havo: hoofdstuk 3 & 4 (stevin deel 1)vwo: hoofdstuk 3 & 4.1-2 (stevin deel 1)
Kracht is een vector2 + 2 is niet altijd 4!!!
Optellen van vectorenMaak een parallellogram van F1 en F2
Diagonaal is de som
Of de kop-staart-methode Applet
Ontbinden van vectoren
Krachtenzwaartekracht Fz = m x g (op aarde g = 9,8
m/s2)kracht in een touw = spankracht Fs
kracht van de ondergrond (loodrecht) = normaalkracht Fn
gewicht Fg vormt met de normaalkracht een actie-reactie paar
wrijvingskracht Fw
nettokracht = somkracht = resultante = F
Wetten van Newton1. Traagheidswet: als op een voorwerp geen
kracht werkt óf als alle krachten elkaar opheffen dan staat een voorwerp stil of beweegt met een constante snelheid langs een rechte lijn
2. Krachtwet: Fsom = m x a
3. Actie = - Reactie: als A een kracht op B uitoefent dan oefent B een net zo grootte kracht uit op A, maar precies de andere kant op
Eerste wet van NewtonLet op als woorden als constante snelheid,
topsnelheid
3 Krachten in evenwichtstilstaande auto op helling = voorwerp aan
een touw
Symmetrisch tillen
s
z
FF2
1
cos
Tweede wetTeken alleen de krachten die van belang zijn
amFFamF
wm
som
Versneld van de hellingloodrecht op de helling: v = 0 (eerste wet)
F1 = Fn
langs de helling (tweede wet)
Fsom = m x a
F2 – Fw = m x a
Actie = - ReactieHet gewicht trekt via het
touw met een kracht Fs aan karretje, maar omgekeerd remt het karretje de val van het gewichtje met een kracht Fs
ammFFamF
amFFamF
amFFamF
BAwzBABAsom
BszBBsom
AwsAAsom
,
,
,