ALLES VAN WAARDE IS KANSRIJK
Joh
n B
ecke
rs, 5 ju
li 20
12
Van koker naar waarde
Kantelen maar dan anders
Wat is de zaak waar jij voor gaat? Wat wil jij?
Wie zijn je stakeholders?
Waar worden die stakeholders blij van?
Welke activiteiten zijn daarvoor nodig? Wat werkt het best?
Wie moet die activiteiten uitvoeren? Hoe gaat de afstemming?
Wat gaan de stakeholders er zelf aan doen? Wat willen ze daarvoor terug? Hoe toets je of ze blij zijn?
Eigen buik niet relevant
Waarde die stakeholders ervaren
Werken en organiseren in de 21e eeuw
Clan Koninkrijk Fabriek Concern Familie Netwerk
Essentie Veiligheid Macht Orde Succes Community Synergie
Leiderschap Boegbeeld Baas Manager Ondernemer Dienend Emergent
Strategie Continuïteit Verdeel+heers Groeien Concurrent Stakeholders Vernieuwen
People Cultuurbehoud Up or out P&O HRM HTD TWO
Informatie Kring, groep Opdrachten Via regels SLA Draagvlak Consent
Leren Veilig Macht verwerven
Product-innovatie
Proces-innovatie
Sociale innovatie
Systeem-innovatie
Middelen Zelf, ruil Dwang+zoet Zit in regels Onderhandelen Uitbesteden Cocreatie
Processen Gewoontes Autonomie Standaards Procesfocus Systeemfocus Ketenfocus
Waarden Traditie, rituelen
Daadkracht, moed, wil
Plicht, perfectie
Prestige, competitie
Zorg, samen, empathie
Flow, puur, visionair
Drive Hechten Heersen Beheersen Presteren Delen Verbinden
Structuur Kring Pikorde Fabriek Matrix Plat Vlechtwerk
Stijl Oude wijzen Autoritair In control Benchmarken Mee maken Uitdagen
Organisaties in soorten
‘Maatschappelijk’ en maatschappelijk
Samenwerken = samen werken
Waardenetwerken waren er altijd al
Elke waarde creëert haar eigen netwerk
Van buiten naar binnen
Dynamisch – wat er gebeurt is altijd voorwerp van discussie
Gelijkwaardig – niemand heeft de exclusieve regie
Serieus – het raakt de kern van wat jij doet
Wie er niet (echt) iets aan heeft doet niet (echt) mee
Als je je terugtrekt en geen flinke last voelt was het niks
Synergie – Het levert een waarde op die je belangrijk en relevant vindt (en er zonder dit netwerk niet zou zijn)
NB De beleefde synergie kan per deelnemer verschillen
Wat een netwerk is
Geen eenheid van eigendom
Geen eenheid van zeggenschap
Geen eenheid van leiding
Beperkt tot deelgebieden
Samen bezitten, samen besturen, samen uitdragen
Primaire taken bij andere partijen
Wederzijds afhankelijk, gezamenlijk risico
Delen van (dezelfde) informatie
Wat een netwerk ook is
Appels + peren # fruit
Ander leiderschap, ander vakmanschap
Dienen in plaats van sturen
Werker stuurt, klant is object
Dicteren, beleren, uitleggen
Producten maken en slijten
Aanbod bepaalt wat gebeurt
Zorgen voor, consumenten
Van binnen naar buiten
Vrijwilliger helpt werker
Overnemen van burgers
Krijgen, passief
Kwaliteit zit in systemen
Focus op kwetsbaar
Samenwerken is verdelen
Werker dient, klant is subject
Luisteren, leren, helpen
Activeren en co-creëren
Vraag bepaalt wat gebeurt
Zorgen dat, zelf wat zelf kan
Van buiten naar binnen
Werker helpt vrijwilliger
Overlaten aan burgers
Betalen, wederdienst, actief
Kwaliteit is wat de klant wil
Niemand is alleen kwetsbaar
Samenwerken is delen
Nieuwe mensen, nieuwe tijden
Van hard naar hart
Hard Structuur, strategie, checklist
Truukje, reizen, spoorboekje
Regels, procedures, plan
Controle, sancties, bazen
Gemak, comfortzone, theorie
Vergelijken, cijfers, feiten
Gebouwen, markten, geld
Positie is bepalend
Voorschriften uitvoeren
Convenant, fusie, alliantie
Bestuurders besturen
Hart Visie, intuïtie, betrokkenheid
Leren, stap voor stap, trekken
Kansen, geluk, pech, coping
Loslaten, wederkerigheid, delen
Inzicht, bezieling, vertrouwen
Toeval, aftasten, zelfsturing
Respect, aandacht, passie, plezier
Waarde is bepalend
Afspraken nakomen
Tijdelijk werkbare overeenkomst
Klanten besturen
Mensen veranderen, organisaties ook
Toen Baas – knecht
Hiërarchie, pyramide
Management (bean counters)
Manager = supervisor
Aanpassen aan collectief
Positie geeft doorslag
Bevoegdheden
Afwachten
Functiegericht, taak uitvoeren
Proces- en activiteitgericht
Protectionistisch, heilige huisjes, privileges, gesloten
Nu en straks Klant – leverancier
Onderling gelijkwaardig, plat
Leiderschap, visie, programma
Manager = coach
Individueel ontplooien
Argumenten geven doorslag
Verantwoordelijkheden
Initiatief nemen
Afstemmen op klant
Resultaatgericht
Productief, bijdragen, open
Werk wordt gedeeld, bestuur en toezicht ook
Besturen wordt samen besturen
Toezicht wordt rekenschap geven aan de gemeenschap
Andere werkwijze, ander toezicht
Oud Toezicht op afstand uitoefenen
Toezicht doe je er even bij
Moet kunnen in 5, 6 vergaderingen per jaar
Even bijpraten en actualiteit doornemen
Goede sfeer en loyaliteit
Bestuurder levert de informatie
Toezicht gaat over geld
Geen verantwoordingsplicht naar buiten
Nieuw Leiderschap en voorbeeldgedrag
Aandacht voor eigen ontwikkeling
Benutten van elkaars expertise, taken verdelen, teamwork
Openheid, discussie, ruimte voor andersdenkenden, diversiteit
Elkaar aanspreken, ook op taboes
Zelf actief informatie ophalen bij verschillende bronnen
Toezicht gaat over waardecreatie
Verantwoording aan stakeholders (en daardoor legitimiteit verwerven)
Ontleend aan Goos Minderman, Waar is de Raad van Toezicht?, 2012, en Rienk Goodijk, Falend toezicht in semipublieke organisaties?, 2012
Situationeel toezicht
Dynamisch kiezen van rollen en stijlen
Uitvoering, bestuur en toezicht in de 21e eeuw
Alle echelons hetzelfde fundament
Ontleend aan Rienk Goodijk, Falend toezicht in semipublieke organisaties?, 2012
Wie voordeel ziet draagt vanzelf bij
Waarde, commitment en rekenschap
Focus – Consequente sturing met beoogde waarde als leidraad
Vakmensen – Bij elke waarde de beste mensen
Niet oppoetsen – Wrede feiten systematisch in beeld
brengen, van leren en omzetten in verbeteringen
De beste zijn – Weten waar je de beste in bent en alleen dat
doen
Rekenschap geven – Aan ieder die erom vraagt, en bereid zijn
anders te gaan werken als daar reden toe is
Gaat dit niet vanzelf? Dan is er geen waardeperceptie of mankeert het aan vertrouwen, commitment, leiderschap of vakmanschap
Loslaten, divergeren, convergeren, kiezen
Van waarde naar activiteiten
Waarde – Kies een van de waarden (in de ogen van stakeholders) die we willen realiseren
Divergeren – Bedenk alle activiteiten die die waarde helpen realiseren
Convergeren – Rangschik ze op volgorde van effectiviteit (gebruik het toetsingskader als maatstaf)
Kiezen – Kies die activiteiten die het meest bijdragen aan de gekozen waarde
De wie-vraag – Bepaal wie die activiteiten het beste kan
uitvoeren
Loslaten, divergeren, convergeren, kiezen
Van waarde naar activiteiten
Te realiseren waarde
Activiteit 1
Uitvoerder 1
Uitvoerder 2
………
Activiteit 2
Uitvoerder 3
Uitvoerder 4
……..
…….
Einde