Leercoaching
Persoonlijke groei & ontwikkeling
gekoppeld aan de competenties die in een leertraject gemeten worden
Vakinhoudelijke competenties
Persoonsgerichte competenties
Reflectie
Feedback
Echt veranderen
Blijvend veranderen
Leren zonder duw en trekwerk en eindeloos herhalen van feedback
L E E R C O A C H
Een open houding
In verbaal en non-verbaal gedrag maakt de begeleider kenbaar het verhaal, de emoties en
de denktrant van de ‘geïnterviewde’ zonder oordelen te accepteren
Empathisch vermogen
Zich in de ander kunnen inleven, mededogen hebben.
Nieuwsgierig en resultaatgericht zijn
Doorvragen en durven botsen in de
hier-en-nu-situatie
Contract en contact maken, aansluiting
Expliciet: duidelijk maken wat wederzijdse verwachtingen zijn.
Impliciet: het moet klikken
Eigen manoeuvreerruimte opeisen
Nodig om ‘onbespreekbare’ zaken en vanzelfsprekendheden bespreekbaar te
houden
Toestemming vragen opent deuren: - Vind je het goed als we hier verder op ingaan? - Mag ik doorvragen op dit punt? Als het antwoord nee is, ook niet doen. Nog wel naar het waarom vragen, met toestemming.
De 6 x S van succesvol coachen
• Speak first
• Smile
• Speak slowly
• Speak less (and question more)
• Stay positive
• Shut up
Belangrijke eigenschap Leercoach
Een O.E.N. zijn………
Open
Eerlijk
Nieuwsgierig
Open
• Weet je wat me opvalt?
• Wat is in deze situatie zo belangrijk voor je?
Eerlijk
• Weet je wat ik maar niet begrijp?
• Volgens mij gun je hem het daglicht niet!
• Ga je voor je gelijk of ga je voor je geluk
Nieuwsgierig
• Had je ook anders kunnen reageren?
• Hoe blijft nou je probleem in stand?
• Waarom gebeurt er nou niet/wel wat je zou verwachten?
• Wat is nu jouw ‘winst’ als je niet verandert? (welke lastige situatie voorkom je ermee?)
4 X W en 1 x H Wie Wat
Welke Waarom
Hoe
Vragen stellen
Vragen stellen
Open en gesloten vragen
Open: de W’s en de H: Wie, Wat, Welke, Waarom (naar betekenis en belang vragen)
en Hoe
Doel: Informatie van de ander krijgen
Gesloten: Ja of nee. Houden een mening in, zijn sturend in een gedachtegang,
werken beperkend in activeren van zelf denken
Doel: besluit of keuzeantwoord afdwingen
Vragen stellen
Suggestieve vragen Hebben een hoog suggestiegehalte van het goede
antwoord in zich.
Dubbele of driedubbele vragen De ander kan kiezen waarop hij antwoord geeft.
Doorvragen Vooral verduidelijkingsvragen:
Hoe bedoel je, kun je een voorbeeld geven?
Vragen stellen
Ezelsbruggetje
Luisteren Samenvatten Doorvragen
Vragen stellen
De mens is net een pedaalemmer: trap op z’n teen en zijn mond gaat
open
Luisteren
Gatenkaastechniek Concentreer je op wat er gezegd wordt maar vooral
ook op wat er niet gezegd wordt.
Luisteren
De detectivetechniek
Let op lichaamstaal en vooral of die anders is dan wat iemand zegt. Bijvoorbeeld iemand zegt opgelucht te
zijn maar heeft een gespannen houding.
Luisteren
De rode-lamptechniek
Dit doelt op het gebruik van intuïtie. Die waarschuwt dat er iets bijzonders aan de hand is
Luisteren
1. Ogen / kijken: visueel
2. Oren / horen: auditief
3. Huid / voelen / aanraken: kinesthetisch / intuïtief
4. Neus / ruiken: intuïtief
5. Mond / proeven: intuïtief
• Welke gebruikt de gecoachte? • Welke gebruik jij als coach? • Waar blijkt dat uit?
Onze informatiekanalen
In de communicatie maken we veel gebruik van zien, horen en voelen
Proeven en ruiken gebruiken we relatief weinig bewust, al ruik je soms onraad en proef je de sfeer.
De voorkeur voor één van de zintuigen kun je horen aan het taalgebruik:
“Ik hoor…..”, “Ik zie……..”, Ik proef……..”
Er zijn in de wereld te veel luidsprekers en te
weinig seismografen
Onze informatiekanalen
1e positie Coach tegenover de gecoachte
doet ‘ik-uitspraken’ vanuit eigen positie:
‘Ik vind….’
2e positie Coach zit naast de gecoachte
doet ‘je-uitspraken’: ‘Je bent onrustig hè?’
3e positie Coach kijkt vanaf afstand of van boven naar coach en gecoachte; doet ‘wij- of meta-uitspraken’:
‘Waar zijn wij nu mee bezig?’ of ‘Weet je wat ons opvalt?’
Kunnen wisselen van positie
In een individueel coachingsgesprek weet je als coach te switchen tussen drie posities
1. Vanuit jezelf 2. Vanuit het standpunt van de ander
3. Vanuit een helikopterblik, oftewel ‘metakijken’
Kunnen wisselen van positie
Om te kunnen waarnemen moet je
afstand hebben
Kunnen wisselen van positie
Weet je wat mij opvalt? (1e en 3e positie).
Kunnen wisselen van positie
1e positie Vanuit jezelf
3e positie
Vanuit de helikopterblik
Weet je wat mij opvalt? (1e en 3e positie).
Kunnen wisselen van positie
Ik vind je zo klagerig overkomen (1e positie),
1e positie Vanuit jezelf
Kunnen wisselen van positie
je hebt er echt de pest over in, hè? En het maakt je ook verdrietig (2e positie),
Weet je wat mij opvalt? (1e en 3e positie).
Ik vind je zo klagerig overkomen (1e positie),
2e positie Vanuit het standpunt
van de ander
Kunnen wisselen van positie
ook boos? (1e en 2e positie).
je hebt er echt de pest over in, hè? En het maakt je ook verdrietig (2e positie),
Weet je wat mij opvalt? (1e en 3e positie).
Ik vind je zo klagerig overkomen (1e positie),
1e positie Vanuit jezelf
2e positie Vanuit het standpunt
van de ander
Opdracht
Waarom ik coachen belangrijk vind:
Voor mij is de essentie van coaching:
begrijpen wat voor de
ander belangrijk is
contact maken
bewust maken
opstapjes geven
keuzeproces versterken
soms confronteren belemmerende opvattingen
boven tafel krijgen
bespreekbaar maken hoe
een aantal zaken zich t.o.v.
elkaar verhoudt
de aap bij de gecoachte
laten/eigenaarschap
belangeloos durven en
kunnen zijn
geloof in eigen kunnen versterken
afspraken maken om
tot actie te komen
Een coachkwaliteit is het stimuleren van
ontwikkelingsvragen op het gebied van functie en persoonlijke invulling en omvat veel vaardigheden
zoals
Diverse vaardigheden van een leercoach
Ieder mens heeft de keuze of hij zich richt op beperkingen of op mogelijkheden; de coach ook
S. W. O.T. STERK (STRENGTHS) ZWAK (WEAKNESSES)
KANSEN (OPPORTUNITIES) BEDREIGINGEN (THREATS)
Diverse vaardigheden van een leercoach
1. Begeleiden van
leerprocessen
2. Gerichtheid op de
leer/werk context
3. Resultaat gerichtheid
4. Gerichtheid op zelfsturing in werken en
leren
5. Interactie als begeleider
vormgeven
6. Professioneel
werken
Basiscompetentieprofiel van de leercoach
1. Begeleiden van leerprocessen Wat leert de ander van de huidige situatie? Gewenst of ongewenst? Wat leert de ander door zijn coachvraag? Wat leert de ander als ik zo coach?
2. Gerichtheid op de leercontext Hoe verhoudt de coachvraag zich tot de
werk/leercontext? Hoe wordt het probleem in stand gehouden
door de werk/leercontext? Wat is de kans van slagen van het
coachingstraject gezien de werk/leercontext?
3. Resultaatgerichtheid Formuleert de gecoachte een meetlat, ofwel
doelstellingen? Hoe is het effect van de coaching zichtbaar
voor anderen? Is het resultaat van de coaching eenduidig
voor gecoachte en coach?
4. Gerichtheid op zelfsturing in werken en leren
Neemt de gecoachte eigenaarschap cq verantwoordelijkheid op zich voor zijn coachingstraject?
Praat de gecoachte in termen van moeten of willen?
Wie is aan het werk/ wie verricht de inspanning: de coach of de gecoachte?
5. Interactie als begeleider vormgeven Wat valt je op aan de hier-en-nu-situatie? Relateer je de hier-en-nu-situatie aan de
werk/leersituatie
6. Professioneel werken Ben je in staat transparant te zijn in je keuze
voor bepaalde werkwijzen?
Checklist competentieprofiel
Basiscompetentieprofiel van de leercoach
Coachen is investeren in een
langdurige ontwikkeling van
anderen
Basiscompetentieprofiel van de leercoach
Krachtbronnen bij uitstek
Humor
Verbazing Nieuwsgierigheid
Betrokkenheid bij de ander
Durf fouten te maken
I’m in control
Durf fouten te maken
Als je het perfectionisme niet loslaat zul je zeker falen
Durf fouten te maken
Fouten maak je door je ZWAKKE PUNTEN te relativeren en daardoor niet serieus te nemen. Falen doe je door je ZWAKKE PUNTEN en de BEDREIGINGEN te ontkennen en zo blijk te geven van weinig reflectievermogen.
Durf fouten te maken