Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 1
Jaardocument
stichting Groenhuysen
2011
Roosendaal, mei 2012
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 2
Een harmonieus samenspel
Er zit muziek in Groenhuysen! Dat blijkt wel uit dit sociaal jaarverslag 2011, met onder andere
interviews met muzikale bewoners en medewerkers. Mensen die genieten van hun instrument en
van samen musiceren, ongeacht hun leeftijd. Daarin ligt een mooie vergelijking met de organisatie.
Net als in de muziek is het bij Groenhuysen belangrijk dat iedereen zijn of haar ‘instrument’
beheerst, maar daarnaast oog heeft voor samenspel. Alleen op die manier vormen muzikanten en
dirigenten, maar ook medewerkers en leidinggevenden, één orkest en krijgt de muziek kwaliteit.
Hennie Brons en Thed van Kempen vertellen over deze kwaliteit en andere ontwikkelingen binnen
Groenhuysen in het afgelopen jaar.
Hennie Brons: “In 2011 hebben we belangrijke stappen gezet op het gebied van duurzame
kwaliteitsontwikkeling van de zorg. We hebben flink geïnvesteerd in opleidingen voor onze
medewerkers en in het aantrekken van nieuwe medewerkers. De voornemens uit 2010 hebben we
in 2011 gecombineerd met middelen en zo hebben we de kwaliteit een zo krachtige impuls kunnen
geven, dat die nog doorwerkt in 2012.”
“Door deze nadruk op kwaliteit komen vanzelf ook de knelpunten in de organisatie aan het licht”,
vult Thed van Kempen aan. “Punten waarop we als organisatie nog geen voldoende scoren en die
we moeten beschouwen als leerpunten. In die zin kun je 2011 zien als jaar van bewustwording van
het belang van kwaliteit. Kwaliteit is immers geen vanzelfsprekendheid in de zorg. Na een jaar van
groeiende ambitie, willen we dit ook in 2012 waarmaken.”
Huisvesting
“Wat onze huisvesting betreft, is in 2011 veel werk verzet”, geeft Thed van Kempen aan. “In
november 2011 is De Zellebergen in Oudenbosch geopend, een groot project. Ook vond de
opening plaats van appartementencomplex Waterland in Roosendaal, een locatie met zorg volgens
het thuiszorgprincipe. Er is een start gemaakt met de nieuwbouw van De Vlegter in Sint Willibrord,
met de nieuwbouw van hospice Roosdonck, de nieuwbouw van Steunpunt Zegge en met de
dagbehandeling voor jong dementerenden op Minnebeek. Verder zijn we flink opgeschoten met de
voorbereidingen voor uitbreiding en vernieuwbouw van De Eglantier en van De Bloemschevaert.
Wat De Bloemschevaert betreft, hopen we nog in 2012 te kunnen beginnen met bouwen. Daar zijn
ca. 300 woningen gepland.”
Hennie Brons voegt daaraan toe: “In de dorpen zijn de woonvoorzieningen over het algemeen
goed, maar in de stad Roosendaal moet nog een inhaalslag worden gemaakt. In 2011 hebben we
daarom intensief overleg gehad met de gemeente over mogelijke bouwlocaties. Het resultaat van
dit overleg is een flinke aanzet voor een locatieplan, dat we in 2012 hopen af te ronden.”
Digitalisering
Het belang van digitalisering in de zorg wordt steeds groter. Ook op dit gebied is in 2011 hard
gewerkt. Hennie Brons vertelt: ”In 2011 zijn verschillende trajecten gestart, zoals Intranet, het
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 3
digitaal kwaliteitssysteem ter ondersteuning van de medewerkers, EHRM (digitalisering van de
personeelsadministratie) en E-learning. Dit laatste in samenwerking met het Franciscus Ziekenhuis
en Thuiszorg West-Brabant. Voor de Zorg op Afstand is een ZorgMonitor ontwikkeld en ingevoerd,
er worden nu iPads ingezet in de thuissituatie. Zorg op Afstand rolt langzaam maar zeker uit. In
deze context noemen we ook de 60 braintrainers voor dementerende ouderen die we hebben
aangeschaft, met daarop spelletjes en geheugentrainingen die prikkelen tot hersenactiviteit. En niet
te vergeten de twee locaties die zijn ingericht voor Silverfitness, op De Eglantier en Wiekendael.
Silverfitness stimuleert ouderen op een leuke, meer digitale manier tot bewegen en interactief bezig
zijn.”
“De in 2011 geplande uitrol van het Elektronisch Cliënten Dossier (ECD) verliep helaas minder
goed”, geeft Thed van Kempen aan. “Door problemen met het systeem is de ontwikkeling
vertraagd. Dit is heel jammer, omdat we het ECD toch beschouwen als basis voor de verdere
digitalisering van de organisatie.”
ZiZo, ZZP’ers in de zorg
Werken in de zorg is niet altijd gemakkelijk te combineren met bijvoorbeeld een gezin. Om voor
zorgmedewerkers verschillende mogelijkheden met werken in de zorg te realiseren, is Stichting
Zorgzuster opgericht. Hennie Brons: “Deze stichting is in 2011 operationeel gemaakt en biedt
zorgmedewerkers de mogelijkheid te werken als ZZP’er. Stichting Zorgzuster neemt voor deze
medewerkers de financiële administratie uit handen, zorgt voor de verzekeringen en geeft toegang
tot richtlijnen en protocollen. Deze manier van werken biedt zorgmedewerkers meer vrijheid, zodat
ze zelf hun tijd kunnen indelen en afspraken kunnen maken met eigen klanten.” Ook het ZiZo-
systeem is in 2011 afgerond. “Dit systeem heeft de tien zorgzwaartepakketten vertaald in 27
arrangementen voor cliënten. Door het zichtbaar maken van handelingen en normtijden is beter
maatwerk mogelijk voor cliënten en wordt ook de verantwoording gemakkelijker.”
Mensgerichte zorg
Rode draad in het beleid van Groenhuysen blijft de cliëntgerichte zorg, waarbij het welbevinden van
de cliënt centraal staat. Thed van Kempen legt uit: “Ook op dit gebied blijven we vernieuwen. Zo
zijn we in 2011 gestart met twee zogenoemde proeftuinen van geriatrische revalidatiezorg, samen
met het Franciscus Ziekenhuis. Dit zijn de Parkinson-revalidatieafdeling van Regionaal
Behandelcentrum Weihoek en de afdeling CVA van Regionaal Behandelcentrum Wiekendael. Hier
wordt op een vernieuwende manier gewerkt met oefenkaarten, bedacht door
verplegingswetenschapper Marleen Huijben. Met deze kaarten kunnen cliënten 24-uur per dag aan
hun revalidatie werken en niet alleen tijdens therapiesessies. Gewoon door dagelijkse handelingen
onderdeel te maken van de oefeningen.”
Hennie Brons vult aan: “In het nieuwe hospice op Wiekendael wordt sinds vorig jaar onderzoek
gedaan naar polyfarmacie (het gebruik van meerdere medicijnen samen) en vrijwilligers van dit
hospice hebben scholing op maat gekregen om cliënten zo goed mogelijk te kunnen begeleiden.
Met de bouw van een locatie voor dagbehandeling op Minnebeek en de ingebruikname van 24
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 4
plaatsen in Heerma State wordt de zorgketen gesloten voor de groep jong dementerenden. Nog
een ander initiatief op het gebied van mensgerichte zorg is Planetree, een totaalaanpak waarbij
zowel technisch goede zorg als de beleving van de zorg door de cliënt centraal staat. In 2011 is
deze uitdaging opgepakt op centrum voor Wonen & Zorg Kerkakkers in Rucphen. En op Moerweide
werken ze met Dementia Care Mapping (DCM), een vergelijkbaar initiatief binnen de
dementiezorg.”
Samenwerking
“Cliëntgerichte zorg houdt een goede samenwerking in met andere partijen in de zorg, zoals
huisartsen, specialisten en paramedici. Een belangrijke stap die in 2011 op dit gebied is gezet, is
het Multidisciplinair Overleg (MDO). Binnen dit overleg worden de behandelingen van artsen en
therapeuten – binnen en buiten de organisatie - op elkaar afgestemd, met als uitgangspunt de
levenswensen van de cliënt. Bovendien zijn verdere stappen gezet in de samenwerking met
huisartsen, die steeds vaker een beroep doen op de expertise van Groenhuysen waar het gaat om
de zorg voor kwetsbare ouderen”, vertelt Thed van Kempen.
Hennie Brons vervolgt: “Al deze ontwikkelingen vragen een grote inzet van onze medewerkers,
alleen al om bij te blijven op hun vakgebied. De raad van bestuur wil alle medewerkers dan ook
bijzonder danken voor hun grote inzet in 2011 voor onze ouderen. We zijn ook trots te kunnen
melden dat tien van onze managers vorig jaar geslaagd zijn voor hun diploma hbo-bedrijfskunde.
Veel waardering hebben we verder voor de Vrienden van Groenhuysen, die steeds weer nieuwe
manieren bedenken om geld in te zamelen voor leuke activiteiten. En ook de duizend andere
vrijwilligers mogen we niet vergeten, die zich dagelijks belangeloos voor de cliënten van
Groenhuysen inzetten. Zij blijven onmisbaar!”
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 5
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Uitgangspunten van de verslaggeving ............... ...................... 6
Hoofdstuk 2 Profiel van de organisatie ........................ .................................. 7
2.1 Algemene identificatiegegevens ........................................................................................7
2.2 Structuur van de organisatie ..............................................................................................7
2.3 Kerngegevens ....................................................................................................................8
2.4 Samenwerkingsrelaties ....................................................................................................12
Hoofdstuk 3 Governance ........................................ ....................................... 14
3.1 Normen voor goed bestuur ..............................................................................................14
3.2 Raad van bestuur .............................................................................................................14
3.3 Raad van commissarissen ...............................................................................................16
3.4 Bedrijfsvoering..................................................................................................................24
3.5 Cliëntenraad Groenhuysen ..............................................................................................26
3.6 Ondernemingsraad...........................................................................................................28
Hoofdstuk 4 Beleid, inspanningen en prestaties................ ......................... 29
4.1 Meerjarenbeleid................................................................................................................29
4.2 Algemeen beleid 2011 .....................................................................................................41
4.3 Algemeen kwaliteitsbeleid................................................................................................53
4.4 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van cliënten ........................................................................58
4.5 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van medewerkers ...............................................................69
4.6 Samenleving en belanghebbenden..................................................................................74
4.7 Financieel beleid ..............................................................................................................79
Hoofdstuk 5 Jaarrekening 2011................................. .................................... 83
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 6
Hoofdstuk 1 Uitgangspunten van de verslaggeving
In dit jaardocument legt stichting Groenhuysen (hierna te noemen: Groenhuysen) verantwoording
af over het door haar gevoerde beleid in 2011. In deze jaarverslaggeving rapporteren we op niveau
van de stichting als geheel. Hierbij volgen we de richtlijnen zoals opgenomen in het
Jaarverantwoording Zorginstellingen 2011 van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport. Groenhuysen past in al haar dienstverlening de zorgbrede governance code toe. Deze code
is een bundeling van moderne, algemene opvattingen over goed bestuur, toezicht en
verantwoording.
Door het hele maatschappelijke verslag heen vindt u onze toetsbare doelstellingen voor 2011. Het
jaardocument 2011 is tot stand gekomen door alle stafgebieden en alle adviesorganen te betrekken
bij het aanleveren van de gegevens. Afdeling kwaliteit heeft gezorgd voor de gegevens van de
bestuursbeoordeling.
Goedkeuring en decharge
De door de raad van bestuur vastgestelde jaarrekening is voorzien van een goedkeurende
accountantsverklaring. De raad van commissarissen heeft tijdens zijn vergadering van 16 mei 2012
de jaarrekening 2011 van Groenhuysen, alsmede het accountantsverslag, besproken en
goedgekeurd. De raad van commissarissen heeft zijn goedkeuring gehecht aan de
jaarverslaggeving van Groenhuysen over het jaar 2011 en aan de raad van bestuur decharge
verleend voor het gevoerde beleid.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 7
Hoofdstuk 2 Profiel van de organisatie
2.1 Algemene identificatiegegevens
Naam verslagleggende rechtspersoon stichting Groenhuysen
Adres Postbus 1596
Postcode 4700 BN
Plaats Roosendaal
Telefoonnummer 0165 – 57 4000
Identificatienummer Kamer van Koophandel 41102418
E-mailadres [email protected]
Internet www.groenhuysen.nl
2.2 Structuur van de organisatie
Juridische structuur
Groenhuysen heeft als rechtsvorm een stichting. De raad van bestuur van Groenhuysen,
bestaande uit twee bestuurders, is daarnaast verantwoordelijk voor de Stichting Dienstencentrum
Ouderen, Stichting Chapeau, Stichting Woning Plus Gemeenschap Kruisland en Stichting
Zorgzuster West-Brabant. Groenhuysen heeft een drietal erkenningen, te weten Verzorging,
Verpleging en Thuiszorg.
Stichting Zorgzuster West-Brabant heeft een franchise overeenkomst afgesloten met Zorgzuster
Zeeland B.V. op 24 mei 2011.
Dienstverlening
Groenhuysen heeft een aantal woonvoorzieningen voor ouderenzorg in de regio Roosendaal.
Groenhuysen heeft achttien centra voor Wonen & Zorg, waaronder centra voor lichte zorg en
centra voor zware zorg. Groenhuysen heeft ook twee regionale behandelcentra, een
thuiszorgorganisatie en twee zorgboerderijen in het beheer. In juni 2011 nam Groenhuysen het
centrum voor Wonen & Zorg “De Zellebergen” in gebruik. Groenhuysen heeft in 2011 de
voorbereidingen getroffen om ‘Zorgzuster’ per 1 januari 2012 in de markt te zetten. Groenhuysen
biedt advies en ondersteuning aan (potentiële) cliënten en werkzoekenden door middel van Klant &
Markt, het Kennis & Expertise Centrum en het mobiliteits- en uitzendbureau Groenhuysen Select.
Groenhuysen organiseert meerdere dagverzorging- en dagbehandelingprojecten en streeft ernaar
een zo breed mogelijk aanbod van diensten en voorzieningen binnen de kaders van de missie en
visie te leveren zonder winstoogmerk.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 8
Organisatie- en medezeggenschapsstructuur
De activiteiten van Groenhuysen zijn onderverdeeld in 36 managementgebieden/ resultaat-
verantwoordelijke eenheden. De managers worden rechtstreeks aangestuurd door de raad van
bestuur. Daarnaast bestaan er zes stafgebieden. De taken en bevoegdheden van de raad van
bestuur en de raad van commissarissen zijn vastgelegd in een reglement. Binnen de raad van
bestuur is een portefeuilleverdeling vastgelegd. De leden van de raad van bestuur vormen een
collegiaal bestuur.
De medezeggenschapsstructuur van Groenhuysen volgt de zeggenschapsstructuur. Voor cliënten
en hun vertegenwoordigers is voor elke woonvoorziening een cliëntenraad ingesteld en op
stichtingsniveau is er een centrale cliëntenraad. De medezeggenschap van medewerkers volgt
direct de zeggenschapsstructuur in de organisatie. Er is één ondernemingsraad.
2.3 Kerngegevens
2.3.1 Kernactiviteiten
Bij Groenhuysen staat de kwaliteit van leven en zorg, met nadrukkelijke aandacht voor de
(individuele) leefstijl, interesses en persoonlijke wensen van ouderen centraal. Dat doen we door
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 9
(overwegend) ouderen in de regio Roosendaal gerichte aandacht en maatwerk te bieden op het
gebied van preventie, ondersteuning, begeleiding, verzorging, verpleging en behandeling, zowel
thuis als in een goed verzorgde woonvoorziening. Onze missie is dan ook: Ouder worden, jezelf
blijven.
Centra voor Wonen & Zorg
Groenhuysen heeft verschillende centra voor Wonen & Zorg in beheer waar zware zorg wordt
geleverd. Het gaat hierbij zowel om somatische als om psychogeriatrische cliënten met langdurig
verblijf. Specifiek is in 2011 binnen een centrum voor Wonen & Zorg met zware zorg een woning
voor jong dementerenden geopend. Ook is er zogenaamde herstelzorg en specifieke zware zorg in
twee regionale behandelcentra. Deze zijn ingericht voor specifieke doelgroepen van cliënten zoals
bij revalidatie na CVA, COPD, hartfalen, palliatieve zorg, parkinson, crisisbedden en orthopedie.
Een aantal locaties volgt het kleinschalig wonen principe. Het kleinschalige karakter van deze
locaties straalt rust en evenwicht uit vanuit de gedachte dat ouderen erbij gebaat zijn in een eigen
vertrouwde omgeving zorg en diensten te ontvangen. Groenhuysen heeft twee zorgboerderijen in
beheer, waar dagbehandeling plaatsvindt. Een van deze zorgboerderijen wordt ingericht voor de
doelgroep jong dementerenden.
In samenwerking met de Gasthuiszusters van Antwerpen (GZA) -groep heeft Groenhuysen een
aantal bedden voor psychogeriatrische zorg in de Bijster (België) voor cliënten uit de grensstreek.
Tot en met 31 december 2011 was hier nog één cliënt opgenomen.
Ook biedt Groenhuysen de mogelijkheden van wonen en zorg in centra voor Wonen & Zorg met
lichte zorg. Alle wooneenheden zijn zodanig ingericht dat deze op een eventuele zwaardere
zorgvraag aangepast kunnen worden. Naar aanleiding van de BOPZ aanmerking door de Inspectie
voor de centra voor Wonen & Zorg Kroonestede, Blankershof en Zonnewende, heeft in 2011 de
inrichting plaatsgevonden om de behandelfunctie in deze locaties/afdeling te bewerkstelligen. Ook
centrum voor Wonen & Zorg met zware zorg Kroevenhove kreeg in 2011 de aanmerking BOPZ.
Elk centrum voor Wonen & Zorg heeft een groot aanbod van sociale, informatieve en recreatieve
programma’s. Zo kunnen cliënten kiezen uit interessante en uiteenlopende activiteiten variërend
van deelname aan kaartgroepen, toneeluitvoeringen, meer bewegen voor ouderen tot excursies
(Groenhuysen Uit!). Bij alle woonvoorzieningen is het voor cliënten mogelijk aanvullende zorg te
krijgen als de reguliere zorg overstegen wordt. Daarnaast hebben bijna alle centra voor Wonen &
Zorg de mogelijkheid tot een tijdelijke opname.
Het is ook mogelijk om diensten en zorgverlening van Groenhuysen te krijgen in de
aanleunwoningen en appartementen in en rondom de verschillende centra voor Wonen & Zorg. Dit
betreft:
� logeerfaciliteiten vlakbij het centrum voor wonen en zorg
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 10
� plaatsen voor jong gehandicapten
� levensbestendige woningen
� aanleunwoningen/appartementen verspreid over diverse locaties.
Vrijwilligers
Groenhuysen heeft 1000 vrijwilligers aan zich verbonden. In 2011 is het document
vrijwilligersbeleid vastgesteld en geïmplementeerd. De vrijwilligers worden door de manager van de
locatie aangestuurd en ingezet. In 2012 wordt de aandacht gevestigd op het vinden en binden van
vrijwilligers.
Thuiszorg
Thuiszorg Groenhuysen ondersteunt thuiswonende cliënten die door leeftijd of ziekte hulp nodig
hebben bij huishoudelijke activiteiten of persoonlijke verzorging en verpleging. Om thuiszorg op
maat te kunnen bieden, heeft Thuiszorg Groenhuysen een zeer breed dienstenpakket. Thuiszorg
Groenhuysen is er voor mensen met een thuiszorgindicatie en verzorgt onder andere de uitleen
van hulpmiddelen, verzorging, verpleging, nachtzorg, hulp in de huishouding en professionele
alarmopvolging.
Groenhuysen levert de thuiszorg niet vanuit één centraal punt, maar vanuit de wijk of buurt. Dit
alles onder het motto: zorg altijd dichtbij en vertrouwd. Zo ontstaan er kleine teams van wijkzusters
die de zorg aan huis verstrekken en ervoor zorgen dat cliënten altijd een vertrouwd gezicht zien.
Door thuiszorg te bieden vanuit de locaties van Groenhuysen en de lokale steunpunten, speelt
Groenhuysen in op die behoefte.
Verpleegkundig Expertise en AlarmeringsTeam (VEAT)
Het Verpleegkundig Expertise en AlarmeringsTeam (VEAT) opereert vanuit het Franciscus
ziekenhuis in Roosendaal. Zij bieden verpleegkundig-specialistische zorg in de thuissituatie, de
regionale behandelcentra en in de centra voor Wonen & Zorg aan. Het VEAT wordt steeds meer
ingeschakeld door huisartsen en medisch specialisten van het ziekenhuis.
Overige kernactiviteiten
Groenhuysen biedt verschillende vormen van dagactiviteiten, zoals dagbehandeling, dagopname
en dagverzorging. Groenhuysen biedt verschillende mogelijkheden voor ontspanning, zoals
ontmoetingsruimten, gezellig ingerichte brasseries of restaurants en diverse eetpunten. Daarnaast
biedt Stichting Dienstencentrum Ouderen (SDO) professionele alarmering met aansluitingen
waarbij alarmopvolging in de meeste gevallen door mantelzorgers wordt verzorgd en in een kleiner
aantal gevallen door professionele opvolging. In 2011 is de professionele alarmering verder
uitgebouwd met als beoogd resultaat de optimalisatie van het proces. SDO heeft ook het beheer
over het Abbeyfieldhuys.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 11
2.3.2 Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten
Kerngegevens per 31 december 2011 Groenhuysen
Aantal intramurale cliënten in verslagjaar 2.321
Aantal feitelijke intramurale plaatsen 1.599
Aantal extramurale cliënten exclusief cliënten dagactiviteiten 693
Aantal cliënten dagactiviteiten 375
Aantal uren extramurale productie in verslagjaar 77.948
Aantal intramurale verzorgingsdagen in verslagjaar 274.241
Aantal intramurale verpleegdagen in verslagjaar 252.356
Aantal personeelsleden in loondienst 2.289
Aantal FTE personeelsleden in loondienst 1.311
Totaal bedrijfsopbrengsten 94.945.156
Waarvan wettelijk budget voor aanvaardbare kosten in euro's 89.176.535
Waarvan overige bedrijfsopbrengsten 5.768.621
2.3.3 Werkgebied
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 12
2.4 Samenwerkingsrelaties
In 2011 is na aanbesteding een raamovereenkomst afgesloten met Thiofarma. Thiofarma draagt
per 1 januari 2012 zorg voor de medicijndistributie en –levering van stichting Groenhuysen.
Voor wat betreft de samenwerking specialist ouderen geneeskunde en medisch specialisten van
het Franciscus ziekenhuis is er voor elke specialist ouderen geneeskunde een overeenkomst
afgesloten voor inzage van cliëntgegevens met behulp van een token.
Op verschillende fronten bestaat er een goede en intensieve samenwerking met het Franciscus
Ziekenhuis Roosendaal. Zo is Groenhuysen in 2011 gestart met het consulentschap van de
specialist ouderen geneeskunde op de afdeling orthopedie. Verder heeft de geheugenpolikliniek,
die is opgezet door het Franciscus Ziekenhuis, Groenhuysen en de GGZ-WNB, een zeer goed
eerste jaar achter de rug. In totaal zijn er 220 patiënten gezien. De grenzen van de maximale
capaciteit zijn reeds in zicht.
Gemeenten en andere overheden
Met de gemeente en andere overheden onderhoudt Groenhuysen relaties. Zo neemt Groenhuysen
actief deel aan verschillende lokale zorgberaden die de gemeenten in de regio voorzitten.
Uiteenlopende vraagstukken worden hier besproken, er worden acties ondernomen en initiatieven
afgestemd. Ook op bestuurlijk niveau vindt periodiek overleg plaats met gemeenten en andere
overheden als provincie en Rijk.
Groenhuysen onderhoudt contact met vier toezichthouders op het niveau van de Rijksoverheid, te
weten:
� de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ)
� de Arbeidsinspectie
� de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA)
� Ministerie van VROM
Onderwerpen die van toepassing zijn bij dit toezicht komen hierin aan bod.
Certificering
Groenhuysen heeft een driejarig contract met KIWA/Prismant. Keurings instituut voor waterleiding
artikelen (KIWA) is een certificeringsinstelling die het Stichting Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling
in de zorgsector (HKZ) -certificaat de komende drie jaar toetst aan de landelijk vastgestelde HKZ-
normen.
Daarnaast is voor het behalen van de Occupational Health and Safety Assessment Specification
(OHSAS) certificering in 2012 een contract afgesloten met BMD advies groep Zuid Nederland. Dit
bureau begeleidt Groenhuysen om het certificaat te behalen.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 13
Zorgkantoor
Groenhuysen bespreekt tweemaal per jaar haar strategisch beleid met Zorgkantoor West-Brabant.
Daarnaast zijn er ongeveer zesmaal per jaar besprekingen waar het kwantitatief en kwalitatief
beleid ten aanzien van zorg en de bekostiging ervan op de agenda staan.
Financiële instellingen
Jaarlijks zijn er gesprekken met financiële instellingen zoals banken. De financiering en exploitatie
van Groenhuysen worden tijdens deze bijeenkomsten aan de orde gesteld, evenals de positie van
reserves en financiële analyses.
Woningbouwcorporaties
In het kader van bestaande en nieuwe huisvestingsprojecten zijn er diverse samenwerkingsrelaties
met bijpassende overlegvormen tussen Groenhuysen en woningcorporaties. In 2011 waren dit
samenwerkingsrelaties met de corporaties Thuisvester, Aramis-AlleeWonen, Bernardus Wonen en
WSG.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 14
Hoofdstuk 3 Governance
3.1 Normen voor goed bestuur
Bij Groenhuysen nemen bestuurders en toezichthouders de zorgbrede governance code en de Wet
toelating zorginstellingen (WTZi) als leidraad voor bestuur, toezicht en verantwoording van het
beleid in de organisatie. De zorgbrede governance code geeft richtlijnen voor de manier waarop de
raad van bestuur en raad van commissarissen hun rollen ten aanzien van besturen, toezicht en
onderlinge raadpleging het beste kunnen vervullen. De richtlijnen bieden waarborgen voor kwaliteit
en onafhankelijkheid van bestuur en toezicht. Verder verschaffen ze een aanpak voor de
verwerving van noodzakelijke informatie en hoe daarover het beste verantwoording kan worden
afgelegd. De statuten en reglementen van Groenhuysen zijn hieraan getoetst.
De raad van bestuur en de raad van commissarissen zijn in het verslagjaar zes keer
bijeengekomen om te werken aan een gemeenschappelijk referentiekader op bestuur en toezicht.
In deze bijeenkomsten is een duidelijke scheiding tussen bestuur en toezicht bewerkstelligd. De
raad van commissarissen heeft een dubbelrol te vervullen in de vorm van klankbord (inspireren) en
toezichthouder (belangeloos oordelen) op good governance naar de raad van bestuur. Beide zijn
van belang om goed te kunnen ondersteunen bij alle interne en externe ontwikkelingen. Good
governance staat voor goed bestuur, goed toezicht en adequate verantwoording, en dus ook voor
goed sturen, beheersen, verantwoordelijkheid nemen en verantwoording afleggen. De raad van
bestuur van Groenhuysen kan terugvallen op een onafhankelijke raad van commissarissen, die
handelt vanuit belangeloosheid en de basisprincipes van de zorgbrede governance code. De raad
van bestuur zorgt voor structurele informatievoorziening op basis van de bestuurscyclus en op
basis van de aangeduide onderwerpen die in het protocol informatievoorziening en
informatieverschaffing zijn opgenomen.
3.2 Raad van bestuur
De raad van bestuur bestaat in het verslagjaar uit twee personen. Collegiale afstemming is het
uitgangspunt. De verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn geregeld via de statuten en het
reglement raad van bestuur. Hierin is geregeld hoe de taken en de werkwijze van de raad van
bestuur worden beoordeeld. Beoordeling vindt in een jaarlijks functioneringsgesprek met de raad
van commissarissen plaats. De consistentie van de reglementen is getoetst met de statuten.
Bezoldiging
Op basis van de verstrekte gegevens is volgens de raad van commissarissen geen
belangenverstrengeling tussen raad van bestuur en de instelling opgetreden. Elk jaar spreekt de
raad van commissarissen met de raad van bestuur over de arbeidsvoorwaarden en de bezoldiging.
De raad van commissarissen volgt voor de bezoldiging van de raad van bestuur het
modelreglement van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuis Directeuren.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 15
Naam Bestuursfunctie
Hennie Brons Voorzitter raad van bestuur
Portefeuilles Financiën (Control)
Facilitaire zaken, bouw en huisvesting
Klant & Markt
Nevenfuncties Lid van het regiobestuur van de Brabants-
Zeeuwse Werkgeversvereniging (BZW)
Lid Raad van Toezicht ROC West-Brabant
Secretaris Contactgroep Gezondheid Zorgbeleid
Lid Adviesraad IVA UvT
Lid Bestuur Stichting Wetenschappelijk
Onderwijs en Onderzoek in de
Gezondheidszorg, Universiteit van Tilburg
Bestuurslid van de Stichting “platform
Ontmoeten is Leren”, Da Vinci College
Roosendaal
Naam Bestuursfunctie
Thed van Kempen Lid raad van bestuur
Portefeuilles HRM
Medisch en zorginhoudelijke zaken (KEC)
Bestuursondersteuning
Nevenfuncties Geen
Vergaderschema en wijze van besluitvorming
De formele besluitvorming door de raad van bestuur vindt elke week plaats in de raad van bestuur
vergadering. Extra besluitvormende vergaderingen vinden plaats wanneer daartoe aanleiding is. In
2011 heeft de raad van bestuur vierenveertig keer vergaderd. Eind oktober 2011 is het besluit
genomen om de frequentie van de raad van bestuur vergadering te wijzigen naar een keer per twee
weken. De genomen besluiten worden vastgelegd in een besluitenlijst, die in de organisatie wordt
verspreid. Het bestuurssecretariaat zorgt hiervoor.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 16
3.3 Raad van commissarissen
De raad van commissarissen van Groenhuysen houdt integraal toezicht op het beleid van de raad
van bestuur en op de algehele gang van zaken binnen de stichting. De raad van commissarissen
staat de raad van bestuur met raad en daad terzijde. In de eerste helft van 2011 bestond de raad
van commissarissen uit zes leden. In januari 2011 is de procedure voor de benoeming van een
nieuw lid in gang gezet. De samenstelling van de raad van commissarissen vindt plaats op basis
van profielen, competenties en verenigbaarheid van functies. Er is sprake van onafhankelijkheid
van de leden van de raad. Alle functies en nevenfuncties van de leden zijn bekend en worden
regelmatig geactualiseerd.
Eigen functioneren
Groenhuysen hanteert de zorgbrede governance code om verantwoording voor het handelen en
het gevoerde beleid af te leggen. Het functioneren van de raad van commissarissen wordt in lijn
met deze code uitgevoerd. Voor de zetels in de raad van commissarissen zijn kwaliteitsprofielen
opgesteld. In afwezigheid van de raad van bestuur en overige medewerkers van Groenhuysen
beoordeelt de raad van commissarissen jaarlijks zijn eigen functioneren. De mening van de raad
van bestuur wordt in die evaluatie betrokken. Er is nagedacht over de rol van de commissies zorg,
audit en remuneratie/beoordeling raad van bestuur en over de vergaderefficiency. Deze jaarlijkse
zelfevaluatie is in mei 2011 uitgevoerd onder deskundige externe begeleiding.
Kerntaken raad van commissarissen
De raad van commissarissen onderscheidt nadrukkelijk de onderscheiden kerntaken van een
toezichthouder. Allereerst de werkgeversfunctie van de raad van bestuur. Jaarlijks wordt door de
remuneratiecommissie een functioneringsgesprek met de bestuurders gevoerd. Vervolgens zijn er
de statutaire bevoegdheden en de taak om goedkeuring aan een aantal door de bestuurder
genomen besluiten te nemen. En ten slotte geeft de raad bewust invulling van zijn taak als adviseur
en klankbord van de raad van bestuur. De raad van commissarissen realiseert zich heel goed dat
het bij het houden van toezicht niet alleen om financiële zaken gaat maar dat het primair gaat om
het toezicht houden op de wijze waarop Groenhuysen de zorgdoelstelling van de stichting
realiseert.
Statuten
De raad van commissarissen ontvangt de informatie die hij nodig heeft om zijn rol te kunnen
vervullen aan de hand van een met de raad van bestuur afgesproken informatieprotocol.
Bij herbenoeming, na een periode van vier jaar in de raad van commissarissen, vindt bij alle leden
vooraf een beoordeling plaats. De leden worden voor maximaal twee periodes van vier jaar
benoemd. In de statuten van de raad van commissarissen staat dat de leden onafhankelijk zijn. De
raad van commissarissen brengt een eigen verslag uit in het publieksjaarverslag van de
organisatie.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 17
Vergaderingen
Twee keer per jaar wordt de externe accountant uitgenodigd voor de overlegvergadering van de
raad van commissarissen en de raad van bestuur. Tijdens de overlegvergadering worden de
jaarrekening, het jaardocument care en de management letter besproken. Daarnaast zijn twee
leden van de raad van commissarissen twee keer per jaar aanwezig bij de vergadering van de raad
van bestuur en de ondernemingsraad en eenmaal van de raad van bestuur en de centrale
cliëntenraad. Ten minste tweemaal per jaar vergaderen de commissies zorg respectievelijk de
commissie audit met de raad van bestuur en interne verantwoordelijken over relevante thema’s
waarbij meer diepgang kan worden gekregen. De commissies rapporteren aan de raad van
commissarissen.
In het verslagjaar zijn naast de reguliere onderwerpen ook de volgende thema’s in de
vergaderingen besproken:
1. Meerjarenbeleid 2012 – 2015
Onder leiding van een externe adviseur, die Groenhuysen begeleidt bij het opstellen van
het meerjarenbeleid, werd met de raad van commissarissen gesproken over het
toekomstbeleid van Groenhuysen. Naar aanleiding van een presentatie gaf de raad van
commissarissen aandachtspunten mee om in de strategieworkshops verder uit te werken
2. Nieuwe ontwikkelingen in de zorg en verpleegkundige interventies bij CVA revalidatie
De raad van commissarissen heeft een presentatie gekregen over nieuwe ontwikkelingen
in de zorg en verpleegkundige interventies bij CVA revalidatie. De presentatie bevatte
allereerst een wetenschappelijke uitleg over de methode. Vervolgens werd de positieve
vooruitgang, die deze nieuwe vorm van therapie op cliënten heeft, weergegeven. Tot slot
werden er praktijkvoorbeelden getoond die de verzorging tijdens de dagelijkse
werkzaamheden met cliënten verrichten.
Tijdens dit themaoverleg werd ook een bezoek gebracht aan een Silverfitness locatie. De
leden werden daar geïnformeerd over de interactieve manier van revalideren via
bijvoorbeeld de loopband etc.
3. Kwaliteit van Zorg
In een presentatie aan de raad van commissarissen over Kwaliteit van Zorg werden
transparantie, veiligheid en kwaliteit benadrukt. Tevens werd aandacht besteed aan het
bewustwordingsproces op de werkvloer, zowel van managers als van medewerkers.
4. Strategisch HRM beleid
Aan de hand van een presentatie werd een toelichting op het HRM-beleid binnen
Groenhuysen gegeven. Ook de ontwikkelingen vanuit HRM-perspectief kwamen daarbij
aan bod.
De presentaties over de bovenstaande onderwerpen zijn voornamelijk verzorgd door personen
werkzaam in de organisatie.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 18
Gezamenlijke verantwoordelijkheid
Uitgangspunt is dat de raad van bestuur en de raad van commissarissen gezamenlijk
verantwoordelijk zijn voor het corporate governance beleid van Groenhuysen. Goed
ondernemerschap, waaronder begrepen integer en transparant handelen door het bestuur,
alsmede een goed toezicht hierop, beschouwt de raad als essentiële voorwaarden voor het stellen
van vertrouwen in het bestuur en het toezicht bij Groenhuysen. De leden van de raad van
commissarissen voldoen aan de geldende criteria voor goed governance wat betreft hun
onafhankelijkheid. Al voorsorterend op de nieuwe Wet bestuur en toezicht kan gesteld worden dat
zowel de raad van bestuur als alle leden van de raad van commissarissen voldoen aan de nieuwe
eisen van de wet.
Voor verdieping op specifieke beleidsterreinen zijn door de raad uit zijn midden commissies
ingesteld die naar de volledige raad verslag uitbrengen van de bevindingen. Met deze
onderverdeling meent de raad zijn rol goed te kunnen vervullen. Bij nieuwe leden wordt aan de
hand van een profielschets werving en selectie gepleegd. Leden van de raad worden
(her)benoemd met inachtneming van deze profielschets en na een zorgvuldige procedure.
Vaste commissies
De raad van commissarissen kent vier vaste commissies:
� Commissie audit
� Commissie remuneratie / functioneren raad van bestuur
� Commissie zorg
� Commissie werving en selectie leden raad van commissarissen
Overzicht leden raad van commissarissen
Drs. A.R.J. (André) Bloemen
Benoeming per 1 september 2004 (1e termijn)
Herbenoemd in november 2008 (2e termijn)
Voorzitter tot 18 mei 2011
Commissies in de raad van commissarissen:
� Commissie werving en selectie tot 18 mei 2011
� Commissie remuneratie/functioneren raad van bestuur
Profiel:
Financiën en bedrijfsvoering
Huidige functie:
� Algemeen directeur E+A BVBA te Essen (België)
Relevante nevenfuncties:
� Geen
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 19
Prof. Dr. F.A.J. (Frans) van den Bosch
Benoeming per 1 juni 2011 (1e termijn)
Commissies in de raad van commissarissen:
� Commissie audit vanaf 31 augustus 2011
Profiel:
Juridisch en politiek/bestuurlijk
Financiën en bedrijfsvoering
Organisatieontwikkeling en HRM
Vastgoed en projectontwikkeling
Zorginnovatie / marketing
Huidige functie:
� Hoogleraar Bedrijfskunde, Vakgroep Strategisch Management & Ondernemerschap; Rotterdam
School of Management, Erasmus Universiteit Rotterdam
Relevante nevenfuncties:
� Bestuurslid Stichting Behoud Basiliek Oudenbosch
� Lid Jury Ondernemersprijs Halderberge
� INSCOPE research for innovation, research theme leader,
� Director of the Erasmus Strategic Renewal Center (ESRC)
� Director of the Dutch Partner Institute of the World Economic Forum (WEF)
� Editorial Board member van verschillende internationaal wetenschappelijke tijdschriften
Mr. N.H.A. (Nicole) Hulsbosch
Benoeming per 3 november 2006 (1e termijn)
Herbenoemd in november 2010 (2e termijn)
Commissies in de raad van commissarissen:
� Commissie zorg, voorzitter
� Commissie remuneratie en functioneren raad van bestuur (reserve)
� Commissie werving en selectie tot 18 mei 2011
Profiel:
Juridisch, politiek/bestuurlijk
Huidige functie:
� Leidinggevende Belastingdienst Roosendaal
Relevante nevenfuncties:
� Geen
Dr. J.A.C. (Jan) Jongerius
Benoeming per 25 maart 2009 (1e termijn)
Voorzitter vanaf 18 mei 2011
Commissies in de raad van commissarissen:
� Commissie audit tot 31 augustus 2011
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 20
� Commissie werving en selectie vanaf 18 mei 2011
� Commissie remuneratie en functioneren raad van bestuur vanaf 18 mei 2011
Profiel:
Zorgbestuurlijk
Medisch-/ zorginhoudelijk
Financiën en bedrijfsvoering
Organisatieontwikkeling en HRM
Huidige functie:
� Geen
Relevante nevenfuncties:
� Voorzitter Stichting Los Ninos
� Voorzitter Tilburgs Overleg Gehandicaptenorganisaties
� Adviseur van het bestuur van de Orde van Minderbroeders Kapucijnen ten behoeve van hun
Kloosterverzorgingshuis
Prof. dr. J.F.A. (Jean) Pruyn
Benoeming per 1 januari 2010 (1e termijn)
Commissies in de raad van commissarissen:
� Commissie zorg
Profiel:
Medisch - / zorginhoudelijk
Organisatieontwikkeling en HRM
Zorginnovatie / marketing
Huidige functie:
� Directeur en eigenaar IGO, Instituut voor Gezondheids- en Omgevingsvraagstukken te Schijf
Relevante nevenfuncties:
� Lid van de raad van toezicht van HOOM (organisatie voor ondersteuning van vrijwilligers en
mantelzorgers te Zevenbergen)
� Adviseur van de afdeling Longziekten en Tuberculose van het Erasmus Medisch Centrum te
Rotterdam
� Voorzitter van stichting Aandacht, een koepelorganisatie van alle patiëntenverenigingen in
Brabant
Drs. M.A.M. (Margriet) van Rooij, vice – voorzitter
Benoeming per 2 april 2006 (1e termijn)
Herbenoeming in april 2010 (2e termijn)
Commissies in de raad van commissarissen:
� Commissie zorg
Profiel:
Financiën en bedrijfsvoering
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 21
Organisatieontwikkeling en HRM
Zorginnovatie en marketing
Huidige functie:
� Geen
Relevante nevenfuncties:
� Adviseur Nederlandse Vereniging Hoogbegaafdheidsprofielscholen
� Lid van de raad van toezicht van Stichting Katholiek Primair Onderwijs Roosendaal
� Lid raad van commissarissen woningcorporatie Stadlander Bergen op Zoom
Mr. Drs. C.A.R. (Camiel) Seij
Benoeming per 26 maart 2008 (1e termijn)
Commissies in de raad van commissarissen:
� Commissie audit
Profiel:
Juridisch/ politiek-bestuurlijk
Financiën en bedrijfsvoering
Vastgoed en projectontwikkeling
Huidige functie:
� Geen
Relevante nevenfuncties:
� Lid gemeenteraad Tilburg voor de Tilburgse Volkspartij
Mr. Ing. R.W.M. (Ingrid) den Teuling
Benoeming per 1 juni 2011 (1e termijn)
Commissies in de raad van commissarissen:
� Commissie audit vanaf 31 augustus 2011
Profiel:
Juridisch/ politiek-bestuurlijk
Financiën en bedrijfsvoering
Vastgoed en projectontwikkeling
Huidige functie:
� Manager vastgoed Aafje, thuiszorg huizen zorghotels Rotterdam
Relevante nevenfuncties:
� Lid van het bestuur, medeoprichter, van de Stichting Bouw voor Bouw, fondsenwerving voor
(gezondheids)projecten in Tanzania;
� Lid van de raad van toezicht van Woningstichting Leyakkers te Rijen;
� Voorzitter raad van toezicht Stichting Kindercentra Gorinchem.
� Lid van de raad van toezicht, Zuylen, Stichting begraafplaatsen en
crematoria voor westelijk Noord Brabant.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 22
Onderwerp van overleg
De raad van commissarissen heeft in het verslagjaar zes reguliere vergaderingen met de raad van
bestuur belegd.
Onderwerpen die tijdens deze vergaderingen aan de orde zijn geweest zijn:
� Er is goedkeuring gegeven aan de klokkenluidersregeling;
� De bevindingen van de commissies zorg en audit zijn besproken conform het
informatieprotocol;
� De profielschets, de planning en de werving van een nieuw lid van de raad van
commissarissen zijn besproken. Tevens is de commissie werving en selectie benoemd.
Middels het plaatsen van een vacaturetekst in de regionale krant hebben vijftien kandidaten
zich aangemeld voor de functie. Na beoordeling van de cv’s, zijn vier kandidaten uitgenodigd.
Uiteindelijk zijn na een open procedure twee kandidaten benoemd;
� De voortgang van de tenders ‘De Brink’ en ‘ Leonardushof’ zijn besproken;
� In eerste instantie heeft er een discussie en meningsvorming plaatsgevonden rondom het
onderwerp ‘ Zorgzuster’. In een later stadium is er goedkeuring verleend voor de oprichting van
de stichting ‘Zorgzuster’. Vervolgens heeft de raad van commissarissen goedkeuring gegeven
aan het vaststellingsbesluit - statuten van de stichting “Zorgzuster’;
� Er zijn twee nieuwe leden van de raad van commissarissen benoemd. Op deze manier is er
geanticipeerd op het vertrek van een lid van raad van commissarissen met profielschets
financieel- economisch, in november 2012.
� Er is een nieuwe voorzitter van de raad van de commissarissen benoemd. Als gevolg van een
nieuwe werkgever heeft de oude voorzitter te kennen gegeven dat het voorzitterschap niet
meer te combineren is met zijn nieuwe functie. Per 18 mei 2011 heeft de voorzitter zijn
voorzittershamer neergelegd. De nieuwe voorzitter heeft per 19 mei 2011 de voorzittersrol
overgenomen;
� De samenstelling van de commissies is herverdeeld naar aanleiding van de toetreding van
twee nieuwe leden in de raad van commissarissen;
� Er is goedkeuring gegeven aan het meerjarenbeleid 2012 -2015;
� Er is goedkeuring gegeven aan de kaderbrief en begroting 2012;
� Er is goedkeuring gegeven aan het Jaardocument 2010 (inclusief jaarrekening 2010);
� Het accountantsverslag 2010 is behandeld;
� De 4 en 8 maandrapportages zijn besproken, conform de bestuurscyclus;
� De interim accountantscontrole 2011 is besproken;
� De interim managementletter 2011 is besproken;
� De actiepunten voortvloeiend uit de zelfevaluatie 2011 zijn getoetst op voortgang;
� De bestuurdersaansprakelijkheid is besproken;
� De procedure benoeming accountant is vastgesteld en er is een besluit genomen om over drie
jaar een nieuw accountantskantoor te benoemen. Besloten is om een nieuwe partner van het
accountantsbureau te benoemen voor de komende drie jaar. De sollicitatiegesprekken zijn
ingepland in februari 2012;
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 23
� Er is bekeken hoe Groenhuysen vorm gaat geven aan risicomanagement;
� De risico’s aangaande WSG (Woningstichting Geertruidenberg) zijn besproken;
� De inhoud en de planning voor de Studiedag 2011 zijn besproken. Aangezien ook externen
worden uitgenodigd vindt de studiedag plaats in februari 2012. Het onderwerp is strategisch
vastgoedbeleid.
De vergadering van maart 2011 is door een medewerker van Het Nieuwe Trivium geobserveerd.
Dit naar aanleiding van de afspraken die op de studiedag 2009 zijn gemaakt.
De twee nieuwe leden van de raad van commissarissen hebben in augustus 2011 een
introductiedag gehad. De inhoud van de dag is vormgegeven door de raad van bestuur. Een van de
onderdelen van de dag was het bezoek van een aantal locaties van Groenhuysen.
Opleiding
Drie leden van de raad van commissarissen hebben 22 november 2011 deelgenomen aan de
themabijeenkomst ‘vastgoed in de care sector ‘.
Public relations
In het Groenhuysenblad zijn in 2011 een tweetal artikelen gepubliceerd, namelijk
“We gaan door op de ingeslagen weg”
Voorzitterswisseling van de raad van commissarissen, Groenhuysenblad augustus 2011.
“Kennismaking met de twee nieuwe leden”
Voorstellen van twee nieuwe leden van de raad van commissarissen, Groenhuysenblad oktober
2011.
Vergoeding 2011
De honorering van de leden van de raad van commissarissen is vastgesteld op basis van de
richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders. Een overzicht van de beloning van
de raad van commissarissen is te vinden in de jaarrekening.
De raad van commissarissen spreekt zijn waardering uit aan de medewerkers, de raad van
bestuur, de vrijwilligers, de Vrienden van Groenhuysen en degenen die Groenhuysen op een of
andere manier steunen.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 24
3.4 Bedrijfsvoering
In de besturingsvisie van Groenhuysen speelt samenhang tussen prestatiegerichtheid en sturing op
resultaten een belangrijke rol. Daarbij is het vinden van een balans tussen de externe
ontwikkelingen en de mogelijkheden van de organisatie elke keer weer een afweging. Groenhuysen
gaat in haar besturingsmodel en filosofie uit van een resultaatgerichte zorgorganisatie en integrale
sturing. Dit betreft zowel de organisatie als geheel, als ieder onderdeel afzonderlijk. Alle managers
en stafhoofden met een resultaatverantwoordelijkheid kunnen op grond van de goede
sturingsinformatie beslissingen nemen om effectief en efficiënt het gestelde organisatiedoel te
bereiken en vast te stellen in hoeverre de gestelde doelen of uitgangspunten al dan niet worden
gerealiseerd. In de besturingsvisie wordt nadrukkelijk ruimte gecreëerd voor ontwikkeling en
vernieuwing om goed te kunnen inspelen en te anticiperen op ontwikkelingen in de omgeving en op
de markt. Een gezonde bedrijfsvoering is hiervoor een belangrijke voorwaarde.
Planning & Control-cyclus
De raad van bestuur formuleert jaarlijks een kaderbrief met te hanteren resultaatgebieden en
meetbare doelen. Deze kaderbrief vloeit voort uit het meerjarenbeleid en de bestuursbeoordeling.
Op basis van deze kaderbrief worden op alle niveaus van de organisatie (managementgebieden en
stafgebieden) jaarplannen opgesteld en uitgevoerd. Tweemaandelijks legt de manager en het
stafhoofd verantwoording af aan de raad van bestuur. Deze vaste momenten van evalueren en
verantwoording afleggen vinden zowel schriftelijk als mondeling plaats. De mondelinge gesprekken
vinden plaats rondom de vier- , acht- en twaalf maandsrapportage.
In de rapportages wordt niet alleen informatie verstrekt over de kerngegevens, zoals
kwaliteitsgegevens, tevredenheidsmetingen, productie, omzet en verzuim, maar ook een analyse
gegeven van recente ontwikkelingen. Daarnaast wordt er inhoudelijk ingegaan op de laatste stand
van zaken met betrekking tot het jaarplan. Bij het niet realiseren van het beoogde resultaat wordt
aangegeven welke corrigerende maatregelen worden genomen om het resultaat alsnog te behalen
en wanneer dit zal gebeuren. Deze zaken worden vastgelegd in een verbeterplan. Deze manier van
voortgangsrapportages biedt de raad van bestuur voldoende informatie voor de sturing en
beheersing van de organisatie.
Aan de raad van bestuur wordt maandelijks op stichtingsniveau gerapporteerd over de
verzuimcijfers en over het financiële resultaat. De raad van commissarissen, de ondernemingsraad
en de centrale cliëntenraad worden geïnformeerd over de financiële resultaten in de
verantwoordingscyclus van vier, acht en twaalf maanden.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 25
Investeringen
Binnen Groenhuysen kan met behulp van de investeringsbegroting worden aangegeven waarom
en op basis van welke prioriteiten investeringsbeslissingen worden genomen. In het verslagjaar is
de procedure geoptimaliseerd.
Audit
De planning- en controlecyclus wordt aangevuld met een controlesysteem. Binnen de organisatie is
een handboek AO/IC aanwezig. In dat kader vond toetsing plaats ter bewaking van de kwaliteit van
de uitvoering van de interne controle. Een groot deel van de interne controles zijn al opgenomen in
het primaire proces. In het verslagjaar is de procuratieregeling aangepast. Dat wil zeggen dat er
een individuele autorisatie is aangepast. Afspraak is dat na evaluatie van het gebruik van het
Procare systeem in 2012 de procuratieregeling dient te worden herzien en aan de raad van
commissarissen wordt voorgelegd.
Rol van de externe accountant
De externe accountant wordt benoemd door de raad van commissarissen van Groenhuysen. De
benoemingsperiode is voor maximaal vier jaar. De raad van commissarissen heeft in 2011 de
opdracht aan het accountantsbureau met drie jaar verlengd tot 2015. In 2012 wordt wel een nieuwe
accountant van dat bureau voor de komende drie jaar benoemd. De selectie heeft inmiddels
plaatsgevonden.
Maatregelen voor interne beheersing
Het raamwerk voor de interne beheersing is gebaseerd op verschillende beleidsdocumenten,
handleidingen en procedures. Voorbeelden zijn de Regeling AO/IC AWBZ-zorgaanbieders en HKZ
normen. Het management is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de beheersingsprocessen.
Interne toetsing hiervan vindt plaats. Daarbij wordt de gang van zaken beoordeeld en de effectiviteit
van de geïmplementeerde processen getoetst. Aangetroffen tekortkomingen worden vastgelegd en
opgevolgd. De toetsing van de Regeling AO/IC AWBZ-zorgaanbieders vond plaats aan de hand
van een met de externe accountant overeengekomen schema. De resultaten van de reviews zijn
gedeeld met de raad van bestuur, raad van commissarissen en externe accountant.
Financiële risico’s worden in kaart gebracht door bij het opstellen van de begroting een financiële
risicoparagraaf op te nemen. Voor de voorziene invoering van de normatieve
huisvestingscomponent wordt de actualiteit nauwlettend gevolgd en indien zinvol jaarlijks
doorgerekend op basis van de meest actuele inzichten.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 26
3.5 Cliëntenraad Groenhuysen
Decentrale cliëntenraden
Groenhuysen onderhoudt duurzame relaties met haar belanghebbenden. Allereerst natuurlijk met
haar cliënten. Zij hebben zich georganiseerd in cliëntenraden. Vrijwel alle woonvoorzieningen, met
bijbehorende thuiszorg gebieden, hebben een eigen cliëntenraad. De verhouding met de
cliëntenraden is op basis van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (WMCZ) in
reglementen vastgelegd. Elke cliëntenraad heeft meerdere keren per jaar overleg met de
betreffende manager over uiteenlopende onderwerpen. Eenmaal per jaar vergadert de cliëntenraad
in aanwezigheid van de raad van bestuur.
De organisatie heeft de cliëntenraden voldoende personele en financiële middelen ter beschikking
gesteld om goed te kunnen functioneren. Managers hebben de cliëntenraden in hun taken
ondersteund. Bij een aantal raden is er bovendien secretariële ondersteuning geweest in de vorm
van een notulist. De raden geven allemaal aan voldoende gebruik te kunnen maken van de
benodigde voorzieningen voor hun functioneren.
Centrale Cliëntenraad
Groenhuysen heeft een centrale cliëntenraad (CCR). In deze raad zitten afgevaardigden van de
verschillende cliëntenraden. Eind 2011 bestond de CCR uit 16 leden. De CCR heeft in 2011 geen
werkplan gehad. De CCR is voornamelijk actief op onderwerpen die het algemene beleid op het
gebied van zorg, wonen en welzijn van de hele stichting aangaan. De CCR is van mening dat de
raad van bestuur alle door de CCR uitgebrachte adviezen op een correcte wijze heeft laten
meewegen. In 2011 heeft de centrale cliëntenraad zes keer overleg gehad met een lid van de raad
van bestuur over uiteenlopende zaken op stichtingsniveau. Twee leden van de raad van
commissarissen hebben een vergadering tussen raad van bestuur en CCR bijgewoond.
Jaarlijks maakt de raad van bestuur afspraken met de CCR over de voorzieningen die hen ten
dienste staan. Groenhuysen heeft de CCR in 2011 voldoende materiële en financiële middelen
beschikbaar gesteld om goed te kunnen functioneren. De CCR heeft voldoende gebruik kunnen
maken van deze voorzieningen.
Na afloop van het kalenderjaar heeft de CCR een jaarverslag gemaakt waarin de raad
verantwoording aflegt over zijn werkzaamheden van het afgelopen jaar. Groenhuysen heeft zich
aangesloten bij de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 27
De onderwerpen die in 2011 behandeld zijn in de CCR:
Onderwerp Advies Verzwaard
advies
Voorstel Ter
informatie
1 Aangepast voedingsbeleid X Positief
2 Kaderbrief 2012 X Positief
3 Meerjarenbeleidsplan X Positief
4 Jaardocument CARE 2010 X Positief
5 Viermaandscijfers X
6 Regeling vrijwilligers X Positief
7 Uitbesteding
geneesmiddelendistributie
X Positief
8 Begroting 2012 X Positief
9 Achtmaandscijfers X
Door middel van presentaties is de CCR in 2011 uitgebreid geïnformeerd over onderstaande
onderwerpen:
- Resultaten 2010 en programma 2011 Groenhuysen Uit!;
- Taken / werkwijze cliëntvertrouwenspersonen;
- Ontwikkelingen stichting Vrienden van Groenhuysen;
- CQ index - HKZ-certificering – Communicatie;
- Geestelijke verzorging;
- Brochure decentrale cliëntenraden;
- Nieuw business model Groenhuysen Uit!.
De CCR besprak de volgende maatregelen die de raad van bestuur heeft genomen:
Onderwerp Genomen maatregelen / acties
Het aanpassen van de
vergoedingsregeling Groenhuysen Uit!
De vergoedingsregeling wordt op verzoek van de CCR
aangepast
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 28
3.6 Ondernemingsraad
Groenhuysen heeft een ondernemingsraad (OR). In deze raad zitten afgevaardigden van de
verschillende locaties. Eind 2011 bestond de ondernemingsraad uit zeventien leden.
De ondernemingsraad heeft zeven overlegvergaderingen gehad met de raad van bestuur. Tijdens
twee van deze vergaderingen zijn twee leden van de raad van commissarissen aanwezig geweest.
Daarnaast heeft de OR vijf thema overleggen gehad met de raad van bestuur. Jaarlijks maakt de
raad van bestuur afspraken in overeenstemming met de ondernemingsraad over de voorzieningen
die hen ten dienste staan. Groenhuysen heeft de ondernemingsraad in 2011 voldoende materiële
en financiële middelen beschikbaar gesteld om goed te kunnen functioneren. De
ondernemingsraad heeft voldoende gebruik kunnen maken van deze voorzieningen.
Na afloop van het kalenderjaar heeft de ondernemingsraad een jaarverslag gemaakt waarin de
raad verantwoording aflegt over zijn werkzaamheden van het afgelopen jaar.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 29
Hoofdstuk 4 Beleid, inspanningen en prestaties
4.1 Meerjarenbeleid
In de eerste helft van 2011 is de nieuwe koers bepaald voor de jaren 2012 -2015. Een afvaardiging
van stafhoofden en managers heeft met de raad van bestuur dit meerjarenbeleid vorm gegeven.
Belangrijk punt hierbij was dat elke stap die in dit ontwerp werd gemaakt, werd getoetst bij de
overige managers, stafhoofden en de raad van commissarissen. Dit heeft er voor gezorgd, dat het
meerjarenbeleid een gedragen notitie is geworden die draagvlak kent voor de komende
beleidsperiode.
Onze uitdagingen
Groenhuysen zet zich in voor overwegend ouderen in de regio Roosendaal. In alles wat we doen
gaan we uit van de mogelijkheden van de cliënt. Juist omdat wij vinden dat er voor ouderen nog
zoveel uitdagingen zijn. Ons aanbod varieert dan ook van gemak en comfort tot intensieve zorg.
Om ouderen te bereiken in hun vertrouwde sociale omgeving, streven we naar het bouwen van
eigentijdse woonvoorzieningen in alle wijken en dorpen. Daarnaast hebben we te maken met de
vergrijzing in Nederland, waardoor de vraag naar zorg voor ouderen fors toeneemt. Door deze
toenemende zorgbehoefte ligt onze focus ook op het vinden en boeien van enthousiaste en
deskundige medewerkers.
Netwerkrelaties
Groenhuysen werkt intensief samen met verwijzers zoals ziekenhuizen, huisartsen, gemeenten en
verzekeraars. Door het onderhouden van een goede relatie, gebaseerd op vertrouwen,
deskundigheid en wederzijds respect, kan Groenhuysen ouderen ook in de toekomst goede
kwaliteit bieden op het gebied van welzijn, wonen en zorg.
Onderscheidend
Waarin onderscheiden we ons en wat levert Groenhuysen aan haar cliënten en medewerkers?
Stichting Groenhuysen vervult een essentiële functie voor ouderen in de regio Roosendaal. Om
deze rol ook op lange termijn te kunnen blijven vervullen zijn er drie einddoelen geformuleerd, die in
de periode 2012-2015 behaald dienen te worden.
Strategische ambitie
Lever onbesproken
kwaliteit van zorg
Wees dé partnerin excellente
ouderenzorg
Zorg voor voldoendegekwalificeerde en
zelfstandigemedewerkers
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 30
Lever onbesproken kwaliteit van zorg
Onze klanten hebben recht op de beste kwaliteit van zorg, wonen en behandeling. Dat is onze
professionele uitdaging en de maatschappelijke opdracht waaraan wij ons verbinden. Toch zijn we
de afgelopen jaren op bijvoorbeeld technische kwaliteit (Landelijke Prevalentiemeting
Zorgproblemen) onvoldoende goed beoordeeld. Het is onze ambitie om hierin de komende jaren
een flinke slag te maken. We streven naar een hoge technische -, relatie- en belevingskwaliteit,
want dat is ons bestaansrecht. Een onbesproken kwaliteit versterkt bovendien het imago, bevordert
daarmee de toestroom van cliënten en heeft positieve invloed op (potentiële) medewerkers.
Daarnaast is dit belangrijk om de financiering veilig te stellen, omdat verzekeraars in toenemende
mate kijken naar de prestaties van zorginstellingen.
Wees dé partner in excellente ouderenzorg
Om de cliënt zorgarrangementen te kunnen bieden en continuïteit van zorg te kunnen garanderen,
moeten we ons maatschappelijk netwerk versterken en maximaal benutten. Hiermee kunnen we
tevens onze positie in Roosendaal en omgeving verstevigen ten opzichte van mogelijke
concurrenten. Er wordt in toenemende mate van ons verwacht dat we actief samenwerking zoeken
met onder andere gemeentes (Roosendaal, Rucphen, Halderberge, Moerdijk en Steenbergen), het
Franciscus ziekenhuis, Thuiszorg West-Brabant, huisartsen, woningcorporaties, zorgverzekeraars,
het zorgkantoor en banken. Wij willen bereiken dat we voor hen dé partner in excellente
ouderenzorg zijn.
Zorg voor voldoende gekwalificeerde en zelfstandige medewerkers
De komende jaren gaat de vraag naar zorg toenemen en ontstaat er meer krapte op de
arbeidsmarkt. Om meer ouderen te kunnen helpen én een kwaliteit te leveren die onbesproken is,
heeft Groenhuysen voldoende gekwalificeerde en zelfstandige medewerkers nodig. Medewerkers
die bovendien meer verantwoordelijkheid krijgen en kunnen dragen. We verwachten dat goed
gekwalificeerde en gemotiveerde medewerkers die veel verantwoordelijkheid dragen, een positief
effect hebben op de productiviteit.
De drie doelstellingen zijn elk gekwantificeerd en vormen samen onze ‘strategische ambitie’. Dit
betekent dat we pas tevreden zijn als alle drie de doelstellingen in 2015 zijn bereikt.
Om de hoofddoelstellingen te bereiken zijn er subdoelstellingen geformuleerd. Die zijn verder
uitgewerkt in het meerjarenbeleid. Elke subdoelstelling is gekwantificeerd. Op deze manier kan
Groenhuysen op het eind van de beleidsperiode toetsen of de doelstellingen zijn behaald.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 31
4.1.1 Focus op cliëntgroepen en diensten
Op welke cliëntgroepen en diensten moeten we ons primair richten om onze missie en strategische
ambitie waar te maken? En hoe kunnen we ons onderscheiden richting cliënten?
Focus op cliëntgroepen en diensten
Bied breed aanbod in
dorpen en wijken
Bied specialistisch
aanbod op gebied van revalidatie
Focus op kwetsbare
ouderen
Focus op kwetsbare ouderen
Van oudsher richt Groenhuysen zich op kwetsbare ouderen. Met ouderen bedoelen we mensen
vanaf 65 jaar. Er zijn uitzonderingen, dit zijn doelgroepen met een aandoening die op oudere
leeftijd veelvuldig voorkomen, maar zich ook op jongere leeftijd kunnen manifesteren. Hierbij kan
onder andere worden gedacht aan jong dementerenden, cliënten met de ziekte van Parkinson en
COPD. Groenhuysen heeft ten aanzien van deze doelgroepen veel kennis en expertise. De
kwetsbaarheid van deze doelgroepen tast hun welbevinden aan. Groenhuysen ziet het als haar
maatschappelijke taak deze mensen te ontzorgen.
Bied breed aanbod in dorpen en wijken
In de verschillende wijken en dorpen in Roosendaal en omgeving wil Groenhuysen een breed
dienstenpakket aan ouderen aanbieden. We dienen hiermee allereerst het belang van de cliënt: we
zijn toegankelijk omdat we dichtbij zijn. Mensen kunnen langer thuis blijven wonen met de juiste
ondersteuning vanuit de locatie dichtbij hun huis. Ten tweede ontlasten we daarmee de huisarts en
andere zorgverleners in de eerste lijn. Ten derde levert de lokale aanwezigheid ons een voordeel
op ten opzichte van concurrenten die verder weg zitten. En tot slot is het ook voor onze
medewerkers aantrekkelijk om dichtbij huis te kunnen werken.
Bied specialistisch aanbod op gebied van revalidati e
De herstelzorg is een markt waarin Groenhuysen een belangrijke rol gaat spelen. Een rol die
ziekenhuizen graag uitbesteden. De revalidatie van ouderen na een medische ingreep wordt steeds
complexer, omdat steeds meer mensen meerdere ziekten tegelijk hebben. Groenhuysen wil zich de
komende jaren verder specialiseren in revalidatie en deze diensten niet alleen centraal, maar ook
extramuraal aanbieden. Door ons hierin te specialiseren onderscheiden wij ons van concurrenten
en worden we door ziekenhuizen en huisartsen gezien als dé partner in excellente ouderenzorg.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 32
4.1.2 Cliëntwaardepropositie
De cliëntwaardepropositie geeft aan op welke punten Groenhuysen zich de komende jaren wil
onderscheiden richting cliënten. We streven ernaar dat cliënten eind 2015 massaal bevestigen dat
wij deze propositie waarmaken. We maken onderscheid tussen twee type cliënten, namelijk de
zorgvragers en de verwijzers. Verwijzers zijn gemeenten, huisartsen, verzekeraars en ziekenhuizen
die cliënten doorverwijzen naar Groenhuysen.
Voor zorgvragers is het belangrijk dat we aan de voordeur duidelijke afspraken met ze maken over
welke zorg we leveren. Zorgvragers moeten zoveel mogelijk één aanspreekpunt binnen
Groenhuysen hebben. Daarnaast moeten we vanzelfsprekend een goede kwaliteit zorg leveren. Dit
zijn basisvoorwaarden waaraan moet worden voldaan. Daarnaast kunnen en willen we ons
onderscheiden op de volgende twee punten:
Cliëntwaardepropositie zorgvragers
Bied een
betekenisvolle dag
Stel mensenwensen
centraal
Stel mensenwensen centraal
We willen ons onderscheiden door de cliënt oprechte aandacht te geven en rekening te houden
met zijn of haar individuele voorkeur. Cliënten moeten gaan voelen dat hun wensen en behoeften
het uitgangspunt zijn voor wat wij doen.
Bied een betekenisvolle dag
We willen dat onze cliënten iedere dag ervaren als bijzonder en betekenisvol. We willen dat ze
kunnen meedoen aan activiteiten die bij hen passen en dat zij de mogelijkheden krijgen om zich
verder te ontwikkelen of terug te blikken op het geleefde leven.
Voor verwijzers is het belangrijk dat Groenhuysen hen ontzorgt. Om dé partner in excellente
ouderenzorg te zijn, moeten we ons richten en onderscheiden op snelheid, deskundigheid en een
aanbod dat integraal aansluit op het gewenste cliëntenarrangement. Dit alles in samenwerking met
onze ketenpartners.
Cliëntwaardepropositie verwijzers
Lever snelle en deskundige
ondersteuning
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 33
Lever snelle en deskundige ondersteuning
De gewenste ondersteuning is voor verschillende verwijzers verschillend. Huisartsen hebben de
regie over de behandeling van hun patiënt. Wij kunnen met een snelle en deskundige
ondersteuning helpen om de geriatrische prestatie van de huisarts waar te maken. Ziekenhuizen
geven in aansluiting op hun diagnostiek en behandeling de zorg graag uit handen aan een
betrouwbare partner. Wij kunnen de ziekenhuizen ontzorgen door patiënten snel op te nemen en
snel en deskundig de benodigde zorg, verpleging en/of behandeling te geven. Voor het ziekenhuis
betekent dit een verdere reductie van de opnameduur, een optimale bedbezetting en een lager
sterftecijfer.
De overeenkomst tussen de verwijzers is dat ze snel en deskundig ondersteund willen worden.
4.1.3 Interne processen
Wat moeten we heel goed doen in de uitvoering van onze processen, om de verwachtingen
van onze cliënten waar te maken en tegelijkertijd efficiënt te zijn?
Primair proces
Verantwoorden en FacturerenUitvoeren en ControlerenVaststel len zorgvraag en zorgovereenkomst
Vertaal cliëntbehoefte
in realistisch aanbod
Stem zorgverlening continu af op cl iëntbeleving
Optimaliseer
multidisciplinair werken
Wees transparant over
kwaliteit en kosten
Werk conform normen
voor verantwoorde zorg
Betrek famil ie en mantelzorgers actief bij hulp- en zorgverlening
Optimaliseer hotelmatig
werken
Vertaal de cliëntbehoefte in een realistisch aanbod
Om de belofte aan de zorgvrager te kunnen waarmaken is het van belang dat we wensen goed
vertalen naar een realistisch aanbod. Dit betekent enerzijds dat we goed luisteren naar de wensen
van de cliënt en anderzijds dat we een aanbod doen dat we kunnen waarmaken. Dit aanbod
moeten we vervolgens helder communiceren aan de cliënt, zodat duidelijk is wat hij of zij mag
verwachten.
Betrek familie en mantelzorgers actief bij de hulp- en zorgverlening
Het actief betrekken van familie en mantelzorgers bij de hulp- en zorgverlening is onderdeel van
onze zorgvisie. Familieleden en mantelzorgers behoren tot het natuurlijke en sociale leefsysteem
van onze cliënten. Zij zijn goed op de hoogte van de levensgeschiedenis en de wensen van
cliënten. Daarnaast is het noodzakelijk om ze in te zetten, om met een beperkte capaciteit toch aan
de verwachtingen van onze cliënten te kunnen voldoen. Wij gaan familie en mantelzorgers vanaf
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 34
het begin duidelijke taken en verantwoordelijkheden geven en hen actief ondersteunen bij de
uitvoering.
Werk conform de normen voor verantwoorde zorg
Om een onbesproken kwaliteit van zorg te leveren, is het in de uitvoering van de zorg belangrijk dat
we de werkzaamheden uitvoeren conform de procedures en kwaliteitsstandaarden die gelden voor
verantwoorde zorg. Alleen dan gaan we betere scores behalen op bijvoorbeeld LPZ metingen.
Stem zorgverlening continu af op cliëntbeleving
Als we de individuele afspraken met cliënten goed hebben vastgelegd in een zorgleefplan, dan is
de eerste uitdaging voor ons om ook te gaan werken conform deze afspraken. Daarnaast moeten
we de zorgverlening beter gaan afstemmen op de cliëntbeleving. Dat betekent goed luisteren naar
de cliënt en vragen naar zijn ervaringen en wensen. Indien nodig moeten we flexibel zijn, dus
afwijken van de in het zorgleefplan vastgelegde afspraken. Uiteindelijk is het belangrijkste dat de
cliënt het gevoel heeft dat hij het beste uit zijn dag haalt.
Optimaliseer hotelmatig werken
Om onze cliënten een betekenisvolle dag te laten beleven is het belangrijk we in onze
dienstverlening meer principes van de horeca toepassen. Groenhuysen moet nog gastvrijer
worden. We werken immers in de woonomgeving van onze cliënten, zij wonen niet in onze
werkomgeving!
Optimaliseer multidisciplinair werken
De toenemende complexiteit van de zorgvraag vraagt ons om multidisciplinair te werken. Dit
betekent dat verschillende zorgdisciplines intensiever met elkaar moeten gaan samenwerken en
dat geldt ook voor de zorgverlening en de medici. Managers moeten hierbij sturen op het proces en
artsen en specialisten voeren de regie op de inhoud.
Wees transparant over kwaliteit en kosten
Het wordt steeds belangrijker om richting verwijzers, het zorgkantoor, verzekeraars en onze
cliënten transparant te zijn over de geleverde kwaliteit en kosten. De goede naam van
Groenhuysen en de financiering zijn hier in toenemende mate afhankelijk van. We gaan deze
partijen de komende jaren steeds meer inzicht geven in onze prestaties en kosten.
Ondersteunende processen
Voor de ondersteunende- en besturingsprocessen hebben we één belangrijke doelstelling
geformuleerd.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 35
Verbeter projectmanagement
Veranderingen in onze organisatie worden vaak als project opgepakt. We hebben de afgelopen
jaren echter gezien dat programma- en projectmanagement niet onze sterkste punten zijn.
Projecten worden niet duidelijk vastgesteld of vraagstukken worden een project terwijl het maar de
vraag is of het projectmatig moet worden aangepakt. Verantwoordelijkheden zijn niet altijd duidelijk
belegd. Daarnaast bemoeien vaak teveel mensen zich met de inhoud, terwijl er vanuit bepaalde
rollen een meer procesmatige benadering verwacht wordt. Het benoemen van en sturen op
mijlpalen kan beter. De komende jaren wordt het projectmanagement binnen Groenhuysen dan ook
geprofessionaliseerd.
Verbeter procesmanagement
Complexe vraagstukken zijn binnen Groenhuysen aan de orde van de dag. Om ze tot een goed
einde te kunnen brengen, moet vooraf worden nagedacht over de beste aanpak. Een projectmatige
aanpak is lang niet altijd nodig. Het vraagstuk kan soms met een procesmatige aanpak beter
opgelost worden. Veel processen die horen bij een project, zijn onvoldoende verbonden met de
lopende processen in de organisatie. Procesregie en procesmanagement laten zien wanneer een
procesmatige aanpak het beste is en hoe daarbij zodanig gestuurd wordt dat bij alle betrokkenen bij
een proces ook echt draagvlak voor een ontwikkeling of besluit ontstaat.
4.1.4 Huisvesting, innovatie en informatie
Welke randvoorwaarden moeten Groenhuysen invullen op het gebied van huisvesting, innovatie en
informatievoorziening, om de doelstellingen in de processen te behalen en de belofte aan cliënten
waar te maken?
Huisvesting, innovatie en informatie (technologie)
Zorg voor optimale ondersteuning door ICT
systemen
Ontwikkel
dienstenaanbod samen met c liënt
Pas nieuwe
technieken toeHerontwikkel locaties
Optimaliseer exploitatie
van vastgoed
Ontwikkel uniek
zorgconcept voor iedere locatie
Herontwikkel locaties
Groenhuysen heeft een aantal prachtige, moderne locaties, maar ook een aantal verouderde
locaties. Om onze marktpositie in de regio te behouden en de concurrenten voor te blijven is het
Ondersteunende processen
Verbeter proces- en projectmanagement
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 36
essentieel om de verouderde locaties in Roosendaal en Wouw te vernieuwen. Onderscheidende
woonkwaliteit helpt ons niet alleen om onze marktpositie te behouden en uit te breiden, maar
draagt tevens bij aan de uitstraling naar cliënten en potentiële medewerkers.
Professionaliseer beheer van vastgoed
Naast het vernieuwen van locaties wordt het ontwikkelen van vastgoed de komende jaren steeds
belangrijker om voldoende capaciteit te creëren voor de toenemende vraag. Het is nodig om het
beheer van de vastgoedportefeuille te professionaliseren. Onderdeel hiervan is het intensiveren
van contacten met gemeenten, woningcorporaties en publiek/private partijen. Groenhuysen zoekt
hierbij samenwerking met marktpartijen waarbij Groenhuysen geen doelstelling kent om eigendom
te verwerven. Gezamenlijk kunnen we onze vastgoedportefeuille verder ontwikkelen en afspraken
contractueel vastleggen.
Ontwikkel dienstenaanbod samen met de cliënt
Groenhuysen stelt mensenwensen centraal. Om hier mede invulling aan te geven gaan we ons
dienstenaanbod samen met de cliënt en de mantelzorgers verder ontwikkelen en uitbreiden. We
willen dit onder andere doen door expertisecentra voor verschillende ziektebeelden te creëren.
Ontwikkel uniek zorgconcept voor iedere locatie
Groenhuysen wil zo goed mogelijk aansluiten bij de wensen van cliënten. Dit kunnen we bereiken
door voor iedere locatie een uniek, state of the art (zorg)concept te ontwikkelen. Ieder dorp en
iedere wijk is anders en vraagt om andere locatiekenmerken. Locaties kunnen zich hiermee
onderscheiden en Groenhuysen onderscheidt zich door haar kleurrijk geheel.
Pas nieuwe technieken toe
Omdat de vraag naar ouderenzorg sneller toeneemt dan de beschikbare mensen en middelen,
moeten technologische innovaties worden ingezet om meer met minder mensen te kunnen doen.
De fysieke belasting van medewerkers wordt verlaagd zodat zij meer kunnen doen. We blijven de
technologische ontwikkelingen nauwlettend volgen en passen nieuwe technieken in huisvesting en
zorgverlening toe, zodra we kansen zien om de productiviteit te verhogen of de kwaliteit te
verbeteren.
Zorg voor optimale ondersteuning door ICT systemen
Om de gewenste kwaliteit van zorg te kunnen leveren, en om transparant en efficiënt te kunnen
werken, zijn goed werkende ICT systemen essentieel. We gaan ervoor zorgen dat de systemen
onze managers en medewerkers goed ondersteunen bij hun dagelijkse werkzaamheden. Voor de
medewerker betekent dit dat hij aan het bed toegang krijgt tot alle informatie om zijn werk beter en
efficiënter uit te voeren. Het bestuur en management krijgen tijdig beschikking over relevante
informatie om de organisatie te besturen en conform wet- en regelgeving te verantwoorden.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 37
4.1.5 Medewerkers en cultuur
Betrokken medewerkers en een goede bedrijfscultuur zijn belangrijk om de doelstellingen in onze
processen te behalen en de beloften aan cliënten waar te maken. Welke uitdagingen hebben we op
dat gebied?
Zorg voor continu leren en ontwikkelen van medewerk ers
Om onbesproken kwaliteit van zorg te leveren moeten medewerkers zich continu blijven
ontwikkelen in hun vak en elkaar en leerlingen/stagiaires als professionals begeleiden.
Groenhuysen wil de komende jaren groeien als leerbedrijf. Medewerkers krijgen dan ook de
mogelijkheden om zich middels (individuele) leertrajecten continu vakinhoudelijk en op
vaardigheden te ontwikkelen. Op hun beurt wordt van medewerkers verwacht dat zij de
verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen ontwikkeling.
Geef medewerkers ruimte, regelvermogen en verantwoo rdelijkheid
We willen iedere dag de cliëntbelofte waarmaken. Hiervoor is het nodig dat medewerkers zich
verantwoordelijk voelen voor hun werk en zelf initiatief nemen. De leidinggevende helpt hierbij door
te sturen op het proces en het zorginhoudelijke deel aan de medewerker over te laten. Op deze
wijze ontstaat er meer plezier in het werk, wat resulteert in een betere cliëntbediening en
Groenhuysen een aantrekkelijke werkgever maakt.
Zorg voor goede arbeidsomstandigheden
Om medewerkers aan ons te blijven binden en ze in staat te stellen om hun werk iedere dag goed
te doen, is het noodzakelijk dat we structureel (niet alleen op basis van incidenten) aandacht
hebben voor een veilige werkomgeving. Dit vraagt ook om een levensfasebewust arbeidsbeleid,
waarbij we in overleg met de medewerker komen tot een goede balans tussen belasting en
belastbaarheid.
Bind potentieel arbeidsmarkt aan Groenhuysen
Als we voldoende gekwalificeerde en zelfstandige medewerkers willen hebben, moeten we
potentiële medewerkers aan ons zien te binden. Dit betekent dat we naast het werven van ervaren
medewerkers ook andere paden moeten bewandelen. We willen mensen zowel externe als interne
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 38
opleidingen aanbieden en ook verschillende doelgroepen aanspreken. Strategische partnerships
met opleidingscentra kunnen ons hierbij helpen. Uiteindelijk streven we ernaar iedere medewerker
zijn eigen - op maat - carrière te kunnen bieden.
Vergroot betrokkenheid en trots
We zijn ervan overtuigd dat betrokken medewerkers cliëntvriendelijker en productiever zijn.
Medewerkers die betrokken en trots zijn, bevelen Groenhuysen vaker aan als werkgever. Daarom
willen we de betrokkenheid en de trots van medewerkers verder vergroten. Het belangrijkste hierbij
is betrokkenheid bij de cliënt en de locatie. Betrokkenheid bij, en trots op Groenhuysen is geen
primair doel. We willen immers een organisatie met verscheidenheid zijn.
4.1.6 Financieel
Groenhuysen is een organisatie zonder winstoogmerk: het belang van de cliënt staat voorop. Er is
wel een aantal financiële randvoorwaarden waar we aan moeten voldoen om de continuïteit van
onze organisatie te waarborgen.
Financieel
Zorg voor vermogens-positie die past bij
risicoprofiel
Zorg voor stabiele
resultaatontwikkeling
Zorg voor vermogenspositie die past bij risicoprofi el
De komende jaren willen we locaties vernieuwen en nieuwe locaties bouwen. Hiervoor hebben we
de hulp van banken en andere financiers nodig. Om een betrouwbare partner te zijn voor banken
en financiers is het belangrijk dat onze vermogenspositie aansluit bij ons risicoprofiel.
Zorg voor stabiele resultaatontwikkeling
Voor de lange termijn is het belangrijk dat we goede en consistente resultaten laten zien, om onze
uitbreidingsdoelstellingen te verwezenlijken. Het stabiele verloop van onze resultaten draagt bij aan
het vertrouwen van financiers in Groenhuysen. Groenhuysen is al jaren een financieel gezonde
zorgaanbieder.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 39
4.1.7 Borging
In de meerjarennota worden de resultaten uit de strategiekaart toegelicht en onderbouwd, en
gekwantificeerd met doelwaarden. Bovendien wordt aangegeven welke resultaten in welk jaar
prioriteit krijgen. Daartoe is per jaar een thema benoemd.
Voor 2012 luidt het thema ‘Kwaliteit van zorg’ . In 2012 werken we verder aan een onbesproken
technische-, relatie- en belevingskwaliteit.
Het thema voor 2013 is ‘Individuele cliëntbehoefte centraal’ . Dit betekent dat de cliënt en zijn
behoefte de maat wordt voor alles van we doen. De thema’s voor de overige jaren zijn nog niet
benoemd.
Kaderbrief en jaarplannen
De bestuursbeoordeling neemt een bijzondere plaats in bij het opstellen van de kaderbrief. Naast
het regelmatig bijsturen op basis van de beschikbare informatie, legt de raad van bestuur ieder jaar
in de bestuursbeoordeling vast hoe de resultaten uit audits en onderzoeken leiden tot het opstellen
van de kaderbrief. De vertaling van de kaderbrief vindt plaats in het jaarplan. Het jaarplan wordt
geschreven door de managers en stafhoofden. De voortgang van de resultaten wordt in de
voortgangsrapportages verwerkt.
Om de voortgang van de plannen te bewaken heeft Groenhuysen verschillende instrumenten tot
haar beschikking. De audits en onderzoeken die door externe bureaus, maar ook intern, worden
uitgevoerd zijn de belangrijkste. Voorbeelden hiervan zijn het medewerker- en
cliënttevredenheidsonderzoek en de onderzoeken door het Zorgkantoor, de Inspectie voor de
Gezondheidszorg, de Arbeidsinspectie en de GGD. Deze onderzoeken geven op verschillende
momenten in het jaar inzicht in de kwaliteit van zorg, het werken conform voorschriften en de
tevredenheid van medewerkers en cliënten
De uitkomsten van deze onderzoeken zijn waardevol, maar een onderzoek vindt vaak maar één
keer per jaar plaats, waardoor tussentijds bijsturen niet mogelijk is. Bovendien sluit de informatie uit
de onderzoeken maar voor een deel aan op de beoogde strategische en operationele resultaten,
zoals benoemd in de plannen. Daarom zijn naast de uitkomsten van bovengenoemde onderzoeken
ook andere instrumenten belangrijk, namelijk:
1. Voortgangsrapportages
2. Projectenrappportages
3. Rapportages over verbeterplannen.
Groenhuysen evalueert haar functioneren en de resultaten van haar functioneren onder meer op
basis van de volgende kwaliteitsonderzoeken (draaiboek kwaliteitsonderzoeken):
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 40
Op basis van resultaten en bevindingen van de kwaliteitsmetingen worden verbeterplannen
opgesteld en uitgevoerd. Het bestuur en management beoordelen continu de uitkomsten van de
kwaliteitsmetingen en de resultaten en voortgang van verbeterplannen.
In een draaiboek wordt de werkwijze van elk onderzoek beschreven:
� grondslag
� voorbereiding
� uitvoering
� vastlegging en rapportage
� analyse van resultaten en bevindingen
� opstellen en uitvoeren verbeterplannen
� monitoren verbeterplannen
� documentatie (procedure en formulieren).
Onderwerp van onderzoek Onderzoek
Organisatie en Kwaliteit Externe audits
Interne audits
Zorg en Cliënten LPZ (NVZ)
Waarderingsonderzoek cliënten (CQI)
Kwaliteit van leven
VIM
Klachten cliënten
Cliëntenraad (CR en CCR)
Inspectie voor de Gezondheidszorg
Medewerkers Arbeidsinspectie
Tevredenheidsonderzoek medewerkers
Klachten medewerkers
Ondernemingsraad
RIE
Bedrijfsongevallen
Exitgesprekken
Control Zorgkantoor / AO/IC
Facilitair Gebruikersvergunning
Legionella
Inspectie brandweer / VROM
Voedselveiligheid (externe en interne audit)
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 41
4.2 Algemeen beleid 2011
Op stichtingsniveau zijn in het verslagjaar onderdelen of hele managementgebieden
samengevoegd (9). Daarnaast heeft een aantal wisselingen plaatsgevonden op
managementgebied als gevolg van bovengenoemde samenvoegingen of als gevolg van het vertrek
van managers vanwege het bereiken van de pensiongerechtigde leeftijd.
Daarnaast is een aantal externen aangetrokken om een stafgebied, managementgebieden of
projecten te leiden. Hierbij kan gedacht worden aan een stafhoofd HRM, een projectleider voor het
Regionaal Palliatief Centrum, een projectleider voor het Elektronisch Cliënten Dossier (ECD) en
interim managers.
In 2011 heeft Groenhuysen voor het eerst deel genomen aan de ActiZ benchmark.
Groenhuysen heeft deelgenomen aan de onderdelen bedrijfsvoering, medewerkersonderzoek en
cliëntwaarderingsonderzoek. Voor het onderdeel medewerkersonderzoek zijn aan de resultaten
een innovatieprijs gekoppeld. Dit betekent dat in 2012 een prijs wordt uitgereikt aan de afdeling/het
managementgebied die significant hoger scoort ten opzicht van 2011 op het onderdeel
werkbeleving.
In 2011 is de deelname aan High Performance Organisation (HPO) afgerond. De deelname is
afgesloten met een eindrapport. De resultaten van beide onderzoeken zijn op het onderdeel
‘medewerkers’ congruent aan elkaar.
Een belangrijk onderwerp dat in het verslagjaar uitwerking heeft gekregen, is het beschrijven van
de zorgorganisatie. ‘De zorgorganisatie’ beschrijft de visie op zorg. Daarnaast worden kaders en
afspraken hoe te handelen voor de verschillende functiegroepen binnen Groenhuysen beschreven.
Een onderwerp dat sterk is uitvergroot in 2011 is ‘Professioneel Samenspel’. Ten eerste is er een
beleidsnotitie geschreven die de visie, de concrete doelstellingen en de taken, bevoegdheden en
verantwoordelijkheden (TBV) van iedere deelnemer in dit samenspel weergeeft. Vervolgens zijn er
pilots gestart op diverse managementgebieden waar de concrete uitvoering van het beleid ten
uitvoer wordt gebracht. De pilots worden ondersteund door een externe coach. In 2012 vindt een
verder uitrol in de organisatie plaats met betrekking tot dit thema.
Een ander punt van ontwikkeling zijn de unieke zorgconcepten. In 2011 is voor centrum voor
Wonen & Zorg Kerkakkers in Rucphen een eerste aanzet gemaakt voor Planetree. Een
mensgerichte totaalaanpak waarbij zowel technisch goede zorg als de beleving van de zorg door
de cliënt centraal staat. Voor de locatie Moerweide is de eerste aanzet gemaakt voor het werken
met Dementia Care Mapping (DCM), een vergelijkbaar initiatief binnen de dementiezorg. Beide
zorgconcepten worden in 2012 verder geïmplementeerd.
'Stichting Vrienden Van' heeft zich in 2011 duidelijk geprofileerd in de organisatie. Ten aanzien van
enkele PR-activiteiten zijn zij ondersteund door de afdeling communicatie.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 42
4.2.1 Klant & Markt
Klantenservice (binnen- en buitendienst)
In 2011 heeft met name het vermarkten en inhuizen van twee nieuwbouwlocaties centraal gestaan,
te weten De Zellebergen en Waterland. De eerste locatie betreft een hoofdzakelijk intramurale
locatie, de tweede locatie is volledig extramuraal. Daarnaast is ondersteuning geboden bij de
implementatie van de toekenningen van behandelplaatsen op Kroonestede, Blankershof en
Zonnewende.
Ten aanzien van de plaatsingen kan gemeld worden dat er sprake is van een behoorlijke toename
in vergelijking met 2010. In 2010 zijn er 583 intramurale opnames gerealiseerd, in 2011 zijn er maar
liefst 739 opnames gerealiseerd (daarnaast zijn er270 cliënten voor thuiszorg bijgekomen, en 117
cliënten voor de dagvoorziening).
Ook ten aanzien van de indicatiestelling zijn veranderingen waar te nemen. Het scoringspercentage
(akkoord op aanvraag) is de afgelopen drie jaar met 10%-punten omhoog gegaan. In 2009 heeft
het CIZ 79% van de aanvragen gehonoreerd, in 2010 was dit 86% en voor 2011 88,3%. Daarnaast
zien we ook een flinke stijging in de hoeveelheid aanvragen van indicaties, we praten dan over een
stijging van 65% in vergelijking met het jaar 2009. In 2009 zijn er door Klant & Markt 838 indicaties
aangevraagd, in 2010 waren dat er 1124 en in 2011 maar liefst 1381.
Het mandaat rondom indiceren is de laatste tijd ook toegenomen. De grootste verandering in deze
betreft het feit dat we per 1 oktober 2011 ouderen vanaf 80 jaar met een indicatie voor verblijf zelf
mogen indiceren. In brede zin is in 2011 veel geïnvesteerd in het deskundigheidsniveau van Klant
& Markt met betrekking tot indiceren.
AWBZ – brede Zorgregistratie 3.0 (AZR)
AZR 3.0 is geïmplementeerd, welke een verandering in de berichtgeving tussen zorgkantoor en
zorgaanbieder met zich mee heeft gebracht. Er is nu sprake van een actuelere en specifiekere
cliëntstatus en een meer uniforme wijze van gegevensuitwisseling.
Ter ondersteuning van een aantal administratieve processen is een workflow-systeem (Diskis)
ingericht. Hiermee is winst geboekt in de snelheid en kwaliteit bij enerzijds het opmaken van
contracten en anderzijds het bewaken en opvolgen van retourgave van contracten.
Op administratief vlak zijn diverse verbetertrajecten en -projecten doorlopen. Zo zijn vanuit het
project COO (contractbeheer op orde) alle cliënten die voor 1 januari 2011 in zorg waren,
persoonlijk geïnformeerd over de nieuwe Algemene Voorwaarden en
Zorgleveringsovereenkomsten en is het proces rondom contractering en uitlevering van
alarmeringsproducten (professionele en sociale alarmering) ook verbeterd. Een ander voorbeeld
betreft het inrichten van het toewijzingsproces van het product 'huren met zorg' in relatie tot de EU
regeling (inkomenstoets voor sociale huurwoningen).
Eind 2011 is ook de nieuwe wachtlijsttool (Wiki-Q) ontwikkeld en geïmplementeerd. Deze
softwarematige oplossing ondersteunt het wachtlijst- en toewijzingsbeleid. De tool is dermate
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 43
succesvol dat ook andere verpleeghuizen, verzorgingshuizen en thuiszorgorganisaties interesse
hebben getoond en de tool willen aanschaffen.
Locatie
Teneinde een efficiëntere en klantgerichtere doorstroming vanuit het Franciscus Ziekenhuis
Roosendaal naar Groenhuysen te laten plaatsvinden, is er een pilot gestart om vanuit het loket
klantenservice twee dagen per week fysiek zitting te nemen in het poortgebouw (gebouw
gekoppeld aan het ziekenhuis). De cliënt kan vanuit het loket nazorg in het ziekenhuis direct
doorverwezen worden (kan ook op afspraak) naar Groenhuysen, zodat de cliënt direct en
deskundig geïnformeerd en geholpen kan worden.
Commerciële vaardigheden
Op het gebied van training en persoonlijke ontwikkeling is in 2011 geïnvesteerd in een
trainingstraject 'commerciële vaardigheden' voor front office medewerkers klantenservice en
medewerkers buitendienst. Daarnaast is ook geïnvesteerd in het verhogen van de kennis over het
Persoons Gebonden Budget (PGB) , zodat de cliënt hieromtrent goed geïnformeerd wordt en het
bijbehorende (administratief) proces efficiënt doorlopen wordt.
Marketing
Groenhuysen Leeft!
Het nieuwe magazine Groenhuysen Leeft! verschijnt sinds 2011 ieder kwartaal en wordt verstuurd
naar alle cliënten. Het magazine besteedt aandacht aan de activiteiten die binnen Groenhuysen
worden ondernomen, (nieuwe) producten en diensten en het aanbod vanuit de Groenhuysenpas.
ZorgMonitor
De Groenhuysen ZorgMonitor is verder doorontwikkeld en geïmplementeerd. De ZorgMonitor wordt
steeds vaker ingezet voor het leveren van zorg op afstand binnen de thuiszorg en nazorg binnen
bepaalde zorgpaden (onder andere bij COPD).
Eerste Hulp Bij Dementie-koffer
Een ander product welke in 2011 ontwikkeld is, betreft de Eerste Hulp Bij Dementie-koffer. Vele
mantelzorgers hebben aangegeven dat goed geïnformeerd zijn helpt om beter en langer voor een
naaste met dementie te kunnen zorgen. Speciaal voor hen en alle andere mensen die iets te
maken hebben met dementie is dit product ontwikkeld, ondersteund middels sponsoring van de
Rabobank. De koffer (vijf stuks) met boeken, brochures, folders, dvd’s en kinderboeken over
dementie kan men gratis lenen.
Personenalarmering
De overdracht van personenalarmering in de huurcomplexen van woningstichting Geertruidenberg
(WSG) naar Groenhuysen heeft tientallen nieuwe aansluitingen opgeleverd. In 2012 zal Aramis
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 44
AlleeWonen naar verwachting eenzelfde constructie toepassen voor de door hen overgenomen
locaties van WSG.
Informatie klanten
Samen met managers, communicatie en medewerkers Klant & Markt is gekeken naar de wijze
waarop en de middelen waarmee we de klant informeren tijdens het aankoopproces. De lessen
hieruit worden in 2012 in de praktijk gebracht.
Offertemodel
Het offertemodel inclusief bijbehorende interne werkorder is binnen het project ZIZOO (ZZP in Zorg
Op Orde) verder vorm en inhoud gegeven en wordt in 2012 geïmplementeerd.
Groenhuysenpas
In 2011 zijn er 496 passen privaat verkocht, waarmee het totaal aantal private
Groenhuysenpashouders eind 2011 op 987 staat. Deze groei zet zich ten opzichte van 2010
gestaag door, in totaal zijn 5459 (peildatum december 2011) personen in het bezit van een
Groenhuysenpas. Daarnaast zijn er zakelijke partnerpakketten ontwikkeld (brons (=gratis), zilver,
goud en platinum). Deze pakketten omvatten verschillende niveaus van exposure. In totaal zijn er
11 betaalde pakketten verkocht aan zakelijke partners. De algemene voorwaarden en de
deelnameovereenkomst van de Groenhuysenpas zijn in januari 2011 goedgekeurd door de raad
van bestuur.
Groenhuysen Uit!
In 2011 hebben 2655 personen deelgenomen aan een activiteit van Groenhuysen Uit!. Dit is een
stijging van 8% ten opzichte van het deelnemersaantal in 2010.
Zorgzuster West-Brabant
Groenhuysen heeft de franchiseformule Zorgzuster aangeschaft en hiertoe een aparte stichting
opgezet, te weten Zorgzuster West-Brabant (ZZWB). ZZWB is een intermediair voor thuiszorg en
treedt hierbij op als bemiddelaar tussen zelfstandige zorgverleners (ZZP’ers) en zorgvragers. De
zorgverleners worden ondersteund in hun zelfstandig ondernemerschap. Door de juiste
randvoorwaarden voor zowel de zorgvrager als zelfstandige zorgverlener te creëren, krijgt de klant
altijd de beste zorg. In het eerste kwartaal 2012 zal ZZWB operationeel gaan.
Project Trots op Thuiszorg (TOT)
In 2010 is de thuiszorg geïntegreerd in de organisatie, waarbij de thuiszorg werkt met eigen
wijkteams vanuit de locaties. In 2011 is vanuit het project Trots op Thuiszorg (TOT) verdere
opvolging gegeven aan de professionalisering van dit nieuwe thuiszorgmodel. Er is onder meer
aandacht besteed aan de herinrichting van processen, genereren van managementinformatie,
marketing en personeel & deskundigheid.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 45
4.2.2 Kennis & Expertise Centrum
Proeftuin overheveling geriatrische revalidatiezorg
In 2011 was Groenhuysen één van de proeftuinen overheveling geriatrische revalidatiezorg. De
belangrijkste twee pijlers van de proeftuin zijn innovatie en dbc-ontwikkeling. Groenhuysen heeft
hard gewerkt aan het ontwikkelen van een vernieuwend zorgaanbod op het gebied van CVA-
revalidatie (verkort, intensief traject; oefenkaarttherapie) en Parkinson-revalidatie (vernieuwende
therapievormen; oefenkaarttherapie). In beide revalidatietrajecten wordt op een vernieuwende
manier gewerkt met oefenkaarten, ontwikkelt door een verplegingswetenschapper. Met deze
kaarten kunnen cliënten 24-uur per dag aan hun revalidatie werken en niet alleen tijdens
therapiesessies. Gewoon door dagelijkse handelingen onderdeel te maken van de oefeningen
worden er goede resultaten behaald. Daarnaast is er veel tijd en energie gestoken in de registratie
van de behandelinzet op alle revalidatieafdelingen ten behoeve van dbc-ontwikkeling. Deze
registratie door behandelaars kost veel tijd, met name bij de specialisten ouderengeneeskunde
(SOG), en leidt tot een afname van de arbeidsproductiviteit. In 2012 zal nader onderzocht moeten
worden hoe dit probleem aangepakt kan worden, gezien het belang en blijvend karakter van de
registratie.
Elektronisch cliëntendossier
2011 was een belangrijk jaar op het gebied van het elektronisch cliëntendossier (ECD). Het ECD is
geïmplementeerd op één afdeling voor psychogeriatrie en een (deel van een) Centrum voor Wonen
en Zorg. Al het betrokken personeel is geschoold volgens het ‘train-de-trainer’ principe. De pilot op
beide afdelingen is per 1 april 2012 stopt gezet. De behandelmodule is nog in ontwikkeling en wordt
naar verwachting in het voorjaar van 2012 geïmplementeerd. Ook dit onderdeel is in april 2012
stopgezet vanuit Groenhuysen.
Parkinson Unit
Het afgelopen jaar zijn belangrijke stappen gezet in de ontwikkeling van de Parkinson unit . Zo was
er sprake van een betere instroom van goed revalideerbare Parkinson cliënten, waardoor het
behandelprogramma steeds meer vorm kon krijgen. Het zorgpad is afgerond, de therapietijd is
toegenomen en de cliënttevredenheid is groot.
Behandelaars nemen deel aan Parkinson-net; de afdeling diëtetiek werkt mee aan het opstellen
van landelijke richtlijnen en de afdeling logopedie is voorzitter van het regionale netwerk. In 2011 is
tevens een start gemaakt met de oefenkaarttherapie.
Tot slot investeert de Weihoek veel in de relatie met het naastgelegen Franciscus Ziekenhuis
Roosendaal ; er zijn intensieve contacten met de Parkinson verpleegkundige en de neuroloog. Ook
is onze Parkinson verpleegkundige voor een deel van haar tijd gedetacheerd bij het ziekenhuis.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 46
Regionaal Palliatief Centrum
In 2011 zijn de plannen voor het Regionaal Palliatief Centrum (RPC) verder vormgegeven: eind
2011 is de bouw gestart en medio 2012 staat de opening gepland. In dit centrum komt hospice
Roosdonck waar terminaal zieke mensen tot hun overlijden in een warme, huiselijke sfeer worden
verzorgd en behandeld door een team van goed opgeleide beroepskrachten en vrijwilligers. In
totaal krijgt het centrum twaalf plaatsen in ruime en goed uitgeruste appartementen. Ook komen er
prettige verblijfruimten en een buitenruimte voor ontvangst van familie en vrienden. Er is een goede
samenwerking met het netwerk palliatieve zorg, de Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg ,
huisartsen en de diverse ziekenhuizen in de regio. Daarnaast komt er een trainingscentrum voor
medewerkers in de palliatieve zorg.
Tot de opening van het Regionaal Palliatief Centrum in 2012 kunnen cliënten terecht op de
palliatieve unit binnen het Regionaal Behandelcentrum Wiekendael in Roosendaal.
Kortdurende PG zorg
Omdat een groep cliënten tussen wal en schip dreigde te vallen, zijn er in 2011 plannen ontwikkeld
ten aanzien van een afdeling voor kortdurende psychogeriatrische (PG) zorg. Afdeling de Wilg –
een PG-afdeling binnen regionaal behandelcentrum Wiekendael – heeft een aanbod ontwikkeld
van kortdurende zorg voor mensen met dementie en/ of cognitieve stoornissen. Het gaat hierbij
zowel om observatie, diagnostiek (bij cliënten met cognitieve stoornissen waar vermoedelijk
dementie óf een delier aan ten grondslag ligt) als om revalidatie.
Het afgelopen jaar zijn de plannen ontwikkeld (inclusief zorgpad) die het komende jaar ten uitvoer
worden gebracht. In 2012 wordt gestart met tien bedden, maar uiteindelijk is het de bedoeling dat
alle dertig bedden (door middel van natuurlijk verloop) omgezet worden in bedden voor kortdurende
PG zorg.
Taskforce kwaliteit
In 2011 is een taskforce in het leven geroepen om een impuls te geven aan het kwaliteitsbeleid
binnen de stichting. Verschillende werkgroepen zijn aan de slag gegaan met de zorginhoudelijke
normen voor verantwoorde zorg. Goede voorbeelden worden ontwikkeld en uitgerold over de
andere locaties. Een ander thema waar de taskforce aan werkt is de ontwikkeling van een digitaal
meetsysteem voor de inhoudelijke normen.
Daarnaast is de basis gelegd voor zowel kwaliteits- als veiligheidsbeleid. De interne samenwerking
heeft door de inrichting van de driehoeksoverleggen tussen management, zorgadviseurs en artsen
meer aandacht gekregen, waarbij binnen het professioneel samenspel nog het nodige te
ontwikkelen valt.
Apotheek
Binnen stichting Groenhuysen is het afgelopen jaar hard gewerkt om alle veranderingen in de
geneesmiddelendistributie te laten voldoen aan de aangescherpte eisen van de Inspectie voor de
Gezondheidszorg. Het betreft hier vooralsnog alleen de voorzieningen aan onze cliënten die onder
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 47
de verantwoordelijkheid van de Specialist ouderengeneeskunde (SOG) vallen, omdat deze via de
de apotheek werden beleverd.
In dit traject is ook het huidige Elektronisch voorschrijfsysteem (EVS) onder de loep genomen en
vernieuwd. De reden om ook het EVS te herevalueren is dat de medicatieveiligheid geoptimaliseerd
dient te worden.
Per 1 januari 2012 is de apotheekfunctie uitbesteed aan een externe partij.
4.2.3 Planning & Control
Met ondersteuning vanuit 'In voor Zorg' wordt het project Electronic Human Resource Management
(E-hrm) uitgevoerd.
Hoofddoel van het project is het oplijnen van de organisatie zodat het management en de
medewerkers goed ondersteund worden bij de benodigde applicaties en nieuw ingerichte
processen. De dienstverlening van stichting Groenhuysen kan hierdoor toekomstbestendig en
duurzaam in de markt worden gezet.
In 2011 heeft de basisimplementatie van Profit (personeelsinfomatie- en salarissysteem) en SP
Expert (planning en roostering) plaatsgevonden.
Vanwege de deadline die ontstond omdat het contract met Raet op 1 oktober 2011 ten einde liep,
hebben we ervoor gekozen te starten met een basisimplementatie van de bestaande functionaliteit
(één op één over). Uiteindelijk hebben we toch alle tijd nodig gehad om op 1 oktober 2011 zowel
met PROFIT als met SP/Expert in productie te gaan.
Profit dekt de basis personeeladministratie en de salarisverwerking. In SP/Expert worden de
medewerkerroosters ingevoerd waarna gerealiseerde uren worden doorgegeven aan Profit ten
behoeve van de salarisverwerking.
Op dit moment (2012) ondervinden we nog een aantal operationele problemen onder andere met
de performance van SP/Expert. Er wordt hard gewerkt om de knelpunten zo spoedig mogelijk op te
lossen.
Verzuimproces
Aanvullend op de basisimplementatie is direct het zelfmanagement verzuimproces ingericht en in
productie genomen. Ziek- en herstelmeldingen worden door managers zelf in het systeem
ingevoerd.
Operationeel ondervinden we nog problemen bij het inrichten van de verzuimcockpit en
verzuimcijfers. Ook de koppeling naar het UWV vraagt nog aandacht.
Planning
De initiële planning is uitgegaan van zes maanden implementatietijd voor de basisimplementatie.
Uiteindelijk hebben we negen maanden nodig gehad om de basisimplementatie inclusief het
verzuimproces in productie te krijgen.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 48
Inzet ‘In voor Zorg’
De inzet vanuit ‘In voor Zorg’ heeft zich vooral gericht op de volgende activiteiten:
- het coachen en ondersteunen van de beide projectleiders Personeel & Salarisadministratie
(PSA) en Planning & Roostering;
- advisering met betrekking tot het daadwerkelijk realiseren van de benodigde koppelingen;
- het bewaken en adviseren met betrekking tot het handhaven van de klantproces-
uitgangspunten.
Het succes van de implementaties en vooral het bijdragen aan de organisatie doelstelling zit met
name in het gebruik van de nieuwe functionaliteit.
Vervolg plannen & roosteren
Met betrekking tot het plannen en roosteren is een plan van aanpak gemaakt en goedgekeurd
waarin de focus ligt op enerzijds het borgen van het gewenste gebruik van de functionaliteit zodat
deze ook daadwerkelijk bedraagt aan de doelstellingen van de organisatie en anderzijds op het
uitbreiden van het werkdomein naar de extramurale zorg.
In het eerste plan van aanpak is uitgegaan van een aanpak geënt op ‘onderzoekend handelen’. Dit
heeft zich vertaald naar eerst implementeren, gebruikers laten spelen, wennen aan de nieuwe
functionaliteit en nu, gebaseerd op de ervaringen en opgedane kennis, optimaliseren in
werkafspraken en applicatiegebruik.
De uitbreiding naar het werkdomein extramurale zorg is een concrete stap in het op cliëntafspraak
leveren door de organisatie.
Zelfbedieningprocessen
Een belangrijk vervolg op de implementatie van Profit is het implementeren van
zelfbedieningprocessen als vervolg op het deelproces ziekteverzuim. De wijze waarop deze
processen geïmplementeerd gaan worden draagt in belangrijke mate bij aan de organisatie doelen.
Het plan van aanpak ligt ter beoordeling bij een aantal stakeholders waarna besluitvorming moet
plaatsvinden.
Meten is weten
Tijdens de vervolgfases is het meten van de daadwerkelijke effecten van de implementaties een
belangrijk aandachtspunt. We meten de mate waarin de implementaties bijdragen aan het
daadwerkelijk leveren op cliëntvraag en de wijze waarop medewerkers het roosterproces
beoordelen. Uiteindelijk wordt de productiviteit zo zichtbaar gemaakt. Ofwel, lukt het ons om meer
cliënturen te realiseren met dezelfde formatie?
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 49
Planning
Het uitwerken van het nieuwe roosterbeleid inclusief het adviseren van het bestuur met betrekking
tot de organisatorische inrichting van het plannen en roosteren, resulteert aan het eind van het
eerste kwartaal van 2012 in een nieuw roosterbeleid en besluitvorming rondom de organisatorische
inrichting.
Het implementeren van het cliëntgericht plannen in het extramurale domein krijgt zijn beslag aan
het eind van het tweede kwartaal in 2012.
Voor de implementatie van de zelfbedieningsprocessen is een meerjarenplan uitgewerkt, passend
bij de ontwikkelfases van de HRM-organisatie.
ZIZO
In 2011 is gewerkt aan het ontwikkelen van arrangementen, volgens het project ZIZO. De
ontwikkelde denkrichting is begin 2012 door het bestuur geaccordeerd. Om het werken met
arrangementen in de praktijk te faciliteren zijn in 2011 diverse protocollen en procedures verder
uitgewerkt en is een arrangementen handboek samengesteld. In 2012 worden de medewerkers
getraind om conform dit handboek te gaan werken en daarmee invulling te geven aan de gewenste
werkwijze.
Gegevensbeveiliging
In 2011 is het informatiebeleid voor het onderdeel informatiebeveiliging verder uitgewerkt. In 2010
is het informatiseringsbeleid vastgesteld. In 2011 heeft verder uitwerking op het onderdeel
beveiliging plaatsgevonden. In 2011 is op basis van de maatregelenmatrix informatiebeveiliging
benoemd welke fysieke, technologische en procedurele maatregelen getroffen moeten worden om
de continuïteit van de gegevensverwerking te waarborgen. Dit heeft onder andere geleid tot het
vaststellen van de volgende documenten:
1. Maatregelenmatrix informatiebeveiliging;
2. Noodprocedure uitdraai cliëntenkaart;
3. Noodprocedure contactpersoongegevens;
4. Procedure aanmelden ICT incidenten buiten kantooruren.
4.2.4 Facilitaire Zaken
Vastgoed en huisvesting
Gelet op de belangrijke positie die vastgoed binnen stichting Groenhuysen heeft, is een adequate
organisatie van het vastgoedapparaat belangrijk. Professioneel management waaruit frequent
betrouwbare informatie komt, is een voorwaarde om met de gestelde beleidskaders het optimale uit
een vastgoedportefeuille te halen. Niet alleen vanuit financieel perspectief is de relevantie van de
vastgoedportefeuille groot. Voor het overgrote deel is het vastgoed binnen Groenhuysen een
woondienst en of woonproduct dat bepalend is voor de tevredenheid en welzijn van cliënten. Met
het vastgoed wordt voor een groot deel de marktpositie van stichting Groenhuysen bepaald.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 50
Huisvestingsplan
Het huisvestingsbeleid van Groenhuysen wordt expliciet gemaakt en vastgelegd door het opstellen
van een huisvestingsplan. Dit huisvestingsplan biedt zowel intern als extern inzicht in de wijze
waarop de huisvesting op de demografische en maatschappelijke ontwikkelingen moet worden
afgestemd. Hiertoe wordt de kwaliteit van de huidige huisvesting beoordeeld en zullen de
verwachte toekomstige ontwikkelingen in de zorgvraag en het zorgaanbod in beeld worden
gebracht. Het huisvestingsplan van stichting Groenhuysen heeft betrekking op renovaties en
nieuwbouwinitiatieven. Het huidige plan bestrijkt een periode van 5 jaar (2010 2015) en heeft een
doorkijk naar de periode tot 2030. In 2011 is het huisvestingsplan aangepast aan de actuele
situatie.
Alle locaties van Groenhuysen worden ieder jaar beoordeeld op basis van de bouwkundige en
functionele kwaliteiten. Binnen Groenhuysen kan met behulp van het lange termijn huisvestingsplan
(LTHP) worden aangegeven waarom, en op basis van welke prioriteiten, beslissingen worden
genomen. De meerjaren onderhoudsplanning van de locaties is een directe afgeleide van het
LTHP. Met behulp van het LTHP wordt de onderhoudsplanning bijgesteld. De onderhoudsplanning
bestrijkt een periode van 10 jaar. Hierin worden de projecten die betrekking hebben op
instandhouding beschreven en in de tijd uitgezet. Tevens wordt met deze planning de benodigde
jaarlijkse dotatie aan de onderhoudsvoorziening vastgesteld.
In het voorjaar van 2011 werden de eerste bouwverrichtingen voor ‘De Lindenhoek’ en voor de
nieuwbouw van locatie ‘De Vlegter’ verricht.
In juni 2011 werd de locatie ‘De Zellebergen’ opgeleverd. In november 2011 werd de locatie
officieel geopend.
Op 29 november 2011 werd de eerste officiële bouwhandeling verricht voor het nieuw te bouwen
Hospice Roosdonck.
Normatieve Kapitaallasten Component (NHC)
Het is voor Groenhuysen van belang om de vastgoedportefeuille te waarderen en beoordelen op
basis van de verwachte toekomstige inkomsten en uitgaven. Deze behoefte wordt ingegeven door
de wijzigende bekostigingssystematiek, waardoor inkomsten voor het vastgoed niet langer
gegarandeerd zijn, maar juist prestatieafhankelijk worden. Het is voor iedere zorgstichting daarom
van belang te kunnen beoordelen in hoeverre investeringen en/of huurverplichtingen exploitabel
zijn. Dat geldt op objectniveau, alsook op portefeuilleniveau. Op dat laatste niveau geldt dat vooral
de ontwikkeling van de liquiditeitspositie inzichtelijk moet zijn. Naast duidelijkheid voor de
zorgstichting zelf, wordt dit inzicht ook gewenst door financierende instanties welke daarmee de
condities voor een financiering kunnen bepalen.
Een belangrijk onderdeel van deze analyse is de vergelijking van de toekomstige kapitaallasten met
de (te verwachten) vergoeding van de kapitaallasten op jaarbasis. Dit is gedaan met behulp van
een effectanalyse NHC. Op basis van de (verwachte) normatieve kapitaallastenlastencomponent
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 51
zijn de vanaf 2011 te ontvangen vergoedingen op het gebied van huisvesting berekend. Vervolgens
is het verschil tussen de werkelijke kapitaallasten op jaarbasis (op basis van huurcontracten en
boekwaarden) en de te ontvangen vergoedingen (op basis van de NHC en de bijdragen van
cliënten met betrekking tot de huurprijs) bepaald. Voor alle huisvestingsprojecten is het (totale)
bedrag over de gehele looptijd van alle huurcontracten en de resterende afschrijvingsperiodes netto
contant gemaakt.
Huisvestingprojecten
Groenhuysen is in 2011 gestart met de realisatie van een regionaal palliatief centrum. Deze locatie
wordt in 2012 opgeleverd. Daarnaast realiseert Groenhuysen in 2012 op kinderboerderij Minnebeek
een ruimte ten behoeve van dagbehandeling voor jong dementerenden en een steunpunt . Op de
voormalige locatie van centrum voor Wonen en Zorg De Zellebergen heeft WSG 115
wooneenheden gerealiseerd. Dit betreft onder andere huisvesting ten behoeve van 42 plaatsen
intramuraal licht. Deze locatie is in 2011 opgeleverd.
Voeding
De visie op voeding is een onderdeel van het totale (zorg)concept van stichting Groenhuysen. Dit
concept behelst zowel de wijze van inrichting als de klantbenadering. Stichting Groenhuysen
hanteert de visie dat producten en diensten zo geleverd worden dat cliënten en bezoekers het
verblijf op een locatie van Groenhuysen als een 'hotelvoorziening' ervaren. Het doel is dat cliënten
alle vormen van de facilitaire dienstverlening associëren met kwaliteit, service en gastvrijheid. Het
is daarom belangrijk om inzicht te verkrijgen in hoe de dienstverlening nog beter kan worden
afgestemd op de wensen van cliënten. Binnen Groenhuysen wordt daarom continu aandacht
geschonken aan de kwaliteit van de maaltijden, de wijze van verstrekken en de hospitality. Om dit
te verbeteren heeft Groenhuysen in 2011 veel aandacht gegeven aan het thema hotelmatig werken
door bijvoorbeeld te gaan werken met stagiaires van facilitaire opleidingen en middelbare
hotelscholen. Groenhuysen heeft in 2011 van Calibris een erkenning gekregen als stagebedrijf voor
facilitaire en hotelmatige opleidingen.
ICT
Afstemming tussen ICT en domotica
De snelle ontwikkelingen binnen de ICT zorgen ervoor dat zowel ten aanzien van de techniek als
ten aanzien van de organisatie en het beheer een grote druk is ontstaan om nieuwe technieken te
realiseren of op zijn minst met nieuwe ontwikkelingen rekening te houden. Om deze reden wordt de
afdeling automatisering steeds vaker in een vroeg stadium betrokken bij nieuwe
huisvestingsprojecten. Zowel voor automatisering als voor spraak en signalering wordt steeds meer
gebruik gemaakt van dezelfde soort apparatuur en verbindingen. Met de toepassing van IP wordt
dit alleen maar sterker. Om deze reden heeft Groenhuysen in 2011 op een groot aantal locaties
een Wifi-netwerk aangelegd. Met betrekking tot dit netwerk kan bijvoorbeeld het elektronisch
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 52
cliëntendossier door medewerkers worden geraadpleegd en kan internet aan cliënten ter
beschikking worden gesteld.
Domotica omvat alle apparaten en infrastructuren in en rond woningen, die elektronische informatie
gebruiken voor het meten, programmeren en sturen van functies ten behoeve van cliënten en
medewerkers. Bij recent opgeleverde projecten en projecten die in ontwikkeling zijn wordt steeds
meer gebruik gemaakt van domotica. Reden hiervan is onder andere de toegenomen vraag van
cliënten naar het individueel wonen. Verbinding met een meldcentrale via spreek/luister
verbindingen en videocommunicatie en het plaatsen van sensoren, zoals valdetectie, brandmeld-
en inbraakalarmering stellen cliënten tot deze zelfstandigheid in staat. Domotica kan ook als
hulpmiddel dienen om kleinschalige woonvoorzieningen gemakkelijker en met minder medewerkers
te realiseren doordat zij in een nachtsituatie centraal worden aangestuurd vanuit een meldpost.
4.2.5 Bestuursondersteuning
Certificering Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de zorgsector (HKZ)
In september 2011 heeft KIWA/Prismant haar jaarlijkse driedaagse bezoek gebracht aan
Groenhuysen. Dit bezoek resulteerde in een drietal kritische tekortkomingen en een aantal
tekortkomingen. De kritische tekortkomingen zijn in december 2011 opgevolgd door Kiwa/Prismant
en zijn als opgelost aangemerkt. Voor de overige tekortkomingen zijn verbeterplannen gemaakt
door diverse managers/stafhoofden.
Interne audits
In het verslagjaar zijn 17 interne audits uitgevoerd. Elk intern auditverslag wordt vastgesteld door
de raad van bestuur. De raad van bestuur bespreekt elk verslag met de desbetreffende manager of
stafhoofd. De manager of het stafhoofd maakt vervolgens een verbeterplan, waarop in de
maandsrapportage over wordt gerapporteerd.
In 2011 is afscheid genomen van zes interne auditoren. Als gevolg hiervan zijn in november 2011
twaalf nieuwe interne auditoren opgeleidt door trainingsbureau Kerteza.
Digitaal kwaliteitshandboek
Afdeling kwaliteit heeft in april 2011 een digitaal kwaliteitsmanagementsysteem aangeschaft. In
eerste instantie is de prioriteit gelegd op de inrichting van het stichtingsbrede kwaliteitshandboek. In
januari 2012 is het digitale kwaliteitshandboek in de organisatie geïmplementeerd.
Hiermee samenhangend hebben in 2011 de voorbereidingen plaatsgevonden om de VIM–
meldingen per 1 januari 2012 digitaal te melden en in workflow te zetten. Hiervoor wordt hetzelfde
software pakket gebruikt.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 53
Protocollen – procedures – werkinstructies - beleid
Groenhuysen werkt volgens de planning – do – check – act (pdca) – cyclus. Dit betekent dat
procedures, protocollen, werkinstructies en beleid volgens vastgestelde tijdlijnen getoetst dienen te
worden. Enkele belangrijke onderwerpen die in 2011 zijn getoetst en opnieuw zijn vastgesteld zijn:
- Legionellabeleid;
- Protocollen Bijzondere Opnemingen Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ);
- Procedure bevoegd en bekwame zorgverlener;
- Visiedocument zorg en dwang;
- Voedingsbeleid;
- Bedrijfshulpverlening (BHV) beleid;
- Procedure vertegenwoordiging;
- Regeling vrijwilligers;
- Klachtenregeling cliënten;
- Reglement centrale Veilig Incidenten Melding (VIM) commissie;
- Verzuim- en re-integratiebeleid en procedure;
- Reglement en statuut Ondernemingsraad (OR);
- Reanimatiebeleid en reanimatieprotocol;
- Handboek triage en bereikbaarheid.
Intranet
In juli 2011 is een software pakket aangekocht om intranet binnen Groenhuysen te implementeren.
In het najaar van 2011 hebben de voorbereidingen plaatsgevonden, zodat in januari 2012 livegang
kan plaatsvinden.
Persbenadering
In het derde kwartaal van 2011 is besloten de schrijvende pers 1 keer per kwartaal uit te nodigen
voor een persgesprek.
4.3 Algemeen kwaliteitsbeleid
Voor Groenhuysen zijn een hoge kwaliteitsbeleving, het borgen van verantwoorde zorg en een lage
kostprijs de belangrijkste pijlers van haar functioneren. Elke medewerker levert een bijdrage aan
het succes van de organisatie en aan een continue verbetering.
Groenhuysen hanteert het uitgangspunt dat het kwaliteitssysteem volledig geïntegreerd moet zijn in
de normale bedrijfsvoering. Het kwaliteitsbeleid maakt daarom volledig onderdeel uit van het
organisatiebeleid. Op deze manier zijn medewerkers in de dagelijkse organisatie van hun werk
betrokken bij de resultaten en prestaties van de organisatie en worden zij actief gestimuleerd
verbetervoorstellen in te brengen en doelgericht een bijdrage te leveren aan verbeterprojecten.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 54
Het kwaliteitssysteem van Groenhuysen voldoet aan het geldende HKZ certificatieschema voor
Thuiszorgorganisaties, Verpleeghuizen en Verzorgingshuizen. Naast de normen en
eisen die het betreffende schema stelt, heeft Groenhuysen aanvullende voorwaarden gesteld
waaraan het Groenhuysen kwaliteitssysteem voldoet.
Rond het besturend proces horen in de PDCA-cyclus de plannen in de organisatie de verbindende
schakel te zijn van boven naar beneden. Omgekeerd zijn de rapportages waarin de voortgang
wordt vermeld de schakel naar boven. Op basis van de informatie kan de raad van bestuur op het
gewenste niveau bijsturen dan wel de eigen plannen bijstellen. Door het stellen van beleidskaders
met aanduiding van de mogelijke excepties, geeft de raad van bestuur de besturende processen
nader vorm.
Voor het schrijven van de kaderbrief 2011 is een bestuursbeoordeling uitgevoerd om te kijken of
het kwaliteitsmanagementsysteem functioneert. De informatie uit de bestuursbeoordeling vormde
naast het visiedocument, de strategiekaart, de interne en externe ontwikkeling en de evaluaties,
input voor de kaderbrief 2011.
Een aantal externe ontwikkelingen met de daarbij horende gevolgen was bij het opstellen van de
kaderbrief 2011 niet in te schatten. Zeker was wel dat de bestedingsruimte voor Groenhuysen, met
de bezuinigingen in de AWBZ en Wmo in 2011, gering zou zijn. Het geluid in politiek Den Haag was
‘meer voor minder, maar wel met een hoge kwaliteit’.
Bovenstaande ontwikkeling leidt ertoe dat, lerende uit de ombuiging AWBZ 2009, in de eerste
termijn 2011, door toenemende eigen bijbetaling, een vraaguitval zal gaan optreden. Dit vereist dan
ook een sterke begrotingsdiscipline en budgetbewaking op alle niveaus in de organisatie.
Daarnaast zal vanuit extern veel sturing gaan plaatsvinden op ‘kwaliteit’ (de criteria Verantwoorde
Zorg) en toetsing op het onderwerp ‘veiligheid’.
Groenhuysen heeft dan ook vanuit intern en extern beleid de conclusie getrokken dat de eerder
gestelde planning van doelstellingen en ambities op een aantal terreinen nog dienen te worden
bijgesteld. De doelstellingen van 2009 en 2010, zoals verwoord in de meerjarennota, zijn nog niet
op alle managementgebieden volgens de PDCA – cyclus behaald. Daarnaast laat de
bestuursbeoordeling 2009 – 2010 zien dat de basis nog niet helemaal op orde is zoals beoogd.
Dit leidt tot de volgende stellingname van Groenhuysen:
“Eerst de basis op orde om vervolgens te werken aan het thema nieuwe zorgconcepten ”.
Wanneer is de basis op orde?
De basis begint bij de missie van Groenhuysen. Deze missie wordt pas betekenisvol als een
organisatorische eenheid daaraan voor de eigen specifieke doelgroep richting geeft. Dat betekent
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 55
dat altijd gewerkt wordt op basis van een vertaling van de missie naar een zorgconcept met
duidelijke doelstellingen.
Wil er een gezonde en goede basis zijn om nieuwe ontwikkelingen en veranderingen op te vangen
dan is het belangrijk dat aan de volgende randvoorwaarden en ontwikkelingen is voldaan.
1. Zorgconcept
Er is een helder en onderscheidend zorgconcept. In het zorgconcept is onder andere
opgenomen: Wat bieden we de cliënten, hoe bieden we dat aan, wat mogen cliënten
verwachten (klantwaarden), wat betekent dit voor de medewerkers? Van belang is dat
medewerkers zich hebben gecommitteerd aan het zorgconcept.
2. Eigenaarschap
In verantwoordelijkheden, bevoegdheden en middelen zijn in het managementgebied
duidelijk zaken benoemd. Het gaat erom dat Groenhuysen levert wat met de klant is
afgesproken, met een hoge kwaliteit.
3. Bedrijfskundige ontwikkelstadia (resultaatcriter ia):
a. Efficiëntie
Er dient doelmatig te worden gewerkt. Het gebruik van middelen
(budget/personeel) moet zo goed mogelijk worden ingezet om het doel te kunnen
bereiken (productiviteitsratio). Kosten en opbrengsten zijn bij deze stap de
begrippen waarop gestuurd wordt.
b. Effectiviteit
Er wordt doeltreffend gewerkt. Belangrijk is hierbij dat het doel wordt behaald met
behoud van kwaliteit (criteria verantwoorde zorg), tevredenheid cliënten (Customer
Quality ) en personeel (medewerkersonderzoek).
c. Flexibiliteit
Hier gaat het om het inspelen op de klantvraag. Daarnaast zit deze stap verweven
in het verder sturen en leidinggeven. De creativiteit waarmee werkprocessen
worden ingezet en waarop wordt gestuurd, moeten bijdragen aan de efficiëntie en
effectiviteit.
Wanneer de randvoorwaarden en ontwikkelstadia binnen een managementgebied op orde
zijn, dan pas hoeft de manager zich niet meer alléén te richten op afdelingsgerelateerde
zaken, maar mag hij/zij zich tevens inzetten op het gebied van innovatie voor zijn/haar
managementgebied en/of op stichtingsniveau.
4. Innoveren
Innoveren kan gezien worden als een 4e stap binnen de ontwikkeling. Indien het
bovenstaande nog niet op orde is, kan ook niet worden overgegaan tot het bepalen van
doelstellingen met betrekking tot het thema ‘nieuwe (zorg)concepten.
Voor 2011 is het thema ‘nieuwe zorgconcepten’ benoemd. Dit betekent “focus op het ontwikkelen
van nieuwe producten & diensten en het aangaan van nieuwe vormen van samenwerking”.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 56
Doelstellingen die accent krijgen zijn:
- Ontwikkel innovatieve (zorg)concepten;
- Ontwikkel nieuwe (woon)voorzieningen;
- Ontwikkel een kennispositie (complexe geriatrische zorg, contacten met huisartsen en
ziekenhuizen);
- Ontwikkel gerichte marketingacties en arrangementen.
Concreet heeft dit voor 2011 betekend dat managers aan de hand van een zelfdiagnose zelf
doelstellingen hebben bepaald om eerst de basis op orde te krijgen om vervolgens te gaan
innoveren. Vergelijken met voorgaande jaren is niet altijd mogelijk, omdat Groenhuysen elk jaar
andere doelstellingen formuleert. Waar kan zal de vergelijking met voorgaand jaar worden
weergegeven.
Algemene constatering met betrekking tot de jaarpla ncyclus
Sinds 2009 vindt er ten aanzien van de jaarplancyclus – kaderbrief – voortgangsrapportages elk
jaar een doorontwikkeling plaats. In 2009 werden de doelen bepaald vóór de managers. De
afgelopen twee jaar werd de ontwikkeling ingezet dat de raad van bestuur de kaders weergaf en
dat de managers met hun medewerkers de kaders vertaalden naar het eigen managementgebied.
In het verslagjaar 2011 is in de kaderbrief een duidelijk kader weggezet door de raad van bestuur.
Aan de hand van een geformaliseerde zelfdiagnose werden de managers en stafhoofden
grotendeels de ‘vrije hand’ gegeven om eigen doelstellingen te formuleren passend in het
ontwikkelstadium. Concreet heeft dit voor 2011 betekend dat managers/stafhoofden aan de hand
van een zelfdiagnose zelf doelstellingen hebben bepaald om eerst de basis op orde te krijgen om
vervolgens te gaan innoveren.
Of doelstellingen op stichtingsniveau in 2011 wel/niet of deels zijn behaald is niet altijd eenduidig te
beantwoorden.
Voor Groenhuysen kunnen de volgende resultaten met betrekking tot de doelstellingen uit de
kaderbrief 2011 worden weergegeven:
1. Managers hebben volgens afspraak met hun team eigen doelstellingen bepaald.
2. De doelen die ze hebben opgesteld hadden allen betrekking op het in de kaderbrief 2011
vastgestelde thema de “basis op orde”. Iedere manager heeft met zijn team de doelen op
een andere wijze verwoord, waardoor geen uitspraken kunnen worden gedaan op het
behalen van de doelstellingen op stichtingsniveau. Een drietal zorgconcepten is door de
raad van bestuur vastgesteld. Het merendeel van de managers heeft in 2011 met zijn
medewerkers een begin gemaakt met het formuleren van een eigen onderscheidend
zorgconcept. Deze doelstelling zal in 2012 nog vervolg krijgen.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 57
Voor wat betreft het eigenaarschap hebben alle managers één doel geformuleerd. Met
eigenaarschap wordt bedoeld dat verantwoordelijkheden, bevoegdheden en middelen in
het managementgebied duidelijk zijn. In dit kader hebben veel managers de doelstelling
geformuleerd om het driehoeksoverleg kwaliteitszorg vorm te geven met de specialist
ouderen geneeskunde, adviseur zorg, zorgcoördinator en manager. De meeste managers
hebben deze doelstelling bereikt al ontbreekt soms nog de regie op het proces. De
doelstelling wordt in 2012 nog verder vormgegeven. 3. Er is ook een aantal doelstellingen geformuleerd betreffende het multidisciplinair overleg
(MDO). In 2011 is door de raad van bestuur beleid vastgesteld betreffende de organisatie
van de zorg en dienstverlening. Onderdeel hiervan is het professioneel samenspel gericht
op de uitvoering van het MDO. In 2011 hebben scholingen plaatsgevonden en is het
vernieuwde MDO ingevoerd onder begeleiding van een externe coach op enkele
managementgebieden. In 2012 wordt dit verder uitgerold binnen de stichting.
4. Een andere doelstelling binnen het aandachtsgebied eigenaarschap is dat de manager
roostert. Alle managers hebben deze doelstelling opgenomen. In oktober 2011 is een
nieuw programma roosteren in gebruik genomen. Alle managers hebben scholing gevolgd.
Een aantal managers geeft aan dat het resultaat is behaald en een aantal managers zegt
deels behaald. Reden om deels aan te geven is, omdat het software pakket nog niet
optimaal geïmplementeerd is. Daarnaast worden door planners niet alle afspraken omtrent
roosteren uniform toegepast.
5. De bedrijfskundige ontwikkelstadia hebben betrekking op efficiëntie, effectiviteit en
flexibiliteit. Op het gebied van effectiviteit heeft ongeveer de helft van de managers een
doel geformuleerd over de flexibele inzet van personeel, gerelateerd aan de
zorgzwaartepakketten (zzp), zowel kwalitatief als kwantitatief. In 2012 zal deze doelstelling
verder worden doorontwikkeld. Groenhuysen maakt dan de overstap van zzp naar
zorgarrangementen.
6. Alle managers hebben een doel opgenomen met betrekking tot effectiviteit. De helft van de
managers heeft ingezet op werken volgens afspraken van het zorgleefplan. De andere helft
van de managers nam een doelstelling op zoals “afspraak is afspraak” of om de veiligheid
van cliënten te optimaliseren. Het nakomen van afspraken met de cliënt wordt in 2012
verder geïmplementeerd middels de zorgarrangementen.
7. In 2011 heeft geen CQ onderzoek plaatsgevonden (conform beleid) . Managers hebben
wel gewerkt aan de verbeterplannen van de CQ onderzoeken 2010.
8. In 2011 heeft Groenhuysen deelgenomen aan het HPO onderzoek en de
ActiZ benchmark. Voor wat betreft de resultaten van het medewerkersonderzoek van de
ActiZ benchmark heeft de raad van bestuur de managers/stafhoofden gevraagd om een
verbeterplan aan te leveren. Het thema van het verbeterplan was gericht op ‘werkbeleving’.
Een drietal managers heeft een verbeterplan gemaakt.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 58
9. Met betrekking tot de thuiszorg kan zowel op stichtingsniveau als op regioniveau geen
betrouwbare analyse worden uitgevoerd, omdat managers met thuiszorg in het
takenpakket geen aparte rapportage maken voor de thuiszorg.
10. Met betrekking tot aandachtsgebied facilitair hebben negen van de vijftien managers (60%)
gerapporteerd met betrekking tot de te behaalde resultaten.
11. Met betrekking tot de voortgangsrapportages van zowel managers als stafhoofden kan
gesteld worden dat dit nog niet optimaal gebeurt. Concreet betekent het dat
voortgangsrapportages niet worden aangeleverd en/of dat de voortgangsrapportages
onvolledig worden ingevuld. Ten aanzien van de verzuimcijfers kan worden gemeld, dat
managers/stafhoofden vanaf september 2011, om technische redenen, geen gegevens
gekregen hebben betreffende verzuimcijfers en % functioneringsgesprekken. De
voortgangsrapportages zijn deels ingevuld vanuit de eigen registratie van
managers/stafhoofden. De verzuimcijfers zijn in maart 2012 weer beschikbaar.
12. De registratie van verbeterplannen in de voortgangsrapportages van de managers komt
met grote regelmaat niet overeen met de gegevens die bij afdeling kwaliteit bekend zijn.
13. Dit punt zal in 2012 worden opgepakt in de managementcirkel bestuursondersteuning. De
rapportage met betrekking tot calamiteiten en incidenten is niet goed. Dit punt zal met de
VIM commissie in 2012 verder worden opgepakt.
14. In 2011 zijn zes stichtingsbrede projecten benoemd. De PDCA cyclus is binnen deze
projecten niet terug te vinden. Omtrent de voortgang van de projecten werd wekelijks
gerapporteerd over met name de activiteiten. Door deze vorm van rapportage heeft de raad
van bestuur geen zicht op behaalde geïntegreerde resultaten, inzet personeel, middelen
en kosten. Algemene constatering is dat het projectmatig werken nog niet volgens de
PDCA is geborgd.
4.4 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van cliënten
4.4.1 Kwaliteit van zorg
Landelijke prevalentiemeting zorgproblemen (LPZ )
Op dinsdag 5 april 2011 heeft Groenhuysen meegedaan aan de landelijke prevalentiemeting
zorgproblemen (LPZ). De gemeten modules zijn dezelfde als voorgaande jaren: decubitus, vallen
en vrijheidsbeperkende maatregelen en normen verantwoorde zorg.
De normen verantwoorde zorg zijn in maart 2010 gewijzigd en vastgesteld. Daarmee zijn enkele
indicatoren ook veranderd. In 2010 en 2011 zijn dezelfde indicatoren aangehouden waardoor er dit
jaar ook op de bijgestelde indicatoren een vergelijking getrokken kan worden.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 59
De resultaten 2010 en 2011 vergeleken
- Op organisatieniveau is op te merken dat alle managementgebieden evenals vorig jaar
positief scoren op de beschikbaarheid van de verpleegkundige en arts en de bekwaamheid
van de medewerkers in voorbehouden en risicovolle handelingen.
- Alle locaties beschikken over een hitteprotocol en noodvoorzieningen bij
- stroomuitval.
- Zowel de centra voor Wonen & Zorg met zware zorg als de centra voor Wonen & Zorg met
lichte zorg scoren op de indicator ‘risicosignalering zorgproblemen’ gemiddeld beter dan in
2010. De thuiszorg moet hier nog een verbeterslag maken.
- Wat betreft huidletsel is er een duidelijke verbetering te zien bij zowel de centra voor Wonen
& Zorg met zware zorg als de centra voor Wonen & Zorg met lichte zorg. De extramurale
zorg scoort slecht.
- Met betrekking tot de indicator ‘voedingstoestand’ kan worden geconstateerd dat ten aanzien
van gewichtsafname er uitstekend gewogen wordt. Tevens kan geconstateerd worden dat er
een enorme toename is van het aantal cliënten met een risico op ondervoeding en van het
aantal cliënten met onbedoeld gewichtsverlies. De toename van het aantal cliënten dat een
groot risico op ondervoeding heeft, kan waarschijnlijk worden verklaard doordat in 2011 bij
bijna alle cliënten een SNAQ score is afgenomen. Het onbedoelde gewichtsverlies wordt
hiermee eveneens duidelijk. Bovenstaande bevindingen gelden zowel voor de intramurale als
de extramurale zorg.
- Bij de indicator ‘valincidenten’ wordt een divers beeld geconstateerd. In het algemeen kan
gesteld worden dat er minder cliënten vallen, maar de cliënten dié vallen, vallen vaker dan 1
keer en houden er in de centra voor Wonen & Zorg met lichte zorg vaker
gezondheidsklachten aan over. Dit laatste is in de Centra voor Wonen & Zorg met zware zorg
juist verminderd. Voor de extramurale cliënten geldt dat cliënten veel vallen.
- Het aantal medicijnincidenten is stichtingsbreed toegenomen.
- Binnen de centra voor Wonen & Zorg met lichte zorg is een duidelijke afname in het gebruik
van antipsychotica te zien. Binnen de centra voor Wonen & Zorg met zware zorg is het
gebruik van antipsychotica daarentegen gestegen.
- Voor de indicator ‘depressieve symptomen’ kan gesteld worden dat er op stichtingsniveau
een toename is van ‘depressie’.
- Het aantal cliënten met ‘incontinentie’ is gestegen. Dit kan verklaard worden door enerzijds
een grote toename in het aantal gestelde diagnoses ‘incontinentie’. Ook neemt het absolute
aantal toe.
- Met betrekking tot de indicator ‘probleemgedrag’ kan geconstateerd worden dat er sprake is
van een toename.
- Binnen de centra voor Wonen & Zorg met lichte zorg houden de toe- en afname van het
gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen elkaar in evenwicht. Bij de centra voor Wonen
& Zorg met zware zorg worden ongeveer 10% vaker vrijheidsbeperkende maatregelen
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 60
gebruikt dan in 2010. De extramurale zorg laat hetzelfde beeld zien als de zware zorg,
namelijk het veel inzetten van vrijheidsbeperkende maatregelen.
Verbeteringen die al opgepakt zijn of worden opgepa kt naar aanleiding van de resultaten
zijn:
- De medewerker op de werkvloer moet kwaliteit niet meer ervaren als een abstract begrip
waarmee de manager bezig is. Hij moet dit zien als vast onderdeel van zijn eigen werk. Het is
belangrijk dat medewerkers zich bewust zijn wat ieders rol is om de kwaliteit te verbeteren.
Om het kwaliteitsniveau verder te optimaliseren is eind 2011 is een taskforce kwaliteit in het
leven geroepen, die alle medewerkers uitdaagt om met goede praktische ideeën te komen
om dagelijkse zorg voor de cliënten te verbeteren op het gebied van de indicatoren
verantwoorde zorg. De taskforce heeft ook als doel de goede ideeën binnen Groenhuysen te
delen en te borgen.
- De deelnemers van het driehoeksoverleg bewaken op locatie- en afdelingsniveau de
verbeteringen.
- In de dagelijkse praktijk kan de aandacht voor kwaliteit van alle genoemde indicatoren
mogelijk verbeteren door het houden van de papieren visite waarin de zorgcoördinator en de
arts op gestructureerde wijze (bijvoorbeeld maandelijks) aandacht geven aan alle
risicoaspecten en hierover afspraken maken. De regie op het behandelproces wordt in het
implementatietraject ‘professioneel samenspel’ benadrukt.
- Per managementgebied wordt gestuurd op het aanmaken van een verbeterplan naar
aanleiding van de LPZ resultaten. Daarnaast dient de monitoren structureel worden
opgepakt.
CQ index
Tweejaarlijks wordt binnen Groenhuysen een CQ onderzoek gehouden onder cliënten. Het laatste
onderzoek vond in 2010 plaats. In 2011 heeft er geen CQ onderzoek plaatsgevonden. De meting
zal in maart/april 2012 wederom gehouden worden.
4.4.2 Klachten
Klachtenregeling cliënten
Alle medewerkers van Groenhuysen behoren zich als bondgenoot van de cliënt op te stellen door
bij alle uitingen van ongenoegen of onvrede goed naar de cliënt te luisteren en zo snel mogelijk de
zorg en/of dienstverlening aan te passen of de cliënt uitzicht op een oplossing te bieden. Wil de
cliënt de klacht liever niet bij diegene waarop het betrekking heeft bespreekbaar maken, dan neemt
de eerst aangesproken medewerker of een andere medewerker uit het zorgteam de klacht direct in
behandeling.
Elke klacht die niet direct naar volle tevredenheid kan worden opgelost of waarvoor geen redelijk
uitzicht op een oplossing geboden kan worden, wordt onmiddellijk schriftelijk gerapporteerd aan de
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 61
manager of aan de eigen leidinggevende. Voor cliënt kan ook worden gelezen degene die namens
de cliënt optreedt, altijd met instemming van cliënt. De medewerker geeft de cliënt in overweging de
klacht rechtstreeks kenbaar te maken aan de ’veroorzaker’ van de klacht. Het heeft altijd de
voorkeur om een klacht of onvrede bij de bron op te lossen.
De manager onderzoekt de klacht en ondersteunt de medewerkers bij het oplossen van de klacht.
De manager kan, bij falen van mogelijkheden om tot een oplossing te komen, na overleg en indien
mogelijk met instemming van de klager, de bewonersvertrouwenspersoon om opvang vragen of de
klager doorverwijzen naar de klachtencommissie.
Groenhuysen heeft twee onafhankelijk bewonersvertrouwenspersonen voor opvang, advies en
informatieverstrekking. De bewonersvertrouwenspersoon informeert de cliënt over de
mogelijkheden om een klacht in te dienen. De eerste opvang door de
bewonersvertrouwenspersoon is neutraal en gericht op een adequate afhandeling van de klacht.
Het gaat om een verkenning van de klacht en dient niet om te verhelderen wie er gelijk heeft.
De bewonersvertrouwenspersoon nodigt de cliënt bij opvang uit om zelf rechtstreeks de
aangeklaagde aan te spreken en/of geeft de mogelijkheid tot bemiddeling. De keuze hiervoor blijft
te allen tijde de verantwoordelijkheid van de cliënt.
De bijstand van de bewonersvertrouwenspersoon is gericht op het wegnemen van drempels zonder
de verantwoordelijkheid van de cliënt aan te tasten. De cliënt wordt zo nodig gewezen op
mogelijkheden van indienen van de klacht bij de raad van bestuur of van klachtenopvang buiten het
kader van de zorgaanbieder.
Wanneer de cliënt er daadwerkelijk voor kiest een klacht in te dienen, biedt de
bewonersvertrouwenspersoon ondersteuning bij het indienen van de klacht.
Als de cliënt gebruik wil maken van bemiddeling in een klacht treedt de
bewonersvertrouwenspersoon op als bemiddelaar.
Groenhuysen biedt de cliënt en/of diens vertegenwoordiger daarnaast de mogelijkheid om een
klacht in te dienen bij de klachtencommissie. Groenhuysen heeft gekozen voor een WKCZ/BOPZ-
geïntegreerde klachtencommissie. De commissie werkt volgens het klachtenreglement op basis
van de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector en klachtenbehandeling in het kader van wet
Bijzondere Opneming in Psychiatrische Ziekenhuizen. De klachtencommissie is een onpartijdige
commissie. De commissie werkt conform de vastgestelde Klachtenregeling cliënten.
Informatievoorziening cliënten
Cliënten krijgen bij aanmelding voor één van de producten/diensten van Groenhuysen de brochure
Klachtenregeling uitgereikt. Daarnaast worden ze mondeling geïnformeerd bij het intakegesprek bij
aanvang van opname.
Op elke locatie van Groenhuysen hangt in de centrale hal een set met klachtenformulieren, de
brochure Klachtenregeling voor cliënten en een speciale ’klachtenbrievenbus’. Voor de cliënten die
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 62
gebruik maken van thuiszorg wordt het formulier vanuit Klantenservice toegestuurd samen met het
informatiepakket.
De bewonersvertrouwenspersonen hebben in 2011 diverse vergaderingen van cliëntenraden
bijgewoond in het kader van nadere kennismaking en ze hebben de cliëntenraden geïnformeerd
over de zaken waar zij zich mee bezig houden.
Samenstelling Externe Klachtencommissie cliënten
De klachtencommissie is een onafhankelijke commissie. De klachtencommissie had in het
verslagjaar drie leden: een psychiater, een jurist en een specialist ouderengeneeskunde. De
zittingstermijn van de voorzitter was eind van het verslagjaar verstreken. Per 1 december 2011
heeft Groenhuysen een nieuwe voorzitter van de externe klachtencommissie cliënten benoemd
Klachtenbehandeling 2011
In het verslagjaar zijn er twee klachten ingediend bij de klachtencommissie. Deze klachten zijn in
een hoorzitting behandeld.
Eén klacht betrof de zorg, zoals die aan de bewoner was geleverd en kende vier onderdelen. Drie
klachtonderdelen werden ongegrond verklaard en één werd deels gegrond verklaard. De
commissie verbond aan de uitspraak de aanbeveling aan de raad van bestuur om na te gaan of de
informatie aan de bewoners van het centrum voor Wonen & Zorg over de voor hen geldende
regels, rechten en plichten wel duidelijk, adequaat, en tijdig verloopt. Uitspraak en aanbeveling
werden door de raad van bestuur geheel overgenomen, waarbij een concrete invulling werd
toegezegd.
De andere klacht betrof de gang van zaken rond de inhuizing van een bewoner.
Er werd een hoorzitting gehouden, waarin beide partijen in elkaars bijzijn werden gehoord. Daarin
konden de achtergronden en motieven van de klacht van de klager en het verweer van de
aangeklaagden duidelijk uitgesproken worden, hetgeen leidde tot zodanig onderling begrip dat
geconcludeerd kon worden dat de klacht hiermee op bevredigende wijze was opgelost, zodat een
uitspraak van de commissie achterwege kon blijven.
Klachten medewerkers
De procedure klachtenregeling medewerkers is in december 2011 als voorgenomen besluit
vastgesteld. In 2012 wordt de procedure ter instemming voorgelegd aan de OR.
In januari 2011 is een nieuwe medewerkersvertrouwenspersoon aangesteld voor de duur van twee
jaar. Voor de externe klachtencommissie medewerkers zijn twee nieuwe leden benoemd voor de
duur van drie jaar.
De commissie heeft in 2011 geen klacht ontvangen.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 63
Toegankelijkheid
In het jaar 2011 heeft Groenhuysen mogelijkheden om cliënten, geïndiceerd voor zorg met verblijf,
direct te plaatsen. Gedurende het gehele jaar is er binnen Groenhuysen beschikbare capaciteit
aanwezig - waarbij het bieden van keuze een belangrijk speerpunt is - zodat direct het verblijf van
een cliënt verzilverd kan worden.
Bijgevoegde grafiek geeft het aantal plaatsen weer dat op maandbasis direct beschikbaar is.
Indien een cliënt een zorgtoewijzing heeft voor Groenhuysen gelden de volgende uitgangspunten;
• De cliënt ontvangt zo spoedig mogelijk de door de cliënt gewenste zorg;
• Indien een cliënt een voorkeur heeft voor een zorgvorm en/of locatie waar geen directe
plaatsing mogelijk is, wordt altijd een alternatief aangeboden.
Het komt uiteraard voor dat de cliënt geen gebruik wil maken van de direct vrij beschikbare
capaciteit. In deze situatie wordt de cliënt als ‘wenswachtend’ op de wachtlijst van zijn voorkeur
geplaatst. Doordat Groenhuysen uitgaat van de gedachte ‘levensbestendig wonen’ worden
binnen de locaties waar groepswonen wordt geboden ‘interne’ cliënten met voorrang geplaatst.
Door deze interne verschuivingen is Groenhuysen niet in staat nieuwe cliënten met een zorgvraag
voor groepswonen direct te plaatsen. Ook voor de specifieke zorgvorm ‘Psychogeriatrie voor jong
dementerenden’ geldt dat een cliënt op de wachtlijst wordt geplaatst. Mocht het thuis verblijven
echter niet meer verantwoord zijn, dan wordt altijd zorgvuldig en in samenspraak met cliënt en zijn
of haar relatie beoordeeld of een plaatsing op een regulier psychogeriatrisch verblijf een passend
alternatief kan zijn.
Onderstaande grafiek laat zien dat het aantal wachtenden voor een verblijf binnen Groenhuysen
daalt. Door onder andere de nieuwbouw van De Zellebergen en daarmee het vergroten van de
interne capaciteit is Groenhuysen in staat om meer cliënten direct te bedienen.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 64
Vergelijkingen met 2010 zijn niet realiseerbaar, aangezien Groenhuysen deze
managementinformatie pas vanaf begin 2011 beschikbaar heeft. Voor 2012 handhaaft
Groenhuysen het bestaande beleid. Dit is gezien de dalende wachtlijsten goed te billijken.
Veiligheid
Na de start in 2010 is Groenhuysen in 2011 verder gegaan met de implementatie van het
cliëntveiligheidsbeleid. Met dit beleid streeft de stichting ernaar dat de cliënt, het cliëntsysteem en
de omgeving (in de breedste zin van het woord) een gerechtvaardigd vertrouwen heeft in veilige
zorg binnen onze stichting. Veilig Incidenten Melden (VIM) vormt het belangrijkste onderdeel van dit
beleid, omdat hiermee naar boven komt wat er niet goed gaat in de cliëntenzorg. Dankzij het
melden en daarmee het bekend worden van incidenten is Groenhuysen in staat om onderzoek te
doen naar de oorzaken. Het wegnemen van deze oorzaken voorkomt dezelfde soorten incidenten
in de toekomst, waardoor de kwaliteit van onze zorgverlening continu verbetert.
Aanpak implementatie
De programmamanager, stafhoofd KEC, is verantwoordelijk voor de implementatie van het
cliëntveiligheidsbeleid. In 2010 is het cliëntveiligheidsteam gestart met de activiteiten zoals die in
het beleidsplan afgesproken zijn. Dit team is in 2011 in afgeslankte vorm verder gegaan met een
adviseur zorg, een specialist kwaliteit en een extern adviseur
Bevindingen en resultaten 2011
Digitaal VIM-systeem
Naar aanleiding van het Programma van Eisen uit 2010 is er begin 2011 een keuze gemaakt voor
de aanschaf van een digitaal systeem dat het VIM zo goed mogelijk ondersteunt. Er is gekozen
voor software van Infoland waarmee zowel het VIM (zgn. iVIM), het kwaliteits-
managementsysteem, als het interne informatiesysteem (intranet) worden ondersteund. In de
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 65
zomer zijn de voorbereidingen getroffen en vanaf oktober 2011 zijn er vijf pilotteams gestart met
iVIM. Zij hebben het cliëntveiligheidsteam en de applicatiebeheerder geholpen om iVIM optimaal in
te richten. De ervaringen van de pilotteams waren positief. Vooral de automatische terugkoppeling
naar de melder en het feit dat het systeem helpt om actief met de melding aan de slag te gaan,
worden gewaardeerd. 1 Januari 2012 werd iVIM voor de geheel Groenhuysen in gebruik genomen.
Pilot iVIM
De managementgebieden Kroevenhove, Kerkakkers, Markant, Rucphen extramuraal en revalidatie
Wiekendael vormden samen de pilot. Er is bewust gekozen voor een afvaardiging van alle
doelgroepen die Groenhuysen bedient.
Trainingen iVIM
Als voorbereiding op de stichtingsbrede ingebruikname van iVIM per januari 2012, zijn er in de
laatste maanden van 2011 trainingen voor aandachtsvelders verzorgd. Eind 2011 bleek dat niet alle
aandachtsvelders de training hebben gevolgd. In 2012 wordt hier verder aandacht aan besteed. In
december is er voor de managers en aandachtsvelders van de pilotteams een training verzorgd om
rapportages te kunnen maken, zodat zij te allen tijde inzicht hebben in het aantal gemelde
incidenten, de soort, de locaties, trends, etc.
Workshops VIM
De adviseurs zorg hebben voor bijna alle afdelingen cultuurworkshops verzorgd. Tijdens de
workshops is op een laagdrempelige manier aandacht besteed aan het omgaan met
zorgincidenten. Men kreeg inzicht in het feit dat het maken van fouten menselijk is. Door dit besef
verdwijnt de drempel om een fout te melden en er als team van te willen leren. Deze workshops
vormen voor de afdelingen het startschot om met VIM aan de slag te gaan. Streven was om alle
managementgebieden van Groenhuysen de cultuurworkshop en de workshop voor de VIM-teams
te laten volgen. Op enkele teams na is dit gelukt. De belangrijkste reden voor het tekort aan
workshops kwam voort uit ernstige onvoorziene personeelsproblemen bij het team adviseurs zorg
na de zomer. Begin 2012 zullen deze workshops alsnog verzorgd worden.
Begeleiding VIM-teams
De VIM-teams, bestaande uit de manager en de aandachtsvelders, werden na de workshops door
de adviseurs zorg begeleid in de wijze waarop VIM een normaal onderdeel van de dagelijkse
bedrijfsvoering kan worden. Een aantal managementgebieden is al goed op weg. VIM staat daar al
hoger op de agenda. Ook staat het onderwerp bij veel afdelingen op de agenda van het
driehoeksoverleg. Over het algemeen moet echter geconcludeerd worden dat er nog veel aandacht
nodig is om VIM hoger op de prioriteitenlijst van de managers te krijgen. Naast de begeleiding door
de adviseurs zorg zal er vooral meer aandacht voor moeten komen in de lijnorganisatie wat betreft
de planning & control cyclus.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 66
Communicatie
In 2011 is het communicatieplan VIM vastgesteld. Belangrijk element hierin is de periodieke
nieuwsbrief voor alle medewerkers, waarmee VIM continu onder de aandacht wordt gebracht.
Daarnaast werd via diverse interne communicatiekanalen de onderwerpen kwaliteit en veiligheid
gepresenteerd aan de gehele organisatie
Centrale VIM-commissie
In september 2011 is de Centrale VIM-commissie geïnstalleerd. Voorafgaand hieraan heeft de raad
van bestuur het reglement vastgesteld waarin de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden
van deze commissie zijn beschreven. Doelstelling van de centrale VIM- commissie is om continu
inzicht te hebben in het aantal en soort VIM-meldingen binnen de stichting en om de trends in deze
meldingen naar voren te brengen. Naar aanleiding hiervan adviseert zij via de raad van bestuur de
lijnorganisatie om verbetermaatregelen te nemen. Op basis van analyses van de iVIM-database en
signalen vanuit de organisatie zal de commissie periodiek rapporteren aan de raad van bestuur.
Het is aan de lijnorganisatie of en op welke wijze verbeteracties worden omgezet in structureel
beleid. Vervolgens kan de commissie helpen monitoren of deze organisatiebrede verbeteracties
daadwerkelijk leiden tot verbeteringen.
KIWA-audit
In september 2011 heeft er een externe kwaliteitsaudit plaatsgevonden binnen de stichting. Hieruit
bleek dat een aantal managementgebieden het VIM niet goed op orde hadden. De betreffende
managers bleken geen goed inzicht te hebben in het aantal en soort VIM-meldingen en de trends
hierin. Ook de opvolging van verbetermaatregelen was niet helder. Het is gelukt om hierin een
inhaalslag te maken: tijdens de her-audit in december was de gewenste informatie voorhanden wat
resulteerde in een positief eindresultaat.
Voor het jaar 2011 is het erg lastig om de VIM-cijfers goed inzichtelijk te maken. Een belangrijke
oorzaak hiervan is dat er eind 2010 besloten is om het MIC-formulier in Helios niet meer te
gebruiken omdat het voor melders en VIM-teams zeer gebruikersonvriendelijk was om met dit
systeem te werken. Er werd besloten weer met papieren VIM-formulieren te gaan werken. Deze
werden achteraf weliswaar ingevoerd in Helios ten behoeve van de managementinformatie, maar
medio 2011 bleek dat Helios onmogelijk voor dit doel gebruikt kon worden. De database bleek
hiervoor onvoldoende bruikbaar te zijn. Het is vanuit het systeem derhalve niet bekend of
meldingen van 2010 of van 2011 zijn, wat de maandcijfers zijn en hoe de trend is.
Omdat bijna alle managementgebieden de eigen VIM-cijfers goed hebben geregistreerd, is het toch
gelukt om een beeld te geven van het aantal en soort meldingen. Daar moet wel de opmerking bij
gemaakt worden dat deze registratie niet volledig is. Niet alle managers hebben cijfers kunnen
opleveren en daarnaast waren niet van alle maanden alle meldingen terug te halen. Voor de
pilotteams is gebruik gemaakt van het nieuwe digitale VIM-systeem (iVIM); de cijfers van het laatste
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 67
kwartaal van 2011 konden hier betrouwbaar uit gehaald worden.
Door deze beperkingen is het slechts in beperkte mate mogelijk om een vergelijking te maken met
de cijfers van 2010. In 2011 zijn er totaal 3214 VIM meldingen geregistreerd. Van De Pastorie en
De Kim zijn geen jaarcijfers bekend.
Bovenstaande cirkeldiagram toont hoeveel meldingen er per soort incident zijn gedaan. De meeste
meldingen zijn, zoals het beeld elk jaar laat zien, op het gebied van vallen en medicatie. Er wordt
slechts in beperkte mate aandacht gegeven aan bijna-incidenten (gevaarlijke situaties).
In de staafdiagram is een duidelijke stijgende lijn te zien in het aantal meldingen gedurende het
jaar. Hiervoor bestaan een aantal redenen. Ten eerste heeft een aantal managers alleen de
gegevens vanaf juli doorgegeven. Ten tweede bestond er in januari nog wat onduidelijkheid over de
tijdelijke (papieren) VIM-procedure. Daarnaast is er na de zomer veel aandacht gekomen voor VIM.
Enerzijds door de kritische tekortkoming die tijdens de KIWA-audit naar voren kwam en anderzijds
omdat er veel communicatie is geweest rondom het nieuwe digitale VIM-systeem.
In het nieuwe VIM-systeem wordt ook de risicoscore vastgelegd. Deze wordt samengesteld uit de
ernst van het incident en de kans op herhaling van het incident. Voor de pilotteams is in
143045%
137444%
1334%
1796%
281%
Vallen Medicatie Agressief gedrag Overig Bijna-incident
0
50
100
150
200
250
300
jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec
Aantal meldingen per maand
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 68
onderstaande cirkeldiagram te zien hoe de verhoudingen lagen op het gebied van de risicoscore.
Risicoscore pilotteams 4e kwartaal
65%
28%
5% 2%
Groen (klein risico) Geel (gemiddeld risico)
Oranje (groot risico) Rood (extreem risico)
Het nieuwe VIM-systeem kan ook inzicht geven in hoeverre VIM-teams met meldingen bezig zijn.
Zo kan het systeem bijvoorbeeld informatie geven over de snelheid waarmee meldingen worden
opgepakt en afgehandeld en of er acties worden uitgezet naar aanleiding van de meldingen. Uit de
pilot is op dit gebied slechts beperkt informatie beschikbaar, waardoor dit nog niet kan worden
opgenomen.
Vooruitblik 2012
Voor de managementgebieden waar de cultuurworkshops nog niet gegeven zijn, zal de uitrol van
VIM in de eerste helft van 2012 alsnog gebeuren.
De afdelingen gaan er, ondersteund door de adviseur zorg, voor zorgen dat VIM een normaal,
structureel onderdeel wordt van de dagelijkse bedrijfsvoering en van het werk van het VIM-team.
De managers gaan daarnaast volgens de PDCA rapporteren over VIM.
De verwachting is dat de inrichting van het digitale systeem hier en daar bijgesteld moet worden om
het VIM-proces optimaal te ondersteunen.
De Centrale VIM-commissie zal middels de iVIM-database trends rapporteren aan de raad van
bestuur.
Wat geen onderdeel is van het beleidsplan, maar wat uit voortschrijdend inzicht naar voren kwam,
is de rol van de cliënt en het cliëntsysteem in de eigen veilige behandeling en verzorging.
Groenhuysen vindt deze rol van de cliënt belangrijk. De cliënt en de familie zijn in veel gevallen
goed in staat om onveilige situaties te herkennen en te signaleren. Ook kunnen zij meedenken om
tot verbeteringen te komen. Dit gebeurt al in de driehoek cliënt(systeem) – manager – (lokale)
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 69
cliëntenraad. De verwachting is dat VIM in de loop van 2012 hoger op de agenda van de managers
komt, waarna meer aandacht zal worden besteed aan de rol van de cliënt met betrekking tot de
eigen veiligheid.
Risicomanagement
Groenhuysen heeft continu aandacht voor risicomanagement. In 2011 heeft Groenhuysen onder
andere de aandacht gevestigd op de volgende onderwerpen:
• Het in kaart brengen van de risico’s met betrekking tot de onroerendgoed portefeuille. Op
de studiedag van de raad van commissarissen in februari 2012 zullen ontwikkelingen met
de daarbij horende risico’s worden gesproken.
• Het starten van de risico-inventarisatie volgens de NEN 7510 met als doel
informatiebeveiliging. Dit zal in 2012 een vervolg krijgen.
• De voorbereidingen om back-ups van de server extern te kunnen plaatsen.
• Het opzetten van de driehoeksoverleggen om de risico’s met betrekking tot verantwoorde
zorg te verkleinen.
• Het evalueren en opnieuw vaststellen van de procuratieregeling.
• De introductie van I-VIM.
In overleg met de raad van commissarissen zal in 2012 risicomanagement nog beter in beeld
worden gebracht. Er zal nader onderzocht worden volgens welk model Groenhuysen de
geïntegreerde risico’s op stichtingsniveau inzichtelijk kan maken.
4.5 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van medewerkers
4.5.1 Personeelsbeleid
Het personeelsbeleid is gebaseerd op en vloeit voort uit de meerjarennota 2009-2012 van
Groenhuysen. In 2011 is inhoud gegeven aan het strategische kernthema ‘de basis op orde’.
Tevens is in 2011 een strategisch Human Resource (HR) beleid ontwikkeld voor de periode 2012-
2015. Het HR beleid heeft verbinding met enerzijds de organisatiedoelstellingen en anderzijds de
praktijk van alle dag. Daarnaast zorgt het voor verbinding in de organisatie tussen mensen
onderling, tussen mensen en ieders individuele doelen, tussen de persoonlijke doelen en datgene
wat de organisatie wil bereiken.
In het strategisch HR beleid 2012-2015 staan vijf thema’s centraal.
- Werving en behoud van personeel;
- Vitaliteit van mens en organisatie;
- Betekenisvol werk;
- Inhoud geven aan de ontwikkelingsgerichte organisatie;
- Leiderschap en management.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 70
In de tweede helft van 2011 is gestart met de uitvoering van het nieuwe HR beleid.
Werving en behoud van personeel
Voor het verbeteren van de arbeidsmarktcommunicatie is een projectplan opgesteld; de uitvoering
hiervan vindt verder plaats in 2012. Doel van het projectplan is om de arbeidsmarktcommunicatie
verder te borgen binnen de bedrijfsprocessen, zodanig dat we de huidige en nieuwe medewerkers
meer binden aan Groenhuysen. De arbeidsmarktcampagne die hier aan gekoppeld is, moet
Groenhuysen een nog betere positie geven op de arbeidsmarkt. Het gebruik van social-media
maken tevens onderdeel uit van het projectplan.
Personeelssamenstelling naar niveau - fte - aantall en
Niveau I Niveau 2
mbo 2
Niveau 3
mbo 3
Niveau 4
mbo 4
Niveau 5
HBO
Niveau 6
WO
Leerlingen
niveau 2
Leerlingen
niveau 3
Totaal
Aantal
FTE
96,73 199,86 418,22 242,96 127,45 29,91 2,12 103,41 1220,66
Aantal pp 277 472 692 324 186 37 3 117 2108
Er zijn met betrekking tot bovenstaand punt geen indicatoren of doelen gesteld.
Het proces en de kwaliteit van werving en selectie is geëvalueerd. Gesteld kan worden dat de
kwaliteit en het proces zijn verbeterd. Deze verbetering komt ten goede aan een betere kwaliteit
van aanname en een verkorting van de doorlooptijd. Managers worden nu tot aanname van de
kandidaat begeleid door een recruiter. Dit draagt bij aan een professionaliseringsslag. Kandidaten
die niet in aanmerking komen voor de betreffende vacature worden getoetst en eventuele andere
mogelijkheden aangeboden. De binding met kandidaten is dus hechter en daarnaast is er een beter
beeld van de mogelijkheden van een kandidaat.
De meerjaren personeelsplanning, die uit gaat van een scenario welke rekening houdt met onder
andere autonome groei, uitstroom en doorstroom, kwaliteit en productiviteit, is in 2011 afgerond.
Gezien de ontwikkelingen die onderhevig zijn aan een eventueel veranderend beleid en de politiek
is het zaak de komende jaren de Manpowerplanning up-to-date te houden. Per halfjaar worden de
cijfers bijgesteld, zodat we het beeld representatief houden.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 71
Vacatures 2011
In het jaar 2011 zijn er 367 vacatures gemeld. Hiervan zijn er 17 vervallen en op 31-12-2011
stonden nog 7 vacatures open.
Niveau
I
Niveau
2
mbo 2
Niveau
3
mbo 3
Niveau
4
mbo 4
Niveau
5
HBO
Niveau
6
WO
Leerlingen
niveau 2
Leerlingen
niveau 3
Totaal
Aantal
vacatures
46 33 160 36 16 2 74 367
Vervallen 2 1 11 3 17
Openstaand 7 7
Er zijn met betrekking tot dit onderwerp geen indicatoren of doelen gesteld.
De notitie “Introductie nieuwe medewerkers” is in het verslagjaar opgesteld en goedgekeurd door
de raad van bestuur. Het streven is om eind maart 2012 te starten met de centrale bijeenkomst en
in het 2e kwartaal met de brede introductie van medewerkers binnen de gehele stichting.
Het vrijwilligersbeleid is in 2011 vastgesteld en geïmplementeerd. De vervolgopdracht ten aanzien
van vinden en binden van vrijwilligers loopt door in 2012.
De invoering van resultaatgerichte functiebeschrijvingen is afgerond. In 2012 wordt gestart met het
verbeteren van de personeelsevaluatie door kwaliteitsverbetering van de individuele
gespreksvoering.
Vitaliteit van mens en organisatie
In het derde kwartaal heeft er voor het management een terugkomdag plaatsgevonden. Dit in het
kader van het vernieuwde verzuimbeleid, gericht op verdieping van de uitgangspunten verzuim en
intervisie.
De gestelde verzuimtarget van 4,1% voor het eerste en tweede ziektejaar is niet behaald. Voor
2011 kan niet worden aangegeven wat het verzuimpercentage stichtingsbreed is, omdat er sinds
de invoering van de verzuimmodule, oktober 2011, problemen zijn met het naar boven halen van
de verzuimcijfers. Dit geldt ook voor het percentage functionerings- en POP gesprekken 2011. In
maart 2012 worden weer percentages verwacht. Voor 2012 is de verzuimnorm ook bijgesteld.
In het laatste kwartaal 2011 is het gezondheidsbeleid 2012-2015 opgesteld. Dit beleidsstuk zal in
het 1e kwartaal 2012 worden vastgesteld en in de organisatie worden geïmplementeerd.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 72
Op diverse locaties zijn arbodagen georganiseerd of is uitleg gegeven over arbo tijdens het
werkoverleg. Tevens zijn er themabijeenkomsten georganiseerd.
De plannen van aanpak vanuit de RI&E zijn geëvalueerd en actueel gemaakt.
Op drie nieuwe locaties is een risico-inventarisatie en –evaluatie uitgevoerd in samenwerking met
de Arbounie. Er is tevens een plan van aanpak opgesteld.
Begin 2012 heeft de documentreview ten behoeve van de OHSAS 18001-certificering
plaatsgevonden. De aandachtspunten die daaruit zijn gekomen worden verwerkt in het
organisatiehandboek en kwaliteitshandboek. Eind 2012 zal de certificatie plaatsvinden.
Als onderdeel van E-HRM is gestart met de implementatie van het verzuimregistratie-systeem. Het
systeem is 01-10-11 operationeel gegaan. Gebruikers zijn hiervoor geschoold.
De applicatie SP-expert is ingericht en in gebruik genomen. Gebruikers zijn hiervoor geschoold. In
2012 vindt verdere optimalisatie plaats, die gericht is op effectief roosteren en plannen.
Betekenisvol werk
In het laatste kwartaal van 2011 is een concept notitie voor talentmanagement opgesteld. Deze
notitie zal in 2012 verder uitgewerkt worden. Na vaststelling vindt de implementatie plaats.
De ontwikkelingsgerichte organisatie
Opleidingen gericht op de kwaliteit van het primaire proces zijn de basis: ‘vakmanschap is
meesterschap’. Hiertoe is in 2011 gestart met de inrichting van een leerbedrijf. Het doel hiervan is
dat Groenhuysen als leerbedrijf (potentiële) medewerkers zodanig deskundig opleidt dat ze voldoen
aan de competenties van stichting Groenhuysen en ze een toegevoegde waarde hebben voor het
primaire proces.
In 2011 is gewerkt aan de versterking van de praktijkopleiding en coaching gericht op de uitvoering
van het primaire proces. Hierbij geldt coaching on the job (in de volle breedte) als zwaartepunt.
In 2011 is een projectplan geschreven voor het implementeren van E-learning. Intentie is om
samen te werken met drie partijen in de regio. Om dit te kunnen realiseren is afgesproken dat de
besturen van de vier organisaties daartoe hun opvatting kenbaar maken. Op basis van deze
bestuurlijke opdracht zal E-learning in de loop van 2012 verder gestalte krijgen.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 73
Opleidings/trainingsplan 2011
In het jaar 2011 is er voor € 600.000 euro (dit exclusief de out of pocketkosten, zonder verletkosten,
zie verder jaarrekening 2011) geïnvesteerd in opleiden en trainen.
De opleidingen en trainingen zijn onder te verdelen in:
1. Zorggerelateerde scholingen
- ABC trainingen;
- BOPZ cursus;
- Diverse scholingen voorbehouden & risicovolle handelingen;
- Decubitus;
- Diabetes;
- Vocht & voeding;
- Transfer/tilspecialisten;
- Dementie;
- Bewegingsvrijheid en autonomie verbreden.
2. Facilitair gerelateerde scholingen
- HACCP;
- Gastvrijheid.
3. Veiligheid scholingen
- BHV basis/herhalingscursus en instructiebijeenkomsten;
- Reanimatie;
- Omgaan met agressie en weerbaarheid;
- Omgang gewenst gedrag;
- Veilig incidenten melden.
4. Teamontwikkeling
- Coaching on the job in verband met zorgconcepten;
- Werkvloer centraal;
- Teambijeenkomsten.
5. Vaardigheden
- Computercursus;
- Diverse cursussen gericht op nieuwe software programma’s.
6. Individuele opleidingen en congressen
- Diverse individuele opleidingen / workshops en congressen.
Met betrekking tot het opleidings/trainingsplan zijn er geen indicatoren of doelen gesteld.
Leiderschap en management
In 2011 zijn 10 managers als vervolg op het interne management development (MD) programma
geslaagd voor de HBO opleiding bedrijfskunde.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 74
In 2011 is het eerste raamwerk gemaakt voor het vormgeven van permanente management- en
leiderschapsontwikkeling. In 2012 wordt dit verder uitgewerkt en geïmplementeerd.
4.5.2 Kwaliteit van het werk
Groenhuysen heeft in 2011 deelgenomen aan de Benchmark in de zorg. Voor het thema
werkbeleving werd een 7,4 gescoord. Hiermee werd de doelstelling hoger dan > 7 behaald. Het
management is uitgenodigd om op basis van de resultaten een verbeterplan op te stellen.
4.6 Samenleving en belanghebbenden
Stichting Groenhuysen functioneert als een maatschappelijke onderneming. Dit komt tot uiting
doordat wij ons primair richten op kwetsbare ouderen in onze samenleving. Wij proberen samen
met onze samenwerkingspartners deze ouderen ondersteuning te bieden bij het bereiken van een
zo hoog mogelijke kwaliteit van leven. Groenhuysen bruist van de activiteiten. Activiteiten die
ouderen uitnodigen actief te zijn en te blijven, zich verder te ontwikkelen en te blijven leren. We
stimuleren dat ouderen zeggenschap blijven houden over de belangrijke keuzes in hun leven,
passend bij onze visie ‘Ouder worden, jezelf blijven’.
Daarbij helpt ook prettig wonen. We spannen ons ervoor in om met onze samenwerkingspartners
op vastgoedgebied een zo ruim mogelijke woning voor een zo laag mogelijke prijs te realiseren.
Een woning die ook door techniek steeds meer ‘toekomstproof’ is en mensen in staat stelt om zo
onafhankelijk mogelijk als wenselijk in het leven te blijven staan. Onze cliënten kunnen ook rekenen
op een zo hoog mogelijke kwaliteit van zorg. Ongeveer 2.300 deskundige en enthousiaste
medewerkers leveren dagelijks hun uiterste inspanningen om het onze 4.000 cliënten naar de zin te
maken. Hierbij zijn ook de ruim 1.000 vrijwilligers van onschatbare waarde, evenals de vele
mantelzorgers die onze cliënten bijstaan.
Groenhuysen tracht haar prijs-prestatieverhoudingen voortdurend te verbeteren en daarbij
continuïteit te zoeken door een gezonde financiële bedrijfsvoering. Haar zorgkwaliteit probeert zij
voortdurend op een onderscheidend hoger niveau te brengen. Zij vormt daarmee een stabiele
factor voor velen in de West-Brabantse samenleving. Meer dan 8.000 mensen zijn direct betrokken
bij Groenhuysen als cliënt, medewerker, vrijwilliger of als mantelzorger. Vanwege de vele gezinnen
en families is het aantal indirect betrokkenen een veelvoud hiervan.
In het verslagjaar heeft Groenhuysen de volgende activiteiten ontwikkelt:
- Groenhuysen is in 2011 één van de RDO-partners. Dit Regionaal Dementie
Ondersteuningsnetwerk is door de provincie mogelijk gemaakt om transparantie in het
zorgaanbod voor patiënten met een dementieel beeld te realiseren. Groenhuysen heeft in
oktober 2011 besloten om voor de komende drie jaar partner te worden van RDO.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 75
- Naast bovengenoemd initiatief is Groenhuysen actief in het samenwerkingsverband rondom
Café Brein en het Netwerk Palliatieve Zorg.
Het afgelopen jaar is de samenwerking met huisarts(praktijk)en verder geïntensiveerd en
uitgebreid. Doel van deze samenwerking is ouderen langer gezond thuis te laten wonen en het
verhogen van de zelfredzaamheid van cliënten door het versterken van de eerste lijn met
geriatrische expertise van de professionals van Groenhuysen.
In 2011 is de consultfunctie, waarbij de huisarts advies vraagt aan de specialist
ouderengeneeskunde over behandeling en zorg van een patiënt, op één locatie uitgebreid met
screening en actieve opsporing van kwetsbare ouderen binnen de huisartsenpraktijk. De
bedoeling is deze werkwijze uit te rollen over meerdere huisartsenpraktijken in 2012. In
medisch contact is een artikel gepubliceerd over de resultaten van de samenwerking.
Groenhuysen werkt mee aan landelijke studies die de effectiviteit van nieuwe, innovatieve
samenwerkingsverbanden in de eerste lijn onderzoeken (ZonMw, iBMG).
- In 2011 is een Silverfitness ruimte geopend in Centrum voor Wonen en Zorg De Eglantier.
- Binnen Roosendaal is een samenwerkingsverband vroegsignalering kwetsbare ouderen (VKO)
actief. VKO heeft zich tot doel gesteld om gezamenlijk een preventieve aanpak te ontwikkelen
in de zorg voor kwetsbare ouderen. De deelnemende organisaties zijn Thuiszorg West-Brabant
(TWB), SIW, GGZ Westelijk Noord-Brabant, GGD West-Brabant, de Seniorenraad en stichting
Groenhuysen. De werkwijze van Groenhuysen wordt als uitgangspunt genomen voor de
samenwerking. In 2011 is een commitment-verklaring door alle partijen ondertekend en een
gezamenlijk plan van aanpak geschreven waarin processen, rollen en verantwoordelijkheden
van betrokkenen nader uitgewerkt zijn. Medewerkers van TWB zijn door de geriatrisch
consulent van Groenhuysen getraind op het begrip kwetsbaarheid, de Tilburg Frailty Indicator
(TFI), een instrument om kwetsbaarheid te meten en de ondersteuning richting de huisarts. Er
zijn concrete afspraken met betrekking tot de samenwerking gemaakt.
In 2011 heeft stichting Groenhuysen regelmatig de publiciteit gehaald in de regionale dagbladen,
huis-aan-huis bladen en in regionale televisieprogramma’s. Deze publiciteit kwam tot stand zowel
op initiatief van Groenhuysen als op initiatief van de schrijvende en beeldende pers. Door
regelmatige publiciteit ontstaat er een substantiële bijdrage aan het marktpositioneringsbeleid en
het arbeidsmarktcommunicatiebeleid.
Vanuit de missie ‘Ouder worden jezelf blijven’ zijn Groenhuysen Uit! en de Groenhuysenpas verder
doorontwikkeld. Op deze manier wordt onder andere de verbinding met de cliënten
geoptimaliseerd.
Energie
Energiemanagement staat bij Groenhuysen hoog op de agenda. Groenhuysen vindt het als
maatschappelijke organisatie belangrijk om op een milieubewuste wijze te ondernemen. Daarnaast
is vanzelfsprekend ook het kostenaspect van belang. Energiekosten zijn immers een groot
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 76
onderdeel van de totale huisvestingskosten. Het is van belang om deze kosten zo laag mogelijk te
houden zodat er meer geld beschikbaar is voor directe zorg. In 2011 heeft Groenhuysen een aantal
concrete acties ondernomen op het gebied van energiebesparende maatregelen.
Energiescan
Hellemans Consultancy B.V. is een adviesbureau dat adviseert op het gebied van onder andere
energiebesparingsplannen en energiemanagement. Intrakoop, een inkoopcoöperatie van circa 500
zorginstellingen waarin ook Groenhuysen participeert, heeft collectief dienstverlening bij Hellemans
Consultancy B.V. ingekocht met betrekking tot energiemanagement. Adviesbureau Hellemans
Consultancy heeft in 2010 alle EAN-codes van Groenhuysen geïnventariseerd en heeft in 2011 het
energieverbruik per locatie getoetst aan de norm.
Voor de grootste locaties van Groenhuysen, De Brink en Wiekendael, is in 2011 opdracht gegeven
aan adviesbureau Klicktet om een energiebesparingsplan op te stellen.
Energie Investeringsaftrek
Groenhuysen kiest bij de aanschaf van nieuwe installaties of apparatuur voor bedrijfsmiddelen die
volgens de energielijst van Senter Novem in aanmerking komen voor de regeling Energie-
investeringsaftrek (EIA). De EIA is van toepassing op bedrijfsmiddelen die een doelmatig gebruik
van energie bevorderen en voldoen aan bepaalde energieprestatie-eisen.
Programma Energiebesparing in de zorg
Groenhuysen neemt deel aan het programma ‘energiebesparing in de zorg’. Dit programma is
opgesteld door de koepelorganisatie van zorgondernemers ActiZ in samenwerking met NL Energie
en Klimaat Agentschap NL en het Energiecentrum MKB. Het doel van dit programma is in 2020 een
energiebesparing van 20% te realiseren.
De aanleiding van het programma ‘energiebesparing in de zorg’ is gelegen in het convenant dat
MKB-Nederland, VNO-NCW en LTO-Nederland met de overheid hebben gesloten. Daarin is
afgesproken dat Nederland de Europese doelstellingen gaat vertalen naar een aanpak per sector.
Die Europese doelstellingen zijn 20% CO2 reductie, 20% energiebesparing en 20% duurzame
energie.
Programma van eisen nieuwe locaties
In het programma van eisen van nieuwe locatie wordt door Groenhuysen expliciet gevraagd om
een energiezuinig gebouw waarbij zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van duurzame
oplossingen zoals WKO. De total costs of ownership dienen immers zo laag mogelijk te zijn.
Afvalverwijdering
Het (bedrijfs)afval van stichting Groenhuysen wordt aan de bron gescheiden in onder meer de
deelstromen papier en karton, Swill (GFT), glas, metaal en restafval. Voor iedere deelstroom is een
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 77
aparte logistiek opgezet. Oude apparatuur, oud meubilair, bouw en sloopafval en dergelijke worden
op afroep aangeboden.
Vertrouwelijke stukken en archief worden afgevoerd met speciale security containers en voertuigen
voor de inzameling van deze documenten. Na de afvoer van de vertrouwelijke stukken wordt op
verzoek een certificaat van vernietiging afgegeven.
In verband met hygiëne en eventuele geuroverlast geeft stichting Groenhuysen de voorkeur aan
ondergrondse afvalopslag.
Brandveiligheid
Groenhuysen verleent vanuit circa 25 locaties zorg aan ouderen. De gebouwen zijn deels in
eigendom van Groenhuysen. Alle gebouwen beschikken over een gebruiksvergunning en op
onderdelen zijn contracten afgesloten voor het onderhoud van brandblusmiddelen, de
brandmeldingsinstallatie en noodverlichting. Daarnaast wordt het personeel jaarlijks bijgeschoold
en vinden periodiek realistische ontruimingsoefeningen plaats.
Recent is door de VROM-inspectie onderzoek uitgevoerd naar de brandveiligheid in
zorginstellingen. Uit het onderzoek komt naar voren dat, ondanks de aanwezigheid van een
gebruiksvergunning en toezicht vanuit de gemeente, een groot aantal zorginstellingen niet voldoet
aan de bouwkundige en installatietechnische brandveiligheidsvoorschriften uit het Bouwbesluit en
Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Gebruiksbesluit).
Een veilige woon- en werkomgeving is de belangrijkste prioriteit van stichting Groenhuysen. Een
systeemgerichte aanpak gericht op het beheersen van risico’s staat hierbij centraal. Om te
waarborgen dat de gebouwen voldoen aan alle eisen op het gebied van brandveiligheid is de
stichting voornemens om vanaf 2012 periodiek een integrale brandveiligheidsscan uit te voeren.
De aanpak van Groenhuysen kenmerkt zich door een sterke focus op brandveiligheid met een
pragmatische grondslag. Eenmalig wordt uitgebreid integraal beoordeeld in hoeverre wordt voldaan
aan de bouwkundige en installatietechnische brandveiligheidsvoorschriften uit het Bouw- en
Gebruiksbesluit. Om de uniformiteit te waarborgen wordt gebruik gemaakt van een checklist. Op
basis van de checklist wordt voor iedere locatie een rapport met bevindingen opgesteld. Dit rapport
beschrijft de bevindingen van de uitgevoerde inspectie, waarbij de eventuele knelpunten worden
geprioriteerd. Deze prioriteiten vormen de basis voor het verbeterprogramma, waarbij de
voorziening op basis van het risico geprioriteerd worden. Na het verbeterprogramma wordt
beoordeeld in hoeverre ‘certificering’ van de gebouwen mogelijk is door de zorggebouwen te
voorzien van het ‘Keurmerk brandveilig gebouw’. Dit keurmerk wordt uitgegeven door het KIWA.
Naast de wetgeving (Bouw- en Gebruiksbesluit) staat de aantoonbaarheid bij het verlenen
van dit keurmerk centraal. Deze aantoonbaarheid levert vooral bij oudere gebouwen problemen op,
aangezien van de toegepaste materialen vaak geen certificaten aanwezig zijn. Voor afgifte van het
keurmerk is dan een onevenredige inspanning nodig in relatie tot de winst op het gebied van
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 78
brandveiligheid. Op basis van het rapport van bevindingen wordt voor ieder gebouw beoordeeld in
hoeverre afgifte van het keurmerk realistisch is.
Duurzaam ondernemen binnen Groenhuysen
Milieuzorg staat bij Groenhuysen hoog op de agenda. Groenhuysen vindt het als maatschappelijke
organisatie belangrijk om op een milieubewuste wijze te ondernemen. Binnen Groenhuysen is er
een aantal projecten waarin het aspect duurzaamheid een belangrijke rol speelt. Dit zijn onder
andere de realisatie van het Regionaal Palliatief Centrum en het Waterlandcomplex. Bij dit laatste
project werkt Groenhuysen nauw samen met Aramis Allee Wonen. Groenhuysen heeft met
betrekking tot het Waterlandcomplex een programma van eisen opgesteld en zal een groot
gedeelte van dit complex in gebruik gaan nemen. Aramis Alleen Wonen is verantwoordelijk voor de
realisatie en het onderhoud van het gebouw.
Gebruik van kruislaaghout bij de realisatie van het Regionaal Palliatief Centrum
Groenhuysen heeft eind juli 2010 RDH Architecten opdracht gegeven voor het ontwerp en de
realisatie van de nieuwbouw van een Regionaal Palliatief Centrum (RPC). Dit RPC bestaat uit een
hospice en een regionaal expertisecentrum. In het programma van eisen van het RPC wordt
expliciet gevraagd om een energiezuinig gebouw waarbij zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt
van duurzame oplossingen. In dit kader is in 2011 onderzocht op welke wijze bij de realisatie van
het RPC gebruik kan worden van kruislaaghout (KLH).
Kruislaaghout wordt onder strenge milieuvoorschriften uit inheems naaldhout geproduceerd. In
vergelijking met andere massieve bouwmethoden gebruikt de productie en bewerking van
kruislaaghout maar weinig energie en draagt daarmee bij duurzame CO2 - opslag en
minimalisering van het broeikaseffect.
Warmte Koude Opslag- installatie Waterlandcomplex
Het project Waterland betreft de realisatie van 193 woningen door woningbouwcorporatie Aramis
AlleeWonen ten behoeve van Groenhuysen. Groenhuysen zal 136 van deze woningen gaan
verhuren aan senioren met een lichte zorgbehoefte. Daarnaast huurt Groenhuysen in het complex
circa 300 m2 zorginfrastructuur ten behoeve van de bewoners van het complex. De 73 woningen
van fase 1 van het project zullen naar verwachting eind 2012 worden opgeleverd.
Waterland krijgt een eigen duurzame verwarmingsinstallatie waar alle woningen op aangesloten
zijn. Deze installatie verwarmt in de winter, koelt in de zomer en zorgt voor warm water. Deze
Warmte Koude Opslag- installatie (WKO) werkt als volgt. In de winter is er een overschot aan kou,
die in de zomer goed gebruikt kan worden voor koeling. De zomerzon levert op haar beurt warmte,
die in de winter gebruikt kan worden voor verwarming. Bij deze installatie wordt de bodem gebruikt
als een soort accu om deze koude en warmte op te slaan.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 79
Een WKO installatie zorgt op deze manier voor een gelijkmatige aangename temperatuur in winter
én zomer. Door de toepassing van bodemwarmte is er minder energie nodig voor verwarming dan
met een HR gasketel. Bovendien zijn de woningen goed geïsoleerd. Er wordt dus ook minder CO2
uitgestoten door de WKO installatie.
Aramis AlleeWonen heeft er met de WKO-installatie voor gekozen om te investeren in duurzame
verwarming om alle woningen en bewoners meer comfort, minder milieuvervuiling en een lagere
stijging van de energielasten te bieden.
4.7 Financieel beleid 4.7.1 Toelichting financieel resultaat
2011 wordt afgesloten met een positief saldo van € 2.972.821. In 2010 was het positief saldo €
1.584.010. Dit levert een voordelig verschil op van € 1.388.811 ten opzichte van 2010.
In de jaarrekening zijn de financiële gegevens geconsolideerd van Stichting Groenhuysen, Stichting
Chapeau (vanaf 1 januari 2008 zijn de activiteiten van Stichting Chapeau verkocht aan Stichting
Groenhuysen), Stichting Dienstencentrum Ouderen te Roosendaal en Stichting Woning Plus
Gemeenschap te Kruisland.
De belangrijkste oorzaken voor de verbetering van het resultaat zijn hieronder opgenomen.
Voordelig Nadelig
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten 4.811.025 0
Niet-gebudgetteerde zorgprestaties 83.930 0
Subsidies 190.545
Overige bedrijfsopbrengsten 174.879 0
Personeelskosten 0 2.157.871
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 0 718.587
Overige bedrijfskosten 0 808.860
Financiële baten en lasten 194.840 0
subtotaal 5.264.674 3.157.276
Per saldo 1.388.811
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 80
Ten opzichte van 2010 is het Wettelijk budget aanvaardbare kosten toegenomen met
€ 4.811.025. De stijging wordt met name veroorzaakt door hogere zzp opbrengsten als gevolg van
een toename in het aantal zorgnemers en uitbreiding van de capaciteit. Daarnaast zijn ook de
geleverde thuiszorguren toegenomen.
De toename van de Niet-gebudgetteerde zorgprestaties ad € 83.930 is met name veroorzaakt
door meer geleverde uren t.o.v. 2010 in de post ‘opbrengsten uit Wmo-prestaties’.
De post Subsidies toont t.o.v. 2010 een afname van € 190.545. Dit komt met name doordat in
2011 niet is voldaan aan de voorwaarden in een aanvraag voor de subsidie Stagefonds.
De overige bedrijfsopbrengsten zijn t.o.v. 2010 toegenomen met € 174.879 doordat met name de
post bonussen / kortingen een toename liet zien.
De totale Personeelskosten zijn in 2011 per saldo met circa € 2.157.871 toegenomen. Dit is
veroorzaakt door:
� Een stijging van de lonen en salarissen van personeel in loondienst. Per saldo stegen die met €
669.500 ten opzichte van 2010. Deze stijging wordt vooral veroorzaakt door de cao-verhoging
op lonen / salarissen en de eindejaarsuitkering;
� Een stijging van de sociale lasten in 2011 ten opzichte van 2010 met € 361.900. Deze stijging
wordt naast bovenstaande oorzaken ook veroorzaakt door een stijging van de premies. Daarbij
is hieronder een post verantwoord inzake naheffing loonbelasting 2005 t/m 2010 + rente ad €
112.300;
� Een toename van de pensioenpremie ad € 74.300;
� Een toename op andere personeelskosten ad € 301.200 door ondermeer de aanschaf van
nieuwe dienstkleding;
� Een toename op ‘Personeel niet in loondienst’ ad € 750.900. De toename is met name
veroorzaakt door de inhuur van extern personeel. Zo is er gedurende 2011 inzet van externe
medewerkers geweest in verband met zwangerschap en openstaande vacatures. Daarnaast is
voor implementatietrajecten gebruik gemaakt van externe projectleiders.
De Afschrijvingen zijn in 2011 met € 718.587 toegenomen. Dit wordt met name veroorzaakt
doordat met ingang van 2011 de afschrijvingstermijnen van de vaste activa op de te verwachten
economische gebruiksduur zijn gebaseerd, en niet meer op de afschrijvingsperiode zoals
voorgeschreven in de bekostigingssystematiek. De omvang hiervan bedroeg € 565.529.
De Overige bedrijfskosten zijn per saldo met € 808.860 gestegen. Deze stijging is met name te
verklaren door:
� Een stijging van de patiënt- en bewonersgebonden kosten, door met name een toename in
verplaatsingshulpmiddelen (werd voorheen geboekt als onderhoudskosten),
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 81
incontinentiemateriaal (eindejaar geen voorraadartikel meer) en andere materiële kosten voor
de verpleging (onder andere door een nieuwe methodiek in wassen, met de aanschaf van
speciale washandjes als gevolg);
� Een stijging van de post huur en leasing, met name veroorzaakt door de uitbreiding in locaties
Waterland en De Zellebergen;
� Een toename van de overige baten en lasten. Dit wordt met name veroorzaakt doordat in 2010
een aantal incidentele posten zijn vrijgevallen. Dit betreft de vrijval voorziening langdurig zieken
en reservering verlofrechten. Ook heeft er een afboeking plaatsgevonden van de WGA-premie.
De vrijval van reserveringen is in 2011 beperkt gebleven. Tevens heeft er een afboeking van de
voorraad plaatsgevonden, vanwege een afname in het aantal magazijnen en artikelen.
4.7.2 Financieel beleid
De externe omgeving is continu in beweging. Ontwikkelingen hebben vaak een grote impact op de
bedrijfsvoering van zorginstellingen. Een gezonde bedrijfsvoering is van groot belang voor
toekomstbestendige zorg. Stichting Groenhuysen volgt de ontwikkelingen continu en indien daartoe
aanleiding is, vindt een doorrekening van de gevolgen plaats en wordt er mogelijk bijgestuurd.
Stichting Groenhuysen streeft naar goede (boven sectorgemiddelde) en consistente
resultaten. Uitgangspunt is dat de werkelijke inzet van medewerkers en middelen steeds wordt
afgestemd op de zorgvraag en de daadwerkelijke levering. Voor de realisatie betekent dit een
continue afstemming van de inzet van medewerkers en middelen op de opbrengsten. Onder
andere door het gebruik van kostprijsmodellen waarbij de norm wordt afgezet tegen de
daadwerkelijke inzet. De financiële prestaties worden maandelijks gerapporteerd.
Groenhuysen heeft voor haar vastgoed onderzocht of de (huur- en eigendoms) locaties van
Groenhuysen in staat zijn om op basis van het NHC tarief de kapitaallasten terug te verdienen.
Conclusie uit dit onderzoek is dat er geen reden is tot neerwaartse herwaardering (impairment) van
het vastgoed.
Het eigen vermogen van stichting Groenhuysen is door resultaten uit het verleden toegenomen. De
solvabiliteit ligt ruim boven het sectorgemiddelde en daarmee beschikt Groenhuysen over een
goede financiële buffer om de toekomst met vertrouwen tegemoet te zien.
4.7.3 Financiële positie
Om de continuïteit te kunnen waarborgen en risico’s op te kunnen vangen is een gezonde
financiële positie nodig.
De financiële positie kan beoordeeld worden aan de hand van onderstaande liquiditeit- en
solvabilteitsratio’s.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 82
2011 2010 2009 2008
Liquiditeit 1) 115,0% 123,0% 104,2% 92,9%
Solvabiliteit 2) 45,2% 43,3% 40,6% 38,3%
Budgetratio 3) 34,6% 32,9% 31,9% 30,7%
1) Bij de liquiditeit wordt de verhouding tussen de vlottende activa en de vlottende passiva weergegeven.
2) Bij de solvabiliteit wordt de verhouding tussen het eigen vermogen en het balanstotaal weergegeven.
3) Bij de budgetratio wordt de verhouding tussen het eigen vermogen en de totale opbrengsten weergegeven.
Liquiditeit
De liquiditeit is in 2011 afgenomen maar is zeker voldoende om toekomstige investeringen en
uitgaven te dekken.
Solvabiliteit
De solvabiliteit van stichting Groenhuysen is goed te noemen. Gezien deze goede positie zullen
toekomstige investeringen en financieringsbehoeftes naar verwachting geen problemen geven.
Budgetratio
De budgetratio eigen vermogen ten opzichte van de totale opbrengst is gestegen tot 34,6%. Dit is
aanzienlijk hoger dan het gemiddelde van de branche in 2010, namelijk 20,1%.
Risico’s
Stichting Groenhuysen krijgt te maken met een aantal belangrijke ontwikkelingen waarvan de
(financiële) impact en de wijze waarop dit exact zal gebeuren nog niet (geheel) bekend is:
• Overdracht van bepaalde typen zorg vanuit de AWBZ (begeleiding) naar de Wmo;
• Scheiden van wonen en zorg;
• Het doorvoeren van bezuinigingen en prijsdruk op de ZZP’s in combinatie met de
wijzigende verhoudingen met zorgkantoor / zorgverzekeraar;
• Kwaliteit en veiligheid van zorg wordt steeds belangrijker met het risico op kortingen als de
instelling niet (geheel) aan de kwaliteitseisen voldoet.
Stichting Groenhuysen volgt de ontwikkelingen op bovenstaande onderwerpen continu en indien
daartoe aanleiding is vindt een doorrekening van de gevolgen plaats.
Daarnaast is Groenhuysen bezig met de ontwikkeling van een integraal risicobeheersingsmodel in
2012.
Jaardocument 2011 – stichting Groenhuysen 83
Hoofdstuk 5 Jaarrekening 2011