. Rondhuis, orthopeedmw. M. van Hoffen, bedrijfsarts
Bijdragen voor het volgende nummer moeten uiterlijk 15 maart 2015 in het bezit van de redactie zijn.
© Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van de Whiplash Stichting Nederland worden overgenomen of gekopiëerd.
.
Eindredacteur:Michiel van Zaane
José KockxKaty van der SluisSimon Kelati (webredacteur)
Vaste medewerker:Henk Brejaart (kookrubriek)
Druk:Kick Marketing
Oplage:3500
Colofon
Algemene gegevens
Whiplash Stichting Nederland,
Noordse Bosje 16, 1211 BG Hilversum
T: 088 - 656 57 00 (maandag t/m donderdag van
10.00 tot 13.00 uur)
E: [email protected] (voor uw inhoudelijke vragen)
I: www.whiplashstichting.nl
Whiplash Stichting Nederland
@whiplash_wsn
Whiplash Stichting Nederland
Betaalrekening WSN: ABN Amrobank
rek.nr: NL82ABNA0437131815 BIC: ABNANL2A
Informatie, advies of een luisterend oor
Gedurende het gehele jaar kunt u, of mensen uit uw naaste
omgeving, contact opnemen met onze contactpersonen via
onze e-mail of telefonische hulpdienst. Of het nu gaat om
vragen, advies, iemand die even met u meedenkt of naar u
luistert. Bijvoorbeeld om zich te informeren over whiplash en
wat het betekent om te leven met de gevolgen ervan.
1. Telefonisch contact
Met vragen over whiplash belt u 088-6565700. Onze
contactpersonen zijn zo rechtstreeks bereikbaar op maandag
t/m vrijdag van 11.00 uur tot 12.30 uur. En op maandag t/m
donderdag van 19.00 uur tot 20.30 uur.
2. Secretariaat
Onze medewerkers op het secretariaat kunnen u met andere
vragen van dienst zijn, zoals administratieve vragen of
aanmelding voor de helpdesk letselschade. Het secretariaat
van de Whiplash Stichting Nederland te Hilversum is
telefonisch bereikbaar van maandag t/m donderdag van
10.00 tot 13.00 uur op 088-6565701.
3. Contact per e-mail
Heeft u liever contact per mail, dan kan u bij ons terecht
Contact
Van Hout Tribecca
al uw problemen bij:
U kunt gratis parkeren.
advertenties
Advocaten voor Slachtoffers van Personenschade
Op 6 februari 2006 is een convenant gesloten tussen de WSN en ASP. Doel van dit convenant is om de juridische dienstverlening aan
whiplashpatiënten te optimaliseren. Door de ervaringsdeskundigheid van de WSN te combineren met de juridische expertise van de
leden van de ASP kunnen beide organisaties elkaar op een hoger niveau brengen.
Wat doet de ASP advocaat?
De ASP advocaat behartigt de belangen van het slachtoffer in
diens letselschade dossier. Bij deze belangenbehartiging staan
een optimaal resultaat, betrokkenheid, voortvarendheid en
goede communicatie hoog in het vaandel.
De ASP advocaat is specialist op het gebied van letselschade en
beschikt over ruime ervaring. De ASP advocaat treedt in letsel-
schade zaken uitsluitend op voor slachtoffers en behartigt dus
niet (tevens) de belangen van aansprakelijkheidsverzekeraars.
ASP Advocaten voor Slachtoffers van Personenschade
•ASPisdelandelijkeverenigingvangespecialiseerde
letselschade advocaten die uitsluitend voor slachtoffers
optreden
•ASPondersteuntdebelangenvanwhiplashslachtoffers
•ASPbevordertdekwaliteitvanhaarleden
•ASPisdejuridischepartnervandeWhiplashStichting
Nederland
Landelijke dekking
ASP advocaten verdeeld over heel Nederland nemen deel aan
het samenwerkingsconvenant. Dankzij deze landelijke dekking
zullen leden van de WSN in voorkomende gevallen dus altijd
een beroep kunnen doen op een ASP advocaat in de buurt.
Unieke samenwerking
Met het convenant tussen de WSN en ASP is een unieke samen-
werking tot stand gekomen tussen ervaringsdeskundigheid en
betrokken juridische dienstverlening waarvan de resultaten aan
de leden van de WSN ten goede zullen komen.
Contact
Wanneer u als lid contact opneemt met de Whiplash Stichting
Nederland, tel. 030 - 656 50 00 wordt u doorverwezen naar een
ASP advocaat bij u in de buurt.
Voor meer informatie:
www.asp-advocaten.nlPostbus 15755, 1001 NG Amsterdam
tel. (020) 67 321 99 fax (020) 67 581 [email protected]
advertenties
Recommended