SAMENVATTINGEN groep 7
AARDRIJKSKUNDE VOOR DE BASISSCHOOL
ISBN 90 345 1845 0
212398
33EEN WERELD VAN VERSCHIL-Groep 7 Kopieerblad blok 1 samenvatting © Malmberg ’s-Hertogenbosch
Blok 1 Veranderend Europa
Les 1 Van Afrika naar Europa
Ethiopië ligt in Afrika. De hoofdstad is Addis
Abeba. Er wonen meer dan twee miljoen mensen.
Het land is dertig keer zo groot als Nederland.
De meeste mensen wonen en werken op het
platteland. Maar steeds meer mensen trekken
naar de steden. Daar hopen ze werk te vinden.
Anderen willen naar Europa om werk te zoeken.
Soms laten ze zich naar Europa smokkelen.
Verstopt in een boot wagen ze de overtocht.
Maar in Europa is het vaak minder leuk dan ze
denken. Ook kunnen velen moeilijk wennen aan
de andere manier van leven. Bovendien is er
moeilijk werk te vinden. Mensen die naar een
ander land verhuizen, noemen we migranten.
Les 2 Welkom in Europa?
Mensen uit een land van de Europese Unie (EU),
mogen in alle andere landen van de EU wonen
en werken. Mensen van buiten de EU worden
alleen toegelaten als ze in hun eigen land niet
veilig zijn. Dat gold bijvoorbeeld voor mensen uit
Joegoslavië toen daar in 1990 een oorlog begon.
Sommige migranten komen illegaal Europa
binnen. Ze melden zich niet bij de douane.
Niemand weet dus officieel dat ze er zijn. Ze
proberen werk te zoeken om op die manier
toch wat geld te verdienen.
Les 3 Europa is de hele wereld
Tussen 1960 en 1980 kwamen veel migranten
naar Europa. Er waren niet genoeg mensen om
hier al het werk te doen. Daarom werden
mensen uit andere landen gevraagd. Ze werden
gastarbeiders genoemd. Ze kwamen vooral uit
landen rond de Middellandse Zee, zoals Turkije,
Marokko en andere landen van Noord-Afrika.
De meeste van hen wilden in Europa blijven.
Hier was het leven beter dan in hun eigen land.
Er zijn ook migranten die uit de vroegere kolonies
komen zoals Suriname. In de kolonies waren
Europese landen de baas. De mensen uit die
landen mogen wel verhuizen naar het Europese
land dat er vroeger de baas was.
Door de migratie wonen in Europa mensen uit
alle delen van de wereld. Veel migranten hebben
een ander geloof en andere gewoonten uit hun
geboorteland meegebracht. In Nederland wonen
veel Turken, Marokkanen en Surinamers. In
Duitsland wonen veel Turken. In Frankrijk wonen
veel mensen uit Algerije en Vietnam. In Groot-
Brittannië wonen veel mensen uit India.
Les 4 Veranderend Europa, veranderend Utrecht
Met name door de migranten groeit het aantal
inwoners van Europa. In Nederland wonen
migranten vooral in de grote steden. Daardoor
veranderen de steden. Een voorbeeld daarvan is
de wijk Lombok in Utrecht waar vroeger alleen
Nederlandse winkeliers woonden. Nu komt de
helft van de winkeliers uit een ander land.
34EEN WERELD VAN VERSCHIL-Groep 7 Kopieerblad blok 1 samenvatting © Malmberg ’s-Hertogenbosch
1 Waar ligt Ethiopië?
2 Wat is de hoofdstad van Ethiopië?
3 Waarom trekken veel mensen naar de stad?
4 Waarom willen veel mensen naar Europa?
5 Hoe noem je mensen die naar een ander
land verhuizen?
6 Wie mogen vrij in elk land van de EU wonen
en werken?
7 Voor welke mensen buiten de EU wordt
soms een uitzondering gemaakt?
8 Waarom kwamen veel gastarbeiders tussen
1960 en 1980 naar Europa?
9 Waar kwamen de gastarbeiders vandaan?
10 Waarom wilden ze hier blijven?
11 Wat is een kolonie?
12 Welk land is vroeger een kolonie van
Nederland geweest?
13 Wat is het gevolg van de migratie naar
Europa?
14 Waarin verschillen veel migranten met
Europeanen?
15 Noem een voorbeeld van een Nederlandse
stad waaraan je kunt zien dat steden
veranderen door de komst van migranten.
1 In Afrika.
2 Addis Abeba.
3 Ze hopen in de stad werk te vinden.
4 Omdat ze hopen daar werk te vinden en geld
te verdienen.
5 Migranten.
6 Mensen die afkomstig zijn uit een land van
de EU.
7 Voor vluchtelingen die in hun land niet veilig
zijn.
8 Omdat in Europa te weinig mensen waren om
al het werk te kunnen doen.
9 Ze kwamen vooral uit landen rond de
Middellandse Zee.
10 Omdat ze het hier beter hadden dan in hun
geboorteland.
11 Een land waar een ander land de baas is.
12 Suriname.
13 Er wonen mensen uit alle delen van de wereld.
14 Ze hebben een ander geloof en andere
gewoonten.
15 In de Utrechtse wijk Lombok waren vroeger
alleen Nederlandse winkeliers. Nu bestaat de
helft uit winkeliers die uit het buitenland
komen.
Blok 1 Veranderend Europa
35EEN WERELD VAN VERSCHIL-Groep 7 Kopieerblad blok 2 samenvatting © Malmberg ’s-Hertogenbosch
Blok 2 De aarde beweegt
Les 1 Natuurrampen met grote gevolgen
In 1883 explodeerde de vulkaan Krakatau in
Indonesië. De schokken waren over de hele
wereld te voelen. Aswolken hielden het zonlicht
tegen, waardoor de temperatuur met een halve
graad daalde. Er ontstonden zeer hoge
vloedgolven die overstromingen veroorzaakten
en vele mensenlevens kostten. In grote delen van
de wereld steeg het zeewaterpeil.
Een andere grote ramp vond plaats in 1999. De
plaats Izmit in Turkije werd getroffen door een
zware aardbeving. Duizenden mensen vonden
de dood, raakten gewond of werden dakloos. Uit
de hele wereld werden voedsel en medicijnen
gestuurd.
Les 2 Aardbeving en vulkaan: broer en zus
Aardbevingen komen overal voor. Bijna elke dag
beeft de aarde wel ergens. De meeste zijn niet
ernstig.
Bij een vulkaanuitbarsting worden gas, as en
soms ook lava uit de vulkaan omhoog gespoten.
Lava bestaat uit gesteente dat door de hitte
binnen in de aarde vloeibaar is geworden. Soms
wordt ook water zo heet dat het als stoom naar
buiten spuit. De plaats waar dat gebeurt, heet
een geiser. Je vindt ze vooral in IJsland.
Omdat de grond op een vulkaan erg vruchtbaar
is, wonen veel mensen op een vulkaan. In 79 na
Christus werd de stad Pompeji bedolven onder
de as van de vulkaan Vesuvius bij Napels. Het
ging zo snel dat zowel de stad als de inwoners
onder de as bedolven raakten. Pas in 1748 werd
het stadje weer ontdekt.
In sommige landen zoals Hawaii wordt geld
verdiend aan vulkaanuitbarstingen. Toeristen
betalen om ’s nachts naar het ‘vuurwerk’ te
kunnen kijken.
Les 3 De aarde als legpuzzel
Miljoenen jaren geleden bestond de aardkorst uit
water en één grote landmassa. Langzaam begon
de landmassa uit elkaar te vallen. Zo ontstonden
losse platen die de werelddelen zouden vormen.
Tussen de platen ontstonden nieuwe zeebodems
die zich naar twee kanten uitbreidden. Dat
werden de oceanen.
De platen waaruit de aardkorst bestaat, heten
(aard)schollen. Die kunnen een beetje
verschuiven, waardoor aardbevingen ontstaan.
Op de plek waar aardbevingen plaatsvinden zit
een spleet in de aardkorst. Door die spleet
kunnen gloeiende stenen uit het binnenste van
de aarde naar boven komen. Zo ontstaan
vulkanen. Vulkanen en plaatsen waar aardbevingen
voorkomen liggen dus dicht bij elkaar.
Les 4 Aardbevingen in Nederland
Tussen de aardschollen lopen breuken. Maar ook
op de schollen zelf kunnen kleine breuken zitten.
Langs die breuken kan de aarde soms ook iets
verschuiven. Zo’n aardbeving is veel zwakker dan
een aardbeving langs de randen van de schollen.
In Nederland komen zwakkere aardbevingen ook
voor, vooral in Noord-Brabant en Limburg. In het
westen en noorden van Nederland zijn ook wel
aardbevingen geweest. Die ontstonden niet door
breuken, maar doordat er gas uit de grond was
gehaald en de bodem een beetje inzakte.
36EEN WERELD VAN VERSCHIL-Groep 7 Kopieerblad blok 2 samenvatting © Malmberg ’s-Hertogenbosch
1 Wat waren de gevolgen van de
vulkaanuitbarsting van de Krakatau in 1883?
2 Wat waren de gevolgen van de aardbeving
in Izmit in 1999?
3 Wat valt op als je op de wereldkaart kijkt
waar vulkanen liggen en waar veel
aardbevingen voorkomen?
4 Wat is lava?
5 Wat is een geiser?
6 Waar vind je veel geisers?
7 Waarom wonen er mensen op een vulkaan?
8 Welke Italiaanse stad werd in 79 na een
vulkaanuitbarsting helemaal onder de as
bedolven?
9 Wat hebben vulkanen en toerisme met
elkaar te maken?
10 Heeft de aarde altijd uit de werelddelen
bestaan die we nu kennen?
11 Hoe worden de platen van de aardkorst
genoemd?
12 Op welke plaatsen vinden vooral
aardbevingen en vulkaanuitbarstingen
plaats?
13 Komen in Nederland ook aardbevingen
voor?
14 Waardoor komt dat?
15 Zijn de aardbevingen in Nederland even erg
als bijvoorbeeld in Turkije?
1 De schokken waren over de hele wereld te
voelen. Aswolken hielden het zonlicht tegen,
waardoor de temperatuur met een halve graad
daalde. Er ontstonden enorm hoge vloedgolven
die overstromingen veroorzaakten en vele
mensenlevens kostten.
2 Duizenden mensen vonden de dood, raakten
gewond of werden dakloos.
3 Ze liggen dicht bij elkaar.
4 Gloeiend gesteente uit het binnenste van de
aarde.
5 Een plek waar heet water uit de aardkorst naar
boven spuit.
6 In IJsland.
7 Omdat de lavabodem vruchtbaar is.
8 Pompeji.
9 Toeristen betalen om naar het ‘vuurwerk’
tijdens een vulkaanuitbarsting te kijken.
10 Nee, ze zaten heel lang geleden allemaal aan
elkaar vast.
11 Schollen of aardschollen.
12 Op de randen van de schollen.
13 Ja.
14 Doordat in het zuiden kleine breuklijnen liggen
en in het westen en noorden gas uit de grond
is gehaald.
15 Nee.
Blok 2 De aarde beweegt
37EEN WERELD VAN VERSCHIL-Groep 7 Kopieerblad blok 3 samenvatting © Malmberg ’s-Hertogenbosch
Blok 3 Bodemschatten
Les 1 Gaten in het landschap
Veen, bruinkool en steenkool zijn overblijfselen
van plantenresten die jarenlang in de natte grond
van een moeras hebben gezeten. Omdat er geen
lucht bij kon, is een dikke vaste massa ontstaan.
Alle drie worden ze gebruikt als brandstof,
bijvoorbeeld om elektriciteit op te wekken.
In Nederland bestaat de bodem op veel plaatsen
uit veen. Een groot deel daarvan is afgegraven en
gedroogd tot turf.
Tot 1974 is in Limburg steenkool uit de grond
gehaald. Die steenkool zat zo diep onder de
grond dat er mijngangen gegraven moesten
worden. In Duitsland zit veel bruinkool in de
grond. Dat zit niet zo diep. Het wordt met
enorme graafmachines uit de grond gehaald.
Turf, bruinkool, steenkool, aardolie en aardgas
zijn fossiele brandstoffen. Ze zijn ontstaan door
de vervorming van plantenresten. Bij verbranding
komen veel schadelijke stoffen vrij. Ook kunnen
fossiele brandstoffen opraken. Daarom wordt
gezocht naar brandstoffen die schoon zijn en nooit
opraken, zoals wind-, zonne- en kernenergie.
Les 2 Delfstoffen in Nederland
Stoffen die uit de grond worden gehaald, heten
delfstoffen. In Nederland worden allerlei
delfstoffen uit de grond gehaald: aardolie,
aardgas, klei, grind, zout en kalksteen. Vroeger
hoorden daar ook turf en steenkool bij.
Aardolie en aardgas worden uit de grond gehaald
met een lange boor. In Groningen zit veel
aardgas in de bodem. Sinds 1975 worden ook
aardolie en aardgas uit de bodem van de
Noordzee gehaald. Via pijpleidingen wordt het
naar het vasteland vervoerd.
Klei en grind vind je vooral langs de rivieren.
Ze worden aangevoerd door het water. Klei
wordt gebruikt om stenen van te bakken. Van
grind wordt beton gemaakt. Langs de Maas in
Limburg wordt veel grind afgegraven.
Kalksteen wordt uit de Sint-Pietersberg bij
Maastricht gehaald. Het is een overblijfsel van
schelpdieren uit de tijd dat dit gebied nog zee
was. Kalk wordt gebruikt om cement te maken.
Zout wordt in Twente en het zuiden van
Groningen uit de grond gehaald. Het is daar
terechtgekomen, omdat er vroeger een zee was.
Toen het water verdampte, bleef het zout in de
bodem achter.
Les 3 Delfstoffen in de wereld
Bijna overal op de wereld zitten delfstoffen in de
grond. Behalve aardolie en aardgas worden ook
ertsen uit de grond gehaald. Ertsen zijn stenen
waar metaal in zit. De belangrijkste ertsen zijn
ijzererts, kopererts en bauxiet dat gebruikt
wordt om aluminium van te maken.
Grondstoffen zijn stoffen die nodig zijn om een
product te maken, bijvoorbeeld een fiets. Dat
kunnen delfstoffen zijn zoals ijzer of aluminium
voor het frame, maar ook stoffen die niet uit de
grond komen zoals rubber voor de banden.
Aardolie wordt voor veel dingen gebruikt. In een
olieraffinaderij wordt er benzine en diesel van
gemaakt. Van de afvalstoffen worden in de
chemische industrie allerlei soorten plastic
gemaakt.
Les 4 Industrie, welvaart en delfstoffen
Japan is een land met veel industrie. Omdat het
land zelf geen delfstoffen heeft, moet het die uit
andere landen halen. In Japan worden veel auto’s
gemaakt. Net als Japan horen de Verenigde
Staten en West-Europa tot de rijke landen. Er is
veel welvaart. Maar welvaart kost veel delfstoffen.
38EEN WERELD VAN VERSCHIL-Groep 7 Kopieerblad blok 3 samenvatting © Malmberg ’s-Hertogenbosch
1 Waaruit zijn veen, bruinkool en steenkool
ontstaan?
2 Waarvoor worden ze gebruikt?
3 Hoe wordt veen uit de grond gehaald?
4 Hoe wordt bruinkool uit de grond gehaald?
5 Hoe wordt steenkool uit de grond gehaald?
6 Wat is turf?
7 Wat zijn fossiele brandstoffen?
8 Noem twee nadelen van fossiele brandstoffen.
9 Welke drie schone vormen van energie ken je?
10 Wat zijn delfstoffen?
11 Welke delfstoffen worden in Nederland uit
de grond gehaald?
12 Hoe worden aardolie en aardgas uit de
grond gehaald?
13 Waar in Nederland zit veel aardgas in de
grond?
14 Waar zitten klei en grind in de grond?
15 Waar wordt veel grind afgegraven?
16 Waar wordt klei voor gebruikt?
17 Waar wordt grind voor gebruikt?
18 Waar zit kalksteen in de grond?
19 Hoe is het daar terechtgekomen?
20 Waar wordt kalksteen voor gebruikt?
21 Waar zit zout in de grond?
22 Hoe is het daar terechtgekomen?
23 Wat is erts?
24 Noem drie ertsen.
25 Wat zijn grondstoffen?
26 Wat wordt van aardolie gemaakt?
27 Waar haalt Japan zijn delfstoffen vandaan?
28 Wat wordt in Japan veel gemaakt?
29 Waarom kost welvaart veel delfstoffen?
1 Uit overblijfselen van plantenresten.
2 Als brandstof, bijvoorbeeld voor het opwekken
van elektriciteit.
3 Veen wordt afgegraven.
4 Door enorme graafmachines.
5 Door het graven van mijngangen.
6 Gedroogd veen.
7 Delfstoffen die ontstaan zijn door vervorming
van plantenresten.
8 Bij verbranding komen schadelijke stoffen vrij.
Ze kunnen opraken.
9 Wind-, zonne- en kernenergie.
10 Stoffen die uit de grond worden gehaald.
11 Aardolie, aardgas, klei, grind, kalksteen en zout.
12 Met een lange boor.
13 In Groningen en de Noordzee.
14 Langs de rivieren.
15 Langs de Maas in Limburg.
16 Om stenen te bakken.
17 Voor beton.
18 In de Sint-Pietersberg bij Maastricht.
19 Als overblijfsel van schelpdieren toen het gebied
nog zee was.
20 Om cement van te maken.
21 In Twente en het zuiden van Groningen.
22 Uit de tijd dat het gebied nog zee was en het
water verdampte.
23 Steen met metaal erin.
24 IJzererts, kopererts, bauxiet.
25 Stoffen die je nodig hebt om een product te
maken.
26 Benzine, diesel, plastic.
27 Uit andere landen.
28 Auto’s.
29 Omdat er veel brandstof nodig is en veel
metalen apparaten, meubels en sieraden
gebruikt worden.
Blok 3 Bodemschatten
39EEN WERELD VAN VERSCHIL-Groep 7 Kopieerblad blok 4 samenvatting © Malmberg ’s-Hertogenbosch
Blok 4 Klimaten op aarde
Les 1 Van Suriname naar Nederland
Suriname ligt in Zuid-Amerika. Het grootste
deel van het land bestaat uit bergen en is
onbewoonbaar. In Suriname vind je tropisch
regenwoud: een dicht oerwoud waar het altijd
warm en vochtig is. Het vervoer vindt vooral
plaats over de rivier. In Suriname zijn geen
seizoenen zoals in Nederland. Het is er altijd
warm, maar het regent vaak en veel. Er heerst
een tropisch klimaat.
Vroeger was Suriname een kolonie van Nederland.
Aan de namen van sommige plaatsen kun je dat
nog zien: Groningen, Nieuw-Amsterdam,
Wageningen. De Nederlanders haalden slaven
vanuit Afrika naar Suriname en dwongen hen te
werken op plantages.
In Suriname wonen mensen van verschillende
culturen:
– indianen die er altijd al woonden;
– nakomelingen van de negerslaven;
– nakomelingen van arbeiders uit India en
Indonesië die na de afschaffing van de
slavernij in Suriname kwamen werken.
Les 2 Door de Verenigde Staten
De Verenigde Staten (VS) bestaan uit 50 staten
plus het eiland Hawaii in de Grote Oceaan. Van
de oostkust naar de westkust is een afstand van
ongeveer 4000 kilometer. Aan de westkust ligt
Los Angeles. In die stad wonen bijna evenveel
mensen als in heel Nederland. In de omgeving
vind je sinaasappelboomgaarden en wijngaarden.
Er heerst een Middelandse-Zeeklimaat. Verder
het binnenland in is een woestijn. Daar ligt Las
Vegas, een stad die speciaal gebouwd is om uit
te gaan. Er komen veel rijke mensen. Verder het
binnenland in wonen indianen. Het zijn de
oorspronkelijke bewoners van de VS. Door de
Europeanen zijn veel van hen vermoord of
verdreven. Nu mogen ze weer in enkele
gebieden samenwonen.
De Rocky Mountains zijn het grootste gebergte
van de VS. Sommige bergtoppen zijn meer dan
4000 meter hoog. Achter de bergen liggen
uitgestrekte graanvelden. Vroeger waren dat
grasvlakten of prairies waar de indianen op
bizons jaagden.
Les 3 Naar Alaska
Canada is ruim 200 keer zo groot als Nederland.
Er zijn veel bossen: in het zuiden loofbossen en
in het noorden naaldbossen. Veel landen kopen
hout uit Canada.
Ten noordwesten van Canada ligt Alaska, de
grootste staat van de VS. Bossen zijn er bijna
niet. Er groeien alleen mossen en lage struiken.
Er leven rendieren en elanden. Alaska is zo
dunbevolkt dat het eigenlijk één groot
natuurgebied is. In het noorden wordt aardolie
uit de grond gehaald. Die wordt via een
pijpleiding naar een haven in het zuiden vervoerd.
In Alaska wonen de inuït, in Nederland bekend
als eskimo’s. Vroeger woonden ze in ijshutten of
iglo’s, nu in huizen met elektriciteit en telefoon.
Les 4 Het Aralmeer
Het Aralmeer ligt in Azië. Vroeger stroomden er
twee grote rivieren naar het meer en werd er
veel gevist. Toen men in de omgeving van het
meer katoen ging verbouwen, werd het water
van de rivieren gebruikt voor irrigatie. Irrigatie
is het bevloeien van land. Daardoor daalde het
waterpeil in het Aralmeer. Nu is het meer drie
keer zo klein. Daardoor is ook het klimaat
veranderd. Het water zorgde vroeger voor warme
lucht in de winter en koele lucht in de zomer.
Nu is het in de winter ijzig koud en in de zomer
ontzettend heet.
40EEN WERELD VAN VERSCHIL-Groep 7 Kopieerblad blok 4 samenvatting © Malmberg ’s-Hertogenbosch
1 In welk werelddeel ligt Suriname?
2 Welk klimaat heerst er?
3 Waaraan herken je dat klimaat?
4 Waar haalden de Nederlanders de slaven
vandaan?
5 Wie zijn de oorspronkelijke bewoners van
Suriname?
6 Uit welke landen kwamen er arbeiders
werken na de afschaffing van de slavernij?
7 Uit hoeveel staten bestaat de VS?
8 Hoeveel kilometer is het van de oostkust
naar de westkust van de VS?
9 Waar in de VS ligt Los Angeles?
10 Welk klimaat heerst daar?
11 In wat voor gebied ligt Las Vegas?
12 Wat is het voor een stad?
13 Wie zijn de oorspronkelijke bewoners van
de VS?
14 Wat is het grootste gebergte van de VS?
15 Waarom wordt veel hout geëxporteerd
vanuit Canada?
16 Waar ligt Alaska?
17 Bij welk land hoort Alaska?
18 Welke mensen wonen er?
19 Waarom ligt er een pijpleiding van het
noorden naar het zuiden in Alaska?
20 In welk werelddeel ligt het Aralmeer?
21 Waardoor is het Aralmeer kleiner geworden?
22 Wat is irrigatie?
1 In Zuid-Amerika.
2 Een tropisch klimaat.
3 Het is het hele jaar warm en vochtig en het
regent veel.
4 Uit Afrika.
5 De indianen.
6 Uit India en Indonesië.
7 Uit 50 staten plus het eiland Hawaii.
8 Ongeveer 4000 kilometer.
9 Aan de westkust van de VS.
10 Een Middellandse-Zeeklimaat.
11 In een woestijn.
12 Een stad om uit te gaan.
13 De indianen.
14 De Rocky Mountains.
15 Omdat er heel veel bossen zijn.
16 Ten noordwesten van Canada.
17 De VS.
18 De inuït.
19 De olie die in het noorden uit de grond wordt
gehaald gaat via een pijpleiding naar een
haven in het zuiden.
20 In Azië.
21 Doordat het water van de rivieren gebruikt
werd voor de katoenteelt, vloeide er minder
water in het Aralmeer.
22 Kunstmatige bevloeiing van het land.
Blok 4 Klimaten op aarde
41EEN WERELD VAN VERSCHIL-Groep 7 Kopieerblad blok 5 samenvatting © Malmberg ’s-Hertogenbosch
Blok 5 Steden in Europa
Les 1 Parijs en Londen
Parijs is de hoofdstad van Frankrijk. De stad is
het hart van het land. Veel snelwegen leiden
naar Parijs. Grote industrieën en bedrijven
hebben er hun hoofdkantoor. Er zijn veel musea,
universiteiten en theaters. Ook de regering zit in
Parijs. Toeristen bezoeken de stad vanwege de
Eiffeltoren, de musea, de theaters en het
gezellige stadscentrum. Veel mensen uit het
buitenland trekken naar Parijs als student,
kunstenaar of toerist. Er zijn ook veel immigranten.
Londen is de hoofdstad van Engeland en het
hart van het land. De meeste wegen leiden naar
de hoofdstad. Er vestigen zich veel grote bedrijven
en er zijn veel musea en theaters. Ook de regering
zit in Londen. Ook Londen wordt bezocht door
veel toeristen. Een bekend gebouw is de Big
Ben. En net als in Parijs wonen er veel
immigranten.
Tussen Parijs en Londen is een snelle verbinding
onder de zee aangelegd: de Kanaaltunnel.
Les 2 Berlijn en Moskou
Tot 1945 was Berlijn de hoofdstad van Duitsland.
Na de Tweede Wereldoorlog werd het land
gesplitst in Oost- en West-Duitsland. Ook Berlijn,
dat in Oost-Duitsland lag, werd in tweeën
gesplitst. Vanuit West-Duitsland kon je er alleen
komen met het vliegtuig. Tussen Oost- en West-
Berlijn werd een muur gebouwd om te voorkomen
dat mensen uit Oost-Duitsland naar West-
Duitsland vluchtten. In 1989 werd de Berlijnse
Muur afgebroken. Oost- en West-Duitsland
werden weer één en Berlijn werd weer de
hoofdstad. Sindsdien trokken veel grote bedrijven
naar Berlijn. Theaters trokken volle zalen en
toeristen bezochten de stad. Ook de regering
verhuisde naar Berlijn. Toch wonen veel Oost-
Berlijners in slechte huizen en velen hebben geen
werk. Ze hopen in West-Berlijn werk te vinden.
Moskou is de hoofdstad van Rusland. Het oudste
deel van de stad is het Kremlin. Bekend is het
Rode Plein. Tussen 1945 en 1990 werden vooral
kleine en goedkope flats gebouwd. Na 1990 zijn
er grotere huizen gebouwd. Door de komst van
grote bedrijven hopen veel mensen werk te
vinden.
Les 3 Uitbreiding van steden
De meeste grote steden in Europa zijn ontstaan
langs een rivier. Daar werd handel gedreven. Er
kwamen bedrijven, huizen en winkels. Daardoor
groeide het handelscentrum uit tot een grote
stad. Vroeger stonden de bedrijven midden in
de stad. Tegenwoordig vind je ze op
bedrijventerreinen aan de rand, vaak langs een
snelweg. Dat is handig voor het snelle vervoer.
De meeste grote steden hebben een metro. Veel
grote steden zijn verbonden door snelwegen.
Soms groeien grote steden zo dicht naar elkaar
toe dat ze bijna één stad lijken. Bijvoorbeeld
Leeds, Bradford en Wakefield in Engeland en
Duisburg, Essen en Dortmund in Duitsland. Rond
veel grote steden liggen dorpen die aan het
centrum zijn vastgegroeid. Het zijn voorsteden
geworden.
Les 4 Boedapest aan de Donau
Boedapest is de hoofdstad van Hongarije en ligt
aan de Donau. De stad bestaat uit drie delen:
Oboeda, Boeda en Pest. Het is het centrum van
het land. Na 1990 is er veel veranderd. Er
hebben zich grote bedrijven gevestigd, er zijn
nieuwe huizen, kantoren en winkels gebouwd
en veel toeristen bezoeken de hoofdstad.
42EEN WERELD VAN VERSCHIL-Groep 7 Kopieerblad blok 5 samenvatting © Malmberg ’s-Hertogenbosch
1 Waarom zijn Parijs en Londen de centra van
het land?
2 Noem van elke stad een bekend gebouw.
3 Hoe kun je het snelst van Londen naar Parijs
reizen?
4 Van welk land is Berlijn de hoofdstad?
5 Is Berlijn altijd de hoofdstad geweest?
6 Wat gebeurde er met de stad na 1945?
7 Wat gebeurde er in 1989?
8 Waarom hebben veel Oost-Berlijners het
slecht?
9 Van welk land is Moskou de hoofdstad?
10 Wat is het oudste deel van Moskou?
11 Wat is een bekend plein in Moskou?
12 Wat is er na 1990 veranderd?
13 Waar zijn de meeste grote steden in Europa
ontstaan?
14 Waardoor zijn de steden gegroeid?
15 Hoe zijn de meeste grote steden
opgebouwd?
16 Waardoor zijn de steden met elkaar
verbonden?
17 Wat gebeurt er als steden steeds verder
uitbreiden?
18 Van welk land is Boedapest de hoofdstad?
19 Aan welke rivier ligt de stad?
20 Uit welke drie delen bestaat de stad?
21 Wat is er na 1990 in Boedapest veranderd?
1 – De meeste wegen leiden naar de hoofdstad;
– de meeste bedrijven hebben er hun
hoofdkantoor;
– de regering zetelt in de hoofdstad;
– er zijn veel theaters en musea;
– er komen veel toeristen;
– er zijn veel immigranten.
2 De Eiffeltoren in Parijs en de Big Ben in Londen.
3 Door de Kanaaltunnel.
4 Duitsland.
5 Nee, niet van 1945 tot 1990.
6 De stad werd in tweeën gesplitst door een
muur. West-Berlijn hoorde bij West-Duitsland
en Oost-Berlijn bij Oost-Duitsland.
7 De Berlijnse Muur viel. Oost- en West-Duitsland
werden weer één land. Berlijn werd weer de
hoofdstad.
8 Ze wonen in slechte huizen en hebben vaak
geen werk.
9 Rusland.
10 Het Kremlin.
11 Het Rode Plein.
12 Er zijn veel nieuwe huizen, winkels en kantoren
gebouwd.
13 Langs een rivier.
14 Door de handel.
15 Ze bestaan uit een stadskern met daaromheen
voorsteden.
16 Door een netwerk van wegen.
17 Dan kunnen ze aan elkaar vastgroeien.
18 Hongarije.
19 De Donau.
20 Oboeda, Boeda en Pest.
21 Er zijn veel nieuwe huizen, kantoren en winkels
gebouwd.
Blok 5 Steden in Europa
43EEN WERELD VAN VERSCHIL-Groep 7 Kopieerblad blok 6 samenvatting © Malmberg ’s-Hertogenbosch
Blok 6 Steeds dichterbij
Les 1 Water en wegen in België
België bestaat uit twee delen: het
Nederlandstalige Vlaanderen en het
Franstalige Wallonië. In de hoofdstad Brussel
wordt zowel Nederlands als Frans gesproken. In
België zijn tussen de steden maar ook tussen
rivieren veel kanalen gegraven. Het Albertkanaal
bijvoorbeeld verbindt de havenstad Antwerpen
met de industriestad Luik. Later is er een
snelweg aangelegd tussen deze twee steden, net
als tussen de andere grote steden. Het landschap
in het westen van België is vlak. Vanaf Brussel
wordt het naar het oosten toe bergachtig. In het
zuidoosten liggen de Ardennen, een gebergte
dat doorloopt tot in Luxemburg. Daar wordt
vooral Duits gesproken. In Luxemburg komen
drukke wegen en spoorlijnen uit België, Duitsland
en Frankrijk samen.
Les 2 In vogelvlucht door Duitsland
Het landschap in Duitsland bestaat uit de Noord-
Duitse laagvlakte, het Alpengebied in het
zuiden en daartussenin het middelgebergte.
De grote steden in Duitsland zijn onderling ook
bereikbaar met het vliegtuig. In de havenstad
Hamburg worden veel kranten uitgegeven.
Frankfurt aan de Main is het handelscentrum
van Duitsland. Keulen aan de Rijn is beroemd om
de Dom, een oude kerk met twee torens. Op de
hellingen langs de Rijn liggen wijngaarden.
München is een oude stad met veel theaters en
musea. In het zuiden van Duitsland beginnen de
Alpen, die doorlopen tot in Oostenrijk en
Zwitserland. Het leven in Zuid-Duitsland lijkt dan
ook veel op dat in Oostenrijk en Zwitserland.
Les 3 De stilte van Scandinavië
Scandinavië bestaat uit Noorwegen, Zweden en
Finland. Noorwegen bestaat vooral uit bergen,
Zweden uit bossen en Finland uit meren. In
Noorwegen zijn veel fjorden. Dat zijn diepe,
lange inhammen in de kust. Ze zijn vaak meer
dan 100 km lang.
Scandinavië is erg dunbevolkt, vooral in het
noorden. Daar is het koud, bergachtig en er
groeit weinig. Het is het gebied waar de Sami
wonen. Vroeger leefden deze mensen van de
rendierjacht en trokken ze rond met hondensleeën.
Nu zijn het veehouders die met sneeuwscooters
en helikopters de rendieren volgen. De zon gaat
in het noorden van Scandinavië van 27 mei tot
18 juli niet onder. Dat heet de middernachtzon.
Les 4 De Kanaaltunnel
De Kanaaltunnel verbindt Frankrijk met
Engeland. Er rijden treinen doorheen die
personen, auto’s en goederen vervoeren. De
Kanaaltunnel bestaat eigenlijk uit drie tunnels.
Twee zijn er voor het treinvervoer. De derde is
voor het vervoer van onderhoudspersoneel en
onderhoudsmaterialen, het vervoer van
hulpdiensten zoals brandweer en zieken, en als
vluchtroute voor de reizigers.
44EEN WERELD VAN VERSCHIL-Groep 7 Kopieerblad blok 6 samenvatting © Malmberg ’s-Hertogenbosch
1 Uit welke twee delen bestaat België?
2 Welke talen worden er gesproken?
3 Wat spreken de mensen in Brussel?
4 Hoe zijn de grote steden met elkaar
verbonden?
5 Tussen welke twee steden ligt het
Albertkanaal?
6 Hoe ziet het landschap in België eruit?
7 Waar liggen de Ardennen?
8 Welke taal spreken de mensen in Luxemburg?
9 Waarom is Luxemburg een belangrijk
knooppunt?
10 Waaruit bestaat het landschap in Duitsland?
11 Hoe zijn de grote steden onderling
bereikbaar?
12 Waardoor is Hamburg bekend?
13 Waardoor is Keulen bekend?
14 Waardoor is Frankfurt bekend?
15 Waardoor is München bekend?
16 Welke landen horen bij Scandinavië?
17 Hoe ziet het landschap in die landen eruit?
18 Welke mensen wonen in het noorden?
19 Hoe leefden deze mensen vroeger?
20 Hoe leven ze nu?
21 Wat zijn fjorden?
22 Waarom is de Kanaaltunnel aangelegd?
23 Wat wordt door deze tunnel vervoerd?
24 Waarom zijn er drie tunnels gemaakt?
1 Vlaanderen en Wallonië.
2 Nederlands in Vlaanderen en Frans in Wallonië.
3 Frans en Nederlands.
4 Door kanalen en snelwegen.
5 Antwerpen en Luik.
6 In het westen vlak, in het oosten bergachtig.
7 In het zuidoosten van België en in Luxemburg.
8 Duits.
9 Wegen en spoorlijnen uit België, Duitsland en
Frankrijk komen er samen.
10 Laagvlakte in het noorden, bergen in het
zuiden en daartussen een middelgebergte.
11 Door snelwegen en via het vliegtuig.
12 Door de haven en de vele kranten.
13 Door de Dom en de Rijn.
14 Het is de handelsstad van Duitsland.
15 Door het oude centrum met theaters en musea.
16 Noorwegen, Zweden en Finland.
17 Bergen in Noorwegen, bossen in Zweden en
meren in Finland.
18 De Sami.
19 Op hondensleeën trokken ze rond op
rendierjacht.
20 Als veehouders die met sneeuwscooters en
helikopters de rendierkuddes volgen.
21 Diepe, lange inhammen in de kust.
22 Om een snelle verbinding tussen Engeland en
Frankrijk te maken.
23 Auto’s, personen en goederen.
24 Twee voor de treinen en één voor onderhoud,
hulpdiensten en als vluchtroute.
Blok 6 Steeds dichterbij
45EEN WERELD VAN VERSCHIL-Groep 7 Kopieerblad blok 7 samenvatting © Malmberg ’s-Hertogenbosch
Blok 7 Samenwerken
Les 1 De Europese Unie
Europa is ‘kleiner’ geworden, omdat reizen
gemakkelijker en sneller gaat dan vroeger. Er zijn
overal snelwegen, spoorlijnen, bruggen, tunnels
en vliegvelden. Steeds meer mensen gaan op
vakantie naar het buitenland.
Vanaf 1950 werken veel Europese landen samen.
Ze zijn lid van de Europese Unie (EU). Op dit
moment zijn alle landen van West-Europa lid van
de EU, behalve Zwitserland, IJsland en Noorwegen.
Ook enkele Oost-Europese landen zijn ondertussen
lid geworden.
De landen van de EU maken afspraken,
bijvoorbeeld over landbouw, visserij, verkeer,
veiligheid en het milieu. Die worden vastgelegd
in wetten die voor alle landen gelden. Ook
Nederland is lid van de EU.
Les 2 Over de grens
Binnen de EU zijn verschillende afspraken gemaakt:
– In de meeste landen kun je met de euro
betalen. Daardoor hoef je niet meer zoals
vroeger geld te wisselen.
– Aan de binnengrenzen hoef je geen paspoort
meer te laten zien. Binnengrenzen zijn
grenzen tussen de EU-landen.
– De prijzen van land- en tuinbouwproducten
zijn overal hetzelfde.
– Voor de invoer van producten uit een ander
EU-land hoeven geen invoerrechten betaald
te worden. Dat heet vrij verkeer van
producten.
– Er mag niet zoveel gevist worden dat een
vissoort uitsterft.
– Ook over de vervuiling van rivieren door
lozing van afvalwater zijn afspraken gemaakt.
Daardoor is de kwaliteit van het rivierwater
verbeterd.
De landen van de EU leggen geld bij elkaar om
alle afspraken goed uit te kunnen voeren.
Les 3 Nog meer landen
Een land kan niet zomaar lid van de EU worden.
Het moet alle wetten van de EU overnemen. Het
land moet bijvoorbeeld een democratie zijn. In
een democratie kiezen de mensen hun leiders.
Ook mag iedereen een eigen mening en geloof
hebben.
Er zijn verschillende landen in Oost-Europa die
graag lid van de EU willen worden, zoals Polen,
Estland en Roemenië.
Polen is bijna acht keer zo groot als Nederland.
Het land is lange tijd bezet geweest door
omringende landen, waardoor de inwoners
weinig vrijheid hadden. Vanaf 1990 is Polen een
zelfstandig land met vrije verkiezingen.
Estland ligt in Noordoost-Europa aan de
Oostzee. Het land is iets groter dan Nederland,
maar er wonen slechts anderhalf miljoen mensen.
De hoofdstad is Tallinn, een oude stad met kleine
straatjes en een stadsmuur. Sinds 1990 is Estland
zelfstandig, maar heeft het te kampen met veel
milieuvervuiling.
Roemenië ligt in Oost-Europa en is ongeveer zes
keer zo groot als Nederland. De hoofdstad is
Boekarest. Lange tijd werd Roemenië geregeerd
door een dictator die zich weinig aantrok van
de bevolking. In 1989 werd hij afgezet en werd
Roemenië een democratie. Er heerst nog veel
armoede.
Les 4 Europa in het klein
Een euregio is een gebied in Europa dat in
verschillende landen ligt en waarvan de regio’s
samenwerken op het gebied van gezondheid
(ziekenhuizen), veiligheid (brandweer en politie),
onderwijs, natuur en milieu. Een voorbeeld is de
Euregio Maas-Rijn. Daarin werken regio’s in
België, Nederland en Duitsland samen.
46EEN WERELD VAN VERSCHIL-Groep 7 Kopieerblad blok 7 samenvatting © Malmberg ’s-Hertogenbosch
1 Waardoor gaat het reizen in Europa sneller
dan vroeger?
2 Wat betekent de afkorting EU?
3 Waarover maken de landen van de EU
afspraken?
4 Geef drie voorbeelden van deze afspraken.
5 Wat zijn binnengrenzen?
6 Is Nederland lid van de EU?
7 Waarom wil de EU graag uitbreiden?
8 Waar moet een land aan voldoen om lid van
de EU te worden?
9 Wat betekent democratie?
10 Waar liggen Polen, Estland en Roemenië?
11 Wat zijn de hoofdsteden van deze drie
landen?
12 Rond 1990 is de politiek in deze drie landen
veranderd. Wat is er veranderd?
13 Wat weet je over de grootte van Polen,
Estland en Roemenië ten opzichte van
Nederland?
14 Wat is een euregio?
15 Geef twee voorbeelden hoe binnen een
euregio wordt samengewerkt.
1 Er zijn overal snelwegen, spoorlijnen, tunnels,
bruggen en vliegvelden.
2 Europese Unie.
3 Over landbouw, visserij, verkeer, veiligheid,
milieu.
4 Voorbeelden van afspraken zijn:
– In de meeste landen kun je met de euro
betalen.
– Aan de binnengrenzen hoef je geen paspoort
te laten zien.
– De prijzen van land- en tuinbouwproducten
zijn overal hetzelfde.
– Voor de invoer van producten uit een ander
EU-land hoeven geen invoerrechten betaald
te worden.
– Er mag niet zoveel gevist worden dat een
vissoort uitsterft.
– Over de vervuiling van rivieren door
fabrieken zijn afspraken gemaakt.
5 Binnengrenzen zijn grenzen tussen de EU-
landen.
6 Ja.
7 Om een grotere eenheid binnen Europa te krijgen.
8 Het land moet alle wetten van de EU overnemen.
9 In een democratie kiest de bevolking zijn leiders.
10 In Oost-Europa.
11 Warschau (Polen), Tallinn (Estland) en
Boekarest (Roemenië).
12 De mensen mochten hun regering kiezen.
13 Estland is ongeveer even groot als Nederland.
Roemenië is zes keer groter en Polen acht keer
groter.
14 Een streek in Europa die in verschillende landen
ligt.
15 Voorbeelden zijn:
– een gezamenlijk ziekenhuis;
– de brandweer die samenwerkt;
– de politie die samenwerkt;
– een gezamenlijke natuur- en milieu-aanpak;
– contact tussen scholen.
Blok 7 Samenwerken
47EEN WERELD VAN VERSCHIL-Groep 7 Kopieerblad blok 8 samenvatting © Malmberg ’s-Hertogenbosch
Blok 8 Warm of koud?
Les 1 Het Iberisch Schiereiland
Spanje en Portugal vormen samen het Iberisch
Schiereiland. Een schiereiland is een stuk land
dat aan één kant vastzit aan het vasteland en
verder is omgeven door water.
Spanje, met de hoofdstad Madrid, is twaalf keer
zo groot als Nederland. Spanje is een van de
grootste visserijlanden ter wereld.
Portugal, met de hoofdstad Lissabon, is twee
keer zo groot als Nederland. Het land wordt door
de rivier de Taag verdeeld in twee stukken. Ten
zuiden van de Taag vind je laagland waar het erg
warm is en weinig groeit. Ten noorden van de
rivier zijn bergen waar het veel groener en minder
warm is.
Veel mensen gaan op vakantie naar Spanje en
Portugal. De meeste toeristen gaan naar de kust.
In de Algarve in Portugal liggen de kleine strandjes
meestal tussen de rotsen. Maar ook grote steden
zoals Madrid en Barcelona trekken veel toeristen,
met name door de cultuur. Mensen die van rust
houden, gaan naar het binnenland. Spanje en
Portugal zijn blij met de toeristen, hoewel die
soms voor overlast en vervuiling zorgen.
Vroeger werkten de meeste Spanjaarden en
Portugezen op het platteland. Tegenwoordig
werken ze vooral in de dienstensector: ze werken
voor andere mensen of kiezen een beroep als
dokter, winkelier of hotelier.
Les 2 Bergen en dalen
Het landschap in Frankrijk is erg afwisselend:
heuvels in Bretagne, hoge bergen op de grens
met Spanje, Zwitserland en Italië, stranden aan
de Middellandse Zee. Daarnaast vind je verspreid
over het land akkers en bossen. Frankrijk is ook
rijk aan musea, oude gebouwen en kastelen.
Door de veelheid aan natuur en cultuur is Frankrijk
een geliefd land voor toeristen.
Italië is een schiereiland dat de vorm van een
laars heeft. Toeristische trekpleisters zijn de
steden Rome en Venetië, het gebied ten noorden
van Rome en de stranden. Venetië bestaat uit
meer dan 100 kleine eilandjes die met bruggen
aan elkaar zijn gebouwd. Ook Italië kent
verschillende landschappen: hoge bergen, grote
meren en een grote laagvlakte langs de rivier de
Po. In Italië staan vulkanen die soms nog actief
zijn. Toch wonen veel mensen op de hellingen
van de vulkaan, omdat de lavagrond erg
vruchtbaar is.
Les 3 Zomer en winter
In het zuiden van Europa is het warmer dan in
het noorden. De zon schijnt er bijna het hele jaar
door, vooral rond de Middellandse Zee. Daarom
houden er veel vakantiegangers hun zomervakantie.
In de winter gaan ze vooral naar wintersportlanden
zoals Tsjechië en Oostenrijk. Behalve voor de
wintersport komen veel mensen ook naar die
landen vanwege de hoofdsteden Praag en
Wenen. Beide steden liggen aan een grote rivier
en hebben veel oude gebouwen. Er zijn paleizen,
musea en parken.
De vakantielanden ontvangen de toeristen graag.
Maar soms zorgen ze ook voor overlast en
vervuiling.
Les 4 Op reis door Griekenland
Griekenland is een land met heel veel grote en
kleine eilanden. Daar gaan elk jaar veel toeristen
naartoe, vooral omdat daar bijna het hele jaar de
zon schijnt. Vanuit Athene, de hoofdstad van
Griekenland, vertrekken elke dag grote boten
voor een tocht langs de eilanden.
48EEN WERELD VAN VERSCHIL-Groep 7 Kopieerblad blok 8 samenvatting © Malmberg ’s-Hertogenbosch
1 Welke landen horen bij het Iberisch
Schiereiland?
2 Wat is een schiereiland?
3 Waarom is de visserij belangrijk voor Spanje?
4 Welke rivier verdeelt Portugal in twee delen?
5 Wat is het verschil tussen die twee delen?
6 Waarom is het toerisme belangrijk voor
Spanje en Portugal?
7 Waarom zijn Spanje en Portugal niet altijd
blij met de toeristen?
8 Geef drie voorbeelden van diensten in het
toerisme.
9 Wat is het grootste land van West-Europa?
10 Geef voorbeelden van landschappen in
Frankrijk.
11 Is Italië een eiland of een schiereiland?
12 Waarom wordt Italië de laars van Europa
genoemd?
13 Welke plekken bezoeken de meeste toeristen
in Frankrijk?
14 Welke plekken bezoeken de meeste toeristen
in Italië?
15 Hoe ziet Venetië eruit?
16 Waarom willen sommige mensen op de
helling van een vulkaan wonen?
17 Waarom gaan veel mensen op vakantie naar
het zuiden van Europa?
18 Noem twee wintersportlanden in Europa
met hun hoofdsteden.
19 Waarom gaan er veel toeristen naar
Griekenland?
1 Spanje en Portugal.
2 Een eiland dat aan één kant vastzit aan het
vasteland en verder omringd is door water.
3 Het is een van de grootste visserijlanden ter
wereld.
4 De Taag.
5 In het zuiden vind je laagland; het is er erg
warm en er groeit weinig. In het noorden zijn
bergen; het is er veel groener en minder warm.
6 Heel veel mensen brengen er hun vakantie
door. Ze geven veel geld uit.
7 Omdat ze soms voor overlast en vervuiling
zorgen.
8 Reisgids, hoteleigenaar, ober.
9 Frankrijk.
10 Heuvels in Bretagne, hoge bergen op de grens
met Spanje, Zwitserland en Italië, stranden
aan de Middellandse Zee.
11 Een schiereiland.
12 Omdat het land de vorm van een laars heeft.
13 Ze bezoeken oude gebouwen, musea, steden,
kastelen of gaan naar het strand.
14 Het noorden, de stranden en de steden, zoals
de hoofdstad Rome.
15 Het is een stad die uit kleine eilandjes bestaat.
16 Omdat de lava op de hellingen erg vruchtbaar
is.
17 Omdat het daar bijna het hele jaar door warm
is.
18 Tsjechië met de hoofdstad Praag en Oostenrijk
met de hoofdstad Wenen.
19 Omdat daar bijna het hele jaar de zon schijnt.
Je kunt er heerlijk uitrusten en genieten van
zon, zee en strand.
Blok 8 Warm of koud?