Upload
others
View
0
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
DEEL 1: VITAMINES VOOR GROEI HOOFDSTUK 1: EEN STEVIG THEORETISCH FUNDAMENT OVER DE VITAMINES VOOR GROEI
1. psychologische basisbehoeftes: het hart van de ZDT
- Bevoorrechte plaats aan psychologische basisbehoeftes binnen de ZDT
- Behoefte = inherente psychologische vereiste (‘necessity’)- Katalysatoren van groei- Drie psychologische basisbehoeftes:
Autonomieo Ervaren psychologische vrijheido Keuze bij uitvoeren activiteito Vervullen van deze behoefte: zichzelf zijn, acteur
van eigen handelen, denken en voelen Competentie
o Gevoel van effectiviteito Gevoel activiteit succesvol te kunnen uitvoeren
Relationele verbondenheido Ervaren van warme en hechte band met andereno Behoefte heeft zowel betrekking op kwaliteit
(intimiteit, diepgang) als kwantiteit (hoeveelheid, breed netwerk)
- Deze drie behoeftes dragen bij tot groei en welbevinden.
2. psychologische basisbehoeftes: karakterisering2.1 Wat de ZDT-behoeftes wél zijn
2.2.1 Behoeftes als inherente psychologische vereisten - Veeleer psychologisch dan fysiek
o De basisbehoeftes hebben betrekking op het psychisch en niet op het fysiologisch functioneren van de mens.
- Inherent veeleer dan verworven men wordt hiermee geboren
o Onze menselijke natuur is uitgerust geraakt met deze behoeftes vanwege hun evolutionair voordeel
- Fundamenteel van aard
o Wanneer de psyschologische behoeftes niet voldaan worden, gaan mensen hiervoor psychisch/fysisch de prijs betalen.
- Universeel veeleer dan cultuurspecifieko Deze behoeftes, wanneer voldaan, bevorderen de groei
van alle mensen ongeacht hun geslacht, culturele achtergrond, leeftijd of sociale klasse.
2.2.2 Een oceaan aan empirische evidentie Behoeftebevrediging draagt bij tot
- Persoonlijk welbevinden - Energie & veerkracht- Beter cognitief functioneren - Prosociaal functioren: bevrediging draagt ook bij tot
hulpvaardig gedrag, wat kan gelden als indicator voor moraliteit.
-
Vastgesteld ...
- Met zelfrapportage en beoordeling door externen - Correlationeel en experimenteel onderzoek
Negatieve correlatie met depressieve symptomen Positieve correlatie met psychologisch welbevinden en vitaliteit Studie van Banting et al. (2011)
Deelnemers moeten grammaticaal incorrecte zinnen verbeteren, verdeeld in twee groepen: zinnen met termen die te maken hebben met autonomiebevrediging, en zinnen met termen die te maken hebben met autonomiefrustratie (=priming). Daarna moeten alle deelnemers 20 minuten fietsen en krijgen ze de keuze om verder te
doen of te
stoppen. Na 30 minuten werd de opdracht sowieso beëindigd.
Resultaten:- Autonomiebevredigingsconditie: langer volhouden (tijd),
hogere inspanning en hartslag- Autonomiebevredigingsconditie: voelen zich achteraf minder
vermoeid (tegenover de andere conditie), meer uitgesproken voornemen om vaker te fietsen.
Van belang: effecten doen zich voor zonder bewustzijn van deelnemers van behoeftebevrediging, wat impliceert dat we ons niet bewust hoeven te zijn van de bevrediging van onze behoeftes om er voordeel uit te halen.
2.2 Wat de ZDT-behoeftes NIET zijn
Theoretici zoals Atkinson die het dispositionele motievenperspectief hanteren, gaan er van uit dat we een aantal psychologische behoeftes via socialisatieprocessen leren waarderen.
Empirische evidentie ter zake:
- enige evidentie voor interactie-effecten- kanttekeningen:
o vaak gradatieverschil (linkse figuur) veeleer dan zwart-witzaak (rechtse figuur)
o moderatie beperkt tot domeinspecifieke uitkomsten
Oefening 2: ZDT en het Motieven Dispositie Perspectief boek p. 60
Op de volgende slide kan je twee figuren vinden die het samenspel tussen behoeftebevrediging en behoeftesterkte in de voorspelling van welzijn weergeven. Gelieve de volgende vragen te beantwoorden:
1. Wat is de onafhankelijke en wat de afhankelijke variabele?
Welzijn = afhankelijke variabele, behoeftebevrediging = onafhankelijke
2. Welke figuur biedt evidentie voor het motieven dispositie perspectief?
3. Welke figuur is problematisch voor het ZDT-perspectief?
4. In welke figuur is er sprake van een hoofdeffect en in welke figuur is sprake van een interactieeffect?
Dispositionele motievenperspectief
Zelf-determinatietheorie
Welke? o Machto Prestatiebehoefteo Affiliatie
o Autonomieo Competentieo Relationele
verbondenheidAard Psychologisch PsychologischKenmerk 1
Kenmerk 2
Kenmerk 3
Niet noodzakelijk universeel
Aangeleerd via socialisatiegeschiedenis (vb. Systematisch beloond worden bij goed presteren
Focus op verschillen in sterkte van de behoefte = sterkte van de behoefte telt
Vb. Grote prestatiebehoefte meer uitdagende taken kiezen & beter presteren
Universeel
Inherent
Focus op verschillen in bevrediging en frustratie van behoeftes
Vb. behoeftebevrediging voorspelt welzijn & probleemgedrag
Effect? Behoeftebevrediging is positief voor zover iemand de behoefte waardeert / belangrijk vindt
MATCH-hypothese: competitie is goed voor personen met
een sterke prestatiebehoefte
Maximaliseer de satisfactie van de drie basisbehoeftes, zelfs als mensen ze niet waarderen
Behoeftebevrediging bevordert welzijn voor iedereen; geen plafond
“sky is the limit”
o moderatie beperkt tot impliciete metingen van behoeftesterkte (itt expliciete metingen)
- meer onderzoek nodig, maar universaliteitsclaim lijkt stand te houden.
3. Universele vitamines voor groei en levensgeluk 3.1 Schommelingen in het eigen functioneren
- de ene dag is de andere niet: de mate van behoeftebevrediging vertoont dag per dag aanzienlijke schommelingen.
- de ene persoon ervaart grotere pieken en dalen in autonomie intra-individueel
- over het algemeen ervaart deze persoon wel meer autonomiebevrediging dan de andere inter-individueel
In deze studie: de verhouding tussen het percentage inter-individuele verschillen en het percentage intra-individuele verschillen: meer dan 50% van de geobserveerde verschillen blijkt zich op het intra-individueel niveau te bevinden. Deze resultaten tonen aan dat mensen substantieel niet onderling verschillen maar dat er binnen het functioneren van ouders aanzienlijke variatie bestaat.
Schommelingen in behoeftebevrediging hangen samen met schommelingen in het welbevinden Meer bevrediging tijdens het weekend (voor al autonomie en verbondenheid)
3.2 Vervaldata en gevoelige periodes voor de psychologische behoeftes
de bevrediging van de drie behoeftes is groeibevorderend gedurende de hele levensloop! Sommige behoeftes treden wel op de voorgrond in bepaalde periodes
- kleuter- en adolescentie: drang naar zelfstandigheid- lagere schoolleeftijd: hechte relaties met vrienden,
jongvolwassenheid: intieme relaties opbouwen de wijze waarop aan deze behoeftes wordt voldaan is wel leeftijdsspecifiek (bijvoorbeeld: de wijze waarop kleuters hun autonomiebehoefte vervullen is duidelijk anders dan bij volwassenen)
3.3 Zijn ook Aziaten, Afrikanen en Zuid-Amerikanen gebaat bij behoeftebevrediging?
Hoofdeffecten van behoeftebevrediging op welbevinden
.42**
.34**
.28**
- Er bestaan interindividuele verschillen in de mate waarin mensen
o verlangen naar deze behoeftes o deze behoeftes waarderen
- Spelen deze metingen van behoeftesterkte een modererende rol? = vraag naar interactie-effecten
geen evidentie voor interactie in deze data!
4. Over behoeftefrustratie, probleemgedrag en pathologisch functioneren4.1 Behoeftefrustratie als ‘vergif’
- Behoeftebevrediging = fungeert als een vitamine of voedingsstof voor groei;
Haalt het “beste” uit mensen- Behoeftefrustratie = fungeert als vergif en kan bepaalde kwetsbaarheden en defensief functioneren doen ontwaken
Behoeftefrustratie is meer dan de afwezigheid van behoeftebevrediging (behoeftedeprivatie); het houdt een actief dwarsbomen of beknotten van de behoeftes in!
vb. Zich uitgesloten voelen vs. geen warmte ervaren vb. Zich in een keurslijf gedwongen voelen vs. geen dingen doen die men
graag doet vb. Zich mislukt voelen vs. een activiteit niet goed kunnen uitvoeren
- Asymmetrische relatie tussen behoeftebevrediging en behoeftefrustratie
SD-1 Mean SD+1
-0.4
-0.2
0
0.2
0.4
Autonomy
relatedness
compe-tence
- Behoeftefrustratie doet het “beest” in ons ontwaken
Overzicht van gebruikte termen bij het spreken over de rol van ouders en socialisatieagenten.
OEFENINGFragmenten handboek p. 73
Bevrediging/frustratie?
Soort behoefte?
Fragment 1
Fragment IIFragment IIIFragment IVFragment V
4.2 Gebrekkige zelfcontrole: eetbuien en dagelijkse behoeftefrustratie
5. Besluit hoofdstuk 1
“Als mensen, wars van hun culturele achtergrond, geslacht, opleidingsniveau of leeftijd, zich psychologisch vrij voelen, vertrouwen hebben en zich verbonden weten met anderen, dan zal zowel hun persoonlijk als interpersoonlijk functioneren hiermee gebaat zijn. De ervaring van behoeftefrustratie doet het kwalijke in de mens ontwaken: we betalen er een onmiddellijk welzijnsprijs voor, de kans neemt toe dat we ons antagonistisch opstellen en op zoek gaan naar compsensatie.”
5.1 Structuur van het handboek verder toegelicht
5.2 Bespiegelingen herbekeken
Energetische basis
Behoeftebevr.
Malfunctioneren & pathologie
Behoeftesubstituut
Compensatiegedrag
Intern kompas
Internalisatie
Exploratie & intrinsieke mot.
“the beast”
“The best”
Uitkomsten
Behoeftefrustr.