2

Click here to load reader

vr 29 en za 30 maart 2013, 20.15 uur Omroep Max en in het ... · Richard Strauss (1864 -1949) ‘Duet Concertino’ voor klarinet, fagot en strijkorkest met harp Allegro moderato

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: vr 29 en za 30 maart 2013, 20.15 uur Omroep Max en in het ... · Richard Strauss (1864 -1949) ‘Duet Concertino’ voor klarinet, fagot en strijkorkest met harp Allegro moderato

Programma

vr 29 en za 30 maart 2013, 20.15 uur(einde concert ca. 22.25 uur)Muziekgebouw aan ’t IJ

Nederlands KamerorkestMarc Albrecht dirigentRick Huls klarinetMargreet Bongers fagot

Erich Korngold (1897 -1957)Suite ‘Much ado about nothing’ op. 11OuvertureMädchen im BrautgemachHolzapfel und Schlehwein (Marsch der Wache)Intermezzo (Gartenszene)Hornpipe

Richard Strauss (1864 -1949)‘Duet Concertino’ voor klarinet, fagot en strijkorkest met harpAllegro moderatoAndanteRondo - Allegro ma non troppoPauze

Alban Berg (1885 -1935)Lyrische SuiteDeel 2 - Andante amorosoDeel 3 - Allegro misterioso - Trio estaticoDeel 4 - Adagio appassionato

Franz Schreker (1878 -1934)Kammersymphonie in einem SatzNederlands Philharmonisch Orkest @nedpho_nko orkesttv

Vind ons leuk op Facebook, volg ons op Twitter, word abonnee van orkest.tv op YouTube of laat op www.orkest.nl/ERVAAR een reactie achter in ons Gastenboek.

Margreet Bongers fagotMargreet Bongers is een Nederlandse fagottiste die studeerde bij onder anderen Joep Terweij en Brian Pollard. Zij is medeoprichter van het Combattimento Consort Amsterdam en speelde onder meer in het Nederlands Blazers Ensemble, Nieuw Sinfonietta Amsterdam, Amsterdam Baroque Orchestra, Anima Eterna, Collegium Vocale Gent en het ASKO|Schoenberg-Ensemble. Ook was zij tien jaar lang solo-fagottist van Orchestre des Champs Elysees (OCE) onder leiding van Philippe Herreweghe. Bongers speelt veel kamer muziek, ook op oude instrumenten als de barokfagot en de klassieke fagot. Bijzonder project is haar samenwerking met Geoff Muldauer, een singer-songwriter uit Los Angeles. Sinds 1997 is Bongers solo-fagottist bij het Nederlands Philharmonisch Orkest en het Nederlands Kamerorkest. Suite ‘Much

ado about nothing’ R. Strauss Duet Concertino Berg Delen uit ‘Lyrische Suite’Schreker Kammersymphonie o.l.v. Marc Albrecht, dirigentRick Huls, klarinetMargreet Bongers, fagot

29 en 30 maart 2013 Muziekgebouw aan ’t IJ

Korngold PROGRAMMATOELICHTING

WWW.ORKEST.NL

ProgrToel_3_K7-S14_120x168.indd 3 14-02-13 17:10

Zit u op de winnende stoel?Elke bezoeker van onze concerten kan zitten op de winnende stoel. Met uw plaatsbewijs maakt u kans op twee gratis concertkaarten. Kijk op de woensdag na het concert op de homepage van www.orkest.nl of uw stoel het winnende nummer had.

Neemt u plaats?In de zomer van 2012 is het NedPhO|NKO verhuisd naar de NedPhO-Koepel (Gerardus Majellakerk) in Amsterdam-Oost. Ons nieuwe huis biedt onder meer plaats aan een prachtige nieuwe repetitie- en concertruimte met 230 zitplaatsen, waarmee een langgekoesterde wens in vervulling kon gaan: meer activiteiten organiseren als openbare repetities, rondleidingen en ontvangsten voor o.a. schoolklassen. U kunt op een unieke manier bijdragen aan deze activiteiten en ons nieuwe thuis door een stoel te doneren.

Door een stoel te doneren steunt u ons maar wordt u ook deel van het nieuwe onderkomen van het NedPhO. Een stoel met naams-vermelding naar keuze, die van uzelf of van iemand anders, doneert u al voor € 250,-. Neem voor meer informatie contact op met Bo Peters via [email protected] of 020 521 75 28.

In 2012 zijn er al meer dan 100 stoelen gedoneerd. Namens al onze musici danken wij alle donateurs van harte!

Radio-opnamen Omroep MaxHet concert van 30 maart wordt opgenomen door Omroep Max en in het Max Avondconcert op 1 april uitgezonden (20.00 uur). Kijk voor meer informatie op www.maxavondconcert.nl.

Page 2: vr 29 en za 30 maart 2013, 20.15 uur Omroep Max en in het ... · Richard Strauss (1864 -1949) ‘Duet Concertino’ voor klarinet, fagot en strijkorkest met harp Allegro moderato

Fin de siècleErich Korngold was een componerend wonderkind, tenminste, dat vond zijn vader. Ook Mahler noemde hem zonder aarzeling ‘de nieuwe Mozart’. Nog voor zijn twintigste was Korngold een beroemd componist wiens werken overal gespeeld werden. Zijn stijl in die jaren hoorde bij de sfeer van het fin de siècle, waartoe ook Mahler en Zemlinsky zich aangetrokken voelden. Korngold voegde er een vleugje onbekommerdheid van walsenkoning Johann Strauss jr. aan toe, wiens muziek ook aan het begin van de 20e eeuw nog mateloos populair was. De opdracht van het Weense Burgtheater om toneel-muziek te schrijven bij de sprankelende komedie Much ado about nothing van Shakespeare (Duitse vertaling: Viel Lärmen um Nichts) was Korngold op het lijf geschreven. Het resultaat was een serie korte maar kleurrijke stukjes die het toneelstuk de vaart van een film, en de noten het effect van filmmuziek gaven. In dit genre werd Korngold een grootmeester, want hij was het die met Oostenrijkse flair de ‘Hollywood sound’ ontwikkelde tot wat het nu nog steeds is.

Aangename glimlachMinstens even eigenzinnig als de ‘moderne’ componisten van deze periode, was Richard Strauss, omdat hij zich juist niet inliet met geavanceerde compositietechnieken. Ook al hield Strauss vast aan de tonaliteit van de late romantiek, hij deed dat op geheel eigen wijze. Daarmee is de muziek van Strauss wel degelijk 20e-eeuws. Het is muziek van het grote gebaar, overdadig van klank, en als het gaat om zijn symfonische gedichten en opera’s, met een ronduit controversieel verhaal. Strauss is ook de enige van de componisten van dit pro-gramma die de Tweede Wereldoorlog van nabij heeft meegemaakt. De oorlog raakte hem diep, niet in de laatste plaats vanwege zijn ambivalente houding ten opzichte van het naziregime. Het oorlogs-

geweld verscheurde hem, maar werkte ook louterend. De meeste van zijn naoorlogse werken zijn bescheiden van opzet, maar niet in zeg-gingskracht. Zo ook het Duet Concertino voor klarinet, fagot en strijk-orkest met harp, geschreven voor zijn goede vriend Hugo Burghauser, klarinettist van het Weense operaorkest, met wie hij jaren intensief had samengewerkt. Het is een klein, intiem werk, waarin de beide solisten soms vrolijk om elkaar heen buitelen, soms bedachtzaam met elkaar optrekken. Strauss greep in dit werk terug op zijn geliefde componisten Beethoven en vooral Mozart, die hij af en toe bijna, maar nooit helemaal letterlijk citeert. Hij gebruikt die citaten met de voor hem bekende mengeling van humor en ironie. Dat doet hij in het Duet Concertino niet met de soms groteske middelen die hij in veel van zijn vroegere werken toepaste. Het Duet Concertino laat je niet in lachen uitbarsten, maar tovert een aangename glimlach om de lippen.

Heftig verliefdEen grotere tegenstelling dan tussen het vriendelijke solowerk van Strauss en de radicaal moderne Lyrische Suite van Alban Berg is bijna niet mogelijk. Als leerling van Arnold Schönberg, laaft hij zich in dit stuk aan een zeer strenge twaalftoonstechniek. Alle noten-reeksen van het werk zijn strikt volgens de regels van die techniek ontworpen. De componist gaat zelfs nog een stapje verder door niet alleen de twaalf tonen uit de reeks te gebruiken, maar ook alle intervallen uit het octaaf te laten horen. Al die muzikale wiskunde bevat desondanks een sterke emotionele lading, ingegeven door de buitenechtelijke relatie die Berg op dat moment had met Hanna Fuchs-Robettin, de vrouw van een goede vriend. Als motief van de twaalftoonsreeks gebruikt hij de initialen van hem en Hanna in de notenreeks a-bes-b-f, op zijn Duits: A-B-H-F. De titel van het werk is een verwijzing naar de Lyrische symfonie van Zemlinsky en naar de lyrische gevoelens van de heftig verliefde Berg. Hij citeert zelfs letterlijk uit Zemlinsky’s compositie en wel het fragment waarin de sopraan in het origineel de woorden ‘Du bist mein Eigen’ zingt. Ook het Tristanmotief van Wagner komt voorbij; een betere verwijzing naar de onmogelijke overspelige liefde is er haast niet.

Klankartiest, klankdromer, klankestheetDe finale van dit concert is gewijd aan Franz Schreker, misschien wel de meest onderschatte Duits-Oostenrijkse componist van de eerste helft van de 20e eeuw. Zijn eerste opera Der ferne Klang sloeg in als

Staalkaart van het Duitse modernismeHet begin van de vorige eeuw was een van de meest enerverende periodes in de muziekgeschiedenis. Overbekend is natuurlijk de ontwikkeling van de atonaliteit, die de muzikale wereld op zijn grondvesten deed schudden, maar er gebeurde nog veel meer. In Duitstalig Europa bruiste het van nieuwe ideeën en stromingen. Dit concert is daarvan een kleine staalkaart.

een bom, en weldra vochten de operatheaters in Duitsland en ver daarbuiten om zijn partituren. Het opkomende nazisme maakte het de Joodse Schreker echter onmogelijk om te werken en hij stierf ver-geten en verguisd in 1934. Pas nu, in onze tijd, komt er weer belang-stelling en meer waardering voor zijn prachtige oeuvre. De Kammersymphonie uit 1916 doet zijn naam eer aan. Het is ge-schreven voor slechts 22 musici. Daarmee wist Schreker wel een ongekende symfonische kleurenrijkdom te creëren. Het is muziek die doet denken aan de grootsheid van Wagner, de gevarieerdheid van Mahler, de weelderigheid van Strauss en de fijnzinnigheid van Debussy. Het voert de luisteraar mee naar de belle époque, met een combinatie van muzikale romantiek en naturalisme, maar ook expressionisme. Schreker kan niet beter getypeerd worden dan met zijn eigen woorden: ‘Ik ben een klankartiest, een klankdromer, een klankestheet, maar ik heb geen enkele melodie.’ Het is precies wat de Kammersymphonie laat horen. Melodie en thematiek zijn onder-geschikt aan een breed palet van klanken, niet alleen door de ver-scheidenheid aan instrumenten, maar ook door een rijke stroom van sensuele harmonieën.

Tekst: Kees Wisse

BiografieënMarc Albrecht dirigentSinds 2011 is Marc Albrecht chef-dirigent van het Nederlands Philharmonisch Orkest |Nederlands Kamerorkest en De Nederlandse Opera. Hij geldt internationaal als een van de meest spraakmakende dirigenten van dit moment. Zijn vader, de dirigent Georg Alexander Albrecht, bracht hem de eerste liefde voor het directievak bij en begeleidde hem een aantal jaren. Vervolgens was hij repetitor bij de Hamburgse opera en assistent van Claudio Abbado bij het Gustav Mahler Jugendorchester. Vanaf 1995 was hij zes jaar lang General Musik-direktor aan het Staatstheater Darmstadt. Daarna begonnen gouden jaren met gastdirecties bij onder meer de Berliner Philhar-moniker, het City of Birmingham Symphony Orchestra en het Koninklijk Concertgebouworkest. Opera is voor Marc Albrecht een essentieel onderdeel van zijn muzikale carrière getuige engage-menten bij de Bayreuther Festspiele, de Dresdner Semperoper, de Bayerische Staatsoper en het Teatro alla Scala in Milaan. Van 2006 tot 2011 was Marc Albrecht chef bij het orkest van Straatsburg. Marc Albrecht woont in Amsterdam en dirigeert de komende jaren vooral het Nederlands Philharmonisch Orkest waar hij zijn beide liefdes, opera en concert, kan combineren.

Rick Huls klarinetRick Huls is een Nederlandse klarinettist die studeerde aan het conservatorium van Arnhem en in Amsterdam bij Reinier Hogerheide en George Pieterson. Hij volgde masterclasses bij Hans-Rudolph Stalder, Karl Leister en Hanz Deinzer en remplaceerde bij verschil-lende Nederlandse orkesten, waaronder het Koninklijk Concert-gebouworkest, Rotterdams Philharmonisch orkest, Holland Symfonia en het Asko|Schönberg. Huls is medeoprichter van het Uriël- Ensemble, waarmee hij regelmatig optreedt. Vanaf 2004 is Huls solo-klarinettist bij het Nederlands Philharmonisch Orkest.