Upload
others
View
18
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
De pedagogische sensitieve leraar
Werke aan brede opbrengsten
Voorbeelden GOEd-lessen
Gemaakt door leraren in opleiding
bussum 2015
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
2 van 42
Deze lessen horen bij De pedagogisch sensitieve leraar van Anouke Bakx.
© 2015 Uitgeverij Coutinho bv Alle rechten voorbehouden. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elek tronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, www.repro recht.nl). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16h Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.stichting-pro.nl).
Uitgeverij CoutinhoPostbus 3331400 AH [email protected]
Noot van de uitgeverWij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Personen of instan-ties die aanspraak maken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met de uitgever.
ISBN 978 90 469 0444 2 NUR 841
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
3 van 42
Inhoud
Voorbeeldlessen onderbouw
Sanne WillemseThijs PaijmansTristian PaulisseGijs de Kort
Voorbeeldlessen middenbouw
Lieza van HeesDaphne van GestelJoury VermeerFemke van den Broek
Voorbeeldlessen bovenbouw
Wouter de KoningNina MaijenPatrick de JongAnne AndonyadisMargje OerlemansMaud van LoonKarlijn JanssenSanne Verhoeven
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
4 van 42
Voorbeeldlessen onderbouw
Wat GOEd-les
Van wie Sanne Willemse
Voor leerlingen Onderbouw
Activiteit: Beeldend vormenVak- en vormingsgebied: Sociaal-emotionele ontwikkelingTijd: 30 minuten
Lesdoel
Product• De leerlingen gaan in dialoog met elkaar en de leerkracht• De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal• De leerlingen verwerken gesproken informatie in tekeningen/visuele platen
Proces• De leerlingen leren zich open te stellen voor de gevoelens van een ander• De leerlingen gaan aan de slag met gevoelens van zichzelf
ActiviteitJe houdt met de leerlingen een gesprek over gevoelens. Je kunt blij zijn, boos zijn of verdrie-tig zijn. Vraag de leerlingen of zij hier een voorbeeld van kunnen geven.
Je vertelt de kinderen dat je een verhaal hebt gemaakt, maar dat het verhaal niet af is. Het eerste gedeelte van het verhaal is af, het laatste gedeelte mogen de leerlingen zelf invullen. Dit laatste gedeelte mogen de leerlingen zelf tekenen.
Verhaal Na het verhaal geef je de leerlingen de opdracht een tekening te maken van de afloop van het verhaal. Je vraagt de kinderen wat Siem met papa zal gaan doen en of Siem nog vrolijk wordt vandaag.
Nadat de tekeningen klaar zijn, vraag je de leerlingen hoe het verhaal is afgelopen. De leer-lingen vertellen wat er in hun ogen gebeurt en hoe Siem zich nu voelt.
Je richt je op een positieve afloop en vraagt de leerlingen waarom Siem toch weer vrolijk wordt of kan worden (dit is afhankelijk van de tekeningen). Mochten de leerlingen allemaal een negatieve afloop hebben getekend, dan gebruik jij de positieve afloop om leerlingen te stimuleren positief te denken. Je richt je op een gezellige afloop, samen met papa. Je richt je op het samen zijn en dat het ook goed is om niet altijd alles te krijgen wat je graag wilt. Je legt de leerlingen uit dat het goed is om er toch iets gezelligs van te maken en dat het zonde is om verdrietig te blijven terwijl je er juist zo’n leuke dag van wilde maken.
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
5 van 42
ExtraJe vraagt de leerlingen of zij zelf een voorbeeld hebben van een situatie waarbij zij weleens verdrietig zijn en uiteindelijk toch weer vrolijk worden. Je richt je op de vraag hoe dit kan en waarom je toch weer vrolijk kan worden.
Materiaal• Plaatjes (van tevoren zelf uitzoeken)• Verhaal• Papier• Kleurpotloden
Je vertelt het eerste gedeelte van het onderstaande verhaal met behulp van plaatjes. Zoek daarom ter voorbereiding plaatjes die aansluiten bij de tekst.
Wat zouden papa en Siem gaan doen? En hoe zou Siem zich voelen?
Het is maandag en alle kinderen zitten netjes in de kring. De juf vraagt hoe het weekend is geweest.
Veel kinderen steken meteen hun vinger op. Sander vertelt dat hij bij opa en oma heeft gelogeerd,
hij vond dit erg leuk. Josje is het hele weekend buiten geweest. Samen met haar papa heeft ze in de
tuin gewerkt. Daarna geeft de juf de beurt aan Siem. Siem is erg blij, want papa is jarig vandaag en hij
heeft wel zin in een feestje! Siem vertelt dat papa vandaag nog vrij is en dat hij ’s middags met papa
naar de grote speeltuin gaat. De juf wenst Siem veel plezier en gaat bij het planbord zitten.
Siem kiest er samen met Lynn en Pieter voor om te gaan spelen in de huishoek.
Tijdens het spelen vraagt Pieter aan Siem: ‘Naar welke speeltuin ga jij vanmiddag?’ Siem vertelt dat
hij naar de grote speeltuin gaat in het Wandelbos. Pieter vertelt dat hij daar ook weleens is geweest
en dat dat superleuk is! Ook Lynn wordt er erg vrolijk van. Zij weet nog dat ze daar eens met opa en
oma is geweest en met het kinderfeestje van Bart.
Siem gaat snel verder met werken voordat de juf in de hoek komt kijken.
Voordat de jongens en meisjes het weten is het al tijd om boterhammen te gaan eten. Siem ziet papa
en rent snel naar hem toe! Ze gaan gezellig samen naar huis om pannenkoeken te eten.
Tijdens het eten vertelt papa dat Siem een vriendje of vriendinnetje mee mag nemen naar de speel-
tuin. Siem springt in de lucht van blijdschap!
‘Jippie papa, wat gezellig!’ zegt Siem. ‘Ik zal straks wel eens vragen of Pieter af kan spreken’, zegt Siem.
‘Dat is goed’, zegt papa en papa brengt Siem weer terug naar school.
Terug op school vraagt Siem aan Pieter of hij het leuk zou vinden om mee naar de speeltuin te gaan.
‘Sorry,’ zegt Pieter, ‘ik heb al met Sander afgesproken.’ ‘Jammer’, zegt Siem. Siem is erg teleurgesteld,
maar vraagt snel aan Josje of zij misschien met hem mee wil gaan. ‘Sorry Siem,’ zegt Josje, ‘ik moet
naar zwemles. Mama heeft mij verteld dat ik snel weg moet na schooltijd.’ ‘O, jammer’, zegt Siem.
Na schooltijd staat papa in de klas om Siem op te halen. Siem kijkt een beetje verdrietig en papa
vraagt wat er aan de hand is. ‘Niemand wil met mij spelen! Ik heb geen zin meer om naar de speel-
tuin te gaan!’ Papa vertelt aan Siem dat ze naar huis gaan. Eerst even wat drinken, gezellig een koekje
eten en dan zullen ze wel zien. Het komt goed!
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
6 van 42
Wat GOEd-les
Van wie Thijs Paijmans
Voor leerlingen Onderbouw
Lesjes ‘omdenken’ groep 1-2
Doelen Het doel van je les is dat je leerlingen leert om bepaalde problemen anders te gaan bekij-ken, door middel van omdenken. Dit is een vrij groot doel, zeker voor kleuters. Hier kun je niet in één les aan voldoen. Dit moet je meerdere keren met je stageklas gaan oefenen. Beginsituatie De beginsituatie is bij alle kinderen anders. Sommige kinderen denken al meer om dan anderen. Hier kun je rekening mee houden door er bij deze kinderen dieper op in te gaan, moeilijkere vragen te stellen. Materialen Je kan één of meerdere handpoppen gebruiken voor je les. Dit maakt het makkelijker voor de kleuters. Geef de handpoppen een karakter mee, bijvoorbeeld boos, blij, verdrietig, opti-mistisch of pessimistisch. Inleiding Jij als docent in opleiding komt eerst met een probleem. Je benoemt dit probleem. Een voor-beeld: mama geeft je drinken mee, maar heeft uitgerekend het pakje drinken meegegeven dat jij niet lekker vindt. Je vraagt de kinderen hoe zij zouden reageren als dat zou gebeuren. Neem hier de tijd voor en laat alle kinderen die iets willen zeggen aan het woord. Kern Dan pak je de beide handpoppen. Geef beide handpoppen een ander karakter, het liefst twee uitersten. Bijvoorbeeld vrolijk/verdrietig, optimistisch/pessimistisch. Jij gaat nu met de poppen een soort gesprek voeren. Je vertelt de poppen het probleem van je pakje drinken. De ene pop pakt het probleem totaal anders op dan de andere pop. Je hebt twee verschillende manieren van denken. Hier ga je met de kinderen over in gesprek. Als dit goed gaat, kun je misschien nog een probleem verzinnen. Vraag de kinderen of zij weten hoe beide poppen zouden kunnen reageren. Voer daarna weer een dialoog met de poppen en met de kleuters. Afsluiting Als laatste ga je met de kinderen bespreken wat ze nou hebben geleerd. Vertel de kinderen dat jullie dit meerdere keren gaan oefenen, zodat ze misschien zelf ook wel op een andere manier zouden kunnen gaan denken.
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
7 van 42
Wat GOEd-les
Van wie Tristian Paulisse
Voor leerlingen Onderbouw, maar ook in andere groepen toepasbaar
Mijn GOEd-les zou zich richten op een poppenkast
Inleiding Ik zou uitleggen dat je een situatie op meerdere manieren kunt bekijken door een stemme-tje in je hoofd te gebruiken.
Ik beeld vervolgens een verhaal uit over een vervelende situatie en de manieren waarop de poppen daarmee omgaan met behulp van een poppenkast. Ik laat daarbij een positief en een negatief verhaal zien. Het verhaal wordt verteld en aangezet door een neutrale pop die de si-tuatie als buitenstaander meegemaakt heeft. Het verhaal moet realistisch zijn en betrekking hebben op de actuele leef-/belevingswereld van de kinderen. In het verhaal komen zowel de situatie van de positieve als de neutrale reactie naar voren. Hierdoor heeft het verhaal dus twee andere benaderingen en uitkomsten.De neutrale pop vraagt tussendoor hoe de kinderen zich zouden voelen en hoe ze zouden reageren.
Kern Hierna ga ik in gesprek over het stemmetje in je hoofd. Ik bespreek wat er gebeurde en hoe ermee omgegaan werd. Ik laat daarbij ook kinderen hun eigen ideeën en gevoelens uiten Afsluiting In de verwerking zou ik een andere situatie pakken, waarbij de kinderen beide eindes (een positief en een negatief einde) gaan verzinnen. Door middel van stuurvragen vorm je dan beide verhalen samen met de kinderen. Dit kan natuurlijk ook in groepjes. Hiermee leren de kinderen het GOEd-model op een neutrale manier toepassen.
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
8 van 42
Wat
GO
Ed-le
s
Van
wie
Gijs
de
Kort
Voor
leer
linge
nO
nder
bouw
Stan
daar
d le
svoo
rber
eidi
ngsf
orm
ulie
rBr
on: D
idac
tisch
mod
el ‘V
an G
elde
r’Fo
ntys
HKE
– P
abo
Tilb
urg
Stud
ent(
e)Kl
asSt
ages
choo
lPl
aats
Act
ueel
leer
arra
ngem
ent
Gijs
de
Kort
Men
tor
Dat
um
Gro
epA
anta
l lln
1/2
Vak-
en
vorm
ings
gebi
ed:
Soci
aal-e
mot
ione
el m
et h
et G
OEd
-mod
el
Spee
lwer
kthe
ma
of o
nder
wer
p:
– Begi
nsitu
atie:
– Le
sdoe
l(en)
:
De
kind
eren
oef
enen
met
het
zic
h ve
rpla
atse
n in
een
and
er p
erso
on.
Kind
eren
lere
n na
denk
en o
ver h
oe e
en si
tuat
ie/p
robl
eem
tot s
tand
is g
ekom
en.
Eval
uatie
van
lesd
oele
n:
Doo
r het
vra
gen
stel
len
aan
kind
eren
en
het r
ondl
open
in d
e kl
as k
un je
de
lesd
oele
n co
ntro
lere
n. A
ls ki
nder
en k
ieze
n vo
or e
en b
epaa
lde
smile
y vr
aag
dan
waa
rom
. Doo
r de
uitle
g ko
m je
op
soci
aal-e
mot
ione
el g
ebie
d ve
el o
ver h
et k
ind
te w
eten
, maa
r je
leer
t ook
vee
l ove
r zijn
man
ier v
an
hand
elen
/den
ken
in z
ulke
situ
atie
s.
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
9 van 42
Fase
/tijd
/le
erin
houd
Lesv
erlo
opDi
dacti
sche
wer
kvor
m
Dida
ctisc
he h
ande
linge
n le
raar
Le
erac
tivite
it/
leer
gedr
ag
leer
ling(
en)
Mat
eria
len/
or
gani
satie
Inte
ract
ievo
rmIk
ver
tel e
en v
erha
al e
n ik
laat
de
kind
eren
kie
zen
wat
het
gev
oel d
aarb
ij zo
u zi
jn. H
et v
erha
al g
aat o
ver V
os e
n H
aas.
Je k
unt d
aarb
ij ze
lf ee
n aa
ntal
pr
oble
men
ver
zinn
en:
Vos e
n H
aas w
illen
sam
en m
et S
child
pad
gaan
spel
en m
aar v
os m
ag n
iet
mee
doen
. Wat
zou
het
gev
oel v
an V
os z
ijn? E
n he
t gev
oel v
an S
child
pad?
Vos m
ag é
én v
riend
je m
ee n
aar h
uis n
emen
om
af t
e sp
reke
n. H
aas e
n Sc
hild
pad
will
en a
llebe
i mee
. Hoe
voe
lt Vo
s zic
h? M
aar h
oe z
ulle
n H
aas e
n Sc
hild
pad
zich
dan
voe
len?
Etc
.
De
kind
eren
kie
zen
telk
ens d
oor e
en sm
iley
het g
evoe
l bij
het v
oorv
al. J
e zo
u di
t kun
nen
doen
met
de
mem
obrie
fjes v
an d
e A
ctio
n m
et e
en sm
iley
erop
. Je
kunt
ook
een
aan
tal s
mile
ys u
itgep
rint i
n de
kla
s han
gen
en d
e ki
nder
en d
aarn
aart
oe la
ten
renn
en.
De
uitle
g na
dat d
e ki
nder
en d
e sm
iley
hebb
en g
ekoz
en, i
s het
bel
ang-
rijks
te. P
robe
er in
een
ped
agog
isch
veili
g kl
imaa
t de
kind
eren
zo
veel
m
ogel
ijk te
late
n ve
rtel
len.
Gaa
n de
kin
dere
n in
op
hun
eige
n ge
beur
teni
s-se
n (z
al w
aars
chijn
lijk
wel
geb
eure
n), g
a da
ar d
an v
erde
r op
door
. Je
kunt
ev
entu
eel w
el d
e pe
rson
ages
van
Vos
/Haa
s/Sc
hild
pad
gebr
uike
n.
Mem
obrie
fjes
met
smile
ys
Post
ers m
et e
en
smile
y
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
10 van 42
Voorbeeldlessen middenbouwW
atG
OEd
-les
Van
wie
Liez
a va
n H
ees
Voor
leer
linge
nM
idde
nbou
w
Stan
daar
d le
svoo
rber
eidi
ngsf
orm
ulie
r Br
on: D
idac
tisch
mod
el ‘V
an G
elde
r’.Fo
ntys
HKE
− P
abo
Tilb
urg
Stud
ent(
e)Kl
asSt
ages
choo
lPl
aats
Act
ueel
leer
arra
ngem
ent
Liez
a va
n H
ees
VT-
2CBa
sissc
hool
De
Elze
nTi
lbur
gV
isie
Men
tor
Dat
um
Gro
epA
anta
l lln
3/4
26
Vak-
en
vorm
ings
gebi
ed: s
ocia
al-e
mot
ione
le o
ntw
ikke
ling
Spee
lwer
kthe
ma
of o
nder
wer
p: c
ompl
imen
ten
geve
n en
ont
vang
en
Begi
nsitu
atie:
– Lesd
oel(
en):
1 Ti
jden
s dez
e le
s ben
oem
en d
e le
erlin
gen
wat
vol
gens
hen
com
plim
entje
s zijn
.2
Tijd
ens d
eze
les g
even
de
leer
linge
n co
mpl
imen
tjes a
an é
én le
erlin
g, h
ier h
angt
ver
der (
nog)
gee
n cr
iteri-
um a
an v
ast.
3 Ti
jden
s dez
e le
s erv
aren
en
beno
emen
de
leer
linge
n w
at h
et m
et je
doe
t om
com
plim
entje
s te
geve
n én
te
ont
vang
en.
Eval
uati
e va
n le
sdoe
len:
1 Ti
jden
s de
inle
idin
g vr
aag
ik d
e le
erlin
gen
naar
het
beg
rip
‘com
plim
entje
s’. Ik
ga
erva
n ui
t dat
de
leer
linge
n hi
er in
iede
r ge
val ‘
iets
’ van
af w
eten
.2
Tijd
ens d
e ke
rn b
enoe
men
de
leer
linge
n hu
n ze
lfbed
acht
e co
mpl
imen
tjes.
3 Ti
jden
s de
kern
en
eval
uatie
erv
aren
en
beno
emen
de
leer
lin-
gen
wat
het
effe
ct is
van
com
plim
ent je
s.
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
11 van 42
Lesv
erlo
op
Fase
/Tijd
/Le
erin
houd
Dida
ctisc
he w
erkv
orm
Di
dacti
sche
han
delin
gen
Lera
ar
Leer
activ
iteit/
le
erge
drag
leer
ling(
en)
Mat
eria
len/
org
anis
atie
Inle
idin
g
7 m
inut
en
Dia
logi
sch
onde
rwijs
Ond
erw
ijsle
erge
spre
kIk
vra
ag d
e le
erlin
gen
naar
het
be
grip
‘com
plim
ente
n’. W
at z
ijn
dat e
igen
lijk?
Zijn
hie
r ver
schi
l-le
nde
soor
ten
van?
Wan
neer
gee
f je
com
plim
ente
n en
wat
zeg
je
dan
bijv
oorb
eeld
? Krij
g jij
zel
f ook
w
elee
ns c
ompl
imen
ten?
En
geef
je
ze z
elf o
ok?
De
leer
linge
n de
nken
na
over
het
beg
rip ‘c
ompl
i-m
ente
n’.
De
leer
linge
n be
noem
en w
at v
olge
ns h
en c
ompl
i-m
ente
n zi
jn.
De
leer
linge
n de
nken
na
over
de
vrag
en d
ie ik
hun
st
el o
ver c
ompl
imen
ten.
De
leer
linge
n ge
ven
voor
beel
den
van
com
plim
en-
ten,
ben
oem
en v
ersc
hille
n en
gev
en a
an o
f ze
die
zelf
wel
eens
ont
vang
en o
f krij
gen.
Mat
eria
len:
– Afs
prak
en:
Wij
late
n el
kaar
uitp
rate
n en
lach
en e
lkaa
r nie
t uit.
Ie
der a
ntw
oord
is g
oed!
Inri
chti
ng:
De
leer
linge
n zi
tten
op
hun
eige
n pl
ek.
Kern
15 m
inut
enO
pdra
chte
nvor
mIk
dee
l aan
alle
leer
linge
n le
ge
brie
fjes u
it en
vra
ag h
un h
un p
en
te p
akke
n.Ik
vra
ag é
én le
erlin
g na
ar v
oren
en
hij
mag
op
de st
oel v
an d
e ju
f ko
men
zitt
en.
Ik v
raag
de
leer
linge
n al
lem
aal
voor
zic
hzel
f één
com
plim
entje
op
te sc
hrijv
en o
ver d
e le
erlin
g di
e op
de
stoe
l van
de
juf z
it.
Na
een
paar
min
uten
gee
f ik
de
‘leid
ing’
aan
de
leer
ling
op d
e st
oel v
an d
e ju
f. H
ij m
ag le
erlin
gen
aanw
ijzen
die
hun
com
plim
entje
op
leze
n.
Als
er e
en a
anta
l zijn
gew
eest
, vr
aag
ik a
lle le
erlin
gen
om h
un
nam
en o
p de
brie
fjes t
e sc
hrijv
en
en d
e br
iefje
s aan
de
leer
ling
te
geve
n.
De
leer
linge
n pa
kken
hun
pen
en
nem
en d
e le
ge
brie
fjes a
an.
Eén
leer
ling
gaat
op
de st
oel v
an d
e ju
f zitt
en.
De
leer
linge
n sc
hrijv
en é
én c
ompl
imen
tje o
p vo
or
de le
erlin
g op
de
stoe
l van
de
juf.
De
leer
ling
neem
t de
leid
ing
over
en
wijs
t lee
rling
en
aan
die
een
com
plim
entje
mog
en g
even
.
De
leer
linge
n be
noem
en h
un b
edac
hte
com
plim
ent-
jes.
De
leer
linge
n sc
hrijv
en h
un n
aam
op
de b
riefje
s en
geve
n de
brie
fjes a
an d
e le
erlin
g.
Mat
eria
len:
• Le
ge b
riefje
s•
Pen
• St
oel v
an d
e ju
f
Afs
prak
en:
We
late
n el
kaar
uitp
rate
n en
lach
en e
lkaa
r nie
t uit.
Inri
chti
ng:
De
leer
linge
n zi
tten
op
hun
eige
n pl
ek. É
én le
erlin
g zi
t op
de
stoe
l van
de
juf.
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
12 van 42
Slot
/eva
luat
ie
7 m
inut
en
Dia
logi
sch
onde
rwijs
Ond
erw
ijsle
erge
spre
kIk
vra
ag d
e le
erlin
gen
wat
ze
hier
-va
n vo
nden
.
Aan
de
ene
leer
ling
vraa
g ik
of h
ij he
t fijn
von
d om
dez
e co
mpl
i-m
entje
s te
ontv
ange
n. H
oe z
ou
dit k
omen
?
De
leer
linge
n ge
ven
hun
men
ing
en b
earg
umen
tere
n de
ze.
De
leer
ling
beno
emt o
f hij
het fi
jn v
ond
en h
oe d
at
kwam
.
Mat
eria
len:
– Afs
prak
en:
We
late
n el
kaar
uitp
rate
n en
lach
en e
lkaa
r nie
t uit.
Inri
chti
ng:
De
leer
linge
n zi
tten
op
hun
eige
n pl
ek.
Eige
n no
titie
s, ov
erw
egin
gen
naar
aan
leid
ing
van
deze
les:
Dez
e le
s kun
je n
atuu
rlijk
uitb
reid
en. C
ompl
imen
ten
geve
n in
gro
epje
s/tw
eeta
llen
etc.
Om
dez
e le
s te
intr
oduc
eren
den
k ik
dat
dit
het j
uist
e be
gin
is.
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
13 van 42
Wat GOEd-les
Van wie Daphne van Gestel
Voor leerlingen Middenbouw
DoelConcept van het GOEd-model duidelijk maken door te laten zien wat je ermee kunt.
VormDe kinderen krijgen een verhaal over duivel en engel. Hierover gaan we in gesprek door middel van vragen van mijn kant. Ik probeer bij de kinderen te achterhalen of ze weten dat er stemmetjes in je hoofd zitten die vertellen hoe je je voelt. De kinderen mogen vertellen wat ze weleens denken als er iets gebeurt zoals in het boek. Daarna gaan we dit omzetten in een dramaspel. Dit dramaspel doen ze aan de hand van het verhaal. Ze moeten dus goed luis-teren naar wat er in het verhaal gebeurt. 1 groep is de engeltjes en 1 groep is de duiveltjes. We doen het dramaspel twee keer zodat alle kinderen een keer de duiveltjes en een keer de engeltjes zijn geweest. Daarna volgt een afsluitend gesprek met de kinderen over de vraag of je de engeltjes en duiveltjes in je hoofd kunt veranderen. Hier mogen de kinderen zelf over fantaseren en discussiëren. Uiteindelijk geef ik aan dat je door meer naar het engeltje te luisteren je blijer gaat voelen en dat dat dus fijner is dan wanneer je vaak naar het duiveltje luistert.
InhoudHet verhaal, met stemmetje in je hoofd en duivel/engel, uitleggen.Vervolgens het verhaal uitbeelden, met de vraag: Herken je dingen terug die ik zojuist be-sproken heb?Wie zou jij uiteindelijk willen zijn?
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
14 van 42
Wat GOEd-les
Van wie Joury Vermeer
Voor leerlingen Middenbouw
Voordat je deze les geeft, vertel je de kinderen een verhaaltje over hoe de situaties die jullie gaan bespreken jou ook zijn overkomen. Dit doe je twee keer en bij beide keren vertel je na-drukkelijk wat je dacht en hoe je je daar toen bij ging voelen. Natuurlijk één keer blij en één keer verdrietig. Speel hierbij in op reacties vanuit de klas en wellicht eigen ervaringen van kinderen. Vraag hier ook naar.
Nadat je een kort leergesprek hebt gehad met de kinderen introduceer je de uitgeknipte smileys. Laat de kinderen benoemen welke emotie bij elke smiley hoort. Laat dit zien op het bord.
Laat nu het eerste werkblad zien en leg kort uit wat de kinderen moeten doen. Benadruk dat de smiley alleen in het hokje mag worden geplakt en dat kinderen bij de lijntjes de antwoor-den op mogen schrijven. Bij het tweede werkblad mogen kinderen zelf een gedachte bedenken waar dan een smiley bij hoort.
Na het maken van de opdrachten bespreek je de verschillende gedachten en emoties die kin-deren hebben verzonnen. Bespreek daarna vooral de emotie die kinderen op het eind hebben gekozen (als het goed is: blij) en welke gedachten daar dan bij horen. Welke gedachten hebben kinderen nog meer verzonnen om zich fijner te kunnen voelen? Kun je daar dan voor kiezen? Lukt dat altijd?
Uitknipbare smileys
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
15 van 42
Werkblad 1
Ik ga na school met Lana spelen.Na school gaat Lana toch met een ander kindje spelen.Ze vindt mij niet lief.
Zo voel ik mij nu:
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Ik ga na school met Lana spelen.Na school gaat Lana toch met een ander kindje spelen.Ze is vergeten dat we hadden afgesproken.
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
16 van 42
Zo voel ik mij nu:
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Ik ga na school met Lana spelen.Na school gaat Lana toch met een ander kindje spelen.
Zo voel ik mij nu:
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
17 van 42
Werkblad 2
Hoe zou jij je willen voelen? Zet er een rondje omheen.
Blij Verdrietig Gewoon Boos
Welke smiley hoort daarbij?Plak hem hier op:
Wat moet je dan denken?Schrijf het hier op.________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
18 van 42
Wat
GO
Ed-le
s
Van
wie
Fem
ke v
an d
en B
roek
Voor
leer
linge
nM
idde
nbou
w
Stan
daar
d le
svoo
rber
eidi
ngsf
orm
ulie
r Br
on: D
idac
tisch
mod
el ‘V
an G
elde
r’Fo
ntys
HKE
– P
abo
Tilb
urg
Stud
ent(
e)Kl
asPl
aats
Fem
ke v
an d
en B
roek
Gro
epA
anta
l lln
5/6
Hel
e kl
as o
f een
dee
l hie
rvan
Vak-
en
vorm
ings
gebi
ed, s
peel
wer
kthe
ma
of o
nder
wer
p:
Soci
aal-e
mot
ione
le o
ntw
ikke
ling,
dra
ma
Begi
nsitu
atie:
– Le
sdoe
l(en)
: Em
otie
s uitb
eeld
enEm
otie
s om
bouw
en
Eval
uatie
van
lesd
oele
n–
Fase
/tijd
/le
erin
houd
Lesv
erlo
opDi
dacti
sche
wer
kvor
mDi
dacti
sche
han
delin
gen
lera
ar
Leer
activ
iteit/
le
erge
drag
leer
ling(
en)
Mat
eria
len/
or
gani
satie
Inle
idin
g10
min
uten
Leer
linge
n ac
tiver
en in
zake
voo
r-ke
nnis
over
gev
oele
ns e
n em
otie
s.Ik
vra
ag d
e le
erlin
gen
alle
maa
l in
de k
ring
te k
omen
zitt
en e
n vr
aag
de le
erlin
gen
dan
wel
ke e
mot
ies z
e al
lem
aal k
enne
n.
Daa
rna
noem
ik d
e 6
emot
ies:
v
reug
de
ver
drie
t
ang
st
woe
de
ver
bazi
ng
afs
chuw
Verv
olge
ns v
raag
ik d
e le
erlin
gen
de g
ezic
htsu
itdru
kkin
g bi
j dez
e em
oties
te la
ten
zien
.
De
leer
linge
n de
nken
na
over
de
vers
chill
ende
em
otie
s en
bes
prek
en d
eze
klas
sikaa
l. D
aarn
a oe
fene
n ze
kla
ssi-
kaal
met
de
gezi
chts
uitd
rukk
inge
n di
e bi
j dez
e em
otie
s ho
ren.
Org
anis
atie
Leer
linge
n zi
tten
in
een
hal
ve
krin
g, z
odat
er
voor
aan
een
ruim
te o
ntst
aat
waa
r lee
rling
en
kunn
en st
aan
om d
inge
n ui
t te
beel
den.
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
19 van 42
Kern
Leer
linge
n ga
an a
an d
e sla
g m
et h
et
ombu
igen
van
em
otie
s. Ik
ver
tel d
e le
erlin
gen
dat i
k ka
art-
jes h
eb m
et d
aaro
p ve
rsch
illen
de
situa
ties.
En k
aart
jes m
et d
aaro
p ee
n op
vatt
ing/
emot
ie. P
er tw
eeta
l ge
ef ik
de
leer
linge
n ee
n sit
uatie
en
twee
opv
attin
gen/
emot
ies.
Ik v
erte
l da
arbi
j dat
de
nega
tieve
opv
attin
g/em
otie
alti
jd a
ls ee
rste
gaa
t en
de
posit
ieve
opv
attin
g/em
otie
als
twee
de. I
k ge
ef z
e ee
n pa
ar m
inut
en
de ti
jd o
m te
ove
rlegg
en o
ver h
oe
ze d
eze
situa
tie g
aan
uitb
eeld
en
en la
at z
e da
arna
per
twee
tal e
en
situa
tie e
n tw
ee m
ogel
ijke
opva
ttin
-ge
n/em
otie
s uitb
eeld
en. D
e ov
erig
e le
erlin
gen
kijk
en e
n lu
ister
en n
aar
de si
tuat
ie v
an h
et tw
eeta
l. W
an-
neer
de
situa
tie e
n de
opv
attin
gen/
emot
ies z
ijn u
itgeb
eeld
, ga
ik m
et
de le
erlin
gen
in g
espr
ek.
W
elke
opv
attin
gen/
emot
ies h
eb
je h
ier g
ezie
n?
H
oe z
ou ji
j je
voel
en in
zo’
n sit
uatie
?
Wat
von
d je
van
de
posit
ieve
op
vatt
ing/
emot
ie?
W
aaro
m k
an e
en a
nder
e op
-va
ttin
g/em
otie
je e
en b
eter
gev
oel
geve
n?
Hoe
kan
het
dat
men
sen
ver-
schi
llend
e op
vatt
inge
n/em
otie
s he
bben
bij
een
situa
tie?
De
leer
linge
n kr
ijgen
een
fict
ieve
situ
atie
en
gaan
dez
e in
twee
talle
n ui
tbee
lden
/ver
telle
n. D
aarn
a la
ten
ze d
e op
vatt
ing
en d
e em
otie
zie
n. D
e ov
erig
e le
erlin
gen
kij-
ken
naar
het
twee
tal e
n de
nken
na
over
de
mog
elijk
e em
otie
s. D
aarn
a re
ager
en z
e op
mijn
vra
gen
en h
oude
n ze
een
leer
gesp
rek.
Org
anis
atie
Leer
linge
n zi
tten
in
een
hal
ve
krin
g, z
odat
er
voor
aan
een
ruim
te o
ntst
aat
waa
r lee
rling
en
kunn
en st
aan
om d
inge
n ui
t te
beel
den.
Mat
eria
len
Kaar
tjes m
et
situa
ties.
Slot
Leer
linge
n ki
jken
teru
g op
het
ge-
leer
de e
n slu
iten
de le
s af.
Ik v
raag
de
leer
linge
n w
aar w
e he
t va
ndaa
g ov
er g
ehad
heb
ben.
Wel
ke
opva
ttin
gen/
emot
ies z
ijn a
an b
od
geko
men
en
hoe
kun
je je
eig
en
opva
ttin
gen/
emot
ies o
mbo
uwen
in
vers
chill
ende
situ
atie
s?
De
leer
linge
n de
nken
na
over
het
gel
eerd
e en
pro
bere
n di
t te
verw
oord
en.
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
20 van 42
Voorbeeldlessen bovenbouw
Wat GOEd-les
Van wie Wouter de Koning
Voor leerlingen Bovenbouw
Les 1
Ik begin het verhaal met een stukje uit mijn eigen ervaring, namelijk dat ik moet leren voor een tentamen maar daar best wel veel moeite mee heb. Dus op een middag zat ik te leren en hoorde ik ver weg een stemmetje; ik dacht dat het niets was, dus ik probeerde verder te gaan. Weer hoorde ik dat stemmetje; nu iets dichterbij, maar daarna was het weer stil. Twee pagina’s verder in mijn boek hoorde ik het stemmetje weer, er was alleen een verschil: deze keer was het niet één stemmetje, maar waren het er twee. De twee stemmetjes waren het niet met elkaar eens, dat kon ik horen, maar wat ze precies zeiden, was nog onduidelijk. On-dertussen ging ik weer verder met leren, maar ik bleef wel opletten of die stemmetjes weer terug zouden komen. Toen ik de eerste twee woorden hoorde, legde ik mijn boek weg en ging eens zitten luisteren, en hoorde dit: ‘Leg dat boek toch weg, leren is zinloos want je gaat het proefwerk toch niet halen, het is veel te moeilijk.’ Het andere stemmetje zei: ‘Je bent op de goede weg, blijven proberen en vooral doorzetten, de toets kan wel moeilijk zijn maar niet te moeilijk voor jou.’ En dat ging maar door en door en door. Ik ben toen doorgegaan met leren totdat ik het zelf genoeg vond.Maar doordat ik hiernaar heb zitten luisteren, ben ik er eens over na gaan denken en nog meer op gaan letten; ik hoorde de stemmetjes steeds vaker, bij steeds meer dingen. Omdat ik ze zo vaak hoorde heb ik er typetjes van gemaakt, optimistische Olivia en pessimistische Paul, want dit vond ik wel gepast. Wat zie je aan Olivia en wat zie je aan Paul? Wat zijn de grote verschillen? Paul altijd negatief, met donkere kleren. Olivia altijd zo positief mogelijk en vrolijk gekleurd.Wie van jullie herkent dit soort situaties, dat je twee stemmetjes/gedachten hebt en uitein-delijk voor een van de twee moet kiezen? Welke kiezen jullie dan meestal? Ben je daar tevre-den over? Wie zou je willen zijn? Hoe zouden we ervoor kunnen zorgen dat je meer terecht-komt bij wie je wilt zijn in plaats van te blijven waar je nu staat? (Met je groepje bespreken, klassikaal aandachtspunten benoemen.) Hoe kan ik ervoor zorgen dat jullie meer de kant op gaan die je op wilt?Dit is allemaal met een onderliggende gedachte uitgevoerd, want wat ik nu gedaan heb, is dat ik jullie een stukje heb meegenomen in het idee achter de fixed en growth mindset; het idee dat je in je hoofd hebt en de houding die je daarbij aanneemt. Welke van de voorbeelden uit mijn verhaal zou bij de fixed mindset horen? Waarom? Wat zijn volgens jullie de kenmerken van de fixed mindset? En van de growth mindset? Wat betekent het woord ‘growth’ letterlijk?Wat zijn de actiepunten voor ons om aan te gaan werken nu we dit weten? Ben je bereid om hier wat mee te doen? Nee? Verkeerde mindset.Maar het gaat verder dan alleen je mindset; we gaan zo samen kijken naar een aantal kaart-jes die ik gemaakt heb en daarna ga je er per groepje een paar behandelen. Bij ieder kaartje ga je kijken wat jouw eerste reactie is en die schrijf je op. Wanneer je de eerste hebt opge-schreven, kijk je waar die het beste bij past: is je eerste reactie er een waaruit naar voren
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
21 van 42
komt dat het niet lukt en dat het ook niet gaat veranderen, dan is het fixed. Is je eerste reactie meer gericht op ‘het lukt nu nog niet, maar als ik het blijf proberen wel’, dan is het growth. Nadat je je eerste reactie hebt gehad, gaan we proberen die fixed mindset om te denken naar een growth mindset, om er een positieve draai aan te geven en je manier van denken een beetje bij te stellen.De eerste paar kaartjes bespreek ik klassikaal om ervoor te zorgen dat de opdracht duidelijk is en dat de leerlingen weten wat er gevraagd wordt. Wanneer er vijf kaartjes besproken zijn en ik denk dat het idee duidelijk is, deel ik nog een aantal kaartjes uit bij de verschillende groepjes met de opdracht om telkens de eerste reactie op te schrijven en daarbij minimaal drie omgedachte reacties te maken. Dit mag je uiteraard samen met je groepje doen, maar je eerste reactie is individueel.Aan het einde van de les vraag ik de leerlingen hun eigen eerste reacties te bekijken en te be-palen waar zij in hun eigen denkpatroon zitten. Iedereen krijgt van mij een kaartje met zijn naam erop dat ze vervolgens op een groot bord op de juiste plaats hangen. Op het bord zijn de woorden ‘fixed mindset’ gekoppeld aan pessimistische Paul, en ‘growth mindset’ aan op-timistische Olivia. Hiertussen loopt een horizontale lijn; de leerlingen gaan hun eigen kaartje aan de lijn hangen aan de hand van hun eerste reacties. De eerste drie leerlingen bespreek ik klassikaal, waarbij ik de leerlingen zelf laat beredeneren waar ze denken te moeten hangen aan de hand van hun eerste reacties. Hierna doen de leerlingen dit zelf.
Les 2
De leerlingen hebben hun namen opgehangen en ik vraag of de leerlingen denken dat ze nog steeds op dezelfde plek hangen als toen we de kaartjes opgehangen hebben. Als ze ver-plaatst zijn, vraag ik aan de leerlingen waarom ze denken dat ze verplaatst zijn. Wanneer ze niet verplaatst zijn, vraag ik de leerlingen om een manier te bedenken hoe we ervoor kunnen zorgen dat je meer in die groeiende/positieve spiraal komt in plaats van in die vaste/nega-tieve spiraal te blijven hangen. Ik bespreek de mogelijkheden die naar voren komen samen met de leerlingen, maak hier aantekeningen van op het bord en schrijf de hoofdpunten op. Ik kijk of hier dingen tussen zitten die we in de klassensituatie kunnen gebruiken en eventueel ook daarbuiten. Wanneer dit nog niet echt lukt, stel ik het www-model voor en, wanneer dit goed gaat eventueel het www-w-model. Ik leg uit aan de leerlingen hoe het werkt en wat de achterliggende gedachte is. De leerlingen gaan iedere dag een punt opschrijven dat die dag goed is gegaan en waar ze zelf heel tevreden over zijn. Dat mag iets zijn wat op school goed is gegaan, maar ook daarbuiten. Ik vraag de leerlingen om hun kaartjes allemaal op een groot vel te hangen waar vakjes aan vast zitten van iedere leerling, zodat we ze bij elkaar kunnen verzamelen. Iedere dag haal ik er een paar opvallende uit en ik bespreek deze met de klas. Ook gaan we dan kijken waar ze thuishoren op de lijn die we eerder hebben uitgezet. In het geval van een ‘growth mindset’-reactie, vraag ik ook door naar de vraag waarom de leerlin-gen denken dat juist dat zo goed ging. Wanneer het een ‘fixed mindset’-reactie is, vraag ik de leerlingen hoe je er een ‘growth mindset’-gedachte van had kunnen maken. De eerste paar keer bespreek ik de waaromvraag klassikaal, later wil ik de leerlingen dit zelf laten beden-ken en uitleggen. Door de positieve dingen te laten benoemen, verwacht ik dat de algemene gedachtegang van de leerlingen meer richting de positieve kant gaat verschuiven.
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
22 van 42
Wat GOEd-les
Van wie Nina Maijen
Voor leerlingen Bovenbouw
NB Deze les is ook deels in het boek opgenomen, in paragraaf 7.3.2.
Beginsituatie
Voor de vakantie heb ik met mijn klas de www’tjes besproken die ze die week hadden opge-schreven. Ik vroeg de leerlingen wat ze ervan vonden om een aantal dingen op te schrijven die op die dag goed waren gegaan. Sommige leerlingen vonden het fijn, andere vonden het saai en snapten niet waarom ze het moesten doen. Die vraag heb ik toen meteen bij de leerlingen gelegd: waarom zou je dit doen?Er ontstond een gesprek en al snel werd het volgende besproken:Als er vervelende dingen gebeuren of er gebeurt iets slechts, dan blijft die gedachte je vaak de hele dag achtervolgen. Je denkt vaak na over de negatieve dingen die die dag zijn gebeurd. Als er iets goed is gegaan, dan denk je daar die dag eigenlijk niet vaak meer aan. Door het op te schrijven, wordt je eraan herinnerd. Dit geeft een fijn gevoel. Het is belangrijk om positief te denken. Dit gesprek is voortgekomen vanuit de leerlingen; dit omschreven leerlingen dus zelf!
Er is me gevraagd een tekenles te geven; hieraan koppel ik mijn GOEd-les.
Lesomschrijving
Ik wil kort terugblikken op een paar weken geleden, toen we de www’tjes hebben bespro-ken. Ik wil weer even kort opfrissen waarom het belangrijk is om terug te denken aan dingen die goed zijn gegaan. Daarna leg ik een situatie voor.Stel: je hebt supergoed geleerd en je best gedaan voor een toets, maar je krijgt uiteindelijk een onvoldoende terug. Ik vraag de leerlingen hoe ze zich zouden voelen en of ze verschillende emoties op het bord willen schrijven. Als je jezelf zo voelt, wat voor gedachtes heb je er dan bij? Wat denk je dan? Is het terecht dat je dit dan denkt?Ik wil eigenlijk naar het voorbeeld dat de leerlingen omschrijven dat ze teleurgesteld, boos of verdrietig zijn en naar de gedachte dat ze het niet kunnen, misschien toch niet goed genoeg zijn of niet goed genoeg hun best ervoor hebben gedaan. Dan vraag ik of het een positieve of negatieve gedachte is. Negatief: Kun je het ook omzet-ten in iets positiefs? We bespreken kort een aantal voorbeelden. Daarna laat ik op het bord zien wat er eigenlijk gebeurt: gebeurtenis je voelt daar iets bij (emotie) je krijgt een bepaalde gedachte (opvatting).
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
23 van 42
De opdracht die ik de leerlingen ga geven, is om twee korte stripverhaaltjes te maken. De leerlingen krijgen van mij ieder een gebeurtenis en een A4-papiertje. Op dit A4-papiertje staan twee keer drie kolommen. In de eerste kolom zie je een bepaalde gebeurtenis die ze hebben gekregen; de leerlingen maken hier een tekening bij en misschien een tekstwolkje. Bij de tweede kolom zie je de emotie in het stripverhaal en in de derde kolom de gedachte. Ik wil dat de leerlingen dus kort een stripverhaaltje maken; de eerste keer met een negatieve opvatting, de tweede keer met een positieve opvatting. De leerlingen moeten nadenken over hoe ze hun mindset om kunnen zetten.
Een aantal gebeurtenissen die de leerlingen kunnen krijgen: 1 Bijna alle kinderen uit de klas worden uitgenodigd voor een verjaardagsfeestje, maar jij
niet. 2 Je bent bezig met een opdracht, maar je snapt het niet. Je stelt een vraag aan de juf en die
zegt dat ze zo bij je komt. Na tien minuten is ze nog niet langs geweest. 3 Tijdens een voetbalwedstrijd probeer je te scoren, maar je mist het doel en uiteindelijk
verliest jouw team.
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
24 van 42
Wat GOEd-les
Van wie Patrick de Jong
Voor leerlingen Bovenbouw
NB Deze les is ook deels in het boek opgenomen, in paragraaf 7.3.2.
Voordat ik daadwerkelijk het GOEd-model introduceer in de klas, start ik met een dramales waarin de leerlingen zelf filmpjes gaan maken van situaties (gebeurtenissen) die zijn toe te passen op het GOEd-model. Ik heb gekozen voor filmpjes, omdat dit een werkvorm is die ze niet vaak gebruiken, waardoor ze waarschijnlijk met meer motivatie aan de slag gaan. In deze filmpjes is duidelijk een situatie te zien waar ik in een vervolgles het GOEd-model op toe kan passen.Mogelijke situaties om te geven, heb ik hierna gezet. Leerlingen kunnen ook zelf situaties bedenken.• Tijdens het voetballen krijgt één iemand telkens de bal niet toegespeeld. Keer op keer. De
rest van de spelers spelen de bal steeds naar elkaar over. • Iemand komt trots vertellen over zijn nieuwe huisdier dat hij dit weekend heeft gekregen.
De meeste kinderen blijven doorpraten en zijn met andere dingen bezig, ze luisteren niet naar hem.
• De groep moet gaan werken in tweetallen, maar één leerling blijft alleen over terwijl ie-dereen al samen aan de slag gaat. Niemand vraagt iets aan de overgebleven leerling en die gaat dan ook maar stil alleen aan het werk.
• In de klas worden uitnodigingen uitgedeeld voor een feestje. Eén kind krijgt geen uitno-diging.
Nadat deze filmpjes zijn gemaakt, ga ik in een vervolgles de filmpjes bespreken. Wat zien we (gebeurtenis), hoe zou iemand denken (opvattingen) en hoe zou iemand zich nu voelen (emotie)? Dit bespreken we per filmpje. Daarna leg ik uit dat je niet de schuld bij jezelf moet leggen en dat je zo positief mogelijk moet denken om te zorgen dat je je er niet rot over voelt. We kijken nog eens naar de zelfgemaakte filmpjes. Hoe zou iemand nu moeten gaan denken om te zorgen dat hij zich goed of neutraal voelt in die situatie?
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
25 van 42
Wat GOEd-les
Van wie Anne Andonyadis
Voor leerlingen Bovenbouw
De leerkracht leest een verhaal voor waarbij het GOEd-model in te vullen is. Op het bord staat het GOEd-model. De leerkracht legt het model uit aan de hand van het verhaal en laat de leerlingen de kolommen invullen. Daarna geeft de leerkracht zelf nog een voorbeeld. Als het voorbeeld gegeven is, heeft de leerkracht een aantal GOEd-modellen liggen waarbij de gebeurtenis al is ingevuld. De leerlingen maken deze oefeningen. Als afsluiting vullen alle leerlingen het GOEd-model een keer in met hun eigen gebeurtenis en deze leveren ze in, zo-dat de leerkracht kan kijken of het GOEd-model begrepen is.
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
26 van 42
Wat GOEd-les
Van wie Margje Oerlemans
Voor leerlingen Bovenbouw
Voorkennis: De leerlingen hebben gewerkt met een model dat lijkt op het GOEd-model en zijn nu toe aan de verwerking ervan.Duur: Ongeveer 30 minutenBenodigdheden: Twee hotelbellen en kaartjes met wie/wat/waar
Werkvorm: De gedachtescène De leerkracht begint met een gesprek over het 4G-model om de voorkennis op te halen. De leerlingen komen samen tot de conclusie dat het model als volgt in elkaar zit: Gebeurtenis + Gedachten = Gedrag + Gevoel
De leerlingen gaan in viertallen een dramascène uitvoeren. Elk groepje van vier krijgt een kaartje met daarop wie/wat/waar. Dit is om de leerlingen richting te laten geven aan de scène. Twee leerlingen spelen de scène, twee leerlingen zijn hun gedachten. De scène begint en de gedachten kunnen tussendoor dingen zeggen door op de hotelbel te drukken en de gedachte uit te spreken. Hierdoor zullen de leerlingen zien dat gedachten de scène, en dus in het echt gebeurtenissen, kunnen sturen. Dit kan ook na elke scène besproken worden. Hoe voelde de speler zich? Hoe beïnvloedden de gedachten de scène? Voelde de speler zich zoals hij zich wilde voelen? Wat had de speler kunnen doen om zich gewenst te voelen? Welke ge-dachten horen daarbij? Et cetera.
Voorbeelden van de kaartjes Wie: Nieuwe buren Wat: Kennismaken met elkaar Waar: Buiten, bij het huis van de ‘oude’ buurman
Wie: Een psycholoog en zijn cliëntWat: Komen elkaar in hun vrije tijd tegen na een gênant en ongemakkelijk gesprekWaar: In de trein
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
27 van 42
Wat GOEd-les
Van wie Maud van Loon
Voor leerlingen Bovenbouw
Ik leg uit dat er zich vaak situaties voordoen die je niet leuk vindt. Ik vraag of iemand zo’n situatie kent. Ik vraag hoe deze persoon toen heeft gereageerd op deze situatie. Ik vertel een andere manier waarop je op de situatie zou kunnen reageren (een GOEd-manier). Ik vertel dat ik zo meteen ook twee manieren van de leerlingen wil zien: een manier waarop je het negatief oppakt en negatief denkt, en een manier waarop je het positief kan oppakken. Na-dat een groepje is geweest, stel ik vragen zoals: Hoe denk je dat … zich voelt? En hoe zal … zich voelen? Was dat anders bij de tweede keer? Hoe voelde … zich de tweede keer? En hoe voelde … zich de eerste keer? De leerlingen kunnen zich inleven in elkaar. Daar wil ik op inspelen tijdens deze les. Ik geef een aantal situaties die voor hen herkenbaar zijn. Ik wil dat ze deze situaties twee keer uit-beelden in een rollenspel. De eerste keer op een niet-GOEd-manier. Dit beïnvloedt dus hun gevoel en mindset. Ik vraag na dit stuk hoe ze denken dat het slachtoffer zich voelt en hoe de andere persoon zich voelt. Dit zal niet positief zijn. De tweede keer beelden de leerlingen de situatie uit op een GOEd-manier. Ik vraag hoe de desbetreffende personen zich voelen. Ze zullen merken dat het hun een beter gevoel geeft. Doordat deze situaties herkenbaar zijn, zouden ze deze in het dagelijks leven toe kunnen passen. Aan het eind van de les stel ik vragen, zoals: Wat zou je de volgende keer doen als je … (situ-atie)? Weet iemand een situatie waarin hij, als hij eraan terugdenkt, beter op een andere ma-nier had kunnen reageren, zoals we hier net hebben geoefend? Wat heb je hiervan geleerd? Wie zou dit nu vaker willen toepassen?
Het doel: de kinderen kunnen zich inleven in de desbetreffende personen. Zij kunnen hun gevoel beschrijven. Ook kunnen zij er een ander voorbeeld van een situatie aan koppelen, waarin hetzelfde zou kunnen gebeuren. Ze kunnen beschrijven wat zij de volgende keer in zo’n situatie doen.
De situaties zijn:• Je bent in discussie met je klasgenoten; jij weet bijna zeker dat je de oplossing weet, maar
je klasgenoten kiezen toch met een meerderheid voor de oplossing die een andere klas-genoot heeft bedacht.
• Iedereen is zelfstandig aan het werken. De juf is even de klas uit. Jij bent geconcentreerd bezig, maar andere klasgenoten denken nu even de boel op stelten te kunnen zetten en het wordt heel rumoerig in de klas.
• Tijdens de gymles wordt de klas in twee groepen verdeeld. Al jouw vrienden zitten bij het andere team.
• Tijdens het schoolfeest laten een aantal vrienden hun danskunsten zien die zij geleerd hebben tijdens hun dansles. Het ziet er erg leuk en gezellig uit. Wat doe jij?
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
28 van 42
Wat
GO
Ed-le
s
Van
wie
Karli
jn Ja
nsse
n
Voor
leer
linge
nBo
venb
ouw
Lesv
oorb
erei
ding
sfor
mul
ier
Font
ys P
abo
Tilb
urg
Bron
: Did
actis
ch m
odel
‘Van
Gel
der’
Stud
ent(
e):
Klas
(PA
BO):
Stag
esch
ool:
Plaa
ts:
Karl
ijn Ja
nsse
n M
ento
r:
Dat
um :
Gro
ep:
Aan
tal l
ln:
Vak-
en
vorm
ings
gebi
ed: s
o
Spee
lwer
kthe
ma/
onde
rwer
p: st
ellin
gen
Met
hode
: gee
n
Tota
le le
sduu
r: 30
min
uten
Le
sdoe
l(en)
: Pro
cesd
oel
De
leer
linge
n de
nken
na
over
pos
itiev
e en
neg
atiev
e ge
dach
tes.
De
leer
linge
n ku
nnen
hun
eig
en m
enin
g on
derb
ouw
en.
De
leer
linge
n le
ren
stel
ling
in te
nem
en.
De
leer
linge
n le
ren
te k
ijken
naa
r an
dere
asp
ecte
n da
n al
leen
het
geen
zij
zien
van
de
situ
atie.
(Hoe
voe
lt ee
n an
der
zich
? W
eet j
e w
at e
r aa
n de
han
d is
?)
De
leer
linge
n le
ren
reke
ning
met
elk
aar
te h
oude
n.
Eval
uatie
van
lesd
oele
n:
Tijd
ens
de le
s m
aken
de
leer
linge
n ac
tief d
eel u
it va
n he
t deb
at. Z
e be
argu
men
tere
n w
aaro
m z
ij be
paal
de k
euze
s m
aken
en
lere
n zo
form
uler
en e
n re
keni
ng te
hou
den
met
elk
aar.
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
29 van 42
Lesv
erlo
opTi
jd/l
eerin
-ho
udDi
dacti
sche
Wer
kvor
mDi
dacti
sche
han
delin
gen
lera
ar
Leer
activ
iteit
le
erge
drag
leer
ling(
en)
Mat
eria
len/
orga
nisa
tieIn
leid
ing
10 m
inut
en
Inst
ructi
evor
m: i
ntro
duce
ren
Er g
ebeu
ren
wel
eens
din
gen
die
je n
iet z
iet a
anko
men
en
die
niet
zo
fijn
zijn
. Je
spre
ekt
bijv
oorb
eeld
af o
m m
et je
vr
iend
in te
gaa
n zw
emm
en.
Plot
selin
g ka
n zi
j nie
t mee
r. Je
ku
nt h
ier
op m
eerd
ere
man
ie
ren
tege
n aa
nkijk
en.
Ik la
at d
e le
erlin
gen
hier
op
reag
eren
.
Ik v
erte
l de
leer
linge
n da
t w
e ee
n st
ellin
gend
ebat
gaa
n ho
uden
.
Opn
emen
m
eede
nken
De
leer
linge
n ve
rtel
len
hoe
zij z
ich
zoud
en v
oe
len
en h
oe z
e zo
uden
reag
eren
. Ook
pro
bere
n ze
te v
erw
oord
en h
oe h
et a
nder
s ka
n.
De
leer
linge
n ga
an s
taan
en
schu
iven
de
tafe
ls
en s
toel
en a
an d
e ka
nt.
Mat
eria
len
stel
linge
n
Ops
telli
ng
krin
g
Kern
15 m
inut
en
Opd
rach
tvor
m: w
erke
nIk
lees
de
stel
linge
n vo
or.
Verv
olge
ns w
ijs ik
een
aan
tal
leer
linge
n aa
n di
e m
oete
n be
argu
men
tere
n w
aaró
m z
e ie
ts d
enke
n.
Stel
ling
nem
en
bea
rgum
ente
ren
De
leer
linge
n lu
iste
ren
naar
de
stel
ling.
Ver
vol
gens
kie
zen
ze e
en k
ant.
Een
aan
tal l
eerl
inge
n le
gt s
teed
s ui
t waa
rom
ze
daar
sta
an.
Ops
telli
ng
De
leer
linge
n st
aan.
In h
et
mid
den
van
de k
las
ligt
een
lijn.
De
leer
linge
n lo
pen
stee
ds
naar
de
kant
di
e vo
or h
un
van
toep
as
sing
is.
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
30 van 42
Slot
5 m
inut
en
Inte
racti
evor
m: o
nder
wijs
le
erge
spre
kD
e le
erlin
gen
gaan
wee
r zi
tte
n en
ik la
at z
e in
dis
cuss
ie
gaan
ove
r w
at z
e ge
daan
heb
be
n. W
elke
nie
uwe
inzi
chte
n he
bben
ze
opge
daan
? H
eb ik
de
leer
linge
n po
sitie
ver
kun
nen
late
n de
nken
ove
r va
ak
nega
tieve
geb
eurt
enis
sen?
Dele
n
bes
prek
en
De
leer
linge
n de
len
hun
bevi
ndin
gen.
Wat
den
ke
n ze
nu?
Wat
is e
r ve
rand
erd
in d
e m
anie
r va
n de
nken
? W
at h
ebbe
n ze
nu
gele
erd?
Ops
telli
ng
krin
g
Stel
linge
n
De ju
f hee
ft de
laat
ste
tijd
wei
nig
aand
acht
voo
r je.
1 De
juf v
indt
jou
op d
at m
omen
t nie
t bel
angr
ijk g
enoe
g.2
De ju
f hee
ft he
t eve
n te
dru
k vo
or jo
u.
Je w
ilt g
raag
mee
spel
en m
et e
en g
roep
je k
inde
ren,
maa
r dit
mag
van
hen
nie
t.1
Ik b
en st
om. N
iem
and
wil
met
mij
spel
en.
2 Di
e ki
nder
en w
illen
nu
even
nie
t met
mij
spel
en. G
een
prob
leem
, ik
prob
eer h
et e
en a
nder
e ke
er n
og e
ens o
f zoe
k ie
man
d an
ders
.
Je h
ebt v
eel s
pelfo
uten
gem
aakt
met
een
spel
lings
opdr
acht
.1
Ik k
an n
iet g
oed
spel
len.
2 Ik
moe
t nog
eve
n go
ed o
efen
en e
n da
n ga
at h
et m
e ze
ker l
ukke
n.
Je k
rijg
t je
wer
kpla
n ni
et a
f.1
Ik m
oet m
ijn w
erk
de v
olge
nde
keer
bet
er in
plan
nen
en h
arde
r wer
ken.
2 Ik
kan
nie
t sne
l wer
ken.
Ik b
en n
iet s
lim g
enoe
g en
het
wer
k is
vee
l te
moe
ilijk
.
Je h
ebt a
lle re
keno
pdra
chte
n go
ed g
emaa
kt.
1 Ik
kan
supe
rgoe
d re
kene
n. Ik
ben
slim
.2
Ik h
eb g
oed
en h
ard
gew
erkt
en
ik b
egri
jp h
et a
l goe
d.
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
31 van 42
Je sp
reek
t in
de o
chte
nd a
f om
die
mid
dag
af te
spre
ken
met
een
vri
end.
Aan
het
ein
d va
n de
dag
blij
kt d
at h
ij to
ch n
iet k
an.
1 M
ijn v
rien
d is
stom
en
wil
niet
afs
prek
en m
et m
ij.2
Mijn
vri
end
kan
toch
nie
t afs
prek
en. D
it is
ver
vele
nd, v
olge
nde
keer
bet
er.
In d
e pa
uze
leen
je e
en v
oetb
al v
an je
vri
end.
De
bal g
aat k
apot
.1
Dan
had
mijn
vri
end
me
die
bal m
aar n
iet m
oete
n le
nen.
Dit
kan
gebe
uren
.2
Ik z
eg ‘s
orry
’ teg
en m
ijn v
rien
d en
spre
ek a
f dat
ik d
e vo
lgen
de k
eer e
en b
al m
eene
em.
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
32 van 42
Wat
GO
Edle
s
Van
wie
Sann
e Ve
rhoe
ven
Voor
leer
linge
nBo
venb
ouw
Lesv
oorb
erei
ding
sfor
mul
ier F
onty
s Pab
o Ti
lbur
gBr
on: D
idac
tisch
mod
el ‘V
an G
elde
r’
Stud
ent(
e):
Klas
(PA
BO):
Stag
esch
ool:
Plaa
ts:
Act
ueel
leer
arra
ngem
ent:
Men
tor:
Dat
um :
Gro
ep:
Aan
tal l
ln:
Vak-
en
vorm
ings
gebi
ed: G
OEd
-oef
enin
g (G
ebeu
rten
is/O
pvat
ting/
Emot
ione
le c
onse
quen
tie/d
oen)
Spee
lwer
kthe
ma/
onde
rwer
p: so
ciaa
l-em
otio
neel
/min
dset
Begi
nsitu
atie:
D
e le
erlin
gen
hebb
en n
og n
iet e
erde
r van
mij
een
les g
ehad
ove
r het
pos
itief
met
elk
aar o
mga
an o
f ove
r and
ere
soci
aal-e
mot
ione
le m
etho
des/
met
ho-
diek
en. I
k do
e de
ze le
s aan
de
hand
van
de
theo
rie d
ie ik
heb
gel
eerd
ove
r min
dset
, GO
Ed-o
efen
inge
n, p
ositi
eve
psyc
holo
gie
en w
ww
-oef
enin
gen.
De
leer
linge
n w
eten
hoe
ze
kunn
en k
ieze
n vo
or d
eze
wor
ksho
p. (I
k be
n er
nie
t van
op
de h
oogt
e w
elke
leer
linge
n de
elne
men
aan
mijn
wor
ksho
p to
t aa
nvan
g va
n de
wor
ksho
p.)
Lesd
oel(
en):
De
leer
linge
n le
ren
dat m
ense
n al
lem
aal a
nder
s kun
nen
reag
eren
op
of d
enke
n ov
er e
en si
tu-
atie
.D
e le
erlin
gen
lere
n zi
ch te
ver
beel
den
hoe
een
bepa
ald
kara
kter
op
een
situa
tie z
ou re
ager
en.
De
leer
linge
n le
ren
om o
p ee
n sit
uatie
te re
ager
en.
Lang
eter
mijn
doel
en:
Kern
doel
34:
De
leer
linge
n le
ren
zorg
te d
rage
n vo
or d
e lic
ham
elijk
e en
psy
chisc
he g
ezon
d-he
id v
an h
enze
lf en
and
eren
.Ke
rndo
el 3
7: D
e le
erlin
gen
lere
n zi
ch te
ged
rage
n va
nuit
resp
ect v
oor a
lgem
een
aanv
aard
e w
aard
en e
n no
rmen
.
Eval
uati
e va
n le
sdoe
len:
Ik p
robe
er m
et a
lle le
erlin
gen
de a
ntw
oord
en te
eva
lu-
eren
. Wan
neer
ik e
en a
ntw
oord
wil
besp
reke
n m
et d
e ge
hele
gro
ep, v
raag
ik e
erst
aan
de
leer
ling
die
het a
nt-
woo
rd h
eeft
gef
orm
ulee
rd o
f hij
zich
daa
r zic
h pr
ettig
bi
j voe
lt. V
ervo
lgen
s bes
pree
k ik
het
ant
woo
rd m
et d
e le
erlin
gen.
Ik b
enad
ruk
dat e
r gee
n go
ed o
f fou
t is b
ij de
ze o
efe-
ning
. Hie
rdoo
r zou
den
de le
erlin
gen
de d
oele
n ku
nnen
ha
len.
Ik b
espr
eek
ook
indi
vidu
eel m
et d
e le
erlin
gen
hoe
zij o
ver d
e sit
uatie
s den
ken.
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
33 van 42
Lesv
erlo
op
Tijd
/lee
rinho
udDi
dacti
sche
wer
kvor
mDi
dacti
sche
han
delin
gen
Lera
ar
Leer
activ
iteit
le
erge
drag
leer
ling(
en)
Mat
eria
len/
or
gani
satie
10 m
inut
enW
at is
de
bedo
e-lin
g?
Doc
eren
Ik v
erte
l de
leer
linge
n da
t ze
nu
hebb
en g
ekoz
en v
oor e
en w
orks
hop
soci
aal-e
mot
ione
le o
ntw
ikke
ling/
kanj
ertr
aini
ng. I
k le
g ui
t dat
ik v
oor
de le
erlin
gen
pers
onag
es h
eb d
ie
alle
bei a
nder
s den
ken.
Ik la
at zi
en e
n le
es v
oor h
oe d
eze
pers
onag
es d
enke
n en
wie
ze zi
jn.
Ik v
erte
l dat
de
leer
linge
n nu
bij
een
aant
al si
tuat
ies m
ogen
pro
bere
n op
te
schr
ijven
hoe
dez
e pe
rson
ages
de
nken
ove
r/re
ager
en o
p de
situ
-at
ies.
Ik v
erte
l dat
er v
erde
rop
nog
twee
per
sona
ges z
ijn d
ie o
ok d
inge
n m
eem
aken
. Ik
ver
tel d
at d
e le
erlin
gen
zelf
een
antw
oord
/ged
acht
e m
oete
n be
-de
nken
/voo
rste
llen
en d
it m
oete
n op
schr
ijven
. Ik
vert
el d
at ze
, als
ze
antw
oord
en h
ebbe
n op
gesc
hrev
en,
met
hun
buu
rman
/-vr
ouw
mog
en
over
legg
en/d
iscus
siëre
n ov
er d
e an
t-w
oord
en, m
aar d
at h
ierb
ij be
lang
rijk
is da
t alle
ant
woo
rden
goe
d zi
jn!
Ik le
g ui
t dat
als
de le
erlin
gen
hier
mee
kla
ar zi
jn, z
e vo
or zi
chze
lf m
ogen
ops
chrij
ven
hoe
zij o
p de
ze
situa
ties z
oude
n re
ager
en. I
k ve
rtel
da
t de
leer
linge
n hi
erbi
j nie
t mog
en
over
legg
en m
et a
nder
en, t
otda
t zij
ook
voor
alle
situ
atie
s hun
ant
-w
oord
heb
ben
opge
schr
even
. Zo
heef
t ied
eree
n vo
or zi
chze
lf ku
nnen
na
denk
en o
ver d
e vr
aag
hoe
zij z
ou-
den
nade
nken
ove
r/re
ager
en o
p de
sit
uatie
s.
De
leer
linge
n ho
ren
wat
de
wor
k-sh
op in
houd
t waa
rvoo
r ze
hebb
en
geko
zen.
Ze lu
ister
en n
aar d
e ui
tleg
van
wat
de
wor
ksho
p in
houd
t en
wat
er v
an
hen
gevr
aagd
wor
dt.
De
leer
linge
n ku
nnen
reag
eren
op
wat
er w
ordt
ver
teld
ove
r wat
de
leer
linge
n m
oete
n ga
an d
oen.
Ev-
tuee
l kun
nen
ze e
r nog
vra
gen
over
st
elle
n.
Wer
kbla
den
geko
piee
rd.
(Zie
hie
rna.
)
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
34 van 42
20 m
inut
enH
oe z
oude
n de
per
sona
ges
reag
eren
? Hoe
re
agee
r jij?
Zelfs
tand
ig w
erke
n/ov
erle
gIk
loop
rond
om
vra
gen
van
leer
-lin
gen
te b
eant
woo
rden
. Ook
ga
ik
met
leer
linge
n in
ges
prek
ove
r hoe
zi
j hun
ant
woo
rden
heb
ben
gefo
r-m
ulee
rd.
De
leer
linge
n le
zen
wie
de
pers
ona-
ges z
ijn e
n ho
e zi
j den
ken.
Verv
olge
ns le
zen
zij v
ersc
hille
nde
situa
ties d
ie g
esch
etst
wor
den.
Zi
j bed
enke
n ho
e de
per
sona
ges
zoud
en re
ager
en o
p de
situ
atie
s die
ge
sche
tst w
orde
n en
schr
ijven
dez
e an
twoo
rden
op
het w
erkb
lad
op.
Wan
neer
ze
antw
oord
en h
ebbe
n ge
form
ulee
rd, m
ogen
ze
over
legg
en
met
hun
bur
en o
ver d
e an
twoo
r-de
n di
e ge
geve
n zi
jn.
Als
ze v
oor a
lle si
tuat
ies v
an d
e pe
rson
ages
een
ant
woo
rd h
eb-
ben
inge
vuld
, gev
en d
e le
erlin
gen
antw
oord
op
de v
raag
hoe
zij
zelf
zoud
en d
enke
n in
de
situa
ties.
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
35 van 42
Wer
kbla
den
Dit
zijn
Guu
sje e
n Le
x. G
uusje
den
kt a
nder
s dan
Lex
. G
uusje
den
kt v
aak
als e
r iet
s geb
eurt
dat
het
aan
haa
r lig
t. Ze
voe
lt zi
ch d
an v
erdr
ietig
. A
ls Le
x on
geve
er h
etze
lfde
mee
maa
kt, d
enkt
hij
heel
and
ers d
an G
uusje
. Hij
bede
nkt d
an w
at h
ij de
vol
gend
e ke
er a
nder
s kan
doe
n. H
ij ba
alt e
ven
flink
en
gaat
daa
rna
iets
leuk
s doe
n, b
ijvoo
rbee
ld b
uite
n sp
elen
.
Stel
je v
oor:
Een
leer
ling
uit d
e kl
as h
eeft
jouw
wer
k m
et o
prui
men
in d
e pa
pier
bak
gego
oid.
Hoe
den
kt G
uusje
?H
oe d
enkt
Lex
?
Stel
je v
oor:
Je b
ent a
ls e
erst
e af
bij
een
spel
.H
oe d
enkt
Guu
sje?
Hoe
den
kt L
ex?
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
36 van 42
Stel
je v
oor:
Een
klas
geno
ot ze
gt g
een
‘dan
k je
wel
’ als
jij e
en tr
akta
tie g
eeft
.
Hoe
den
kt G
uusje
?H
oe d
enkt
Lex
?
Stel
je v
oor:
Je v
alt h
eel h
ard.
Hoe
den
kt G
uusje
?H
oe d
enkt
Lex
?
Stel
je v
oor:
Een
klas
geno
ot ze
gt d
at je
kle
ren
lelij
k zi
jn.
Hoe
den
kt G
uusje
?H
oe d
enkt
Lex
?
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
37 van 42
Dit
zijn
Mic
hiel
en
Vale
rie. M
ichi
el d
enkt
and
ers d
an V
aler
ie.
Mic
hiel
den
kt v
aak
als e
r iet
s geb
eurt
dat
het
aan
hem
ligt
. Hij
voel
t zic
h da
n ro
t en
stom
. A
ls Va
lerie
ong
evee
r het
zelfd
e m
eem
aakt
, den
kt z
ij he
el a
nder
s dan
Mic
hiel
. Zij
denk
t dan
: Wat
rot d
at d
it is
gebe
urd,
ik h
oop
dat h
et n
iet v
aker
geb
eurt
. Ik
ga m
et m
ijn
vrie
ndin
nen
iets
leuk
s doe
n. D
aar w
ord
ik a
ltijd
vro
lijk
van!
Stel
je v
oor:
Je b
ent e
en v
ersl
ag a
an h
et ty
pen,
inee
ns lo
opt a
lles v
ast e
n m
oet j
e op
nieu
w b
egin
nen.
Hoe
den
kt M
ichi
el?
Hoe
den
kt V
aler
ie?
Stel
je v
oor:
Je te
keni
ng li
jkt n
iet o
p ee
n pa
ard.
Dit
was
wel
de
bedo
elin
g.H
oe d
enkt
Mic
hiel
?H
oe d
enkt
Val
erie
?
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
38 van 42
Stel
je v
oor:
Je w
erkp
lan
is n
iet a
f.
Hoe
den
kt M
ichi
el?
Hoe
den
kt V
aler
ie?
Stel
je v
oor:
Je v
riend
en h
ebbe
n ge
en ti
jd.
Hoe
den
kt M
ichi
el?
Hoe
den
kt V
aler
ie?
Stel
je v
oor:
Je h
ad a
fges
prok
en o
m m
et e
en k
lasg
enoo
t te
gaan
spel
en. N
u w
il hi
j nie
t mee
r.H
oe d
enkt
Mic
hiel
?H
oe d
enkt
Val
erie
?
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
39 van 42
Wat
den
k jij
?
Stel
je v
oor:
Je w
erkp
lan
is n
iet a
f.
Stel
je v
oor:
Je v
rien
den
hebb
en g
een
tijd
.
Stel
je v
oor:
Je h
ad a
fges
prok
en o
m m
et e
en k
lasg
enoo
t te
gaan
spel
en. N
u w
il hi
j nie
t mee
r.
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
40 van 42
Stel
je v
oor:
Je b
ent e
en v
ersl
ag a
an h
et ty
pen,
inee
ns lo
opt a
lles v
ast e
n m
oet j
e op
nieu
w b
egin
nen.
Stel
je v
oor:
Je te
keni
ng li
jkt n
iet o
p ee
n pa
ard.
Dit
was
wel
de
bedo
elin
g.
Stel
je v
oor:
Een
leer
ling
uit d
e kl
as h
eeft
jouw
wer
k m
et o
prui
men
in d
e pa
pier
bak
gego
oid.
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
41 van 42
Stel
je v
oor:
Je b
ent a
ls e
erst
e af
bij
een
spel
.
Stel
je v
oor:
Een
kla
sgen
oot z
egt n
iet ‘
dank
je w
el’ a
ls ji
j een
trak
tati
e ge
eft.
Stel
je v
oor:
Je v
alt h
eel h
ard.
Voorbeelden GOEd-lessen bij hoofdstuk 7 van De pedagogisch sensitieve leraar
42 van 42
Stel
je v
oor:
Een
kla
sgen
oot z
egt d
at je
kle
ren
lelij
k zi
jn.
Stel
je v
oor:
Je h
ebt k
lass
endi
enst
.
Stel
je v
oor:
Een
pro
efje
mis
lukt
.