MGT: logistiek, Samenvatting blok 2
Week 1
Logistiek = “Alle voorbereidingen en handelingen die nodig zijn om de troepen op de meest doeltreffende wijze van goederen en voorraden te voorzien en onder de gunstige omstandigheden te doen strijden." (Van Dale)
Logistiek management is tegenwoordig:het zo beheersen van de goederen- en daarmee verbonden informatiestromen dat tegen optimale kosten aan de wensen van de afnemers kan worden voldaan
voorbeelden van logistieke processen1. patientenstroom2. MC donalds3. Aluminium
Logistiek vroeger2 deling > ouderwets
1. Materieel management2. Fysieke distributie
1. 2.
Logistiek nu4 deling
1. Inkoop logistiek2. Productie logistiek3. Fysieke distributie
1 of een paar hiervan kan je mee te maken krijgen in het bedrijf
4. reverse logistiek (recycle)
Integraal logistiek concept kijk je naar 4 zaken
1. fysieke inrichting > 200 m2 ruimte2. beheersing > aansturing productieomgeving3. informatie voorziening > welke info nodig? Welk automatiseringssysteem4. personele organisatie > mensen aannemen/ vacatures plaatsen5.
Het koopconceptConcept: Het KOOP (KlantOrderOntkoppelPunt)
Ergens in het totstandkomingsproces wordt het product/de dienst overgedragen aan de klant = het KOOP
• Product/dienst en klant worden aan elkaar gekoppeld!• Met klant bedoelen we dan de betalende consument• Het proces tussen producent en eindklant/consument bevat 5
mogelijke KOOPs waaruit een producent/handelsbedrijf kan kiezen
Definitie KOOP:- Het KlantOrderOntkoppelPunt is het punt dat aangeeft hoe ver (stroomopwaarts in een bedrijfskolom) een klantenorder doordringt in het productie- of distributieproces van de aanbieder van een product of dienst- Het KOOP is het punt tot waar een klantenorder in de stroom binnendringt
Definitie koop= hoeveel invloed heft de klant op het maakproces bij de producent
Intern> mag allemaal niet te duur worden
Extern> wat wil de klant
= hoe gaan we het bedrijf logistiek inrichten?
Klantbedrijfskolom
Logistiek raamwerk
5 mogelijke KOOPs
Koop 1 - Produceren voor lokale voorraad. (= decentrale voorraadpunten)- Meest stroomopwaarts > verkoop in de winkel- Klant kan maakproces niet beïnvloeden - Wat er ligt moet de consument accepteren
Koop 2- Eindproduct wordt zonder klantorder geproduceerd voor een centrale voorraad. - distributie > producten liggen in een groot centraal magazijn- klant maakt geen invloed over het maakproces van de producent
Koop 3 - Grondstoffen / onderdelen/ modules op voorraad. Klantorder dan assemblage.- Klant heeft keuze uit bijvoorbeeld 3 kleuren
Koop 4- Productieorder is klantspecifiek / klantgebonden, maar er wordt gewerkt met
een voorraad die er al is! Grondstoffen/onderdelen- Langere wachttijd
Koop 5- Eerst klantorder. Geen voorraad/ geen grondstoffen. - Maatwerk voor klant.- Maximale koopvrijheid- Uniek exemplaar > trouwjurk maxima, huis op eigen grond bouwen
3+4+5 = wel invloed op het maakproces, steeds meer3+4+5= naam die de order geeft is bekend
Leveranciers bedrijfskolom consument(stroomopwaarts) (stroomafwaarts)
Pijl = input/output
= voorraad (winkel)
= er vind een proces plaats
KOOP 1 Producten zijn reeds volledig gedistribueerd:SCHEERAPPARATEN, INGEBLIKTE GROENTENKOOP 2 producten zijn nog niet gedistribueerd, soms nog kleine bewerking nodig, bv handleiding toevoegen (VAL), POSTORDERPRO- DUCTEN, KOPIEERAPPARATEN, BOL.COMKOOP 3 Nog flexibeler en goedkoper is 3. Slechts modules op voorraad, assemblage,COMPUTERSKOOP 4 BewerkingsmachinesKOOP 5 Geen voorraad, HSL, Betuwe-lijn, de stormvloedkering
Week 2
Voorraadbeheer in één voorraadpunt
Waarom heb je eigenlijk voorraad?Omdat met voorraad wil een bedrijf zich indekken met onzekerheden aan de inkoopkant + verkoopkant
Voorraden in één voorraadpunt kunnen ingedeeld worden volgens verschillende aspecten:
– Het “traject” waar de voorraad in een bedrijf ligt (of beweegt)Redenen waarom het er ligt
– De “soorten” voorraad (waarom liggen er voorraden en hoe zijn ze ontstaan?
– De berekende/theoretische voorraad (registraties in het computersysteem)
– De normvoorraad-begrippenBestellen per doos of per 100 stuks
1. Voorraad naar traject- waar ligt de voorraad > plaats- telkens afvragen: ‘ kan dat niet slimmer?’
2. soorten voorraad - redenen : veel voorraad want er is een actie (bij gamma)
gewoon omdat ze het nodig hebbenseizoenvoorraad > kerstballen
- vaak nodig om op actie over te gaan. Incourant = niet meer nodig
3. De berekende/theoretische voorraad - biedt houvast om de gegevens in administratieve zin vast te leggen in de computer. Je kunt veel met deze kennis.
1. bestelde voorraad = inkooporder/ nog krijgen2. beschikbare voorraad = voorraad in het magazijn3. gereserveerde voorraad = verkooporder/ moet naar de klant toe
1+2 = economische voorraad2+3 = fysieke voorraad1+2+3 = effectieve voorraad
Als de computer kennis heeft van bestelde voorraad (inkooporders), (vrij) beschikbare voorraad en gereserveerde voorraad (klantorders) kan de rest worden berekend!Vragen - Waaruit bestaat de economische voorraad? Waarom?- Waaruit bestaat de technische/fysieke voorraad? Waarom?
4. De normvoorraad-begrippen - Minimum- Maximum- Vaste hoeveelheden bestellen, of juist niet?Zie voor meer voorbeelden je boek op pagina 138
Indirecte voorraadkosten- kosten samenhangend met het hebben of niet hebben van voorraad.
bestelkosten - Goederen inkopen, naar je toe halen of in opslag nemen- Transportkosten, belkosten, salaris inkopers, deel salaris magazijnmensen.
Voorraadkosten - kosten die je hebt omdat je voorraad hebt- 1. rente, 2. Ruimte (huur), 3. Risico, 4.rest, 5.
Kosten van neeverkoop- klant loopt blijvend weg- servicegraad (uitleverpercentage)hoevaak zeg je nee tegen een klant
95% = 1 op 2098% = 1 op 50
Bestellen van goederenVaak B2B bestellingen en leveringen (tussen wie?)(De volgende bestelsystemen kunnen óók intern gebruikt worden, voor bijvoorbeeld eigen productieafdelingen)
• Je kunt te maken hebben met– s = vaste bestelfrequentie > vast moment bestellen– B = variabele bestelfrequentie > variabel bestelmoment– Q = vaste bestelhoeveelheid > vast aantal– S = variabele bestelhoeveelheid > aantal tot een bovengrens
Bestelmethoden/bestelsystemen
BQ-methode
BS- methodebij sterk fluctuerende vraag, terwijl snelle lever- en doorlooptijden zijn gevraagd, bijvoorbeeld electronicawinkels
sQ-methode als Batavus iedere week 6000 fietsen aflevert zijn er ook 6000 zadels nodig
Routineaankopen - printpapier- Standaard kranen plieger
sS-methode
Pareto analyseA categorie:
- kleine groep belangrijke items, bijvoorbeeld producten- belangrijkste categorie
B categorie: tussengroepC categorie:- grote groep items, bijvoorbeeld producten,in eerste instantie niet belangrijk
Formule van camp > berekend Q
- Als op bepaald vast moment de economische voorraad kleiner is dan s dan actie.- Kun je ook gebruiken als je veel kleine bestellingen bij een leverancier hebt. Je drukt dan de kosten.- onveilig > je kijkt maar eens per week naar de voorraad - vb: sportkantine
A= 20/80B= 30/15C= 50/5Blauw = omzet
– Er is een samenhang tussen de bestelgrootte (Q) en de bijbehorende kosten (Cb) (méér bestellen dan > kosten), niet lineair
– Er is een samenhang tussen de bestelgrootte (Q) en de voorraadkosten (Cv)
– Er is een samenhang tussen de bestelgrootte (Q) en de bestelkosten (Cb) enerzijds en de voorraadkosten (Cv) anderzijds
BQ/SQ > bestellen met een vast aantalLeidt tot een optimale bestelgrootte
Waar gaat het bij deze formule precies om?– Het gaat om het vinden van de optimale bestelgrootte bij de leverancier.
Zowel bestelkosten als voorraadkosten laag
Wanneer formule van camp?Producten die je het hele jaar door verkoop (standaard producten)Vb: sigarettenboer > standaard sigaretten
Plieger > standaard witte wastafel
Week 3
Reverse logistics
4e deeltraject in de logistiek
DefinitieReverse logistics omvat de beheersing van de logistieke processen bij het inzamelen, transporeren en verwerken van gebruikte (eind-)producten en verpakkingen.
Inzamelen van de spullen is moeilijk > waar zijn de spullen dan gebleven?
- marketing returns > tijdschriften terugsturen- secondary markets > kringloopwinkel, markplaats- green logistics > milieu logistiek (verminderen verpakking)
cradle tot cradele = van wieg tot wieg
Voorbeelden van reverse logistics - plastic inzamelen
Wie (in een keten) biedt producten ten behoeve van Reverse Logistics aan?De producent: grondstoffen/halffabrikaten (REST-voorraad)slechte kwaliteit (voldoen niet aan norm)onverkochte (eind-)producten (ook REST)
De distributeur/retailer: Producten die niet meer verkocht kunnen wordenproduct recalls: er was iets mee, bv kwaliteitsprobleem)B2B commerciele retouren (denk bv aan kranten/tijdschriften die over zijnFunctionele retouren: pallets, fusten, rolcontainersDe consument: Producten die de consument niet meer wil. Ze zijn “op” voor de gebruiker.
Bedrijven kunnen redenen/motieven hebben reverse logistics te willen toepassen. Welke?
- Milieu overwegingen- Financiële overwegingen- Marketing overwegingen- Wegens de wetgeving
Voorbeeld Reverse logisticsNieuwste jumbo magazijn in VeghelAfval = VoedselVoedsel voor de biosfeer of de technosfeer
Bedoeling: Produceren en consumeren zonder afval Alles moet 100% herbruikbar zijn
Voor C2C: eerder downcycling van materialen: materiaal wordt minder van kwaliteit: wordt daarom ook voor een minder product gebruikt.Na C2C: Materiaal terug naar de situatie voor het gebruik OF er wordt zelfs geupcycled.