Welkom
Voorganger drs mevr Kramer organist dhr de Harder
Thema: “ Het raadsel van het onkruid……”
VDD ELB 181 – 1, 4De Heer is mijn licht
De Heer is mijn licht (EL 181) t. anoniem; m. I.D. Sankey
De Heer is mijn licht (EL 181) t. anoniem; m. I.D. Sankey
De Heer is mijn licht (EL 181) t. anoniem; m. I.D. Sankey
De Heer is mijn licht (EL 181) t. anoniem; m. I.D. Sankey
De Heer is mijn licht (EL 181) t. anoniem; m. I.D. Sankey
De Heer is mijn licht (EL 181) t. anoniem; m. I.D. Sankey
Welkom
Voorganger drs mevr Kramer organist dhr de Harder
Thema: “ Het raadsel van het onkruid……”
P 33 – 2, 7Zingt al wie leeft van Gods …
Psalm 33 (LvdK) t. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. 1543 / Genève 1551
Psalm 33 (LvdK) t. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. 1543 / Genève 1551
Psalm 33 (LvdK) t. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. 1543 / Genève 1551
Psalm 33 (LvdK) t. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. 1543 / Genève 1551
Psalm 33 (LvdK) t. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. 1543 / Genève 1551
Psalm 33 (LvdK) t. J. Wit, J.W. Schulte Nordholt; m. 1543 / Genève 1551
Stil gebedVotum en groet
Ere zij de Vader en de ZoonEn de Heilige Geest,
Als in den beginne, nu en immer,En van eeuwigheid tot
eeuwigheid.Amen.
Gebed van verootmoediging,leefregel.
ELB 125Geprezen zij de Heer die …
Geprezen zij de Heer (EL 125) t. & m. J. van INgen Schenau; m. T. Ame
Geprezen zij de Heer (EL 125) t. & m. J. van INgen Schenau; m. T. Ame
Geprezen zij de Heer (EL 125) t. & m. J. van INgen Schenau; m. T. Ame
Geprezen zij de Heer (EL 125) t. & m. J. van INgen Schenau; m. T. Ame
Geprezen zij de Heer (EL 125) t. & m. J. van INgen Schenau; m. T. Ame
Geprezen zij de Heer (EL 125) t. & m. J. van INgen Schenau; m. T. Ame
Gebed bij de opening van het Woord.
Jezus zegt, dat Hij hier van ons verwacht,
Jezus zegt, dat Hij hier van ons verwacht (EL 454) t. anoniem; m. E.O. Excell
Jezus zegt, dat Hij hier van ons verwacht (EL 454) t. anoniem; m. E.O. Excell
Jezus zegt, dat Hij hier van ons verwacht (EL 454) t. anoniem; m. E.O. Excell
Wij gaan, tot straks!
Lezen OT: Jes. 40 : 12 – 18, 19 – 26a NBG
12 Wie mat de wateren met zijn holle hand,
bepaalde de omvang der hemelen met een span, vatte met een maat het stof der aarde, woog de bergen met een waag en
de heuvelen met een weegschaal?
13 Wie bestuurde de Geest des HEREN en onderrichtte
Hem als zijn raadsman? 14 Wie
raadpleegde Hij, dat deze Hem inzicht zou geven, het
rechte pad zou leren, kennis bijbrengen en de weg des verstands doen
kennen?
15 Zie, volken zijn geacht als een druppel aan een
emmer en als een stofje aan een weegschaal; zie,
eilanden zijn als fijn stof, dat uitgestrooid
wordt; 16 de Libanon is niet toereikend als brandhout, en zijn wild gedierte niet
ten brandoffer.
17 Alle volken zijn als niets voor Hem, zij worden door Hem
beschouwd als nietig en ijdel. 18 Met wie dan wilt
gij God vergelijken en welke vergelijking op
Hem toepassen?
19 Een vakman giet het beeld en een goudsmid
overdekt het met goud en smeedt er zilveren ketenen voor. 20 Wie te arm is voor een wijgeschenk, kiest een
stuk hout dat niet verrot; hij zoekt zich een kundige
vakman om een beeld op te richten, dat niet wankelt.
21 Weet gij het niet? Hebt gij het niet gehoord? Is het
u van de aanvang niet verkondigd? Hebt gij geen begrip van de grondvesten
der aarde? 22 Hij troont boven het rond der aarde, en haar bewoners zijn als sprinkhanen; Hij breidt de
hemel uit als een doek
en spant hem uit als een tent waarin men woont. 23 Hij geeft
de machthebbers over ter vernietiging, Hij maakt de regeerders der aarde tot
ijdelheid; 24 nauwelijks zijn zij geplant, nauwelijks gezaaid,
nauwelijks wortelt hun stek in de aarde, of Hij blaast reeds op
hen,
zodat zij verdorren, en een storm neemt ze op als
stoppels.25 Met wie dan wilt gij Mij vergelijken, dat Ik hem zou
gelijk zijn? zegt de Heilige. 26 Heft uw ogen naar omhoog en ziet: wie heeft dit alles geschapen?
G 444 – 1, 2Grote God, wij loven U
Grote God, wij loven U (LvdK 444) t. I. Franz; v. H. Swarth; m. Duits, 18e eeuw
Grote God, wij loven U (LvdK 444) t. I. Franz; v. H. Swarth; m. Duits, 18e eeuw
Grote God, wij loven U (LvdK 444) t. I. Franz; v. H. Swarth; m. Duits, 18e eeuw
Grote God, wij loven U (LvdK 444) t. I. Franz; v. H. Swarth; m. Duits, 18e eeuw
Lezen NT: Matt. 13 : 24 – 30, 36 – 43 (NBG)
24 Nog een gelijkenis hield Hij hun voor en Hij zeide: Het
Koninkrijk der hemelen komt overeen met iemand, die goed
zaad gezaaid had in zijn akker. 25 Doch terwijl de
mensen sliepen, kwam zijn vijand en zaaide er onkruid
overheen, midden tussen het koren, en ging weg.
26 Toen het graan opkwam en vrucht zette, toen kwam ook
het onkruid te voorschijn. 27 Daarna kwamen de slaven van de eigenaar en zeiden tot hem: Heer, hebt gij
niet goed zaad in uw akker gezaaid? Hoe komt hij dan aan onkruid?28 Hij zeide tot hen: Dat heeft een vijandig mens
gedaan.
29 De slaven zeiden tot hem: Wilt gij dan, dat wij het
bijeenhalen? Hij zeide: Neen, want bij het bijeenhalen van het onkruid zoudt gij tevens
het koren kunnen uittrekken. 30 Laat beide
samen opgroeien tot de oogst. En in de oogsttijd zal ik tot de
maaiers zeggen:
Haalt eerst het onkruid bijeen en bindt het in bossen om het te verbranden, maar brengt
het koren bijeen in mijn schuur. 36 Toen liet Hij de scharen
gaan en ging naar huis. En zijn discipelen kwamen bij Hem en zeiden: Maak ons de gelijkenis
van het onkruid in de akker duidelijk.
37 Hij antwoordde en zeide: Die het goede zaad zaait, is de Zoon des mensen; 38 de akker is de wereld; het goede zaad, dat zijn de kinderen van het
Koninkrijk; 39 het onkruid zijn de kinderen van de boze; de
vijand, die het gezaaid heeft, is de duivel; de oogst is de voleinding der wereld;
de maaiers zijn de engelen. 40 Zoals nu het
onkruid verzameld wordt en met vuur verbrand, zo zal het
gaan bij de voleinding der wereld. 41 De Zoon des mensen zal zijn engelen
uitzenden en zij zullen uit zijn Koninkrijk verzamelen al wat
tot zonde verleidt en hen,
die de ongerechtigheid bedrijven, 42 en zij zullen hen in de vurige oven werpen; daar
zal het geween zijn en het tandengeknars. 43 Dan zullen de rechtvaardigen stralen als de zon in het Koninkrijk huns Vaders. Wie oren heeft, die
hore!
G 316 – 1, 2, 4, 5 ¶ P134Blijf bij ons, Jezus, onze Heer;
1Blijf bij ons, Jezus, onze Heer;de avond daalt op aarde neer;
het helder licht, uw godlijk woord,moog' bij ons schijnen ongestoord.
2Geef ons in deze zware tijd
volharding en standvastigheid,opdat wij woord en sacrament
bewaren tot aan 's werelds end.
4Blijf Heer ons met uw woord nabij
en maak ons van de vijand vrij,deel aan uw kerk genade mee,
geduld en eenheid, moed en vrêe.
5Het is niet onze zaak, o Heer,
't gaat om uw eeuwig rijk, uw eer.Wil allen trouw terzijde staan,die op uw wegen willen gaan.
“Het raadsel van het onkruid ……..”
G 304 – 1, 2, 3God is getrouw,
1God is getrouw, zijn plannen falen
niet,Hij kiest de zijnen uit, Hij roept die
allen.Die 't heden kent, de toekomst
overziet,
God is getrouw (LvdK 304) t. H. Pierson; m. Chr. Gregor
God is getrouw (LvdK 304) t. H. Pierson; m. Chr. Gregor
God is getrouw (LvdK 304) t. H. Pierson; m. Chr. Gregor
God is getrouw (LvdK 304) t. H. Pierson; m. Chr. Gregor
God is getrouw (LvdK 304) t. H. Pierson; m. Chr. Gregor
Dank- en voorbeden.
Collecte1ste kindertehuis Horeb
2de eigen gemeente
ELB 247In Gods overwinning …..
In Gods overwinning (Opw 43) m. E. Elgar; t. A.C. Benson; nl-t. C.A.E. Groot
In Gods overwinning (Opw 43) m. E. Elgar; t. A.C. Benson; nl-t. C.A.E. Groot
In Gods overwinning (Opw 43) m. E. Elgar; t. A.C. Benson; nl-t. C.A.E. Groot
In Gods overwinning (Opw 43) m. E. Elgar; t. A.C. Benson; nl-t. C.A.E. Groot
Zegen,3 x amen