12
een commerciële uitgave van multiplus i.o.v. nDc meDiagroep Visie* magazine 2016 januari 2016 Waar wil je naar toe en waarom doe je wat je doet, vroegen wij aan de geïnterviewden in deze bijzondere special. Zij openden met plezier de deuren van hun bedrijf en gingen het gesprek aan. Wij laten u met hen kennismaken. Groei begint bij jezelf; als het goed is voor jezelf, is het ook goed voor het bedrijf. Even afstand nemen om te kijken wat er speelt, kan louterend werken. De markt is aan alle kanten in beweging en vraagt ogen- schijnlijk vooral om inzetten op flexibiliteit. Hylke van der Veen, aB VaKwerK water alliaNCe “Bring in the Dutch” Pagina 7 pezy group Innovatieve product- ontwikkeling Pagina 2 SCHN “Een bedrijfstak om te koesteren” Pagina 3

Visie Magazine DvhN

Embed Size (px)

DESCRIPTION

 

Citation preview

Page 1: Visie Magazine  DvhN

een commerciële uitgave van multiplus i.o.v. nDc meDiagroep

Visie*magazine 2016

januari 2016

Waar wil je naar toe en waarom doe je wat je doet, vroegen wij aan de geïnterviewden indeze bijzondere special. Zij openden met plezier de deuren van hun bedrijf en gingen hetgesprek aan. Wij laten u met hen kennismaken.

Groei begint bij jezelf; als het goed is voor jezelf, is

het ook goed voor het bedrijf. Even afstand nemen

om te kijken wat er speelt, kan louterend werken. De

markt is aan alle kanten in beweging en vraagt ogen-

schijnlijk vooral om inzetten op flexibiliteit.

Hylke van der Veen,

aB VaKwerK

water alliaNCe

“Bring in the Dutch”

Pagina 7

pezy group

Innovatieve product-ontwikkeling

Pagina 2

SCHN

“Een bedrijfstak om te koesteren”

Pagina 3

Page 2: Visie Magazine  DvhN

visie magazine2

“Innovatieve productontwikkelingbiedt kansen maakindustrie”

Pezy Group is een bedrijf van 100

mensen dat nieuwe producten

ontwerpt voor met name multi-

nationals. Het heeft meerdere

vestigingen in Nederland en eentje in

Singapore, in Groningen werken 35 men-

sen. De focus ligt op het ontwerpen van

nieuwe, nog niet bestaande producten en

het ontwerpen van opvolgers van

bestaande producten. Jan Hoekstra kijkt

graag verder en ontwikkelde een nieuwe

mindset met behulp van een verrassende

startup-look-a-like website.

Eerst denken, dan doenWat drijft hem om buiten z’n bedrijfsmu-

ren te kijken? “Wij hebben twintig jaar

ervaring opgedaan met het werken voor

talloze vooral grote bedrijven, hebben

innovatieve producten bedacht en zetten

steeds meer stappen in het ontwerpen

van duurzaam geproduceerde producten.

Ik geloof steeds meer in radicale product-

ontwikkeling, echt een andere aanpak. Op

verschillende productieniveaus hebben

we geleerd vooral heel goed na te denken

voor we iets doen. We ontwikkelen bij-

voorbeeld veel kunststof producten waar-

voor je kostbare matrijzen nodig hebt. Je

kunt je in dat proces geen fouten veroor-

loven, want dat is financieel zeer risicovol.

Daarom hebben wij onze aandacht bij

onze grootste zorg; eerst datgene oplossen

wat nog niet goed is en dan pas verder.”

“Wij zijn gewend te werken op basis van

vertrouwen, onderling en met klanten. Wij

hebben geleerd om uit te spreken wat we

denken en voelen, want als je dat niet

doet, kom je niet tot het ultieme ontwerp.

De basis van dat vertrouwen zit er in dat

we ‘jij’ tegen elkaar kunnen zeggen. Zelfs

in Nederland is dat niet overal even mak-

kelijk en in Azië is het al helemaal ondenk-

baar. Wij hebben in het Noorden een cul-

turele voorsprong als het om creatieve

ontwerpen gaat die we kunnen omzetten

naar massaproductie.”

Focus op efficiency“Wij hebben veel geleerd van multinatio-

nals en zijn tegelijk goed in staat om te kij-

ken wat er bij start- ups gebeurt en

waarom het daar wel of niet goed gaat.

Wij willen onze ervaring gebruiken om

met start- ups en maakbedrijven in het

noorden te kijken of we het vele werk dat

er in productontwikkeling plaatsvindt,

weer naar het Noorden te halen.”

“Focus op efficiency en heb de meeste

aandacht voor je grootste risico, maak je

idee zo snel mogelijk tastbaar voor je klant

en maak gebruik van co- creatie.

Communicatie is een van de grootste

deugden om ergens te komen en daarom

hanteer ik de uitspraak dat ‘ingenieurs

creatief en welbespraakt moeten zijn en

om moeten kunnen gaan met professione-

le onzekerheid’. Wat je zelf niet in huis

hebt, heeft een ander misschien wel en

daarom geloof ik dat we in het noorden

stappen kunnen zetten. De essentie in het

mogelijk maken van nieuwe productie-

kansen voor het Noorden, ligt in het leren

inschatten van de vraag of de markt op

jouw product zit te wachten. ”

Minimal features“Na het toetsen van je eerste idee aan je

klant met een model of demo, komt de

fase van het marketfit maken, het bekij-

ken of er voldoende markt is. In die fase

worden er van het product enkele honder-

den of duizenden gemaakt die in de markt

worden getest; daarna volgt de massapro-

ductie. Juist die testfase waarin je kijkt

hoe veel je minimaal nodig hebt om ver-

der te gaan, kan interessant zijn voor de

noordelijke maakindustrie. De testproduc-

ten worden nu grotendeels elders

gemaakt. Het zou helemaal geweldig zijn

als we ook de massaproductie naar het

Noorden kunnen halen, zoals we met de

Quinny kinderwagen al voor elkaar

hebben gekregen. Leren denken, ontwik-

kelen en produceren aan de hand van

minimal features is waar het om gaat.”

Naast aansprekend werk voor multinatio-

nals als de Heineken thuistap, zijn ver-

schillende productontwerpen van Pezy

zeer geschikt om als Noordelijk project

aan te pakken licht Hoekstra toe, omdat

ze daar zelf de testproductie voor moesten

regelen. “Zoals de geïntegreerde TomTom

met business applicaties die we voor Iveco

maakten; de Cervisafe, een apparaatje

waarmee vrouwen zonder tussenkomst

van een arts een uitstrijkje kunnen

maken; de biologisch afbreekbare Ground

Consolidators (van het Drentse bedrijf

Anome) die gebruikt worden voor lan-

daanwinning; de pocket irrigator van de

Groningse paradontholoog Van Dijk en tot

slot de kleinste diepvries ter wereld die we

voor Unilever hebben ontwikkeld.”

“Voor het Noorden liggen er kansen bin-

nen het domein van de gezondheid in

combinatie met duurzame productie.

Healthy Ageing is een geweldig thema, er

komt veel kennis uit Life Lines en het

Healthy Ageing Network, we hebben

Philips om de hoek en Emmen heeft ken-

nis van bioplastics en wordt er binnen een

consortium met Philips, Fokker en CIG al

een zogeheten Smart Factory gebouwd.

We hebben een unieke positie, laten we er

meer mee doen!”

Mind to matterOm te kijken hoe er tegen start- ups werd

aangekeken en de huidige markt zich

manifesteert, ontwikkelde Pezy z’n eigen

online start- up, www.pilotfactory.com,

een online toegankelijk maar niet-

bestaand bedrijf. Het leerde Hoekstra z’n

mindset te ontwikkelen, te testen en te

verbeteren aan de hand van het ‘mind to

matter’ model dat pilotfactory uitdraagt.

De online kijkende lezer ontdekt in de site

wat Hoekstra hierboven vertelt; het is een

uitnodiging van de innovation accelera-

tors van Pezy aan de noordelijke maakin-

dustrie en kennisbedrijven. Zijn visie sluit

aan bij de ‘Toekomstvisie Groningen 2025’,

die gisteren door Rabotopman Wiebe

Draijer aan CdK Max van den Berg over-

handigd is.

“Ik droom wel eens van een pop-up store

in de Heerestraat, waar je iedere week een

nieuw innovatief product kunt kopen,

met daarachter een fabriek waar het

gemaakt wordt en ruimten waar we met

z’n allen aan de slag zijn. Voor multinatio-

nals en voor jezelf. Gewoon in zo’n winkel

verkopen wat je zelf bedacht en geprodu-

ceerd hebt. Sterke innovatie en voortdu-

rend wisselend….Lijkt me geweldig inspire-

rend!”

jan Hoekstra van pezy group in groningen ziet

kansen. 2016 kan het jaar worden van de

doorbraak om weer meer productiewerk naar

het noorden te halen. twintig jaar werken met

multinationals leert je niet alleen dromen en

doen, maar vooral denken over het managen

van je grootste risico’s.

Jan Hoekstra

pezy group

Page 3: Visie Magazine  DvhN

Bij Shipyard Construction

Hoogezand Nieuwbouw wordt

aan twee schepen gewerkt op

deze ijskoude natte vrijdag. Een

LNG- aangedreven LPG- tanker en een

LNG- aangedreven splijtbak. De eerste ligt

in het water en zit in z’n afbouwfase, de

tweede ligt in helften op de kant. Slijpen,

lassen, takelen, het gaat gewoon door

ondanks ijzige kou en opgevroren wegen.

18 Maart komt een grote delegatie vanuit

Bremen naar Foxhol om de wereldpri-

meur in het water te zien glijden.

Compagnons Roelof Kregel, Bouko Meijer

en Fred Ufkes over scheepsbouw, beteke-

nis voor de regio, de slag om garanties en

gebrek aan visie.

Oud spul“Er moet een boel gebeuren,” vertelt

Roelof Kregel, scheepsbouwer in hart en

nieren over de markt voor LNG- aangedre-

ven schepen. “Het aantal gebieden waar

beperkte marges gelden van uitstoot

neemt toe, milieu is z’n algemeenheid

wordt belangrijker en havens gaan het

gebruik van LNG- aangedreven schepen

stimuleren. Door de lage olieprijs is de

noodzaak om te investeren in deze schone

schepen weer wat minder aantrekkelijk

geworden, dus het zou helpen als de over-

heden nieuwbouw zouden stimuleren; en

het zou helpen als er meer locaties kwa-

men waar LNG getankt kan worden. Er

vaart veel oud spul, dus als het gestimu-

leerd wordt, komt er een hele golf nieuw-

bouw.”

Shipyard Construction Hoogezand

Nieuwbouw SCHN bestaat vier jaar en is

als relatief kleine werf specialist

in het bouwen van enkele stuks of

kleine series. De werf heeft zich

vanaf de start toegelegd op LNG

voortstuwingstechnieken, een

nichemarkt met specials die de

werf dankzij ervaring en deskun-

digheid van de scheepsbouwers

Meijer en Kregel goed aan kan.

Het zijn mannen van de traditio-

nele scheepsbouw met een voorkeur voor

innovatie.

Inmiddels zijn vier LNG- aangedreven tan-

kers van de helling gerold. ”Een schip bou-

wen is een schip bouwen,” vertelt Kregel

nuchter als ik hem vraag naar specifieke

kennis. Dat schip bouwen vereist het

gebruikelijke vakmanschap en verder

moet je kennis hebben van materiaaleisen,

de diversiteit in materialen, koude-en

warmte bruggen omdat LNG nu eenmaal

minus 162 graden is en vele technische

specificaties. “Het is nog vrij nieuw in

Nederland, niet alleen het bouwen, vooral

alle al dan niet noodzakelijke regels. In

Noorwegen hebben ze al vijftien jaar erva-

ring met LNG aandrijving, met het tanken

en noem maar op. Het valt me op dat er

behoorlijk wat verschil is in de manier

waarop de Noren en wij aankijken tegen

alle aspecten voor omgeving en veiligheid

bij LNG.”

Sturen op vernieuwingFred Ufkes: “Het krijgt echt toekomst als

de overheid gaat sturen op schonere tech-

nieken zoals LNG; als je het aan bedrijven

overlaat, wachten ze liefst zo lang moge-

lijk voor ze de overstap maken. Wat het

belangrijkste is, is de duidelijkheid naar de

markt. De overheid zou, zeker ook op

Europees niveau moeten zeggen, op die

datum willen we de uitstoot op een

bepaald niveau hebben of over tien jaar

einde diesel; dan weten reders waar ze aan

toe zijn en kunnen ze er op sturen, nu is er

te veel onduidelijkheid en dat is voor nie-

mand goed.”

“Voor ons is LNG een mooie markt, we

geloven er in en hebben inmiddels de

nodige ervaring opgedaan. We zijn relatief

klein en kunnen makkelijk inspringen op

verandering en we hebben een lage over-

head. Dat is bij elkaar ook het mooie aan

scheepsbouw als je zo georganiseerd bent;

je raakt nooit uitontwikkeld, er is altijd

wel iets nieuws. Ik vind het mooi dat we

zelf de nodige dingen kunnen bedenken,

we hoeven niet alleen maar te doen wat

een ander bedacht heeft.”

Hoe zit het met de zogeheten splijtbak

voor Bremen? “De eerste in de wereld die

LNG- aangedreven wordt, dus dat is wel

bijzonder. Deze 70 meter lange splijtbak

wordt gebouwd in opdracht van

Bremenports, de gezamenlijke havenorga-

nisatie van Bremen en Bremerhaven. Zij

zetten in op een groene haven en willen

dat hun baggerschepen niet langer op die-

sel varen. Dit schip brengt de bagger van-

uit de havens naar buiten en stort het

daar; de helften gaan hydraulisch uit

elkaar en blijven door middel van een

soort lang scharnier verbonden. Dit is de

eerste die LNG- aangedreven is en we

hopen dat er meer komen.”

Koesteren “Een mooi project, alleen de financiering

was lastig. We zijn een jaar bezig geweest.”

Fred Ufkes vertelt hoe dat in z’n werk gaat

en waar het probleem schuilt. “Zo’n schip

moeten wij volledig voorfinancieren en

dan praat je over een miljoen of vier, vijf.

Uiteindelijk blijkt dat je ook nog een

garantie nodig hebt en dan wordt het

moeilijk. We zijn een jaar bezig geweest

om die garantie te krijgen, het is uiteinde-

lijk een staatsgarantie geworden.” Nee,

schudt hij z’n hoofd, op geen enkele ande-

re manier kregen ze het voor elkaar. “Dat

maakt het lastig voor bedrijven als het

onze, want je hebt een goeie klant, een

mooie opdracht die voor je voortbestaan

van je werf essentieel is. Je hebt het over

directe en indirecte werkgelegenheid van

enkele honderden mensen in de regio en

aan de andere kant een risico als je het

goed beschouwt, dat relatief klein is. Daar

zouden overheden wel eens naar mogen

gaan kijken.”

Met de koffie in de hand, praten we door.

Over de scheepsbouw die je breder in de

Groninger genen verwacht en liefst con-

creter zou herkennen. Over het baggeren

van het Diep, de kosten en de impact van

de scheepsbouwcultuur. “Je moet dit koes-

teren, het is handwerk, een bedrijfstak die

wel eens de laatste zou kunnen zijn waar

veel mensen met de handen aan de slag

kunnen. Het is een cultuur van duidelijk-

heid, dat is de scheepsbouw. De scheeps-

bouw is een sector waar we ruimte heb-

ben voor veel verschillende mensen. Het

wordt tijd dat de overheid daar eens een

duidelijke visie op loslaat.”

visie magazine 3

Het Winschoterdiep is de verbeelding van

groningse scheepsbouw. innovatie en ambacht

verenigen zich bij scHn, dat een lng- wereld-

primeur bouwt voor de haven van Bremen. “We

blijven graag zelf een beetje nadenken.” De

impact op de regio in nuchtere woorden.

“Een bedrijfstakom te koesteren”

roeloF kregel

Fred UFkes

scHn

Page 4: Visie Magazine  DvhN

visie magazine4

Zeven jaar geleden begon Edwin

Wierda met een eigen kantoor

als vermogensbeheerder met vijf

klanten. Die vijf van toen zijn er

ruim 500 geworden die ze met zeven man

bedienen. Wierda en Partners

Vermogensbeheer in Assen en Laren

groeit gestaag en de resultaten zijn goed.

Z’n collega’s zijn net zulke vakidioten als

hijzelf, zegt hij met ’n glimlach. “We hou-

den van onze zelfstandigheid, van onaf-

hankelijkheid. We komen bijna allemaal

van grote banken waar we vonden dat we

te veel te weinig tijd konden besteden aan

het adequaat beheren van het vermogen

van onze klanten. Wij willen fulltime bezig

zijn voor onze klanten. Het gaat bij vermo-

gensbeheer om feiten, cijfers en de juiste

kennis. Focus hebben en focus houden. Er

is dankzij internet ongelooflijk veel infor-

matie beschikbaar, maar de vraag is wat je

er mee kunt. Focus op wat je werkelijk

nodig hebt om beslissingen te nemen.

Bepaal je koers, hou er aan vast en wees

scherp en flexibel; als je je koers moet wij-

zigen, moet dat wel kunnen. Alert blijven

en je rug recht houden.”

Flexibel inspelen Terugkijkend op 2015, zegt hij: “In de eerste

helft van het jaar ging het goed op de

beurzen (de tweede helft was het klaar).

We zijn daar goed doorheen gerold.” Hoe

dat kan? “Het is een beetje van alles, je

moet ook geluk hebben, alert reageren. We

hebben gelijk gehad met een aantal keu-

zes, bijvoorbeeld met ons advies over de

BAM en onze verwachting van bedrijven

die werden overgenomen zoals USG en

Grontmij.”

Flexibel zijn en alert kunnen reageren op

verschuivingen, zegt Wierda, is een van de

belangrijkste voorwaarden in deze tijd. “Bij

de grote veranderingen in de wereld, de

vele fundamentele ver-

schuivingen die er plaatsvinden past een

flexibele houding. Mensen hebben daar

behoefte van, ze willen zich niet meer

langdurig vastleggen, ze willen beschikken

over hun geld wanneer hen dat past.”

Hoe kijkt Edwin Wierda naar alle “ellende”

op de wereld, de vluchtelingenstromen, de

oorlogen en aanslagen? “Populair gezegd

is het een bende, alles is in de war. Het

hoort bij deze tijd, we leven in een tijd van

grote veranderingen. Alles lijkt te schui-

ven. Nee, het gaat zeker niet langs me

heen, want we zijn elke dag bezig met wat

er wereldwijd gebeurt en wat dat betekent

voor het beheer van het vermogen van

onze klanten. Al die zaken leiden tot veel

onrust, tot onverschilligheid, tot angst. En

ik kan je nu al zeggen dat het niet anders

wordt, het wordt zeker geen rustig jaar.”

Klaar met rentegedoeKun je mensen nog vertrouwen geven?

“Het is vooral een kwestie van eerlijk zijn,

wij kunnen het niet anders maken dan

het is en hebben ook niet altijd een ant-

woord. Het is aan ons om rust te brengen

in al die emotie waar het mee gepaard

gaat, om het te duiden met de kennis die

je hebt en je koers te bepalen op basis van

feiten zodat een zeker evenwicht ontstaat.

Sturen op wat er is, de feiten, de cijfers.”

Die wijzen ook uit dat spaarrente voorlo-

pig laag blijft, dus dat is geen aantrekkelij-

ke optie. En obligaties? “Dat is een tikken-

de tijdbom, dat gaat vroeg of laat mis en

dan zie je helemaal niets meer van je geïn-

vesteerde geld terug, dus dat blijft echt

oppassen."

Cijfers en feiten, de werkelijke prestaties

van bedrijven, zo verwacht Wierda, zullen

dit jaar een sterkere rol gaan spelen. “We

zijn met z’n allen wel een beetje klaar met

dat rentegedoe zoals we in 2015 hebben

gezien. Die politieke beïnvloeding, dat stu-

ren, heeft niets te maken met de econo-

mie. De Europese Centrale Bank ECB

heeft z’n hand overspeeld, de markten

hebben daar eerst sterk afwijzend op

gereageerd en vervolgens heeft het bijna

geen effect meer. Het is net als met de

koersen in China.“

‘t Wordt beter!“Als je iedere dag hoort dat de koersen

zeven procent dalen, dan heeft word je er

immuun voor. Het gaat uiteindelijk om

vraag en aanbod. Voor komend jaar gaat

de inhoud een sterke rol spelen; hoe staan

bedrijven er voor, wat is het aanbod, wat

is de werkelijke vraag. Dat heeft ook effect

op de prijzen van olie en grondstoffenprij-

zen die weer zullen gaan stijgen en dat

heeft weer effect op alle bedrijven die

mede afhankelijk zijn van grondstoffen,

zoals bijvoorbeeld Unilever of bouwbedrij-

ven. Kijk je voor komend jaar naar de

Nederlandse bouwwereld dan heb je het

bijvoorbeeld over de BAM die wij positief

blijven volgen en kijk je Europees dan zie

je dat het Franse Vinci- concern sterk posi-

tief profiteert van de opleving in de bouw-

sector.”

“Multinationals hebben de wind meer mee

dan het MKB. De grote bedrijven hebben

zich veel meer gereorganiseerd en kunnen

zaken gefinancierd krijgen; het MKB heeft

daar veel meer moeite mee, dat is deels

blijven hangen. De crisis duurt al acht jaar

en is nog steeds niet helemaal over; dat

geeft aan dat er veel meer schuift dan we

gewend waren, maar ik zeg je dat het in

2016 beter wordt!”

En buiten Europa? “Japan. Het land is

wereldwijd afgeserveerd door beleggers, ik

weet het, maar dat verandert. Het is een

heel traditioneel land dat onder zijn nieu-

we premier de laatste tijd grote verande-

ringen doorvoert in het efficiënter maken

z’n economie en belastingsysteem. Wij

denken dat we daar op mee kunnen liften

op die trend in het kielzog van wereldwij-

de voorhoedespelers als Goldman Sachs.

We zijn eind vorig jaar in Japan gestapt en

houden die koers voorlopig ook vast.”

rust brengen, focus houden en zorgen voor

rendement. Dat is wat edwin Wierda doet voor

z’n klanten. Wat bracht 2015 en wat betekent

2016 voor uw vermogen? vermogensbeheerder

edwin Wierda over turbulente tijden van

extreem lage spaarrente, wankelende obligaties

en verrassend japan.

edwin wierda

WierDa en partners

“Dit jaar wordthet beter!”

Page 5: Visie Magazine  DvhN

visie magazine 5

Leefbaarheid gediend bijeconomische vitaliteit

Dit is genieten, denk ik bij

mezelf als ik vanuit het nieu-

we kantoor van ECOstyle over

het park uitkijk. Hoeveel het

oude bedrijfsgebouw in Appelscha het

bedrijf ook heeft gebracht, het werd voor

de fabrikant van biologische producten

voor tuin en huisdier om uit de krapte te

verhuizen ”want seizoen van tuinieren

staat voor de deur.” Het bedrijf moet door,

en al moeten de laatste puntje op de i wor-

den gezet, afgelopen week verhuisden vijf-

tig man naar ECOmunity Park. Anne Jan

Zwart nam ECOstyle van z’n vader over

die het in 1967 oprichtte en nu hebben zijn

kinderen het weer overgenomen. Naast de

dynamiek van hun familiebedrijf, besloot

Zwart 12 jaar geleden te gaan werken aan

de totstandkoming van een duurzaam

bedrijventerrein in Oosterwolde, om

ECOstyle en andere bedrijven een besten-

dige toekomst te kunnen bieden. Het was

niet altijd even makkelijk, blikt hij terug,

maar naast me zit een tevreden mens. “Ja,

als ik zie wat er allenmaal al gebeurt, hoe-

veel mensen, bedrijven en kennisinstellin-

gen dit ontdekken, dan word ik heel blij.”

Beneden ontwaar ik de Breeam 5- sterren

certificaten voor zowel het hele park als

magazijn en kantoor. Zwart nam een

geweldige stap destijds door het gebied

volledig duurzaam te willen ontwikkelen,

evenals de gebouwen die hij er op zet. Het

park was Europees zelfs het eerste gebied

dat de Breeam- certificering ontving. Wat

beoogt Anne Jan Zwart met zijn concept?

“Het is onze opgave om het noorden leef-

baar te houden. We zijn in het Noorden in

een paar dingen niet goed en dat is samen-

werken, omdat we niet open zijn; en we

missen de aansluiting tussen kennisinstel-

lingen en mkb- bedrijven. Die twee aspec-

ten wil ik hier verbeteren om de leefbaar-

heid van het gebied te vergroten. Ik geloof

dat je economische vitaliteit nodig hebt

om verder te komen. Natuurlijk zijn er

momenten geweest in de crisisjaren dat ik

twijfelde, om me heen keek en me afvroeg,

moet ik verder met iets nieuws? Toch heb-

ben we doorgezet, juist omdat ik geloof in

een katalysator als ECOmunity Park.”

“Een aantal jaren gelden waren we met

een groepje ondernemers en bestuurders

in Boston, stad van Harvard en MIT, waar

ik ontdekte wat het faciliteren van toeval

betekende. Dingen organiseren op plek-

ken die er toe doen trekt mensen die dan

bij ‘toeval’ anderen tegenkomen. Ik leerde

wat het betekende om in een grote hal

statafels neer te zetten en een student te

laten vertellen aan welk idee, project of

nieuw product hij op dat moment werkt.

Ondernemers op zoek naar nieuwe pro-

ducten en diensten vinden er een wereld

aan inspiratie en innovatie. In no-time

kwamen uit alle hoeken van de VS men-

sen naar Boston om op die plekken met

elkaar van gedachten te wisselen, de slim-

me mensen er uit te pikken of zelf een

idee aan de man te brengen.”

“Dat heb ik meegenomen. Oosterwolde is

geen Boston, maar wel een centrale plek

in het Noorden die er toe doet en reuring

kun je organiseren. Met de ECOmunity

Box en straks ECOmunity Center bieden

we een plek aan studenten, een kennisin-

stellingen en mkb’ers om elkaar te ont-

moeten en kennis te delen. En dat begint

te werken. We halen kennis binnen van

opleidingen op MBO, HBO niveau en zelfs

de RUG, TCNN heeft een servicedesk

geopend en ja, als je toch moet werken

kun je dat beter op de prachtigste woon-

en werkplek van het land doen!”

Het is Anne Jan Zwart ten voeten uit, een

kwinkslag omdat de verkoop van de grond

op het natuurlijk vormgegeven park net is

gestart. Vijftig procent van het park wordt

bebouwd om als duurzame locatie voor

ondernemers en kennisinstellingen, de

andere helft blijft natuurlijke omgeving.

Over de kracht en toevoegende waarde

van die omgeving zegt Zwart. “Ik heb de

afgelopen jaren ontdekt dat ik het belang-

rijk vind om iets te willen bijdragen aan de

wereld. We hebben ons afgevraagd op

welke wijze wij onze verantwoordelijkheid

kunnen nemen. Een van die dingen is het

toevoegen van de kwaliteit van je omge-

ving aan je businessmodel, een bijzondere

kans voor het mooie Noord- Nederland. Er

zijn op dit moment volop ontwikkelingen

voor een biobased economy; we hebben de

ruimte kwaliteit om daar op in te zetten

en dat past bij het verhaal van ECOstyle

waarin de bodem en bodemgesteldheid

een grote rol spelen en in breder verband,

het past in de wetenschap dat er een

einde komt aan ons groei-

model en we spaarzamer

moeten omgaan met de bodem en hoe we

die benutten.”

“Daarom starten we een Centrum voor de

Bodem, waarin we samenwerken met

onder Universiteit Wageningen, Van Hall

Larenstein en HAS Dronten; het is belang-

rijk het is belangrijk voor deze omgeving

dat we kennis bundelen en ontwikkelen

op het gebied van bodem en bodem-

vruchtbaarheid, want naast de klimaat-

verandering is het teruglopen van de

natuurlijke bodemvruchtbaarheid een

wereldwijd probleem. Dankzij de betrok-

kenheid van de Hospitality opleidingen

van Friesland College en Stenden bij het

restaurant in het Ecomunitycenter

stroomt kennis naar Zuidoost Friesland.

Daarvan kunnen ondernemers in de

recreatiesector van profiteren.

Twaalf jaar enthousiasme en doorzet-

tingsvermogen om ECOmunity Park tot

stand te brengen; hoe voelt het? “In de

loop der tijd heb ik geleerd dat het tijd

vergt om iets goeds neer te zetten. We

hebben aanpassingen gedaan, onderweg

geleerd hoe het beter kon worden. Het

begint te bruisen, er gaat wat gebeuren.

En dat is wat we wilden, een economische

vitaliteit te weeg brengen, een hotspot

met voorzieningen creëren waar mensen

graag willen zijn. We hebben de menselij-

ke maat als uitgangspunt genomen. Dit is

het begin, nu kan het los en kunnen we

het verhaal vertellen en het aan elkaar en

anderen laten zien, want het gaat altijd

om mensen die iets willen.”

nog even en de nieuwe n381 is helemaal

gereed. ecomunity park verrijst aan de nieuwe

weg, visitekaartje voor oosterwolde dat bij-

draagt aan de leefbaarheid van het noorden.

anne jan zwart kijkt na twaalf jaar uit over zijn

ecologische werklandschap. prettige reuring in

oosterwolde.

anne Jan Zwart

ecomunity park

Page 6: Visie Magazine  DvhN

visie magazine6

Jan Loeters, directievoorzitter van

Rabobank Stad en Midden

Groningen (SMG) en directeur

Bedrijven Peter Schey nemen de

tijd om hun Rabobank in 2016 te beschou-

wen. De toezichthouder op de banken

(AFM) en de behoefte aan zowel meer effi-

ciency als meer onderscheid, hebben

geleid tot één landelijke Rabobank in

plaats van 106 verschillende lokale

Rabobanken. Per 1 januari van dit jaar is

dat een feit en dus is de vraag relevant

hoe Rabobank zich in Groningen blijft

manifesteren.

Jan Loeters: “In plaats van 106 bankver-

gunningen hebben we er nu nog één en

het hoofdkantoor van de bank staat in

Utrecht. Wat blijft, is onze coöperatieve

grondslag: we staan midden in de samen-

leving en zijn dienend. Verdere stroomlij-

ning van het bedrijf is nodig om efficiën-

ter en klantgerichter te kunnen werken.

Dat betekent dat we ons wereldwijd

focussen op onze roots van agri en food; in

Nederland blijven we alle sectoren bedie-

nen. Ook voor ons geldt dat online bedie-

ning van onze klanten zal toenemen.

Algemeen is ons doel om de klantbedie-

ning verder te verbeteren en lokaal nog

meer zichtbaar te worden. De banen die

wereldwijd bij de Rabobank verdwijnen

zijn vooral interne functies; door verder-

gaande automatisering hebben we minder

mensen nodig in de bedrijfsprocessen.

Door het verminderen van het aantal

menselijke handelingen, neemt de kans op

het aantal fouten af en dit verbetert de

prestatie van de bank.”

Keuzes maken loontMet Peter Schey richt Loeters het vizier

op hun werkveld van de Groningse econo-

mie. ”De regionale agri- en foodsector blijft

een stevige bijdrage leveren, ondanks de

lastige tijd voor met name de melkvee-

sector. Meer zorgen zijn er in de maritie-

me- en scheepvaartsector, waar de prijzen

voor verlading vooral door internationale

ontwikkelingen nog steeds onder druk

staan; positief is de aantrekkende scheeps-

bouw.”

De zorgen in de retail zijn goed zichtbaar

door problemen bij diverse winkelketens.

Toch is het beeld niet alleen maar somber,

merken Loeters en Schey op. “Dat er in de

detailhandel ook volop kansen zijn, bewij-

zen de gespecialiseerde zaken die we in de

stad Groningen zien floreren. In de horeca

zie je overigens hetzelfde; het maken van

duidelijke keuzes loont, het middenseg-

ment staat het meest onder druk.”

De technologie- en informatiesector doet

het goed, niet in het minst door de vele

startups. De sector zoekt continu nieuwe

gekwalificeerde mensen en daar wringt

deels de schoen. ”Het is lastig om de goede

mensen te krijgen. Het onderwijs en

bedrijfsleven moet ervoor zorgen dat de

vraag naar goed personeel kan worden

ingevuld. De sector zal zelf moeten evolu-

eren om gekwalificeerde en gediplomeer-

de mensen aan zich te kunnen blijven bin-

den.”

De cijfers van de woningmarkt liegen er

niet om en kennen vooral grote lokale ver-

schillen. “In delen van de stad Groningen,

zoals het centrum en de west- en zuid-

kant, zien we verkoopstijgingen tot wel

50%. Terwijl er elders in

de regio amper sprake is

van stijging of zelfs van

lichte daling.” De direc-

tievoorzitter van

Rabobank SMG wijst

voor de tegenvallende

cijfers in delen van de

provincie vooral op het effect van de aard-

bevingsproblematiek. “We moeten daar

snel stappen in zetten en zorgen dat we

consensus bereiken over vervanging van

een deel van de slechtste woningen.

Daarnaast zorgen voor fundamentele ver-

duurzaming en het aardbevingsbestendig

maken van het overgrote deel van de

andere woningen. Het is onmogelijk om

alle getroffen panden te vervangen.

Renovatie en verduurzaming scheppen

tegelijk kansen voor de lokale economie.”

Perspectief regioEén Rabobank die zich krachtig gaat rich-

ten op klanttevredenheid. Wat betekent

dat voor de Rabobank in Groningen? “In

Martiniplaza werd gisteren door bestuurs-

voorzitter Wiebe Draijer het rapport

‘Perspectief Groningen 2025’ aan de

Commissaris van de Koning Max van den

Berg overhandigd. We hebben als vier

Groningse Rabobanken het voortouw

genomen en opdracht gegeven om onder-

zoek te laten doen naar mogelijkheden en

perspectief in de breedte van de samenle-

ving. Niet alleen aandacht voor economie

en werk, maar ook voor zorg en onderwijs.

Die toekomstvisie is opgesteld door

Arcadis en de onderzoeksbureaus

AldusWillem en Bureon, in samenwerking

met Rijksuniversiteit Groningen en

Kadaster.”

“We hebben dat gedaan omdat we vanuit

onze coöperatieve gedachte iets willen

geven aan Groningen. Om werk te maken

van werk, om perspectief te bieden aan de

toekomst op de korte termijn en rekening

houdend met de sterke en zwakke kanten

van Groningen.” In het rapport staan tal

van handvatten die verder onderzocht

kunnen worden als ondernemers daar

brood in zien. Bijvoorbeeld het idee in het

kader van de circulaire economie, dat je

beter zelf hier vrachtschepen kunt slopen

om vervolgens het restmateriaal weer in

te zetten bij nieuwbouw.”

Zichtbare kernteams“We denken dat de tijd rijp is om zelf in

Groningen te bepalen hoe we als regio ver-

der willen. Het geld is er, het is tijd om

samen de schouders er onder te zetten.

We kunnen Groningen sterk maken, het

gaat er om dat we de krachten bundelen

en in beweging blijven.”

Hoe zichtbaar wordt de bank voor de

Groningers? “Rabobank Stad en Midden

Groningen heeft vier kernteams, verspreid

over ons werkgebied, in het leven geroe-

pen. Dat zijn teams die bestaan uit bank-

medewerkers en uit leden van de leden-

raad van Rabobank, die in hun omgeving

gaan kijken, praten en luisteren wat er

speelt. Zij zijn naast alle andere bankme-

dewerkers onze lokale ambassadeurs die

initiatieven aanhoren en kijken waar

Rabobank actief en financieel kan onder-

steunen. In het MKB, in het onderwijs en

in de breedte van de samenleving. Zij dra-

gen onze coöperatieve gedachte zichtbaar

uit; minder zichtbaarheid in stenen, maar

vooral in mensen”, zo typeert Loeters het

Groningse initiatief. “Samen met de prak-

tische uitvoering van de toekomstvisie

‘Perspectief Groningen 2025’ hebben we

voldoende om er met z’n allen een mooi

jaar van te maken.”

een belangrijk jaar voor rabobank, landelijk en

zeker in groningen. van 106 lokale banken

naar één landelijke bank met behoud van het

coöperatieve karakter: dichtbij de klant en

meer zichtbaarheid. een regionaal initiatief

voerde gisteren in martiniplaza de boventoon

met de presentatie van het rapport ‘perspectief

groningen 2025’. tijd voor inspiratie uit de

coöperatie.

Lokaal perspectiefin woord en daad

Jan loeters

Peter scHey

raBoBank smg

Page 7: Visie Magazine  DvhN

visie magazine 7

“Bring in the Dutch”

“Vooral doen: de ambitie is

dat het groeit. Investeren

in watertechnologie loont.”

Zegt Hein Molenkamp,

directeur van Water Alliance, over vijf jaar

watertechnologiebeleid. Leeuwarden is

het fysieke centrum van watertechnologie

met haar WaterCampus, waartoe Wetsus,

het CEW (Center of Expertise for Water

Technology), het WaterApplicatieCentrum

en Water Alliance behoren. Een unieke

Nederlandse en internationale samenwer-

king tussen overheden, kennisinstellingen

en bedrijfsleven. Water Alliance richt zich

met name op het bedrijfsleven in de inno-

vatieve en duurzame watertechnologie die

wereldwijd vermarkt kan worden.

“Wetenschappelijke kennis, toegepaste

kennis en de vertaling daarvan met bedrij-

ven naar markt; alles komt samen op de

WaterCampus. Daarnaast hebben we in

het noorden prachtige proeftuinen.

Internationaal oogsten we waardering

met die infrastructuur om kennis te ver-

groten en te delen en innovatieve verbin-

dingen te leggen. Het nieuwe Wetsus

gebouw laat zien dat dat we geloven in

excellentie en wereldwijde marktpotentie.

Het gebouw geeft de ambities weer van de

hele regio en dat wordt herkent.”

De uitstraling vanWaterCampus Leeuwarden als internationaal knooppunt

van watertechnologie is breed. “We leggen

verbinding met andere sectoren, organisa-

ties en bedrijven in Noord-Nederland en

daarbuiten, in binnen- en buitenland. In

het Limburgse Chemelot, de chemische

innovatie community, hebben we een

goeie gesprekspartner. We hebben elkaar

veel te bieden en verkennen vanuit speci-

fieke kennis steeds meer mogelijkheden in

het vinden van gezamenlijke oplossingen.”

Innovatie proeftuin“Water en watertechnologie hebben raak-

vlakken met veel andere sectoren, zoals

energie, gezondheid, landbouw, voedings-

industrie, chemie, sensortechnologie, de

maritieme wereld, het is eindeloos.

Waterkwaliteit is cruciaal in vele proces-

sen en van groot economisch belang. Juist

omdat we een broedplaats zijn waar we

mensen verbinden, weet je nooit waar het

gaat raken. Zoeken naar nieuwe oplossin-

gen en de drive om een idee om te zetten

in nieuwe producten. Soms zijn innovaties

het gevolg van toeval, soms een bijpro-

duct. Je kunt het niet sturen, je kunt wel

het ecosysteem creëren waar innovatie

kan ontstaan en verder worden uitont-

wikkeld . Dat wekt internationaal de

belangstelling, zeker als het gaat om de

samenwerking tussen regionale overhe-

den en bedrijfsleven.”

“De technologie die we hier ontwikkelen,

is niet persé voor de regio, want water-

kwaliteit is een wereldwijd issue. De

wereld komt steeds vaker hier naar toe,

zoals op 10 februari met het EIP Water

congres en als ze hier zijn kunnen we

laten zien wat het noorden te bieden

heeft. De regio is een proeftuin voor nieu-

we innovatieve technologien, zoals het

Blue Energy project op de Afsluitdijk, de

diverse demo-sites, zoals voor ziekenhuis-

afvalwater in Sneek, sensorontwikkelin-

gen bij WLN in Glimmen, drinkwateron-

derzoek bij Vitens in Noord Bergum en

rioolwaterzuivering in Leeuwarden.' Maar

ook de waterzuiveringstechnologie van de

nieuwe dierentuin Wildlands in Emmen.

We vragen bezoekers altijd waar ze naar

op zoek zijn. Hun interesses zijn talrijk en

als we in het Noorden van elkaars bestaan

weten, kunnen we elkaar versterken.

Relaties aangaan en business genereren.”

Lonend voor regio“De WaterCampus breidt snel uit. Wetsus

heeft zo’n 100, ook internationale, bedrij-

ven aan zich gebonden en bij Water

Alliance zijn ruim 90 bedrijven als lid aan-

gesloten, waaronder veel noordelijke tech-

nologie- en maakbedrijven. De aaneenge-

sloten keten van faciliteiten trekt kennis-

werkers en genereert werk naar

toeleveranciers. We geven tast-

baar inhoud aan de topsectoren.

Door de veelkleurigheid van

watertechnologie maak je mak-

kelijk verbinding met andere technologie,

bijvoorbeeld met ICT en big data. Al dat

onderzoek levert heel veel gegevens, de

vraag is wat je er mee gaat doen?”

”Ondernemers ontginnen nieuwe mark-

ten, ze zien nieuwe mogelijkheden, zoals

bijvoorbeeld bij Westra Roestvaststaal-

industrie in Elahuizen, die met een specia-

list in membraantechnologie een nieuw

bedrijf, Wafilin Systems is gestart. Of

recent bij de winnaar van de Water

Alliance Innovation Stimulation (WIS)

Award.“

Winnaar Fleet Cleaner stelt met hun

schoonmaakrobot rederijen in staat om

tijdens het laden en lossen vrachtschepen

te reinigen. De robot draagt bij aan forse

besparingen in tijd en geld en vermindert

de milieubelasting, omdat het afvalwater

wordt opvangen en gezuiverd in contai-

ners. Het idee genereert wereldwijd enor-

me belangstelling en heeft positieve

impact op de directe omgeving. Het oor-

spronkelijke idee is uitgegroeid naar een

compleet concept met technologie, senso-

ren, behuizingen en containers. Het is een

stimulans voor alle betrokken maakbedrij-

ven, voor filtratie, automatisering, zuive-

ringstechnologie, noem maar op. Juist

omdat het zo breed en veelomvattend is

en wereldwijd belangstelling oproept,

geeft dat groeikansen voor het bedrijfsle-

ven in de regio.”

SpringplankHet Friese land van water en zuivel levert

ook opzienbarende innovaties op. “Een

jaar geleden hebben we vanuit Dairy

Campus en Water Alliance mensen uit

melkveehouderij en watertechnologie met

elkaar laten kennismaken. Driekwart jaar

later zorgt die verbinding voor de ontwik-

keling van het idee dat je vanuit de circu-

laire economie- gedachte direct op de

boerderij een deel van het water uit de

melk kunt halen, in plaats van dat elders

in een zuivelfabriek te doen. Dat gezonde

water uit de koe, kun je elders op de boer-

derij inzetten en je vermindert het aantal

melktransporten, de druk op wegen en

algemeen de druk op het milieu.

Initiatieven ontstaan uit verbinding; daar-

na is het zaak om te komen tot vermarkt-

bare producten.”

“Innovatie kun je niet regelen, het is

scheppen van vrijheid, het vertrouwen

hebben dat het de goede richting uitgaat

en vooral doorzetten, ook als mensen om

je heen zeggen dat het niet gaat lukken.

Niet voor niets riepen ze laatst in Canada

‘Bring in the Dutch!” toen ik daar een pre-

sentatie mocht geven op de Canada Water

Summit in Vancouver. Men ziet

Nederland als een land waar erg innova-

tief gedacht en gewerkt word. Dat geeft

het Nederlandse en dus ook het noordelijk

bedrijfsleven enorme kansen om wereld-

wijd uitdagingen op gebied van waterkwa-

liteit, droogte, schaarste aan schoon drink-

water, etc op te lossen. In Noord

Nederland bieden wij mensen en bedrij-

ven die hieraan willen bijdragen de spring-

plank naar de wereld.”

Het noorden als internationaal kenniscentrum

en proeftuin voor innovaties in de watertechno-

logie. De impact van Watercampus leeuwarden

neemt snel toe. vorige week namen 240 men-

sen deel aan het jaarlijks Waterlink symposium.

en op 10 februari kiest ook het europese eip

Water congres voor leeuwarden als inspireren-

de locatie na Brussel en Barcelona.

Hein MolenkaMP

Water alliance

“We geven tastbaar inhoud aan de topsectoren”

Page 8: Visie Magazine  DvhN

Ons leven verandert door toe-

nemende invloed van techno-

logie en dat heeft ook effect

op verzekeringsmaatschappij-

en. Hoe gaat een middelgrote speler als

Unigarant om met verandering?

“We weten niet hoe het verloopt; we

weten wel dat er nog enorm veel gaat ver-

anderen in de komende twintig jaar, meer

dan de afgelopen tien jaar en meer dan we

nu kunnen bedenken. Neem bijvoorbeeld

de zelfrijdende auto, als je daar vanuit ver-

zekeringsoogpunt naar kijkt, is het een

zeer interessant fenomeen. Wij hoeven als

middelgrote speler in onze markt niet te

denken dat bij wijze van spreken BMW

ons benadert om daar een product voor in

de markt te zetten. Daar zijn wij te klein

voor.“

Aanpassen“De vraag is altijd, wat ga jij doen als orga-

nisatie in jouw vakgebied met de kennis

die je hebt van de veranderingen om je

heen? Er zijn talloze vragen waar ook wij

nog geen antwoord hebben; je weet wel

dat de verzekeringsmarkt verder en snel-

ler verandert, dat je je daarop moet aan-

passen en dat het heeft gevolgen heeft

voor bijvoorbeeld de manier waarop je je

dienstverlening inricht en de mensen die

je nodig hebt.”

“Een van de voordelen van Unigarant is

dat we een relatief kleine speler zijn en

dus zijn wij wendbaarder dan grote orga-

nisaties en dat beschouw ik in de huidige

tijd als een voordeel, omdat je snel moet

kunnen schakelen en aanpassen.

Bovendien hebben we een andere positie

omdat we onderdeel zijn van de vereni-

ging ANWB, dat is een heel andere positie

dan die van een beursgenoteerd internati-

onaal verzekeringsbedrijf waarbij de

belangen en de drijfveren van de

aandeelhouders anders zijn dan die

van klanten. Bij ons zijn die belan-

gen hetzelfde.”

“Technologie speelt een steeds grotere rol

in ons leven en in de financiële dienstver-

lening. Om te kijken wat er kan in de

markt en hoe mensen er op reageren, is

internet een ideale testomgeving om voor

je zelf stappen te zetten. Het boeiende is

dat je wel weet dat het verandert, maar je

weet niet hoe en wat je daarvan kunt

leren is dat je al doende leert, je probeert

nieuwe vormen van dienstverlening uit en

leert van de ontwikkeling; zo ging in 2012

tien procent van onze correspondentie per

mail, nu is dat opgelopen naar veertig pro-

cent.”

“Inmiddels wordt ruim vijftig procent van

onze nieuwe ANWB schadeverzekeringen

via internet afgesloten. Hoe je binnen die

veranderingen je dienstverlening vorm-

geeft voor jouw klanten moet je proefon-

dervindelijk vaststellen. Het helpt daarbij

als je wendbaar bent, want dat stelt je in

staat om sneller je beleid aan te passen en

het geleerde in de praktijk te brengen, we

gaan zoals dat heet ‘zoekend voorwaarts’.

Het is kort cyclisch denken, er is veel in

beweging en ik vind het een enorm leuke

tijd om daar samen de weg in te vinden.”

Costs of complexityAls je kijkt naar de grote wereldwijde

bewegingen, zien we aan de ene kant de

schaalvergroting internationaal met al

dan niet beursgenoteerde ondernemingen

en aan de andere kant de meer regionaal

opererende bedrijven. Hoe kijk je daar

naar vanuit het perspectief van

Unigarant? “Als je kijkt naar de verhou-

ding tussen die twee grote stromingen,

dan zie je een groot verschil. Unigarant

doet het als middelgroot bedrijf goed, we

hebben zowel in 2014 als 2015 een omzet-

groei gehad van zo’n acht procent per

jaar.”

“In het bredere perspectief van de grote

verzekeraars in Nederland zie je dat de

costs of complexity groter zijn dan de eco-

nomy of scale; voorheen telden de schaal-

voordelen van je grootte, maar langzamer-

hand is dat ingehaald door andere facto-

ren. Veel van die bedrijven met een com-

plexe structuur zitten in het midden, de

uitersten doen het goed. Unigarant is een

middelgrote speler met een overzichtelijke

structuur en dat verklaart mede onze

goede resultaten.”

Mensen helpenNet spraken we over de mensen die je

nodig hebt, vind je die hier in de omge-

ving? “Dat is niet altijd even makkelijk. De

dienstverlening wordt steeds meer digi-

taal ingericht, we hebben mensen nodig

met die kennis. Voor een deel kun je speci-

alisten elders neerzetten omdat je met de

grotere organisatie van de ANWB samen

doet; zo hebben we in een

Wegenwachtstation in Utrecht een aantal

specialisten zitten die zich richten op

internet en e-commerce. Door automatise-

ring en ict- gerelateerde dienstverlening

verschuift je behoefte; het werk wordt

onder druk van technologie hoogwaardi-

ger en specialistischer, je hebt meer men-

sen nodig die verstand hebben van auto-

matisering en van data, zoals technologie-

specialisten en actuarissen. De kwaliteit

van je mensen maakt je bedrijf en daarin

spelen kennis, flexibiliteit en technologie

een grote rol.”

“Bij de ANWB zeggen de mannen en vrou-

wen van de Wegenwacht: wij maken geen

auto’s, wij helpen mensen. Zo is het met

ons als verzekeraar ook, wij helpen men-

sen als ze een probleem hebben met scha-

de. Dat is het moment waarop je contact

hebt met mensen, dat is het moment dat

telt, dan moet je er zijn. Daarom is het

belangrijk dat we het hier naar onze zin

hebben, want als hier tevreden mensen

werken, kunnen ze onze klanten met

tevredenheid helpen. Ruimte geven aan

mensen om zelf hun beslissingen te

nemen, dat levert tevredenheid.”

Wat doe je met de wetenschap dat alles

verandert? lidwien suur van unigarant/anWB

verzekeren beschouwt de complexe en

internationale verzekeringswereld vanuit de

Hoogeveense thuisbasis van deze particuliere

schadeverzekeraar als een ‘enorm leuke tijd’.“

“Kwaliteit van je mensenmaakt je bedrijf”

visie magazine8

lidwien sUUr

unigarant

Page 9: Visie Magazine  DvhN

Waar kwaliteit en hoogwaar-

digheid de standaard bepa-

len, is franje overbodig en

bepaalt inhoudelijke kennis

het gesprek. Al ruim vijfentwintig jaar

wordt er volgens de hoogste productie-

standaarden in het Heerenveense

Laboratorium Medisan gewerkt met hoog-

waardige natuurlijke ingrediënten voor

functionele voedingssupplementen en

medische hulpmiddelen, die bijdragen aan

de gezondheid van de mens.

Oprichter Fokke Haanstra en zijn specifie-

ke medewerkers zoals apothekers en bio-

chemici blijven werken aan het behouden

en verhogen van de kwaliteitsstandaard.

Dit geldt voor productontwikkeling, de

productieprocessen in de cleanroom als-

mede voor de volledige traceerbaarheid

van hoogwaardige ingrediënten en eind-

producten. Niet voor niets beschikt het

Heerenveense bedrijf over het

Voedselveiligheidcertificaat (FSSC 22000)

en de certificaten voor Bio en Halal pro-

ductie. In december is de farmaceutische

validatie van de cleanroom weer pro-

bleemloos verlengd, gebaseerd op EU

GMP classificatie A&D.

Kentering in denkenHaanstra’s dochter Anke- Mare is sinds

kort als directeur benoemd en daarmee

kan de oprichter zich zelf nog sterker rich-

ten op het toezicht op productie en ont-

wikkeling. “Meer dan ooit staan we inter-

nationaal in de belangstelling. Die belang-

stelling wordt ondersteund door toene-

mende interesse en samenwerking binnen

Healthy Ageing Noord Nederland en uni-

versiteiten, artsen en bedrijven in de far-

macie- en gezondheidsketen in nationaal

en internationaal verband. We maken nu

al producten die naar ziekenhuizen gaan

en zijn we op verzoek van een groep

Europese artsen bezig met de ontwikke-

ling van producten op hoogwaardige

natuurlijke basis. Dat was enkele jaren

geleden ondenkbaar.”

Is er sprake van een kentering in ons den-

ken? “Nederland heeft geen cultuur als

het gaat om hoogwaardige natuurlijke

producten. De laatste tijd zien we echter

een sterke belangstelling ontstaan voor

functionele ingrediënten en producten,

die een traceerbare natuurlijke oorsprong

hebben. Wat een rol speelt, is dat aan de

ene kant de kennis over de functionaliteit

van natuurlijke middelen al duizenden

jaren oud is en er aan de andere kant een

tendens is naar gezonde voeding en

natuurlijke producten voor de gezondheid

van mensen. Bij voeding zien we, dat de

industrie door schandalen en gebrek aan

transparantie en informatievoorziening

die belangstelling zelf aanwakkert; men-

sen eisen steeds vaker inzicht in wat ze

eten en wat dat voedsel betekent voor

hun gezondheid.”

De voedingssupplementen wereld is een

volstrekt andere dan de farmaceutische

wereld, waar de financiële belangen vele

malen groter zijn. De miljarden aan medi-

cijnen die omgaan in onze gezondheids-

zorg, blijken in toenemende mate geen

garantie voor onze gezondheid te zijn en

daarnaast lopen de kosten van medicijnen

zo extreem hoog op, dat onze zorg weer

onbetaalbaar door wordt. “Door het toene-

mend aantal internationale wetenschap-

pelijke onderzoeken kunnen we in steeds

meer gevallen de functionaliteit van

natuurlijke stoffen claimen in een voe-

dingssupplement of gezondheidsproduct.

Wij mogen het echter in geen geval een

geneesmiddel noemen. Het lastige is dat

we binnen de Europese regelgeving wel

iets algemeens mogen zeggen over de

invloed van producten op de gezondheid,

maar we mogen geen enkele koppeling

leggen met ziektes of aandoeningen.”

Tomatenextract diabeticiOm die complexiteit concreet te maken,

komt apotheker Gerard ten Vregeler met

een voorbeeld. “Een internationaal

concern dat grootschalig hoogwaardige

natuurlijke ingrediënten initieert en pro-

duceert, heeft een extract uit tomaten

ontwikkeld dat meetbare positieve effec-

ten heeft op de microcirculatie van het

bloed. Bij diabetes (de snelst toenemende

ziekte in de westerse wereld) treden ver-

storingen van de microcirculatie op die

o.a. leiden tot klachten in handen, voeten

en van de ogen. Het is wetenschappelijk

aangetoond dat het voor diabetici een

goed product is om de verminderde circu-

latie weer te herstellen en de verslechte-

ring van de oogfunctie tegen te gaan. Het

zou zeer welkom zijn als je dat product

zou mogen voorschrijven aan diabetespa-

tiënten. Dat mag dus niet. Sterker nog; je

mag het wel als voedingssupplement voor

de gezondheid verkopen, maar je mag

geen concrete informatie aan de consu-

ment geven over de werking van het pro-

duct voor zijn gezondheid. Hoe moet je

dan als patiënt weten. wat dat voedings-

supplement voor jou zou kunnen beteke-

nen?”

Haanstra en zijn collega’s, zoals de apothe-

kers Ten Vregeler en Hokwerda uiten hun

zorg over deze gang van zaken, die door de

European Food Safety Authority (EFSA)

wordt bepaald. “Het is uitermate bedenke-

lijk dat transparante en aan de hand van

wetenschappelijk onderzoek traceerbare

informatieverstrekking wordt verboden,

terwijl de consument daar alle belang bij

heeft voor zijn gezondheid. De keuze

wordt steeds vaker bij de consument

gelegd, maar hoe kun je als consument

keuzes maken als je jezelf niet kunt infor-

meren?”

Commerciële drukEr is een verschil in benadering tussen

farma- en voedingssupplementen. “Wij

houden vast aan de functionaliteit van

werkzame stoffen uit natuurlijke bron-

nen; de farmaceutische industrie zoekt

voortdurend naar chemische varianten

van die natuurlijke stoffen om het eigen

geneesmiddel te kunnen patenteren. Op

natuurlijke stoffen kun je nu eenmaal

geen patent verkrijgen, dus blijven de far-

maceutische industrie en alle daaraan

gerelateerde organisaties de werking van

natuurlijke stoffen voor onze gezondheid

afwijzen.”

“De laatste jaren is de prijs van voedings-

supplementen onder commerciële druk

steeds verder omlaag gegaan. Als je toe-

geeft aan commerciële druk, dan verlies je

de focus op de hoogwaardigheid van de

ingrediënten en verlies je ook het positie-

ve effect voor de gezondheid van de men-

sen”.

“Laboratorium Medisan is desondanks

gefocust gebleven op functionele voe-

dingssupplementen met de hoogwaardige

ingrediënten onder andere voor het ont-

wikkelen en produceren van preventieve

gezondheidsproducten. Er vindt nu inter-

nationaal een kentering plaats, waardoor

men gaat focussen op de positieve effec-

ten van preventieve gezondheidsproduc-

ten. Binnen Healthy Ageing Noord

Nederland kunnen we het verschil gaan

maken met alle expertise die de deelne-

mende bedrijven hebben in wetenschap-

pelijke kennis, ervaring, productie en het

inzicht dat we positief kunnen bijdragen

aan de kwaliteit van de gezondheid van de

mensen”.

visie magazine 9

preventieve hoogwaardige natuurlijke produc-

ten voor de gezondheid van de mens zijn

actueel in de belangstelling. als het gaat om

onze gezondheid, kan de lat alleen maar op

het hoogste niveau van kwaliteit liggen. 2016 is

het jaar van de toenadering tussen tot nu toe

gescheiden werelden, laboratorium medisan

de ontmoetingsplaats.

Kentering biedt grotekansen Healthy Ageing

Fokke, Haanstra, anke- Mare Haanstra en gerard ten Vregeler (v.l.n.r.)in de cleanroom van laboratorium Medisan.

laBoratoriummeDisan

Page 10: Visie Magazine  DvhN

“Voor elkaar: eenwaanzinnig mooi vak”

’nPassie voor dienstverlening.

Dat zei Hylke van der Veen

een jaar geleden toen we AB

Vakwerk onder de loep

namen. De coöperatieve specialist in

arbeidsbemiddeling in primair de agri en

food heeft begin 2015 lastige jaren achter

de rug en werkt aan de cultuuromslag

naar een gezond toekomstperspectief.

“Digitalisering gaat zeker een voorname

rol spelen”, zei de algemeen directeur van

AB Vakwerk toen. De omslag zet zoden

aan de dijk, want na een goed afgesloten

boekjaar 2014, noteert AB Vakwerk voor

het eerst in de geschiedenis in 2015 zelfs

een omzet van meer dan 100 miljoen met

haar ruim 1100 vaste krachten en 4000

flexwerkers. De digitalisering wordt con-

creet met de verdere online dienstverle-

ning met portals en apps voor werkgevers

en werknemers. En in december breidde

AB Vakwerk haar dienstverlening uit met

de nieuwe payrollsite AB Direct.

AB Vakwerk zet AB Direct in zodat bedrij-

ven op een betrouwbare manier zelf hun

personeel kunnen verlonen. “De kracht

van AB Vakwerk”, zegt Hylke van der Veen

“is de garantie dat het werk gebeurt. Wij

durven te zeggen dat je je niet druk hoeft

te maken, wij garanderen immers dat het

werk gebeurt. Ook bij ijzel zoals laatst, we

zijn er. Die betrouwbaarheid vind je terug

in de online verloning tegen een eerlijk

tarief met AB Direct. Betrouwbaar, trans-

parant en zonder verrassingen, omdat de

continuïteit van de bedrijven van onze

leden en klanten voorop staat. Geen ver-

rassingen, want alle wet- en regelgeving is

meegenomen in de website. Onze leden

weten het al; je kunt op ons vertrouwen,

want de kwaliteit van AB Vakwerk en nu

ook van AB Direct is de reden van ons

bestaan.”

“AB Direct is voor ons een manier om te

laten zien waar we staan, dat we degelijk

en betrouwbaar zijn en door de online

dienstverlening ook actief en modern.

Want met de cultuuromslag die we de

afgelopen paar jaar hebben gemaakt, zet-

ten we in op meer online met portals, apps

en slimmere processen. Op het oude ver-

trouwde AB- fundament zetten we iets

extra’s neer en dat biedt kansen in brede

zin; we hebben nu al gesprekken met een

aantal grote bedrijven in Groningen,

Drenthe en Noordoostpolder over wat we

hen kunnen bieden. Ook meten we vanaf

dag 1 de naamsbekendheid van AB Direct

en dat is spannend moet ik zeggen, want

naamsbekendheid is zeker niet vanzelf-

sprekend. Van AB Vakwerk weten we dat

we in onze sectoren een hoge naamsbe-

kendheid hebben en dat willen we natuur-

lijk ook bereiken met AB Direct.”

Verdringt de online dienstverlening van

AB Direct de fysieke zichtbaarheid en aan-

wezigheid van AB Vakwerk in Friesland

en Noord- Holland? “Nee, zeker niet.

Natuurlijk past bij AB Direct een online

dienstverlening; tegelijk is het zo, dat men-

sen die via AB Direct met ons kennisma-

ken, ook geïnteresseerd kunnen raken in

onze andere dienstverlening en dan krij-

gen ze gewoon de bekende dienstverle-

ning zoals we dat al decennia doen bij AB

Vakwerk. Bovendien zetten we blijvend in

op zichtbaarheid in de omgeving, omdat

we deel uit willen maken van lokale net-

werken. In Dokkum bijvoorbeeld bieden

we werk aan zo’n 400 mensen en is het

heel belangrijk dat we fysiek zichtbaar

zijn en blijven in die omgeving. Omdat we

de fysieke en menselijke component zo

wezenlijk vinden, breiden we zelfs het

aantal vestigingen verder uit naar

Groningen en Noordoostpolder, dus nee,

verdringing is het niet, AB Direct is een

zeer welkome aanvulling op onze bestaan-

de dienstverlening.”

Sexy agri“Met AB Direct volgen we de trend in de

markt; in alle sectoren wordt gedigitali-

seerd en je toetst je eigen positie voortdu-

rend aan die van de markt. Nieuwe, jonge

agrariërs komen de markt versterken en

de ontwikkelingen gaan snel, er gebeurt

op dit moment heel veel in de sector. Meer

diversiteit, meer specialisme en meer

maatwerk. De aandacht voor de sector is

in positieve zin heel erg gegroeid, van wat

oubollig en suffig naar betrouwbaar, effi-

ciënt en zelfs sexy. Binnen dat geheel zijn

wij een niet-bedreigende factor, ook al

maakt de jonge generatie zijn eigen keu-

zes. Waar voor de ouders AB Vakwerk een

logische keuze was, is dat voor jongeren

niet vanzelfsprekend. Met AB Direct gaan

we mee in de verandering en zetten we in

op uitbreiding van onze diensten.”

Zekerheid en vrijheid“We hebben met AB Vakwerk in de loop

van al die decennia een positie bereikt

waarin we de goede opdrachten hebben

waardoor we goede mensen trekken; en

we ontmoeten de goede bedrijven omdat

we die mensen hebben. Nog steeds bieden

we aan zo’n 5000 mensen werk en dat wil-

len we blijven doen, omdat we geloven in

het bieden van leuk werk dat bij hen past.“

“Voor het eerst in de geschiedenis gaan we

door de grens van de 100 miljoen omzet.

Ook komend jaar voorzie ik een groei van

zo’n acht tot tien procent. Groei begint bij

jezelf; als het goed is voor jezelf, is het ook

goed voor het bedrijf. Even afstand nemen

om te kijken wat er speelt, kan louterend

werken. De markt is aan alle kanten in

beweging en vraagt ogenschijnlijk vooral

om inzetten op flexibiliteit. Ik ben er van

overtuigd dat de jongere generatie ook

behoefte heeft aan het comfort van zeker-

heden, maar dan wel in combinatie met

flexibiliteit en vrijheid. Dat comfort biedt

houvast en dat moet je met elkaar zien te

bereiken. Het binden van mensen zit

zeker niet alleen maar in een vast con-

tract.”

”Wij zijn er als u er niet bent.” aB vakwerk is de back- up van menig agrarisch ondernemer.

continuïteit blijven bieden kan alleen als de organisatie gezond blijft en meegaat in de tijd.

online dienstverlening hoort daarbij en dus is het tijd voor aB Direct. Hylke van der veen

over zelf digitaal kunnen verlonen en fysiek deel uit blijven maken van je omgeving.

Hylke van der veen

aB vakWerk

visie magazine10

Page 11: Visie Magazine  DvhN

visie magazine 11

Damwoude is z’n thuisbasis, hij

is er geboren en getogen. Zoon

van aannemer en rietdekker

en vooral ondernemend. Het

geld dat hij kreeg zag hij als manier om

meer te verdienen. Twaalf gulden krijgen

en het werk uitbesteden, aan klasgenoot-

jes, omdat je dan meer werk kunt aanne-

men. “Het ging me toen meer om zakgeld

verdienen dan om de kwaliteit. Dat kwali-

teit ook heel erg belangrijk is, hebben m’n

vader en opa me wel duidelijk gemaakt.”

Een toekomst als rietdekker was er in z’n

ogen niet en dus koos hij voor opleidingen

en de ruimte om z’n toekomst vorm te

geven. Na bouwbedrijf Lont in Sint Anne,

werd het de uitdaging om met Van Wijnen

Noord de realisatie van huisvesting in een

andere tijd gestalte te geven; en met de

ervaring van z’n Groningse HBO- oplei-

ding Makelaardij er bij werkt hij nu aan de

ontwikkeling van comfortabele leefomge-

vingen. Voor Hekstra is het “een mooie

tijd, omdat deze tijd van verandering bete-

kent dat ik mijn creativiteit kwijt kan

……het verbinden.”

“Bouwen en ontwikkelen vandaag de dag

vergt lef en creativiteit, de verdienmodel-

len van voorheen zijn er niet meer, we

moeten anders denken om relevant te zijn

voor morgen. Wij geloven dat iedereen

recht heeft op een comfortabele leefom-

geving.. Dat kunnen we niet alleen, het is

vooral een kwestie van verbindingen leg-

gen, het is een kwestie van gesprekken….,

van openstaan voor ideeën. Voorheen lag

de nadruk vooral bij het bouwen, nu is

het de tijd om oplossingen aan te dragen

waarbij de mate van integraliteit het

draagvlak en succes bepaalt. We initiëren,

verbinden en spelen in op de veranderin-

gen op de lange termijn om uiteindelijk

die comfortabele leefomgeving te creëren

waarop iedereen recht heeft., vraag creë-

ren om oplossingen mogelijk te maken

voor onze leefomgeving.”

“Het betaalbaar houden van die leefomge-

ving speelt voortdurend mee; daar hoort

industrieel ontwerpen en bouwen bij dat

een andere instelling van de keten vergt.

Dat geldt voor zowel de nieuwbouw als de

bestaande bouw.

Bouwen is faciliteren en vooral initiëren

geworden, meedenken is oplossingen, voor

nieuwbouw en zeker ook voor bestaande

bouw, zegt hij wijzend op de fraaie entou-

rage van het Post Plaza Grand Café in

Leeuwarden waar we ons gesprek hebben.

ToekomstbestendigHekstra wijst op de ontwikkeling van Fijn

Wonen in Gorredijk als voorbeeld voor het

Van Wijnen- denken over morgen.

“Comfort, veilig, duurzaam en lage en

zekere woonlasten zijn de sleutelwoorden.

Bestaande woningen worden met de eige-

naren zoals corporaties omgeturnd tot

woningen voor de toekomst. Het idee is in

Gorredijk gelanceerd en heeft naast regio-

nale ook zeker landelijke interesse.

Afgelopen jaar hebben wij staatsecretaris

van Rijn mogen ontvangen. Dat is niet

alleen mooi, maar zeker ook nodig om

voor zo’n vernieuwend concept ook draag-

vlak en ruimte van politiek Den Haag te

kunnen ontvangen. In vervolg op Fijn

Wonen voor bestaande huisvesting is er in

de tussentijd hard gewerkt aan Fijn

Wonen voor nieuwbouw situaties. Het

resultaat is een slim en uitgekiend geïn-

dustrialiseerd proces met een product dat

qua architectuur zeer veel mogelijkheden

biedt en met een gunstige prijs/kwaliteits-

verhouding, een prijstechnisch zeer scher-

pe aanbieding. Binnenkort zullen wij in

Friesland diverse Fijn Wonen nieuwbouw-

projecten uitrollen.”

Hekstra memoreert de waarde van

geschiedenis in ons denken. Soms lijken

de dingen die we doen een navolging van

onze eigen geschiedenis of kunnen we

leren van wat eerder was.

“Stappen zetten betekent ook kleur

bekennen”, zegt Romke Hekstra. “In het

Fijn Wonen- concept hebben we de garan-

tie opgenomen voor nul op de meter. Dat

is geen loze kreet, we kunnen het garande-

ren, omdat we het meten, afstemmen en

bijstellen. Het betekent ook dat je duide-

lijk moet maken dat je bij wijze van spre-

ken ‘meekijkt’ in iemands huis; we weten

door te meten wat het energieverbruik is.

Het raakt de privacy; wij denken dat het

past in de tijd omdat je de garantie kunt

geven. Ook dat komt allemaal voort uit

het in gesprek gaan met elkaar ”waar ben

jij mee bezig en hoe kunnen we elkaar ver-

sterken. Je stelt je in dat soort gesprekken

inspireerbaar op omdat je je in een gebied

begeeft dat je niet volledig kent. Het

mooie er van is de inspiratie die uitgaat

van het nieuwe. ”

Fijn Wonen is een initiatief van van Wijnen

noord. De huisvesters en ontwikkelaars in

gorredijk zoeken de verbinding om vindingrijk

en creatief de toekomst vorm te geven. alleen

maar stenen stapelen is voorbij licht ontwikke-

laar romke Hekstra toe.

roMke Hekstra

van WijnenprojectontWikkeling

“Dit vraagt lef encreativiteit”

Page 12: Visie Magazine  DvhN

BLOKHUT SUMMER - 28mm

GRATIS GEIMPREGNEERD+ GRATIS FUNDATIELIGGERS

380 x 300 cm + 70 cm luifel

BLOKHUTREUS.NL

€ 1395,-

HELLINGSTRAAT 4 | 9269 PV | FEANWALDEN | TEL: 0511-705250 | MOBIEL: 06-2251 0084

INCL. MONTAGE !

Berging lessenaar + overkapping200 x 300 cm berging + 300 cm overkapping

HELLINGSTRAAT 4 | 9269 PV | FEANWALDEN | TEL: 0511-705250 | MOBIEL: 06-2251 0084Houtbouw.nl

de Bruin

€ 2995,-Houtbouw de Bruin, dé inspiratie voor uw tuin!

Laat u inspireren door Blokhutreus.nl

Breng vrijblijvend een bezoek aan ons showterrein te Feanwâldenmet ruim vele modellen!