Dag van staken om te waken bij het leven.
Dag van godsvrucht tegen winzucht,
dag van inkeer en van omkeer,van herleven,
dag als deze, zevende,van God gegeven.
Dag van gratie, rekreatie, één op zeven.
Dag van godstrouw tegen roofbouw,
dag van inzicht en van uitzicht, van herleven.
Dag als deze, zevende, van God gegeven.
Dag van leren nieuw beheren alle leven.
Dag van godsspraak tegen afbraak,
dag van heelheid en van eenheid, van herleven.
Dag als deze, zevende, van God gegeven
Gij hart, Gij bron van leven,
ontferm U over ons.
Gij adem, ziel in mensen,
ontferm U over ons.
L a u d a t e D o m i n u m
L a u d a t e D o m i n u m
o m n e s g e n t e s . A l l e l u i a !
(Tai
zé)
Je lichaam werd een loden last,getekend was je leven.
Zo - mensonterend aangetast -werd jij van huis verdreven.
Onrein verklaard en dus gedoemdte leven als een dode
werd jij alleen als plaag genoemden naamloos uitgestoten.
Onrein verklaard en dus gedoemdte leven als een dode
werd jij alleen als plaag genoemden naamloos uitgestoten.
Tot Jezus riep je: raak mij aan,jij kunt mijn leven helen,
wees onderhuids met mij begaan,wil in mijn lijden treden.
De mensenzoon trad op je toeom even aan te raken
je diepste pijn en God weet hoehij onrein rein kon maken.
Hij - zo verstrikt in ons bestaan -doorvoelde angst en lijden.
Nog raakt de Eeuwige ons aanom zo ons te bevrijden.
[Vg]
Ik geloof in de Vader van dit levendie zin is en grond van mijn bestaan,
die alles in Liefde geschapen heeft,die mijn toekomst in Zijn handen draagt.
238
[Al]Ik geloof in Jezus Zijn Zoon,
de Mens om nooit te vergeten.In Hem hebben wij Gods goedheid gezien:de Christus, voor mensen van alle tijden.
238
[Vg]Ik geloof in Zijn Geest,
die levend maakt en kracht geeft,die leeft in de Kerk,
die werkt in mens en tijd.
238
[Al]Ik geloof in de gemeenschap van de Kerk,
die op weg is van donker naar licht,naar de verlossing toe.
Ik geloof in dit levenals de weg naar de Liefde,
die volkomen is.
238
Laat onze woorden stijgen voor uw aangezicht als wierook.Zie in ons het verlangen een mens te zijn van U.Kom, adem ons open, Kom, adem ons open, adem ons open
(Prin
s S
ieds
/ Lö
wen
thal
Tom
)
Maaltijd van vreugde, licht overgoten.
Stralend staat alles voor ons klaar,zegenend groeten wij elkaar,
cirkel van mensen, tafelgenoten.
Maaltijd van liefde, hier zijn we samen,
eten van wat de aarde geeft,voelen de goedheid die hier leeft,
lichaam en geest, zij komen op adem.
Maaltijd van delen, laten we geven,
aandacht en warmte aan elkaar,tijd en geduld, een stil gebaar,
woorden waarmee je voort kunt in 't leven.
[Vg]
Wees aanwezig in ons midden, God,en vervul ons hart met Jouw Geest.In Jouw naam zijn wij hier samen.
Wij noemen Je, tastend en twijfelend:
God en Vader, Waakvlam, Roepstem, Grond van Leven.
Rond de tafel
[Al]
Niemand heeft Jou ooit gezien,maar elke dag opnieuw is het
duidelijkhoe Je aanwezig bent
daar waar mensen elkaar vindenen van elkaar houden,
waar mensen de handen in elkaar slaan
en kleine stappen zettenom deze wereld
om te bouwen tot Jouw wereld.
[Vg]
Wij zien Jou aan het werkin de ontluikende liefde tussen
mensen,aanstekelijk in de groeiende
solidariteiten in blijvende verbondenheid
tussen mensen,aanstekelijk
in de kleine en de grote inzet voor vrede en gerechtigheid.
[Al]
Wij zien Jou aan het werk in Jezus, Je Zoon:
de woorden die Hij sprak, waren Jouw woorden,
en worden nu ook de onze.Zijn keuze voor de kleine mensen
was Jouw keuze,en wordt nu ook de onze.
[Vg]In Hem hebt Jij Jouw lot aan ons
verbonden, Jouw droom in ons gelegd:
dat lammen niet lam blijven en doven niet doof.
Dat er voor elke mens leven mogelijk is, leven in overvloed.
Hem willen wij hier bij name noemen als inspiratie,
wegwijzer voor ons leven, als oproep om te blijven doen
wat Hij heeft gedaan.
[Vg]
Zo wilen wij temidden van de ontmoediging de fantasie bewaren en wegen blijven vinden naar de
nieuwe toekomstdie Jij ons in handen gegeven hebt.
Dat onze hand niet slaat,dat onze mond niet verraadt,
dat wij geen mens verloochenen.
[Al]
En dat wij hen niet vergeten,die op ons blijven rekenen:
hen, van wie wij houdenen hen, van wie wij nog niet genoeg
houden.Dat wij hen niet vergeten,
die naast ons staan,ons voorgaan en bemoedigen,
en hen, met wie wij samen op weg zijn
naar menselijker samenleven.
[Pr]
Dat wij hen evenmin vergeten,die van ons zijn heengegaan:
dat zij tot ons blijven spreken,ons verder oproepen en inspireren,
ook nu zij gestorven zijn.
[Al] Beziel ons met Jouw Geest en met geen andere.
Dat wij elkaar bewaren en verdragen,dat wij niet wijken voor macht of
eigenbaat.Dat wij waakzaam zijn
om de tekens van hoop te zientemidden van een wereld die soms zo verloren lijkt.
Dat wij zelf zo’n hoopvol teken mogen worden.
(Pet
er B
iesb
rouc
k)
Geef ons de vredeDona la pace Signore, a chi confida in te,
Dona, dona la pace Signore, dona la pace
Geef ons Uw vrede, geef vrede,
aan wie op U vertrouwt. Geef ons.
Geef ons Uw vrede, geef vrede.
Geef ons Uw vrede
(Taizé)
1. Nu wij uiteen gaan, vragen wij Godga met uw licht voor ons uit.Nu wij uiteengaan wens ik jou toe:
Ga met GodVaya con Diosen à Dieu
2. Voor wie ons lief zijn vragen wij God:ga met uw lichtvóór hen uit! Al onze vrienden wensen wij vrede:3. Voor alle mensen in deze stad: Vrede en goedsin elk huis!Voor alwie kwamenonder dit dak:
2. Voor wie ons lief zijn vragen wij God: ga met uw licht
voor hen uit! Al onze vrienden wensen wij vrede:
3. Voor alle mensen in deze kerk: Vrede en goeds
in jouw huis! Voor al wie kwamen onder dit dak
(de
Vrie
s S
ytze
/ W
inte
r C
hris
tiaan
)