Ondernemerschap binnen Saxion 13/14
Rapportage collegejaar 2013-2014
Salam Adel Al-Gaim
Han van der Meer
Robert Middelburg
Erik Wierstra
2
Ondernemerschap binnen Saxion Rapportage over ondernemerschap onder Saxion studenten in collegejaar 2013-2014
Salam Adel Al-Gaim
Han van der Meer
Robert Middelburg
Erik Wierstra
Saxion Kenniscentrum Innovatie en Ondernemerschap
M.H. Tromplaan 28
7513 AB Enschede
saxion.nl/innovatieenondernemerschap
Copyright © 2014 by Saxion University of Applied Sciences.
All rights reserved. No part of this article may be reproduced or utilized in any form or by any means, electronic of
mechanical, including photocopying, recording, or by any information storage and retrieval system, without
permission in writing from the authors.
3
Inhoudsopgave
Samenvatting ................................................................................................ 4
1. Inleiding .................................................................................................... 6
2. Onderzoeksmethode .................................................................................. 8
3. Resultaten ................................................................................................. 9
4. Conclusies en aanbevelingen ..................................................................... 16
Referenties ................................................................................................... 18
Bijlagen ........................................................................................................ 20
4
Samenvatting
Sinds studiejaar 2007-2008 voert Saxion Kenniscentrum voor Innovatie en
Ondernemerschap [SKIO] onderzoek uit onder haar studentenpopulatie om
inzicht te krijgen in de interesse in ondernemerschap onder studenten (Van den
Berg, Bijleveld, van der Meer, de Weerd & Wierstra, 2008). Er is veel aandacht
voor ondernemerschap binnen Saxion. Ondernemingen die zijn gestart door
studenten en alumni van hogescholen en universiteiten hebben een belangrijke
economische waarde. In 2014 heeft Saxion ondertussen een database
opgebouwd van meer dan duizend studenten en alumni die een eigen KvK-
geregistreerde onderneming hebben. Ze creëren werkgelegenheid, de
productiviteit stijgt en er worden innovaties van hoge kwaliteit ontwikkeld. Ook
is ondernemerschap van groot belang voor de groei en weerbaarheid van de
regionale economie (Van der Meer, 2007; Van der Veen & Wakkee, 2006). Voor
het onderwijs leveren nieuwe bedrijven vanuit kennisinstellingen een positieve
bijdrage aan kennistransfer en de kwaliteit van het onderwijs (Groen & Van der
Sijde, 2004).
Het onderzoek in 2007-2008 is het startsein geweest voor een jaarlijks
uitgevoerd longitudinaal onderzoek onder de Saxion studentenpopulatie (met
uitzondering van 2008-2009). Voor het eerste onderzoek is een papieren
vragenlijst gebruikt (Van den Berg et al., 2008). De laatste vijf onderzoeken zijn
uitgevoerd door middel van digitale bevraging. Deze is verbonden aan het
digitale aanmeldingssysteem van Saxion: Studielink. Hierdoor is de hele
studentenpopulatie min of meer verplicht om de onderzoeksvraag te
beantwoorden. Door het verplichte karakter is de respons op het
onderzoeksinstrument vanaf 2009 gestegen. Omdat de methode van
dataverzameling en de respons van studiejaar 2009-2010 (Wierstra,
Bouwmeester & van der Meer, 2009), 2010-2011, 2011-2012 (Van Dijken,
Wierstra, van der Meer & van der Meer, 2011) en 2013-2014 gelijk zijn worden
alleen deze resultaten met elkaar vergeleken.
Het onderzoek leidt tot de volgende conclusies. Ondernemerschap leeft
binnen Saxion! In 2013 geeft 2,6% van alle Saxion studenten aan dat ze een
eigen onderneming hebben en dat komt neer op 666 studenten. In het
collegejaar 2012-2013 was dat nog 2,3% en 522 studenten. Dit is een
significante toename. Daarnaast is 9% van de studenten van plan om in de
toekomst (tijdens of na hun studie) een bedrijf te starten. Er is een toenemende
interesse in ondernemerschap. Er is ondertussen statistisch significant meer
interesse in zelfstandig ondernemerschap dan in 2009. Het absolute aantal
studentondernemers is over de afgelopen vier jaren toegenomen. Dit wordt
5
deels veroorzaakt door het gestegen aantal respondenten maar ook procentueel
neemt het aantal studentondernemers toe.
Voor 2013 geldt dat de academies ACT (185), BBT (127) en MIM (92) de
meeste studentondernemers tellen. De intentie om tijdens of na de studie een
eigen bedrijf te starten is het grootst binnen de academies BBT (424), MIM (308)
en HBS (258). Verder heeft er een sterke stijging in de interesse in het
zelfstandig ondernemerschap plaatsgevonden binnen de academie FEM.
Jaar Totaal aantal studenten Ja, ik ben al gestart %
2009 20250 326
1,61
2010 20317 378
1,86
2011 22783 452
1,98
2012 22830 522
2,29
2013 25630 666
2,60
Jaar Totaal aantal studenten Tijdens of na hun studie %
2009 20250 1228
6,06
2010 20317 1593
7,84
2011 22783 1705
7,48
2012 22830 1991
8,72
2013 25630 2307
9,00
6
1. Inleiding
Ondernemingen die zijn gestart door studenten en alumni van hogescholen en
universiteiten, zoals Saxion, hebben een belangrijke economische waarde. Ze
creëren relatief veel werkgelegenheid; de productiviteit stijgt; en er worden
innovaties van hoge kwaliteit ontwikkeld. Ondernemerschap is van groot belang
voor de groei en weerbaarheid van de regionale economie (Van der Meer, 2007;
Van der Veen et al., 2006). Naast het directe belang voor de economie leveren
nieuwe bedrijven vanuit kennisinstellingen, zoals Saxion, ook een positieve
bijdrage aan kennistransfer en aan de kwaliteit van het onderwijs (Groen & van
der Sijde, 2004). Dit zijn redenen voor Saxion om ondernemerschap tot één van
de speerpunten van het beleid te maken (Saxion, 2008).
Saxion is een hogeschool gevestigd in Enschede, Deventer en Apeldoorn
met meer dan 25.000 studenten verdeeld over 11 academies. Saxion wil graag
de ondernemendheid van haar studenten stimuleren. Deze ambitie valt binnen
het kader van excellentie, één van de vijf kernpunten waarop de hogeschool
zich wil versterken. Zelfstandig ondernemerschap wordt dus beschouwd als een
vorm van excelleren. In de toekomstvisie 2020 wil Saxion dat ondernemerschap
in elke opleiding tot uitdrukking komt (Saxion, 2010). Ondernemerschap,
creativiteit en innovatie zullen in alle activiteiten van Saxion terugkomen. Om
deze ambitie te realiseren wordt er veel aandacht besteed aan
ondernemerschapsonderwijs en de ondersteuning van (startende) ondernemers.
Binnen Saxion richt het Kenniscentrum Innovatie en Ondernemerschap
[SKIO] zich specifiek op (startend) ondernemerschap. SKIO houdt zich bezig met
het stimuleren en ondersteunen van ondernemerschap onder studenten. SKIO
verzorgt het hele traject van bewustwording tot feitelijke actie. Dit doet het
kenniscentrum door middel van activiteiten op het gebied van: onderwijs,
advisering en onderzoek. Het is een centraal aanspreekpunt voor alle studenten
die het ondernemerschap aanspreekt en ondernemend willen zijn. Studenten die
rondlopen met ideeën voor een eigen onderneming kunnen bij dit
kenniscentrum terecht voor begeleiding en advies. Ook treedt SKIO op als
opdrachtgever voor studenten die in hun eigen bedrijf willen stage lopen of hun
afstudeeronderzoek willen doen. Daarnaast voert het SKIO onderzoek uit op het
gebied van zelfstandig ondernemerschap. Zie bijlage A voor een overzicht van
studie-overstijgende activiteiten binnen Saxion op het gebied van zelfstandig
ondernemerschap.
Om inzicht te krijgen in de interesse in ondernemerschap onder studenten voert
het Saxion Kenniscentrum voor Innovatie en Ondernemerschap sinds studiejaar
7
2007-2008 onderzoek uit onder haar studentenpopulatie (Van den Berg et al. ,
2008). Het eerste onderzoek is uitgevoerd met een papieren vragenlijst en een
geselecteerde groep studenten. De laatste vijf jaar zijn de onderzoeken
uitgevoerd door middel van digitale bevraging via Studielink waarbij de hele
studentenpopulatie betrokken is. Omdat de methode van dataverzameling en de
respons van studiejaar 2009-2010 (Wierstra et al., 2009), 2010-2011 (Van
Dijken et al., 2011), 2011-2012 en 2013-2014 gelijk zijn en de resultaten een
representatiever beeld vormen van de studentenpopulatie dan het eerst
onderzoek, worden alleen de resultaten van deze vijf jaren met elkaar
vergeleken.
In dit onderzoek staat de stand van zaken met betrekking tot de
interesse voor ondernemerschap en het aantal studentondernemers binnen
Saxion centraal. De resultaten worden in hoofdstuk 3 gepresenteerd; in het nu
eerstvolgende hoofdstuk worden de opzet en wijze van data-analyse van de
deelonderzoeken toegelicht. Het rapport wordt afgesloten met een conclusie.
8
2. Onderzoeksmethode
Door middel van dit onderzoek wil Saxion inzicht geven in het
studentondernemerschap binnen Saxion. Om tot dit inzicht te komen zijn de
volgende vragen geformuleerd:
1. Hoe groot is de interesse in ondernemerschap binnen de studentenpopulatie
van Saxion? Hoeveel studentondernemers telt Saxion?
2. Wat zijn de verschillen in de interesse voor ondernemerschap en het aantal
studentondernemers ten opzichte van de eerdere metingen?
Voor dit onderzoek is digitaal een vragenlijst afgenomen onder de gehele
studentenpopulatie van Saxion. Een vraag is toegevoegd aan de jaarlijkse
inschrijvingsprocedure via Studielink. Het doel van dit onderzoek is inzicht
krijgen in de interesse voor ondernemerschap en het aantal daadwerkelijke
studentondernemers binnen Saxion. Hierbij ligt de interesse zowel bij de
resultaten voor de gehele populatie als bij de resultaten per academie.
Studielink bood de mogelijkheid waarbij de hele studentenpopulatie kon worden
bereikt. Alle studenten moeten zich ieder studiejaar via Studielink aanmelden.
Bij de aanmelding kregen de studenten een vraag over ondernemerschap
voorgelegd waar ze verplicht een antwoord op moesten geven. Deze vraag luidt
als volgt: “Ben je van plan een eigen bedrijf te beginnen?”. Daarbij hadden zij de
volgende vijf antwoordopties: 1) Nee, 2) Misschien, 3) Ja, na mijn studie, 4) Ja,
tijdens mijn studie, 5) Ja, ik ben al gestart.
Data-analyse
De antwoorden op de digitale vragenlijst zijn in SPSS ingevoerd. Aan de hand
van een frequentieanalyse is berekend hoeveel studenten voor een bepaalde
antwoordcategorie hebben gekozen. Om de verschillen tussen de metingen in
alle voorgaande studiejaren te kunnen berekenen is een Kruskal-Wallistoets
uitgevoerd.
9
3. Resultaten
Opeenvolgend zullen de volgende onderwerpen worden besproken:
respondenten, interesse in ondernemerschap en het daadwerkelijk
studentondernemerschap.
Respondenten
Tabel 1 laat zien dat het responspercentage in de studiejaren 2010-2011,
2011-2012, 2012-2013 en 2013-2014 beduidend hoger liggen dan in
studiejaar 2009-2010. De internationale respondenten komen via een ‘andere
weg’ binnen en vielen voorheen buiten het bereik van het onderzoek. De cijfers
in Tabel 1 ondersteunen deze verklaring: in studiejaren 2010-2011, 2011-
2012, 2012-2013 en 2013-2014 is de non-respons onder internationale
studenten veel lager dan in studiejaar 2009-2010. De responspercentages zijn
zodanig hoog dat de onderzoeksresultaten een goede weergave geven van de
Saxion studentpopulatie.
Tabel 1: (non)respons studiejaar 2009-2010, 2010-2011, 2011-2012 2012-
2013 en 2013-2014 in absolute aantallen en percentages.
Geslacht Opleidingsvorm Nationaliteit
Totaal (N) % van
totaal Man Vrouw Voltijd Deeltijd Duaal NL Duits Anders
2009-2010
N 20.250 100 10.397 9.853 17.202 2.885 163 17.214 2.385 651
n 16.067 79,3 8.671 7.396 14.012 1.903 152 16.058 2 7
% van n 100 54,0 46,0 87,2 11,8 0,9 99,9 0,0 0,0
% non-respons 20,7 16,6 24,9 34,0 6,7 18,5 6,7 99,9 99,9
2010-2011
N 20.317 100 10.325 9.992 17.355 2.809 153 17.292 2.516 509
n 19.431 95,6 9.959 9.472 16.756 2.532 143 16.948 2.166 317
% van n 100 51,3 48,7 86,2 13,0 0,7 87,2 11,1 1,6
% non-respons 4,4 3,5 5,2 3,5 9,9 6,5 2,0 13,9 37,7
2011-2012
N 22.783 100 11.595 11.188 19.386 3.199 198 19.303 2.815 665
n 22.354 98,1 11.374 10.980 18.984 3.174 196 19.253 2.801 300
% van n 100 50,9 49,1 84,9 14,2 0,9 86,1 12,5 1,3
% non-respons 1,9 1,9 1,9 2,1 0,8 1,0 0,3 0,5 54,9
2012-2013 N 22.830 100 11.657 11.173 19.646 3.013 171 19.381 2.814 635
n 22.535 98,7 11.499 11.036 19.491 2.875 169 19.183 2.777 575
% van n 100,0 51,1 48,9 86,5 12,8 0,7 85,1 12,3 2,6
% non-respons 1,3 0,7 0,6 0,7 0,6 0,0 0,9 0,2 0,3
2013-2014 N 25.630 100 12.888 12.742 22.442 3.052 136 22011 2607 1.012
n 25.557 99,7 12.852 12.705 22.389 3.033 135 21954 2.597 1.006
% van n 100,0 50,3 49,7 87,6 11,9 0,5 85,9 10,2 3,9
% non-respons 0,3 0,1 0,1 0,2 0,1 0,0 0,2 0,0 6,0
10
Interesse in ondernemerschap
In Tabel 2 wordt de mate van interesse in ondernemerschap voor de totale
respondentengroep in 2009, 2010, 2011, 2012 en 2013 weergegeven.
Tabel 2. Interesse in ondernemerschap onder Saxion studenten in 2009 (n =16.067), 2010 (n
=19.431), 2011 (n = 22.354), 2012(n =22.535) en 2013 (n =25.557).
Antwoorden in % 2009 2009(%) 2010 2010 (%) 2011 2011(%) 2012 2012(%) 2013 2013(%) Ja, ik ben al gestart 326 2,0 378 1,9 452 2,0 522 2,3 666 2,6
Ja, na mijn studie 1000 6,2 1296 6.7 1417 6,3 1578 7,0 1789 7,0
Ja, tijdens mijn studie
228 1,4 297 1,5 288 1,3 413 1,8 518 2,0
Misschien 7104 44,2 9052 46,6 10585 47,4 11322 50,2 12576 49,2
Nee 7409 46,1 8408 43,2 9612 43,0 8700 38,6 10008 39,2
Totaal 16067 100 19431 100 22354 100 22535 100 25557 100
In Figuur 1 en Figuur 2 wordt de mate van interesse in ondernemerschap voor
de totale respondentengroep in 2009, 2010, 2011, 2012 en 2013 weergegeven.
De laatste jaren is het percentage studenten dat zeker geen eigen onderneming
wil, licht maar gestaag, gedaald van 46% naar 39%. Het percentage studenten
dat misschien een eigen onderneming wil is de laatste jaren iets gestegen van
ca 45% naar 49%. Zie Figuur 1.
Figuur 1. Interesse in ondernemerschap onder Saxion studenten in 2009 (n =16.067), 2010 (n
=19.431), 2011 (n = 22.354), 2012(n =22.535) en 2013 (n =25.557).
0
10
20
30
40
50
60
2009(%) 2010 (%) 2011(%) 2012(%) 2013(%)
Percentage
Collegejaar
Misschien
Nee
11
De resultaten van hen die wel een eigen onderneming willen of hebben, staat in
Figuur 2 weergegeven.
Van alle studenten geeft 2,6% aan dat ze al zijn gestart. Dan gaat het om 666
studenten bij Saxion. Procentueel beperkt maar absoluut gezien een enorm
aantal. Dit percentage is de afgelopen statistisch significant gestegen van ca
2,0% in 2009, 2010 en 2011 via 2,3% in 2012 naar 2,6% in 2013. Hoewel de
verschillen over de jaren niet heel groot lijken, zijn de respondenten in 2013
toch significant meer geïnteresseerd in ondernemerschap dan in 2009-2010-
2011-2012 (Kruskall-Wallistoets Chi²=33,377; df=2; p=0,000). De
voortdurende aandacht bij Saxion voor de stimulering van jong
ondernemerschap lijkt zijn vruchten af te werpen.
Daarnaast geeft bijna 9% aan zeker een eigen onderneming te willen beginnen
tijdens of na de studie.
Bij de data-analyse is er ook gekeken naar de verschillen tussen het geslacht en
de opleidingsvorm (voltijd, deeltijd of duaal) van de respondenten. De
uitkomsten van deze data-analyses zijn samen met een korte toelichting te
vinden in bijlage B en C.
Figuur 2. Interesse in ondernemerschap onder Saxion studenten in 2009 (n =16.067), 2010 (n
=19.431), 2011 (n = 22.354), 2012 (n =22.535) en 2013 (n =25.557).
Het lijndiagram in Figuur 3 geeft aan hoe de interesse in ondernemerschap bij
studenten toeneemt naar mate het aantal jaren dat de student ingeschreven
staat bij Saxion oploopt. Uit het diagram is af te lezen dat studenten die al
langere tijd staan ingeschreven een grotere intentie hebben tot
ondernemerschap dan studenten die nog niet zo lang aan Saxion studeren. De
0
1
2
3
4
5
6
7
8
2009(%) 2010 (%) 2011(%) 2012(%) 2013(%)
Percentage
Collegejaar
Ja, ik ben al gestart
Ja, na mijn studie
Ja, tijdens mijn studie
12
studenten die al langer ingeschreven staan zijn waarschijnlijk in de eindfase van
hun studie waarin ze serieuze en concrete plannen hebben voor het starten van
een eigen bedrijf. Dit zou de toename in interesse in ondernemerschap kunnen
verklaren. Daarnaast is er een grote kans dat studentondernemers langer over
hun studie doen omdat ze daarnaast veel tijd kwijt zijn aan het bedrijf. Een
verklaring vanuit een andere invalshoek zou kunnen zijn dat de interesse voor
studentondernemerschap onder jongeren in Nederland/Twente aan het dalen is
wat de lagere percentages voor 1e- en 2e-jaars studenten verklaart.
Figuur 3. Interesse in ondernemerschap afgezet tegen het jaar van eerste inschrijving (n =25.557).
Vanzelfsprekend verschilt de rol van ondernemerschap en de mate waarin het
een voor de hand liggend fenomeen is sterk per academie. Figuur 4 geeft een
beeld van de concrete interesse in ondernemerschap van de studenten per
academie. Voor de academies BBT, MIM, ACT en HBS staat ondernemerschap
hoog in de belangstelling (in bijlage D staat een overzicht van de afkortingen
van de academies). Vooral binnen de academie BBT is er opvallend veel
interesse voor ondernemerschap tijdens of na de opleiding. Dit is niet helemaal
verrassend omdat deze opleidingen een groot raakvlak hebben met
ondernemerschap. Daarna volgen MIM, ACT en HBS. Dit zijn dan ook tevens,
met uitzondering van de HBS, de academies die (relatief) de meeste
studentondernemeringen tellen. Later in dit hoofdstuk wordt dit toegelicht. De
studenten binnen de academies AMM en APO hebben traditioneel weinig
interesse in ondernemerschap.
0
0,02
0,04
0,06
0,08
0,1
0,12
0,14
0,16
0,18
0,2
voor2000
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
Ja, na mijn studie
Ja, tijdens mijn studie
Ja, ik ben gestart
13
Figuur 4. Concrete interesse in ondernemerschap per academie (n =25.557)
Note. Omdat het gaat om de concrete interesse zijn hierbij zijn alleen de antwoordopties ‘Ja, na mijn
studie’, ‘Ja, tijdens mijn studie’ en ‘Ja, ik ben al gestart’ meegenomen in de analyse en zijn de opties
‘Nee’ en ‘Misschien’ buiten beschouwing gelaten.
In Tabel 3 staat de interesse per academie in absolute aantallen weergegeven.
Tabel 3. Interesse in ondernemerschap per academie (n =25.557)
2013
Academie Ja, ik ben al
gestart Ja, na mijn
studie Ja, tijdens mijn
studie Misschien Nee Totaal
academie
ABRR
44
129
39
1233
1156 2601
ACT
185
189
113
1887
787 3161
AGZ
27
122
10
1118
1287 2564
AMA
31
83
15
908
958 1995
AMM
29
88
9
1120
1666 2912
APO
15
9
3
222
1190 1439
BBT
127
424
156
1274
463 2444
FEM
43
110
25
879
439 1496
HBS
44
258
36
1346
561 2245
LED
29
69
26
1054
981 2159
MIM
92
308
86
1535
520 2541
Totaal
666
1789
518
12576
10008 25557
050
100150200250300350400450
Aan
tal s
tud
en
ten
Academie
Ja, ik ben al gestart
Ja, na mijn studie
Ja, tijdens mijn studie
14
Daadwerkelijke studentondernemers
In 2013 zijn er 666 studentondernemingen getraceerd op basis van de online
vragenlijst onder alle Saxion studenten (zie Tabel 3). In 2012 waren dit 552
studentondernemingen, in 2011 waren het er 452, in 2010 waren het er 378 en
in 2009 waren het er 326. Het absolute aantal studentondernemers binnen
Saxion is dus toegenomen. Een deel van deze stijging kan worden verklaard
doordat de studentenpopulatie groter is geworden. Echter, daarnaast blijkt een
significante stijging in het percentage studentondernemers. Opvallend bij deze
studentondernemingen is de procentuele verdeling over de diverse academies,
zie Figuur 5 en Tabel 4.
Figuur 5. Percentage studentondernemers.
De academies ACT en BBT staan duidelijk bovenaan als het gaat om
daadwerkelijk studentondernemerschap. Zowel relatief als absoluut tellen deze
academies de meeste studentondernemers. HBS behoort, tegen verwachting in,
niet tot één van de koplopers rond de daadwerkelijk gestarte ondernemers.
Binnen deze academie is er namelijk wel veel interesse in ondernemerschap
onder de studenten. Wellicht is de studie moeilijk te combineren met een eigen
onderneming. Een andere verklaring kan zijn dat deze studenten relatief vaak
ouders hebben met een onderneming die de studenten op een later moment
van plan zijn over te nemen. De academies met relatief de minste
studentondernemers zijn: AGZ, AMA, APO en AMM. Verder valt op dat er binnen
de academies FEM en HBS een behoorlijke stijging van het aantal
studentondernemers heeft plaatsgevonden in de afgelopen 4 jaren.
-
1,00
2,00
3,00
4,00
5,00
6,00
7,00
ABRR ACT AGZ AMA AMM APO BBT FEM HBS LED MIM
Pe
rce
nta
ge
Stu
de
nto
nd
ern
em
ers
Academie
2009
2010
2011
2012
2013
15
Tabel 4. Percentage studentondernemers per Academie
Academie 2009 2010 2011 2012 2013
ABRR
1,44
1,47
1,79
1,93
1,69
ACT
4,39
5,42
4,62
4,52
5,84
AGZ
0,69
0,55
0,62
0,76
1,05
AMA
0,86
0,99
0,69
1,60
1,54
AMM
0,53
0,74
0,81
1,44
0,99
APO
0,73
0,74
0,73
1,22
1,04
BBT
3,72
3,80
4,16
4,75
5,18
FEM
0,72
1,43
1,55
1,84
2,86
HBS
0,64
0,97
1,53
1,56
1,96
LED
1,09
1,04
1,14
0,86
1,34
MIM
1,95
2,19
2,62
2,99
3,61
Op grond van een schatting vanuit verschillend onderzoek binnen Saxion zullen
er sinds midden jaren tachtig ongeveer 1.000 tot 2.000 Saxion ondernemingen
zijn die tot op heden nog bestaan (Van den Berg et al., 2008). In bijlage E staat
de definitie van een Saxion onderneming ofwel spin-off. Deze bedrijven zullen
samen werk bieden aan ongeveer 10.000 tot 20.000 medewerkers waarvan
vermoedelijk het merendeel in de regio Oost werkzaam zal zijn. Het spreekt
voor zich dat investeren in ondernemerschap binnen Saxion van belang is voor
de werkgelegenheid in voornamelijk Oost-Nederland. Er is een enorme variëteit
in het type Saxion ondernemingen.
16
4. Conclusies en aanbevelingen
Uit het onderzoek kunnen de volgende conclusies op hoofdlijnen worden
getrokken.
A. Ondernemerschap leeft binnen Saxion Hogescholen.
Van alle Saxion studenten is 2,6% ondernemer en is 9% nu al van plan om in de
toekomst of tijdens/na de studie, een eigen bedrijf te starten. Een aanzienlijk
deel van de studenten (49%) wil misschien een eigen onderneming beginnen en
twijfelt dus nog. Onder deze groep studenten is er mogelijk nog een aardige
winst te behalen om de ondernemerschapsintenties om te zetten in
daadwerkelijk ondernemerschap.
B. Toenemende interesse in ondernemerschap.
De studenten zijn in 2012 en 2013 statistisch significant meer geïnteresseerd in
het zelfstandig ondernemerschap dan in 2009, 2010 en 2011.
C. Het absolute aantal studentondernemers is toegenomen.
Het aantal ondernemers onder de studenten is relatief het hoogst bij de
academies BBT en ACT. De plannen voor het starten van een eigen bedrijf
tijdens of na de studie komt het meest voor bij de academies BBT, MIM en HBS.
Een sterke stijging in de interesse in zelfstandig ondernemerschap heeft
plaatsgevonden binnen de academie FEM. Verder lijkt de interesse in
ondernemerschap en het daadwerkelijk ondernemerschap samen te hangen met
het aantal jaren van inschrijving: studenten die langer staan ingeschreven bij
Saxion hebben vaker een eigen bedrijf of plannen om deze tijdens of na de
studie te starten.
17
Aanbevelingen voor vervolgonderzoek
Nu er in vijf achtereenvolgende jaren hetzelfde onderzoek onder de
studentpopulatie van Saxion is uitgevoerd, is het interessant om het
antwoordpatroon van de studenten die in alle vier jaren aan het onderzoek
hebben deelgenomen te analyseren. Antwoorden zij veelal hetzelfde over de
drie jaren of verandert hun interesse in ondernemerschap? Met behulp van een
analyse voor gekoppelde paren zou hier meer inzicht in kunnen worden
verkregen.
Verder is het, tegen de achtergrond van de resultaten uit dit onderzoek
waaruit blijkt dat met het aantal jaren dat men ingeschreven staat de interesse
in ondernemerschap stijgt, interessant te onderzoeken of de lichtingen nieuwe
studenten de afgelopen drie jaren bij aanvang ongeveer even sterk
geïnteresseerd waren in ondernemerschap. Als dat zo is, dan is het inderdaad
aannemelijk dat ouderejaars studenten meer geneigd zijn tot zelfstandig
ondernemerschap dan jongerejaars studenten. Maar mocht de interesse bij de
nieuwe lichtingen eerstejaars over de jaren heen zijn gedaald, dan kan dat een
alternatieve verklaring vormen voor de grotere interesse in ondernemerschap
onder de oudere studenten. Het zou dan zo kunnen zijn dat zij bij aanvang van
hun studietijd al een sterkere neiging tot het zelfstandig ondernemerschap
hadden.
18
Referenties
Berg, J. van den, Bijleveld, P., Meer, J.D. van der, Weerd, B. de & Wierstra, E.
(2008). Ondernemerschap binnen Saxion: Rapportage 2008. Enschede:
Saxion.
Bijleveld, P., Meer, J.D. van der, & Meer, F.R.L. van der (2011). Waar blijven onze
ondernemers? Onderzoek naar de ruimtelijke spreiding van de spin offs
van hogescholen. Casus: Saxion. Onderzoekspaper, Enschede: Saxion.
Dijken, E. van, Wierstra, E., Meer, J.D. van der, & Meer, F.R.L. van der (2011).
Ondernemerschap binnen Saxion. Rapportage studiejaar 2010-2011.
Enschede: Saxion.
Groen, A., & Sijde, P.C. van der (2004). Op zoek naar de innovatieve
ondernemer. Lectorale rede, Enschede: Saxion.
Hulsman, M., Dijken, E. van, & Meer, J.D. van der (2010). Heldenboek 2.
Enschede: Saxion
Hulsman, M., Dijken, E. van, & Meer, J.D. van der (2010). Heldenboek 3.
Enschede: Saxion
Meer J.D. van der (2010). Eigen bedrijf en studie: Een verkenning naar de
mogelijkheden om af te studeren en stage te lopen in de eigen
onderneming. Enschede: Saxion.
Meer J.D. van der (2007). Stabiliteit, dwarsverbanden en fijnafstemming. Tekst
uitgesproken bij de inauguratie en installatie tot lector Kennisinnovatief
Ondernemerschap aan Saxion op 9 mei 2007.
Saxion (2008). Strategische Visie 2008-2012. Enschede: Saxion. Retrieved from
http://www.saxion.nl/over_saxion/strategie/visie
Saxion (2010). Toekomstvisie 2020. Enschede: Saxion.
Veen, M. van der, & Wakkee, I. (2006) Understanding the Entrepreneurial
Process in (eds) P. Davidsson, ‘New Firm Startups’ Cheltenham: Edward
Elgar Publishing Ltd (Chapter 2) Reprint from (eds.) D. Watkins, Annual
Review of Progress in Entrepreneurship (ARPENT) Capturing an
19
Expanding Field, European Foundation for Management Development,
Brussels Belgium
Wierstra, E., Bouwmeester, J.W., & Meer, J.D. van der (2009). Ondernemerschap
binnen Saxion. Rapportage 2009. Enschede: Saxion.
20
Bijlagen
Bijlage A
Studie overstijgende ondernemerschapsactiviteiten Saxion
Minor leren innoveren
Een minor die vooral buiten de muren van de school plaatsvindt. In een multidisciplinair
team lever je een belangrijke bijdrage aan innovatieve projecten bij bedrijven en
instellingen in de regio Oost-Nederland. Je maakt kennis met zeer uiteenlopende zaken:
van creatieve technieken tot innovatiestrategieën.
Minor zorgbusiness in action
De zorgmarkt is meer en meer een business aan het worden. Deze minor biedt de kans
om daar kennis mee te maken en een bijdrage te leveren. Na wat voorbereiding en
oefening wordt de student trainee bij Labora, een virtueel opleidings- en
organisatiebureau. In een klein team werkt de student aan opdrachten uit de zorgmarkt,
zodat het geleerde in praktijk gebracht kan worden.
Minor familiebedrijven en bedrijfsopvolging
Meer dan de helft van de Nederlandse bedrijven is een familiebedrijf. Zowel grote
bedrijven (o.a. Heineken, C&A en de Zuivelhoeve) als kleinere bedrijven. De student gaat
in een klein multidisciplinair team aan de slag bij een familiebedrijf om een specifieke
problemen binnen de bedrijfsopvolging bij de betrokken familiebedrijven te onderzoeken
en hen hierover te adviseren.
Minor ondernemen, je eigen zaak
De minor Ondernemen, je éigen zaak is speciaal ontwikkeld voor alle studenten van
Saxion die:
- dromen van een eigen onderneming,
- in hun latere beroepsleven ondernemend willen handelen,
- naast de deskundigheden die ze al hebben en waarin ze gespecialiseerd zijn ook
willen werken aan een overall view, vanuit klantperspectief en klantgerichtheid
- praktijkgericht en doelbewust willen studeren vanuit een bedrijfskundige en
ondernemende invalshoek.
Leren en ondernemen (voor Saxion-medewerkers)
In samenwerking met de Kamer van Koophandel heeft het lectoraat Kennisinnovatief
Ondernemerschap, onderdeel van SKIO, een programma ontwikkeld op de vraagstelling:
welke rol kunnen docenten vervullen om meer van het aanwezige 'potentiële
ondernemerschap' te realiseren? Het programma richt zich op HBO-docenten. Er wordt
kennis gemaakt met ondernemerschap en competentieontwikkeling voor docenten. Dit
ten behoeve van stimulering van ondernemerschap en ondernemendheid.
21
Young Business Professionals (YBP)
Het YBP is de studentondernemersvereniging van Saxion Hogescholen. Het YBP
organiseert voor haar leden activiteiten om het contact met het bedrijfsleven te
stimuleren, bijeenkomsten met boeiende sprekers en, in samenwerking met de Kamer
van Koophandel, seminars over het starten van een eigen bedrijf. YBP kent een groeiend
aantal leden. Recent werd het 1000ste lid ingeschreven.
Young Business Incubator (YBI)
Het YBI werkt als een intermediair om studentondernemers te voorzien van een
professionele bedrijfsruimte. Zij huisvest studentondernemers in
bedrijfsverzamelgebouwen en bedrijfsruimtes van bestaande ondernemers en publieke
organisaties zoals het Muziekcentrum. Hiermee wil het YBI bijdragen aan versterking van
de relatie tussen het bedrijfsleven en Saxion en het economisch klimaat in Oost-
Nederland.
Saxion Program for Excellent Entrepreneurship Development (SPEED)
Het SPEED-programma biedt studentondernemers van Saxion, zowel huidige studenten
als alumni, een persoonlijke renteloze lening van 12.000 euro, gekoppeld aan een
begeleidingstraject om door de eerste fase van het ondernemerschap te komen en
concrete stappen te zetten op weg naar zelfstandig ondernemerschap. Als een
beginnende ondernemer gebruik wil maken van SPEED moet deze een businessplan
schrijven dat beoordeeld wordt op inhoud, financiën en marktkansen. Op basis daarvan
wordt bepaald of de ondernemer in aanmerking komt voor het SPEED-programma.
Inmiddels is SPEED een onderdeel van het veel grotere programma Kennispark.
Ondernemerspunt
In het Saxion-gebouw in Deventer was al langer een ondernemerspunt gevestigd en
sinds november 2010 is ook op de locatie in Enschede een ondernemerspunt geopend.
Het ondernemerspunt is een laagdrempelig informatiepunt waar ondernemers in contact
worden gebracht met allerlei partijen die specifieke kennis kunnen bieden op het gebied
van ondernemerschap. Studentondernemers kunnen hier vijf dagen per week met hun
vragen binnenlopen. Er worden tevens specifieke spreekuren georganiseerd, onder meer
met de Kamer van Koophandel en MKB Nederland.
Smart Bizz Center
Bij studenten was een langgekoesterde wens om te komen tot een combinatie van
afstuderen en ondernemerschapsontwikkeling. Saxion heeft al jaren een uitgebreid
netwerk en aanwezige kennis rond ondernemerschapsontwikkeling. Gezamenlijk heeft
dit geleid tot het opzetten van het Smart Bizz Center.
22
Bijlage B
Zowel in 2013 als in andere voorgaande jaren zijn relatief meer mannelijke
studenten meer geneigd tot ondernemerschap dan vrouwen. Figuur 6 illustreert
dit.
Figuur 6 Interesse in ondernemerschap uitgesplitst naar geslacht.
Antwoord (GeslachtM/V)
2009 2010 2011 2012 2013
M
V
M
V
M
V
M
V
M
V
Percentage gestarte ondernemers (Ja ik ben al gestart / Total)
3,21% 0,66% 3,02% 0,81% 3,24%
0,77% 3,59%
0,99% 4,25% 0,94%
Ja, ik ben al gestart 278 48 301 77 368 84 413 109 546 120
Ja, na mijn studie 738 262 893 403 973 444 1039 539 1168 621
Ja, tijdens mijn studie 186 42 246 51 228 60 329 84 403 115
Misschien 4360 2744 5195 3857 6056 4529 6408 4914 6941 5635
Nee 3109 4300 3324 5084 3749 5863 3310 5390 3794 6214
Total 8671 7396 9959 9472 11374 10980 11499 11036 12852 12705
0
1
2
3
4
5
2009 2010 2011 2012 2013
Pe
rce
nta
ge s
tud
en
ton
de
rne
me
rs
Jaar
Man
Vrouw
23
Bijlage C
In alle de jaren 2009 t/m 2011 is er een significant verschil in interesse in
ondernemerschap tussen studenten van de verschillende opleidingsvormen
(2009: Kruskal-Wallistoets Chi²=153,763; df=2; p=0,000. 2010: Kruskal-
Wallistoets Chi²=341,708; df=2; p=0,000 en 2011: Kruskal-Wallistoets
Chi²=469,490; df=2; p=0,000). Daarbij zijn steeds de verschillen tussen alle
drie de opleidingsvormen onderling ook significant. De voltijdstudenten zijn het
meest geneigd tot ondernemerschap, gevolgd door de deeltijders. Studenten die
een duaal opleidingstraject volgen zijn gemiddeld het minst geïnteresseerd in
ondernemerschap. Figuur 7 illustreert dit patroon.
Figuur 7 . Interesse in ondernemerschap uitgesplitst naar opleidingsvorm: 2009 voltijd (n
=14.012), deeltijd (n =1.903), duaal (n =152), 2010 voltijd (n =16.756), deeltijd (n =2.532), duaal
(n =143), 2011 voltijd (n=18.984), deeltijd (n=3.174), duaal (n=196) .
24
In 2013 is er gekeken naar het percentage ondernemers tussen de verschillende
opleidingsvormen.
Figuur 8: Percentage studentondernemers per opleidingsvorm
Hieruit lijkt juist dat deeltijd studenten het meest geneigd zijn tot
ondernemerschap. Dit klinkt aannemelijk gezien studenten die reeds een
onderneming hebben dan ook deeltijd studeren zodat zij ook nog tijd in hun
eigen onderneming kunnen steken.
3,890537422
0,740740741
2,443164054
0
0,5
1
1,5
2
2,5
3
3,5
4
4,5
Deeltijd Duaal Voltijd
Pe
rce
nta
ge s
tud
en
ton
de
rne
me
rs
Opleidingsvorm
25
Bijlage D
Tabel 5.Betekenis afkorting van academie
Afkorting Academie
BBT Academie Business, Building & Technology
MIM Academie Marketing & Internationaal Management
HBS Academie Hospitality Business School
ACT Academie Creatieve Technologie (voorheen TKT en CII)
FEM Academie Financiën, economie & management
ABRR Academie Bestuur, Recht en Ruimte
LED Academie Life Science Engineering & Design
AGZ Academie Gezondheidszorg
AMA Academie Mens & Arbeid
AMM Academie Mens & Maatschappij
APO Academie Pedagogiek & Onderwijs
26
Bijlage E
De definitie voor Saxion onderneming is als volgt geformuleerd:
Een bedrijf dat (mede) is opgericht, dan wel (deels) verworven door een
medewerker of student van Saxion Hogescholen tijdens de werkzaamheden of
schooltijd, of binnen 5 jaar na het verlaten van het instituut.
Dit leidt tot de volgende discussiepunten:
Tabel 6 Discussie definitie Saxion onderneming
Telt een cursist ook mee als Saxion student?
Een cursist telt mee mits deze cursus minimaal 800 uur (= half jaar) besloeg.
Wat valt er precies onder een bedrijf? De volgende begrippen worden gedefinieerd:
Organisatie = samenwerking van mens en middelen om een doel te bereiken,
Bedrijf = een product of dienst op de markt brengen,
Onderneming = een product of dienst op de markt brengen met het doel om winst te
maken.
Een Saxion onderneming is een bedrijf dat volgens de regels van de fiscus een
onderneming is, wanneer er winst te verwachten (ongeacht of er ook daadwerkelijk een
winstoogmerk is). Dus in onze definitie wordt ‘bedrijf’ vervangen door ‘onderneming’.
Telt een medewerker die hier werkt, maar niet in loondienst is van Saxion ook mee?
Een medewerker telt mee mits gedurende minimaal een half jaar 50% of meer van zijn
werktijd ingevuld werd met de uitvoering van werkzaamheden ten behoeve van Saxion.
In welke mate moet de (oud)medewerker/(oud)student bij de oprichting betrokken zijn
om het bedrijf een Saxion spin off te kunnen noemen?
Als de (oud)medewerker/(oud) student in het KvK dossier bij de oprichting genoemd is
als mede-eigenaar.
In welke mate moet de (oud)medewerker/(oud)student eigendom hebben verworven om
het bedrijf een Saxion spin off te kunnen noemen?
Als de (oud)medewerker/(oud) student x% aandelen + x%bestuurlijke
verantwoordelijkheid heeft in de onderneming. Het is niet van belang hoe groot x is.