21
Hoorcollege 1: inleiding strategische communicatie: 05-09-2018 De professionele inzet van communicatie voor het oplossen van problemen, of ontwikkelen van nieuw beleid = strategische communicatie. Model voor communicatie (plaatje) houdt geen rekening met interpretatie, externe factoren, gaat uit van eenrichtingsverkeer. De context is ook belangrijk. model is altijd versimpeling van de werkelijkheid. De context van communicatie - Relationele context - Historische context - Sociaal-culturele context - Sociaal-economische context - Cultureel-psychologische context Wageningse model voor communicatie - Zender en ontvanger is hetzelfde - We kijken naar interactie, dat is belangrijk, want als we interactie beter begrijpen geeft dat goede basis voor interpreteren van technologie en beleid - Is interdisciplinair - Is interactief - Inhoud Hoorcollege 2: 5 september 2018: Gedrag en gedragsverandering van Joanne Leerlooijer Gedrag: - Alle bewuste en onbewuste handelingen, die al dan niet waarneembaar zijn - Alles wat we doen uit onszelf, maar ook alles wat we doen als reactie op hetgeen dat om ons heen gebeurt - Veel maatschappelijke problemen worden veroorzaakt door gedrag (opruimen van voedsel/afval, gezondheid, klimaatverslechtering) Gedragsverandering: - If you want to change something, you first need to define very clearly the behaviour you want to see. That is the most important step in the whole process of change. And it is amazing how many people never think about changing processes. - Waarom zo moeilijk (klimaat/overgewicht/plastic soep) Verandering kost meer energie dan doen wat je altijd hebt gedaan (gewoonte/automatisme)

apollowageningen.files.wordpress.com · Web viewHet zorgen dat wat je wilt zijn ook gerealiseerd wordt in de praktijk (samenhang management en communicatie; integratie interne en

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: apollowageningen.files.wordpress.com · Web viewHet zorgen dat wat je wilt zijn ook gerealiseerd wordt in de praktijk (samenhang management en communicatie; integratie interne en

Hoorcollege 1: inleiding strategische communicatie: 05-09-2018

De professionele inzet van communicatie voor het oplossen van problemen, of ontwikkelen van nieuw beleid = strategische communicatie.

Model voor communicatie (plaatje) houdt geen rekening met interpretatie, externe factoren, gaat uit van eenrichtingsverkeer. De context is ook belangrijk. model is altijd versimpeling van de werkelijkheid.

De context van communicatie- Relationele context - Historische context- Sociaal-culturele context- Sociaal-economische context- Cultureel-psychologische context

Wageningse model voor communicatie - Zender en ontvanger is hetzelfde- We kijken naar interactie, dat is belangrijk, want als we interactie beter begrijpen geeft dat

goede basis voor interpreteren van technologie en beleid- Is interdisciplinair- Is interactief- Inhoud

Hoorcollege 2: 5 september 2018: Gedrag en gedragsverandering van Joanne Leerlooijer

Gedrag: - Alle bewuste en onbewuste handelingen, die al dan niet waarneembaar zijn- Alles wat we doen uit onszelf, maar ook alles wat we doen als reactie op hetgeen dat om ons

heen gebeurt- Veel maatschappelijke problemen worden veroorzaakt door gedrag (opruimen van

voedsel/afval, gezondheid, klimaatverslechtering)

Gedragsverandering:- If you want to change something, you first need

to define very clearly the behaviour you want to see. That is the most important step in the whole process of change. And it is amazing how many people never think about changing processes.

- Waarom zo moeilijk (klimaat/overgewicht/plastic soep) Verandering kost meer energie dan doen wat

je altijd hebt gedaan (gewoonte/automatisme)

Fysieke en sociale omgeving faciliteiten voorzieningen, gewoonten en groepsnormen

Neiging om pijn, ongemak en verlies te mijden lage motivatie om te leren en

experimenteren

Theorieën van gedrag:- Theorie van gepland gedrag: om te kunnen veranderen moeten we eerst weten waarom

iemand doet wat ie doet (= determinanten van gedrag). Gedrag: kunnen, willen, mogen, durven en kennen. Willen heeft te maken met attitude: hoe belangrijk vind je iets

Page 2: apollowageningen.files.wordpress.com · Web viewHet zorgen dat wat je wilt zijn ook gerealiseerd wordt in de praktijk (samenhang management en communicatie; integratie interne en

Mogen heeft te maken met subjectieve norm: met normen van anderen, hoe anderen het doen hoe denken anderen over mij. Er zit vaak een verschil tussen de werkelijkheid en wat jij denkt dat de waarheid is (= subjectieve norm). Durven heeft te maken met eigen effectiviteit: als je bijvoorbeeld ergens bang voor bent. Vertrouwen in je eigen kunnen.Daarvoor zit de factor kennen: kennis dat je bijvoorbeeld zoveel uur per nacht moet slapenDe factor kunnen linkt aan gedrag: vaardigheden die je nodig hebt, heeft ook te maken met omgeving/logistiek etc.

Voordelen: geeft eenvoudig inzicht in belangrijke factoren die ons gedrag beïnvloeden en geeft aangrijpingspunten om gedrag te veranderen – een attituden kan veranderen, eigen effectiviteit kan je vergroten

Nadelen: niet alle relevante factoren komen terug: gedrag is complex en met name niet-rationele afwegingen (intuïtie, impulsen, emoties) missen in dit model.

- Elaboration Likelihood Model: Beïnvloeden van attitude via een rechte (rationele) weg en een perifere weg. Perifeer: dit is de beste koop/iets aanprijzen met 4 sterren. Rechte weg: aantal

feiten/argumenten worden op een lijn gezet (laptop reclame) Perifeer: zielige beelden, in je emotie/manier van denken inspelen, je krijgt een knuffel als

je doneert, muziek/stem. Vaak via rechte weg naar informatie leiden: telefoonnummer/website (reclame dierenmishandeling)

- Referentiekader: Kan helpen om te begrijpen hoe manier van

denken in elkaar zit. Begrijpen van het kader van waaruit mensen

denken Bijvoorbeeld: veel mensen in dorpen vinden

ongetrouwd zwanger raken is niet goed en schuld ligt bij de vrouw.

Kennis: impact van gedrag op tienermeiden

Waarde (goed en fout): seks en zwangerschap hoort binnen een huwelijk Norm (vertaling in gedragsregels, komt voor uit sociale interactie): het is

acceptabel om ongetrouwde zwangere meisjes publiekelijk (bijv. school) te vernederen

Belang ((im)materieel): eer van de familie, man-vrouw verhoudingen Overtuiging (zo is het nu eenmaal): als een meisje ongetrouwd zwanger raakt, ligt

het aan het meisje.

- Theorie van sociale beoordeling: Inzicht in referentiekader kan helpen om boodschappen af te stemmen op doelgroep (in

acceptatiezone) Aansluiten van boodschappen bij referentiekader om attitude te veranderen Bijvoorbeeld boodschap in interventie: het is belangrijk dat ongetrouwde tienermoeders

weer terug gaan naar school (acceptatiezone)

- Cognitieve dissonantie theorie: Begrijpen hoe mensen omgaan met dissonante cognities en dit hun gedrag kan

beïnvloeden

Hoorcollege 3: 12 september 2018: onbewuste processen: Rein-Jan Rennes

Artikel over niet drinken, reacties die je hier op kunt geven: - Counter arguing (ah joh, één glas kan geen kwaad)- Attitude bolstering (ach man, ik drink al jaren iedere dag een glaasje, nergens last van)- Social validation (mijn moeder dronk ook iedere dag een glaasje, is 90 geworden)- Assertions of confidence (al dat gezeur over wat we wel en niet mogen, het doet me niks)- Selective exposure (ik las vorig jaar nog een artikel dat 1 glas juist gezond is)

Page 3: apollowageningen.files.wordpress.com · Web viewHet zorgen dat wat je wilt zijn ook gerealiseerd wordt in de praktijk (samenhang management en communicatie; integratie interne en

- Negative affect (rot toch op met je gezeur, straks mogen we helemaal niks meer)- Source derogation (die wetenschappers bedenken ieder jaar iets nieuws)

We zijn bang om dingen die we doen te verliezen, kwijt te raken: - Loss aversion- Mensen zijn verknocht aan wat ze al hebben (en doen)- Winst is fijn, maar verlies is 2x zoveel pijn

Selectieprocessen:- We reageren sterk op signaal stimuli (bijvoorbeeld geur) door geur van schoonmaakmiddel

ga bijvoorbeeld sneller schoonmaken- Priming: oproepen van associaties, waardoor mensen ontvankelijker worden voor

gedrag/meningen/etc.

Frames en framing: inkaderen, construeren van verhalen, sommige zaken meer en minder saillant maken (foto’s van inauguratie Trump/Obama bewerken) richting geven aan perceptie en meningen. Het is heel moeilijk om volkomen objectief naar iets te kijken.

Welk frame spreekt ons aan? Kijk je naar wetenschappelijke artikelen of naar wat er gezegd wordt over bepaald voedsel (stijlmiddel)

- Myside Bias: ongeveer hetzelfde als conformation bias informatie opnemen en daarbij kijken naar wat je al vond en wat je al dacht, informatie zoeken bij de mening die je al hebt.

Zelfreferentialiteit: neiging om de werkelijkheid te zien vanuit een volstrekt eigen idee over wat belangrijk is. We zien de dingen die ons eigen ideeën bekrachtigen.

- Zolang we te maken hebben met mensen die niet in onze groep zitten, maken we er makkelijker een stereotype van. Wanneer je eenmaal bij een bepaalde groep hoort, wil je er ook bij blijven horen. autopoisese: soort zoekt soort de drang tot zelfreferentialiteit en autopoisese maakt dat open uitwisseling van perspecteiven tussen andersdenkenden waarbij de ander volledig wordt erkend eerder uitzondering zijn dan regel wat ik al ken vind ik prettig, mensen die hetzelfde vinden als wat ik vind is prettig, ik praat het liefst met gelijkgestemden. Door heel veel met gelijkgestemden om te gaan, ga je zelfs een beetje op elkaar lijken. Kan problemen veroorzaken: Gebrek kritische reflectie op heersende opinies Gebrek aan afstemming met wijdere omgeving Gebrek aan veranderingsgezindheid Gebrek aan innovatief vermogen

Groupthink: we zitten met zn allen over hetzelfde ding na te denken en we denken dat dit juist is, maar eigenlijk is het dat niet je kunt hierdoor foute keuzes maken, er ontstaat een descriptieve norm Hoe kun je dit voorkomen: 1 iemand moet er tegenin gaan

- Bridging: brug bouwen tussen verschillende groepen: Erken verschillen en waardeer ze Organiseer ontmoetingen tussen andersgestemden (over de streep idee) Zorg voor ‘veilige’ discussieruimte Organiseer kritische reflectie op bestaande opvattingen

Je kijkt en luistert niet objectief, er zit heel veel filtering/selectie inSlechtziend naar onszelf optimistisch naar onszelf (ik ga straks studeren en niet netflixen)

- Het oordeel van je vrienden komt veel beter overeen met de werkelijkheid kritische reflectie van anderen

- We downloaden meer dan dat we echt open luisteren - (selectief) luisteren downloaden (1) Informatief (2), Empathisch (3) en generatief (4): Otto

Scharmer- Je schat situaties in desaire lane: wat we prettig vinden, wat makkelijker is (om de poortjes

heen fietsen in plaats van slalommen om poortjes. - Systeem 1: omgeving, gewoonten, wat goed voelt

Systeem 2: waar ik iets van vind, beseffen dat je het niet moet doen , do the ‘proper’ thing

Page 4: apollowageningen.files.wordpress.com · Web viewHet zorgen dat wat je wilt zijn ook gerealiseerd wordt in de praktijk (samenhang management en communicatie; integratie interne en

Grote rol van het onbewuste in onze dagelijkse keuzes we hebben natuurlijke neigingen, gewoontes en impulsen

- Frictie aanbrengen is een manier om je gedrag te veranderen (kip is een plofkip) associaties en emoties (campagne): aandacht, bindkracht, vergroten van betrokkenheid(herinneringswaarde) maar mensen weren de emotie, bijvoorbeeld mensen die roken die niet naar het afschrikkend pakje kijken

- Nudging (dat je een beetje in systeem 1 blijft hangen): keuzearchitectuur: speelt in op cognitieve beperkingen, biases, routines, en gewoontes om zo oordelen, keuzes en gedrag van mensen te beïnvloeden (onbewust). Stimulant én default (= ongewenst gedrag bewust maken. Wanneer je je actief af moet

melden voor donorregistratie, dan krijg je dus veel meer donorregistraties omdat dit te veel moeite is)

Hoorcollege 4: Interculturele communicatie: 13 september 2018: Rico Lie

Cultuur:- Literatuur, kunst, ballet, opera, schilderijen, kunstgaleries, schilders (‘hoge cultuur’)- Taal, hoe we praten, lichaamstaal, hoe we ons tot elkaar verhouden, de woorden die we

gebruiken, geschiedenis, verschillende achtergronden, mix van verschillende individuen, tradities, hoe mensen zijn uit verschillende regio’s, de manier waarop mensen zich kleden en praten, diversiteit, wat mensen zijn en waar ze vandaan komen, nationaliteit, levensstijl, ieder land heeft zijn eigen cultuur Hier hebben we het over in de colleges

- Andersdenkenden: nederlanders/buitenlanders, oude Nederlanders/nieuwe Nederlanders, overheid/burgers, artsen/patiënten, rijke mensen/arme mensen, wetenschap/samenleving. andersdenkenden hebben andere behoeften,gewoonten,manier om met kennis om te gaan, sociale omgeving cultuur is text, geen context (Je kunt cultuur niet scheiden van de mens want dan zou je allemaal dezelfde mensen hebben. Cultuur maakt de mens tot mens, cultuur zit in de mens en is collectief gedeeld.

- Is het geen dat is aangeleerd binnen een bepaalde groep, inclusief het proces van aanleren zelf

Identiteit:- Sets of social expectations related to ourselves and others that are grounded in the interplay

between similarities and differences and pertain to the personal, relational, and communal aspects of lives

- Heeft te maken met verwachtingen (role expectations) Identiteit van politieagent, dokter, leraar je verwacht dat een politieagent dat ie een

gesloten strenge houding heeft. - Heeft te maken met samenspel tussen gelijkheid en verscheidenheid (gelijkheid-

verscheidenheid vs. Inward-outward) Binnen een groep kijk je naar gelijkheid, naar buiten toe benadruk je verscheidenheid

- 3 niveaus van identiteit Persoonlijke niveau Relationele niveau (leraar-student, sportgroep)

Page 5: apollowageningen.files.wordpress.com · Web viewHet zorgen dat wat je wilt zijn ook gerealiseerd wordt in de praktijk (samenhang management en communicatie; integratie interne en

Gemeenschappelijke niveau (lid van een bepaalde groep)

Stereotypen:- Het omdraaien van een stereotiep beeld, bevestigt vaak het stereotiep beeld. - Om reclame te laten werken moet het aansluiten bij de heersende normen en waarden- Reclame reflecteert cultuur maar kan ook een rol spelen in het veranderen van cultuur.- Erving Goffman:

Canadees socioloog/antropoloog werkende in de VS van Amerika Grote naam en hoort thuis tussen mensen als Anthony Giddens en Jürgen Habermans 6 regels/stereotypen die hij heeft opgesteld (bijwerken uit ppt)

1. Relative size (relatieve grootte) man wordt altijd groter uitgebeeld dan de vrouw2. Feminine Touch (vrouwelijk aanraken) vrouw mag op bepaalde manier producten

aanraken/strelen3. Function ranking (functie Hiërarchie) man wordt vaak in uitvoerende rol afgebeeld,

ook in bepaalde beroepen. 4. The family (de familie) man is groter dan vrouw, jongetje is ouder dan het meisje.

Man beschermend (function ranking) over het gezin. 5. Ritualisation of subordination (de ritualisering van onderschikking) vrouwen mogen

liggend afgebeeld worden, vrouwen rechtop staand. 6. Licensed withdrawal (geligitimeerd terugtrekken)

Is er in de jaren iets veranderd?

Cultuurverschillen:- Enkele cultuurdimensies: individualisme, masculiniteit, machtafstand en

onzekerheidsvermijding Individualisme vs. collectivisme: is het lidmaatschap van de groep belangrijker dan een

individu van een groep zijn? de meeste culturen in de wereld zijn collectivistisch, bijvoorbeeld de manier van verzekeringen

Masculiniteit vs. vrouwelijkheid: In hoeverre de maatschappij rollen toeschrijft aan mannen of aan vrouwen. In de Nederlandse cultuur is een boer een man, in een Afrikaans land is een vrouw vaak de boer. Feminine cultures tend to have a greater ambiguity in what is expected of each gender.

Powerdistance: in hoeverre een cultuur hiërarchieën benadrukt. Het machtsverschil in Nederland is klein tussen mensen. Dat brengt ook bepaalde gedragsregels met zich mee people in high power distance cultures are much more comfortable with a larger status differential than low power distance cultures.

Uncertainty avoidance: in hoeverre een maatschappij onzekerheid onder controle wil houden door formele regels te conformeren. De overheid zet in Nederland continu allerlei regeltjes op. Wij hebben stoplichten/pijlen/borden etc. in het verkeer. In India letten mensen niet op de borden, maar op elkaar

A related dimension: immediacy and expressiveness: gaat over contactculturen: sommige culturen hebben veel meer contact met elkaar, in NL zitten mensen in de bus niet veel naast elkaar.

Kritiek op deze dimensies: cultuur is veel complexer (hier wordt het gereduceerd tot een aantal dimensies), niet representatief voor een cultuur, alhoewel Hofstede het expliciet heeft over continuüms hebben anderen zijn dimensies vaak gebipolariseerd

Wereldcultuur:- MacDonald’s is het voorbeeld van culturele globalisering- 3 soorten wetenschappers die culturele globalisering bestuderen:

Globalizers (ja, wij leven naar 1 dezelfde wereldcultuur positieve en pessimistische (verdwijnen van kleine culturen))

Traditionalist culturen hebben altijd al contact gehad met andere culturen. Het is een evolutie van iets wat altijd al is geweest

Transformationalist Het ligt wel iets complexer er is altijd wel gelokaliseerd (in NL is de MacKroket). De manier hoe we met iets omgaan. Het is niet zo eenvoudig dat we naar een wereldcultuur evalueren. Het is een spanningsveld tussen homogenisering en lokaliseringsprocessen. Waarbij mensen het lokaal relevant/aangenaam kunnen maken.

- De Chinezen passen zich heel goed aan aan andere culturen (denk aan Chinese gerechten in restaurants)

Page 6: apollowageningen.files.wordpress.com · Web viewHet zorgen dat wat je wilt zijn ook gerealiseerd wordt in de praktijk (samenhang management en communicatie; integratie interne en

- Cultuurimperialisme

Hoorcollege 5: 19-09-2018: Interne communicatie: Huib Koeleman

Interne communicatie: het intentioneel produceren van boodschappen waarop ontvangst en interpretatie plaats kan vinden, in een informationele organisationele context.

Communicatieprofessionals:- Onderzoek doen- Gesprekken voeren- Rondlopen in organisatie- Om je heen kijken hoe dingen gebeuren

Teamwerk:

- Condities: werkomgeving waar je lekker werkt, weten wat er van je wordt verwacht en waar je werk aan bijdraagt. Leiders geven vertrouwen

- (H)erkenning: directe feedback en tips op werk, kunnen leren van de baas én collega’s. leiders geven feedback

- Match/inclusie: waarden komen overeen, ruimte voor eigen inbreng. Leiders geven respect- Groei: de medewerker kan leren en ontwikkelen. Leiders stimuleren

Mensen die gemotiveerd zijn hebben grote invloed op een bedrijf. engagement hoger wordenDaarvoor is nodig: Condities

Werkomgeving waar je lekker werkt Weten wat er van je verwacht wordt en waar je werk aan bijdraagt

Herkenning Herkenning krijgen en erkenning

Match Kunnen leren van collega’s verder blijven ontwikkelen Waarden komen overeen Ruimte voor eigen inbreng

Groei Medewerker kan leren en ontwikkelen

Van laag naar hoog, alle stappen tot engagement.

Mensen die via via binnenkomen, passen vaker beter binnen een bedrijf dan als mensen reageren op een vacature.

Mediamix: luisteren informeren dialoog leren (ervaren)

FLAGPAN:Fluid, Agile, Participative, Networked (zie oefenvraag college 12, voor een voorbeeld)

Vier trends in interne communicatie:1. Van ambachtsmens naar connector

Page 7: apollowageningen.files.wordpress.com · Web viewHet zorgen dat wat je wilt zijn ook gerealiseerd wordt in de praktijk (samenhang management en communicatie; integratie interne en

2. De IC-er die als deskundige van onbewust gedrag van medewerkers3. De IC-er hanteert nieuwe methoden4. IC die past bij de organisatie strategie

Hersenen en verandering Gebrek aan informatie leidt tot error Geen nieuws? Dan verzinnen we het zelf Liever slecht nieuws dan geen nieuws Het verleden kleurt ons beeld Inconsequent gedrag? Onbetrouwbaar

Hoorcollege 6: 20-09-2018: Media en communicatie: Tim Stevens

Wat is media:- ICT: technologie/apparaat (tv/radio) waarmee kan worden gemaakt, opgeslagen, verzonden

en ontvangen- Communicatiekanaal: media is het meervoud van medium: het kanaal dat een boodschap van

A naar B brengt (geluid, tekst, beeld)- Industrie/instituut: organisaties die de boodschap maken en/of zenden. Niet het kanaal, maar

het bericht of de zender (de pers/krant)

Massamedia:- Technologie: televisie, radio, kranten, boeken (omdat je veel mensen bereikt, en het gaat

maar 1 kant op)- Communicatie: Massacommunicatie (one-to-many/one-way/broadcast to public)- Industrie/instituut: professionele productie, commerciële/publieke zenders, gatekeepers and

watchdogs

Sociale media:- Technologie: internet voor connectie (pc). Web 2.0 voor interactie. Platfora waar je kunt

communiceren met verschillende webgebruikers- Communicatie: massazelfcommunicatie: heel persoonlijk (many-to-many/two-way/gericht en

persoonlijk)- Industrie/instituut: user-generated content, eigendom van sociale media data, opinieleiders en

algoritmes

Vroeger had je aan de ene kant massacommunicatie en aan de andere kant interpersoonlijke communicatie. Tegenwoordig komen deze twee vormen van communicatie samen. Het is vaak openbaar (facebook/twitter), maar nog steeds persoonlijk. (massa zelf communicatie). Media vormen een speelveld voor strategische communicatie. Media hebben allemaal eigen interesses/doelen. Communicatie is persoonlijk, want we hebben verschillende rollen/identiteiten. Je identificeert je de ene keer als een student, de andere keer als een vrouw etc.

Medialogica:- Media is meer dan een technologie, een spelveld met een logica- De wetten van de media/de werking van de media die wetten worden gevormd door de

activiteiten van verschillende spelers.- Wordt gevormd door: wat er in het nieuws komt, het verdienmodel van media, online gedrag

en strategieën. Wat is nieuws: afhankelijk van nieuwsbronnen (als er iets verschrikkelijks is gebeurd,

maar er geen materiaal van is, is er eigenlijk geen nieuws), uitzondering op de regel (vooral negatieve berichtgeving), persoonlijk en betekenisvol (gevolgen van vluchtelingen op NL), begrijpbaar (vereenvoudigd, het goede en kwade)

Verdienmodel media: advertenties/reclame, ze houden bij hoe je je gedraagt op Facebook (waar sta je bij stil, wat vind je leuk?) zodat ze dat kunnen verkopen aan adverteerders.

Online gedrag: zelfcommunicatie (zoek en gij zult vinden (informatiebubbel)), echokamers (soort zoekt soort, communicatie binnen gemeenschap, gelijken zoeken binnen het internet), impulsief (online gedrag via perifere weg (snel, emoties, beelden) snel even iets opzoeken en snel even op Facebook kijken en zo ben je zo een half uur verder)

Page 8: apollowageningen.files.wordpress.com · Web viewHet zorgen dat wat je wilt zijn ook gerealiseerd wordt in de praktijk (samenhang management en communicatie; integratie interne en

Online strategieën: sturen van online gedrag, aandachtseconomie (inspelen op impulsief gedrag door clickbait, strijd van adverteerders om aandacht), fake news (aantrekkelijk nieuws, maar onwaar), algoritmefilters (personalisatie o.a. door Google en Facebook. Ze houden bij waar je naar zoekt etc.)

Zelforganisatie van de boerenbeweging:- Tegenreactie op persbericht wakker dier- Herdefiniëring van de situatie; wakker dier liegt- Informele actiegroep met een gemeenschappelijke identiteit en een gemeenschappelijk doel- Maken gebruik van media (instutionele weg)- Beweging ontstaat door interacties en is niet centraal aangestuurd zelforganisatie

Spelers en hun frame: - Wakker dier: massaal illegaal gebruik geboortekrik, staatssecretaris moet handhaven- Farmers: wakker dier pest boeren en liegt, we zijn het zat en vertellen het echte verhaal- Nieuwsmedia: aanval boeren op wakker dier, CDA steunt Anti wakker dier

Hoorcollege 7: 25-09-2018: Hedwig te Molder: interactie tussen wetenschap en samenleving

We vertrouwen niet helemaal blind meer op de wetenschap, wetenschappers moeten het ‘verdienen’, ze moeten er iets voor doen. Er is tegenwoordig voor elk probleem wel een expert. De rol van experts verandert in onze maatschappij.

Vaccins: onze mening leek niet veel zwaarder te wegen dan de mening van een bloemistte en andere zelfverklaarde deskundigen. wetenschappelijke kennis staat ter discussie.

Anti-wetenschappelijke groepen gebruiken geen dingen als waarden, geloof, intuïtie. Ze leggen feitelijke informatie en statistieken centraal. Je zult in een publiekelijk debat altijd met feiten moeten komen. wat eigenlijk een gebrek aan informatie lijkt, voelt zich eigenlijk niet serieus genomen.

We moeten niet blind vertrouwen op alle informatie/instantie die voorbij komt, maar oordeel zelf op grond van zo zuiver mogelijke informatie.

Discursieve psychologie:- Van een cognitief naar een discursief model- Taal reflecteert wat mensen werkelijk denken of doen (representatie) Taal is gericht op actie: gereedschap dat al dan niet bewust wordt ingezet voor sociaal-

interactionele doelen. - ‘Waarom heb jij de afwas nog niet gedaan’ . Iemand vat dit op als een beschuldiging omdat hij

zich verdedigt met ‘ik heb daar nog geen tijd voor gehad’. Dit bepaalt de loop van de communicatie, namelijk dat het een beschuldiging is.

- Effect van wat je zegt bij de ontvanger.

Wat benadrukken de moeders, en hoe, om hiermee (bewust of onbewust) te voorkomen dat ze beschuldigd worden van bijvoorbeeld irrationeel gedrag (niet laten vaccineren van hun kind):

- Moment van bekering (eerst dacht ik zo, daarna zo)- Net als jij de aanvaarde wetenschappelijke denkwijze (focus op eigen onderzoek/feiten

verzamelen)- Factoren van buitenaf, andere mensen zeiden van ‘denk eens wat beter na’

Samenvatting:- De samenleving praat niet terug (zij is al in gesprek)- Feiten zijn altijd verbonden met waarden (dit geldt voor zowel wetenschappers als niet-

wetenschappers). Waarden zijn ook heel belangrijk, bijvoorbeeld, wat is een goede moeder?- Kijk verder dan het argument lang is: welke identiteit staat op het spel? Wat is een goede

burger, ouder, burger?

Hoorcollege 8: 26-09-2018: storytelling: Theo HendriksVerhalen- Veel dingen die je doet in het dagelijks leven heb je vanuit verhalen.

Page 9: apollowageningen.files.wordpress.com · Web viewHet zorgen dat wat je wilt zijn ook gerealiseerd wordt in de praktijk (samenhang management en communicatie; integratie interne en

- In verhalen zijn hoofdpersonen altijd helden. Ze doen iets wat je zelf ook zou willen. - Feiten onthoudt je door de context eromheen - We zien verhalen hoe we het zelf voor ons zien, wat we zelf meegemaakt hebben- Verhalenmachine = verbeelding/voorstellingsvermogen- Verhalen spelen een rol over hoe wij ons leven leiden

Informeren VS vertellenInformeren: - Vast- Objectief- Direct- Abstract en analytisch Kritische beschouwer: Die nog wel in de verhalen machine zit, iemand die nadenkt en vragen stelt over de presentatie

Vertellen: - Diffuus = Iedereen pakt net andere stukjes informatie uit het verhaal- Subjectief- Indirect = Boodschap van het verhaal zit verstopt in het verhaal- Meervoudige werking in verhalen, als je verhaal op 2 verschillende manieren vertellen Betrokken deelnemer

Verhaal als moment: - Houden van moment, dit zijn de moleculen van een goed verhaal - Context: - Waar was het, wanner, waarom, met wie? - Gebeurtenis: - Wat gebeurde er, hoe reageerde je, hoe liep het af? - Inzicht: - Wat heb je ervan geleerd, wat heb je toen besloten, wat ben je sinds die dag gaan doen?

Verhalenmachine: - Wat maakt dat een verhaal aanslaat of niet? - Automatisch maak je er gewoon een verhaal van- Als je een verhaalwereld wil neerzetten moet je ervoor zorgen dat de verhaalwereld begrensd is, hierdoor krijg je de aandacht: 1. Bij verhalen de aandacht zo onverdeeld mogelijk te maken2. Je kan de focus krijgen als je een personage laat zien waarin je je kan verplaatsen3. Er moet iets verstorend zijn

Soorten verhalen:- Wie ben ik verhalen Verhalen waarin je je voorstelt, je vertelt automatisch leuke dingen- Reputatieverhalen Waarin je vertelt dat je anders bent dan de rest - Trotsverhalen Verhalen die binnen de groep worden verteld, trots op land, familie- Kompasverhaal Verhaal waarin je vertelt wie je bent, waar je voor staat en waar je voor gaat

Narratieve analyse: Hoe je een goed verhaal kan bouwen1. Streven Begint met een streven Wat gaan we doen? 2. Tegenslag Het gaat niet vanzelf, het zal lastig worden 3. Hulp Van wie komt er hulp4. Wie Gangmaker, wie jou op het idee bracht om iets te gaan doen 5. Begunstigde Voor wie je het doet, heb je een betekenis gegeven6. Ommekeer Moment waarop het daadwerkelijk begint

Voorbeeld roodkapje: 1. Streven = Eten brengen2. Tegenslag = wolf3. Hulp = Jager

Page 10: apollowageningen.files.wordpress.com · Web viewHet zorgen dat wat je wilt zijn ook gerealiseerd wordt in de praktijk (samenhang management en communicatie; integratie interne en

4. Gangmaken = mama5. Begunstigde = oma 6. Ommekeer = Dat ze van het pad af gaat

Conflict barometer: 1. Alles gaat zoals gepland2. Een klein maar te overwinnen obstakel3. Confrontatie met een onoplosbaar lijkend dilemma mensen kiezen optie 1/2 , andere zijn op zoek naar optie 3. 4. Een enorme berg van schier onoverwinnelijke uitdagingen 5. Het einde van de wereld is nabij beste verhalen gaan over uitdagingen en dilemma’s. Conflict is belangrijk in een verhaal.

Spanningsopbouw: - Spelen met verwachtingen, hierdoor stuur je het publiek een bepaalde kant op- Houden van veranderingen - Je bent iets van plan, en dat wat je van plan bent gaat niet. Waardoor je iets anders moet gaan bedenken

Transitieverhalen Vertellen hoe wij inspelen op veranderde omstandigheden. Je kan ze pas achteraf vertellen

Moment van ommekeer: - Verstoring: - Wat was er aan de hand, waarom raakt je dat, waarom wilde je het veranderen- Ommekeer: - Waar was je, wanneer, met wie, wat was het besluit dat je nam, wat ben je daarna gaan doen- Verandering: - Wat is er veranderd, wanneer is de verandering permanent

Verbinden: - Vertellen verhalen om te verbinden- Overbruggen: Als er twee verschillende groepen zijn, werken deze verhalen niet goed. Als je overbruggende verhalen wilt vertellen zul je met nieuwe dingen moeten komen, er moet iets worden toegevoegd aan je verhalen machine

Vertellen is spreken in de fantasie van jouw publiek.

Hoorcollege 9: 03-10-2018: Planning en beleid

Communicatie en beleid:- Communicatie als instrument om vastgesteld beleid of een ontwikkelde technologie aan de

man te brengen.- Communicatie als instrument om nieuw beleid of een nieuwe technologie te ontwikkelen.- Er hangen ook heel veel nadelen aan, in hoeverre mogen mensen ook echt meebeslissen? Of

mogen ze alleen meedenken? dilemmaPlanning:

1. Probleemherkenning 2. Analyse oorzaken en gevolgen, gedragscomponent onderzoeken (en waar kan ik hier met

communicatie op inspelen)3. Keuze instrumentenmix4. Communicatieplan- Maar veel problemen zijn complex (verschillende visies, betrokken actoren, achtergronden,

belangen, schaalniveaus)- Veel problemen zijn niet gestructureerd- Maar we willen toch grip krijgen op de complexe werkelijkheid.- Gerelateerd aan heel veel determinanten van gedrag (kennen, kunnen, durven, mogen,

willen)

Page 11: apollowageningen.files.wordpress.com · Web viewHet zorgen dat wat je wilt zijn ook gerealiseerd wordt in de praktijk (samenhang management en communicatie; integratie interne en

3 planningsniveaus van communicatie:- Eerste niveau

Probleemherkenning Vaststelling van de oorzaken Omschrijving van het gedrag Analyse van de determinanten van het gedrag Keuze van de instrumentenmix en het beleidsdoel

- Tweede niveau Samenstelling van een communicatieplan met de elementen: doel, doelgroep, methodiek,

thema’s en logistiek- Derde niveau

Uitwerken van de verschillende activiteiten

Beleidsinstrumenten:

Gastcollege: Het concept als centraal element in communicatie: Jeen Akkerman

Je hebt iets nodig om het rode en blauwe blok te verbinden. Dit moet een concept zijn (bijvoorbeeld BOB, Mono, JustDoIt, Ontdek de geit)

Ontdek de geit:- Imago van de sector onbekend, maar bemind.

Mensen vinden geiten leuk, maar zijn nog nooit op een geitenboerderij geweest

- Imago van het product groei mogelijkheden. Mensen weten nog vrij weinig van welke producten er zijn

Wat heb je nodig voor een sterk communicatie concept?- Wanneer ben je leiden:

Als je voorop loopt (feiten) Als je zegt/laat zien dat je voorop loopt (verhaal) Als mensen ervaren dat je voorop loopt (bewijs) Alle 3 (concept)

Welke kenmerken heeft een sterk communicatie concept?- Relevantie (het moet ergens over gaan, wat je doelgroep bezig houdt)- Geloofwaardig (krijg je doordat mensen vertellen wat jij vertelt waar is)- Onderscheidend (het moet opvallen, het moet nieuwsgierigheid opwekken)

Page 12: apollowageningen.files.wordpress.com · Web viewHet zorgen dat wat je wilt zijn ook gerealiseerd wordt in de praktijk (samenhang management en communicatie; integratie interne en

Driehoek:

Why, How en What:- Purpose

Waarom zijn we er? Waarom zou iemand zich iets van ons moeten aantrekken? Waarom zou iemand zich iets van ons moeten aantrekken?

- Method Hoe bereiken we wat we willen bereiken? Hoe is onze cultuur?

- Offer Wat levert het op? Wat bieden we aan?

Hoorcollege 10: communicatie en innovatie wanneer tijd over, opnieuw kijkenVerandering verloopt soms via omslagpunten (tipping points) als verschillende trends elkaar versterken.

Maar soms ook is verandering heel moeilijk: pad afhankelijkheid en lock in Door de macht van bestaande belangen en netwerken

o Bestaande structuren (die bijvoorbeeld armoede in stand houden) De lange levensduur van eerdere investeringen Ingebakken gewoontes

Tegelijkertijd zijn er veel ‘mislukkingen’ bij doelbewuste pogingen innovatie te bevorderen Bijvoorbeeld

o Landbouwtechnologie/ rurale elektrificatie Non-adoptie Geringe verspreiding Gesprek aan opschalen

Lineair adoptie en diffusie denken Innovatie: nieuwe technologie Innovaties komen van buitenaf Innovaties worden geadopteerd door individuen Individuen doorlopen een adoptieproces

o Bewustwording, belangstelling, evaluatie, experiment, adoptie, confirmatie In elke fase van het proces is andere informatie nodig Potentie van communicatie media verschilt per fase Adoptie en diffusie kan/moet op planmatige wijze worden aangepakt Uiteindelijk volgt iedereen hetzelfde pad – iedereen gaat dezelfde kant op

Knelpunten Beoogde doelgroepen hebben goede redenen innovaties af te wijzen/aan te passen Er zijn geen ‘one size fits all’ oplossingen

Page 13: apollowageningen.files.wordpress.com · Web viewHet zorgen dat wat je wilt zijn ook gerealiseerd wordt in de praktijk (samenhang management en communicatie; integratie interne en

Zelfs als mensen ‘willen’ en ‘kennen’ zijn maatschappelijke condities voor adoptie vaak afwezig

Lokale contextuele kennis niet voldoende meegenomen Diffusie verre van autonoom: afscherming/competitie Marginalisering van afvallers als er geen alternatieven zijn

Het nieuwe denken over innovatie oa een hiërarchie van innovatie Een uitvinding

o Een nieuw principe Een product innovatie

o Een principe verwerkt een producto Kan geadopteerd worden door individu

Systeeminnovatieo Een organisatie overschrijdende innovatieo Veranderingen in product en proceso Veranderende relaties en spelregels in een netwerk

Transitieo Een geleidelijke en structurele maatschappelijke verandering in onderling afhankelijke

maatschappelijke sectorenEen moderne definitie van innovatie (Smits)

Innovatie is een succesvolle nieuw combinatie van hardware, software en orgware Hardware: technieken, fysieke praktijken, vaardigheden Orgware: relaties, spelregels, organisatievormen Software: kennis, interpretaties, visies, verhalen

Dus sociale condities en spelregels voor toepassing zijn onderdeel van innovatie (sociale en institutionele innovatie)

Als we het hebben over internationale ontwikkeling, over welke vormen van innovatie hebben we het dan? Systeem innovatie, transitie, maar je hebt ook productinnovaties nodig.

Wat betekent het moderne denken voor het oorspronkelijke idee van adoptie en gedragsverandering? Systeeminnovaties zijn innovaties waarbij de relaties tussen innovaties veranderen. Zo een systeeminnovatie kan eigenlijk niet door individuen tot stand gebracht worden. Meerdere partijen zijn nodig om dit te bereiken. Eerst zullen de betrokkene partijen afspraken moeten maken.

Innovatie is de uitkomst van interactie in een netwerk (van interne en externe stakeholders) Succesvolle innovatie berust op integratie van kennis, inzicht, ervaring en middelen van

verschillende actoreno Rondom een min of meer gedeelde ambitie, doel en visieo Onderzoek disciplines, gebruikers, voorlichters, toeleverende industrie, afnemers,

belangengroepen, politiek

Rol communicatie professional = innovatie intermediairen1. Makelen en schakelen/bouwen van netwerken2. Gemeenschappelijke analyse van problemen/oplossingen op verschillende niveaus3. Begeleiden van gezamenlijke visieontwikkeling in het netwerk

a. Inclusief trend analyse en toekomst verkenningen4. Ontwerpen en begeleiden van experimenten en leerprocessen in actie5. Oplossen van spanningen en conflicten tussen belanghebbenden6. Balanceren van technische en sociaal-organisatorische oplossingen.

Hoorcollege 11: Conflicthantering en onderhandeling: 10-10-2018:

Conflicten:- Instrumentele conflicten: hoe voeren we een bepaald beleid uit, welke middelen hebben we en

hoe zetten we die in- Sociaal-emotionele conflicten: Komen vaak dichtbij, gaan over wie je bent, wat is je identiteit,

tot welke groep behoor je, conflict met je ouders

Page 14: apollowageningen.files.wordpress.com · Web viewHet zorgen dat wat je wilt zijn ook gerealiseerd wordt in de praktijk (samenhang management en communicatie; integratie interne en

- Onderhandelingsconflicten: onderhandeling over CAO’s, - Machts- en afhankelijkheidsconflicten: De baas die boven je staat, wanneer hij zijn

machtspositie gebruikt om je dingen te laten doen die je niet wilt

Omgaan met conflicten: K: kwestie, R: relatie- Vermijden- Vechten- Aanpassen- Samenwerken- Onderhandelen

Conflicten kunnen zinvol zijn:- Nodigen uit tot creativiteit- Leggen dikwijls de werkelijk belangrijke zaken/mening bloot- Klaren de lucht- Maken energie los- Geven nieuwe kansen

Ze horen hier vs. Ze horen hier nietKans vs. BedreigingAantallen moeten worden beheerst vs. Er ontstaat vanzelf een nieuw evenwicht

Erkennen en waarderen van verschillen:- Omdat daarmee verschillende perspectieven worden toegevoegd die kwaliteit kunnen

verhogen (the strength of the weak ties)- Omdat noodzakelijke verandering (aanpassing) dan meer kans maakt- Omdat daarmee mensen bij elkaar worden gehouden (bridging op basis van voldoende

bonding)- Omdat het mogelijk destructieve mechanismen zoals groupthink tegen gaat

Voorwaarden voor onderhandelen:- Betrokkenen hebben een doel voor ogen en anderen nodig om dat doel te bereiken: de

onderlinge afhankelijkheid- Communicatie moet mogelijk zijn- Conflicterende belangen zijn in het geding

Distributief onderhandelen:- Gesloten over achtergronden, belangen en intenties- Overvragen (je vraagt meer dan dat je eigenlijk nodig hebt)- Geen gezamenlijk feitenonderzoek (hoe komt het dat er te weinig/te veel geld is)- Geen zorg voor de ander

Integratief onderhandelen:- Open over achtergronden, belangen, situatie en intenties- Geen overvragen- Gezamenlijk feitenonderzoek- Zorg voor ander

Onzekerheden bij onderhandelen- Onzekerheid mbt de uitkomst van de onderhandeling- Onzekerheid mbt de interactie waarbinnen onderhandeling plaatsvindt- Onzekerheid over het leer- en onderhandelingsproces (moet je elke keer opnieuw beginnen,

dragen dingen uit het verleden bij aan soepelere processen)

Neiging tot reduceren van onzekerheid door:- Informatie ‘onschadelijk’ maken- Spelen met identiteiten- Stellen van schuldvraag- Formaliseren van communicatie

Resultaat: onderhandelingen gaan eigenschappen vertonen van een distributieve onderhandeling:- Geen joint fact finding

Page 15: apollowageningen.files.wordpress.com · Web viewHet zorgen dat wat je wilt zijn ook gerealiseerd wordt in de praktijk (samenhang management en communicatie; integratie interne en

- Stereotyperen en stigmatiseren- Risico mijden- Negeren/reconstrueren van bedreigende kennis

Conflict ontwikkeling:- Verleden wint aan kracht- Alles wordt betrokken bij het conflict- Conflict wordt veralgemeniseerd- Conflict staat los tussen de mensen- Conflict hantering: conflict reconstructie

Hoorcollege 12: 11-10-2018: Communicatie en organisaties: Marrit van Wessel

Organisaties bewegen zich in een omgeving, wat ben je in die omgeving, hoe zie je jezelf, hoe zien anderen jou? Hoe verbindt dit met jou?

- Input relatiegroepen: geven input om ons te laten functioneren

- Output relatiegroepen: gebruiken onze diensten/producten onderwijsinstituten, boeren

Identiteit en imago: daarin wordt vaak juist coherentie gezocht:- De identiteit van een organisatie: het karakter en gedrag van een organisatie. Je kunt dan nog

onderscheid maken in: Gewenste identiteit: wat leden (in de praktijk vooral management!) graag zouden willen

als centrale, onderscheidende en stabiele elementen van het karakter van de organisatie Feitelijke identiteit: de identiteit die, vanuit het karakter van de organisatie daadwerkelijk

uitgedragen wordt door leden, in gedrag- Het imago van een organisatie: het geheel van betekenissen waarmee niet-leden een

organisatie kennen en waarmee mensen deze organisatie beschrijven

Verbinden:- Management zet in op een bepaalde gewenste identiteit - Doel is dat via strategische keuzes (bijv. waar je geld aan besteedt: wat je wel en niet

ondersteunt) en communicatie (mbt de gewenste identiteit) opdat deze gewenste identiteit ook de feitelijke identiteit wordt of blijft

- Communicatiemanagement in een organisatie is voor een belangrijk deel: werken aan deze verbindingen tussen gewenste en feitelijke identiteit, met oog voor de verschillende relaties. Identiteit als project dat van groot belang is voor het succes van de organisatie.

Identiteit en imago:- Komen tot stand in wisselwerking met de omgeving- Vragen om oog voor balanceren van verschillende visies en

percepties- Vragen dus om:

Comptentie om die verschillende visies en percepties te leren kennen en volgen (leren kennen, relaties aangaan)

Het articuleren van een coherente identiteit in het licht van die diversiteit (construeren, informeren, overtuigen)

Page 16: apollowageningen.files.wordpress.com · Web viewHet zorgen dat wat je wilt zijn ook gerealiseerd wordt in de praktijk (samenhang management en communicatie; integratie interne en

Het zorgen dat wat je wilt zijn ook gerealiseerd wordt in de praktijk (samenhang management en communicatie; integratie interne en externe communicatie)

Relatiemanagement: verschillende groepen hebben verschillende behoeften en belangen bij jouw organisatie, en zullen ook verschillende ervaringen en verwachtingen hebben ten aanzien van jouw organisatie en wat deze doet.

Externe communicatie:- Externe communicatie om een organisatie te presenteren die in lijn is met de gewenste

identiteit- Vele strategische keuzes mbt vertaling identiteit naar boodschappen, publieken, kanalen,

middelen- Maar het gaat ook om onderhandelen, elkaar vinden in een gedeelde visie en samenwerken

Interne communicatie:- In een organisatie kunnen grote verschillen bestaan in visie op de doelen en waarden van de

organisatie (bv. Voedingsbedrijf aan R&D afdelingen die met innovatie of duurzaamheid bezig zijn en de sales afdeling)

- Communicatie tussen afdelingen is vaak beperkt- Uitdaging: integratie, want een organisatie is niet ‘vanzelf’ een geheel- Elkaar vinden in een organisatie, met oog van verschil, en dat dan ook nog met oog voor die

omgeving

Belangrijk concept dat externe en interne communicatie+identiteit en imago samenbrengt in één strategie:

- Corporate branding: de organisatie ontwikkelen als een geheel met een gedeelde betekenis: een merk, met samenhang tussen gewenste identiteit, karakter en gedrag van de organisatie

- Met voldoende ruimte voor aanpassing aan verandering zoals interne innovaties en externe verschuivingen (bijv. concurrentie, verschuivingen in waarden of maatschappelijke agenda