Upload
agnes-smeets
View
212
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
VVP - BePLA bijeenkomst te Utrecht
Karakteristieken van en verschillen tussen het Nederlandse en Belgische pensioensysteem
7 december 2010
Alexander Vandenbergen
2
I. Het zogenaamd “driepijlermodel”
Inkomensgarantie voor ouderen (IGO)
Wettelijk Pensioen Repartitie
Sectorpensioenen
Ondernemingsregelingen
Individuele Pensioenvoorziening
ZILVER FONDS
III.
II.
I.
3
II. Inkomensgarantie voor ouderen (IGO)
• Geen vervanging van inkomen, maar vorm van bijstand
• Individueel recht
• Bedrag afhankelijk van gezinstoestand en andere bestaansmiddelen en pensioenen
• Maximumbedrag:
• 610,89 EUR per maand (delen hoofdverblijfplaats)
• 916,33 EUR per maand (alleenstaand)
4
III. De eerste pijler: wettelijk pensioen
• Gemiddeld 1.200 EUR bruto per maand, maar afhankelijk van loopbaan
• Werknemer
• Zelfstandige
• Ambtenaar
• Problemen:
• Gelijkgestelde periodes
• Vergrijzing (verhoging pensioenleeftijd?)
5
IV. De tweede pijler: aanvullend pensioen
A. Pensioentoezeggingen
• Pensioentoezegging van het type vaste bijdrage
• Rendementsgarantie
• Pensioentoezegging van het type vaste prestatie
• Dynamisch beheer
6
IV. De tweede pijler: aanvullend pensioen
B. Inrichter
• Onderneming of sector
C. Pensioeninstelling
• Verzekeraar
• Instelling voor bedrijfspensioenvoorziening (Pensioenfonds)
D. Is inkorting mogelijk?
7
V. De derde pijler
• Pensioensparen en langetermijnsparen
• Belastingsaftrek:
• 870 EUR voor pensioensparen
• 2.080 EUR voor lange termijnsparen
• Mattheüseffect
8
VI. Conclusie
• Eerste pijler onder financiële druk
• Tweede pijler wint aan belang, maar steeds meer gereglementeerd
• Derde pijler onder politieke druk