CONNY GROOT CATHARSIS PRODUCTIES
EEN PERSOONLIJK EVALUATIEVERSLAG VAN TWEE JAAR WERKEN MET KOREN VANUIT VERSCHILLENDE RELIGIEUZE TRADITIES
Meisjes vaN kiNdeRkOOR NelsON MaNdela uiT de kaapveRdiaaNse paROChie 2009
vOORWOORd
Kosmopolis Rotterdam zet zich in 2009 en 2010 in om
zangers en musici uit de gebedshuizen van de havenstad
met elkaar in contact te brengen op basis van hun gedeelde
liefde voor de muziek: met eigen repertoire, het repertoire
van andere levensovertuigingen en — samen — nieuw
repertoire. In deze uitwisseling verschilt het programma
fundamenteel van de meeste programma’s met religieuze
muziek, die — hoe welklinkend ook — een opeenvolging
zijn van afzonderlijke repertoires uit afzonderlijke
levensovertuigingen. Een interreligieus programma
houdt een intensief proces van scouten, overtuigen en
enthousiasmeren in, om uiteindelijk met meer dan 400
mensen in 2009 en 2010 concerten te maken, verspreid
over de wereldlijke en religieuze plekken in wijken en
het culturele hart van Rotterdam.
Uitgangspunt is dat veel [amateur]kunst in de stad verborgen blijft achter de mu-
ren van kerken, moskeeën en tempels. Mijn zoektocht voor Kosmopolis Rotterdam
spitst zich toe op muziek. Idee is dat cultuur in de religieuze ruimte cultuur blijft
en het startpunt kan zijn voor presentaties elders in de stad. Het kan een eerste
stap zijn naar verbinding en cultuurdeelname. Spannend is het verschil in beteke-
nis tussen de devotie van religieuze muziek binnen de godshuizen en de culturele
muziek in de Kosmopolis programma’s.
Voorbeeld uit [S]preekkoren 2009 Eén van de gospelgroepen All for Jesus
studeert een nummer in met Marokkaanse moslimkinderen. Het bevat de tekst
Christ has risen from the dead. De Marokkaanse kinderen van het koor Al Wahda
maken er niet zo’n punt van. De ouders van de kinderen echter wel. Tijdens de
repetitie wordt kort overlegd en besloten de kerstversie te zingen: Christ was born in
Bethlehem, een feit dat ook door moslims wordt erkend en gewaardeerd.
Artistieke schatten zijn er te vinden, in de moskeeën, tempels en [migranten]
kerken van Rotterdam. De erkenning voor de culturele waarde van hun muziek
motiveert de mensen die er intensief mee bezig zijn. Het vergroot het cultuur-
bereik want mensen worden nu aangesproken op hun eigen bijdrage aan de
[amateur]kunst, terwijl vaak hun afwezigheid bij reguliere [gesubsidieerde] acti-
viteiten de nadruk krijgt. Als een voren ben ik door het rijke religieuze landschap
van de havenstad getrokken. Lang niet alles komt aan het licht. Voor sommige
gemeenschappen is de stap naar deelname aan een interreligieus, intercultureel
programma een ‘Erasmusbrug’ te ver. Daar gaan soms investeringen van maanden
verloren. Voor de langere termijn zijn er eerste contacten gelegd. Kinderen van
het koor Al Wahda maken er niet zo’n punt van. De ouders van de kinderen echter
wel. Tijdens de repetitie wordt kort overlegd en besloten de kerstversie te zingen:
Christ was born in Bethlehem, een feit dat ook door moslims wordt erkend en
gewaardeerd.
Na scouten en werving begint het echte werk: mensen samenbrengen en
kijken of ze iets met elkaar en de muziek van de ander kunnen. Want de keuze voor
een interreligieus programma is een keuze voor het werken met groepen binnen
hun eigen gemeenschappen. Daar blijkt dat muziek de universele taal is die een
groot deel van de verschillen overbrugt of in elk geval compromissen makkelijker
maakt. Men herkent elkaar op muzikaliteit en vindt, met de verschillen en over-
eenkomsten, een basis voor dialoog. Soefi met gospel, islam met Michael Jackson,
hindoe met zevende-dags adventisten. Het is mogelijk omdat de waardering voor
de religieus of cultureel bepaalde bijdrage de basis is van de eerste stap naar buiten.
al Wahda MeT Op de vOORGRONd heikO dijkeR MeT ledeN vaN hiNdO kOOR Olv RiChi
‘ik heb tijdens het maken van dit programma veel gehad aan mijn protestante achtergrond die het makkelijker maakte om de verschillende overtuigingen en hoeveel deze voor mensen betekenen, te begrijpen’. Rotterdam december 2011, Conny Groot programmamaker
iN kOOR 2009 en [s]preekkoren, hoor jij wat ik geloof? 2010
Culturele en religieuze verdraagzaam-heid zijn typisch Nederlandse waarden, leerden we op school. Maar sinds 11 september 2001 en de zegetocht van pim Fortuyn zoeken onderdrukte emoties zich een weg naar de opper-vlakte. Net als elders in de westerse wereld liegt het ongenoegen over immigratie en het wantrouwen tegen moslims er niet om. Wat is er in die korte tijd met Nederland gebeurd?
voorbij de onschuld Baukje Prins
10 spaaNsTaliG kOOR vaN de kaThOlieke saGRada FaMilia keRk 2010
iNdex
12 iNleidiNG14 leesWijZeR20 de pROjeCTeN eN pROCesseN62 de lesseN vaN iN kOOR eN [s]pReekkOReN76 Blik Op de TOekOMsT78 epilOOG86 deelNeMeRs88 suMMaRY iN ChOiR90 liTeRaTuuRlijsT
12
iNleidiNG
Het initiatief voor het interreligieuze korenprogramma
is van Kosmopolis Rotterdam, een jonge culturele orga-
nisatie die verschillende disciplines inzet om mensen
met uiteenlopende achtergronden te prikkelen om verder
te kijken dan beeldvorming of een eerste indruk. Kunst
is een uitstekend medium om mensen uit te nodigen de
wereld van anderen te betreden en nieuwe invloeden en
inzichten toe te laten. Kosmopolis Rotterdam doet dit vijf
jaar met inzet van cultuur, debat, en programma’s over
uiteenlopende onderwerpen.
In Utrecht en Den Haag zijn gelijknamige organisaties
waartussen een levendige samenwerking bestaat.
13
Kosmopolis Utrecht onderscheidt zich onder andere door
in een festivalvorm aandacht te geven aan het soefisme.
Voor Kosmopolis Rotterdam is het in 2008 — 2009 de
eerste keer dat zij muziek inzet om zangers en musici uit
diverse geloofsgemeenschappen te stimuleren elkaars
werelden te betreden door samen het eigen, andermans en
nieuw repertoire te zingen. Criterium in de keuze van de
groepen is dat zij uit gemeenschappen komen die vitaal en
in ontwikkeling zijn. Juist het samen zingen van repertoire
uit de religieuze muziektraditie van een ander, en met an-
dere opvattingen, brengt debat en vervolgens identificatie
op gang door herkenning op gemeenschappelijke waarden
en muzikaliteit.
de iMaM vaN de MevalaNa MOskee iN eeN iNTeRvieW MeT CONNY GROOT 2010
16
leesWijZeR
Kunstfactor was, als de landelijke instelling op het gebied
van amateurkunst en met speciale aandacht voor de relatie
tussen religie en kunstbeoefening, benieuwd naar de
lessen die geleerd kunnen worden uit een aanpak als deze.
In deze publicatie doe ik — met de doelstellingen van
Kosmopolis en Kunstfactor in gedachten — verslag van
mijn religieuze ontdekkingsreis door Rotterdam en werk-
wijze om ervaringen en expertise te delen met anderen.
Het hoofdstuk De lessen van in Koor/[S]Preekkoren is
gewijd aan het de vier W’s: Wat hebben we gedaan, met
Wie en Waar en Waarom en natuurlijk ook Hoe. Hoofdstuk
drie gaat over de ‘lessen’ die zijn geleerd: communicatie
17
en werving, en hoe intensief dat is. Leiderschap of juist
ondersteunen, is de vraag. Hoofdstuk vier kijkt naar de
toekomst. Hoe gaat nu verder? Wat gebeurt er nog met de
koren en, belangrijker, wat doen we zelf?
In de epiloog volgt een beschouwing van Sandra
Trienekens op de projecten IN KOOR/[S]preekkoren en
het voorliggende verslag. In de bijlagen zit een overzicht
van alle groepen waarmee Kosmopolis van 2008 tot en met
2010 haar programma’s heeft gemaakt.
18
Bedenk dit: wie karig zaait, zal karig oogsten; wie overvloedig zaait, zal overvloedig oogsten. laat ieder zoveel geven als hij zelf besloten heeft, zonder tegenzin of dwang, want God heeft lief wie blijmoedig geeft. kor. 9: 6-10
Ne’MaTOllahi saFialishahi suFi ORdeR 2010
20
de pROjeCTeN eN pROCesseN
Fietsend door Rotterdam, of gewoon om de hoek van mijn
werkruimte, zie ik tal van religieuze gebouwen dan wel
gebouwen die deze functie eens hadden. In het wilde weg
overal naar binnen gaan, is weinig effectief. In de bespre-
king met Kosmopolis is de selectie van de groepen, hun
muziekstijlen en religieuze origine aan bod gekomen. Gaat
het om een representatie van de verschillende mono- en
polytheïstische overtuigingen met een demografisch ver-
antwoord aandeel islam, christendom, jodendom, hindoes?
Of voeren andere criteria de boventoon?
21
‘Wij zijn opener geworden naar andere groepen. Wat betreft zang hebben we veel geleerd. Onder andere om meerstemmige nummers te zingen en om voor groepen op te treden. het lijkt ons leuk om nog eens deel te nemen aan een interreligieus muziekpro-gramma, maar het moet wel in te plannen zijn.’ Paulo Bouwman van de kaapverdiaanse groep Nelson Mandela
ChiNese kiNdeReN saMeN MeT de kiNdeReN vaN aNasheedkOOR al Wahda 2010
23
Tijdens IN KOOR [2009] gaat het om overtuigingen die dynamisch en in
ontwikkeling zijn. Veel van deze overtuigingen en hun overtuigingskracht kom ik
tegen in de wereldmuziek. Het transnationale karakter van veel migrantenkerken,
moskeeën en tempels lijkt de weg vrij te maken voor hun muziek en tevens naar
podia als IN KOOR. Soms betreft het ook totaal nieuwe kerkgenootschappen uit
de religieuze revival van onder andere Antilliaanse en Afrikaanse origine, vaak op
Amerikaanse leest geschoeid.
Om met de inventarisatie van de Rotterdamse koren te beginnen heb ik een aantal ingangen gebruikt: In 2001, toen Rotterdam Culturele Hoofdstad
werd, bracht de Rotterdamse Kunststichting het programma PREKEN VOOR
ANDERMANS PAROCHIE: een programma waarin de imam in de kerk preekte,
de priester in de moskee, de predikant in de hindoetempel. Als grote fan van het
programma heb ik weinig preken gemist. Voor IN KOOR was dit een goed start-
punt om te kijken welke gemeenschappen meededen en of er gezongen werd.
In 2008 verschijnen er twee rapporten over de effectiviteit van het welzijns-
werk binnen geloofsgemeenschappen. Hieruit blijkt dat vele miljoenen worden
bespaard doordat bijvoorbeeld verenigingen van moskeeën huiswerkbegeleiding,
opvoedbegeleiding en dergelijke bieden.1 Ook van de daarin opgenomen lijst van
betrokken genootschappen heb ik gebruik gemaakt. Ik gebruikte ingangen in het
eerder genoemde circuit van de wereldmuziek met muzikaal leiders, die zowel
binnen als buiten de geloofsgemeenschappen actief zijn. Deze muzikale invloeden
zijn te vinden op de afdeling wereldmuziek van de SKVR, het netwerk van het
WMDC en Kosmopolis, waar Karen Klijnhout, de voormalige programmeur van
het Wereldmuseum werkt.
1 keRkeN eN MOskeeëN ONdeR de WMO EEN VERKENNEND ONDERZOEK NAAR KANSEN EN bEDREIGINGEN. MAAIKE DAUTZENbERG, MARCO VAN WESTERLAAK. DSP-GROEP. Tel je ZeGeNiNGeN HET MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT VAN CHRISTELIJKE KERKEN IN ROTTERDAM EN HUN bIJDRAGE AAN DE SOCIALE COHESIE, J. CASTILLO GUERRA, M. GLASHOU- WER J. KREGTING, NIM ROTTERDAM, 2008
24
Overige ingangen vond ik in mijn eigen netwerk van zangers en sleutelfigu-
ren uit verschillende culturen. Daar zit veel kennis over de eigen geloofsgemeen-
schappen. Vaak van Caribische en Chinese origine en uit Kaapverdië.En dan
begint het proces van kennismaken. Vaak vragen kunstinstellingen mij hoe het
komt dat in de programma’s waaraan ik werk zoveel mensen van verschillende
origine meedoen. Meestal kijk ik eerst moeilijk en fluister ze dan het geheim in:
‘Achter je bureau vandaan komen.’ Beetje flauw, maar toch waar. Een wijze les van
een goede vriend, Hubert Atjak, theaterdirecteur en als Chinese Surinamer in
de jaren ’70, de eerste op een dergelijk niveau in de cultuur van Amsterdam. Hij
zei in de jaren ’80 al: ‘Conny, weet je, allochtonen zijn net mensen.’ En inderdaad,
mensen die het raar vinden als je één keer binnen komt stormen en meteen vraagt
of ze met hun ziel en zaligheid mee willen doen. Het zijn gewoon mensen die het
op prijs stellen om eerst een relatie op te bouwen. Zij willen grip hebben op hun rol
in het plan van een kunstinstelling. Wederkerigheid is in deze het sleutelwoord.
Daarom ga ik eerst naar tal van diensten om te kijken, te luisteren en te
leren. De tweede of derde keer dat ik een dienst bijwoon, komen mensen meestal
vanzelf naar me toe om te vragen of ik iets meedrink na de dienst. Dit is een goede
gelegenheid om de ideeën aan hen voor te leggen. Meestal is het wel zo dat de
muzikaal leiders van de betreffende geloofsgemeenschap graag mee willen doen,
uit trots op de prestaties van hun koren en vaak ook om de eigen zangers kansen
te bieden. Zij zijn vaak de brug naar de voorgangers en besturen. De ontvangst bij
deze laatsten is onzeker en wisselend in enthousiasme en bereidwilligheid.
Enkele voorbeelden: De Chinese zendingskerk aan de Boompjesstraat is een
grote gemeenschap waar in het Chinees en Nederlands wordt gepreekt. Uit eerdere
contacten met het Chinees Cultureel Centrum weet ik wanneer ik het beste kan
25 kiNdeRkOOR NelsON MaNdela 2009
26
gaan. Ik word allerhartelijkst ontvangen door bekenden en volg de dienst met
stijgende verbazing. Als ik dacht dat de hel en verdoemenis uit mijn jeugd erg
waren, dan word ik vervuld van medelijden met de Chinese kinderen die dat in
het kwadraat over zich heen krijgen. Het verhaal komt er in het kort op neer dat de
eindtijd aanbreekt en dat miljarden van ongelovigen zullen omkomen. De gelo-
vigen daarentegen worden zonder een fysiek spoor achter te laten opgenomen in
de hemel. Zo extreem als ik de preek ervaar, zo vriendelijk is de opvang na afloop.
Nee, men kan niet met het Kosmopolis programma meedoen, want er is veel werk
aan de winkel om de miljarden te redden. Dan leidt zo’n zangprogramma alleen
maar af. Een ander voorbeeld dat veel positiever uitpakt zijn de contacten met de
Kaapverdiaanse katholieke kerk aan de Korfmakersstraat. Deze kerk kent een
aantal koren: een kinderkoor en een koor voor volwassenen. Ze worden geleid door
musici die ook in het wereldmuziekcircuit actief zijn, onder anderen Paulo Bouw-
man en Joao Ortet. De Kaapverdiaanse gemeenschap van Rotterdam is internatio-
naal bekend om de grote talenten die zijn voorbrengt, zoals Lobrano..
27
‘Wij zijn opener geworden naar andere groepen. Wat betreft zang hebben we veel geleerd. Onder andere om meer-stemmige nummers te zingen en om voor groepen op te treden. het lijkt ons leuk om nog eens deel te nemen aan een interreligieus muziekprogramma, maar het moet wel in te plannen zijn.’
Paulo Bouwman van de kaapverdiaanse groep Nelson Mandela
28
WeRviNG eN seleCTie iN kOORHet criterium van Kosmopolis — in 2009 gaat het vooral om groepen uit religi-euze overtuigingen die dynamisch en in beweging zijn — maakt de tocht des te
interessanter. Het maakt het obligate betrekken van een representatieve dwars-
doorsnede overbodig. Want waar is de aanwas en in welke stromingen zijn interes-
sante ontwikkelingen gaande?
Welke kOReNHindoes uit Suriname zijn prominent aanwezig in de wereldmuziek en in de
mandirs. Tablaspeler Heiko Dijker geeft aan de SKVR les aan hindoeïstische kids
op zoek naar hun roots en speelt in religieuze en wereldlijke omgeving van alle
muzikale denominaties. Tijdens IN KOOR [2009] speelt hij onder meer met
Richi Dir uit de Sal Mandir.
MeeT aNd GReeT MeT MaalTijd iN hildeGaRdiskeRk isM CulTuRele kaRavaaN 2009
29
De islam is sterk vertegenwoordigd in Rotterdam met tal van Turkse,
Marokkaanse en andere moskeeën. De discussie over de rol van muziek en zang
in deze religie zorgt voor een levendig debat waarbij onder andere Tariq Ramadan
wordt betrokken. Dat dit soms best ver gaat, maakte ik mee tijdens een Marok-
kaanse islamitische dag in Theater Zuidplein. In streng islamitische kringen is
cultuur net zo ’verdacht’ als in mijn gereformeerde jeugd. Muziek mag alleen als
het anasheed is, ofwel de lof van God bezingt. Een jong meisje in de zaal legde haar
twijfel aan Tariq Ramadan voor; ze hoorde soms muziek in haar hoofd. Was dat
dan niet haram, de Arabische variant van zondig? Ramadan stelde haar gerust
dat het met muziek in je hoofd zo’n vaart niet loopt. Anasheed koor Al Wadha van
Marokkaanse origine vervult een belangrijke functie in de verbindingen tussen
cultuur en religie. Kinderen en jongeren die bij hen meedoen, zingen anasheed
en eigen nieuw geschreven repertoire. Ze zingen op tal van podia en worden veel
gevraagd. Dat het één het ander niet hoeft uit te sluiten, laten hun muzikaal leiders
zien die zowel nauw betrokken zijn bij de moskee en het Rotterdamse religieuze
leven als bij cultuur. Dit koor vormde een hoeksteen van het 2009 en 2010 pro-
gramma van Kosmopolis.
Gospel in al haar variaties is te vinden in de Evangelische Broedergemeente
[EBG] en tal van katholieke en protestante migrantengemeenten, alsook in revi-
valachtige nieuwe gemeenten waar continuïteit nog wordt opgebouwd. Wel zijn er
duidelijke verschillen in mate waarin [black] gospel de kerkzang beïnvloedt, te
onderscheiden: Koren Gloria, Good Spirit en Excelsis.
sOlisT jOhaN heRBeRT vaN de evaNGelisChe BROedeRGeMeeNTe MeT ledeN vaN haRi kRishNa 2010
32
‘ik heb de deelname aan [s]preekkoren als positief ervaren, vooral vanwege het sociale karakter. Mensen die normaal gesproken niet snel samen zullen komen, kwamen nu wel samen. ik vind dat de doelstelling van kosmopolis duidelijk geformuleerd moet worden. het is onrealistisch
kiNdeRWORkshOp TijdeNs slOTMaNiFesTaaTie (s)pReekkOReN iN de sChOuWBuRG 2010
33
om te denken dat je geloven samen kunt brengen. je krijgt bijvoorbeeld weinig samenwerking als je met z’n allen voor shiva gaat bidden. dat mag kosmopolis ook niet verwachten van de deelnemers. het moet duidelijker gesteld worden dat het gaat om het sociaal-culturele aspect. Om mensen samen brengen, en dus niet om gelo-vigen samen te brengen. ik vind dat geloof iets persoonlijks is. verwachten dat het ene geloof meezingt of meebid met het andere geloof, is voor mij als aan een moeder vragen haar kind te verloochenen.’
Johan Herbert van de evangelische Broedergemeente
34
Een goed voorbeeld van eigenstandig religie beleven en uiten is de muziek
van Joany Muskiet. Zij zingt en getuigt in allerlei verschillende kerken en wint
iedereen voor zich met haar prachtige stem en oprechte overtuiging.
De Kaapverdiaanse gemeenschap laat hun muziek niet zomaar onder de
term gospel scharen, hoewel hun muziek, net als die van de groepen genoemd bij
punt c., ook duidelijk afkomstig is van de Afrikaanse diaspora. Hun uitgespro-
ken katholieke inslag in een Rotterdamse vertaling maakt dat hun muziek een
combinatie is van gospel, kerkzang en Portugese kerkmuziek: kinderkoor Nelson
Mandela.
Een verrassing is de deelname van het Apostolisch Genootschap. Zij delen
met tal van andere groepen de overtuiging dat verbinding en verheffing tot het
hogere belangrijke spirituele waarden zijn. Daarbij beschikken ze over een goed
getraind koor met prachtige zangstemmen: een aanwinst.
Rotterdam kent nog een paar katholieke gemeenschappen die het gregori-
aans beheersen. Weinigen weten dat het gregoriaans in de wereldwijde ‘Reli Top
Tien’ op nummer één staat. Broeders en leken zingen samen in de kerk annex
klooster Het Steiger het ochtendgebed. Ik wil niets liever dan deze prachtige
gedragen muziek en deze oude broeders betrekken. Het blijkt onrealistisch: de
jongste is 74 jaar en moet de anderen, van wie sommigen al in de 90, meeslepen.
Wel raden ze me aan om met de Schola Cantorum van Dordrecht — met veel
Rotterdamse leden en optredens — contact op te nemen. Ben Odijk, leider van
de Scola is enthousiast en zeer onderlegd. Ook zij doen mee.
35
‘We hebben geput uit hun eigen muziekprogramma. de soefi’s hadden Rumi en er waren boeken vol gedichten. de keuze om in het gregoriaans te zingen was heel be-wust. het leuke was dat je elkaars muziek ging zingen. vooral binnen de eigen groep was er sprake van wederzijdse beïnvloeding. de be-geleiding door Turkse instrumenten was een hele nieuwe ervaring. ik had alleen contact met de soefi’s en Turkse muzikanten; er was geen reden om met anderen contact te
36
zoeken. de openheid naar andere groepen is de grootste verandering die ik heb gezien binnen de groep. de uitnodiging om op te treden bij het Ramadan Festival werd bijvoor-beeld meteen positief beantwoord. voorheen zou dat niet zo geweest zijn.’
Ben Odijk van het gregoriaanse koor
37
Uiteindelijk deden er in 2009 twintig koren en groepen mee, te weten: indian Music Circle, sal Mandir, Turks klassiek koor, al Wahda, excelsis, Gloria, Good spirit, power of love, joany Muskiet cs, all for jesus, kinderkoor Nelson Mandela, apostolisch Genootschap, soefi Band, interkerkelijk koor schola Cantorum, Nahim avçi en leerlingen, Treshold society, stadhuiskoor, Filipijns koor, alevitische Balamagroep en hakuna Matata.
GeMeNGd kOOR
38
saMeNWeRkiNG MeT MuZikaal leideRsDe doelstelling van 2009 zijn ambitieus: zeven kleinere concerten waarbij 3 à 4
groepen samen zingen, leidend naar een groots opgezet slotconcert in de Laurens-
kerk, waarbij alle groepen samenkomen.
De relatie met de circa vijftien muzikaal leiders voor het maken en samen-
stellen van de concerten is van vitaal belang. Zij kennen hun groepen het best, zij
staan het meest open voor muzikale verbindingen met andere overtuigingen en,
last but not least, zij houden allemaal ontzettend veel van muziek. De muzikaal
leiders worden de ankers van het 2009 programma. De structuur, ook financieel,
is gebaseerd op hun betrokkenheid; zij ontvangen een honorarium dat zij naar
eigen inzicht delen met hun zangers en musici. Verschillende ontmoetingen
worden opgezet om iedereen met elkaars opvattingen en muzikale voorkeuren te
laten kennismaken. Het is grappig als vooringenomenheden, op basis van muziek-
tradities, worden gelogenstraft. Een voorbeeld: het leek me interessant om een
combinatie te maken tussen muziekstijlen afkomstig uit de Afrikaanse diaspora,
gospel en Kaapverdiaans. De muzikaal leiders van de groepen kwamen samen en
toen bleek dat de Kaapverdiaanse groep het veel beter met de soefi’s kon vinden
dan verwacht. De gregoriaanse muzikaal leider had meteen veel affiniteit met
de muziek uit de Turkse islam. Tijdens het hele programma blijken persoonlijke
sympathieën belangrijk.
OveR de sTReep TRekkeNDe werkwijze uit 2009 valt het best te beschrijven als wederkerig, gebaseerd op
ideeën en inbreng van de muzikaal leiders en de programmamaker. De groepen die
hebben meegedaan in 2009 hebben dat vrijwillig gedaan. Of men daadwerkelijk
veel tijd in gesprekken en repetities gaat steken, hangt af van een aantal factoren:
› steun vanuit de eigen religieuze gemeenschap;
› eigen bevlogenheid voor muziek;
› eigen inzicht in de verbindende rol van muziek;
› de wens om de samenleving positief te beïnvloeden als het gaat om haar houding
jegens religieuze en culturele uitingen van de gemeenschap. Vooral de acceptatie
en toekomstperspectieven van de kinderen zijn daarin doorslaggevend.
Veel inzet gaat naar het verkennen, scouten, gesprekken voeren en mensen over de
streep trekken. Mensen over de streep trekken en vrijwilligheid zijn in deze werk-
wijze elkaar versterkende energieën, waar het gaat om deelname van groepen met
puBliek lauReNskeRk 2009 [600 peRsONeN]
40
een vrij grote afstand tot de reguliere samenleving en waardering van hun muziek
als amateurkunst. Het is geen onwil, eerder een kwestie van prioriteiten en beschik-
baarheid. Binnen religieuze gemeenschappen geldt hetzelfde als bij maatschappe-
lijke participatie: mensen die het meeste bijdragen, hebben het meestal het drukst.
Het gaat om een groeiend inzicht dat de eigen gemeenschap in het bijzonder en de
Rotterdamse samenleving als geheel gebaat zijn bij verbindingen.
De bevestiging van de muzikaal leiders in hun artistiek/religieuze brug-
functie loont: de voorconcerten in kerken en op podia zijn van hoog niveau en de
betrokkenheid van koorleden en musici is groot. Als uiteindelijk alle 250 zangers
met musici en leiders het slotconcert in de Laurenskerk maken, is deze met 600
bezoekers helemaal vol. Peter Maissan, componist en dirigent stelt met de leiders
het programma samen. Daarbij gaat het vooral om een combinatie van de sterkste
onderdelen van de voorconcerten. Als hij in de Laurenskerk een zanger van
Anasheed koor Al Wahda vraagt om de oproep tot het gebed vanaf het eeuwenoude
preekgestoelte te doen, wordt het even heel stil en staat het kippenvel me op
de armen.
41
WaaR Te BeGiNNeN [s]pReekkOReN, hOOR jij WaT ik GelOOF? [2010]Het programma van IN KOOR [2009] was — nog wat rafelig aan de randjes —
inhoudelijk en artistiek heel sterk. De criteria werden gerealiseerd:
› dynamisch en in ontwikkeling;
› interreligieus, eigen, ander en nieuw repertoire brengen en daardoor elkaars
leefwerelden betreden;
› bevestiging en waardering voor religieuze en culturele diversiteit.
En meer dan dat, de concerten in de eigen omgeving en de Laurenskerk zijn goed
en met veel waardering bezocht. Het is tijd voor een volgende stap. De groepen uit
2009 en hun muzikaal leiders zijn redelijk te scouten op wereldmuziekpodia en de
toegankelijke religieuze gemeenschappen. Voor het programma van 2010 is het de
wens om een slag dieper te gaan in de poriën van de stad. Ik ga op zoek naar revi-
val gemeenschappen, andere moskeeën en waag een poging om traditionele kerken
te linken aan nieuwkomers.
De grote hoeveelheid concerten van 2009 wordt teruggebracht naar drie
grote concerten in stadswijken met een interdisciplinaire afsluiting in de Rotter-
damse Schouwburg. Een reden om de titel te vernieuwen is dat, behalve muziek,
ook theater, mode en preken meedoen in parallelprogramma’s. Carlo Balemans,
dirigent en docent community arts aan het Codarts conservatorium wordt ge-
vraagd om samen met de muzikaal leiders een artistieke lijn in het programma
aan te brengen. Mijn zoektocht naar nieuwe groepen en oude kerken begint
opnieuw en brengt me van de uithoeken van de stad naar de traditionele kerken.
aZiZ BekkaOui MeT dOR heM Geklede kOReN iN de ROTTeRdaMse sChOuWBuRG 2010
44
WeRviNG eN seleCTie [s]pReekkOReN [2010]Ik begin met de revivalkerken. Op zondagochtend vallen grote groepen mensen
op die allerlei gebouwen binnengaan die nou niet meteen als kerk te herkennen
zijn. In gidsen en op websites zijn deze vaak ook niet te vinden. Regelmatig stap ik
van de fiets en vraag de mensen waar ze naartoe gaan. Het gaat om Ghanese dien-
sten, Antilliaanse revival en nog veel meer. Tijdens een wat langer gesprek blijkt
vaak dat mensen eerst in Nederland aangekomen naar diensten in de moederkerk
zijn gegaan: Hervormd, Luthers, Evangelische Broedergemeente. Daar aangeko-
men missen zij de overtuiging en de passie uit het thuisland. Men gaat op zoek en
komt uit bij verschillende migrantengemeenten. Met drie daarvan bouw ik in de
loop van 2010 een band op.
Welke kOReNVictory Outreach [VO], gevestigd in Rotterdam–Zuid, is opgezet naar Amerikaans
voorbeeld. Zij houden gepassioneerde diensten met veel — en goede — muziek en
lange preken waarin redding en verlossing centraal staan. De Rotterdamse vesti-
ging wordt geleid door twee ex-verslaafden uit Amsterdam-Zuidoost, die dankzij
VO tot geloof en afkicken zijn gekomen. Ze zijn enorm gedreven en pastor Jerry
is naast een begenadigd spreker een goede voorzanger en charismatisch aantrek-
kelijk. Een groot deel van de gelovigen is ex-verslaafde en de zending van VO is
sterk op deze groep gericht. Verslaafden komen in VO huizen, kicken cold turkey af
en leveren tegelijkertijd hun geld en vrijheden in. Daarbij zingen zij in het Choir of
Miracles van de gemeenschap. Daar aas ik meteen op, omdat het theatraal en in-
houdelijk enorm aantrekkelijk is. Ik wil deze groep, die verder nergens aansluiting
vindt, bij het Kosmopolis programma betrekken. Vaak bezoek ik de diensten, praat
met pastor Jerry die geïnteresseerd is en zoek naar geschikte data waarop we bij
hen een concert kunnen maken. Uiteindelijk lukt het niet. De redenen zijn diffuus:
45
het kerkbestuur wil niet, de mensen kunnen niet, de data zijn al bezet. Allemaal
concrete redenen die moeten verhullen dat het gewoon een brug te ver is. Mensen
zijn net uit de goot of zetten een eerste stap uit hun isolement; een verbinding met
andere geloven is dan nog te verwarrend. Dat is begrijpelijk en enorm spijtig.
Winst is de gewaardeerde belangstelling; de uitnodigingen voor speciale concerten
en diensten komen nog steeds binnen. Eens gaat het lukken.
De voornamelijk Antilliaanse gemeente van de zevende-dags adventisten,
ook in Rotterdam–Zuid, is zo mogelijk nog minder bekend dan Victory Outreach.
De stroming is in het nieuws geweest, omdat de leiding van de Partij voor de
Dieren er lid van is. Goed rentmeesterschap — dat wil zeggen goed voor de aarde
en de dieren — en oudtestamentische waarden als het eren van de sabbat staan
voorop. Vegetarisme hoeft niet, maar geeft wel een trap op de spirituele ladder aan.
Ik heb erover gehoord omdat de gospelgroep Gospel Society onder leiding van Leo
Davelaar ermee verbonden is. Op zaterdagochtend naar de kerk is nieuw voor mij.
De Engels/Papiamentu diensten zijn muzikaal en verlicht, in de zin van goed zijn
voor anderen en de schepping. Ik raak erdoor geïnspireerd en leg een verzoek bij
het kerkbestuur neer om bij hen een concert met andere overtuigingen te mogen
organiseren. Na maanden van overleg een afwijzing; samen met hindoes zingen
is voor hen te onoverkomelijk. Gospel Society blijft wel aan boord en repeteert
mee met de hindoes van de Hare Krishna [eigenlijk Bhakti Tempel] en de Iraanse
soefi’s. Na één repetitie blijven ze een aantal weken weg. Het is te bedreigend, te
vreemd, te anders. Daarna zijn ze er plotseling weer en doen mee, zingen prachtig
en worden ambassadeurs van de werkwijze. Als ik ernaar vraag is het antwoord
enigszins ontwijkend en valt te beluisteren dat het gewoon wat tijd nodig had
voordat er in de groep consensus was.
46
Makkelijker lijkt de Molukse Pinkstergemeente in Schiebroek. Lijkt, want
zij zijn allang intercultureel en hun musici treden regelmatig met de mensen van
Victory Outreach op. Ook hier wordt het na een enthousiast begin moeizamer.
Agendaproblemen worden vaak opgevoerd, maar zijn zelden de echte reden.
Ik herken de inherente angst uit mijn jeugd voor de verleiding van andere geloven,
andere goden. Het helpt dat ik keer op keer benadruk dat als men niet mee wil
zingen met een tekst, omdat men het er niet mee eens is, dit volledig is toegestaan.
Uiteindelijk doet ook deze gemeente mee, maar ook zij zingen niet met de hindoes.
De geambieerde samenwerking met de traditionele kerken zorgt voor andere
obstakels. Na het succes van 2009 lijkt het waardevol om de cultureel diverse
groepen uit veel nieuwe gemeenschappen [opnieuw] in contact te brengen met
kiNdeRkOReN iN MevlaNa MOskee
47
een aantal moederkerken. Het wordt een vruchteloze missie. Men is te druk, we
doen al zoveel, de dominee is ziek en tal van andere niet inhoudelijke redenen.
Soms moet ik me beheersen als een koorleider zegt ‘dat ze al eerder iets hebben
gedaan met die mensen’. Fijntjes vraag ik dan wie ‘die mensen’ zijn en dan blijkt
het inderdaad om vergelijkbare groepen te gaan. Eenmaal zegt een predikant
blij te zijn dat er eindelijk eens een ander kleurtje in zijn kerk is. Later mogen de
koren dan zingen tijdens het koffiedrinken na de dienst, nauwelijks het gekletter
van lepeltjes en kopjes overstemmend. Mijn eigen vraag of de inherente uitsluiting
in de traditionele kerken nog net zo erg is als in mijn jeugd, moet ik helaas beves-
tigend beantwoorden. Er is één groot verschil met de jaren ‘70: juist deze kerken,
de Lutherse, protestante Prinsenkerk en Laurenskerk, lopen nu leeg en zijn gebaat
bij nieuwe aanwas die demografisch gezien ook uit de nieuwe Nederlanders moet
komen. Bij de traditionele Essalam Moskee leeft de wens tot de interreligieuze
dialoog in de korenaanpak evenmin. De opening van deze moskee biedt een uitste-
kende gelegenheid dit negatieve beeldvorming om te keren. Maanden van praten
met bestuursleden uit binnen- en buitenland, bijgestaan door de mensen van Al
Wahda, lopen op niets uit. Een ander voorbeeld is het resultaat van zes maanden
praten met het bestuur van de Mevlana Moskee. Eerst is men zeer terughoudend
over muziek in de moskee. Na een lang gesprek met de directeur van Diyanet,
Bulent Senay [de koepel van de 150 Turkse moskeeën in Nederland] geeft men
toestemming voor een concert dat een unicum mag heten. Uit de interviews is te
lezen dat tenminste één van de leden de draaiende soefi door vrouwen veel te ver
vindt gaan.
48
‘Wat betreft het contact onderling met de eigen groep heb ik geen verandering gezien. Ook op artistiek gebied heb ik niks geleerd. ik zou een volgende keer alleen weer mee willen doen aan het project als ik vooraf kan praten met de voorzitter, zodat ik mijn ideeën kan ge-ven. in mijn geloof zijn draaiende vrou-wen onacceptabel. een Turkse moslim die dit ziet, zou hier zeer boos over kun-nen worden. vrouwen mogen zich niet op die manier aan mannen laten zien.’
Semih [sazspeler] van de Mevlana Moskee
49
Er zijn andere traditionele kerken en moskeeën die de slag wel maken. De
katholieke kerk op het Breeplein herbergt allang tal van nominaties en culturen
waaronder veel Antillianen. Ernaast is de Levend Woordgemeente, die waar-
schijnlijk ooit traditioneel protestant was maar nu vooral op een revivalkerk lijkt.
En natuurlijk is er de Kaapverdiaanse parochie, die katholiek is gebleven met een
vleugje Afrika.
‘Onze groep is heel enthousiast. door dit project komen we overal, zoals bij-voorbeeld bij de iftar en de Marokkaan-se groep. daar zouden we normaal gesproken nooit komen. We staan er voor open. er zijn vele nationaliteiten binnen onze gemeenschap.
iedereen is welkom. Na [s]preekkoren hebben we nog niet met andere religi-euze muziekgroepen samengewerkt. dit programma heeft onze groep socia-ler gemaakt. door muziek te maken
50
deel je iets met elkaar. je beleeft iets samen, zingt met elkaar. je hebt de ruimte om jezelf te zijn. door het feit dat je allemaal in dezelfde taal spreekt en zingt, deel je iets met elkaar. dat geeft het gevoel samen te zijn. de on-derlinge relaties zijn intenser geworden. Bij de kerk is het allemaal routinewerk, hier niet. je moet improviseren en goed voor de dag komen tijdens het project. je wordt gemotiveerd om het nog be-ter te doen. Met betrekking tot de artis-tieke ontwikkeling is de groep meer gaan durven. de mensen bij de kerk ken je. hier treedt je op in een vreemde omgeving, voor onbekende mensen. dat is echt een verrijking.
51
als onze groep in de kerk optreedt, zullen we nu eerder de andere groepen erbij vragen. iedereen heeft een an-dere naam voor God [God, allah, enz.], maar uiteindelijk is het allemaal het-zelfde. de grootste verandering die ik heb gezien binnen de groep, is dat we steeds meer ons best gaan doen om het nog beter te doen. We gaan op zangles en oefenen meer. kortom, we zoeken steun op professioneel niveau. ik zou zeker vaker willen deelnemen aan in-terreligieuze programma’s.’
Mavis van den Heuvel van Grupo Amor Y Paz uit de katholieke migrantengemeente de heilige kruisvinding
52 puBliek lauReNskeRk
sOuFie vROuWeN
54
‘de deelname aan het project heb ik als zeer positief ervaren. ik vind het initiatief, en de gedachte achter het project, erg mooi. Ook vind ik het fijn dat mijn groep de kans krijgt om zich te laten zien aan anderen. Zelf hebben we niet voldoende geld en mankracht om zo’n groot concert neer te zetten. ik vind het erg leuk dat we door kos-mopolis de kans hebben gekregen om deel te nemen aan zo’n groot concert. Ook vind ik de sfeer en de samenwer-king van het team van kosmopolis heel prettig. je kunt echt zien dat er veel structuur was. dat er een goede groep achter stond en dat het een leuke or-ganisatie was. Conny wist alles goed onder controle te houden. de kleding
BhakTi TeMpel / haRi kRishNa
56
die iedereen bij het slotconcert kreeg, vond ik geweldig. Wel was het vooraf erg onduidelijk wanneer de repetities plaats zouden vinden. Ook gaf Carlo in het begin niet veel zekerheid en struc-tuur aan de groep. hij had misschien beter een assistent kunnen hebben. de communicatie met kosmopolis was wel goed. Ook over de manier waarop Conny het project heeft opgestart, ben ik zeer te spreken. de groep was erg positief. We vonden het interessant en leuk om deel te nemen aan het project. Ook was het fijn om eens de beleving van het geloof met anderen te delen. het project heeft ervoor gezorgd dat de groep nu gemotiveerder is om als groep iets te organiseren. We hadden
nog nooit in deze formatie opgetreden en dit was dus een goede oefening. We hebben geleerd dat ze hartstikke sterk zijn samen. de tien minuten speeltijd in de schouwburg waren dan ook veel te kort.’
Sita Devi van hindoe – hare krishna/Bahkti Tempel
CONCeRT iN de MevlaNa MOskee MeT al Wahda, all FOR jesus eN ZaMuda
58
Uiteindelijk deden in 2010 zestien koren mee, te weten: koor al Wahda, all for jesus, Bahai koor, Bhakti holland, Brahma kumaris, Filipijns koor, Gospel society, Grupo amor Y paz, hakanu Matata, ibn Battuta, Mevlana Moskee, sufi Order, praiseteam pinkstergemeente, sagrada Familia,urdu Church of pakistan, ZaMuda, en solisten linda Wagenmakers, Caitlin schaap, johan herbert en viviano esajas.
OpTRedeN kiNdeRkOReN sTadspOdiuM 2010
59
saMeNWeRkiNG eN WeRkWijZe [s]pReekkOReN [2010]Wat ik niet heb voorzien in 2010 is dat de combinatie groepen met een grote
afstand tot de samenleving, dan wel kunst en cultuur in algemene zin, zich
slecht verhoudt tot de samenwerking met een muzikaal choreograaf zoals Carlo
Balemans. Wat een aanvulling had moeten worden op het 2009 concept, namelijk
iemand die het programma artistiek/muzikaal stroomlijnt, blijkt een valkuil.
De groepen uit 2010 hebben nauwelijks ervaring met podia buiten de eigen ge-
meenschap en delegeren alle leiderstaken naar Carlo: de keuze van repertoire,
het leiden van repetities, het maken van combinaties met anderen groepen. Carlo
is ervaren in het begeleiden van talentontwikkeling, al was hij door persoonlijke
en andere omstandigheden weinig beschikbaar en bereikbaar. Deze groepen zijn
met veel moeite over de streep getrokken en zitten in een heel andere fase; zij
moeten overtuigd worden van het belang en moeten enthousiast gemaakt worden
voor deelname. Voor het team betekent dit veel inspanning om iedereen aan boord
te houden. De aanwassende werking van het meenemen van de achterban naar
concerten is minder dan verwacht, omdat men teveel in zichzelf gekeerd is. Ook
de onzekerheid van de permissie van de anderen uit de geloofsgemeenschap speelt
mee. De aanname dat de combinatie van groepen met afstand en muzikale sturing
verrijkend werkt, blijkt niet te kloppen. Een erg waardevolle ontdekking, die de
kracht van het 2009 model onderstreept, is dat de combinatie van eigen muzikaal
leiders en de bevestiging van hun kennis en kunde enorm bindend werkt. Dat
was ook de bedoeling van 2010, zonder te voorzien dat het effect van de muzikaal
choreograaf zou zijn dat de eigen muzikaal leiders de verantwoordelijkheid aan
hem zouden delegeren. Uiteindelijk zijn de concerten prachtig geworden en een
aantal zeer goed bezocht. Ik heb ervan geleerd dat zo’n niet werkende synergie veel
van mijn energie kost. Heel veel energie omdat de organisatie het gat moet dichten
tussen koren en hun muzikaal leiders. Dat is heel uitputtend en ook heel lonend
60
wanneer zo’n proces transparant wordt en laat zien waar de fout zit. Dat er een fout
zit, is gelukkig niet te zien en te horen tijdens de prachtige concerten. Noch tijdens
de sing along in de Rotterdamse Schouwburg, waar musicalster Linda Wagenma-
kers [uit de Molukse Pinkstergemeente] met de koren de hoogtepunten zingt uit
het hele programma.
OpTRedeN kiNdeRkOReN sTadspOdiuM 2010
61 OpTRedeN FOYeR ROTTeRdaMse sChOuWBuRG 2010
62
de lesseN vaN iN kOOR eN [s]pReekkOReN
Werken aan dit programma was zwaar en net zo waardevol
als het zwaar was. Stimuleren van interreligieuze dialoog
door middel van muziek kan veel bijdragen aan harmoni-
eus samenleven. Het biedt de mensen die ermee bezig zijn
waardering en ontwikkeling. De lessen vat ik samen op
praktische hoofdpunten.
WeRviNG eN COMuNiCaTie Werving en communicatie kosten veel tijd want dit vraagt om het opbouwen van
goede relaties met verschillende geloofsgemeenschappen. Zijn er al goede relaties
in een andere context, bijvoorbeeld doordat een cultuurscout of –makelaar met dit
onderwerp aan de slag gaat, dan nog vraagt het proces van verbinden en uitwis-
selen veel tijd en toewijding. Door mijn opvoeding begrijp ik vrij goed waarom
getuigende [en strenge] gemeenschappen moeite hebben met de religieuze dialoog.
Dat was vaak een voordeel maar ook een belemmering, omdat ik dacht dat ik met
groeiende vertrouwen mensen wel zou kunnen overtuigen. Dat bleek — ook anno
2010 — lang niet altijd het geval.
aleviTisChe veReNiGiNG
64
‘ik weet niet of al Wahda het leuk zou vinden om zelf een intercultureel of interreligieus concert te maken. Wel is het project erg aangeslagen bij de groepsleden. de meiden vonden het geweldig om sa-men te zingen, en ook waren we erg blij met de contacten die ze gemaakt hebben met de meiden van ZaMuda.’ Amal Arabou van koor al Wahda
65
de saMeNWeRkiNG MeT de MuZikaal leideRs De samenwerking met de muzikaal leiders in 2009 en 2010 verschilde door de
andere opzet enorm. De vorm waarin de muzikaal leiders samen het programma
maken door onderling overleg is het meest energiek. De verdeling van de hono-
raria over de leiders en hun groepen was daarentegen weer erg gecompliceerd,
omdat de groepen onderling in omvang en beschikbaarheid enorm verschillen.
Artistiek is de samenwerking met één persoon die puur met inhoud bezig is, aan te
bevelen. Het risico is dat de muzikaal leiders zich terugtrekken en zij de artistiek
choreograaf tot dirigent bombarderen. In elk geval moeten alle betrokken leiders
en choreografen bereid zijn en in staat zijn om veelvuldig af te stemmen met de
afzonderlijke koorleden, variërend van de daar heersende overlegcultuur.
heikO dijkeR MeT RiChi dihR lauReNskeRk 2009
66
de veRsChilleN TusseN de kOReNDe verschillen tussen de koren die vaak meer groepen zijn dan koren — zijn
enorm. Ervaring met buiten de eigen gemeenschap treden is doorslaggevend.
Ze begrijpen de prioriteiten die samenhangen met ergens op tijd zijn en repertoire
instuderen. Groepen met een grotere afstand begrijpen dat ook, alleen zij hebben
andere overwegingen die vaak door de eigen gemeenschap worden gedicteerd.
Juist zij hechten aan het verantwoordelijk maken van de muzikaal leiders. Les uit
2010 is dat voor deze groepen het werken met een artistiek choreograaf [nog] niet
zinvol is, omdat men zich dan terugtrekt.
Groepen met een geringe afstand tot reguliere samenleving, dan wel kunst
en cultuur, zijn in staat om met deze combinaties van verantwoordelijkheden te
excelleren: een werkvorm van eigen muzikaal leiders met een artistiek choreograaf
die zich inzet voor een artistieke lijn en talentontwikkeling. Groepen met een gro-
tere afstand zijn gebaat bij waardering en bevestiging van eigen muzikaal leiders.
Het stimuleren van uitwisseling tussen deze leiders bevordert de uitwisseling
tussen de groepen.
67
de veRsChilleN TusseN de ReliGies De verschillen tussen de religies lijken niet doorslaggevend te zijn. Een sterk
getuigende inslag met de eigen waarheid als de allergrootste maakt het iets lastiger
om de uitwisseling tot stand te brengen. Het hangt bovenal af van het enthousi-
asme van personen en hun wens om, met behoud van eigen waarden, een relatie
te hebben met andere overtuigingen. Het blijkt dan niet uit te maken of men een
islamitische, christelijke, soefistische, hindoeïstische of andere achtergrond heeft.
Wat wel uitmaakt is of men bereid is andere opvattingen te respecteren en voor vol
aan te zien. Dat bleek niet het geval bij een aantal traditioneel christelijke kerken
en net zo min bij een enkele moskee of revivalkerk. Leerzaam is om te weten dat
de islam zichzelf beschouwt als een culminatie van de twee andere monotheïsten:
het jodendom en het christendom, en daarom zichzelf ziet als interreligieus per
definitie.
GRaYdON ? vaN all FOR jesus, OpTRedeN FOYeR ROTTeRdaMse sChOuWBuRG 2010
68
hOe WeRkT de iNTeRReliGieuZe dialOOG iN de pRakTijk? Voor de repetitie werd voor een maaltijd gezorgd en dan vertelden de groepen iets
over hun overtuigingen. Als het ging over de liedteksten werd vaak tekst en uitleg
gevraagd. Leidend waren groepen als Al Wahda, Grupo Amor Y Paz en All for
Jesus die in een vroeg stadium tot ontdekking kwamen dat het allemaal over het-
zelfde gaat en uit hetzelfde voortkomt. Zij waren daarin zeer overtuigend en dit
werkte relativerend voor andere mensen met strenge overtuigingen worden vaak
grootgebracht met angst voor anderen. Dat vraagt om geduld en compromissen
met het aantal gezamenlijke nummers dat gezongen wordt, zodat deze groepen
eerst de ruimte kregen om zichzelf te presenteren. Het resultaat, dat bijna 400
mensen in twee jaar tijd met elkaar hebben gewerkt, gezongen, gebeden en gedis-
cussieerd en dat nog steeds doen, laat zien dat de dialoog met succes is gevoerd.
Dit gaat over de dialoog tussen de groepen onderling, de dialoog met de samenle-
ving is een andere. De belangstelling voor de concerten komt veelal uit het eigen
netwerk en mensen die positief staan tegenover verbindingen tussen culturen en
religies. De gemiddelde Rotterdammer heeft er misschien iets over gehoord van de
buren, maar de concerten in de Laurenskerk en de Rotterdamse Schouwburg heeft
hij of zij niet bezocht. De gemiddelde Rotterdammer bereiken is een investering
van jaren en behelst wellicht ook een andere aanpak. Voor nu hebben 400 mensen
samen gezongen en elkaars repertoire en leefwereld leren kennen. Een onmisken-
baar goed effect hebben de programma’s op kinderen gehad. De keuze om met
verschillende kinderkoren te werken pakte heel goed uit. Het klikte fantastisch
tussen de jongerengroepen die veel van elkaars repertoire oppikten. De ouders van
vooral islamitische en christelijke origine zijn blij met de positieve en versterkende
effecten op de jongsten die zich erdoor makkelijker in de samenleving bewegen.
69
‘Onze groep bestaat uit vijftien kinderen, allemaal meisjes. de jongens zijn ermee gestopt omdat ze het niet leuk vonden om in de minderheid te zijn. het is me onbekend of de kinderen met andere culturen in aanraking komen. We staan er wel open voor om binnen de eigen gemeenschap een intercultureel concert te maken. de ervaringen met het project zijn heel positief. iedereen is heel enthousiast. het is leuk om met andere culturen in aanraking te komen en met hen te zingen. We hebben nog niet eerder met andere religieuze groepen samen gezongen. Wel hebben we met groepen gezongen die niet specifiek één geloof aanhingen, en/of ongelovig waren.
70
het lijkt ons wel wat om vaker met andere interreligieuze muziekgroepen samen te zingen. door [s]preekkoren hebben we meer contacten kunnen leggen met andere interreligieuze muziekgroepen. Zo hebben we nu heel leuk contact met de Marokkaanse groep. de onderlinge relaties zijn niet veranderd. Wel heeft het project ons geïnspireerd tot meer ontwikkeling. de kinderen zijn heel enthousiast. Ze vinden het leuk dat ze op grotere podia kunnen optreden. als Conny ons nog eens belt, zullen we meteen klaarstaan om nog eens aan het project mee te doen.’
Betty Hiwatt van kinderkoor ZaMuda
71
sOCiale eN aRTisTieke dOelsTelliNGeNMet het maken van een reeks interreligieuze concerten willen we in de eerste
plaats groepen uit verschillende geloofsgemeenschappen samenbrengen. Ik heb
groepen aangetroffen die ontzettend goed kunnen zingen en zich vooral daarop
richten en groepen waar het artistieke niveau minder was maar die sociaal vaar-
diger zijn. Natuurlijk zijn er ook groepen die op beide terreinen goed geëquipeerd
zijn. Door de omvang van het programma is het goed mogelijk om de grote en
kleine talenten een eigen plaats toe te kennen. Zeker met IN KOOR [2009] waar
het overleg met de muzikaal leiders goed functioneerde en met elkaar een vorm
werd gevonden waarin beide aspecten tot hun recht kwamen. In de vorm van
[S]preekkoren [2010] met een muzikaal choreograaf vraagt het bij elkaar brengen
van het sociale en het artistieke om een langer proces, waarin een open uitwisse-
ling tussen muzikaal leiders van de koren en de muzikaal choreograaf vorm kan
krijgen. Bij amateurkunst, ook als deze religieus geïnspireerd is, blijft het altijd de
vraag wat het heeft bijgedragen. In dit geval:
› een niet eerder vertoonde samenzang van circa twaalf verschillende religieuze
stromingen;
› toename in kennis van zang in de stad, waar en hoe de groepen zich verhouden
tot de samenleving ofwel hoever zij afstaan reguliere kunst en cultuur;
› een schat aan repertoire uit twaalf verschillende overtuigingen;
› zicht op een grote groep die normaal buiten beschouwing blijft in cultuurdeel-
name en die nu wellicht zelf stappen zal zetten richting cultuurdeelname.
72
keRk OF sChOuWBuRGDe keuze voor de Laurenskerk als plaats voor het slotconcert in 2009 bleek gezien
het aantal bezoekers en deelnemers een heel goede. Velen die in de media het een
en ander hadden opgepikt, kwamen kijken en luisteren. Ook voor de achterban
van de groepen en koren bleek het een geschikte locatie. Technisch is het in de
Laurenskerk lastiger om met zo’n grote groep zangers en musici adequaat op te
treden. Voor 2010, met een bredere opzet met theater, debat, mode en nog veel
meer, is gekozen voor de Rotterdamse Schouwburg. Een interessante gedachte, ook
uit het oogpunt om cultuurdeelname te stimuleren; de groepen en koren zijn nu
meteen in de Schouwburg aanwezig. Het publiek bestaat vooral uit geïnteresseer-
den uit de culturele sector en anderen met een belangstelling voor het onderwerp.
De locatie — tijdens de afzonderlijke optredens van de koren overdag — heeft
peTeR FaBeR
73
minder aantrekkingskracht op de achterban van de groepen. Of dit de enige reden
is, is de vraag. Vooral omdat het proces met de groepen en koren in 2010 moeiza-
mer verliep dan eerder. Tijdens het hoogtepunt, de sing along in de grote zaal van
de Schouwburg met onder anderen Linda Wagenmakers, was de achterban wel
aanwezig en zong enthousiast mee. Resumerend blijkt dat de keuze van de locatie
samenhangt met de fase van ontwikkeling. In eerste instantie dichtbij de leefwe-
reld van de deelnemers; in tweede instantie leidend tot grotere cultuurdeelname
door de keuze voor een culturele locatie. Het is dezelfde bewuste keuze die nodig
is voor het ‘muzikaal leiders model’. Dichtbij de leefwereld van de groepen bete-
kent nauw samenwerken met de eigen muzikaal leider en op locatie die dichtbij de
leefwereld ligt. Bij meer ervaring gaat het een stapje verder en leidt het naar meer
ruimte voor artistieke invloed en uitvoeringen op culturele locaties als de Schouw-
burg. De do’s en dont’s uit 2010 zijn veel meer onderscheidend dan in 2009, juist
omdat we meer hebben gedurfd. In die zin is dit hoofdstuk een pleidooi daarvoor,
omdat lef hebben veel meer aan het licht brengt en meer kennis oplevert. Het is
ook een pleidooi voor culturele en artistieke diversiteit die altijd de moeite waard
is om te stimuleren en om te verbinden. De hoogtepunten van de concerten zijn er
hoger van geworden, de dieptepunten van uitputting en verlies van groepen ook
wat dieper. Bovenal houdt het de eigen uitgangspunten en verwachtingen scherp
als het zo hier en daar wat anders loopt.
74 al Wahda kiNdeRkOOR
75 170 MaN/vROuW kOOR Olv CaRlO BaleMaNs iN de ROTTeRdaMse sChOuWBuRG. slOT [s]pReekkOReN 2010, 28 NOVEMbER
76
Blik Op de TOekOMsT
IN KOOR/[S]preekkoren is een programma geworden
met veel invloed op mijn manier van werken. Dichtbij
de mensen in de stad, investeren in persoonlijke relaties,
coachen, versterken en altijd meer doen dan wordt
verwacht. De kritiek van de groepen was vaak niet mals,
de lof teveel en te groot. Het heeft me diep geraakt dat
mensen de beeldvorming rond bepaalde religies om
hebben durven keren en naar buiten zijn getreden, vaak
samen met hun kinderen.
77
Als de interreligieuze dialoog niet allang bestond op het niveau van de mensen
onderling, in de winkel, op school, met de buren, dan was dit programma niet
mogelijk geweest. De kracht van cultuur is het aanwezige zichtbaar te maken, op te
tillen, mooier te maken en te tonen. Daaraan hebben veel mensen hun vertrouwen
gegeven. De test van een programma is altijd of de deelnemers op eigen kracht en
initiatief er mee doorgaan. Dat geldt hier zeker.
› Al Wahda nodigt de andere kinder- en jongerengroepen uit om mee te doen aan
de Kids Iftar maaltijd.
› De kinderkoren Al Wahda en Nelson Mandela openen de grote internationale
Armoedeconferentie in de Rotterdamse Doelen.
› Het gregoriaanse koor werkt door met de Turkse soefi’s.
› In samenwerking met de Turkse en Somalische moskee wordt een open dag
georganiseerd om ‘gewone’ Rotterdammers een blik te gunnen in de moskee.
Ongeacht het politieke klimaat zijn de zaden geplant. De meerderheid van
de deelnemers voelden zich prettig en gewaardeerd voor hun bijdrage en gaan
daardoor makkelijker de uitwisseling aan met andere muziekstijlen en geloofs-
overtuigingen. Beïnvloed door politiek en economie en de maatschappelijke
relevantie van IN KOOR/[S]preekkoren is het denkbaar dat voor een vervolg
wordt gekozen voor een intersectorale aanpak. Er zijn duidelijke raakvlakken met
de beleidsterreinen van de Wet Maatschappelijke Ondersteuningen en de Dienst
Maatschappelijke Ontwikkeling. In 2009 en 2010 is dit gezien de steun van de
Dienst Jeugd Onderwijs en Samenleving al onderkend. Andere steden dan Rot-
terdam zullen voor deze vorm van interreligieuze dialoog andere steun vinden.
Met de inzet van verschillende religieuze gemeenschappen, hun zangers en musici
komen daar ook weer andere interessante vormen uit voort.
78
epilOOG veRBiNdiNG dOOR de lieFde vaN MeNseN vOOR MuZiek eN huN ReliGie2 dOOR SANDRA TRIENEKENS
‘Zowel kunst als religie kan mensen confronteren met nieuwe, onverwachte zienswijzen, die ook onprettig kunnen zijn en vaste gewoonten en ingesleten overtuigingen aan het wankelen kun-nen brengen. juist daarin schuilt de kracht om nieuwe perspectieven te tonen. […] in deze tijd van zwart–wit denken maakt kunst je ontvankelijk voor nuances. het maakt je gevoelig voor de manier waarop mensen bete-kenis geven aan hun leven en voor culturele verschillen.
2 DEZE bESCHOUWING IS AfGELEID VAN DE ONDERZOEKSESSAyS DIE IK IN OPDRACHT VAN KOSMOPOLIS ROTTERDAM SCHREEf OVER VIER COMMUNITy ART PROJECTEN, WAARONDER IN KOOR/(S)PREEKKOREN. ZIE S. TRIENEKENS [2011] WRikkeN aaN BeeldvORMiNG UITGEGEVEN DOOR ROTTERDAM KOSMOPOLIS TER GELEGENHEID VAN HET 5-JARIGE bESTAAN VAN KOSMOPOLIS
79
je moet je kunnen inleven in een ander. dat gebeurt niet als je slechts één verhaal als de Waarheid ziet. de islam, de moslim; het Wilders verhaal, zeg maar.’3
Hetty Zock
3 INTERVIEW VAN ANITA TWAALfHOVEN MET HETTy ZOCK, HOOGLERAAR GODSDIENSTPSyCHOLOGIE MET bIJZONDERE AANDACHT VOOR DE GEESTELIJKE VERZORGING. iN BOekMaN 85, KUNST EN RELIGIE [PP. 85-86] FOTO
80
De community art projecten die Kosmopolis Rotterdam
de afgelopen vijf jaar in het leven heeft geroepen laten elk
voor zich zien dat diversiteit niet statisch is of verbonden
aan één cultuur, en dat de samenleving niet bestaat uit
een verzameling gefragmenteerde groepen die gescheiden
leven langs etnische of religieuze scheidslijnen, waardoor
verbinding tussen mensen met diverse achtergronden niet
mogelijk zou zijn. Het streven is niet het zoeken en beves-
tigen van de essentie van een gemeenschap. Gemeenschap-
pen worden daarentegen gedeconstrueerd. Elk project cre-
eert opnieuw een vrije ruimte, waarin deelnemers nieuwe
banden aangaan, waarin meerdere en andere verhalen
kunnen worden verteld. IN KOOR/[S]preekkoren is bij
uitstek een voorbeeld hiervan.
De concrete ervaringen tijdens het proces en de [eind]concerten van IN
KOOR/[S]preekkoren vertellen ons over het Rotterdam aan het begin van de een-
entwintigste eeuw; ze laten een dynamische en soms onverwachte kant zien. Het
toont een grote behoefte aan het leggen van interreligieuze dwarsverbanden, waar-
bij de deelnemende islamitische koren een grotere openheid en flexibiliteit aan de
dag bleken te leggen dan de deelnemende en benaderde christelijke en hindoeko-
81
ren. In dit opzicht is community art niet anders dan kunst, dat vaak de kwaliteit
van het ontwrichten wordt toegedicht4. Of — in de woorden van Hetty Zock in het
citaat hierboven — niet anders dan religie.
Dat dergelijke inzichten contrair zijn aan de heersende maatschappelijke
en politiekrechtse opvatting over migranten en hun nakomelingen, behoeft geen
toelichting. Sinds de aanslagen op het World Trade Centre in New York en de
moord op Theo van Gogh is het thema religie zoveel geagendeerd door de Neder-
landse politiek dat het lijkt alsof ontzuiling toekomstmuziek is. Bij thema’s als
religie, integratie, terrorisme en extremisme wordt in het politieke en publieke
debat bovendien veelvuldig met een beschuldigende vinger naar moslims gewezen.
Toch blijkt dit politieke klimaat de behoefte aan verbinding met anderen, en het
hoorbaar en zichtbaar maken daarvan, alleen maar te versterken. Dit vormde voor
Kosmopolis Rotterdam in 2008 de aanleiding om een project met religie als uit-
gangspunt te starten en mensen van verschillende geloven samen te brengen. Ook
de deelnemers, althans het overgrote deel van de vijftig koorleden die we een aantal
stellingen over [S]preekkoren voorlegden, deelden de politieke motivatie van Kos-
mopolis voor dit project. Zij gaven nadrukkelijk aan het belangrijk te vinden om
te laten zien dat mensen met verschillende geloven samen iets moois neer kunnen
zetten en dat de veelzijdigheid van de Rotterdamse samenleving gewoon is.
De kracht van een culturele interventies als IN KOOR/[S]preekkoren is dat
het de behoefte van deelnemers aan verbinding met anderen in hun stad gecom-
bineerd met hun liefde voor muziek en hun religie. In dit specifieke project krijgt
die verbinding op verschillende manieren vorm. Al kost het de nodige moeite en
inspanning, IN KOOR/[S]preekkoren faciliteert een feitelijke verbinding door het
samenbrengen van verschillende koren in één project. Bijna de helft van de onder-
4 VOOR EEN REfLECTIE OP DE SCHIJNTEGENSTELLING DAT KUNST ONTWRICHT EN COMMUNITy ART VERbINDT, ZIE S. TRIENEKENS & D.W. POSTMA [2010] VERbIN-DEN DOOR TE ONTWRICHTEN. iN BOekMaN 82 COMMUNITy ART
82
vraagde deelnemers aan [S]preekkoren zegt dat hun contact met andere geloven
zonder deelname aan dit project niet snel tot stand zou zijn gekomen.
Naast feitelijke verbinding is ook de spirituele verbinding tussen de koren
gefaciliteerd in gesprekken tijdens gezamenlijke avondmaaltijden. Tijdens de
gesprekken tussen koorleden legden de niet-christenen als vanzelfsprekend ver-
bindingen door op te merken dat de verschillende geloven allemaal uit hetzelfde
voortkomen of dat het uiteindelijk om dezelfde God gaat. Deze verbroedering werd
ook door het overgrote deel van de koorleden, die we onze stellingen voorlegden,
erkend. Zij geven aan door deelname een verbondenheid te voelen met andersgelo-
vigen. Maar, zoals gezegd, konden niet alle religies, koren of individuele deelnemers
deze spirituele verbinding even makkelijk maken. Omdat het om een cultureel
GOspel
liNda WaGeNMakeRs
ZaMuda kiNdeRkOOR
85
project ging en het niet beperkt bleef tot een cognitieve, verbale interreligieuze
dialoog, konden zij wel weer enthousiast raken over de muzikale verbinding die ze
voelden met andere koren. Verbinding ontstaat doordat er prettig samengewerkt
wordt met andere koren, ze elkaar een lift geven naar de repetitie of doordat ouders
herkenning vinden bij andere ouders met kinderen in dezelfde leeftijd. [S]preekkor-
en laat zien dat diepgewortelde religieuze verschillen, consensus op praktisch ni-
veau, noch andere — muzikale of sociale — vormen van verbinding in de weg staan.
IN KOOR/[S]preekkoren toont wederom het belang van de vorm die gekozen
wordt om verbindingen te leggen. Bij meer traditionele vormen van interreligieuze
dialoog worden mensen uitgenodigd om te praten over dat wat hen doet verschil-
len. Dat is een negatief uitgangspunt, en bij gevoelige thema’s of diepgewortelde,
religieuze overtuigingen is het bovendien moeilijk om met enkel woorden een brug
te slaan tussen tegenpolen. IN KOOR/[S]preekkoren heeft koren benaderd met de
vraag of zij hun passie om te zingen over hun religie wilden delen met anderen; het
uitgangspunt is een muzikale uitwisseling, een ‘leuk’ project. Door samen bezig
te zijn en samen te werken worden verschillende vormen van verbinding mogelijk,
die manifesteren zich niet per se op religieus vlak, maar vrijwel zeker op muzikaal
of sociaal vlak. De vorm die gekozen is, biedt dus niet alleen een positief uitgangs-
punt voor verbinding, maar de uitwisseling leidt tot verbindingen ook daar waar
religieuze verschillen onoverbrugbaar blijken.
Dr. Sandra Trienekens doet onderzoek naar het snijvlak tussen burgerschap,
diversiteit en de kunsten. Zij heeft haar eigen onderzoek/adviesbureau www.
urbanparadoxes.nl, was voorheen lector aan de Hogeschool van Amsterdam en is
verbonden geweest aan verschillende [inter]nationale universiteiten.
86
deelNeMeRs iN kOOR [2009]
indian Music Circle Hindoe en gemengd
sal Mandir Hindoe
Turks klassiek koor Islam
al Wahda kinderkoor Islam
excelsis Evangelische broedergemeente
Gloria Evangelische broedergemeente
Good spirit Evangelische broedergemeente
power of love Rooms Katholiek
joany Muskiet solist Levend Woord Gemeente
all for jesus Gemengd christelijk
kinderkoor Nelson Mandela Rooms Katholiek [Kaapverdiaans]
apostolisch genootschap Apostolisch genootschap
soefiband Soefie Iraans georiënteerd
schola Cantorum Interkerkelijk Nahim avçi en sazleeerlingen Islam en gemengd
Threshold society Soefie Turks georiënteerd
stadhuiskoor neutraal
Filipijns koor Rooms Katholiek
alevitsche balagroep Alevitisch
hakuna Matata neutraal
87
[s]pReekOReN, hOOR jij WaT ik GelOOF [2010]
viviano esajas solist Protestant
johan herbert solist Evangelische broedergemeente
Gospel society & de dag adventisten al Wahda kinderkoor Islam
ibn Batutta kinderkoor van scouting Islam
Chinese kinderen kelly en Ryan neutraal
all for jesus afkomstig uit katholieke migrantengemeente gemengd
Grupo amor Y paz afkomstig uit katholieke migrantengemeente gemengd
ZaMuda kinderkoor evangelische broedergemeente
liberale joodse synagoge Joods liberaal
praiseteam de Nieuwe Weg Pinkstergemeente
Bhakti Tempel Vaishnavisme en hindoeïsme
[volksmond Hari Krishna]
soefihouse Soefisme [Iraans georiënteerd]
Bahai bahia
urdu kerkkoor Gereformeerd
Brahma kumaris brahma Kumaris
sagrada Familia koor Rooms katholiek Spaanstalig
Groep Mevlana Moskee Islam
Filipijns koor Rooms Katholiek
hakuna Matata neutraal
88
suMMaRY iN ChOiR
IN CHOIR is a continuous program from 2008–2010
developed for Kosmopolis Rotterdam by Catharsis
Productions. Through music IN CHOIR brings singers
and musicians of all ages, cultures and religions together.
Their repertoire and religious beliefs are valued and
recognized as a cultural contribution that normally
remains hidden behind the walls of churches, mosques
and temples. After getting acquainted, participants are
asked to combine repertoire from their own beliefs with
songs from other religions. This took a little getting used
to. For example when the children’s muslim group was
89
asked to sing Christ has risen from the dead, their parents
pro-tested. A good compromise was found in: Christ was
born in Bethlehem, something that is recognized by both
Christians and muslims.
All in all over 400 people participated in workshops and concerts during
two years, both in local prayer houses and in worldlier places like the Municipal
Theatre of Rotterdam. They came from the immensely diverse cultural and reli-
gious communities of this harbor city, bringing their faith to IN CHOIR, giving
their confidence to the artistic team to treat their religious and cultural heritage
with respect.
Benefits are clear, people - often but surely not always - coming to Holland
from migration, feel more connected and appreciated after participating in IN
CHOIR, More interested in the beliefs and cultural interests of others. Most of
the participants who answered the surveys are willing to do it again. Many of them
continuing with singing the interreligious repertoire to this day. Interreligious
dialogue has been put to music, the concept is simple, the impact great and the
method well suited for other dynamically diverse cities.
90
liTeRaTuuRlijsT verhalend verleden, ‘We zongen allemaal hetzelfde lied maar ieder in onze eigen taal’. Willy Hilverda. Pluspunt Rotterdam.
in dienst van God, levensverhalen van kloosterzusters.frieda Pruim,Uitgeverij Contact, Amsterdam/Antwerpen2007
Zingen voor het leven, over de bindende kracht van muziek in de multiculturele samenleving. Adema en Hoondert. Heestijk. Abdij van berne.2007
kunst in de wereld Merlijn van Twaalfhoven. Artez Press.2009
Gids voor Christelijke Migrantengemeenschappen in Rotterdam.Robert Calvert. SKIN, Rotterdam2007
de Gereformeerden Agnes Amelink. bert bakker, Amsterdam2002
Geloven in Rotterdam, spirituele stromingen in een wereldhaven. Rien Vroegindewij. Koppeluitgeverij. Rotterdam2001
dwarse vrouwen, verbindingen en verbeeldingskracht.Aksant. Rotterdam2009
het Tibetaanse boek van leven en sterven.Sogyal Rinpoche Rigpa fellowship, Kosmos Uitgevers, Utrecht/Antwerpen2003
de strijd om God, een geschiedenis van het fundamentalisme.Karen Armstrong. bezige bij, Amsterdam2000
Muhammad karen armstrong Orionbooks, London. 2001
Marokkaanse invloeden, kunst, cultuur en debat in Zuid-holland. Herman Obdeijn. Kunstgebouw.
leven met verschillen Eugene van Erven, HKU2010
voorbij de onschuldbaukje Prins, Van Gennep 2000
identificatie met Nederland WRR, Amsterdam University Press
Geloven in het publieke domein, WRR, verkenningen van een dubbele transformatie. W.b.H.J. van de Donk, A.P. Jonkers, G.J. Kronjee en R.J.J.M. Plum, red, WRR, Amsterdam: University Press 2006
No jesus, No life!, muziek-praktijken in internationale protestantse kerken in Nederland. Els Dijkerman. Veldstudies 2008
Boekmancahier 85 Kunst en religie 2011
Religie & verdraagzaamheid, 10 gesprekken over tolerantie in een extreme tijd bart Top. Ten Hav E, Kampen2005
91
COlOFONGepubliceerd doorCatharsis Producties
FotografieAntoinette van OortRosa HordijkHelene van Domburg
Grafisch ontwerp José Stolk
Met dank aan; Organisatie Stagiairs Rosa Hordijk
interviewsStefanie de heer Kloots Het hele Kosmopolis team