INSTALLATIE BEDIENING& ONDERHOUD
ROOFTOPFLEXY™
Nederlandsjuli 2004
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 1
INHOUD
Deze handleiding is van toepassing op de volgende ROOFTOP-versies:
FCA 85 - FCA 100 - FCA 120 - FCA 140 - FCA 160 - FCA 190
FCK 85 - FCK 100 - FCK 120 - FCK 140 - FCK 160 - FCK 190
FHA 85 - FHA 100 - FHA 120 - FHA 140 - FHA 160 - FHA 190
FHK 85 - FHK 100 - FHK 120 - FHK 140 - FHK 160 - FHK 190
FDA 85 - FDA 100 - FDA 120 - FDA 140 - FDA 160 - FDA 190
FDK 85 - FDK 100 - FDK 120 - FDK 140 - FDK 160 - FDK 190
FGA 85 - FGA 100 - FGA 120 - FGA 140 - FGA 160 - FGA 190
FGK 85 - FGK 100 - FGK 120 - FGK 140 - FGK 160 - FGK 190
FXA 25 - FXA 30 - FXA 35 - FXA 40 - FXA 55 - FXA 70 - FXA 85 - FXA 100 - FXA 110 - FXA 140 - FXA 170
FXK 25 - FXK 30 - FXK 35 - FXK 40 - FXK 55 - FXK 70 - FXK 85 - FXK 100 - FXK 110 - FXK 140 - FXK 170
De technische informatie en specificaties in deze handleiding dienen uitsluitend ter informatie. De fabrikant behoudt zich het recht voor deze zonder kennisgeving tewijzigen en is niet verplicht reeds geleverde apparatuur overeenkomstig te wijzigen.
Ref. FLEXY-IOM-0704-D
OPMERKINGEN VOOR EEN UNIT DIE IS UITGERUST MET EEN GASBRANDER:
DE UNIT MOET WORDEN GEÏNSTALLEERD CONFORM DE LOKALEVEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN EN -REGELS EN MAG UITSLUITENDWORDEN GEBRUIKT IN EEN GOED GEVENTILEERDE RUIMTE.
LEES DE INSTRUCTIES VAN DE FABRIKANT AANDACHTIG VOORDATU DEZE UNIT START.
DEZE HANDLEIDING IS ALLEEN GELDIG VOOR UNITS WAAROP DE VOLGENDE CODESWORDEN WEERGEGEVEN: GB IR GR DA NO FI ISAls deze symbolen niet op de unit worden weergegeven, raadpleegt u detechnische documentatie waarin wordt vermeld welke eventuele wijzigingennoodzakelijk zijn voor de installatie van deze unit in een bepaald land.
INSTALLATIEWERKINGONDERHOUD
Pagina 2 - IOM - FLEXY - 0704 -D
INHOUD
BELANGRIJKE KENNISGEVING ....................................................................... 3
INSTALLATIE
TRANSPORT - VERPLAATSEN ........................................................................................ 4
INSTALLATIE .................................................................................................................. 12
INSTALLATIE OP EEN DAKMONTAGEFRAME ............................................................... 13
INSTALLATIE OP PALEN ................................................................................................ 15
INGEBRUIKSTELLING................................................................................................... 16
WERKING
VENTILATIE .................................................................................................................... 21
LUCHTSTROOM BALANCEREN ................................................................................... 23
FILTERS ......................................................................................................................... 39
WERKING AIR SOCK REGELING .................................................................................. 40
FX LUCHTSTROOM BALANCEREN .............................................................................. 41
WARMWATERBATTERIJEN ........................................................................................... 44
GASBRANDERS ............................................................................................................ 45
BEDIENINGSFUNCTIES
GEBRUIK VAN HET KP 17 COMFORT-DISPLAY ........................................................... 57
GEBRUIK VAN HET KP02-ONDERHOUDSDISPLAY .................................................... 58
GEBRUIK VAN HET KP07 GRAFISCHE AFSTANDSDISPLAY ....................................... 72
BMS-CONTACTSET ....................................................................................................... 81
CLIMATIC™ PARAMETERS ............................................................................................ 82
BESTURINGSINTERFACE CLIMALINK/CLIMALOOK .................................................... 88
BEDRADINGSSCHEMA
ITEMOVERZICHT ELEKTRISCHE BEDRADINGSCHEMA’S ......................................... 96
ELEKTRISCHE BEDRADINGSCHEMA’S .................................................................... 100
PROBLEMEN OPLOSSEN
BEVEILIGINGS- EN FOUTCODES............................................................................... 117
ONDERHOUDSDIAGNOSE ......................................................................................... 123
ONDERHOUDSPLAN .................................................................................................. 126
GARANTIE .................................................................................................................... 129
CERTIFICATEN
ISO 9001-CERTIFICATIE .............................................................................................. 130
PED-CONFORMITEITSVERKLARING ......................................................................... 131
GLASWOLBRANDKLASSE .......................................................................................... 132
CE CONFORMITEITSVERKLARING 33 kW GASBRANDER ....................................... 133
CE CONFORMITEITSVERKLARING 60 kW GASBRANDER ....................................... 134
CE CONFORMITEITSVERKLARING 120 kW GASBRANDER ..................................... 135
CE CONFORMITEITSVERKLARING 180 kW GASBRANDER ..................................... 136
BRANDKLASSE ISOLATIE ........................................................................................... 137
INHOUD
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 3
BELANGRIJKE KENNISGEVING
BELANGRIJKE KENNISGEVING
Alle werkzaamheden aan deze unit moet worden uitgevoerd door eengekwalificeerde en bevoegde werknemer.
Als de volgende instructies niet worden opgevolgd, kan dat leiden tot verwonding of ernstigeongelukken.
Werkzaamheden aan de unit:• De unit moet worden geïsoleerd van de stroomvoorziening door verbreking van de
verbinding en vergrendeling met behulp van de hoofdscheidingsschakelaar.
• Werkers dienen een geschikte beschermende uitrusting te dragen (helm, handschoenen,bril enzovoort).
Werkzaamheden aan het elektrische systeem:• Werkzaamheden aan elektrische onderdelen moeten worden uitgevoerd terwijl de stroom
is uitgeschakeld (zie hierna) door werknemers met een elektrotechnisch diploma en dejuiste machtigingen.
Werkzaamheden aan de koelcircuits:• Werkzaamheden, zoals het controleren van de druk, het aftappen en het vullen van het
systeem onder druk, dienen te worden uitgevoerd met aansluitingen die voor dit doel zijngeleverd en met geschikt gereedschap.
• Om een explosie als gevolg van het verstuiven van koelmiddel en olie te voorkomen dienthet relevante circuit te worden afgetapt bij nuldruk voordat onderdelen voor de koelingkunnen worden ontmanteld of soldeernaden kunnen worden losgemaakt.
• Er is een kleine kans dat de druk wordt opgebouwd door het ontgassen van de olie of doorhet verwarmen van de warmtewisselaars nadat het circuit is afgetapt. De nuldruk dient teworden gehandhaafd door de aftapaansluiting te ontluchten in de atmosfeer aan delagedrukzijde.
• Het hardsolderen dient te worden gedaan door een gekwalificeerde soldeerder. Het werk moetworden uitgevoerd volgens de standaard NF EN1044 voor hardsolderen (minimaal 30% zilver).
Onderdelen vervangen:• De unit blijft alleen voldoen aan de eisen die gelden voor CE-certificatie, als onderdelen
worden vervangen door reserveonderdelen of onderdelen die door Lennox zijn goedgekeurd.
• Alleen het koelmiddel dat op het naamplaatje van de fabrikant is weergegeven, magworden gebruikt. Het is niet toegestaan andere producten (zoals mengsels vankoelmiddelen, koolwaterstoffen enzovoort) te gebruiken.
WAARSCHUWING:
bij brand kunnen de koelcircuits een explosie veroorzaken en koelmiddelgas en olie spuiten.
Pagina 4 - IOM - FLEXY - 0704 -D
INGEBRUIKSTELLINGSRAPPORT
Site details / Details van de site Site / Site Unit Ref / Unit ref. Installer / Installer
……………………………………… …………………………………….... ………………………………………
Controller / Controller Model / Model Serial No / Serienr. Refrigerant / Koudemiddel
…………………………………. ……………….………………… ………………………………… …………………………………
(1) ROOF INSTALLATION / DAKMONTAGE Sufficient Access OK / Voldoende toegang OK
Yes / Ja No / Nee
Condensate drain fitted / Condensaatafvoer geïnstalleerd
Yes / Ja No / Nee
Roofcurb / Daksokkel OK Not OK / Niet OK
(2) CONNECTIONS CHECK / CONTROLE VERBINDINGEN
Phase check / Vérification des Phases Yes / Ja No / Nee
Voltage between Phases / Spanning
tussen fasen
1 / 2 ……………….
2 / 3 ……………….
1 / 3 ……………….
(3)CLIMATIC CONFIGURATION CHECK / CONTROLE CLIMATIC-CONFIGURATIE CLIMATIC 50 Configured according to the Options and Specifications / CLIMATIC 50 geconfigureerd volgens de opties en specificaties: Yes / Ja No / Nee
(4) SUPPLY BLOWER SECTION / GEDEELTE TOEVOERVENTILATOR Type / Type: Power displayed on plate / Vermogen weergegeven op plaat: Voltage displayed on plate / Spanning weergegeven op plaat: Current displayed on plate / Stroom weergegeven op plaat:
KW V A
Nr.1 …………………… …………………… ……………………
Nr.2 …………………… …………………… ……………………
Fan Type / Ventilatortype: Forward / Voorwaarts Backward / Achterwaarts
Forward / Voorwaarts Backward / Achterwaarts
Displayed Belt Length / Zichtbare riemlengte: mm …………………… …………………… Tension Checked / Riemspanning gecontroleerd: Yes / Ja No / Nee Yes / Ja No / Nee Alignment Checked / Uitlijning gecontroleerd: Yes / Ja No / Nee Yes / Ja No / Nee Motor Pulley Dia / Diam. riemschijfmotor: DM mm …………………… ……………………
Fan Pulley Dia / Diam. ventilatorriemschijf: DP mm …………………… ……………………
Fan Speed / Ventilatorsnelheid = Motor tpm x DM / DP Averaged Measured Amps / Gemiddelde gemeten Amps:
tpm A
…………………… ……………………
…………………… ……………………
Shaft Mechanical Power (Refer to airflow balancing) / Mechanische vermogen as (raadpleeg luchtstroom balanceren)
W …………………… ……………………
Operating point checked / Bedrijfspunt gecontroleerd: Yes / Ja No / Nee Yes / Ja No / Nee
Estimated Airflow / Geschatte luchtstroom m3/u …………………… ……………………
(5) AIRFLOW PRESS. SENSOR CHECK / LUCHTSTROOMDRUK SENSORCONTROLE
Measured pressure drop / Gemeten drukverlies
…………………………… mbar
Set Points Adjusted / Instellingen aangespast: Yes / Ja No / Nee If Yes enter new values / Indien Ja, geef nieuwe waarden op: 3410: ………… 3411: ………… 3412: …………
(6) EXTERNAL SENSOR CHECKS / EXTERNE SENSORCONTROLE Check and record temp. in menu 2110 / Controleer en noteer temp. in menu 2110: Yes / Ja No / Nee
Check electrical connections / Controle elektrische verbindingen: Yes / Ja No / Nee 100% Fresh Air / 100% verse lucht 100% return Air / 100% retourlucht Supply Temperature / Toevoertemperatuur ………………………..°C ………………………..°C
Return Temperature / Retourtemperatuur ………………………..°C ………………………..°C
Outdoor Temperature / Buitentemperatuur ………………………..°C ………………………..°C
(7) MIXING AIR DAMPERS CHECKS / CONTROLE MENGLUCHTKLEPPEN Dampers open & close freely /
Kleppen sluiten & openen probleemloos OK
% Minimum FA: % minimum FA:
Power exhaust checked / Afzuigstroom gecontroleerd
Enthalpy sensor(s) checked / Enthalpie-sensor(en) gecontr
Yes / Ja No / Nee ……………..% Yes / Ja No / Nee Yes / Ja No / Nee
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 5
INGEBRUIKSTELLINGSRAPPORT
(8) REFRIGERATION SECTION / KOELSYSTEEMGEDEELTE Outdoor Fan Motor Current / Stroom buitenventilator: Controle draaiing
Motor 1 / Motor 1 L1 ……..A L2 ……..A L3 ……A Yes / Ja No / Nee Motor 2 / Motor 2 L1 ……..A L2 ……..A L3 ……A Yes / Ja No / Nee
Compressor Voltage / Spanning
compressor. Motor 3 / Motor 3 L1 ……..A L2 ……..A L3 ……A Yes / Ja No / Nee Comp1: …….. V Motor 4 / Motor 4 L1 ……..A L2 ……..A L3 ……A Yes / Ja No / Nee Comp2: …….. V Motor 5 / Motor 5 L1 ……..A L2 ……..A L3 ……A Yes / Ja No/ Nee Comp3: …….. V Motor 6 / Motor 6 L1 ……..A L2 ……..A L3 ……A Yes / Ja No/ Nee Comp4: …….. V
Compressor Amps COOLING / Amps compressor KOELING
Pressures & Temperatures / Druk & temperatuur
Temperatures / Temperaturen Pressures / Druk Fase 1 Fase 2 Fase 3
Suction / Zuigkracht Disch / Pers LP/ LP HP / HP
Comp 1 …..… A …..… A …..… A ……… °C ……… °C ……… Bar ……… Bar Comp 2 …..… A …..… A …..… A ……… °C ……… °C ……… Bar ……… Bar Comp 3 …..… A …..… A …..… A ……… °C ……… °C ……… Bar ……… Bar Comp 4 …..… A …..… A …..… A ……… °C ……… °C ……… Bar ……… Bar
Check Reversing valves. / Controle omschakelkleppen:
Valve1 / Klep1: Yes / Ja No / Nee Valve2 / Klep2: Yes / Ja No / Nee
Valve3 / Klep3: Yes / Ja No / Nee Valve4 / Klep4: Yes / Ja No / Nee
Compressor Amps HEATING / Amps compressor VERWARMING Pressures & Temperatures / Druk & temperatuur
Temperatures / Temperaturen Pressures / Druk Fase 1 Fase 2 Fase 3
Suction / Zuigkracht Disch / Pers LP/ LP HP / HP
Comp 1 …..… A …..… A …..… A ……… °C ……… °C ……… Bar ……… Bar Comp 2 …..… A …..… A …..… A ……… °C ……… °C ……… Bar ……… Bar Comp 3 …..… A …..… A …..… A ……… °C ……… °C ……… Bar ……… Bar Comp 4 …..… A …..… A …..… A ……… °C ……… °C ……… Bar ……… Bar HP cut out / Hogedruk uitschakeling ……Bar LP cut out / Lagedruk uitschakeling ………..…... Bar
Refrigerant charge / Koudemiddel vulling C1 : ………..kg C2 : ………..kg C3 : ………..kg C4 : ………..kg (8)ELECTRIC HEATER SECTION / GEDEELTE ELEKTRISCHE VERWARMING Type / Type: …………………………………………………. Serial No / Serienr.:………………………..
AMPS 1st stage (Baltic) / AMPS 1e trap (Baltic) AMPS 2nd stage (Baltic) / AMPS 2e trap (Baltic) 1 ………………. 2 ………………. 3 ………………. 1 ………………. 2 ………………. 3 ………………. (9) HOT WATER COIL SECTION / GEDEELTE WARMWATERBATTERIJ Check Three Way Valve Movement / Controle beweging van de driewegklep: Yes / Ja No / Nee
(10) GAS HEATING SECTION / GEDEELTE GASVERWARMING Gas Burner N°1 / Gasbrander nr.1 Gas Burner N°2 / Gasbrander nr.2
Size / Maat: ……………………….
Valve type / Type klep: …………………….
Size / Maat: ……………………….
Valve type / Type klep: …………………….
Pipe size / Leidingmaat: Gas type / Type gas: G……. Pipe size / Leidingmaat: Gas type / Type gas : G……. Line press./ Leidingdruk:
……………………… Drop test / Drukverliestest Yes / Ja No / Nee
line press./ Leidingdruk: ………………………
Drop test / Drukverliestest Yes / Ja No / Nee
Check manifold pressure / Controle druk gasverdeelstuk: High fire / Hoog vuur …….…Low fire / Laag vuur ………..
Check manifold pressure / Controle druk gasverdeelstuk: High fire / Hoog vuur …….…... Low fire / Laag vuur ………..
Pressure cut out airflow press switch / Drukuitschakeling lagedrukschakelaar: ……………………mbar / Pa
Pressure cut out airflow press switch / Drukuitschakeling lagedrukschakelaar: ……………………mbar / Pa
Motor amps / Amps motor:
……….A
Flue temp / Temp rookgas
……… °C
CO2 %:
………%
CO ppm:
………%
Motor Amps / Amps motor:
……….A
Flue temp / Temp rookgas
………. °C
CO2 %:
………%
CO ppm:
………% (11) REMOTE CONTROL BMS CHECK / CONTROLE AFSTANDSBEDIENING BMS
Type / Type: …………………………..
Sensor type / Type sensor ………………………………..
KP07 KP/17 checked / gecontroleerd: Yes / Ja No / Nee
Bedrading gecontroleerd: Yes / Ja No / Nee
Pagina 6 - IOM - FLEXY - 0704 -D
INGEBRUIKSTELLINGSRAPPORT
It is recommended that you fill the two tables below before transferring the zone settings to the Climatic controller. Het is raadzaam dat u de onderstaande twee tabellen invult voordat u de zone-instellingen naar de Climatic-controller verstuurt.
Refer to control section page 55 / Raadpleeg de sectie over de bediening op pagina 55
Time Zones / Tijdzones Tijd 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 Voorbeeld UNO 7:15u ZA 11:00u ZB 14:00u ZC 19:00u UNO Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag
Variables to adjust for each time zone / Variabelen die voor elke tijdzone kunnen worden ingesteld
Start z.A Start z.B Start z.C Start UNO
uur (3211) min (3212) uur (3213) min (3214) uur (3215) min (3216) uur (3217) min (3218)
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
Omschrijving Unit Menu Min Max Zone A Zone B Zone C UNOC
Sp Room °C 3311 8 35
Mini.Air % 3312 0 100
Sp Dyna °C 3321 0 99.9
Sp Cool °C 3322 8 35
Sp Heat °C 3323 8 35
Swap Heater Aan / Uit 3324 ~ ~
Activation Aan / Uit 3331 ~ ~
Swap Heater Aan / Uit 3332 ~ ~
Sp.Dehu % 3341 0 100
Sp.Humi % 3342 0 100
Fan On/Off Aan / Uit 3351 ~ ~
Fan Dead Aan / Uit 3352 ~ ~
F.Air Aan / Uit 3353 ~ ~
CO2 Aan / Uit 3354 ~ ~
Comp.Cool. Aan / Uit 3355 ~ ~
Comp.Heat. Aan / Uit 3356 ~ ~
AuxHeat Aan / Uit 3357 ~ ~
Humidif. Aan / Uit 3358 ~ ~
Low Noise Aan / Uit 3359 ~ ~ N.V.T. N.V.T. N.V.T.
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 7
INGEBRUIKSTELLINGSRAPPORT
OPMERKINGEN ...................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
Pagina 8 - IOM - FLEXY - 0704 -D
2004
085°N2N3M
TRANSPORT - VERPLAATSEN
CONTROLE BIJ LEVERING
Controleer bij ontvangst van nieuwe apparatuur de volgendepunten. Het is de verantwoordelijkheid van de klant om tecontroleren of de producten in goede staat verkeren:- De buitenkant is op geen enkele wijze beschadigd.- Het materiaal voor hijsen en verplaatsen is geschikt voorde apparatuur en is overeenkomstig de specificaties vanbijgesloten instructies voor het verplaatsen.- De accessoires die zijn besteld voor installatie op locatie,zijn geleverd en in goede staat.- De apparatuur is conform order en paklijst afgeleverd.
Indien het product beschadigd is, dient u dit binnen 48 uur(werkdagen) na levering per aangetekende post te meldenaan de vervoerder. Geef een uitvoerige beschrijving van hetprobleem. Een kopie van dit schrijven dient u ter informatieaan Lennox en de leverancier of distributeur te sturen. Indienu in gebreke blijft, vervalt iedere claim jegens de vervoerder.
TYPEPLAATJE
Op het typeplaatje staan de volledige gegevens van het modelvermeld. Deze dienen overeen te komen met de gegevensvan de door u bestelde unit. Ook worden op het typeplaatjehet stroomverbruik bij starten, het nominaal vermogen en devoedingsspanning vermeld. De voedingsspanning magmaximaal +10/-15 % afwijken. Het startvermogen is demaximale waarde die met de gespecificeerdevoedingsspanning kan worden bereikt. De cliënt moetzorgdragen voor de benodigde stroomvoorziening. U dientdan ook te controleren of de voedingsspanning als vermeldop het typeplaatje overeenkomt met die van de netvoeding.Ook wordt op het typeplaatje het productiejaar vermeld enwordt per compressorcircuit aangegeven welk typekoelmiddel wordt gebruikt en hoeveel koelmiddel is vereist.
OPSLAG
De units worden niet altijd direct na aflevering operationeelen worden soms opgeslagen. Indien ze voor middellange oflange termijn worden opgeslagen, raden wij u aan devolgende procedures te volgen:- Controleer of er geen water in de hydraulische systemen zit.- Verwijder de hoezen van de warmtewisselaars(AQUILUX-hoezen) niet.- Verwijder de beschermende folie niet.- Houd elektrische panelen gesloten.- Bewaar alle geleverde onderdelen en opties op een schoneen droge plaats tot u ze voor ingebruikstelling van deapparatuur monteert.
ONDERHOUDSSLEUTEL
Wij raden u aan de sleutel die is bevestigd aan eenoogbout, op een veilige en toegankelijke plaats tebewaren. Met deze sleutel kunt u de panelen ten behoevevan onderhouds- en installatiewerkzaamheden openen.U dient de sloten een kwartslag te draaien en vervolgensvaster te zetten (afbeelding 2).
CONDENSAATAFVOEREN
De condensaatafvoeren zijn niet in elkaar gezet bij leveringen zijn met hun klemkragen opgeslagen in het elektrischepaneel.U kunt ze in elkaar zetten door ze in de afvoer van decondensaatbak te steken en met een schroevendraaier dekragen vast te zetten (afbeelding 3).
Afb. 1
Afbeelding 2
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 9
TRANSPORT - VERPLAATSEN
AFMETINGEN EN GEWICHTEN
Condensatie Luchtstroomconfiguratie
HO
OG
TE (m
m)
KA
P (m
m)
BR
EE
DTE
(mm
)
LEN
GTE
(mm
)
GEWICHT (kg) HIJSBAND
std std highStandaard Centrifugaal 1 2 3 4 5 6 7 8 gas gas 1 2 3
FC/FH 085 - alleen koeling en warmtepompunits.
X - X - - - - - - X 3785 2255 1495 630 1220 - - 2830 2330 -
X - - - - X - - X - 3785 2255 1495 630 1270 - - 2830 2330 -
X - - X X - X X - - 3785 2285 1495 630 1275 - - 2830 2330 -
- X X - - - - - - X 3835 2255 2080 630 1435 - - 3230 2430 1870
- X - - - X - - X - 3835 2255 2080 630 1485 - - 3230 2430 1870
- X - X X - X X - - 3835 2285 2080 630 1490 - - 3230 2430 1870
FC/FH 085 - GAS
X - X - - - - - - X 3785 2255 1495 630 - 1320 1390 2830 2330 -
- X X - - - - - - X 3835 2255 2080 630 - 1535 1605 3230 2430 1870
FC/FH 100 - alleen koeling en warmtepompunits.
X - X - - - - - - X 3785 2255 1495 630 1280 - - 2830 2330 -
X - - - - X - - X - 3785 2255 1495 630 1320 - - 2830 2330 -
X - - X X - X X - - 3785 2285 1495 630 1320 - - 2830 2330 -
- X X - - - - - - X 3835 2255 2080 630 1495 - - 3230 2430 1870
- X - - - X - - X - 3835 2255 2080 630 1545 - - 3230 2430 1870
- X - X X - X X - - 3835 2285 2080 630 1545 - - 3230 2430 1870
FC/FH 100 - GAS
X - X - - - - - - X 3785 2255 1495 630 - 1380 1450 2830 2330 -
- X X - - - - - - X 3835 2255 2080 630 - 1595 1665 3230 2430 1870
Pagina 10 - IOM - FLEXY - 0704 -D
TRANSPORT - VERPLAATSEN
AFMETINGEN EN GEWICHTEN
HO
OG
TE (m
m)
BE
HU
IZIN
G (m
m)
Condensatie Luchtstroomconfiguratie
BR
EE
DTE
(mm
)
LEN
GTE
(mm
)
GEWICHT (kg) HIJSBAND
std std highStandaard Centrifugaal 1 2 3 4 5 6 7 8 gas gas 1 2 3
FC/FH 120 - alleen koeling en warmtepompunits.
X - X - - - - - - X 3585 2255 1470 630 1530 - - 2700 - 2080
X - - - - X - - X - 3585 2255 1470 630 1580 - - 2700 - 2080
X - - X X - X X - - 3585 2285 1470 630 1600 - - 2700 - 2080
- X X - - - - - - X 3635 2255 1930 630 1805 - - 3000 2410 1880
- X - - - X - - X - 3635 2255 1930 630 1855 - - 3000 2410 1880
- X - X X - X X - - 3635 2285 1930 630 1875 - - 3000 2410 1880
FG 120 - GAS
X - X - - - - - - X 4035 2255 1470 630 - 1840 1890 3000 - 2310
- X X - - - - - - X 4085 2255 1930 630 - 2115 2165 3300 2700 2080
FC/FH 140 - alleen koeling en warmtepompunits.
X - X - - - - - - X 3585 2255 1470 630 1630 - - 2700 - 2080
X - - - - X - - X - 3585 2255 1470 630 1680 - - 2700 - 2080
X - - X X - X X - - 3585 2285 1470 630 1700 - - 2700 - 2080
- X X - - - - - - X 3635 2255 1930 630 1905 - - 3000 2410 1880
- X - - - X - - X - 3635 2255 1930 630 1955 - - 3000 2410 1880
- X - X X - X X - - 3635 2285 1930 630 1975 - - 3000 2410 1880
FG 140 - GAS
X - X - - - - - - X 4035 2255 1470 630 - 1920 1970 3000 - 2310
- X X - - - - - - X 4085 2255 1930 630 - 2000 2050 3300 2700 2080
FC/FH 160 - alleen koeling en warmtepompunits.
X - X - - - - - - X 3595 2255 2070 900 2050 - - 2700 - 2090
X - - - - X - - X - 3595 2255 2070 900 2120 - - 2700 - 2090
X - - X X - X X - - 3595 2285 2070 900 2140 - - 2700 - 2090
- X X - - - - - - X 3645 2255 2070 900 2275 - - 2700 - 2090
- X - - - X - - X - 3645 2255 2070 900 2345 - - 2700 - 2090
- X - X X - X X - - 3645 2285 2070 900 2365 - - 2700 - 2090
FG 160 - GAS
X - X - - - - - - X 4045 2255 2070 900 - 2410 2460 3000 - 2320
- X X - - - - - - X 4095 2255 2070 900 - 2635 2685 3000 - 2320
FC/FH 190 - alleen koeling en warmtepompunits.
X - X - - - - - - X 3595 2255 2070 900 2175 - - 2700 - 2090
X - - - - X - - X - 3595 2255 2070 900 2245 - - 2700 - 2090
X - - X X - X X - - 3595 2285 2070 900 2265 - - 2700 - 2090
- X X - - - - - - X 3645 2255 2070 900 2400 - - 2700 - 2090
- X - - - X - - X - 3645 2255 2070 900 2470 - - 2700 - 2090
- X - X X - X X - - 3645 2285 2070 900 2490 - - 2700 - 2090
FG 190 - GAS
X - X - - - - - - X 4045 2255 2070 900 - 2540 2600 3000 - 2320
- X X - - - - - - X 4095 2255 2070 900 - 2765 2825 3000 - 2320
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 11
TRANSPORT - VERPLAATSEN
VERPLAATSEN
Voor verplaatsing van de apparatuur kunt u gebruik makenvan de hijsgaten aan de bovenkant van de unit.De lengte van de "hijsband" is de waarde die we aanradenvoor het veilig verplaatsen van de apparatuur.
Enkele units kunnen uitsluitend aan vier haakse hijsbandengehesen worden. Voor andere units hebt u een afwijkendelengte nodig (zie afbeelding 4).Ter voorkoming van schade aan de apparatuur is het vanbelang dat alle hijsogen worden gebruikt en dat allehijsbanden dezelfde lengte hebben.
AFMETINGEN EN GEWICHTEN
LENGTE HOOGTE BREEDTE KAP GEWICHT (kg)
lateraal ventil standaardMODELLEN mm mm mm mm mm kg
FX 025 4070 1635 1055 490 600 950
FX 030 4070 1635 1055 490 600 980
FX 035 4750 2255 1290 490 600 1400
FX 040 4750 2255 1290 490 600 1450
FX 055 4750 2255 1290 490 600 1600
FX 070 5050 2255 1725 890 600 1800
FX 085 5050 2255 1725 890 600 1900
FX 100 5050 2255 1725 890 600 2000
FX 110 5650 2255 2000 860 - 2620
FX 140 5650 2255 2000 860 - 2620
FX 170 5650 2255 2000 860 - 2650
Pagina 12 - IOM - FLEXY - 0704 -D
TRANSPORT - VERPLAATSEN
Hijsband = 2330 mmvoor een hoek van = 64,5°C
FC.../FH.../FD.../FG... 085 & 100
Hijsband = 2430 mmvoor een hoek van = 45°C
FC.../FH.../FD.../FG... 085 & 100 met centrifugaal ventilatoren
Hijsband = 3230 mmvoor een hoek van = 45°C
Hijsband = 2830 mmvoor een hoek van = 45°C
Hijsband = 1870 mmvoor een hoek van = 45°C
Afbeelding met alle verplaatsingsillustraties
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 13
TRANSPORT - VERPLAATSEN
Hijsband = 2080 mmvoor een hoek van = 45°C
FC.../FH.../FD... 120 & 140
Hijsband = 2700 mmvoor een hoek van = 45°C
Hijsband = 2410 mmvoor een hoek van = 45°C
FC.../FH.../FD... 120 & 140 met centrifugaal ventilatoren
Hijsband = 2080 mmvoor een hoek van = 45°C
FG... 120 & 140 met gasbrander
Hijsband = 2700 mmvoor een hoek van = 45°C
Hijsband = 3000 mmvoor een hoek van = 45°C
Hijsband = 1880 mmvoor een hoek van = 45°C
Pagina 14 - IOM - FLEXY - 0704 -D
TRANSPORT - VERPLAATSEN
Hijsband = 2700 mmvoor een hoek van = 45°C
FG... 120 & 140 met gasbrander en centrifugaal ventilatoren
Hijsband = 3300 mmvoor een hoek van = 45°C
Hijsband = 2090 mmvoor een hoek van = 45°C
FC.../FH.../FD... 160 & 190FC.../FH.../FD... 160 & 190 met centrifugaal ventilatoren
Hijsband = 2700 mmvoor een hoek van = 45°C
Hijsband = 2320 mmvoor een hoek van = 45°C
FG... 160 & 190FG... 160 & 190 met centrifugaal ventilatoren
Hijsband = 3000 mmvoor een hoek van = 45°C
Hijsband = 2080 mmvoor een hoek van = 45°C
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 15
1
1
2
TRANSPORT - VERPLAATSEN
FX 25 & 30
Hijsband 1 = 3000 mmHijsband 2 = 2350 mm
1
1
2
FX 35 - 40 - 55
Hijsband 1 = 3700 mmHijsband 2 = 2850 mm
1
1
2Hijsband 1 = 3900 mmHijsband 2 = 3000 mm
FX 70 - 85 - 100
1
1
2Hijsband 1 = 4300 mmHijsband 2 = 3250 mm
FX 110 - 140 - 170
Pagina 16 - IOM - FLEXY - 0704 -D
CONTROLE VOORAF
Voordat u de apparatuur installeert, MOET u de volgendepunten te controleren:
- Zijn de vorkheftruckbeschermers verwijderd?- Is er voldoende ruimte voor de apparatuur?- Kan het oppervlak waarop de apparatuur wordtgeïnstalleerd, het gewicht van de apparatuur houden?U dient het frame op voorhand goed te bekijken.- Wordt de structuur door de aan- en afvoerkanalenverzwakt?- Wordt de werking van de apparatuur door ietsverhinderd?- Is de stroomvoorziening ter plaatse conform deelektrische specificaties van de apparatuur?- Kan het condensaat worden afgevoerd?- Is er voldoende ruimte voor onderhoud?- Bij de installatie van de apparatuur kunnenverschillende hijsmethoden worden gebruikt,bijvoorbeeld een helikopter of kraan. Dit kan perinstallatie verschillen. Is hier rekening meegehouden?- Installeer de unit conform de instructies voorinstallatie en de geldende lokale voorschriften.- Controleer of de koelleidingen niet in aanrakingkomen met de kast of andere koelleidingen.
Zorg dat de aansluitingen van de luchtkanalen nietgeblokkeerd worden door muren, bomen of dakranden endat montage- en onderhoudswerkzaamheden mogelijk zijn.
INSTALLATIE
INSTALLATIE VEREISTEN
Het oppervlak waarop de apparatuur wordt geplaatst moetschoon zijn en vrij van obstakels die de luchtstroom naar decondensors kunnen belemmeren:
- Vermijd oneffen oppervlakken- Plaats twee units niet naast elkaar of te dicht bijelkaar, aangezien daardoor de luchtstroom naar decondensors kan worden belemmerd.
Voordat u een omkaste Rooftop-unit installeert, moet u opde hoogte zijn van:
- De heersende windrichting.- De richting en positie van de luchtstromen.- De uitwendige afmetingen van de unit en deafmetingenvan de aansluitingen voor de toevoer- en retourlucht.- De opstelling van de deuren en de ruimte die nodig is zete openen zodat u tot de diverse onderdelen toegang heeft.
DOORVOEREN
- Zorg dat alle leidingen die door muren of dakenworden getrokken, goed vastzitten en gekit engeïsoleerd zijn.
- Om condensatieproblemen te voorkomen, moet u ervoorzorgen dat alle pijpen zijn geïsoleerd inovereenstemming met het temperatuurverschil tussende vloeistoffen en de ruimte waardoorheen deze lopen.
OPMERKING: de AQUILUX-beschermplaten die zijnbevestigd op de ribben, moeten worden verwijderdvoordat de unit wordt gestart.
MODELLEN A B C D
FC/FH/FG/FD
85 !!!!! 140 1400 2000 1400 2300
160 & 190 2000 2000 2000 2300
FX
25 & 30 * 1100 * 1700
85 !!!!! 140 * 1300 * 2300
70 !!!!! 100 * 1700 * 2300
110 !!!!! 170 * 2000 * 2300
* : op basis van de aansluiting
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 17
2
INSTALLATIE OP EEN DAKMONTAGEFRAME
Aangezien niveaus kunnen worden versteld, moet u devolgende aanbevelingen in acht nemen voor een juisteinstallatie van de apparatuur.
Zorg allereerst dat alle verstelbare retourluchtopeningennaar buiten wijzen (1-afbeelding 3). Deze zijn gewoonlijkbinnenstebuiten gekeerd voor transport.
Plaats het dakmontageframe op de raveelbalk dooreerst de inlaat en vervolgens de uitlaat op elkaar uit telijnen. (2 - zie afbeelding 4).
Als het frame waterpas is, zet u de flappen vast aan deraveelbalk (afbeelding 5).
1
Afbeelding 3
Afbeelding 4
Afbeelding 5
Pagina 18 - IOM - FLEXY - 0704 -D
INSTALLATIE OP EEN DAKMONTAGEFRAME
Als het frame juist is geplaatst, is het vanessentieel belang dat het geheel wordtvastgezet met een lasnaad (20 tot 30 mm. voorelke 200 mm.) langs de buitenzijde, of meteen alternatieve methode (1 - afbeelding 6).
Montageverbinding (1 - afbeelding 7)
Isoleer het frame voordat u het installeert. Wij raden een minimaletoepassing van 25 mm dik isolatiemateriaal aan.Controleer of de bedekking continu en waterdicht is (2 - afbeelding 7).
WAARSCHUWING: Om effectief te zijn, moet deze achter de opstaanderand eindigen (3 - afbeelding 7)
Voordat u de apparatuur installeert moet u ervoor zorgen dat de afdichtingen niet zijn beschadigd.Eenmaal in positie, moet de onderkant van de apparatuur horizontaal en tegen de roofcurb liggen, zoals in afbeelding 8is aangeduid.
De installateur moet voldoen aan de standaarden en specificaties van de plaatselijke verordeningen.
1
23
Afbeelding 7
Afbeelding 8
1Afbeelding 6
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 19
INSTALLATIE OP POTEN
De eenheid kan op hoekpoten worden geïnstalleerd met behulp van het bijgeleverde frame. De mininumhoogte van depoten moet 400mm zijn.
Pagina 20 - IOM - FLEXY - 0704 -D
INGEBRUIKSTELLING
DEZE WERKZAAMHEDEN MOGENUITSLUITEND DOOR OPGELEIDEKOELMONTEURS UITGEVOERD TEWORDEN.
VUL HET INGEBRUIKSTELLINGSRAPPORTIN TERWIJL U BEZIG BENT
VÓÓR AANSLUITING OP NETSPANNING:- Controleer of de stroomvoorziening tussen het gebouwen de unit voldoet aan de lokale verordeningen en of dekabel voldoet aan de opstart- en bedrijfsvoorwaarden.
CONTROLEER OF DE STROOMVOORZIENINGBESTAAT UIT 3 FASEN EN EEN NUL-LEIDERALS DE UNIT IS UITGERUST MET EENAFZUIGVENTILATOR.
- Controleer of de volgende kabelverbindingen stevig vastzitten: hoofdschakelaarverbindingen, netstroomkabels diezijn gekoppeld aan de schakelaars enstroomonderbrekers en de kabels in het 24-volts
stuurstroomcircuit.
PRELIMINARY CHECKS
- Controleer of de aandrijfmotoren goed vastzitten.
- Controleer of de instelbare takelblokken vastzitten en ofde snaar met de juiste transmissie is gespannen.Raadpleeg de volgende sectie voor gedetailleerdeinformatie.
- Controleer aan de hand van het schema van deelektrische bedrading de conformiteit van de elektrischebeveiligingen (instellingen van de stroomonderbreker ende aanwezigheid en nominale waarde van zekeringen).
- Controleer de verbindingen met de temperatuursensor.
DE UNIT STARTEN
Op dit punt moeten de stroomonderbrekers open zijn
U hebt een DS50-onderhoudsregelaar of Climalook meteen geschikte interface nodig.
De jumpers zijn in de fabriek ingesteld en de
configuratieschakelaars worden afgesteld op het type unit.
Sluit de CLIMATIC-diplays aan.
Sluit de 24-volts stuurstroomonderbrekers aan.
De CLIMATIC 50 start na 30 seconden.
LanguageLanguageLanguageLanguageLanguage or
ENGLISHENGLISHENGLISHENGLISHENGLISHRT 050.001RT 050.001RT 050.001RT 050.001RT 050.001
BIOS 0000 Boot 0000BIOS 0000 Boot 0000BIOS 0000 Boot 0000BIOS 0000 Boot 0000BIOS 0000 Boot 0000
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 21
- Als nu slechts één van de onderdelen in de verkeerderichting draait, schakelt u de stroom uit met descheidingsschakelaar van de unit (indien aanwezig) enverwisselt u twee van de fasen van het onderdeel op hetaansluitblok in het elektrische paneel.
- Controleer of de hoeveelheid stroom die wordt gebruikt,overeenstemt met de waarde op het typeplaatje. Doe ditmet name voor de toevoerventilator (kijk op pagina 24).
- Indien de waarden op de ventilator buiten de gespecificeerdelimieten vallen, wijst dit gewoonlijk op een abnormaal sterkeluchtstroom die de levensduur en de thermodynamische werkingvan de unit nadelig zal beïnvloeden. Hierdoor wordt ook de kansgroter dat er water in de unit binnenkomt. Lees in de sectie "Deluchtstroom balanceren" hoe u dit probleem kunt oplossen.
Bevestig nu de manometers op het koelcircuit
TEST UITVOEREN
Start de unit in de koelingsmodus
Thermodynamische waarden op manometers en veelvoorkomende omgevingsomstandigheden
Hier worden geen waarden vermeld. De waarden zijnafhankelijk van de klimatologische omstandigheden in enbuiten het gebouw op het moment van werking. Eenervaren koelmonteur ziet echter wanneer de machine nietgoed functioneert.
Veiligheidstest
- Controleer de detectietest "Dirty filter" (Vuil filter) voor deluchtdrukschakelaar (indien gemonteerd): verander deinstellingswaarde (menupagina 3413 op de DS50) met betrekkingtot de luchtdrukwaarde. Kijk hoe de CLIMATIC reageert.
- Dezelfde procedure kan worden gebruikt voor de detectievan een "Missing Filter" (Ontbrekend filter) (menupagina3412) of voor "Air Flow Detection" (Luchtstroomdetectie)(menupagina 3411).
- Controleer de rookdetectiefunctie (indien gemonteerd)
- Druk op de testknop om de Brandmelder te controleren(indien gemonteerd).
- Koppel de stroomonderbrekers van de condensorventilatorenlos en controleer de hogedrukonderbrekingspunten opverschillende koelcircuits.
Omgekeerde draaitest
Deze test is ontworpen om te controleren of de 4-wegomschakelkleppen van omkeerbarewarmtepompsystemen goed werken. Start de omgekeerdecyclus door de drempelwaarden voor warm of koud aan tepassen overeenkomstig de omstandigheden binnen en buitenop het moment van testen (menu 3320).
HOGEDRUKAAN-
SLUITING
CIRCUIT N°2
LAGEDRUKAAN-
SLUITING
CIRCUIT N°2
INGEBRUIKSTELLING
Reset de DAD photo (indien aanwezig).
Controleer de bedieningsinstellingen en pas ze aan.
Raadpleeg de sectie over de bediening in dezehandleiding om de verschillende parameters in te stellen.
DE UNIT VAN STROOM VOORZIEN
- Schakel de stroom van de unit in door descheidingsschakelaar te sluiten (indien aanwezig). - Op ditpunt moet u de ventilator starten tenzij de Climatic deschakelaar niet van stroom voorziet. In dit speciale gevalkan de ventilator worden geforceerd door eenbrugverbinding te maken tussen poort NO7 en C7 opaansluiting J14 op de Climatic. Als de ventilator eenmaaldraait, controleert u of de draairichting klopt. Kijk om dit tecontroleren naar de draaipijl die zich op de ventilor bevindt.
- De draairichting van de ventilatoren en compressorenwordt na productie getest. Ze draaien daarom allemaal ofin de goede, of in de verkeerde draairichting.
NB: een compressor die in de verkeerde richting draait,werkt niet.
- Draait de ventilator in de verkeerde richting (de juisterichting wordt getoond in afbeelding nr. 9), sluit dan destroomtoevoer naar de machine af met dehoofdschakelaar in het gebouw, verwissel twee fasen enherhaal de voorgaande procedure.
- Sluit alle stroomonderbrekers en schakel de stroom vande unit in, verwijder de brugverbinding op aansluiting J14,als deze is aangebracht.
Afbeelding . 9
Pagina 22 - IOM - FLEXY - 0704 -D
VENTILATIE
De riemen moeten altijd worden vervangen als:
- de schijf op de maximum stand staat,
- het rubber van de riem is versleten of de draad zichtbaar is.
Vervangende riemen moeten van hetzelfde nominale formaat zijn als de riemendie u vervangt.Als een transmissiesysteem verschillende riemen heeft, moeten ze allemaal vandezelfde fabricagegroep zijn (vergelijk de serienummers).
NB:Een onderspannen snaar slipt, wordt heet en slijt vroegtijdig. Indien de snaardaarentegen te strak gespannen is, zal deze door de druk op de lagers oververhitraken en vroegtijdig slijten. Ook slechte uitlijning is de oorzaak van vroegtijdigeslijtage.
A P
Afbeelding 10
SNAARSPANNING
Bij levering zijn de riemschijven nieuw en correct gespannen. Na de eerste50 draaiuren moet de spanning worden gecontroleerd en bijgesteld. 80% van detotale uitrekking van riemen vindt voornamelijk plaats gedurende de eerste15 draaiuren.
Voordat u de spanning bijstelt, moet u controleren of de riemschijven correct zijnuitgelijnd.Als u de snaar wilt spannen, stelt u de hoogte van de motorsteunplaat in met deplaatafstelschroeven.
De aanbevolen doorbuiging is 16 mm per meter van midden tot midden.
Controleer of volgens het onderstaande diagram (afbeelding 10) de volgendeverhouding hetzelfde blijft.
P (m)= 20
A (mm)
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 23
VENTILATIE: RIEMSCHIJVEN
RIEMSCHIJVEN MONTEREN ENAFSTELLEN
Ventilatorriemschijven verwijderenVerwijder de twee schroeven en plaats er een in deextractieschroefdraad.
Schroef deze volledig in. De naaf en de snaarschijfkomen los.
Verwijder de naaf en de snaarschijf met de hand, zonder demachine te beschadigen.
Ventilatorriemschijven installerenMaak de as, naaf en kegelvormige kern van de snaarschijfschoon en vetvrij. Smeer de schroeven en installeer de naafen snaarschijf. Zet de schroeven terug zonder ze aan tedraaien.
Plaats de eenheid op de as zet de schroeven om en om, engelijkmatig vast. Tik met een houten hamer op de voorkantvan de naaf om het geheel op zijn plaats te houden. Draai deschroeven aan tot 30 Nm.
Neem de naaf in beide handen en beweeg deze krachtigheen en weer, om ervoor te zorgen dat alles op zijn plaats zit.Vul de gaten met vet ter bescherming.
NB: Tijdens de installatie mag de sleutel nooit uit de groefsteken.Controleer na 50 draaiuren of de schroeven nog op hunplaats zitten.
Snaarschijfmotor installeren en verwijderenDe snaarschijf wordt op zijn plaats gehouden door de sleutelen een schroef in de groef. Verwijder na het ontgrendelendeze schroef door aan de asstang te trekken (indien nodig,gebruik een houten hamer en tik gelijkmatig op de naaf omdeze te verwijderen)U zet alles weer in omgekeerde volgorde in elkaar, nadat ude motoras en de snaarschijfkern schoon en vetvrij hebtgemaakt.
Riemschijven uitlijnenNa het afstellen van een of beide riemschijven, controleert ude uitlijning van de aandrijving met een liniaal aan debinnenzijde van de twee riemschijven.
OPMERKING: De garantie kan worden beïnvloedt als detransmissie wordt gewijzigd zonder dat u daarvoor eersttoestemming hebt verkregen.
Pagina 24 - IOM - FLEXY - 0704 -D
De daadwerkelijke weerstand van kanaalsystemen is niet altijd identiek aan de berekende theoretische waarden. Om dit terectificeren, kan het nodig zijn om de snaarschijf en de rieminstelling aan te passen. Hiertoe zijn de motoren uitgerust metvariabele riemschijven.
Meet de hoeveelheid geabsorbeerde ampèresAls de hoeveelheid geabsorbeerde ampères hoger is dan de vermelde waarden, heeft uw systeem een lagere drukval danis voorzien. Maak de luchtstroom kleiner door het aantal toeren per minuut (tpm) te verminderen. Als de systeemweerstandbeduidend lager is dan normaal, bestaat de kans dat de motor oververhit raakt en er een stroomstoring optreedt.
Als de hoeveelheid geabsorbeerde ampères lager is dan de vermelde waarden, heeft uw systeem een hogere drukval danis voorzien. Maak de luchtstroom groter door het aantal toeren per minuut (tpm) te verhogen. Tegelijkertijd wordt hetgeabsorbeerde vermogen verhoogd, wat tot gevolg kan hebben dat een grotere motor moet worden geïnstalleerd.
Als u de aanpassing wilt uitvoeren en geen tijd wilt verliezen met opnieuw opstarten, stopt u de machine en vergrendelt ueventueel de hoofdschakelaar.Maak de 4 inbus schroeven op de snaarschijf los (zie afbeelding 11).
0,5 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5,0 5,5
8450 /120
95 116 5 113,9 111,8 109,7 107,6 105,5 103,4 101,3 99,2 97,1 95,0 -
D8450 20,2 28,0 5 21,0 21,8 22,5 23,3 24,1 24,9 25,7 26,4 27,2 28,0 -
8550 /136
110 131 5 128,9 126,8 124,7 122,6 120,5 118,4 116,3 114,2 112,1 110,0
D8550 20,6 31,2 5 21,6 22,7 23,8 24,8 25,9 26,9 28,0 29,1 30,1 31,2 -
8670171
145 166 5 163,9 161,8 159,7 157,6 155,5 153,4 151,3 149,2 147,1 145,0 -
D8670 20,5 31,1 5 21,5 22,7 23,8 24,8 25,7 26,9 27,9 29,0 30,0 31,1 -
U kunt de rotatiesnelheid van de ventilator het gemakkelijkstemeten met een tachometer. Als zo’n meter niet beschikbaar is, kanhet tpm van de ventilator worden geschat met de volgende tweemethoden.
Eerste methode terwijl de snaarschijf op zijn plaats vastzit:
L
Meet de afstand tussen de twee buitenvlakken van desnaarschijf.
Aan de hand van tabel 1 kan de daadwerkelijke diametervan de snaarschijfmotor worden geschat
INBUSSLEUTEL 4
DE LUCHTSTROOM BALANCEREN
Externetype
Externediameter
van
Min Ø/
Min afst.
Max Ø/
Max afst.
aantalomwentelingenvanaf vollediggesloten tot
vollediggeopend
Actual Ø (DM) or distance between faces for a givennumber of turns from fully closed with SPA belt in (mm)
Afbeelding 11
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 25
DE LUCHTSTROOM BALANCEREN
Tweede methode bij het afstellen van de snaarschijf:- Sluit de snaarschijf volledig en tel het aantal
omwentelingen vanaf de volledig gesloten positie.Bepaal aan de hand van tabel 2 de daadwerkelijkediameter van de snaarschijfmotor.
- Leg de diameter van de vaste ventilatorsnaarschijf (DF) vast.
- Bepaal de rotatiesnelheid van de ventilator aan dehand van de volgende formule:
tpm VENTILATOR = tpm MOTOR x DM / DF
Waarbij:
tpm MOTOR : ........ vanaf de motorplaat of uit tabel 2
DM : ....................... uit tabel 2
DF: ........................ van de machineZijn de riemschijven eenmaal afgesteld en is de riemgecontroleerd en gespannen, start dan de ventilatormotor enleg het aantal ampères en het voltage vast tussen de fasen:Uitgaande van de gemeten waarden en tabel 2
- Theoretisch mechanisch vermogen bij de as van de ventilator:
Pmeca ventilator= P meca Motor x η TransmissiePmeca ventilator= Pelec x η meca motor x η Transmissie
Pmeca ventilator= V x I x √3 x cosϕ x η meca motor x η Transmissie
This formula can be approximated in this way
Pmeca ventilator = V x I x 1.73 x 0.85 x 0.76 x 0.9
Met de waarde voor "tpm" van de ventilator en het mechanischvermogen bij de as van de ventilator kunnen een instelpunten de geleverde luchtstroom worden geschat aan de handvan de ventilator curven.
LUCHTSTROOM EN ESP CONTROLEREN
Aan de hand van de ventilatorcurven op pagina 25, 26 en 27kunnen nu de luchtstroom, de totale beschikbare druk (PTOT)en de corresponderende dynamische druk (Pd) wordengeschat voor een specifiek instelpunt;
De volgende stap bestaat uit het schatten van het drukverliesvoor de hele unit.Deze schatting kan worden gemaakt met behulp van de"vuil-filter-druksensor" en de tabel met drukvalwaarden vooraccessoires:Ook kan worden aangenomen dat de drukval als gevolg vande kanaalinlaat in de unit op het dak 20 tot 30 Pa is.
∆PINT
= ∆P filter + batterij + P Inlaat + ∆P Opties
Op basis van de bovenstaande resultaten kan de externestatische druk (External Static Pressure, ESP) worden geschat:
ESP = PTOT - Pd - ∆PINT
Tabel 3 - Informatie motor
Motorgrootte Nom. Snelheid Cos meca motor
0,75°kW 1400 tpm 0,77 0,70
1,1°kW 1425°rpm 0,82 0,77
1,5°kW 1430 tpm 0,81 0,75
2,2°kW 1430 tpm 0,81 0,76
3,0°kW 1425°rpm 0,78 0,77
4°kW 1425°rpm 0,79 0,80
5,5°kW 1430 tpm 0,82 0,82
Economiser EU7 Warmwater batterij Elektrisch verwarmingselement Roofcurb Horizontaal Gas
100% open Filter S H S H Basisframe Roofcurb H
MAAT Luchtstroom (m3/u) (Pa) (Pa) (Pa) (Pa) (Pa) (Pa) (Pa) (Pa) (Pa)
Min. 14 000 8 73 8 16 5 8 18 44 7
85 Nom. 16 000 10 113 13 25 8 8 26 57 10
Max. 22 000 16 159 18 36 8 10 32 109 12
Min. 16 000 10 93 10 20 8 10 26 57 10
100 Nom. 20 000 14 135 15 30 10 13 32 90 12
Max. 22 000 16 159 18 36 13 15 38 109 15
Min. 18 000 12 113 13 25 10 13 32 33 29
120 Nom. 22 000 16 159 18 36 13 15 38 49 35
Max. 24 000 18 184 21 41 15 18 44 58 40
Min. 20 000 14 135 15 30 10 15 35 40 31
140 Nom. 24 000 18 184 21 41 15 18 46 58 40
Max. 25 000 19 197 22 44 15 20 50 63 43
Min. 22 000 16 87 9 18 8 8 24 49 45
160 Nom. 28 000 22 132 13 27 8 10 30 79 56
Max. 32 000 26 165 17 34 13 13 34 103 64
Min. 24 000 18 101 10 20 10 10 34 58 64
190 Nom. 33 000 27 174 18 36 13 13 41 109 77
Max. 36 000 30 201 21 41 13 15 48 130 89
Tabel 4 - Drukvalwaarden voor accessoires
Pagina 26 - IOM - FLEXY - 0704 -D
DE LUCHTSTROOM BALANCEREN
VOORBEELDDe unit die in dit voorbeeld wordt gebruikt, is een FHK 120N met standaardtoevoer en retourluchtstroomconfiguratie. Tevensuitgerust met een economiser en een elektrisch verwarmingselement van type H.Uitgerust met 2 AT 18-18 -ventilatoren, waarvan de curve op pagina 35 wordt weergegeven, en twee 2,2 kW-motoren.
Elke motor beschikt over:
- Toeren per minuut motor: 1430 tpm
- cos ϕ = 0,81- Spanning = 400 V
- Vermogen = 4,68A
Pmech vent = V x I x √√√√√ 3 x cosϕ ϕ ϕ ϕ ϕ x ηηηηηmech motor x ηηηηηTransmissie= 400 x 4.68 x √√√√√ 3 x 0.81 x 0.76 x 0.9 = 1,79 kW
De unit is ook uitgerust met 2 transmissiesets 1
- Vaste ventilatorsnaarschijf: 250 mm
- Motorinstelbare snaarschijf type "8450" geopend na 1 omwenteling vanuit volledig gesloten positie of gemetenafstand tussen eindplaten van snaarschijf is 21,8 mm: aan de hand van tabel xxx kan worden vastgesteld dat demotorsnaarschijf een diameter van 111,8 mm heeft.
rpm VENTILATOR = rpm MOTOR x DM / DF = 1430 x 118,2 / 250 = 640 tpm
Met behulp van de ventilatorcurve hieronder kan het instelpunt worden gelokaliseerd.
Voor een eenvoudige berekening is het niet fout om ervan uit te gaan dat de beschikbare externe statische druk bestaat uitéén ventilator die de helft van de nominale stroming verschaft (in dit geval 11.000 m3/u)
Vast kan worden gesteld dat elke ventilator ongeveer 11.000 m3/u levert met een totale druk van PTOT = 400 Pa.
640400
11
85 Pa
AT 18-18
Het drukverlies in de unit is de som vanalle drukverliezen in de verschillendeonderdelen van een unit:
- Batterij en filter (gemeten) = 105 Pa
- Inlaat in de unit = 30 Pa
- Opties = 16 Pa voor de economiseren 13 Pa voor het elektrischeverwarmingselement H
∆P = 105 + 16 + 13 + 30 = 163 Pa
De dynamische druk bij 11.000 m3/uwordt onder aan de ventilatorcurvegegeven (pagina 26)
Pd = 85 Pa
De beschikbare externe statische drukis derhalve
ESP = PTOT - Pd - ∆PINT= 400 - 85 - 163 = 152 Pa
Afbeelding 24
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 27
DE LUCHTSTROOM BALANCEREN
KIT TYPE VENTILATOR CURVENR AFBEELDING
ENKELVOUDIG DUBBEL OP PAGINA
FC/FH/FD... 120 - StandaardK1 - AT 18-18 S 35
K2 - AT 18-18 S 35
K3 - AT 18-18 S 35
K4 - AT 18-18 S 35
K5 - AT 18-18 S 35
K6 - AT 18-18 S 35
K7 - AT 18-18 S 35
K8 - AT 18-18 S 35
K9 - AT 18-18 S 35
FFC/FH/FD... 140 - StandaardK1 - AT 18-18 S 35
K2 - AT 18-18 S 35
K3 - AT 18-18 S 35
K4 - AT 18-18 S 35
K5 - AT 18-18 S 35
K6 - AT 18-18 S 35
K7 - AT 18-18 S 35
K8 - AT 18-18 S 35
K9 - AT 18-18 S 35
FC/FH/FD... 160 - StandaardK1 - AT 18-18 S 35
K2 - AT 18-18 S 35
K3 - AT 18-18 S 35
K4 - AT 18-18 S 35
K5 - AT 18-18 S 35
K6 - AT 18-18 S 35
K7 - AT 18-18 S 35
K8 - AT 18-18 S 35
K9 - AT 18-18 S 35
K10 - AT 18-18 S 35
FC/FH/FD... 190 - StandaardK1 - AT 18-18 S 35
K2 - AT 18-18 S 35
K3 - AT 18-18 S 35
K4 - AT 18-18 S 35
K5 - AT 18-18 S 35
K6 - AT 18-18 S 35
K7 - AT 18-18 S 35
K8 - AT 18-18 S 35
K9 - AT 18-18 S 35
K10 - AT 18-18 S 35
KIT TYPE VENTILATOR CURVENR AFBEELDING
ENKELVOUDIG DUBBEL OP PAGINA
FC/FH/FD... 085 - StandaardK1 AT 15-15 G2L - 33(*)
K2 AT 15-15 G2L - 33(*)
K3 AT 15-15 G2L - 33(*)
K4 AT 15-15 G2L - 33(*)
K5 AT 15-15 G2L - 33(*)
K6 AT 15-15 G2L - 33(*)
K7 AT 15-15 G2L - 33(*)
K8 AT 15-15 G2L - 33(*)
K9 - AT 15-15 S 33
K10 AT 15-15 G2L - 33(*)
K11 - AT 15-15 S 33
K12 AT 15-15 G2L - 33(*)
K13 - AT 15-15 S 33
FC/FH/FD... 100 - StandaardK1 AT 15-15 G2L - 33(*)
K2 AT 15-15 G2L - 33(*)
K3 AT 15-15 G2L - 33(*)
K4 AT 15-15 G2L - 33(*)
K5 AT 15-15 G2L - 33(*)
K6 - AT 15-15 S 33
K7 AT 15-15 G2L - 33(*)
K8 - AT 15-15 S 33(*)
K9 AT 15-15 G2L - 33(*)
(*) De prestaties van dubbele ventilatorunits kunnen worden berekend op basis van het overeenkomstige instellingspuntvoor één ventilator (zie de volgende afbeelding) en de toepassing van de onderstaande formules.- druk: PTwin = P x 1- volume doorstroomsnelheid: Qb = Q x 2- bladvermogen: Wb = W x 2,15- ventilatorsnelheid: Nb = N x 1,05
- Lws: Lwsb = Lws + 3 dB
Pagina 28 - IOM - FLEXY - 0704 -D
DE LUCHTSTROOM BALANCEREN
KIT TYPE VENTILATOR CURVENR AFBEELDING
ENKELVOUDIG DUBBEL OP PAGINA
FC/FH/FD... 085 - afvoer aan de zijkantK14 - AT 15-15 S 33
K15 - AT 15-15 S 33
K16 - AT 15-15 S 33
K17 - AT 15-15 S 33
K18 - AT 15-15 S 33
K19 - AT 15-15 S 33
K20 - AT 15-15 S 33
K21 - AT 15-15 S 33
FC/FH/FD... 100 - afvoer aan de zijkantK10 - AT 15-15 S 33
K11 - AT 15-15 S 33
K12 - AT 15-15 S 33
K13 - AT 15-15 S 33
K14 - AT 15-15 S 33
K15 - AT 15-15 S 33
K16 - AT 15-15 S 33
K17 - AT 15-15 S 33
K18 - AT 15-15 S 33
K19 - AT 15-15 S 33
FC/FH/FD... 120 - afvoer aan de zijkantK10 - AT 18-13 S 34
K11 - AT 18-13 S 34
K12 - AT 18-13 S 34
K13 - AT 18-13 S 34
K14 - AT 18-13 S 34
K15 - AT 18-13 S 34
K16 - AT 18-13 S 34
K17 - AT 18-13 S 34
K18 - AT 18-13 S 34
FC/FH/FD... 140 - afvoer aan de zijkantK10 - AT 18-13 S 34
K11 - AT 18-13 S 34
K12 - AT 18-13 S 34
K13 - AT 18-13 S 34
K14 - AT 18-13 S 34
K15 - AT 18-13 S 34
K16 - AT 18-13 S 34
K17 - AT 18-13 S 34
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 29
DE LUCHTSTROOM BALANCEREN
KIT TYPE VENTILATOR CURVENR AFBEELDING
ENKELVOUDIG DUBBEL OP PAGINA
FG... 120 - GasK1 - ADN 400 38
K2 - ADN 400 38
K3 - ADN 400 38
K4 - ADN 400 38
K5 - ADN 400 38
K6 - ADN 400 38
K7 - ADN 400 38
K8 - ADN 400 38
FG... 138 - GasK1 - ADN 400 38
K2 - ADN 400 38
K3 - ADN 400 38
K4 - ADN 400 38
K5 - ADN 400 38
FG... 160 - GasK1 - ADN 450 L 39
K2 - ADN 450 L 39
K3 - ADN 450 L 39
K4 - ADN 450 L 39
K5 - ADN 450 L 39
K6 - ADN 450 L 39
K7 - ADN 450 L 39
K8 - ADN 450 L 39
K9 - ADN 450 L 39
K10 - ADN 450 L 39
FG... 190 - GasK1 - ADN 450 L 39
K2 - ADN 450 L 39
K3 - ADN 450 L 39
K4 - ADN 450 L 39
K5 - ADN 450 L 39
K6 - ADN 450 L 39
K7 - ADN 450 L 39
K8 - ADN 450 L 39
K9 - ADN 450 L 39
K10 - RDN 450 K 36
KIT TYPE VENTILATOR CURVENR AFBEELDING
ENKELVOUDIG DUBBEL OP PAGINA
FG... 085 - GasK1 - AT 15-15 S 33
K2 - AT 15-15 S 33
K3 - AT 15-15 S 33
K4 - AT 15-15 S 33
K5 - ADN 355L 37
K6 - AT 15-15 S 33
K7 - ADN 355L 37
K8 - AT 15-15 S 33
K9 - AT 15-15 S 33
K10 - ADN 355L 37
K11 - ADN 355L 37
FG... 100 - GasK1 - AT 15-15 S 33
K2 - AT 15-15 S 33
K3 - AT 15-15 S 33
K4 - AT 15-15 S 33
K5 - ADN 355L 37
K6 - AT 15-15 S 33
K7 - AT 15-15 S 33
K8 - ADN 355L 37
K9 - AT 15-15 S 33
K10 - ADN 355L 37
Pagina 30 - IOM - FLEXY - 0704 -D
LUCHTSTROOM BALANCEREN
KIT TYPE VENTILATOR CURVENR AFBEELDING
ENKELVOUDIG DUBBEL OP PAGINA
FX... 025 BinnenK1 AT 12-12 S - 32
K2 AT 12-12 S - 32
K3 AT 12-12 S - 32
K4 AT 12-12 S - 32
K5 AT 12-12 S - 32
K6 AT 12-12 S - 32
K7 AT 12-12 S - 32
K8 AT 12-12 S - 32
K9 AT 12-12 S - 32
K10 AT 12-12 S - 32
FX.. 030 BinnenK1 AT 12-12 S - 32
K2 AT 12-12 S - 32
K3 AT 12-12 S - 32
K4 AT 12-12 S - 32
K5 AT 12-12 S - 32
K6 AT 12-12 S - 32
K7 AT 12-12 S - 32
K8 AT 12-12 S - 32
K9 AT 12-12 S - 32
K10 AT 12-12 S - 32
FX... 035 BinnenK1 AT 15-15 S - 33
K2 AT 15-15 S - 33
K3 AT 15-15 S - 33
K4 AT 15-15 S - 33
K5 AT 15-15 S - 33
K6 AT 15-15 S - 33
K7 AT 15-15 S - 33
K8 AT 15-15 S - 33
FX... 040 Binnen
K1 AT 15-15 S - 33
K2 AT 15-15 S - 33
K3 AT 15-15 S - 33
K4 AT 15-15 S - 33
K5 AT 15-15 S - 33
K6 AT 15-15 S - 33
K7 AT 15-15 S - 33
K8 AT 15-15 S - 33
K9 AT 15-15 S - 33
K10 AT 15-15 S - 33
FX... 055 BinnenK1 AT 15-15 S - 33
K2 AT 15-15 S - 33
K3 AT 15-15 S - 33
K4 AT 15-15 S - 33
K5 AT 15-15 S - 33
K6 AT 15-15 S - 33
K7 AT 15-15 S - 33
K8 AT 15-15 S - 33
K9 AT 15-15 S - 33
K10 AT 15-15 S - 33
KIT TYPE VENTILATOR CURVENR AFBEELDING
ENKELVOUDIG DUBBEL OP PAGINA
FX... 070 BinnenK1 AT 18-18 S - 35
K2 AT 18-18 S - 35K3 AT 18-18 S - 35K4 AT 18-18 S - 35
K5 AT 18-18 S - 35K6 AT 18-18 S - 35
K7 AT 18-18 S - 35K8 AT 18-18 S - 35K9 AT 18-18 S - 35
K10 AT 18-18 S - 35K11 AT 18-18 S - 35
FX... 085 BinnenK1 AT 18-18 S - 35K2 AT 18-18 S - 35
K3 AT 18-18 S - 35K4 AT 18-18 S - 35K5 AT 18-18 S - 35
K6 AT 18-18 S - 35K7 AT 18-18 S - 35
K8 AT 18-18 S - 35K9 AT 18-18 S - 35
FX... 0100 BinnenK1 AT 18-18 S - 35K2 AT 18-18 S - 35K3 AT 18-18 S - 35
K4 AT 18-18 S - 35K5 AT 18-18 S - 35K6 AT 18-18 S - 35
K7 AT 18-18 S - 35
FX... 110 BinnenK1 - AT 18-18 S 35K2 - AT 18-18 S 35K3 - AT 18-18 S 35
K4 - AT 18-18 S 35K5 - AT 18-18 S 35K6 - AT 18-18 S 35
K7 - AT 18-18 S 35
FX... 140 BinnenK1 - AT 18-18 S 35
K2 - AT 18-18 S 35K3 - AT 18-18 S 35K4 - AT 18-18 S 35
K5 - AT 18-18 S 35K6 - AT 18-18 S 35
K7 - AT 18-18 S 35K8 - AT 18-18 S 35
FX... 170 BinnenK1 - AT 18-18 S 35K2 - AT 18-18 S 35K3 - AT 18-18 S 35
K4 - AT 18-18 S 35K5 - AT 18-18 S 35K6 - AT 18-18 S 35
K7 - AT 18-18 S 35
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 31
LUCHTSTROOM BALANCEREN
KIT TYPE VENTILATOR CURVENR AFBEELDING
ENKELVOUDIG DUBBEL OP PAGINA
FX... 085 BuitenK1 AT 18-18 S - 35
K2 AT 18-18 S - 35
K3 AT 18-18 S - 35
K4 AT 18-18 S - 35
K5 AT 18-18 S - 35
FX... 100 BuitenK1 - AT 15-15 S 33
K2 - AT 15-15 S 33
K3 - AT 15-15 S 33
K4 - AT 15-15 S 33
K5 - AT 15-15 S 33
FX... 110 BuitenK1 AT 18-18 S - 35
K2 AT 18-18 S - 35
K3 AT 18-18 S - 35
K4 AT 18-18 S - 35
K5 AT 18-18 S - 35
K6 AT 18-18 S - 35
FX... 140 BuitenK1 AT 18-18 S - 35
K2 AT 18-18 S - 35
K3 AT 18-18 S - 35
K4 AT 18-18 S - 35
K5 AT 18-18 S - 35
FX... 170 BuitenK1 AT 18-18 S - 35
K2 AT 18-18 S - 35
K3 AT 18-18 S - 35
K4 AT 18-18 S - 35
K5 AT 18-18 S - 35
KIT TYPE VENTILATOR CURVENR AFBEELDING
ENKELVOUDIG DUBBEL OP PAGINA
FX... 025 BuitenK1 AT 12-12 S - 32
K2 AT 12-12 S - 32
K3 AT 12-12 S - 32
K4 AT 12-12 S - 32
K5 AT 12-12 S - 32
K6 AT 12-12 S - 32
FX... 030 BuitenK1 AT 12-12 S - 32
K2 AT 12-12 S - 32
K3 AT 12-12 S - 32
K4 AT 12-12 S - 32
K5 AT 12-12 S - 32
FX... 035 BuitenK1 AT 15-15 S - 33
K2 AT 15-15 S - 33
K3 AT 15-15 S - 33
K4 AT 15-15 S - 33
K5 AT 15-15 S - 33
K6 AT 15-15 S - 33
K7 AT 15-15 S - 33
FX... 040 BuitenK1 AT 15-15 S - 33
K2 AT 15-15 S - 33
K3 AT 15-15 S - 33
K4 AT 15-15 S - 33
K5 AT 15-15 S - 33
K6 AT 15-15 S - 33
K7 AT 15-15 S - 33
FX... 055 BuitenK1 AT 15-15 S - 33
K2 AT 15-15 S - 33
K3 AT 15-15 S - 33
K4 AT 15-15 S - 33
K5 AT 15-15 S - 33
FX... 070 BuitenK1 AT 18-18 S - 35
K2 AT 18-18 S - 35
K3 AT 18-18 S - 35
K4 AT 18-18 S - 35
K5 AT 18-18 S - 35
K6 AT 18-18 S - 35
Pagina 32 - IOM - FLEXY - 0704 -D
LUCHTSTROOM BALANCEREN
AT 12-12 VENTILATOR
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 33
LUCHTSTROOM BALANCEREN
AT 15-15 VENTILATOR
Pagina 34 - IOM - FLEXY - 0704 -D
LUCHTSTROOM BALANCEREN
AT 18-13
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 35
LUCHTSTROOM BALANCEREN
AT 18-18 VENTILATOR
Pagina 36 - IOM - FLEXY - 0704 -D
LUCHTSTROOM BALANCEREN
RDN 450 VENTILATOR
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 37
LUCHTSTROOM BALANCEREN
ADN 355 VENTILATOR
Pagina 38 - IOM - FLEXY - 0704 -D
LUCHTSTROOM BALANCEREN
ADN 400 VENTILATOR
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 39
LUCHTSTROOM BALANCEREN
ADN 450 VENTILATOR
Pagina 40 - IOM - FLEXY - 0704 -D
filters
De CLIMATIC-controller kan het drukverlies controleren inhet filter (als de optie aanwezig is).
De volgende instellingen kunnen afhankelijk van deinstallatie worden aangepast.
"Airflow" (Luchtstroom)op pagina 3411 = 25 Pa standaard
"No filter" (Geen filter) op pagina 3412 = 50 Pa standaard
"Dirty Filter" (Vuil filter) op pagina 3413 = 250 Pa standaard
Het daadwerkelijke drukverlies dat is gemeten in debatterij, kan worden afgelezen op het Climatic-displayDS50 in menu 2131.
De volgende fouten kunnen worden opgespoord:
-Foutcode 0001 AIRFLOW FAILURE (storing in deluchtstroom), indien de gemeten ∆P in het filter en debatterij onder de waarde ligt die is ingesteld oppagina 3411.
-Foutcode 0004 DIRTY FILTERS (vuile filters), indien degemeten ∆P in het filter en de batterij boven de waarde ligtdie is ingesteld op pagina 3413.
-Foutcode 0005 MISSING FILTERS (filters ontbreken),indien de gemeten ∆P in het filter en de batterij onder dewaarde ligt die is ingesteld op pagina 3412
FILTER VERVANGEN
Nadat u het inspectieluik van de filters hebt geopend, tilt u de borghendel op.
Vervolgens kunt u de filters heel gemakkelijk verwijderen en vervangen: u schuift de vuile filters uit hun houders en uschuift de schone filters in de houders.
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 41
Huidige
1st spanning
"Boost"-invoer
Overstroomlimiet
LuchtzakOpblazen30s (5s)
Versnelling 15 tot30 sec.
AIRSOCKREGELING
uit
Afb. 42
VENTILATIE: AIRSOCK REGELING
De thermische overbelastingslimiet voor de motor legt eenstroombeperking op tijdens het versnellingsstadium. Alsdaarom de geselecteerde helling te steil is, kan de voorafgedefinieerde limiet worden bereikt: bij een knipperendrood lampje past u de potentiometer P3 aan, waarna deregelaar op basis daarvan automatisch despanningsinstelling vermindert. Als de stroom vervolgensweer onder de limiet komt, wordt de opstartcyclus hervat.
Het groene lampje schakelt zichzelf uit aan het einde vande AIRSOCK REGELING.
Veiligheid
Limiet voor overmatige vertraging
In de versnellingsfase van de motor, gaat bij eenknipperend rood lampje de motor zeer sterk langzamerdraaien en stopt deze bij een storing na 80s (rode lampjeblijft branden).
Stroombeveiliging van de Thyristor
De AIRSOCK REGELING geeft een fout weer (rode lampje)als de stroom de stroomlimieten van de thyristoroverschrijdt:
125 A gedurende 0,4 sec.
87,4 A gedurende 2 sec.
75 A gedurende 6 sec.
62, 5 A gedurende 20 sec.
AIRSOCK REGELING
Werking van de AIRSOCK REGELING
Door het gebruik van luchtzakken voor airconditioningkunnen grote luchtvolumes met een lage snelheid wordenverdeeld. Deze optie wordt steeds vaker gebruikt in veeltoepassingen. Om met deze trend mee te gaan zijn deunits uitgerust met een airsock regeling die ervoor zorgtdat de luchtzakken langzaam worden gevuld tijdens hetopstarten. BALTIC is uitgebreid met een elektronischapparaat om de ventilator langzaam te laten starten. Hetduurt maximaal 1 minuut om van 0% luchtstroming tot devolledige luchtstroming te komen.
OPSTARTENPhase rotation check
Fasedraaicontrole
Als de fasedraai niet juist is, geeft de AIRSOCK REGELINGeen fout weer (rode LED). Twee van de fasen moeten indat geval worden omgekeerd waarna de opstartcyclusopnieuw kan worden gestart.
De regelaar van de AIRSOCK REGELING geeft intwee gevallen een voortdurend brandende rodeLED weer:
- Motor niet-aanwezig (6s)
- Ontbrekende fase (6s)
Elke aanpassing van de AIRSOCK REGELING moetworden gedaan met de voeding uitgeschakeld.
Deze tijd is onderverdeeld in verscheidene stadia:
- Deze eerste spanningsinvoer is bedoeldvoor het "verwijderen van de riemen van deriemschijven": 0,5s ("BOOST")
- In het tweede stadium wordt de luchtzakopgeblazen: gedurende 30s op ongeveer halvenominale snelheid
- Tot slot wordt de druk in de luchtzakgeleidelijk opgevoerd gedurende de laatste30 seconden. De motor bereikt de nominalesnelheid en de regelaar wordt kortgesloten. Demotor wordt on line gevoed door de spanning vanhet elektrische netwerk.
De motorsnelheid wordt geregeld via het variëren van devoedingsspanning van elke fase bij een constante frequentie.
Pagina 42 - IOM - FLEXY - 0704 -D
VENTILATIE: AIRSOCK REGELING
De opstartprocedure duurt te lang.
Indien na 80s de airsock regeling niet de motor heeftgelijkgericht aan het elektrische netwerk, stopt de motor:rood lampje blijft branden.Opmerking: in het geval van een weigerende luchtzak, kande vooropblaasfase met 5 seconden wordenteruggebracht (dankzij de schakelaar, afb. 12)
Rood lampjeGroen lampje
P1: vooropblazenP2: VersnellingP1: Imax
Schakelaar
Pot
entio
met
ers
Mot
orfa
sen
Afb. 12
AIRSOCKREGELING
UITMOTOR UIT
Groene lampje = 0Rode lampje = 0
MOTOR UITGroene lampje = 1Rode lampje = 1
Stroom + regelaarAAN
Groene lampje = 1Rode lampje = 0
Regelaar AANStroom UIT
FASE-
DRAAIING
CONTROLE
T°C FoutThyristor
OK
OPBLAZENGroen lampje = 1Rode lampje = 0
VERSNELLINGGroene lampje = 1Rode lampje = 0
(Als stroomregelaarON)
REGELAAR UITmotor aangeslotenop netvoeding
NIET OK
I > I max.Snelheid = 0
T > 1 min.20 sec.I < Imin.
I > I max.Snelheid = 0T > 1 min.20 sec.I < Imin.
Regelaar uit V=0
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 43
WARMWATERBATTERIJEN
HYDRAULISCHE AANSLUITINGEN
Het verwarmingselement wordt aangesloten op deisolatieafsluiters. Twee sleutels zijn nodig om deverbindingen vast te zetten, waarbij een van de sleutels deafsluiterbehuizing vasthoudt. Als niet beide sleutels wordengebruikt, kunnen de pijpen worden beschadigd waardoorde garantie vervalt.
Ga als volgt te werk:
- Open de afsluitkranen en zet de driewegafsluiter inde middelste stand (draai het duimwiel naar demiddelste stand).
- Vul het hydraulisch systeem en ontlucht de batterij viade luchtopening(afbeelding 13).
- Controleer deaansluitingen opmogelijke lekken.
- Zet dedriewegafsluiterop automatisch.
ANTIVRIESBEVEILIGING
1) Gebruik glycolwater
GLYCOL IS DE ENIGEEFFECTIEVE BESCHERMING TEGEN BEVRIEZING
Antivries moet de unit beschermen en ijsvorming in dewinter voorkomen.Waarschuwing: antivries op basis van monoethyleenglycolheeft in combinatie met lucht een corrosieve werking.
2) Tap de installatie af
U moet ervoor zorgen dat op alle hoge punten in het systeemhandmatige of automatische ontluchtingskleppen zitten.Controleer voor u het systeem aftapt of op alle lage puntenvan het systeem aftapkranen zijn aangebracht.Om af te tappen, opent u alle kleppen en moet u nietvergeten om de unit in lucht te plaatsen.
EEN VERWARMINGSELEMENT DAT ALS GEVOLGVAN EEN LAGE OMGEVINGSTEMPERATUUR ISBEVROREN, VALT NIET ONDER DE GARANTIE.
ELEKTROLYTISCHE CORROSIE
Let goed op corrosievorming als gevolg van eenelektrolytische reactie die ontstaat door ongebalanceerderandaarde.
EEN BATTERIJ DIE DOOR EENELEKTROLYTISCHE REACTIE BESCHADIGD
IS, VALT NIET ONDER DE GARANTIE.
Afbeelding 13
Pagina 44 - IOM - FLEXY - 0704 -D
VERWARMING: gasbrander
CONTROLES VOORAFGAANDE AAN HET OPSTARTEN
OPMERKING:
WERKZAAMHEDEN AAN HET GASSYSTEEM DIENEN UITSLUITENDDOOR HIERVOOR OPGELEID PERSONEEL TE WORDEN UITGEVOERD.
DEZE UNIT MOET WORDEN GEÏNSTALLEERD CONFORM DE LOKALEVEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN EN - REGELS EN MAG UITSLUITENDWORDEN GEBRUIKT IN EEN GOED GEVENTILEERDE RUIMTE.
LEES DE INSTRUCTIES VAN DE FABRIKANT AANDACHTIGVOORDAT U EEN UNIT START.
VOORDAT U EEN UNIT MET EEN GASBRANDER IN GEBRUIK NEEMT,BENT U VERPLICHT TE CONTROLEREN OF HETGASDISTRIBUTIESYSTEEM (type gas, beschikbare druk…)COMPATIBEL IS MET DE AFSTELLING EN INSTELLINGEN VAN DE UNIT.
Controleer of er voldoende ruimte is rond de unit en of uoveral bij kunt.
- Controleer of u zich zonder problemen rond de unit kuntbewegen.
- Er moet een ruimte van minimaal één meter wordenvrijgelaten vóór de uitlaatpijp voor verbrand gas.
- De verbrandingsluchtinlaat en de uitlaat (of uitlaten) voorverbrand gas mogen op geen enkele manier wordengeblokkeerd.
Maten van toevoerleidingen in het netwerk
STEKKERAANSLUITING VOOR GASBRANDER: 3/4"
Controleer of de gastoevoerleiding de branders vanvoldoende druk en gas kan voorzien om de nominaleverwarmingsuitvoer te bieden.
Stekkeraansluiting voor gasbrander: 3/4"
GASSTROOM (voor G20 bij 20 mbar en 15°C) m3/u
Voor modulerend gas is er slechts H-vermogen voor kastC, D & E
- De gastoevoer naar een Rooftop-gasunit moet wordenaangelegd volgens correcte technische procedures enconform de lokale veiligheidsregels en -verordeningen.
- In elk geval moet de diameter van de pijpleiding die opelke Rooftop-unit is aangesloten, niet kleiner zijn dan dediameter van de aansluiting op de Rooftop-unit.
- Zorg dat er een afsluiter is geïnstalleerd voordat ELKERooftop wordt geïnstalleerd.
- Controleer of de voedingsspanning naar de uitgang vande stroomvoorziening transformator T3 van de brander:deze moet tussen 220 en 240V liggen.
DE GASBRANDER STARTEN
Ontlucht de leiding vlak bij de aansluiting op deontstekingsregelafsluiter een paar seconden.
- Controleer of de behandelings"ventilator" in de unit draait.
- Stel de regelaar in op "AAN". Hierdoor wordt degasbrander gebruikt.
- Verhoog de ingestelde temperatuur(kamertemperatuurinstelling) tot een temperatuur diehoger ligt dan de daadwerkelijke kamertemperatuur.
If incorrect sequence refer to the fault analysis table to identify the problem.
Tabel 4 - Standaard-opstartchronologie
Tijd in seconden
Acties
Regeling van de reeks acties
Afzuigventilator
Rookafzuigventilator "AAN"
Ontstekingsvonk-elektrode 4 sec.
Fire-up spark electrode 4s
Opening van de gasklep "Hoge warmte"
Vlamvoortplanting richtingde ionisatiesensor
Als ionisatie plaatsvindt binnen5 sec.: normale werking
Zo niet dan wordt er een fout gemeld op de bedieningskast voor de ontsteking
Na 5 minuten wordt een foutgemeld op de Climatic-controller
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 398
399
400
401
UNITGROOTTE 85 100 120 140 160 190
S-STROOM 5,7 5,7 11,5 11,5 11,5 11,5
H-STROOM 11,5 11,5 17,2 17,2 17,2 17,2
UNITGROOTTE 85 100 120 140 160 190
S-STROOM 1 1 2 2 2 2
H-STROOM 2 2 4 4 4 4
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 45
VERWARMING: gasbrander
DRUKAANPASSINGEN OP DE HONEYWELL
DRUKREGULERENDE KLEP TYPE VK 4105 P
Afstelling van drukregelaar met gastoevoer van300 mbar:
- De brander moet voor deze controle in de modus Hogewarmte werken.
- Plaats het slangetje van een "nauwkeurige" manometerop de inlaat drukpoort (afbeelding 14) van de gasregelklepnadat u de schroef met één draaiing hebt losgemaakt.
- Controleer de Inlaat druk en stel deze, indien nodig, bij tot20,0 mbar (G20) of 25,0 mbar voor Groningen (G25), of37,0 mbar voor propaan (G31) na ontsteking van degasbrander.
(afbeelding 15)
Afb. 14
Controle van de injectiedruk bij hoge warmte- Plaats het slangetje van een "nauwkeurige" manometerop de uitlaat poort (afbeelding 17) van de gasregelklepnadat u de schroef met één draaiing hebt losgemaakt.
- Controleer de UITLAAT druk op de klep en stel deze,indien nodig, bij tot 8,4 mbar (G 20) / 12,3mbar voorGroningen (G25) en 31,4 mbar voor propaan (G31)(afbeelding 16).
Afb. 16
Afb. 15
POORT VOORMETING
AFSTELLINGHOGE WARMTE
HIERONDER
LAGEWARMTE
AANPASSEN
Pagina 46 - IOM - FLEXY - 0704 -D
VERWARMING: gasbrander
Controle van de injectiedruk bij lage warmte
- Schakel de regelaar naar Lage warmte
- Controleer de Uitlaat druk en stel deze, indien nodig,bij tot 3,5 mbar (G20) en 5 mbar voor Groningen (G25),of 14 mbar voor propaan (G31) (afbeelding 17).
- Na het aanpassen van de lage warmte, moet u de hogewarmte opnieuw controleren
- plaats de stoppers opnieuw en sluit de drukpoorten.
Elektrische geleiding
- Check these values with an Ohmmeter..
Afb. 17
Tabel met drukaanpassingen voor elk type gas
Categorie Toevoer- Injectie bij Injectie bij
druk lage warmte hoge warmte
G20 20.0 +/-1 3.5 +/-0.1 8.4 +/-0.2
G25 (Groningue) 25.0 +/-1.3 5.0 +/-0.1 12.3 +/-0.2
G31 (GPL) 37.0 +/-1.9 14.0 +/-0.3 31.4 +/-0.6
2,90K 1,69K
Afb. 18
IOM - FLEXY - 0704 -D - Pagina 47
VERWARMING: gasbrander
VEILIGHEIDSCONTROLES BRANDER
Test van de drukschakelaar van de rookafzuiging.
- Maak, terwijl de gasbrander werkt, de flexibele slang losdie is aangesloten op het drukaftakpunt op dedrukschakelaar (afb. 19).
- De vlam moet verdwijnen en de afzuigventilator moetblijven draaien.
- Er wordt echter GEEN fout weergegeven op debedieningskast voor de gasontsteking of op de CLIMATIC.
- Nadat u de slang weer hebt aangesloten, wordt debra