Afspraken valide exameninstrumenten mbo
1. Doel Vertrouwen in de waarde van mbo-diploma’s is voor studenten, werkgevers en de maatschappij van
groot belang. Het diploma geeft mbo-studenten een vliegende start op de arbeidsmarkt en wordt
door het bedrijfsleven op een hoog niveau blijvend gewaardeerd. Daarbij is het essentieel dat de
ingezette exameninstrumenten van onberispelijke kwaliteit zijn. De afgelopen jaren heeft de sector
stevig ingezet op de kwaliteit van exameninstrumenten en hebben mbo-scholen in de Examenagenda
mbo 2015-2020 met elkaar afgesproken exameninstrumenten in principe in te kopen en volgens
dezelfde collectieve afspraken te construeren en vast te stellen. Dit heeft geleid tot een vergroot
aanbod van in te kopen exameninstrumenten.
Daarbij laat de Staat van het Onderwijs de afgelopen jaren de volgende ontwikkeling zien: in 2013
was bij 73% van de bekostigde opleidingen sprake van voldoende kwaliteit van het
exameninstrumentarium en in 2014 en 2015 was dat 92%. In 2016 is dit licht gestegen naar 93%.
Voor het niet-bekostigd onderwijs geldt dat in de periode 2012-2014 bij 76% van de bezochte
opleidingen de kwaliteit van de exameninstrumenten voldoende was. In de periode 2014-2016 was
dit het geval bij 67% van de opleidingen. Bij bekostigde opleidingen die examenmateriaal (deels)
inkopen is het exameninstrumentarium vaker voldoende (98% in 2014 en 2015, 100% in 2016) dan
bij opleidingen die gebruik maken van zelf ontwikkeld examenmateriaal (2014: 82%, 2015: 79% en
2016: 76%). Voor het niet-bekostigd onderwijs geldt dat in de periode 2014-2016 bij 76% van de
opleidingen het exameninstrumentarium voldoende was bij ingekocht materiaal, tegenover 57% bij
zelf ontwikkeld materiaal.1
Deze versterking van de kwaliteit willen de ondertekenaars verduurzamen. Daarom spreken de
ondertekenaars in deze ‘Afspraken valide exameninstrumenten mbo’ met elkaar af hoe zij via
gecertificeerde inkoop, zelf construeren en extern valideren tot valide exameninstrumenten komen.
Door volgens deze afspraken te werken neemt de sector zelf de verantwoordelijkheid om de
kwaliteit van exameninstrumenten te borgen, waardoor afgezien kan worden van wet- en
regelgeving. Onderdeel van nemen van verantwoordelijkheid is het als sector handhaven van deze
Afspraken valide exameninstrumenten mbo. Daarmee wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan
de borging van het landelijk civiel effect van het mbo diploma.
1 Bronnen: Inspectie van het Onderwijs, Staat van het Onderwijs 2013/2014, 2014/2015 en 2015/2016, Technisch Rapport Sectorhoofdstuk Middelbaar Beroepsonderwijs, Staat van het Onderwijs 2015/2016, april 2017.
Afspraken valide exameninstrumenten mbo 2
Typering afspraken De Afspraken valide exameninstrumenten mbo hebben tot doel het werken volgens de drie routes
naar een valide exameninstrument te verankeren en te borgen in de werkwijze van de mbo-scholen
en gecertificeerde instanties.2 In deze afspraken is omschreven wat het inzetten van valide
exameninstrumenten bij examinering inhoudt, welke drie manieren (drie routes) er zijn om te komen
tot valide exameninstrumenten, aan welke afspraken de mbo-sector zich daarbij houdt, hoe scholen
de toepassing van de afspraken over valide exameninstrumenten inzichtelijk maken en hoe
handhaving van de afspraken plaatsvindt.
De afspraken zijn van toepassing op alle exameninstrumenten voor instellingsexamens3 voor de
herziene kwalificaties. Het gaat hier om beroepsgerichte instellingsexamens en instellingsexamens
voor de generieke examenonderdelen. Deze afspraken gelden niet voor:
1. centrale examens;
2. externe examens die afgenomen worden als gevolg van (wettelijke) beroepsvereisten,
waarbij de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het examen buiten de school ligt;
3. keuzedelen.
De systematiek van de drie routes (drie manieren) om te komen tot een valide exameninstrument en
de norm voor valide exameninstrumenten4 worden beheerd door een onafhankelijke stichting
(hierna Stichting Valide Exameninstrumenten MBO).
2. Uitgangspunten 1. Deze Afspraken valide exameninstrumenten mbo bestaan uit een set afspraken op ‘hoofdlijn’
met een set bijlagen. Deze bijlagen zijn nadrukkelijk onderdeel van de afspraken. In de
bijlagen zijn de afspraken verder uitgewerkt.
2. Wettelijke kaders over examinering en exameninstrumenten zijn leidend.
3. Het toezicht van de Inspectie van het Onderwijs op de kwaliteit van exameninstrumenten is
en blijft plaatsvinden aan de hand van het geldende onderzoekskader mbo van de Inspectie
van het Onderwijs en de geldende Regeling Standaarden Examenkwaliteit.
4. De producteisen uit de norm voor valide exameninstrumenten zijn en blijven congruent met
de betreffende examenstandaard m.b.t het exameninstrumentarium uit de geldende
Regeling standaarden Examenkwaliteit en het geldende onderzoekskader mbo van de
Inspectie van het Onderwijs.
5. De afspraken uit de Examenagenda mbo 2015-2020 blijven onverminderd van kracht. Deze
afspraken bestaan eigenstandig naast de Afspraken valide exameninstrumenten mbo.
Afspraken uit de Examenagenda die betrekking hebben op de inkoop en het in eigen beheer
2 Een gecertificeerde instantie komt voor in route 1 en kan een examenleverancier, examenstichting of school zijn. 3 Instellingsexamen: examen of examenonderdeel bestaande uit toetsen die zijn vastgesteld en worden afgenomen door of
in opdracht van de instelling. Een instellingsexamen kan zowel een beroepsgericht examen als een examen voor de
generieke eisen zijn. 4 Norm voor valide exameninstrumenten: een exameninstrument- en in het geval van certificering tevens een te
certificeren instantie - worden getoetst aan de norm voor valide exameninstrumenten. De norm heeft als doel de kwaliteit
van een exameninstrumenten en/of instantie die exameninstrumenten construeert vast te stellen. De norm bestaat uit de
onderdelen: producteisen, proceseisen en organisatie-eisen.
Afspraken valide exameninstrumenten mbo 3
construeren van exameninstrumenten zijn congruent met de Afspraken valide
exameninstrumenten mbo.
3. Afspraken valide exameninstrumenten inzetten bij examinering Mbo-scholen zetten voor de examinering van de herziene kwalificaties enkel valide
exameninstrumenten in volgens één van drie routes naar een valide exameninstrument. Hierbij
kopen zij in principe exameninstrumenten in bij een gecertificeerde instantie (route 1). Wanneer er
geen inkoop mogelijk is of een school van mening is dat er geen goed of passend aanbod is, dan
ontwikkelt de school in eigen beheer exameninstrumenten volgens route 2 of route 3 en de hiervoor
betreffende de Afspraken valide exameninstrumenten mbo.
De drie routes zijn:
Route 1: het inkopen van exameninstrumenten bij een daartoe gecertificeerde instantie.
Route 2: het, voor alle kwalificaties die daartoe aangewezen zijn, door de school individueel of
samen met andere scholen in eigen beheer construeren van exameninstrumenten. Het construeren
gebeurt volgens de afspraken beschreven in de publicatie ‘Stappen route 2’.
Route 3: het construeren van exameninstrumenten en deze extern laten valideren.
Het werken met valide exameninstrumenten betekent dat een mbo-school:
● zorgt dat elk exameninstrument voorafgaand aan de inzet bij examinering valide is door met
elk exameninstrument een van de drie routes te volgen die leidt tot een valide
exameninstrument;
● zich aan de overeengekomen afspraken voor toepassing van de routes houdt;
● bij het gebruik van de routes de vigerende norm voor valide exameninstrumenten die onder
de drie routes ligt in acht neemt;
● verantwoordt hoe de Afspraken valide exameninstrumenten mbo worden toegepast en
welke afwegingen daarbij gemaakt zijn.
4. Afspraken per route
A. Afspraken Route 1 Route 1 betreft het inkopen van exameninstrumenten bij een gecertificeerde instantie. Mbo-scholen en examenleveranciers spreken af dat:
● de mbo-school bij het doorlopen van route 1 exameninstrumenten enkel bij (een) hiertoe gecertificeerde instantie(s) inkoopt;
● de examenleveranciers zich inspannen om zich te laten certificeren aan de hand van de eisen uit de vigerende norm voor valide exameninstrumenten door een hiertoe aangewezen onafhankelijke autoriteit. Voor certificering gelden alle eisen uit de vigerende norm: producteisen, proceseisen en organisatie-eisen;
● de gecertificeerde instanties het level playing field naleven bij het beschikbaar stellen van exameninstrumenten aan derden. Het level playing field is opgenomen in bijlage 1.
Afspraken valide exameninstrumenten mbo 4
De validiteit van een exameninstrument eindigt zodra:
1. het exameninstrument met vaste examenopdracht gewijzigd wordt en/of
2. het exameninstrument niet voldoet aan de vigerende norm.
Scholen volgen:
● indien er sprake is van een exameninstrument waarbij scholen zelf opdrachten (deels)
kunnen vervangen, de werkafspraken voor het toepassen van valide exameninstrumenten,
zoals opgenomen in bijlage 2; ● indien er sprake is van een exameninstrumenten met vaste examenopdrachten de
werkafspraken voor het wijzigen van valide exameninstrumenten, zoals opgenomen in bijlage 2. Een gewijzigd exameninstrument kan hierdoor weer valide worden.
B. Afspraken Route 2 In route 2 construeren scholen individueel of gezamenlijk in eigen beheer exameninstrumenten.
Route 2 is toegankelijk voor de ondertekenaars van de collectieve afspraken, respectievelijk de
onderwijsleden van de NRTO en de MBO Raad. Indien er sprake is van gezamenlijk construeren,
ontslaat het de individuele school niet van de verplichting om zorg te dragen van validiteit voor het
instrument.
Route 2 is niet toegankelijk voor exameninstrumenten van kwalificaties die zijn aangemerkt als
kwalificaties waarbij het te risicovol is om te komen tot een (valide) exameninstrument zonder
betrokkenheid van een externe autoriteit. Voor deze kwalificaties dienen route 1 of route 3 dienen
gevolgd te worden om te komen tot valide exameninstrumenten. Route 2 is toegankelijk voor de
exameninstrumenten voor de generieke eisen bij alle kwalificaties.
Mbo-scholen spreken af dat zij bij het in eigen beheer construeren van exameninstrumenten:
● construeren volgens de afspraken beschreven in de publicatie ‘Stappen route 2’;
● de collectieve afspraken volgen. Deze collectieve afspraken zijn opgenomen in bijlage 3; ● indien beschikbaar, een openbaar servicedocument5 gebruiken;
● de producteisen uit de vigerende norm voor valide exameninstrumenten toepassen;
● de collectieve afspraken voor het construeren en vaststellen van exameninstrumenten
operationaliseren met de proces- en organisatie-eisen uit de vigerende norm voor valide
exameninstrumenten als referentiekader.
De validiteit van een exameninstrument eindigt zodra:
1. het exameninstrument gewijzigd wordt en/of;
2. het exameninstrument niet voldoet aan de vigerende norm en/of ;
3. de kwalificatie waarvoor het een exameninstrument betreft wordt aangemerkt als een
kwalificatie waarbij het te risicovol is om te komen tot een (valide) exameninstrument in
route 2.
5 Openbaar servicedocument: een handreiking die helpt bij het maken van de doorvertaling van de kwalificatie-eisen naar examinering. Een servicedocument is openbaar als zowel niet-bekostigd + bekostigd onderwijs kan het servicedocument verkrijgen en dit kan los van het verkrijgen van een exameninstrument. Als het servicedocument eventueel tegen betaling verkregen kan worden, dan valt dat ook onder 'openbaar'.
Afspraken valide exameninstrumenten mbo 5
Mbo scholen volgen de werkafspraken voor het toepassen van valide exameninstrumenten, het
wijzigen en/of vervangen van examenopdrachten, zoals opgenomen in bijlage 2. Een gewijzigd
exameninstrument kan hierdoor weer valide worden.
C. Afspraken Route 3 In route 3 laten eigenaren van ontwikkelde exameninstrumenten deze exameninstrumenten extern
valideren door een daarvoor aangewezen autoriteit. In route 3 wordt een exameninstrument door
een aangewezen autoriteit getoetst aan de producteisen uit de vigerende norm voor valide
exameninstrumenten.
Indien eigenaren van extern gevalideerde exameninstrumenten, deze exameninstrumenten
beschikbaar stellen aan derden leven zij het level playing field na. Het level playing field is opgenomen in bijlage 1. De validiteit van een exameninstrument eindigt zodra:
1. het exameninstrument met vaste examenopdracht gewijzigd wordt en/of
2. het exameninstrument niet voldoet aan de vigerende norm.
Scholen volgen:
● indien er sprake is van een exameninstrument waarbij scholen zelf opdrachten (deels)
kunnen vervangen, de werkafspraken voor het toepassen van valide exameninstrumenten,
zoals opgenomen in bijlage 2; ● indien er sprake is van een exameninstrumenten met vaste examenopdrachten de
werkafspraken voor het wijzigen van valide exameninstrumenten, zoals opgenomen in bijlage 2. Een gewijzigd exameninstrument kan hierdoor weer valide worden.
3. Verantwoording per school Elke mbo-school:
● maakt voorafgaand aan inzet van exameninstrumenten bij examinering per kwalificatie de
keuze welke route(s) zij doorloopt. Gemaakte afwegingen en keuzes zijn tot op het niveau
van de kwalificatie herleidbaar;
● maakt jaarlijks de toepassing van de Afspraken valide exameninstrumenten mbo door de
school inzichtelijk. De school maakt hiervoor op hoofdlijn haar beleidskeuzes en afwegingen
over het (in principe) inkopen van exameninstrumenten bij een gecertificeerde instantie
(route 1) danwel het zelf construeren van examens (route 2 en 3) inzichtelijk;
● stelt, via de MBO Raad of NRTO, informatie over de toepassing van de Afspraken valide
exameninstrumenten mbo door de school beschikbaar aan de uitvoerder van de monitoring
(Stichting Valide Exameninstrumenten MBO) ten behoeve van een jaarlijkse monitoring die
plaatsvindt op geaggregeerd niveau (alle mbo-scholen).
6. Naleving van de afspraken De MBO Raad borgt de naleving van de Afspraken valide exameninstrumenten mbo door naleving
van deze afspraken op te nemen als een verenigingscode en daarmee onderdeel te maken van de
‘Branchecode goed bestuur’. Deze code heeft de status van lidmaatschapseisen voor aansluiting bij
de Vereniging MBO Raad, waarbij ‘pas toe of leg uit’ van toepassing is. In de code staat dat leden aan
Afspraken valide exameninstrumenten mbo 6
de MBO Raad in het examenverslag als onderdeel van het geïntegreerd jaarverslag verantwoorden
volgens welke van de drie routes zij werken. Als een instelling aan onderdelen van deze eisen niet
voldoet, legt de instelling in het Geïntegreerd Jaardocument uit waarom dat zo is. Deze uitleg dient
expliciet en plausibel te zijn.
Langs onafhankelijke weg wordt toegezien op de naleving van deze lidmaatschapseisen en de
transparantie over de verantwoording daarover. Handhaving en gebruik van een escalatieladder zijn
aan de orde als door de onafhankelijke handhavingscommissie na onderzoek wordt vastgesteld dat
een lid van de vereniging zich niet houdt aan de lidmaatschapseisen en deze instelling met behulp
van het ‘pas toe of leg uit’ principe niet of niet overtuigend verantwoordt waarom dat niet het geval
is.
De NRTO borgt de naleving van de afspraken voor valide exameninstrumenten door naleving van
deze afspraken onderdeel te maken van de door leden jaarlijks te ondertekenen ’Kwaliteitsverklaring
NRTO keurmerk’. Hierin staat dat leden van de NRTO in het examenverslag als onderdeel van het
Verslag van werkzaamheden verantwoorden volgens welke van de drie routes zij werken. Als een
instelling aan onderdelen van deze eisen niet voldoet, legt de instelling in het Verslag van
werkzaamheden uit waarom dat zo is. De uitleg bij afwijking dient expliciet en plausibel te zijn. Het
keurmerk is verplicht voor lidmaatschap van de NRTO. Handhaving en gebruik van een
escalatieladder zijn aan de orde als door de Kwaliteitscommissie wordt vastgesteld dat een lid van de
vereniging zich niet houdt aan de lidmaatschapseisen - inclusief de kwaliteitscriteria van het
keurmerk - en deze instelling met behulp van het ‘pas toe of leg uit’ principe niet of niet overtuigend
verantwoordt waarom dat niet het geval is.
7. Monitoring en evaluatie ● De toepassing van de Afspraken valide exameninstrumenten mbo door de mbo-scholen
wordt jaarlijks gemonitord met als doel om een overzichtelijk beeld op te bouwen van de
werking van de afspraken. De monitoring wordt uitgevoerd door de Stichting Valide
Exameninstrumenten MBO. Informatie voor de monitoring wordt aangeleverd via de MBO
Raad en NRTO. Uitkomsten van de monitoring worden besproken met de ondertekenaars
van de Afspraken valide exameninstrumenten mbo.
● Eventuele tussentijdse aanpassingen van de afspraken naar aanleiding van de uitkomsten van
de monitoring vindt met goedkeuring van de ondertekenaars plaats. De geactualiseerde
Afspraken valide exameninstrumenten mbo en/of de geactualiseerde bijlagen vervangen de
voorgaande versie(s).
● De werking van de Afspraken valide exameninstrumenten mbo worden voor 1 januari 2022
geëvalueerd. Op basis van de evaluatie wordt bezien:
a. of de ondertekenaars van de Afspraken valide exameninstrumenten mbo de
valideringssystematiek willen voortzetten. Zo ja,
b. of er aanpassingen moeten worden doorgevoerd.
Afspraken valide exameninstrumenten mbo 7
8. Het ministerie van OCW: ● Onderschrijft deze afspraken;
● Informeert de mbo-sector tijdig bij voorgenomen wijzigingen in wet- en regelgeving die van
invloed zijn op de Afspraken valide exameninstrumenten mbo en heeft oog voor de
congruentie tussen de geldende Regeling examenstandaarden mbo en de norm voor valide
exameninstrumenten;
● Ondersteunt en faciliteert de mbo-scholen bij de uitvoering van deze afspraken door in ieder
geval in 2018 subsidie te verlenen aan het Kennispunt Onderwijs en Examinering.
Den Haag, 2 juli 2018
Anke van Bodegom
Paul Akkermans
Bestuurslid Bestuurslid
MBO Raad Nederlandse Raad voor Training en Opleiding (NRTO)
Ton Remeeus Inge Vossenaar
Voorzitter Directeur MBO
namens examenleveranciers verenigd in ExSamen
Ministerie van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap (OCW)
Afspraken valide exameninstrumenten mbo 8
Bijlagen Afspraken valide exameninstrumenten mbo Deze bijlagen zijn expliciet onderdeel van de Afspraken valide exameninstrumenten mbo. De bijlagen
betreffen een uitwerking van de afspraken.
Bijlage 1: Level playing field De toegang tot de routes heeft als uitgangspunt dat er een level playing field geldt. Dit betekent dat:
1. dat er een eerlijk speelveld is waarin alle mbo-scholen een gelijkwaardige uitgangspositie
hebben om toegang kunnen krijgen tot exameninstrumenten die beschikbaar worden
gesteld aan derden;
2. twee gelijke scholen in een gelijke situatie hetzelfde worden behandeld door de eigenaar van
het aangeboden exameninstrument;
3. redelijkheid: als er voorwaarden worden gesteld of verschillen zijn binnen het level playing
field moeten deze redelijk zijn. Dit betekent dat eisen, voorwaarden of regels niet zo’n hoge
drempel mogen opwerpen voor (bepaalde) mbo-scholen dat daarmee het level playing field
wordt aangetast en toegang wordt ontzegd. Redelijkheid gaat over wat billijk en
aanvaardbaar is binnen het level playing field.
Afspraken valide exameninstrumenten mbo 9
Bijlage 2: Toepassing valide exameninstrumenten Scholen kunnen via drie routes valide exameninstrumenten verkrijgen/ontwikkelen. Scholen geven
aan dat ze niet altijd exameninstrumenten 1 op 1 inzetten voor examinering. Soms voegen ze zelf
een opdracht toe of wordt de meegeleverde opdracht gewijzigd. Dit soort toepassingen hebben
invloed op het ‘valide’ stempel op de exameninstrumenten. Deze notitie licht de werkafspraken toe
voor het toepassen van valide exameninstrumenten, het wijzigen en/of vervangen van
examenopdrachten.
De notitie gaat uit van twee verschillende soorten valide exameninstrumenten:
1. valide exameninstrumenten met vaste examenopdrachten
2. valide exameninstrumenten met examenopdrachten + instructie voor scholen om zelf
opdrachten (deels) te vervangen
Gebruik van valide exameninstrumenten met vaste examenopdrachten
1 op 1 inzetten - Valide
exameninstrumenten met vaste
examenopdrachten kunnen 1 op 1
ingezet worden voor examinering.
Zolang de school het instrument
op deze wijze inzet, behoudt het
instrument het ‘valide’ stempel.
Wijzigen - De school kan de wens
hebben om te wijzigen in het
exameninstrument. De school
moet via de routes de wijziging
(laten) doorvoeren. Dat geldt voor
alle wijzigingen, van spelfouten tot
het aanpassen van de opdracht.
Wijzigen per route
● Route 1: Als de school het valide exameninstrument heeft ingekocht bij een gecertificeerde
examenleverancier, dan moet de school zijn verzoek tot wijziging daar indienen. De
examenleverancier overweegt of het verzoek tot wijziging wordt gehonoreerd. Als dit het
geval is, voert de leverancier de wijziging door. Als de examenleverancier besluit de wijziging
niet door te voeren, kan de school overwegen een oplossing in route 2 of 3 te zoeken.
● Route 2: Wanneer de school in route 2 een valide exameninstrument geconstrueerd heeft,
kan een wijziging in het instrument volgens de afspraken in route 2 worden doorgevoerd.
● Route 3: Wanneer de school zelf een exameninstrument geconstrueerd heeft en deze extern
heeft laten valideren dat laat de school als zij wijzigt aan dat instrument het gewijzigde
exameninstrument opnieuw beoordelen door de validerende autoriteit.
Afspraken valide exameninstrumenten mbo 10
Gebruik van valide exameninstrumenten met examenopdrachten + instructie6
Met dit soort exameninstrument
heeft de school 2 keuzes: 1. het
exameninstrument met
examenopdracht 1 op 1 inzetten of
2. volgens de instructie de
examenopdracht vervangen.
Aanpassingen aan de
examenopdracht kunnen binnen
de school doorgevoerd worden. Dit
soort instrumenten biedt de school
flexibiliteit bij de toepassing van de
exameninstrumenten.
Toelichting keuze 2, de school
vervangt de examenopdracht
volgens instructie
De school start met een valide exameninstrument waarbij een instructie gevoegd is, die de school in
staat stelt om zelf de opdracht aan te passen of te vervangen7. Als de school met de instructie een
opdracht gaat aanpassen of vervangen, dan verandert tijdelijk de waarde van het instrument. Het
instrument wordt ‘valide onder voorbehoud’. De school kan het instrument valide maken door bij het
vervangen van de examenopdracht de instructie te volgen en vervolgens de examencommissie te
laten verifiëren dat de vervangen examenopdracht tot stand is gekomen conform instructie en er
wederom sprake is van een instrument dat aan de producteisen van de norm voor valide
exameninstrumenten voldoet.
Exameninstrument zonder examenopdracht Exameninstrumenten zonder examenopdracht worden gezien als een hulpdocument. Vanwege het
ontbreken van de examenopdracht voldoet een dergelijk instrument niet aan de norm voor valide
exameninstrumenten, daarom is er nog geen sprake van een valide exameninstrument. Dit
hulpdocument kan wel waardevol zijn om (uiteindelijk) te komen tot een valide exameninstrument.
Als de school een exameninstrument gaat ontwikkelen, kan het hulpdocument daarbij gebruikt
worden en kan de school vervolgens via route 2 of 3 komen tot een valide exameninstrument.
6 Dit soort exameninstrumenten wordt ook vaak ‘kaderexamen’ genoemd. Het gaat hier wel om kaderexamens incl. referentieopdracht, wanneer er geen referentieopdracht bij zit wordt het instrument als ‘hulpdocument’ beschouwd. 7De instructie is in route 1 door de examenleverancier gemaakt en is in route 2 en 3 door de instelling gemaakt (of
eventueel door een examenleverancier die zijn producten extern laat valideren). De instructie om zelf een examenopdracht
te vervangen moet de school in staat stellen om de examenopdracht zo te construeren dat het leidt tot een valide
exameninstrument en dus voldoet aan de producteisen van de norm.
Afspraken valide exameninstrumenten mbo 11
Bijlage 3: Collectieve afspraken construeren en vaststellen exameninstrumenten
Collectieve afspraken construeren en vaststellen exameninstrumenten Juni 2016 Achtergrond - afspraken in Examenagenda Om de kwaliteit van examinering in het mbo te verbeteren hebben de mbo-scholen verenigd in de
MBO Raad, en de NRTO, met het ministerie van OCW de Examenagenda mbo 2015-2020 opgesteld.
In deze Examenagenda staat onder andere dat scholen collectieve afspraken hebben gemaakt om de
kwaliteit van exameninstrumenten te waarborgen.
De MBO Raad en de NRTO hebben met hun leden in de Examenagenda mbo afgesproken:
1. Scholen kopen in principe exameninstrumenten in bij examenleveranciers (dit kan een
examenleverancier zijn opgericht en bestuurd door scholen, een stichting van onderwijs en
bedrijfsleven samen of een commerciële partij). Deze examenleveranciers worden (als zij aan
de criteria voldoen) t.z.t. gecertificeerd.
2. Als scholen in eigen beheer (zelf of samen met anderen) exameninstrumenten ontwikkelen,
doen zij dit volgens de mbo-brede set van criteria voor construeren en vaststellen.
De scholen verantwoorden in hun jaarlijkse examenverslag hun beleidskeuzes over de in te zetten
exameninstrumenten bij elke opleiding (inkoop, of zelf of in samenwerking ontwikkeld). Bij inzet van
zelf of in samenwerking ontwikkelde exameninstrumenten verantwoorden zij zich over de toepassing
van de mbo-brede set van criteria en/of externe validering.
Collectieve afspraken construeren en vaststellen exameninstrumenten Als uitwerking van de Examenagenda mbo zijn met de leden de volgende collectieve afspraken
gemaakt voor het construeren en vaststellen van exameninstrumenten:
A. De mbo-brede set van vijf criteria voor het construeren en vaststellen van
examenproducten wordt toegepast bij zelf of samen construeren van examenproducten
en het vaststellen ervan:
· Wettelijke kaders, kwalificatiedossier en standaarden zijn uitgangspunt · Scholen en bedrijfsleven zijn aantoonbaar betrokken · Onafhankelijkheid is gewaarborgd · Systematisch en volgens vastgestelde processen · Constructeurs en vaststellers hebben inhoudelijke expertise en handelen professioneel
B. Constructeurs en vaststellers zijn aantoonbaar deskundig conform de Examentaken mbo.
Set A van de afspraken wordt hierna verder uitgewerkt.
Afspraken valide exameninstrumenten mbo 12
A. Mbo-brede criteria voor construeren en vaststellen exameninstrumenten
Mbo-scholen staan voor kwalitatief goede examens die een betrouwbare en valide examenafname mogelijk maken. Wij zetten examens in die volgens mbo brede criteria zijn geconstrueerd en vastgesteld en voldoen aan de inspectiestandaarden. Scholen verantwoorden zich hierover in het examenverslag. De constructeurs en vaststellers van de examens zijn bekwaam en deskundig. Kortom, een goed examen geeft studenten de kans te bewijzen dat ze benodigde exameneisen beheersen en geeft werkgevers het vertrouwen in de vaardigheden van afgestudeerde studenten.
We construeren en stellen examens vast volgens de volgende criteria:
þ Wettelijke kaders, kwalificatiedossier en standaarden zijn uitgangspunt De eisen uit het kwalificatiedossier, relevante aspecten uit het Toezichtkader BVE en de wettelijke
kaders zijn leidend voor de kwaliteitscriteria voor construeren en vaststellen van examens. Deze
kwaliteitscriteria worden vooraf vastgesteld en worden aantoonbaar ingezet tijdens het proces van
construeren en vaststellen. Hiermee is gewaarborgd dat exameninstrumenten van goede kwaliteit
zijn en voldoen aan de standaard van de onderwijsinspectie. þ Aantoonbare betrokkenheid scholen en bedrijfsleven Scholen en bedrijven zijn aantoonbaar betrokken bij het construeren en/of vaststellen van
exameninstrumenten. Hierdoor wordt mede geborgd dat examens aansluiten bij de actuele
beroepspraktijk en dat rekening is gehouden met de uitvoerbaarheid en organiseerbaarheid in de
praktijk.
þ Onafhankelijkheid is gewaarborgd Het construeren en vaststellen van exameninstrumenten zijn separaat en onafhankelijk van elkaar
georganiseerd. Dat betekent dat er een duidelijke taakverdeling is tussen constructeurs en
vaststellers vastgelegd in procedures, waardoor conflicterende taken worden beperkt.
þ Systematisch en volgens vastgestelde processen Er is vastgelegd volgens welke stappen - gebaseerd op de Procesarchitectuur Examinering mbo - het
constructie- en vaststellingsproces verloopt en wie waarvoor verantwoordelijk is. Hierbij kunnen
breed beschikbare landelijke en/of sectorale servicedocumenten en handreikingen ingezet worden.
þ Constructeurs en vaststellers hebben inhoudelijke expertise en handelen professioneel Constructeurs en vaststellers beschikken samen over:
- toetstechnische kennis, expertise van examenmethodieken
- vakinhoudelijke kennis, kennis van het kwalificatiedossier
- kennis van actuele ontwikkelingen van beroepen in de betreffende branche(s)
- kennis van en visie op examinering in het mbo en de wettelijke eisen rondom examinering
Constructeurs en vaststellers werken systematisch en zorgvuldig volgens vastgestelde procedures,
handelen vanuit kwaliteitsbewustzijn, zijn zich bewust van geheimhouding, staan open voor reflectie
en feedback en kunnen beargumenteerd en begrijpelijk toelichten welke keuzes zij hebben gemaakt.