3
262 DE LEVENDE NATUUR. achlig heidelandschap met beekje, met de typeerende flora als don, berk, jeneverbes, braam, varkensgras, wollegras, enz. Dit doek ging op bedriegolijke wijze over in werkelijkheid. In de heide een moerasje mot waterplanten; lischdodde, riet, pijlkruid, waterpest, enz. Daarbij aansluitend een deel mot de flora van bouwland, weiland, wegen. En daarvoor nog een miniatuurboschje met ondergroei van boschbes, vossebes, kattestaart, heide (waaronder witte) enz. Het geheel maakte een verrassende indruk, zooals door deskundigen en leeken ons verzekerd werd. Langs de wanden lange tafels, waarop in vazen afgesneden bloomen en planten, welke in den omtrok van Apeldoorn worden gevonden, waaronder zeldzame exemplaren. Een fraaie collectie paddestoelen, levende, zoowel als gedroogde (van de mycologische ver.) en geconserveerde, prachtvorzameling vogels en foto's van den heerTepe, zeer uitgebreide verzameling schelpen (ter opluistering) van den heer P. Keyzer, zeer mooie herbaria (van de Ned. Nat. Ver., van de Afd. Arnhem, van den heer Branbergen, Amsterdam, Rijkskweekschool Deventer), mimicry-vorzamelingen, fasciaties (llutlink uit Zwolle), groote prachtverzameling boek- en plaatwerken op Nat.hist. gebied (De Bruin, Apeldoorn), aquaria, terraria enz. en vogelkastjes en voederbakjes (Imming en Van Tongoren, Zeist). De vele bezoekers werden door verschillende leden der afd. rondgeleid en ingelicht. Groot succes is met deze tentoonstelling behaald. Een 20-tal nieuwe leden meldde zich aan, zoodatde Afd. nu, na haar kort liestaan, reeds over de 100 leden telt. Tevens werden de sluitzegels, uitgegeven van wege 't hoofdbestuur, aangeboden, met 't gevolg, dat ± 350 series geplaatst zijn. Apeldoorn. O. SANDBRINK. VRAGEN EN KORTE MEDEDEELINGEN. LITERATUUROVERZICHT. No. 32. De natuur is een groot tnozaikschilderij. Wanneer wij ons dat, wat daarop te zion is, niet recht weten te verklaren, dan komt dat meestal doordat wij levenslang te dicht met ome neus voor één onzettend ktein plekje van het schilderij staan, loodat we geen overziclit over het geheel kunnen krijgen. FRITZ BRAUN. Een zéér gelukkige gedachte was het van »Everyman's Libraryx'), uitgever Dent en S., te Londen, en Dutton, te New-York, om heden als laatst uitgekomen nummer uit te geven: «Li/V and Advcnlurcs of Andiihon, the iiaturalisla, & ƒ1.50, uil zijn eigen dagboek samen- gesteld door Robert Buonanan In 1809, met een introductie van John Burroughs. Dit dagboek dat in de 327 bldz. van het deeltje, bijna onverkort is weergegeven, wat alle voor ieder merkwaardige dingen betreft, is een zóó ongemeen interessant en lezenswaardig geschrift •over den vermaarden groolen ornitholoog, don wondermensch van zijn tijd, dat het niet alleen voor den ornitholoog van niet te noemen lielang is om dit eigen dagboek te kunnen lezen, maar ook voor eiken bioloog zéór opliouwend en enthousiasmeerend werkl om zich te laten verwarmen door hot onuitblusbare vuur van dezen natuurmensch. Bovendien is het door den tekenden literator Buchanan overal in een vloeiend verbindend verhaal gehouden daar waar dingen uitgelaten zijn, omdat ze meer speciaal aan familieleden gericht waren en mot de zaak zelf niets uitstaande hadden. Wat we lol nog toe met moeite opdiepten van on over Audubon moesten we uit de 2de en 3de hand lezen uit andere werken, en wat spaar- zaam en vaak eenzijdig zijn dan de gegevens; on welke particulier kan de duizenden besteden om Audubon's authentieke pracht werken nog ergens antiquarisch op te diepen; en dan heeft men nóg slechts één ding: nl. het Iwek zelf, maar niets over zijn tallooze rond- zwervingon in hol wilde Amerikaansche natuurleven, en niets over de interessante gesprekken en ontmoetingen die hij bij zijn eindelooze pogingen om zijn immens kostbaar reusachtig wondorboek over de Amerikaansche vogels uitgegeven te krijgen, had, met alle groolen der aarde, zoowel koningen, prinsen en hertogen, als geleerden op allerlei gebied. We lezen over , ) In de zelfde sorio is verschenen het beroemde werk von Thomas Belt: oThc naturalist in Nicaragua» ook voor denzelfdon prijs.

VRAGEN EN KORTE MEDEDEELINGEN. · 2014. 7. 25. · en planten, welke in den omtrok van Apeldoorn worden gevonden, waaronder zeldzame exemplaren. Een fraaie collectie paddestoelen,

  • Upload
    others

  • View
    1

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: VRAGEN EN KORTE MEDEDEELINGEN. · 2014. 7. 25. · en planten, welke in den omtrok van Apeldoorn worden gevonden, waaronder zeldzame exemplaren. Een fraaie collectie paddestoelen,

262 DE LEVENDE NATUUR.

achlig heidelandschap met beekje, met de typeerende flora als don, berk, jeneverbes, braam, varkensgras, wollegras, enz. Dit doek ging op bedriegolijke wijze over in werkelijkheid. In de heide een moerasje mot waterplanten; lischdodde, riet, pijlkruid, waterpest, enz. Daarbij aansluitend een deel mot de flora van bouwland, weiland, wegen. En daarvoor nog een miniatuurboschje met ondergroei van boschbes, vossebes, kattestaart, heide (waaronder witte) enz. Het geheel maakte een verrassende indruk, zooals door deskundigen en leeken ons verzekerd werd. Langs de wanden lange tafels, waarop in vazen afgesneden bloomen en planten, welke in den omtrok van Apeldoorn worden gevonden, waaronder zeldzame exemplaren. Een fraaie collectie paddestoelen, levende, zoowel als gedroogde (van de mycologische ver.) en geconserveerde, prachtvorzameling vogels en foto's van den heerTepe, zeer uitgebreide verzameling schelpen (ter opluistering) van den heer P. Keyzer, zeer mooie herbaria (van de Ned. Nat. Ver., van de Afd. Arnhem, van den heer Branbergen, Amsterdam, Rijkskweekschool Deventer), mimicry-vorzamelingen, fasciaties (llutlink uit Zwolle), groote prachtverzameling boek- en plaatwerken op Nat.hist. gebied (De Bruin, Apeldoorn), aquaria, terraria enz. en vogelkastjes en voederbakjes (Imming en Van Tongoren, Zeist). De vele bezoekers werden door verschillende leden der afd. rondgeleid en ingelicht. Groot succes is met deze tentoonstelling behaald. Een 20-tal nieuwe leden meldde zich aan, zoodatde Afd. nu, na haar kort liestaan, reeds over de 100 leden telt. Tevens werden de sluitzegels, uitgegeven van wege 't hoofdbestuur, aangeboden, met 't gevolg, dat ± 350 series geplaatst zijn.

Apeldoorn. O. SANDBRINK.

VRAGEN EN KORTE MEDEDEELINGEN. LITERATUUROVERZICHT.

No. 32. De natuur is een groot tnozaikschilderij. Wanneer

wij ons dat, wat daarop te zion is, niet recht weten te verklaren, dan komt dat meestal doordat wij levenslang te dicht met ome neus voor één onzettend ktein plekje van het schilderij staan, loodat we geen overziclit over het geheel kunnen krijgen. FRITZ BRAUN.

Een zéér gelukkige gedachte was het van »Everyman's Libraryx'), uitgever Dent en S., te Londen, en Dutton, te New-York, om heden als laatst uitgekomen nummer uit te geven: «Li/V and Advcnlurcs of Andiihon, the iiaturalisla, & ƒ1.50, uil zijn eigen dagboek samen­gesteld door Robert Buonanan In 1809, met een introductie van John Burroughs. Dit dagboek dat in de 327 bldz. van het deeltje, bijna onverkort is weergegeven, wat alle voor ieder merkwaardige dingen betreft, is een zóó ongemeen interessant en lezenswaardig geschrift

•over den vermaarden groolen ornitholoog, don wondermensch van zijn tijd, dat het niet alleen voor den ornitholoog van niet te noemen lielang is om dit eigen dagboek te kunnen lezen, maar ook voor eiken bioloog zéór opliouwend en enthousiasmeerend werkl om zich te laten verwarmen door hot onuitblusbare vuur van dezen natuurmensch. Bovendien is het door den tekenden literator Buchanan overal in een vloeiend verbindend verhaal gehouden daar waar dingen uitgelaten zijn, omdat ze meer speciaal aan familieleden gericht waren en mot de zaak zelf niets uitstaande hadden. Wat we lol nog toe met moeite opdiepten van on over Audubon moesten we uit de 2de en 3de hand lezen uit andere werken, en wat spaar­zaam en vaak eenzijdig zijn dan de gegevens; on welke particulier kan de duizenden besteden om Audubon's authentieke pracht werken nog ergens antiquarisch op te diepen; en dan heeft men nóg slechts één ding: nl. het Iwek zelf, maar niets over zijn tallooze rond-zwervingon in hol wilde Amerikaansche natuurleven, en niets over de interessante gesprekken en ontmoetingen die hij bij zijn eindelooze pogingen om zijn immens kostbaar reusachtig wondorboek over de Amerikaansche vogels uitgegeven te krijgen, had, met alle groolen der aarde, zoowel koningen, prinsen en hertogen, als geleerden op allerlei gebied. We lezen over

,) In de zelfde sorio is verschenen het beroemde werk von Thomas Belt: oThc naturalist in Nicaragua» ook voor denzelfdon prijs.

Page 2: VRAGEN EN KORTE MEDEDEELINGEN. · 2014. 7. 25. · en planten, welke in den omtrok van Apeldoorn worden gevonden, waaronder zeldzame exemplaren. Een fraaie collectie paddestoelen,

VRAGEN EN KORTE MEDEDEELINGEN. 263

de denkbeelden en omstandigheden en karakters van mannen van een eeuw geledon, die we allen al zoolang uil onze boeken en plaatwerken op natuurhistorisch gebied kennen, en we vergelijken dat alles met het tegenwoordige I In een paar regels kan ik niet genoeg uitdrukken hoe mij do lezing van het dagboek van dezon vogelhold boeit.

Na zijn vestiging in Amerika krijgen we eerst door hem dagelijks te boek gesteld zijn ongeveer 25-jarig rondzwerven in de Amerikaansche wildernissen om alle vogels te vinden, te observeeren en levensgroot te aquarelleeren; dag en nacht er op uit, met of zonder hulp der Indianen; zijn onderhoud verdienende, (tevens voor vrouw en kinderen) door portret-teekenon, daar hij ofschoon van rijke familie door zijn avontuurlijken loopbaan on ongeschikt­heid voor «zaken doen« als een echt artiest steeds weer aan lager wal zit; zijn «portret-teekenen« is ook zóó schitterend dat hij er groote sommen aan verdient, maar zijn onophoude­lijk reizen en trekken verslindt ook groote geldsommen, niet meegerekend nog de heele groole uitgaven die hij heeft voor het schildersmateriaal zelf; soms is hij zóó arm dat hij door muzieklessen hier of daar, ja zelfs door danslessen nog aan brood komt; heeft vaak niet eens geld om een cahier voor zijn dagboek te koopen.

Ladgzamerhand wordt hij in Amerika al beroemd en zijn vogelplatencollectio, zóó reus­achtig groot van formaat dat zelfs de arenden en gieren levensgroot zijn afgebeeld en alle naar levende exemplaren geteekend en geaquarelleerd in levendige 'workelijkheidsstanden (wat toen nog nimmer gebeurd was, daar ieder naar museum-exemplaren toekende!!) is al 500 platen groot; hij reist er mee rond voor inteekenaars omdat hij «oen pas 't plan kreeg om het werk uit te geven; gaat naar Engeland en Schotland en Frankrijk met zijn portefeuille onder den arm; het wordt een triomphtocht als nooit nog door iemand beleefd; terstond maakt men hom lid van alle geleerde genootschappen. Men leest in 't dagboek de brieven aan hem van al die beroemdheden, zelfs van literatoren als Waller Scott; hij krijgt zelfs toegang tot den koning van Engeland en dien van Frankrijk, die als gewone particulieren mee inteekenen, krijgt veel steun van Prins Bonaparte, van Prins d'Essling, van don groolen ornitholoog Swainson, van alle groote schilders als Landseer, Lawrence etc.; van geleerden als Cuvier en Jardine, van amateurs als den Herlog van Orleans etc. etc. Alle beroemdheden zijn interessant geteekend in zijn dagboek in hun manier van werken, hun verdiensten en tekortkomingen; zéér interessant is ook zijn concurrentie met den anderen beroemden Amcrikaanschen Ornitho­loog Wilson, die echter langzamerhand bij hom in 't niet zinkt; zijn onderhandelingen met beroemde graveurs voor zijn platen, als b.v. Lizars (dien we zeer goed kennen uit onze plaat­werken, b.v. van Swainson en Jardine etc.) zijn ook onze aandacht waard. Na 2-jarig verblijf in Europa gaat hij, om onderwijl verder te werken, weer naar Amerika, de wildernissen in, nadat zijn werk in Engeland begint te loopen. (De planten van de entourage teekont hij ook naar 't leven). Verschillende malen reist hij nog heen en weer naar Europa; begint ook den text te schrijven nu; als het eerste deel platen, kant on klaar gegraveerd is, berekent hij dat dit óéne deel hem 40.000 dollars heeft gekost, en er komen 7 deelenü (p. 158 van het boek); hij is begonnen zonder dal iemand hem kende, en bij 't verschijnen van het 1ste deel reeds is er niemand van beteekenis die hem niet betvondert van a—z; telkens verliest hij door dood of anderszins inteekenaars die hij moot krijgen door met zijn platen onder den arm, zélf overal toegang zich te verschaffen; in 4 jaar tijds gedurende het publiceeron van zijn 1ste deel verliest hij er b.v. 50, d.w.z. dat is 56.000 dollars verlies voor hem (zie pag. 158); dat moet hij weer zien aan te vullen door nieuwe inkomsten; met particulier schilderswerk ver. dient hij onderwijl ook groote sommen. De text dien hij er bij schrijft, wordt 3000 van die groote pagina's; zijn vrouw copieert ze voor een gelijktijdige uitgave in Amerika.

Hij heeft niet gerust vóór hel hééle werk kant en klaar was en heeft bovendien nog enkele andere boeken uitgegeven. Het is een rouzenwork geweest zooals heden ten dage helaas nooit weer verschijnt. WaAr is hot vurige temperament en onuilbluschbare enthousi­asme heden ten dage voor zooveel moeite en ontberingen, voor zhlk een grootsche onder­neming op studiegebied? en dit zou nu alles zooveel gemakkelijker gaan nog dan iu die dagen met op vele punten primitieve techniek! Wij zijn al trotsch op boeken als Dresser, Naumann e tc , werken die hoe groot en klassiek ze ook zijn, toch geen honderdste deel van die kosten en moeiten en energie aan één enkelen man gekost hebben van wat bij Audubon het geval was, die zélf teekenaar, uitgever en schrijver was van dieren, uit door menschen niet bewoonde streken, vér van alle beschaving af. O! neen, zulke menschen als Audubon ï/;» er/«ctoasteye»)-woordig niet meer, nóch in Europa, nóch elders! dal ligt ook van zelf in het verslappende van alles veel gemakkelijker te kunnen bereiken nu, met allerlei hulpmiddelen, die er toen nog niet waren.

Thans zijn we zelfs al blij met Prof. Br. Schmeil's y/aturwissenschaftliche Atlanten, waar­over ik de vorige keer al even sprak. Wat artisticiteit betreft vind ik do platen van het deel Reptilién en Amphibiën do mooiste. Dr. Krause zegt van deze platen: »clne beinahe verschwen-derische Fiille wundervoUster Tafeln, von der Künstlerhand Harders, sind in ihrer Naturtrene

Page 3: VRAGEN EN KORTE MEDEDEELINGEN. · 2014. 7. 25. · en planten, welke in den omtrok van Apeldoorn worden gevonden, waaronder zeldzame exemplaren. Een fraaie collectie paddestoelen,

264 DE LEVENDE NATUUR.

wahre Kahinettstückeci, en ook mij doen ze wondermooi aan. Hot deel vogels is van klein-schmidt. We kennen dezen ornitholoog en schilder reeds lang; (Naumann, Berajah etc). Hij is een echte museum teekenaar, en dat is vaak héél ver af van te zijn een groot dierenschilder; het kan samengaan, maar het is een zeldzaamheid. (Het is te hopen dat de »wetenschappelijk-juisle« platen van vogels, die de Nederl. Ornithol. Ver. slaat uit te geven uit de hand van een Nederlander, zooals het bericht luidt, niet alléén dermatologische museumplaten worden maar ook uit het oog van een workelijken hoogstaanden dierenschilder en natuurkenner exemplarisch worden, want anders '?".' Ik ril al!1); mij lijkt dat Kleinschmidt véél vorde­ringen heeft gemaakt sedert «Naumann*; ze zijn alle zonder dermatologische en vormen kennisfouten natuurlijk, maar vele zijn zelfs van biologisch standpunt bekeken zéér mooi, (b.v. de spreeuw en de zwarte mees). Men kan zien, dat de schilder bedrevener wordt en daardoor losser en niet meer zóó ijselijk bang hierdoor een vorm-fout te maken, die de loupe niet zou kunnen trotseeren! Prof. Reiehenow zegt van deze platen: »Het zwaartepunt van dit boek ligt in de platen; als ervaren ornitholoog en geoefende toekenaar vereenigt de schrijver de twee voorwaarden die noodig zijn voor een natuurgetrouwe afbeelding van de totaal­indruk en van de soorteigenscbappen. En Prof. llennicke zegt er van: »De platen door den meesterhand van Kleinschmidt ontworpen zijn voortrelTelijk. Ook de reproductie staat »im grossen ganzenu op de geeischle hoogte«. (De eerste in de Ornithol. Monalsber., de andere in de Ornithol. Monatschrift . Bovendien is elke persoonlijke visie van een schilder op elk levend wezen weer uiterst interessant voor ieder bioloog, en zoodoende heeft men nooit te veel derge­lijke plaatwerken in zijn bezit. Laat ons dus hopen, dat ons Nederlandsch platcnmateriaal zeker niet minder zal worden dan dit.

Bordrecht. P. J. DOLLEMAN VAN DER VEEN.

1) Heel goed staat er in Audubon's dagboek ook over de kleur van de natuurvoorwerpen volgens tweeërle beschouwing: oNaturalists prefer the real colour of objects lo those accidental tints which are the result of the varied reilections of light necessary to complete picturesque representations, but foreign and even injurious to scientific trutha. (Audubon behoorde nog tot de onaturalisU-opvatting alléén, zonder in die platen artisticiteit te willen leggen).

Vogels in Groningen. In aansluiting bij uw artikel in Be L. N. van 1 Juli 1913 stelt u misschien belang in het volgende.

Van de waterhoentjes (Gallinula chloropus) bob ik opgemerkt, dat ze hun broedgebied in de laatste tien jaren naar het Noorden hebben uitgebreid.

±: 1000 kwamen ze in de omstreken van Uithuizen slechts sporadisch voor, broedplaatsen heb ik nooit kunnen vinden. In een oud watertje bij Warfum (de Delte) waren er ver-sclicidcnc nesten. Tegenwoordig nestelen er waterhoentjes in de burchtgrachlen van Uithuizen en ' Uithuizonneeden, maar vooral in do rietslooten en -plassen langs den spoorlijn. Ook zijn ze vrij talrijk in de rietkanten van lid lioterdiep. Misschien is de oorzaak te zoeken in het leggen van de lijn Groningen—Uoodesclrool, die nog betrekkelijk nieuw is. Ook zullen de zachte winters er het hunne toe bijgedragen hebben, dat er in do zuidelijken plassen over-bevolking kwam, zoodat verhuizen noodzakelijk werd. J. M. GEniursEN.

P.S. Als broedplaats van blauwe reigers stond op de reigerkaart in een vroegere aflevering niet vermeld de Eendenkooi ten Noorden van Uithuizenneedon, halfweg den zeedijk, waar dit voorjaar 7 paren nestelden. Ze zijn er zeer schadelijk, doordat ze de eendokuikens van den kooiker uit den kolk wegrooven. Het schijnt dat de kolonie zich verplaatst, voor eenige jaren waren ze in de Lendekooi van den Ketnspolder, waar nu geen enkele paar meer is.

Verder trof ik van den zomer bij hel bosch Ewsum te Middelstum drie. reigers aan, die in de buurt nestelden. En een derde kolonie in deze; streek is een boerderij op Oldorp, waar eniigc jaren geleden minstens 4 paren waren.

Veendam, J. M. GERRITSEN.

CORRESPONDENTIE. De V., Den Haag. Uw plant is Lactuca scariola, de kompasplant. Ik heb er al eens in

D. L. N. over geschreven (Excursie naar liheinen). Het is een kalkplaut en heel zeldzaam in ons land. Aan de Maas en Z. Limburg boven Maastricht heb ik de plant ook wel eens gevonden. In groote hoeveelheid staan ze langs de Belgische Maas tusschen Namen en Dinant.

H.

Dat zal niet meevallen. Boeken om zweefvliegen te determineeren zijn heel duur, In het Nederlandsch is alleen Van der Wulp verschenen, nog maar één deel er van, en dat is niet te koop in den boekhandel, alleen voor oud. Het beste wat u doen kunt is, uw collectie zorgvuldig in te pakken en naar Thijsse te zenden, wat die misschien niet weet vraagt hij dan weer aan Prof. De Meyere; dan krijgt deze geen last met de gewone dingetjes. H.