52
Vlaamse Vereniging voor Geestelijke Gezondheid Stefaan Baert UITKOMSTENMANAGEMENT IN DE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG IN VLAANDEREN DEEL 5 DE ZOEKTOCHT NAAR GESCHIKTE MEETINSTRUMENTEN VOOR HET ONTWIKKELEN VAN UITKOMSTENKOMPASSEN

uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

  • Upload
    others

  • View
    26

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

Vlaamse Vereniging voor Geestelijke Gezondheid

Stefaan Baert

uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in vlaanderendeel 5

de zoektocht naar geschikte meetinstrumenten voor het ontwikkelen van uitkomstenkompassen

Page 2: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 52

Dit is een uitgave van de Vlaamse Vereniging voor Geestelijke GezondheidTenderstraat 14 – 9000 Genttel. 09/221.44.34 – fax 09/221.77.25 – e-mail [email protected]

Wettelijk depot: D/2008/2566/3

© Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder vooraf-gaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Het gebruik van cijfers en/of tekst als toelichting of ondersteuning bij artikelen, boeken en scripties is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld als volgt:

Baert, S. (2008). De zoektocht naar geschikte meetinstrumenten voor het ontwikkelen van uitkomstenkompassen. Deel 5. In de VVGG-reeks: Uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in Vlaanderen. Gent, VVGG.

Page 3: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 5 3

InhoudStafelalgemene inleiding op de reeksdankbetuigingvoorwoord

hoofdstuk i: doelstelling en methodiek1.1. doelstelling1.2. methodiek

hoofdstuk ii: concept map van goede psychiatrische zorg2.1. eerste selectiecriterium: mate van belangrijkheid2.2. uitbreiding met categorale groepen

hoofdstuk iii: long list

hoofdstuk iv: doorlichting4.1. tweede selectiecriterium: praktische bruikbaarheid4.2. derde selectiecriterium: wetenschappelijke evidentie4.3. compromis

hoofdstuk v: set van meetinstrumenten5.1. klinisch5.1.1. depressie5.1.2. psychose5.1.3. angst5.1.4. forensische psychiatrie5.1.5. verslaafdenzorg5.1.6. kinderen en jongeren5.1.7. ouderen5.1.8. generiek 5.2. kwaliteit van leven5.3. klinisch en functioneel 5.4. cliëntwaardering en waardering van betrokkenen

hoofdstuk vi: de ontwikkeling van uitkomstenkompassen6.1. meerwaarde voor de behandeling6.2. kansen voor integrale kwaliteitszorg

hoofdstuk vii: conclusies

literatuurbijlage

long list

p. 4p. 5p. 6p. 7p. 7p. 7p. 7p. 9p. 9p. 11

p. 1

p. 15p. 15p. 17p. 25

p. 26p. 26p. 26p. 26p. 27p. 27p. 27p. 28p. 28p. 28p. 28p. 29p. 29

p. 31p. 31p. 32

p. 34

p. 36p. 43p. 43

Page 4: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 54

1 Een randomised controlled trail (RCT) is een gerando-miseerd onderzoek waarin patiëntengroep(en) vergeleken worden met een controle-groep. Bij een RCT zijn vier kenmerken van belang. Ten eerste, personen worden at random of bij toeval toegewe-zen aan een experimentele of een controlegroep; ten tweede weten de personen niet of ze tot de experimentele of de con-trolegroep behoren; ten derde het uitvoeren van een gestan-daardiseerde voormeting en nameting en ten vierde het vaststellen van een eenduidige relatie tussen interventie en resultaat. In een dergelijk onderzoeksopzet wordt nage-gaan of een bepaalde behan-deling of interventie werkzaam of zinvol is.

2 Een meta-analyse is een kwantitatieve methode om de resultaten van verschillende, onafhankelijk van elkaar ver-richte onderzoekingen naar het effect van een zorginterventie te combineren tot één effect-schatting.

algemene InleIdIng op de reekS

Het meten van uitkomsten duikt meer en meer op in de gezondheidszorg, inclusief de geestelijke gezondheidszorg. Getuigen daarvan zijn het toenemende aantal internatio-nale publicaties en een groeiende interesse vanuit de sector en de overheid om zicht te krijgen op de resultaten van de behandeling van personen met een psychische stoornis. Onderzoek naar behandeluitkomsten heeft in de psychiatrie een lange geschiedenis ach-ter de rug. Wat aanvankelijk beperkt bleef tot het onderzoeken van veranderingen van klachten tijdens een behandeling, evolueerde naar randomised controlled trails1. Samenvat-tingen van deze internationale studies zijn te vinden in meta-analyses2 voor specifieke patiëntengroepen of behandelingen. Dat de Vlaamse overheid verantwoording vraagt aan de geestelijke gezondheidszorg over het bieden van de beste kwaliteit voor de ter beschikking gestelde financiële middelen is volkomen terecht. Tien jaar geleden keurde het Vlaamse Parlement het Kwaliteitsdecreet goed. Hiermee volgde Vlaanderen een internationale tendens, die o.a. vanuit Nederland en Engeland naar ons kwam overgewaaid. Deze tendens kadert binnen het kwaliteits-denken wereldwijd en evolueerde van personeels- en middelenmanagement, beleid en strategie (input); over de intake, behandeling en nazorg (kernprocessen) naar patiënten-tevredenheid, maatschappelijke waardering en uitkomsten van de behandeling (output). Om de verandering van ernst van een stoornis en de effectiviteit van de behandeling na te gaan zijn de laatste decennia heel wat meetinstrumenten ontwikkeld, ook in Vlaanderen en Nederland. Uit internationale literatuur blijkt echter dat weinig meetinstrumenten aan de gestelde eisen voldoen. De kunst is een evenwicht te vinden tussen de praktische bruikbaarheid en de wetenschappelijke evidentie.De opdracht over de wetenschappelijke ondersteuning inzake het meten van behande-lingsresultaten werd toevertrouwd aan de Vlaamse Vereniging voor Geestelijke Gezond-heid (VVGG). Deze opdracht vindt zijn neerslag in de beheersovereenkomst tussen de VVGG en de Vlaamse overheid die in 2006 van start is gegaan. De VVGG kan daarin een belangrijke, tweeledige bijdrage leveren: enerzijds als onafhankelijke intermediair tus-sen de academische onderzoeker en het werkveld en anderzijds als communicatiekanaal voor onderzoeksresultaten naar specifieke doelgroepen en het brede publiek. De uitvoering van de beheersovereenkomst resulteert in de reeks ‘Uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in Vlaanderen’. De rode draad wordt gevormd door drie kern-vragen: 1. ‘Wat zijn de uitkomsten van een behandeling in de geestelijke gezondheidszorg?’; 2. ‘Hoe kunnen die uitkomsten gemeten worden?’ en 3. ‘Hoe wordt die informatie aangewend door de verschillende actoren?’

Page 5: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 5 5

dankBetuIgIng

De auteur dankt Paul Arteel en Rik Van Nuffel. Zij stonden in voor het nalezen van de ontwerptekst. Dit geldt ook voor Joris Casselman, voorzitter van de VVGG, en de leden van de Adviesgroep wetenschappelijke ondersteuning.Daarnaast gaat onze dank uit naar alle geraadpleegde deskundigen: Sara Keymolen (CGG Vagga Antwerpen), prof. Peter Adriaenssens (Dienst Kinderpsychiatrie KULeuven), prof. em. Franz Baro (KULeuven), Roel Verellen (UFC Universiteit Antwerpen), Raf Vermeiren (UPC Sint-Kamillus Bierbeek), prof. Gerard Schippers (ARI Amsterdam) en Dr. Richard Cayenberghs (UPC Sint-Kamillus Bierbeek).

Page 6: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 56

3 Een uitkomstenkompas is een verzameling van relevante meetinstrumenten die door een zorginstelling gebruikt kunnen worden om de resul-taten van de behandeling in kaart te brengen.

4 Meer informatie over de concept map methode is te vinden in Baert, 2008 (hoofd-stuk I, pp. 7-12).

Voorwoord

“Measure what matters”Chris Heginbotham, eerste internationaal symposium

(Van Nuffel, 2007)

In deze publicatie wordt nagegaan welke meetinstrumenten beschikbaar zijn voor belangrijke aspecten van psychiatrische zorg. Verder bouwend op de inventaris (Baert, 2007), de literatuurstudie (Keymolen & Casselman, 2007) en de bevraging van de betrok-kenen (Baert, 2008) wordt in deze studie een selectie voorgesteld van meetinstrumenten, met het oog op het ontwikkelen van uitkomstenkompassen3.

Zoals reeds gesteld in de algemene inleiding van de reeks zijn er weliswaar heel wat meetinstrumenten op de markt, een minderheid voldoet echter aan de eisen van prakti-sche bruikbaarheid en wetenschappelijkheid. Internationaal onderzoek, onder andere van het Trimbosinstituut in Nederland, bevestigt dit. Van Wijngaarden et al (2003) concludeer-den dat slechts 17 op 168 meetinstrument aan bovenstaande voorwaarden voldeden. Over 31 meetinstrumenten bestond twijfel, meestal op vlak van wetenschappelijke evidentie. Anders dan het Nederlandse onderzoek is de VVGG bij het samenstellen van een long list van meetinstrumenten uitgegaan van zowel de praktijk (a.d.h.v. de inventaris) als van de literatuur. Een derde criterium, mate van belangrijkheid, werd door Chris Heginbotham aangereikt op het eerste internationale symposium (Van Nuffel, 2007).

In een eerste hoofdstuk worden de doelstelling en methodiek beschreven. In een tweede hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste resultaten van de bevraging van de betrokkenen (Baert, 2008). De concept map4 vormt een eerste selectiecriterium. In een derde hoofdstuk wordt aan de hand van de inventaris (Baert, 2007) en de literatuur-studie (Keymolen & Casselman, 2007) een long list samengesteld. In een vierde hoofdstuk worden een aantal meetinstrumenten doorgelicht op vlak van praktische bruikbaarheid en wetenschappelijke evidentie, respectievelijk een tweede en derde selectiecriteria. In een vijfde hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de set van meetinstrumenten. In een zesde hoofdstuk wordt aan de hand van het begrip uitkomstenkompas een korte aanzet gegeven tot implementatie van deze meetinstrumenten in de klinische praktijk. Tenslot-te worden in het laatste hoofdstuk conclusies geformuleerd.

Gent, augustus 2008

Page 7: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 5 7

hoofdStuk I: doelStellIng en methodIek

1.1. doelstelling

In deze publicatie wordt, op basis van voorgaand onderzoek, nagegaan welke meetinstru-menten geschikt zijn voor het meten van resultaten van een psychiatrische behandeling in Vlaanderen (Baert, 2007 & 2008; Keymolen & Casselman, 2007; Van Nuffel, 2007).

1.2. methodiek

Het selecteren van meetinstrumenten gebeurde in vier fasen (figuur 1). In een eerste fase werd nagegaan welke aspecten van psychiatrische zorg belangrijk zijn, gezien we ons wil-len behoeden voor het risico dat vooral meetinstrumenten worden geselecteerd op basis van gebruik in de Vlaamse praktijk of beschikbaarheid op de markt (Baert, 2008). Reke-ning houdend met het feit dat in onze concept map alleen volwassen patiënten werden betrokken, werden bijkomend meetinstrumenten gezocht voor volgende categorale groepen: (1) kinderen en jongeren; (2) forensische patiënten, (3) verslaafden, (4) ouderen, en (5) verstandelijk gehandicapten met een psychische stoornis (hoofdstuk II). In een tweede fase werd, op basis van de inventaris van meetinstrumenten die in Vlaande-ren worden gebruikt (Baert, 2007) en een literatuuronderzoek (Keymolen & Casselman, 2007), een long list samengesteld van potentieel geschikte meetinstrumenten. Daarnaast konden zorginstellingen meetinstrumenten suggereren (hoofdstuk III). In een derde fase werden meetinstrumenten beoordeeld op praktische bruikbaarheid en wetenschappelijkheid (hoofdstuk IV). Dit resulteerde, in een vierde fase, in een set van meetinstrumenten (hoofdstuk V). Met deze meetinstrumenten kunnen uitkomstenkompassen worden samengesteld (hoofd-stuk VI).

Figuur 1: stappenplan

concept map van goede psychiatrische zorg

long list (inventaris & literatuurstudie)

doorlichting

Set van meetinstrumenten

uitkomstenkompas

De inbreng van binnenlandse en buitenlandse experts werd gerealiseerd via de advies-groep wetenschappelijke ondersteuning en twee internationale symposia (1 december 2006 & 6 december 2007).

Page 8: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 58

Het hierboven beschreven selectieproces gebeurde in nauw overleg met de Adviesgroep wetenschappelijke ondersteuning. De leden van de adviesgroep becommentarieerden de ont-werpteksten van deze reeks en gaven waar nodig bijsturing aan het proces. Op twee internationale symposia gaven buitenlandse sprekers5 commentaar op de werkwijze en resultaten, elk vanuit hun eigen achtergrond. Op het eerste internationaal symposi-um wees Heginbotham erop dat niet alles wat meetbaar is belangrijk is en niet alles wat belangrijk is meetbaar is. Hij concludeerde: ‘Measure what matters’ (Van Nuffel, 2007). Dit vormde de aanzet voor de concept map over goede psychiatrische zorg. Op het tweede internationaal symposium suggereerde Wennink om de verschillende aspecten van goe-de zorg en de verschillende perspectieven onder te brengen in een uitkomstenkompas. Over dit symposium wordt gerapporteerd in deel 6 van deze reeks.

5 Chris Heginbotham (Mental Health Policy and Manage-ment, Engeland), Jacques Gasser (hoogleraar universiteit Lausanne, Zwitserland), Eta Mulder (GGZ Nederland), John Wennink (Trimbosinsti-tuut, Nederland) en Bob Van Wijngaarden (Trimbosinstituut, Nederland).

Page 9: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 5 9

hoofdStuk II:

ConCept map Van goede pSyChIatrISChe zorg

Psychiatrische zorg is een buitengewoon complex begrip dat vanuit verschillende per-spectieven kan worden bekeken. In het vierde deel van deze reeks werd via de concept map methode onderzocht welke aspecten van psychiatrische zorg als belangrijk werden ervaren door verschillende betrokkenen. Via hiërarchische clusteranalyse werden diver-se aspecten van psychiatrische zorg geclusterd op basis van inhoudelijke overeenkomst. Figuur 2 geeft een overzicht van de clusters en de belangrijke aspecten van psychiatrische zorg. De clusters in de eerste kolom zijn weergegeven in volgorde van belangrijkheid. Bij elke cluster worden belangrijke, meetbare aspecten van psychiatrische zorg vermeld in een tweede kolom. Ook deze aspecten zijn weergegeven in volgorde van belangrijkheid (Baert, 2008).

2.1. eerste selectiecriterium: mate van belangrijkheid

Voor de belangrijke aspecten van psychiatrische zorg werden uit de long list6 meetin-strumenten geselecteerd. Hierbij twee opmerkingen. Ten eerste, niet voor alle belang-rijke aspecten van zorg is een meetinstrument gevonden. Vooral voor hulpverlener en maatschappelijke aspecten was dit het geval (figuur 2). Deze aspecten proberen we bij de implementatie in rekening te brengen. Ten tweede, niet alle meetinstrumenten uit de long list werden aan de gestelde criteria getoetst. De aspecten van psychiatrische zorg die als belangrijk werden beschouwd door de betrokkenen, werden als uitgangspunt genomen.

6 Zie hoofdstuk III p.14

Page 10: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 510

Figuur 2: concept map en meetinstrumenten

clusters aspecten van zorg meetinstrumenten

ACSA Anamnestic Comparative Self AssessmentBDI-II-NL Beck Depression InventoryBES Betrokkenen Evaluatie SchaalBPRS Brief Psychiatric Rating ScaleBSI Brief Symptom InventoryHoNOS Health of the Nation Outcome ScalesHRSD Hamilton Rating Scale of DepressionIOA Inventarisatielijst Omgaan met AnderenMANSA Manchester Short Assessment of quality of lifeOOB Oordeel over de Ontvangen BehandelingOQ-45 Outcome QuestionnaireSCL-90-R Symptom Check ListWHOQOL World Health Organisation Quality of Life – bref

Respectvolle relatie tussen hulpverlener en patiënt

Doel van de behandeling

Maatschappelijke aspecten

Organisatie van de passende zorg

Deskundige hulpverlener

waardering Visie op zorg (patiënt en hulpverlener)

waardering Trimbosthermometer OOB

kwaliteit van leven WHOQOL MANSAACSA

klinisch en functioneren HoNOS (3 versies) OQ-45 (2 versies)

waardering betrokkenen BES Visie op zorg (familie)

depressie HDRS BDI-II-NL

generiek SCL-90-R of BSI

psychose BPRS (3 versies)

angstIOA

Cliënt betrekken (inspraak)

Goede bejegening

Informatie over de behandeling

Behandeling evalueren/bijsturen

Wetenschappelijke onderbouw

Diagnostiek/indicatie-stelling

Behandelplan

Continuïteit van de zorg

Levenskwaliteit

Context/omgeving/gezin/familie

Symptoomreductie

Kosten voor patiënt

Nazorg en re-integratie

Page 11: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 5 11

Er werden drie meetinstrumenten geselecteerd die levenskwaliteit in het kader van geestelijke gezondheid meten: Anamnestic Comparative Self Assessment (ACSA; Bernheim, 1999), Manchester Short Assessment of quality of life (MANSA; Van Nieuwenhuizen et al, 2001) en de World Health Organisation Quality of Life-bref (WHOQOL-bref; De Vries et al, 1996). Bij meetinstrumenten die symptoomreductie meten werd in de literatuurstudie een onderscheid gemaakt tussen generieke en ziektebeeldspecifieke klinische meetinstru-menten (Keymolen & Casselman, 2007). Als generiek klinisch meetinstrument wordt de Symptom Check List (SCL-90-R; Arrindell et al, 2003) naar voren geschoven. De Brief Symptom Inventory (BSI) is hiervan een verkorte versie (de Beurs et al, 2006). Daarnaast werden twee meetinstrumenten geselecteerd die naast klinische effecten ook het functioneren van de patiënt meten: Outcome Questionnaire (OQ-45; de Beurs et al, 2005a) en Health of the Na tion Outcome Scales (HoNOS; Mulder et al, 2001 & 2004a; Staring et al, 2003a & 2003b). Van de HoNOS bestaan drie versies: één voor volwassen patiënten, één voor jongeren en één voor ouderen. Ook van de OQ bestaat een versie voor de jeugd (Y-OQ). Vier ziektebeeld-specifieke meetinstrumenten werden geselecteerd: Beck Depression Inventory (BDI-II-NL; van der Does, 2002) en Hamilton Depressie Schaal (HDRS; D’haenen et al, 1989) voor depres-sie, Brief Psychiatric Rating Scale (BPRS; Dingemans et al, 1995a) voor psychose en Inventari-satielijst Omgaan met Anderen voor angst (IOA; van Dam et al, 2000). Van de BPRS bestaat een kindversie (BPRS-C; Lachar et al, 2001). Tenslotte werden vier meetinstrumenten geselecteerd die waardering in kaart brengen, zowel waardering van de patiënt als van familieleden. De Trimbosthermometer (Kok et al, 2005) meet zowel waardering van de patiënt als van de familieleden. Van dit meetinstru-ment bestaan vijf versies; één voor de patiënt, één voor de familie, één voor de jongere en twee voor de ouders. De Oordeel over de Ontvangen Behandeling (OOB; van Wijngaarden et al, 1995) meet enkel cliëntwaardering. Beide meetinstrumenten gaan de mate van tevredenheid na over inspraak, bejegening en informatie. De visie op zorg daarentegen brengt de symptomatologie en levenskwaliteit in kaart en dit vanuit drie perspectieven: cliënt, familielid en hulpverlener (Van Audenhove et al, 1999a, 1999b & 1999c). De Betrok-kenen Evaluatie Schaal (BES; Schene et al, 2003) tenslotte meet enkel de waardering van de betrok kenen.

2.2. uitbreiding met categorale groepen

Niettegenstaande in de literatuurstudie (Keymolen & Casselman, 2007) reeds rekening werd gehouden met de specificiteit van stoornissen, kwam vanuit de sector en de advies-groep wetenschappelijke ondersteuning de opmerking dat bepaalde categorieën niet of nauwelijks aan bod waren gekomen. Voor vijf categorale groepen zijn Vlaamse deskun-digen aangesproken. Voor drie van de vijf categorale groepen werden zeven bijkomende meetinstrumenten geselecteerd. Voor de doelgroep kinderen en jongeren7 werd contact opgenomen met Sara Keymolen (CGG Vagga Antwerpen) en prof. Peter Adriaenssens (Dienst Kinderpsychiatrie KULeu-ven). Voor deze groep werden reeds drie meetinstrumenten geselecteerd: twee Trim-bosvragenlijsten (Kok et al, 2005) en de Health of the Nation Outcome Scales for Children and Adolescents (HoNOSCA; Staring et al, 2003a). Deze meetinstrumenten beslaan echter maar een gedeelte van het spectrum waarin we geïnteresseerd zijn. Op suggestie van een zorg-instelling selecteerden we twee bijkomende klinische meetinstrumenten: Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ; Markant congressen, 2006) en Korte Indicatieve Vragenlijst voor Psychosociale Problematiek bij Adolescenten (KIVPA; van Ede et al, 2004).

7 Sinds 1 januari 2008 is de Vak-groep Orthopedagogiek van de Universiteit Gent gestart met een haalbaarheidsonderzoek over het intersectoraal meten van effectiviteit en efficiëntie in de integrale jeugdhulp. Er werd informatie uitgewisseld met de vakgroep.

Page 12: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 512

Voor de doelgroep verslaafdenzorg werd contact opgenomen met prof. Gerard Schippers (ARI Amsterdam). De European Addiction Severity Index (EuropASI; Raes et al, 2005) en de Measurement in the Addictions for Triage and Evaluation (MATE; Schippers et al, 2007) werden als mogelijke meetinstrumenten voorgesteld op de studiedag van de Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen (VAD)8. De EuropASI wordt in Vlaanderen reeds gebruikt. De MATE werd aangeraden door prof. Gerard Schippers. Beide meetinstru-menten meten zowel klinische als functionele uitkomsten. Voor de doelgroep forensische psychiatrie werd contact opgenomen met Roel Verellen (UFC Universiteit Antwerpen) en Raf Vermeiren (UPC Sint-Kamillus Bierbeek). Voor deze doelgroep werden de Historical Clinical Risk Assessment (HCR-20; Philipse et al, 1999), de Sexual Violence Risk-20 (SVR-20; Hildebrand et al, 2001) en de Structured Assessment of Pro-tective Factors for Violence Risk (SAPROF; de Vogel et al, 2007) weerhouden. Voor de doelgroep ouderen werd contact opgenomen met prof. em. Franz Baro (KULeu-ven). Voor deze doelgroep werd reeds de ouderenversie van de Health of the Nation Out-come Scales (HoNOS65+; Staring et al, 2003b) geselecteerd. Omdat geen enkel meetin-strument voldeed aan de eisen van praktische bruikbaarheid en wetenschappelijkheid werden geen bijkomende meetinstrumenten geselecteerd.Voor de doelgroep verstandelijk gehandicapten met psychische problemen werd contact opgenomen met Dr. Richard Cayenberghs (UPC Sint-Kamillus Bierbeek). Ook voor deze doelgroep werden om dezelfde reden geen bijkomende meetinstrumenten geselecteerd.Tabel 1 geeft een overzicht van de 21 geselecteerde meetinstrumenten (35 versies). Voor sommige meetinstrumenten zijn verschillende versies geselecteerd, voor andere slechts één versie.

tabel 1: instrumentarium

meetinstrument doelgroep beoordelaar

klinisch

Depressie

Beck Depression Inventory (BDI-II-NL) volwassenen patiënt

Hamilton Rating Scale of Depression (HRSD) volwassenen hulpverlener

Psychose

Brief Psychiatric Rating Scale (BPRS; 3 versies) volwassenen hulpverlener

kinderenadolescenten

Angst

Inventarisatielijst Omgaan met Anderen (IOA) volwassenen patiënt

Forensische psychiatrie

Historical Clinical Risk Assessment (HCR-20) volwassenen hulpverlener

Sexual Violence Risk-20 (SVR-20) volwassenen hulpverlener

Structured Assessment of Protective Factors for Violence Risk (SAPROF)

volwassenen hulpverlener

8 Op 26 november 2007 orga-niseerde de Vereniging voor Alcohol- en andere Drugpro-blemen (VAD) een studiedag, waarbij het project uitkomsten-management werd voorgesteld aan de sector verslaafdenzorg. In deze voorstelling, alsook in discussie achteraf, kwamen meetinstrumenten ter sprake.

Page 13: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 5 13

meetinstrument doelgroep beoordelaar

Verslaafdenzorg

European Addiction Severity Index (EuropASI) volwassenen hulpverlener

Measurement in the Addictions for Triage and Evaluation (MATE)

volwassenen hulpverlener

Kinderen en jongeren

Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ, 3 versies)

kinderen leerkrachtouderkind

Korte Indicatieve Vragenlijst voor Psychosociale Problematiek bij Adolescenten (KIVPA)

adolescenten adolescent

Generiek

Symptom Check List (SCL-90-R)Brief Symptom Inventory (BSI)

volwassenen patiënt

kwaliteit van leven

Anamnestic Comparative Self Assessment (ACSA) volwassenen patiënt

Manchester Short Assessment of quality of life (MANSA) volwassenen patiënt

World Health Organisation Quality of Life – bref (WHOQOL-bref) volwassenen patiënt

klinisch en functioneel

Health of the Nation Outcome Scales (HoNOS, 3 versies) volwassenenkinderen/ado-lescentenOuderen

hulpverlener

Outcome Questionnaire (OQ-45, 2 versies) volwassenenkinderen/ado-lescenten

patiënt

Cliëntwaardering en waardering betrokkenen

Trimbos Thermometer (5 versies) volwassenenjongeren

patiëntfamilielidjongereouders

Betrokkenen Evaluatie Schaal (BES) volwassenen familielid

Oordeel over de Ontvangen Behandeling (OOB) volwassenen patiënt

Visie op zorg (3 versies) volwassenen patiëntfamilielidhulpverlener

Page 14: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 514

hoofdStuk III: long lISt

In het tweede deel van deze reeks over uitkomstenmanagement werd gerapporteerd over de rondvraag naar het gebruik van meetinstrumenten in de Vlaamse geestelijke gezond-heidszorg. We merkten in de geestelijke gezondheidszorg een meer dan gewone belang-stelling voor het meten van behandeluitkomsten. Instrumenten worden in de meeste zorginstellingen gebruikt als diagnostisch instrument, hoewel we zien dat sommige psychologen bij een aantal patiënten instrumenten gebruiken om het effect van hun behandeling na te gaan. Elke voorziening voert hieromtrent een eigen kwaliteitsbeleid dat afhankelijk is van de kennis en ervaring van de betrokken hulpverleners en beleids-verantwoordelijken (Baert, 2007). In het derde deel van deze reeks werd nagegaan welke meetinstrumenten op de markt zijn. In deze literatuurstudie werd een eerste poging ondernomen om orde aan te bren-gen in de veelheid van meetinstrumenten (Keymolen & Casselman, 2007). De long list is samengesteld uit de 163 instrumenten van de inventaris en de 56 meetin-strumenten uit de literatuurstudie, aangevuld met vier meetinstrumenten die door hulpverleners, experten en leden van de adviesgroep wetenschappelijke ondersteuning werden gesuggereerd. Na het schrappen van dubbele meetinstrumenten en het ontdub-belen van verschillende versies (bijvoorbeeld voor volwassenen en kinderen), bleven er nog 218 instrumenten over. De volledige lijst is opgenomen in bijlage.

Page 15: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 5 15

hoofdStuk IV: doorlIChtIng

De geselecteerde meetinstrumenten werden, conform de beheersovereenkomst, door-gelicht op vlak van praktische bruikbaarheid en wetenschappelijke status.

4.1. tweede selectiecriterium: praktische bruikbaarheid

Een eerste selectie gebeurde op basis van twee praktische criteria: 1. Het meetinstrument is verkrijgbaar in het Nederlands, oorspronkelijk of vertaald.2. Het meetinstrument kan met beperkte inspanning toegepast worden:

a. beperkt aantal items (niet meer dan 30),b. korte afnameduur (niet langer dan 30 minuten),c. minimale opleidingsvereisten, end. gemakkelijk af te nemen en te scoren. Hiervoor werden de instructies voor

de afname en de berekening van de scores onderzocht. Tabel 2 geeft een overzicht van het aantal items en de afnameduur per meetinstrument. De meeste meetinstrumenten beantwoorden aan de gestelde criteria. Er zijn echter een aantal uitzonderingen. De Inventarisatielijst omgaan met anderen (IOA; van Dam et al, 2000), de Symptom CheckList (SCL-90-R; Arrindell et al, 2003), de Outcome Questionnaire (OQ-45; de Beurs et al, 2005a), de Oordeel over de Ontvangen Behandeling (OOB; van Wijngaarden et al, 1995) en de Betrokkenen Evaluatie Schaal (BES; Schene et al, 2003) hebben meer dan 30 items, maar worden door de patiënt of een familielid ingevuld. De afnameduur is in principe minder dan een half uur. De European Addiction Severity Index (EuropASI; Raes et al, 2005) en de Measurement in the Addictions for Triage and Evaluation (MATE; Schippers et al, 2007) daar-entegen worden door de hulpverlener ingevuld, maar zijn modulair opgebouwd. Slechts enkele modules (weergegeven met pijltjes) komen in aanmerking voor het meten van effect van de behandeling. Alle meetinstrumenten zijn gebruiksvriendelijk en geven weinig of geen problemen bij afname, hoewel enige vertrouwdheid met het meetinstrument belangrijk is. Voor sommige meetinstrumenten is een training noodzakelijk, zoals voor de European Addic-tion Severity Index (EuropASI; Raes et al, 2005) en de Measurement in the Addictions for Triage and Evaluation (MATE; Schippers et al, 2007), en eventueel de Health of the Nation Outcome Scales (HoNOS; Mulder et al, 2004a; Staring et al, 2003a & 2003b). De Structured Assessment of Protective Factors for Violence Risk (SAPROF; de Vogel et al, 2007) dient steeds in combinatie te worden afgenomen met de Historical Clinical Risk Assessment (HCR-20; Philipse et al, 1999) of de Sexual Violence Risk-20 (SVR-20; Hildebrand et al, 2001).De meeste meetinstrumenten kunnen op een eenvoudige wijze worden gescoord. Een geautomatiseerde verwerking van de ruwe testuitslagen door een testmanager9 kan evenwel een bijkomende tijdswinst opleveren.

9 De zorginstellingen die momenteel deelnemen aan het project experimenteren met een proefversie waarin enkel free source meetinstru-menten zijn opgenomen.

Page 16: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 516

tabel 2: praktische bruikbaarheid

meetinstrument aantal items afname-duur

klinisch

Depressie

Beck Depression Inventory (BDI-II-NL) 21 5’ – 10’

Hamilton Rating Scale of Depression (HRSD) 17 10’

Psychose

Brief Psychiatric Rating Scale (BPRS) 18 5’ – 10’

Brief Psychiatric Rating Scale (BPRS-E) 24

Brief Psychiatric Rating Scale (BPRS-C) 21

Angst

Inventarisatielijst Omgaan met Anderen (IOA) 2 x 35 20’

Forensische psychiatrie

Historical Clinical Risk Assessment (HCR-20) 20 10’

Sexual Violence Risk-20 (SVR-20) 20 10’

Structured Assessment of Protective Factors for Violence Risk (SAPROF)

17 10’

Verslaafdenzorg

European Addiction Severity Index (EuropASI)kalcohol en druggebruikkpsychische, emotionele klachten

2922

onbekend

Measurement in the Addictions for Triage and Evaluation (MATE)kmiddelen: gebruikkindicaties psychiatrisch/medisch consultklichamelijke klachtenkMATE/IKZ: ICF-kernset10 & zorgbehoeftekdepressie, angst en stress

1213102614

onbekend

Kinderen en jongeren

Korte Indicatieve Vragenlijst voor Psychosociale Problematiek bij Adolescenten (KIVPA)

14 5’ – 10’

Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ, 3 versies voor kind, ouder en leerkracht)

25 10’ – 20’

Generiek

Symptom Check List (SCL-90-R) 90 20’

Brief Symptom Inventory (BSI) 53 5’

10 IFC: International Classifica-tion of Functioning, Disability and Health.

Page 17: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 5 17

meetinstrument aantal items afname-duur

kwaliteit van leven

Anamnestic Comparative Self Assessment (ACSA) 1 5’

Manchester Short Assessment of quality of life (MANSA) 16 15’

World Health Organisation Quality of Life – bref (WHOQOL) 26 10’ – 15’

klinisch en functioneel

Health of the Nation Outcome Scales – versie volwassenen: HoNOS– versie kinderen en jongeren: HoNOSCA – versie ouderen: HoNOS65+

12 + 313 + 2

12

5’ – 15’

Outcome Questionnaire (OQ-45) 45 10’

Youth Outcome Questionnaire (Y-OQ) 30/64

Cliëntwaardering en waardering van betrokkenen

Trimbos Thermometer (5 versies, voor volwassenen, familie-leden, jongeren, ouders over kindbegeleding en ouderbegele-ding)

20 10’

Betrokkenen Evaluatie Schaal (BES) kkernmodule (item 16 tot 29)

8114

10’

Oordeel over de Ontvangen Behandeling (OOB) 45 20’

Visie op zorg (3 versies, voor patient, hulpverlener en familielid) 28 onbekend

kmodule

4.2. derde selectiecriterium: wetenschappelijke evidentie

Naast twee praktische criteria werd ook rekening gehouden met twee wetenschappelijke criteria:

3. Het instrument meet verandering van ernst van een stoornis en/of effectiviteit van de behandeling. Zoals aangehaald in de literatuurstudie komen louter diagnos-tische instrumenten niet in aanmerking (Keymolen & Casselman, 2007).

4. Er moet onderzoek gebeurd zijn naar (1) veranderingsgevoeligheid11, (2) betrouw-baarheid12, en/of (3) validiteit13 van het instrument, bij voorkeur in Vlaanderen en/of Nederland (tabel 3). Daarnaast werden ook het theoretisch construct14, de normen15 en de factorstructuur16 (of subschalen) onderzocht.

11 Veranderingsgevoeligheid: mate waarin een meetinstru-ment in staat is om veranderin-gen over de tijd te meten. Vol-gende aspecten zijn hierin van belang: unidimensionaliteit van de schaal, puntenschaal bestaande uit meer dan twee antwoordmogelijkheden en kort tijdsbestek (Vermeersch et al, 2000).

12 Betrouwbaarheid: interne consistentie, inter-beoordelaars- en test-hertest-betrouwbaarheid (tabel 3).

13 Validiteit: construct, conver-gente, divergente en discrimi-nerende validiteit (tabel 3).

14 Theoretisch construct: waar-mee werd tijdens de testcon-structie rekening gehouden; hoe meten de testconstruc-teurs het (de) begrip(pen); sluit het meetinstrument aan bij een bestaande theorie of heeft de auteur zelf een theoretisch onderbouw voor het meetin-strument voorzien. Het theo-retisch construct houdt ook verband met de meetpretentie van het meetinstrument.

15 Normen: zijn er normgroepen beschreven? Indien er geen cut off scores zijn weergege-ven, kan men zich baseren op gemiddelde testscores +/- 2 standaarddeviatie of een empirische norm.

16 Factorstructuur: wordt de fac-torstructuur zoals beschreven in de handleiding bevestigd in wetenschappelijke literatuur of werd een alternatieve factor-structuur gevonden?

Page 18: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 518

tabel 3: soorten betrouwbaarheid en validiteit

Betrouwbaarheid

interne consistentie mate van samenhang tussen verschillende items, uitgedrukt in Cronbach’s α. Het aantal items van een schaal kan de interne consistentie beïnvloeden: een groter aantal items heeft een positieve invloed op de interne consistentie. Daarentegen kan het schrappen van items met een lage alpha waarde ook een gunstige invloed hebben op de interne consistentie.

interbeoordelaars (enkel bij beoordelingslijsten)

mate waarin twee of meer beoordelaars tot dezelfde score komen. Hiervoor kunnen verschillende maten worden gebruikt: o.a. Intraclass Correlatie Coëfficiënt (ICC) of Cohens Kappa.Opmerking: de keuze van de statistische maat kan het resultaat beïnvloeden.

test-hertest mate waarin men tot hetzelfde resultaat komt bij een herhaalde afname. Ook hiervoor kunnen verschillende maten worden gebruikt: o.a. Pearsons correlatie, Intraclass Correlatie Coëffi-ciënt (ICC) of Cohens Kappa. Opmerking: de keuze van de statistische maat kan het resultaat beïnvloeden.

Validiteit

construct mate waarin het meetinstrument overeenkomt met het achterlig-gende begrip.

convergente mate van samenhang met parallelle schalen. Men beoogt een hoge samenhang.

divergente mate van samenhang met andersoortige schalen. Men beoogt een lage samenhang.

discriminerende mate waarin een instrument normale en klinische populaties van elkaar kan onderscheiden.

Het nagaan van de wetenschappelijke criteria gebeurde op twee manieren. Ten eerste werd de COTAN-gids geconsulteerd. De COTAN-gids beoordeelt testen voor gebruik in Nederland. Hoewel we over hetzelfde taalgebied spreken, moeten deze instrumenten in principe opnieuw worden beoordeeld voor hun toepassing in Vlaanderen, omdat som-mige testen cultuurgevoelig blijken te zijn. Zo zijn de verschillen qua normering tussen Vlamingen en Nederlanders op cognitieve tests verwaarloosbaar, maar het tegendeel is waar voor gedragsvragenlijsten (Stinissen, 2002). Verder wensen we te onderstrepen dat het oordeel ‘onvoldoende’ vooral een functie heeft van ‘waarschuwingssignaal’ (Evers et al, 2000). Ten tweede werd via elektronische databanken wetenschappelijke literatuur geraadpleegd. In PubMed en PsycLit werden de meetinstrumenten (en hun acroniem) gecombineerd met de trefwoorden reliability, validity, psychometric properties, Flemish en Dutch.

Zeven meetinstrumenten kregen vrij recent een COTAN-beoordeling (tabel 4). Het aan-tal waarschuwingssignalen per meetinstrument varieert van 0 (Inventarisatielijst Omgaan met Anderen, IOA & Symptom Check List, SCL-90-R) tot 6 (Korte Indicatieve Vragenlijst voor Psy-chosociale Problematiek bij Adolescenten, KIVPA). De meeste waarschuwingssignalen werden

Page 19: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 5 19

gegeven voor kwaliteit van de handleiding (4), normen (5) en criteriumvaliditeit (5). De redenen voor het geven van een onvoldoende waren: (1) handleiding ontbreekt of er is te weinig informatie in terug te vinden; (2) normen zijn niet representatief of de repre-sentativiteit is niet te beoordelen en (3) criteriumvaliditeit is onvoldoende onderzocht (Evers et al, 2000). Voor een aantal meetinstrumenten zijn sinds de publicatie van deze resultaten nieuwe onderzoeksresultaten bekend.

tabel 4: beoordeling cotan

Constructie materiaal handleiding normen

bdi-ii-nl goed goed goed onvoldoende (1)

hrsd voldoende onvoldoende onvoldoende onvoldoende

ioa goed goed goed voldoende

kivpa onvoldoende (6) voldoende onvoldoende (6) onvoldoende (1)

scl-90-r goed goed goed voldoende

sdQ voldoende goed onvoldoende (6) onvoldoende (1)

whoQol goed voldoende onvoldoende (3) onvoldoende (4)

Betrouwbaarheid Begripsvaliditeit Criteriumvaliditeit Jaartal

bdi-ii-nl goed voldoende onvoldoende (2) 2005

hrsd voldoende voldoende onvoldoende 2000

ioa voldoende voldoende goed 2004

kivpa onvoldoende (4) onvoldoende (2) onvoldoende (2) 2005

scl-90-r goed goed goed 2005

sdQ voldoende voldoende onvoldoende (2) 2006

whoQol voldoende onvoldoende (5) onvoldoende (2) 2000

BDI-II-NL Beck Depression InventoryHRSD Hamilton Rating Scale of DepressionIOA Inventarisatielijst Omgaan met AnderenKIVPA Korte Indicatieve Vragenlijst voor Psychosociale Problematiek bij AdolescentenSCL-90-R Symptom Check ListSDQ Strengths and Difficulties QuestionnaireWHOQOL World Health Organisation Quality of Life – bref

(1) normen niet representatief en/of representativiteit niet te beoordelen(2) te weinig of geen onderzoek(3) geen handleiding(4) geen normen voor individueel gebruik(5) te weinig ondersteuning voor begripsvaliditeit(6) te weinig informatie

Page 20: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 520

Tabel 5 geeft een summier overzicht van de veranderingsgevoeligheid, betrouwbaarheid, validiteit, theoretisch concept, normen en factorstructuur per meetinstrument. Voor meer gedetailleerde informatie verwijzen we naar hoofdstuk V.

tabel 5: wetenschappelijke evidentie

klinisch

depressie

beck depression inventory (bdi-ii-nl)

Veranderingsgevoeligheid Theoretisch concept

unidim. schaal, 4-puntenschaal, één week (zeer goed)

gebaseerd op beschrijvingen van cliënten

Betrouwbaarheid Normen

interne consistentie en test hertest goed

4 groepen

Validiteit Factorstructuur

construct voldoende 1. affectieve,2. somatische, en 3. cognitieve dimensie

hamilton rating scale of depression (hrsd)

Veranderingsgevoeligheid Theoretisch concept

undim. schaal, 3- of 5-puntenschaal, laatste 3 dagen (zeer goed)

vooral somatische items

Betrouwbaarheid Normen

semi-gestructureerd interview ver-groot interbeoordelaars

cut off scores geven globale indicatie

Factorstructuur

3 of 4 factoren, consensus over ‘ernst van symptomen’ en ‘agitatie versus retardatie’

psychose

brief psychiatric rating scale (bprs, 3 versies)

Veranderingsgevoeligheid Factorstructuur

undim. schaal, 7-puntenschaal, 2 weken (zeer goed)

1. positieve psychotische symptomen,2. depressie, 3. negatieve symptomen, 4. manie, en5. desoriëntatie

Betrouwbaarheid

goede interne consistentie en inter-beoordelaars (mits training)

Page 21: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 5 21

angst

inventarisatie-lijst omgaan met anderen (ioa)

Veranderingsgevoeligheid Theoretisch concept

unidim. schaal, 5-puntenschaal (goed)

gebaseerd op bestaande vragenlijsten

Betrouwbaarheid Normen

goede interne consistentie en test hertest

4 groepen

Validiteit Factorstructuur

goede construct, convergente, diver-gente en discriminerende

spanningsschaal en frequentieschaal, bestaande uit resp. 4 en 6 factoren

forensische psychiatrie

historical clinical risk assessment (hcr-20)

Veranderingsgevoeligheid Theoretisch concept

unidim. schaal, 3-puntenschaal (goed)

gebaseerd op literatuur

Betrouwbaarheid Factorstructuur

voldoende interbeoordelaars (mits training)

1. historische, 2. klinische, en 3. risicohanteringsitems

Validiteit

voldoende convergente

sexual violence risk-20 (svr-20)

Veranderingsgevoeligheid Theoretisch concept

unidim. schaal, 3-puntenschaal (goed)

gebaseerd op literatuur

Factorstructuur

1. sociale aanpassing, 2. seksuele delicten, en 3. toekomstplannen

structured assessment of protective factors for violance risk (saprof)

Veranderingsgevoeligheid Theoretisch concept

unidim. schaal, 3-puntenschaal (goed)

gebaseerd op literatuur en klinische ervaring

Betrouwbaarheid Factorstructuur

goede interbeoordelaars (met con-sensusmethode)

1. interne, 2. motivationele, en 3. externe items

Validiteit

aanwijzingen voor convergente

Page 22: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 522

verslaafdenzorg

european addiction severity index (europasi)

Betrouwbaarheid Factorstructuur

goede interne consistentie 6 factoren, enkel ‘alcohol- en drug-gebruik’ en ‘psychische, emotionele klachten’ meten behandeleffecten

Validiteit

goede divergente

measurement in the addictions for triage and evaluation(mate)

Betrouwbaarheid Factorstructuur

goede interbeoordelaars enkel ‘middelengebruik’, ‘indicaties psychiatrisch/medisch consult’, ‘lichamelijk klachten’, ‘MATE/IKZ: ICF-kernset & zorgbehoefte’ en ‘depres-sie, angst en stress’ meten behande-leffecten

kinderen en jongeren

korte indicatieve vragenlijst voor psycho-sociale problematiek bij adolescen ten (kivpa)

Veranderingsgevoeligheid Factorstructuur

unidim. schaal, 2- 3- of 4-punten-schaal (goed)

1 construct (psychosociaal)

Betrouwbaarheid

goede interne consistentie

Validiteit

goede convergente

strengths and difficulties Questionnaire (sdQ, 3 versies)

Veranderingsgevoeligheid Theoretisch concept

unidim. schaal, 3-puntenschaal, één maand (zeer goed)

gebaseerd op DSM

Betrouwbaarheid Normen

goede interne consistentie, voldoen-de test hertest

cut off scores (sensitiviteit en specifi-citeit wordt aangegeven)

Validiteit Factorstructuur

goede discriminerende en convergente

1. hyperactiviteit,2. emotionele problemen,3. problemen met leeftijdsgenoten, 4. gedragsproblemen, en 5. pro-sociaal gedrag.Daarnaast werd ook een 3 factoren-oplossing gevonden:1. internaliserend,2. externaliserend, en3. prosociaal gedrag

Page 23: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 5 23

generiek

symptom check list (scl-90) brief symptom inventory (bsi)

Veranderingsgevoeligheid Theoretisch concept

5-puntenschaal, één week (goed) selectie uit SCL-90-R items (BSI)

Betrouwbaarheid Normen

goede interne consistentie (SCL-90-R), goede test hertest (BSI)

6 groepen (SCL-90-R), 2 groepen (BSI)

Validiteit Factorstructuur

goede convergente en discrimine-rende

factorstructuur werd na vertaling niet terug gevonden (SCL-90-R)

kwaliteit van leven

anamnestic comparative self assess-ment (acsa)

Veranderingsgevoeligheid Theoretisch concept

unidim. schaal, 11-puntenschaal, nu (zeer goed)

meest positieve en negatieve levens-ervaring

Betrouwbaarheid Normen

goed? bepaald door patiënt

Validiteit

aanwijzingen voor discriminerende

manches-ter short assessment of quality of life (mansa)

Veranderingsgevoeligheid

7-puntenschaal, nu (goed)

Betrouwbaarheid

goede interne consistentie

Validiteit

goede convergente, discriminerende en divergente

world health organisation Quality of life – bref (whoQol)

Veranderingsgevoeligheid Factorstructuur

unidim. schaal, 5-puntenschaal, twee weken (zeer goed)

1. lichamelijk2. psychologisch, 3. relationeel en4. omgeving

Betrouwbaarheid

goede interne consistentie en test hertest

Validiteit

goede convergente en divergente validiteit

Page 24: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 524

klinisch en functioneel

health of the nation outcome scales (honos, 3 versies)

Veranderingsgevoeligheid Normen

5-puntenschaal, 2 weken (goed) normen voor verschillende groe-pen (HoNOS), gemiddelde sco-res (HoNOSCA), geen normen (HoNOS65+)

Betrouwbaarheid Factorstructuur

voldoende interne consistentie (HoNOS), goede test hertest (HoNOS & HoNOSCA) en voldoende interbe-oordelaars (3 versies)

4-factoren worden niet altijd gevon-den, er wordt een neurotische en psy-chotische factor gesuggereerd

Validiteit

voldoende construct (HoNOS & HoNOSCA), goede convergente, diver-gente en discriminerende (HoNOS)

outcome Questionnaire (oQ-45)2 versies

Veranderingsgevoeligheid Normen

5-puntenschaal, één week (goed) 2 groepen

Betrouwbaarheid Factorstructuur

goede interne consistentie en test hertest

1. symptomen, 2. sociale relaties en 3. disfunctioneren op werk/opleiding

Validiteit

voldoende convergente, divergente en discriminerende

cliëntwaardering en waardering van betrokkenen

trimbos- thermometer(5 versies)

Betrouwbaarheid Factorstructuur

voldoende interne consistentie 1. informatie, 2. inspraak,

3. hulpverlener en 4. resultaat

betrokkenen evaluatie schaal (bes, kernmodule)

Veranderingsgevoeligheid Theoretisch concept

5-puntenschaal, 4 weken (goed) gebaseerd op literatuur

Betrouwbaarheid Factorstructuur

voldoende interne consistentie en test hertest

1. spanning2. toezicht3. zorgen maken, en4. aansporen

Validiteit

aanwijzingen voor convergente en divergente

Page 25: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 5 25

oordeel over de ontvangen behandeling (oob)

Veranderingsgevoeligheid Theoretisch concept

7-puntenschaal gebaseerd op uitspraken van patiën-ten en hulpverleners

Betrouwbaarheid Factorstructuur

goede interne consistentie (1) kliniek, (2) sfeer, (3) behandelpro-gramma, (4) zelfstandigheid, (5) con-tact behandelaars, en (6) resultaat

Validiteit

aanwijzingen voor convergente

visie op zorg(3 versies)

Veranderingsgevoeligheid Theoretisch concept

6-puntenschaal gebaseerd op literatuur

Betrouwbaarheid Factorstructuur

goede interne consistentie (1) sociale relaties/praktische hulp, (2) behandeling/opvolging ziektever-loop, (3) informatie en inzicht, en (4) zorgcoördinatie en –continuïteit

4.3. Compromis

Sommige auteurs nemen aan dat korte meetinstrumenten een lagere betrouwbaarheid hebben dan langere meetinstrumenten. Ze redeneren dat men met relatief weinig items moeilijker een concept kan meten (Sijtsma et al, 2007). Het combineren van bovenstaan-de criteria van wetenschappelijkheid en praktische bruikbaarheid lijkt diametraal tegen-over elkaar te staan: korte meetinstrumenten winnen aan praktische bruikbaarheid, maar kunnen inboeten aan wetenschappelijkheid (betrouwbaarheid).Echter, langere meetinstrumenten bevatten vooral items die minder goed het beoog-de concept meten. Een langere test kan dus worden ingekort door alleen die items te gebruiken die voldoende het concept dekken. Zo werd de SCL-90-R ingekort met de BSI als resultaat. Bij de itemselectie werden enkel items weerhouden met een hoge interne consistentie.Er zal soms, zoals uit tabellen 2, 4 en 5 blijkt, een compromis moeten gevonden worden tussen praktische bruikbaarheid en wetenschappelijkheid. Gezien de praktische bruik-baarheid van essentieel belang is, zullen we bij korte meetinstrumenten de interne con-sistentie moeten bewaken. Deze was voor de meerderheid van de meetinstrumenten goed of voldoende.

Page 26: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 526

hoofdStuk V: Set Van meetInStrumenten

In dit samenvattend deel worden de kwantitatieve meetinstrumenten voorgesteld. Eerst beschrijven we de meetpretentie, daarna volgen de psychometrische kwaliteiten. Hoe-wel er voor sommige meetinstrumenten zowel een invul- als semi-gestructureerd inter-viewversie bestaat, werden geen kwalitatieve technieken geselecteerd.

5.1. klinisch

5.1.1. depressieVoor depressie werden twee meetinstrumenten geselecteerd: Beck Depression Inventory (BDI-II-NL) en Hamilton Rating Scale of Depression (HRSD), respectievelijk ingevuld door de patiënt en hulpverlener. De BDI-II-NL is een veelgebruikte zelfrapportagevragenlijst voor het meten van de ernst van een depressie. De vragenlijst bestaat uit uitspraken van klachten waaruit de patiënt de uitspraak moet kiezen die het beste beschrijft hoe hij/zij zich de afgelopen week voelde (van der Does, 2002). Van de HRSD zijn verschillende versies in omloop. Een van de best onderzochte versies is die van Bech & Rafaelsen, bestaande uit 17 items (Nolen et al, 2004).Beide meetinstrumenten hebben een beperkt aantal items en zijn beperkt in afname-duur. Bovendien zijn beiden zeer gevoelig voor verandering en worden ze in Vlaande-ren veel gebruikt (Baert, 2007). De HRSD meet vooral somatische aspecten van depressie, terwijl de BDI-II-NL ook cognitieve aspecten meet. De betrouwbaarheid en validiteit is voor beide meetinstrumenten voldoende. Het toepassen van het semi-gestructureerde interview heeft een positieve invloed op de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van de HRSD. De BDI-II-NL en de HRSD krijgen respectievelijk 2 en 4 keer een waarschuwings-signaal in de COTAN-gids (Evers et al, 2000). Ondanks het feit dat er weinig onderzoek gebeurd is naar de betrouwbaarheid en de validiteit van de Nederlandstalige HRSD, wordt het gebruik toch aangeraden omdat de items uitgebreid geoperationaliseerd zijn. Bovendien sluit het instrument goed aan bij versies die internationaal het meest gebruikt worden (Demyttenaere et al, 2003; Dorrepaal et al, 1998; Kupka et al, 1996; Shafer et al, 2006; Van Schaik et al, 2000).

5.1.2. psychoseDe Brief Psychiatric Rating Scale (BPRS) is oorspronkelijk ontwikkeld voor effectonder-zoek van de behandeling van mensen met schizofrenie. Er bestaan verschillende versies van dit instrument, met een verschillend aantal items. Tegenwoordig maakt men vooral gebruik van een gevalideerde 24-itemversie (BPRS-E), waarin ook vragen over angst en depressie zijn opgenomen (Dingemans, 1995a). De korte versie met 18 items is meer op psychotische problematieken gericht. Voor de BPRS-C werden te weinig gegevens gevonden (Lachar et al, 2001). De BPRS, ingevuld door de hulpverlener, heeft een beperkt aantal items en is beperkt in afnameduur. Het instrument is zeer gevoelig voor verandering, toont een goede interne consistentie en interbeoordelaarsbetrouwbaarheid. Training van de beoordelaars is ech-ter aangewezen. Hoewel er relatief weinig onderzoek is gebeurd naar de psychometri-sche kwaliteiten van dit meetinstrument, wordt het internationaal veel gebruikt (Din-gemans et al, 1995a & 1995b; Hofkenscheid et al, 1991, 2000a & 2000b; Knegtering et al, 2004; Lachar et al, 2001; Mogge et al, 2002; Mortimer et al, 2007; Ruggeri et al, 2005; Thomas et al, 2004).

Page 27: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 5 27

5.1.3. angstDe Inventarisatielijst Omgaan met Anderen (IOA) is een zelfbeoordelingslijst voor het meten van sociale angst en sociale vaardigheden. Er zijn twee schalen. Op een vijfpuntenschaal geeft men eerst aan hoe gespannen men zich voelt (spanningsschaal) en daarna hoe vaak men het gedrag uitvoert (frequentieschaal) (van Dam et al, 2000).Dit meetinstrument krijgt in de COTAN-gids op geen enkel criteria een waarschuwings-signaal (Evers et al, 2000). De betrouwbaarheid en validiteit zijn voldoende onderzocht. De IOA is ook gevoelig voor verandering en wordt in Vlaanderen veel gebruikt (Baert, 2007).

5.1.4. forensische psychiatrieVoor de forensische psychiatrie werden drie meetinstrumenten geselecteerd: Historical Clinical Risk Assessment (HCR-20), Sexual Violence Risk-20 (SVR-20) en Structured Assessment of Protective Factors for Violence Risk (SAPROF). De HCR-20, een risicotaxatie-instrument, bestaat uit 20 items, verdeeld over 3 domeinen: historisch, klinisch en risicohantering (Philipse et al, 2000). De SVR-20, ook een risico-taxatie instrument, bestaat eveneens uit 20 items verdeeld over 3 domeinen: psychoso-ciale aanpassing, seksuele delicten en toekomstplannen (Hildebrand et al, 2002). De SAPROF daarentegen is een checklist voor het beoordelen van beschermende factoren voor gewelddadig gedrag. Dit instrument is een aanvulling op de HCR-20 of de SVR-20. De SAPROF kan waardevol zijn bij het opstellen van behandeldoeleinden en evalueren van vooruitgang in de behandeling (de Vogel et al, 2007).Deze drie instrumenten, ingevuld door de hulpverlener, hebben een beperkt aantal items en kunnen, mits voldoende dossier- en wetenschappelijke kennis, vlot worden gescoord. De veranderingsgevoeligheid is goed. De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van de HCR-20 en SAPROF is goed. Toch wordt aangeraden om deze instrumenten door twee beoordelaars te laten invullen en vervolgens een consensusgesprek te laten plaats-vinden om tot overeenstemming in de scores en het klinisch eindoordeel te komen. Deze procedure neemt meer tijd in beslag, maar is nodig om tot een betrouwbaar oor-deel te komen. Internationaal zijn de HCR-20 en de SVR-20 goed onderzocht. Ook voor de Nederlandstalige versies van de HCR-20 en SVR-20 zijn aanwijzingen voor voldoen-de betrouwbaarheid en validiteit te vinden. De psychometrische kwaliteiten van de SAPROF worden verder onderzocht (Lammens, 2007; Van Hoorn et al, 2005).

5.1.5. verslaafdenzorg Voor de verslaafdenzorg werden twee instrumenten geselecteerd: de European Addiction Severity Index (EuropASI) en de Measurement in the Addiction for Triage and Evaluation (MATE). De EuropASI, een vertaling en bewerking van een Amerikaans instrument, brengt het effect van middelengebruik (én de behandeling ervan) in kaart. Dit semi-gestructureerd interview biedt een goede probleeminventarisatie van zeven potentiële probleemgebie-den: medisch, professioneel, middelengebruik, juridisch, familiaal, sociaal, psychiatrisch (Raes et al, 2005). De MATE is een instrument geschikt voor het meten van patiënten-kenmerken in de verslaafdenzorg en de evaluatie van de verleende zorg (Schippers et al, 2007). Beide meetinstrumenten zijn modulair opgebouwd en worden ingevuld door de hulp-verlener. Hoewel er indicaties zijn voor een goede betrouwbaarheid en validiteit, wor-den de psychometrische kwaliteiten van de EuropASI op bepaalde domeinen in vraag gesteld. De MATE werd ontwikkeld in Nederland en is in veel opzichten vergelijkbaar met de EuropASI. Een goede interbeoordelaarsbetrouwbaarheid werd reeds vastgesteld. Andere psychometrische kwaliteiten worden verder onderzocht. Nadelen zijn de rela-

Page 28: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 528

tief lange afnameduur en de noodzakelijke training, voordelen zijn de aansluiting bij de behandeling en follow-up versies waarmee evoluties gemeten kunnen worden. Voor het meten van behandeleffecten komen slechts enkele modules in aanmerking. Bij de Europ-ASI zijn het vooral klinische aspecten en het middelengebruik, de MATE heeft daarnaast ook aandacht voor functionele aspecten (DeJong et al, 1995; Dom et al, 2004; Hendriks et al, 1989; Tjaden et al, 2005).

5.1.6. kinderen en jongerenVoor kinderen en jongeren werden, naast de HoNOSCA (zie 5.3.) en drie Trimbosvragen-lijsten (zie 5.4.), respectievelijk de Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ) en de Korte Indicatieve Vragenlijst voor Psychosociale Problematiek bij Adolescenten (KIVPA) geselecteerd. De SDQ is ontwikkeld voor het opsporen van psychosociale problemen van kinderen (7-12 jaar). Het instrument bestaat uit 5 subschalen (hyperactiviteit/aandachtstekort; emotionele problemen; problemen met leeftijdsgenoten; gedragsproblemen en pro-sociaal gedrag) en een totale probleemschaal (Goedhart et al, 2003; Janssens et al, 2007; Markant congressen, 2006; Muris et al, 2003; Timmerman et al, 2007; Van Leeuwen et al, 2006; van Widenfelt et al, 2003). De KIVPA is een vragenlijst voor het signaleren van psy-chosociale problemen bij jongeren (13-18 jaar), bestaande uit vragen over sociale inbed-ding, psychosomatische klachten, genotsmiddelen, antisociaal gedrag en zelfbeeld (van Ede et al, 2004). De KIVPA wordt ingevuld door de jongere. Van de SDQ daarentegen bestaan drie versies: leerkracht-, ouder- en kindversie. Beide meetinstrumenten zijn beperkt in aantal items en nemen weinig tijd in beslag. De veranderingsgevoeligheid is goed (KIVPA) tot zeer goed (SDQ). Ondanks een aantal waar-schuwingssignalen in de COTAN-beoordeling (Evers et al, 2000), toont recent onderzoek voldoende betrouwbaarheid en validiteit voor de Nederlandstalige SDQ (Van Leeuwen et al, 2006).

5.1.7. ouderenVoor oudere patiënten werden geen bijkomende meetinstrumenten geselecteerd. We verwijzen hier wel naar de ouderenversie van de HoNOS (zie 5.3.).

5.1.8. generiekDe Symptom CheckList (SCL-90-R) is een multidimensionele klachtenlijst die voor alle psychiatrische patiënten kan worden gebruikt. De patiënt moet aangeven van wel-ke klachten hij/zij de afgelopen week last heeft gehad (Arrindell et al, 2003). De Brief Symptom Inventory (BSI) is een verkorte versie en bestaat uit 53 items (de Beurs et al, 2005a, 2005b, 2006).Deze meetinstrumenten, beiden in te vullen door de patiënt, bestaan uit relatief veel items. De SCL-90-R krijgt in de COTAN-gids op geen enkel criterium een waarschu-wingssignaal (Evers et al, 2000). De betrouwbaarheid en validiteit zijn voldoende onder-zocht. Beide meetinstrumenten zijn voldoende gevoelig voor verandering. De SCL-90-R wordt in Vlaanderen veel gebruikt (Baert, 2007).

5.2. kwaliteit van leven

Drie meetinstrumenten die kwaliteit van leven meten werden geselecteerd: Anamnestic Comparative Self Assessment (ACSA), Manchester Short Assessment of quality of life (MANSA) en World Health Organisation Quality of Life – bref (WHOQOL). De ACSA-schaal is een globaal QOL-meetinstrument waarbij aan patiënten gevraagd

Page 29: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 5 29

wordt om de huidige situatie te vergelijken met de beste en de slechtste ervaring in hun leven (Bernheim et al, 1995 & 1999; Rose et al, 1998a & 1998b). De MANSA, de verkorte versie van de Lancashire Quality of Life Profile (LQOL), wordt internationaal frequent gebruikt in de geestelijke gezondheidszorg (Eklund et al, 2006, Rakib et al, 2005; Slade et al, 2005; van Nieuwenhuizen et al, 2001). De WHOQOL-BREF is een verkorte versie van de WHOQOL-100. Dit meetinstrument bestaat uit 26 items, waarvan 24 onderverdeeld zijn in 4 domeinen (psychologisch, lichamelijk, sociale relaties en omgeving) en er twee over de algemene kwaliteit van leven zijn opgenomen (de Vries et al, 1996; Trompenaars et al, 2005, van de Willige et al, 2005).Deze drie meetinstrumenten worden ingevuld door de patiënt en hebben een beperkt aantal items. De kracht van de ASCA zit vooral in de praktische bruikbaarheid. De WHOQOL-bref krijgt in de COTAN-gids vier waarschuwingssignalen (Evers et al, 2000). Deze drie meetinstrumenten zijn gevoelig voor verandering. Voor de MANSA en de WHOQOL werden voldoende hoge betrouwbaarheid en validiteit gevonden.

5.3. klinisch en functioneel

De Health of the Nation Outcome Scales (HoNOS) en de Outcome Questionnaire (OQ-45) meten zowel klinische als functionele aspecten17. De HoNOS geldt in Engeland en Australië als de meest courante klinische uitkomst-maat. Het is een geschikt meetinstrument voor het in kaart brengen van de algemene symptomatologie en de context van de patiënt (Havenaar et al, 2004; Mulder et al, 2000, 2004a & 2004b; Pirkis et al, 2005; Wing et al, 1998). Functionele aspecten zijn terug te vin-den in de subschaal ‘sociale problemen’. De OQ-45 meet naast aan- of afwezigheid van symptomen ook het interpersoonlijke functioneren en het functioneren op maatschap-pelijke gebied op het werk of in een opleiding (de Beurs et al, 2005a & 2005b; Lambert et al, 1996; Okijshi et al, 2006; Vermeersch et al, 2000). Over de Nederlandstalige versie van de Y-OQ is voorlopig weinig bekend. Een zoektocht via PubMed en Psyclit leverde geen enkel artikel op.Beide meetinstrumenten worden ingevuld door respectievelijk de hulpverlener en patiënt, bestaan uit een klein aantal items en zijn voldoende veranderingsgevoelig. Van de HoNOS bestaan drie versies; voor volwassenen (HoNOS), voor kinderen en jonge-ren (HoNOSCA) en voor ouderen (HoNOS65+). De interne consistentie, interbeoorde-laars-betrouwbaarheid en test hertestbetrouwbaarheid voor de HoNOS is bevredigend tot goed. Ook de validiteit is voldoende onderzocht (vooral voor de HoNOS, in mindere mate voor de HoNOSCA). Ook de validiteit van de OQ-45 is voldoende onderzocht. De HoNOS en de OQ-45 zijn uitstekend beschikt om de resultaten van de behandeling bij individuele patiënten met een grote variëteit aan klachten in kaart te brengen. Voorts hebben deze meetinstrumenten een brede meetpretentie: niet alleen de geestelijke gezondheid, maar ook andere aspecten van het functioneren kunnen ermee gemeten worden.

5.4. Cliëntwaardering en waardering van betrokkenen

Voor cliëntwaardering en waardering van betrokkenen werden vier meetinstrumenten geselecteerd: de Trimbosthermometers, de Betrokkenen Evaluatie Schaal (BES), de Oordeel over de Ontvangen Behandeling (OOB), en de Visie op zorg. In Nederland zijn de vijf Trimbosthermometers de meest gebruikte instrumenten voor

17 Ook de SDQ en de MATE meten naast klinische ook functio-nele aspecten.

Page 30: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 530

cliëntwaardering. Deze vragenlijsten geven een beeld in welke mate de patiënt of de jongeren goed is geïnformeerd over de behandeling, in welke mate er inspraak is in de behandeling, de relatie met de hulpverlener en het resultaat van de behandeling (Kertz-man et al, 2002 & 2003; Kok et al, 2005). De BES bestaat uit 81 vragen die in zeven modu-les zijn ingedeeld. De tweede module is de kernmodule waarin naar de belasting van de familie gevraagd wordt. Deze kernmodule, bestaande uit 30 items en vier subschalen, kan apart worden afgenomen. De vragen peilen naar de laatste vier weken (Poelstra, 2005; Schene et al, 1994, van Wijngaarden et al, 2003). De OOB is een meetinstrument waar-mee de tevredenheid van cliënten over hun behandeling kan worden onderzocht. Het instrument is vooral geschikt om een kwantitatief overzicht van een aantal belangrijke aspecten van de behandeling te verkrijgen (Duurkoop et al, 2001; Nijssen et al, 1999; van Wijngaarden et al, 1995). De Visie op zorg bestaat uit 28 items, verdeeld in 11 domeinen. Voor deze items wordt de mate van belangrijkheid en de mate van realisatie bevraagd. De 28 items en 11 domeinen zijn terug te brengen tot vier factoren: (1) ondersteuning in soci-ale relaties en praktische hulp; (2) de behandeling en het opvolgen van het verloop van de ziekte; (3) informatie en inzicht; (4) zorgcoördinatie en -continuïteit (Van Audenhove et al, 1999a, 1999b & 1999c; Van Humbeeck et al, 1999).Enkel de Visie op zorg en de Trimbosthermometers kunnen zowel door patiënt als door familieleden worden ingevuld. Deze vier meetinstrumenten vertonen voldoende inter-ne consistentie.

Page 31: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 5 31

hoofdStuk VI:

de ontwIkkelIng Van uItkomStenkompaSSen

In dit hoofdstuk geven we een korte aanzet tot implementatie van meetinstrumenten in de klinische praktijk. De cruciale vraag hierbij is: Wat is het doel van het meten van behandelresultaten? Ons antwoord is tweeledig. Enerzijds kan het meten van resulta-ten een meerwaarde betekenen in de behandeling (Baert, in press). Anderzijds biedt het meten van resultaten kansen voor de integrale kwaliteitszorg. De concrete uitwerking gebeurt aan de hand van periodieke metingen die worden uitgevoerd met een uitkom-stenkompas (Wennink, 2007). Een uitkomstenkompas is een selectie van meetinstrumenten die gebruikt worden om de resultaten van de behandeling in kaart te brengen. Het wordt gekenmerkt door multi-dimensionaliteit en brengt de resultaten van de behandeling in kaart vanuit een multiperspec-tief. Multidimensionaliteit betekent dat er met verschillende aspecten rekening wordt gehouden (klinische en functionele aspecten, maar ook waardering). Multiperspectief betekent dat de resultaten van de behandeling vanuit verschillende perspectieven wor-den bekeken (patiënt, hulpverlener, familie). Deze integrale aanpak heeft als doel om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de resultaten van de behandeling. Periodiek meten van uitkomsten houdt in dat op regelmatige tijdstippen – bij aanmel-ding, opname, tijdens de behandeling en bij afsluiting – wordt gemeten met dezelfde meetinstrumenten om na te gaan hoe de patiënt evolueert. Hoewel deze metingen een trend kunnen aangeven, moet de Reliability of Change Index (RCI) gekend zijn om te bepa-len of veranderingen klinisch significant zijn. De RCI geeft aan hoe groot het verschil tussen twee metingen moet zijn om klinisch significant te zijn (Jacobson et al, 1991).

6.1. meerwaarde voor de behandeling

Indien men een uitkomstenkompas op patiëntniveau op een succesvolle manier wil toepassen, kiest men best logische meetmomenten die aansluiten bij de individuele behan-deling, zodat het periodiek meten een ondersteuning vormt voor hulpverleners. Meet-momenten kunnen op die manier gekoppeld worden aan belangrijke momenten in de behandeling, bijvoorbeeld een eerste meting bij het opstellen van het behandelplan, meting(en) in functie van tussentijdse evaluatie(s) en een laatste meting voor het eind-gesprek (Zwanepol et al, 2008). De resultaten van deze metingen kunnen worden door-genomen in een teamoverleg en een evaluatiegesprek met de patiënt. In functie van vooropgestelde behandeldoelstellingen kan de evolutie van de patiënt op de verschillende aspecten in de tijd opgevolgd worden en weergegeven worden in een grafiek. Deze gra-fiek kan met de patiënt besproken worden. Zo kunnen de patiënten zich zien evolueren, wat motiverend werkt. Eventueel kan het behandelplan en behandeldoelstelling(en) worden aangepast (Baert, in press). Deze manier van werken is tijdsefficiënt. Afhankelijk van het therapeutisch kader, het individueel behandelplan en de visie van de instelling kunnen deze metingen voor alle patiënten al dan niet op hetzelfde moment vallen. In een proto-collaire behandeling is het samenvallen van meetmomenten voor verschillende patiën-ten wellicht gemakkelijker te realiseren dan in een psychodynamische psychotherapie. Schacht et al (2007) werkten reeds een voorbeeld uit voor gedragstherapie. Figuur 3 is een voorbeeld van een uitkomstenkompas voor depressie op patiëntniveau. Relevante uitkomstaspecten voor de behandeling zijn in kleur.

Page 32: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 532

Figuur 3: voorbeeld van een depressiekompas op patiëntniveau (naar Wennink, 2007)

depreSSIekompaS patiëntniveau

klinische uitkomsten– HRSD (hulpverlener)

functionele uitkomsten en kwaliteit van leven– HoNOS (hulpverlener)– MANSA (patiënt)

Cliëntwaardering en waardering van betrokkenen – Trimbosthermometer (patiënt)– Trimbosthermemeter (familie)

kosten

zorgproces– Datum aanmelding– Datum start behandeling– Zorgdoelstellingen (behandelingsplan)– Uitgevoerde evaluaties

patiëntgegevens– Patiëntnummer – Opleiding– Geslacht – Diagnose(s)– Leeftijd

6.2. kansen voor integrale kwaliteitszorg

Daar waar de meetmomenten op patiëntniveau kunnen variëren tussen patiënten, kiest men er op organisatieniveau voor om de meetmomenten voor alle patiënten te laten samenvallen. Een steekproef kan hiervoor in principe volstaan. Deze gegevens worden verzameld over de afdeling of instelling en kunnen aan de basis liggen van een verbeterpro-ject. Bovendien kan men aan de hand van deze cijfers een empirische norm berekenen. Dit heeft het voordeel dat deze norm is afgestemd op de doelgroep. Het periodiek meten van behandelresultaten heeft meer kans op slagen indien de verwerking van de cijfer-gegevens geautomatiseerd verloopt, via een testmanager, en gekoppeld kan worden aan bestaande databanken, zoals het elektronisch patiëntendossier. Figuur 4 toont dat naast uitkomsten, de context (patiëntgegevens) en de zorgprocessen van belang zijn. Kwali-teitszorg op grond van uitkomsten, zonder informatie over de context van de patiënt en de kernprocessen, geeft geen aanleiding tot verbeteracties (Wennink, 2007).

Page 33: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 5 33

Figuur 4: voorbeeld van een depressiekompas op organisatieoniveau (naar Wennink, 2007)

depreSSIekompaS organisatieniveau

klinische uitkomsten% patiënten reductie van ernst– afgesproken norm– gemiddelde % reductie

functionele uitkomsten en kwaliteit van leven% patiënten met verbetering van functioneren

Cliëntwaardering en waardering van betrokkenen % patiënten/familieleden met positieve ervaring

kosten– variabele kosten per patiënt– verandering woonsituatie– verandering werksituatie

zorgproces– Aantal patiënten op wachtlijst– Zorgdoelstellingen (behandelingsplan)– Uitgevoerde evaluaties

patiëntgegevens– Geslachtsverdeling– Gemiddelde leeftijd– Verdeling diagnose(s)

Page 34: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 534

hoofdStuk VII: ConCluSIeS

Het doel van deze publicatie was nagaan welke meetinstrumenten in Vlaanderen gebruikt kunnen worden om de resultaten van een psychiatrische behandeling in kaart te brengen. Voor alle belangrijke aspecten van een psychiatrische behandeling werd nagegaan of ze gemeten konden worden met Nederlandstalige meetinstrumenten. Bij het selecteren werden drie criteria gehanteerd: belangrijkheid, praktische bruikbaar-heid en wetenschappelijke evidentie. Niettegenstaande compromissen nodig waren, slaagden we erin om een set van 21 bruikbare meetinstrumenten voor te stellen.

Een eerste conclusie is dat de 21 meetinstrumenten een significant deel van de resulta-ten van de behandeling in kaart kunnen brengen. Hierbij werd rekening gehouden met verschillende aspecten en verschillende perspectieven. Vanuit een multiperspectief kan de hulpverlener informatie van verschillende informanten combineren. Op die manier kan men, naast de resultaten, ook evoluties van de correlaties tussen informanten bekijken. Zo kan men bijvoorbeeld de correlatie berekenen tussen ouder- en kindscores op de Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ). Multidimensionaliteit stelt de hulpverlener in staat om te focussen op aspecten die in de behandeling van belang zijn. Bij een patiënt die in behandeling is voor depressie kan men bijvoorbeeld verwachten dat de totaalscore significant zal dalen op een specifiek meetinstrument voor depressie, maar nauwelijks op een generiek meetinstrument. We hebben echter enkel kwantitatieve instrumen-ten geselecteerd. Indien de resultaten van periodieke metingen zouden gecombineerd worden met kwalitatieve gegevens, zou men een vollediger beeld krijgen van de resulta-ten van de behandeling. Figuur 2 toont duidelijk aan dat voor de belangrijkste aspecten van psychiatrische zorg meetinstrumenten gevonden werden. Daartegenover staat dat voor andere aspecten, vooral maatschappelijke en hulpverlenersaspecten, weinig of geen meetinstrumenten gevonden werden. Enige voorzichtigheid bij het interpreteren van de scores die met deze meetinstrumenten in kaart worden gebracht, is op zijn plaats.

Een tweede conclusie heeft betrekking op de finaliteit van het (periodiek) meten. Metin-gen op patiëntniveau hebben als doelstelling de kwaliteit van de zorg voor de indivi-duele patiënt te verbeteren. Metingen op organisatieniveau daarentegen hebben als doelstelling de kwaliteit van de zorg voor alle patiënten te verbeteren. Beiden kunnen uiteraard gecombineerd worden: enerzijds kunnen meetresultaten met de patiënt wor-den gesproken, anderzijds kunnen ze worden verzameld om op basis van meetresultaten van verschillende patiënten empirische normen te bepalen. Bij het ontwikkelen van uit-komstenkompassen worden deze twee niveaus expliciet onderscheiden. Het meten van uitkomsten vormt een cruciale pijler in zowel de individuele behandeling van de patiënt als in het integrale kwaliteitsbeleid in de geestelijke gezondheidszorg.

Een derde conclusie heeft betrekking op het gebruik van meetinstrumenten. De mees-te meetinstrumenten worden ingevuld door de patiënt (zelfbeoordelingsinstrument) of door de hulpverlener (beoordelingsinstrument), niet toevallig de twee belangrijkste actoren in de therapeutische relatie. Ook in de concept map kwamen deze actoren dui-delijk naar voren (Baert, 2008). Daarnaast werden ook meetinstrumenten geselecteerd die worden ingevuld door familieleden en ouders. Speciale aandacht werd besteed aan de veranderingsgevoeligheid en de interne consistentie. De meeste meetinstrumenten scoren voldoende tot goed. Daarnaast is ook de test-hertestbetrouwbaarheid belangrijk met het oog op het gebruik van de Reliability of Change Index (RCI). Voor de meeste meet-

Page 35: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 5 35

instrumenten zijn geen RCI-cijfers beschikbaar, doch aan de hand van de standaarddevi-atie en de test-hertestbetrouwbaarheid18 kan deze gemakkelijk worden bepaald. Uiter-aard kan dit ook voor een empirische norm. Bij beoordelings instrumenten is ook een derde vorm van betrouwbaarheid, interbeoordelaarsbetrouwbaarheid, essentieel. Het is evident dat de score niet afhankelijk mag zijn van de persoon die het meetinstrument hanteert. Daarom adviseren we dat één patiënt door dezelfde hulpverlener wordt opge-volgd. Trainingen voor hulpverleners en consensusgesprekken kunnen de interbeoor-delaarsbetrouwbaarheid vergroten. Echter, niet alle meetinstrumenten van de long list werden getoetst aan de drie criteria. Gezien de beperkte tijdsspanne waarin de studie is gebeurd, was hier geen tijd voor. Dit sluit echter niet uit dat de set van 21 meetinstrumen-ten in de toekomst wordt uitgebreid. Op termijn is het wenselijk dat hulpverleners die werken met niet-Nederlandstalige patiënten ook niet-Nederlandstalige instrumenten kunnen gebruiken.

Een vierde conclusie slaat op de keuze van meetinstrumenten. Naast de drie criteria – mate van belangrijkheid, praktische bruikbaarheid en wetenschappelijke evidentie – speelt voor de zorginstellingen ook de kostprijs mee. De minderheid van de geselec-teerde meetinstrumenten is gepubliceerd bij een uitgeverij. We adviseren om, indien wenselijk en mogelijk, te werken met free source instrumenten, al biedt dit geen garantie dat deze meetinstrumenten in de toekomst free source blijven. Ondanks de poging om de long list uit te breiden via navraag bij experten, zijn toch vooral meetinstrumenten voor volwassen psychiatrische patiënten weerhouden. De set van 21 meetinstrumenten zou verder kunnen worden uitgebreid met specifieke meetinstrumenten voor bepaalde doelgroepen, bijvoorbeeld depressie bij kinderen of kwaliteit van leven bij psychose.

18 Soms wordt de interne consi-stentie gebruikt i.p.v. de test-hertestbetrouwbaarheid

Page 36: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 536

lIteratuur

Arrindell, W.A., Ettema, J.H.M. (2003). Symptom Checklist: handleiding bij een multidimensionele psychopathologie-indicator. Amsterdam, Harcourt.

Baert, S. (2007). Meetinstrumenten en behandelrichtlijnen in de Vlaamse geestelijke gezondheidszorg. Inventaris 2006. Deel 2. In VVGG-reeks: Uitkomstenmanagement in de gees-telijke gezondheidszorg in Vlaanderen. Gent, VVGG.

Baert, S. (2008). Concept map van goede psychiatrische behandeling. Stakeholdersbevra-ging najaar 2007. Deel 4. In de VVGG-reeks: Uitkomstenmanagement in de geestelijke gezond-heidszorg in Vlaanderen. Gent, VVGG.

Baert, S. (in press). Hoe resultaten van behandeling meten in de klinische praktijk? Oproep tot deelname. Tijdschrift voor psychiatrie en verpleegkunde.

Bernheim, J.L. (1995). Quality of life, or qualities of life? Descriptive or evaluative instru-ments? A critique, and a plea for emphasized global assessment of QOL. Quality of Life Research, 3, 155-156.

Bernheim, J.L. (1999). How to get serious answers to the serious question: ‘How have you been?’: subjective Quality of Life (QoL) as an individual experiential emergent construct. Bioethics, 3, 272-287.

D’haenen, H.A.H., Verhoeven, W.M.A. (1989). Mini-compendium van beoordelingsschalen in de psychiatrie. Brussel, VUB Press.

de Beurs, E., den Hollander-Gijsman, M., Buwalda, V., Trijsburg, W., Zitman, F. (2005a). De outcome Questionnaire (OQ-45): een meetinstrument voor meer dan alleen psychische klachten, Leids Universiteit Medisch Centrum (tekst beschikbaar via www.lumc.nl/3010/algemeen/OutcomeQuestionnaire.pdf).

de Beurs, E., Den Hollander-Gijsman, M.E., Buwalda, V., Trijsburg, W., Zitman, F.G. (2005b). De Outcome Questionnaire OQ-45: psychodiagnostisch gereedschap. De Psycholoog, 40, 393-400.

de Beurs, E., Zitman, F.G., (2006). De Brief Symptom Inventory (BSI): De betrouwbaarheid en validiteit van een handzaam alternatief voor de SCL-90. Maandblad Geestelijke Volksge-zondheid, 61, 120-141.

de Vogel, V., de Ruiter, C., Bouman, Y., de Vries Robbé, M. (2007). SAPROF: richtlijnen voor het beoordelen van beschermende factoren voor gewelddadig gedrag. Utrecht, Forum Educatief.

De Vries, J., Van Heck, G.L. (1996). WHOQOL-Bref. Tilburg, Universiteit van Tilburg.

DeJong, C.A., Schippers, G.M., Hendriks, V.M. (1995). The Addiction Severity Index: relia-bility and validity in a Dutch alcoholic sample. The Internation Journal of the Addictions, 30(5), 605-616.

Page 37: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 5 37

Demyttenaere, K., De Fruyt, J. (2003). Getting what you ask for: on the selectivity of depression rating scales. Psychotherapy and Psychosomatics, 72, 61-70.

Dingemans, P.M.A.J., Linszen, D.H., Lenoir, M.E., Smeets, R. (1995a). Dimensionele struc-tuur van de korte psychiatrische beoordelingsschaal (BPRS-E), Tijdschrift voor Psychiatrie, 37 (5), 427-432.

Dingemans, P.M.A.J., Linszen, D.H., Lenoir, M.E., Smeets, R. (1995b). Component structure of the expanded Brief Psychiatric Rating Scale (BPRS-E). Psychopharmacology, 122, 263-267.

Dom, G., Raes, V., de Wilde, B., van den Brink, W. (2004). Meetinstrumenten bij stoornis-sen in het gebruik van middelen. Tijdschrift voor Psychiatrie, 46(10), 671-674.

Dorrepaal, E., van Nieuwenhuizen, C., Schene, A., de Haan, R. (1998). De effectiviteit van cognitieve en interpersoonlijke therapie bij depressiebehandeling: een meta-analy-se. Tijdschrift voor Psychiatrie, 40(1), 27-39.

Duurkoop, P., Govers, P. (2001). Het oordeel van cliënten over hun psychiatrische behandeling binnen de Meren: een vergelijkend onderzoek. S.L., Dienst Preventie, zorg en onderzoek, de Meren.

Eklund, M., Sandqvist, G. (2006). Psychometric properties of the Satisfaction with Daily Occupation (SDO) instrument and the Manchester Short Assessment of quality of Life (MANSA) in women with scleroderma and without known illness. Scandinavian Journal of Occupational Therapy, 13, 23-30.

Evers, A., van Vliet-Mulder, J.C., Groot, C.J. (2000). Documentatie van tests en testresearch in Nederland (2 delen en updates 2001-2007). Den Haag, Van Gorcum.

Goedhart, A., Treffers, F. van Widenfelt, B. (2003). Vragen naar psychische problemen bij kinderen en adolescenten. Maandblad Geestelijke Volksgeneeskunde, 58, 1018-1035.

Hafkenscheid, A. (1991). Psychometric evaluation of a standardized and expanded Brief Psychiatric Rating Scale. Acta Psychiatrica Scandinavica, 84, 294-300.

Hafkenscheid, A. (2000a). Psychometric measures of individual change: an empiri-cal comparison with the Brief Psychiatric Rating Scale, Acta Psychiatrica Scandinavica. 101, 235-242.

Hafkenscheid, A. (2000b). Reliability of a standardized and expanded Brief Psychiatric Rating Scale: a replication study. Acta Psychiatrica Scandinavica, 88, 305-310.

Havenaar, J.M., Van Os, J., Wiersma, D. (2004). Algemene meetinstrumenten in de psychi-atrische praktijk. Tijdschrift voor Psychiatrie, 10, 647-651.

Hendriks, V.M., Kaplan, C.D., van Limbeek, J., Geerlings, P. (1989). The Addiction Severity Index: reliability and validity in a Dutch addict population. Journal of Substance Abuse Treat-ment, 6(2), 133-141.

Page 38: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 538

Hildebrand, M., de Ruiter, C., van Beek, D. (2001). Richtlijnen voor het beoordelen van het risico van seksueel gewelddadig gedrag. Utrecht, Forum Educatief.

Jacobson, N.S., Truax, P. (1991). Clinical significance: a statistical approach to defining meaningful change in psychotherapy research. Journal of Consulting and Clinical Psycholo-gy, 59(1), 12-19.

Janssens, A., Deboutte, D. (2007). Even bijpass-en: over de samenwerking Bijzondere Jeugdbijstand en Kinder- en Jeugdpsychiatrie. Collaborative Antwerp Psychiatric Research Institute (CAPRI), Youth Mental Health, Universiteit Antwepen.

Kertzman, T., Kok, I. van Wijngaarden, B. (2003). De GGZ-Thermometer nader onderzocht. De eva-luatie van een vragenlijst voor cliëntwaardering in de volwassenenzorg. Utrecht, Trimbosinstituut.

Kertzman, T., Kok, I., & van Wijngaarden B. (2002), Een GGZ-Thermometer voor Ouderen? Ver-slag van een pilotonderzoek bij de RIAGG Zwolle. Utrecht, Trimbosinstituut.

Keymolen, S., Casselman, J. (2007). Meten van uitkomsten van behandeling in de geestelij-ke gezondheidszorg. Literatuurstudie 2007. Deel 3. In de VVGG-reeks: Uitkomstenmanage-ment in de geestelijke gezondheidszorg in Vlaanderen. Gent, VVGG.

Knegtering, H., Bruggeman, R. (2004). Meetinstrumenten bij psychotische stoornis-sen. Tijdschrift voor Psychiatrie, 10, 675-679.

Kok I., Mulder, E. (2005). Cliëntenwaardering in de GGZ: handleiding bij de diverse thermometers (versie 2005). Trimbosinstituut & GGZ Nederland.

Kupka, R.W., de Jonghe, F., Koeter, M., Vermeulen, H.D.B. (1996). Focusbetrouwbaarheid van een semi-gestructureerd interview voor de Hamilton depressie schaal. Tijdschrift voor Psychiatrie, 10, 759-765.

Lachar, D., Randle, S.L., Harper, R.A., Scott-Gurnell, K.C., Lewis, K.R., Santos, C.W., Saun-ders, A.E., Pearson, D.A., Loveland, K.A., Morgan, S.T. (2001). The Brief Psychiatric Scale for Children (BPRS-C): validity and reliability of an anchored version. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 40, 3, 333-340.

Lambert, M.J., Burlingame, G.M., Umphress, V., Hansen, N.B., Vermeersch, D.A., Clouse, G.C. (1996). The reliability and validity of the outcome questionnaire. Clinical Psychology & Psychotherapy, 3, 249-258.

Lammens, S. (2007). Blijven stoute jongens stout? Taxatie van het recidiverisico in de tbs. De Psycholoog, 42, 194-201.

Markant congressen. (2006). Sterke kanten en moeilijkheden, Nederlandse vertaling van de Streng-ths and Difficulties Questionnaire (SDQ). Handleiding ontwikkeld door de Landelijke Werk-groep Signaliseringsinstrumenten Psychosociale Problematiek Jeugd (LSPPJ) van GGD Nederland.

Page 39: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 5 39

Mogge, N.L., LePage, J.P., Del Ben, K, Murphy, J. (2002). The comparison of the behavioural observation system and the Brief Psychiatric Rating Scale – Expanded. Journal of Clinical Psychology, 58(7), 847-852.

Mortimer, A.M. (2007). Symptom rating scales and outcome in schizophrenia. British Jour-nal of Psychiatry, 191 (suppl. 50), 7-14.

Mulder, C.L., Staring, A.B.P., Loos, J., Buwalda, V.J.A., Kuijpers, D., Sytema, S., Wierdsma, A.I. (2004a). De Health of the Nation Outcome Scales (HONOS) in Nederlandse Bewerking: handlei-ding. S.L., Onderzoekcentrum GGZ Rijnmond.

Mulder, C.L., Staring, A.B.P., Loos, J., Buwalda, V.J.A., Kuijpers, D., Sytema, S., Wierdsma, A.I. (2004b). De Health of the Nation Outcome Scales (HONOS) als instrument voor ‘routine outcome assessment’. Tijdschrift voor Psychiatrie, 5, 273-284.

Mulder, C.L., Sytema, S., Wierdsma, A.I. (2000). Statusmeting en instrumentgestuurde planning in de ggz. Maandblad Geestelijke Volksgezondheid, 55, 790-799.

Mulder, N., Loos, J., Wierdsma, A., Poodt, H. (2001). Health of the Nation Outcome Scales (HoNOS): instructies bij het invullen van de HoNOS.

Muris, P., Meesters, C., van den Berg, F. (2003). The strengths and difficulties questionnaire (SDQ): further evidence for its reliability and validity in a community sample of Dutch children and adolescents. European Child & Adolescent Psychiatry, 12(1), 1-8.

Nijssen, Y.A.M., schene, A.H., de Haan, R.J. (1999). Kwaliteitsbeoordelingsinstrumenten voor cliënten in de geestelijke gezondheidszorg: een overzicht. Tijdschrift voor Psychia-trie, 41(11), 25-37.

Nolen, W.A., Dingemans, P.M.A.J. (2004). Meetinstrumenten bij stemmingsstoornis-sen. Tijdschrift voor Psychiatrie, 46(10), 681-686.

Okijshi, J.C., Lambert, M.J., Eggett, D., Nielsen, L., Dayton, D.D., Vermeersch, D.A. (2006). An analysis of therapist treatment effects: toward providing feedback to individual thera-pists on their client’s psychotherapy outcome. Journal of Clinical Psychology, 62(9), 1157-1172.

Philipse, M., de Ruiter, C., Hildebrand, M., Bouman, Y. (1999). Beoordelen van het risico van gewelddadig gedrag, versie 2. Utrecht, Forum Educatief.

Pirkis, J.E., Burgess, P.M., Kirk, P.K., Dodson, S., Coombs, T., Williamson, M.K. (2005). A review of the psychometric properties of the Health of the Nation Outcome Scales (HoNOS) family of measures. Health and Quality of Life Outcomes, 3, 76.

Poelstra, P. (2005). De belasting van familieleden en betrokkenen van mensen met een psychotische stoornis: een internetvragenlijst. doctoraal werkstuk, Universiteit van Amsterdam, Afdeling psychologie (onder supervisie van van Dis, H.).

Raes, V., Lombaert, G., Keymeulen, R. (2005). De Nederlandse vertaling van de handleiding voor training en afname van EuropASI vraaggesprekken, aangepast voor België Vlaanderen, met integratie van de Treatment Demand Indicator. Gent, De Sleutel Dienst Wetenschappelijk Onderzoek.

Page 40: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 540

Rakib, A., White, P.D., Pinching, A.J., Hedge, B., Newbery, N., Fakhoury, W.K., Priebe, S. (2005). Subjective quality of life in patients with chronic fatigue syndrome. Quality of Life Research, 14, 11-19.

Rose, M., Burkert, U., Scholler, G., Schirop, T., Danzer, G., Klapp, B.F. (1998a). Determinants of the quality of life of patients with diabetes under intensified insulin therapy. Diabetes Care, 21(11), 1876-1885.

Rose, M., Scholler, G., Klapp, B.P., Bernheim, J.L. (1998b). Weighting dimensions in ‘Gene-ric’ QOL questionnaires by anamnestic comparative self-assessment: Different weights in different diseases. Quality of Life Research, 7, 655.

Ruggeri, M., Koeter, M., Schene, A., Bonetto, C., Vazquez-Barquero, Bekcer, T., Knapp, M., Knudsen, H.C., Tansella, M., Thornicroft, G. (2005). Factor solution of the BPRS-expanded version in schizophrenic outpatients living in five European countries. Schizophrenia Research, 75, 107-117.

Schacht, R., De Raedt, R., Rijnders, P. (2007). Evidence-based stepped care in de gedrags-therapeutische praktijk, Gedragstherapie, 40, 85-110.

Schene, A.H., van Wijngaarden, B. (1994). Consequenties van psychotische stoornissen voor familieleden: de aard en ernst nader onderzocht. Tijdschrift voor Psychiatrie, 36(1), 6-19.

Schene, A.H., van Wijngaarden, B. (2003). Betrokkenen Evaluatie Schaal (BES).

Schippers, G.M., Broekman, T.G Buchholz, A. (2007). MATE 2.0. Handleiding en protocol. Nij-megen, Beta Boeken.

Shafer, A.B. (2006). Meta-analysis of the factor structures of four depression questionnai-res: Bekc, CES-D, Hamilton and Zung. Journal of Clinical Psychology, 62(1), 123-146.

Sijtsma, K., Emons, W.H.M. (2007). Korte tests: kostbare tijdswinst en onbetrouwbare beslissingen. De Psycholoog, 42, 406-411.

Slade, M., Leese, M., Cahill, S., Thornicroft, G., Kuipers, E. (2005). Patient-rated mental health needs and quality of life improvement. British Journal of Psychiatry, 187, 256-261.

Staring, T., Hofman, E., Mulder, N. (2003a). Health of the Nation Outcome Scales Jeugd (HoNOS Jeugd): instructies bij het invullen van de HoNOS Jeugd.

Staring, T., Stobbe, J., Mulder, N. (2003b). HoNOS65+: verklarende tabellen te gebruiken bij de HoNOS65+.

Stinissen, H. (2002). Vlaamse doorlichting van de Vlaamse tests beoordeeld in ‘Documentatie van tests en testresearch in Nederland’ (tekst beschikbaar via www.vfd-vzw.be).

Timmerman, A., Meesters, C., Anteunis, L., Chenault, M. (2007). Level of psychosocial adaptation in young school children with otitis media. InternationalJjournal of Pediatric Oto-rhinolaryngology, 71, 1843-1848.

Page 41: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 5 41

Thomas, A., Donnell, A.J., Young, T.R. (2004). Factor structure and differential validity of the expanded brief psychiatric Rating Scale, Assessment, 11 (2), 177-187.

Tjaden, B.R., Koeter, M.M.J., van den Brink, W., Vertommen, H. (2005). De invloed van sig-natuur van de behandeling van drop-out. Tijdschrift voor Psychiatrie, 47(1), 7-17.

Trompenaars, F.J., Masthoff, E., van Heck, G.L., Hondiannont, P.P., de Vries, J. (2005). Con-tent validity, construct validity, and relaibility of the WHOQOL-Bref in a population of Dutch adult psychiatric outpatients. Quality of Life Research, 14, 151-160.

Van Audenhove, C., Van Humbeeck G. (1999a). Vragenlijst ‘visie op zorg’, versie cliënt. Leuven, LUCAS.

Van Audenhove, C., Van Humbeeck G. (1999b). Vragenlijst ‘visie op zorg’, versie hulpverlener. Leuven, LUCAS.

Van Audenhove, C., Van Humbeeck G. (1999c). Vragenlijst ‘visie op zorg’, versie familielid. Leu-ven, LUCAS.

van Dam, C.M.J., Kraaimaat, F.W. (2000). Inventarisatielijst omgaan met anderen: handlei-ding, Amsterdam, Harcourt.

van de Willige, G., Wiersma, D., Nienhuis, F.J., Jenner, J.A. (2005). Changes in quality of life in chronic psychiatric patients: a comparison between EuroQol (EQ-5D) and WHO-QOL. Quality of Life Research, 14, 441-451.

van der Does, A.J.W. (2002). BDI-II-NL: handleiding. Amsterdam, Harcourt.

van Ede, J. (2004). Korte Indicatieve Vragenlijst voor psychosociale problematiek bij adolescenten: handleiding voor het gebruik. GGD Fryslan, Leeuwarden.

Van Horn, J., Scholing, A., Mulder, J. (2005). Risicotaxatie bij volwassen zeden- en geweld-plegers in een ambulante setting. Diagnostiek-wijzer, 8(2), 42-52.

van Humbeeck, G., Van Audenhove, C., Storms, G, de Hert, M., Heyrman, J., Peuskens, J., Pieters, G., Vertommen, H. (1999). De vragenlijst ‘visie op zorg’: een instrument voor de praktijk en voor onderzoek. Diagnostiek-wijzer, 2(1), 13-25.

Van Leeuwen, K., Meerschaert, T., Bosmans, G., De Medts, L., Braet, C. (2006). The strengths and difficulties questionnaire in a community sample of young children in Flanders. European Journal of Psychological Assessment, 22(3), 189-197.

Van Nieuwenhuizen, C., Schene, A.H., Koeter, M.W.J., Huxley, P.J. (2001). The Lancashire Quality of Life Profile: modification and psychometric evaluation. Social Psychiatry and Psychiatric Epidemiology, 36, 36-44.

Van Nuffel, R. (2007). Maatschappelijke verantwoording en kwaliteitszorg: over meet-instrumenten en indicatoren. Internationaal symposium 1 december 2006. Deel 1. In VVGG-reeks: Uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in Vlaanderen. Gent, VVGG.

Page 42: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 542

Van Schaik, D.J.F., Marwijk, H.W.J., Van der Windt, D.A.W.M., Beekman, A.T.F., De Haan, M., Van Dyck, R. (2000). De effectiviteit van psychotherapie in de eerste lijn bij cliënten met een depressieve stoornis: een systematisch overzicht. Tijdschrift voor Psychiatrie, 44(9), 609-619.

van Widenfelt, B.M., Goedhart, A.W., Treffers, P.D.A., Goodman, R. (2003). Dutch version of the strengths and difficulties questionnaire (SDQ). European Child & Adolescent Psychia-try, 2(6), 281-289.

van Wijngaarden, B. (2003). Consequences for caregivers of patients with severe mental illness: the development of the Involvement Evaluation Questionnaire (IEQ). Academisch proefschrift.

van Wijngaarden, B., Schene, A.H. (1995). Cliënten beoordelen psychiatrische zorg: de vragenlijst Oordeel over de Ontvangen Behandeling (OOB). Tijdschrift Sociale Gezondheids-zorg, 73, 11-18.

van Wijngaarden, B., Wennink, H.J., Kom, I. (2003). Klinische uitkomstindicatoren in de GGZ en verslavingszorg, in Nederland verkrijgbare instrumenten getoetst op betrouwbaarheid, validiteit en toepasbaarheid. Utrecht, Trimbosinstituut.

Vermeersch, D.A., Lambert, M.J., Burlingame, G.M. (2000). Outcome Questionnaire: item sensitivity to change. Journal of Personality Assessment, 74(2), 242-261.

Wennink, H.J. (2007). Meten en verbeteren van prestaties in de GGz: nieuwe trends in kwaliteitszorg. (tekst beschikbaar via www.vvgg.be).

Wing, J.K., Beevor, A.S., Curtis, R.H., Park, S.B.G., Hadden, S., Burns, A. (1998). Health of the Nation Outcome Scales (HoNOS): research and development. Britisch Journal of Psychia-try, 72, 11-18.

Zwanepol, F., De Groot, E. (2008). Implementatie van ‘routine outcome monito-ring’. Maandblad Geestelijke Volksgezondheid, 63, 118-129.

Page 43: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 5 43

BIJlage: long lISt

Deze long list, samengesteld met instrumenten uit de literatuurstudie, de inventaris en suggesties van zorginstellingen, experten en leden van de adviesgroep wetenschap-pelijke ondersteuning, bevat ook niet-Nederlandstalige instrumenten en diagnostische instrumenten.

Addiction Severity Index ASI

ADHD Rating scale van DuPaul

Adolescent and Adult Psycho-Educational Profile AAPEP

Adult Behaviour CheckList ABCL

Adult Self Report ASR

Agoraphobic Cognitions Questionnaire ACQ

Alcohol Use Scale AUS

Alzheimer Disease Assessment Scale, cognition subscale ADAS

Amsterdamse Dementie-Screeningstest ADS-6

Anamnestic Comparative Self Assessment ACSA

Arizona Battery for Communication disorders of Dementia ABCD

Assessment of Motor and Process Skills AMPS

Attention Diagnostic Method ADM

Auditory-Verbal Learning Test, of woorden van Rey AVLT

Autonomie Gehechtheidschaal AGS-30

AVL ADHD vragenlijst

Basic ADL

Bayley Scales of Infant Development BSID-II-NL

Bech-Rafaelsen Mania Scale BE-MAS

Beck Depression Inventory BDI-II-NL

Beery Visual Motor Integration test VMI

Behaviour Assessment of the Dysexecutive Syndrome BADS

Behaviour Status Index – Nederlandse versie BSI-D

Bender gestalt test

Benton Visual Retention Test BVRT

Berges-Lizines

Bethlem Mother Infant Interaction Score BMIS

Betrokkenen Evaluatie Schaal BES

Page 44: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 544

Involvement Evaluation Questionnaire IEQ

Binge Eating Tripper Check List BETCH

Body Image - Acceptance and Action Questionnaire BI-AAQ

Body Sensation Questionnaire BSQ

Bourdon-Vos Test BV

Brief Psychiatric Rating Scale Brief Psychiatric Rating Scale BPRS

Brief Psychiatric Rating Scale Brief Psychiatric Rating Scale – Expanded version BPRS-E

Brief Psychiatric Rating Scale Brief Psychiatric Rating Scale – Children BPRS-C

Camberwell Assessment of Need CAN

Cambridge Examination for Mental Disorders – Revised CAMDEX-R/N

CAROLL

Center for Epidemiologic Studies Depression Scale CES-D

Child Behaviour Check List CBCL

Children Depression Inventory CDI

Children’s Global Assessment of Functioning C-GAF

Client Service Receipt Inventory CSRI

Clinical Global Impression Scale CGI

Clinical Institute Withdrawal Assessment for Alcohol-revised CIWA-Ar

Cognitive Emotion Regulation Questionnaire CERQ

Cognitieve screeningstest

Cognitieve testbatterij

Competentie BelevingsSchaal Adolescenten CBSA

Competentie BelevingsSchaal Kinderen CBSK

Complexe Figuur Rey CFR

Corner’s Teaching Rating Scale CTRS

CQ index GGZ

Crisis Triage Rating Scale CTRS

Depressie Vragenlijst voor Kinderen DVK

Depressie Vragenlijst voor Kinderen - Korte versie DVKK

Doorlichtingsvragenlijst alcohol

Drug Attitude Inventory

Drug Use Scale DUS

Drug/alcohol 6-month Follow-Back Calendar TLFBC

Page 45: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 5 45

Eating Disorder Evaluation Scale EDES

Eating Disorder Inventory EDI-II

European Addiction Severity Index EuropASI

EuroQol

Feeding scale Chatoor

Fluency tasks

Gedragsobservatie-schaal voor Intramurale Gerontopsychiatrie GIP-28

Geriatrische Depressie Schaal GDS-30

Gevoelsthermometer

GHB grafomotorische test

Global Assessment of Functioning GAF

Global Deterioration Scale GDS

Graded Naming Test GNT

Hamilton Angstschaal HAS/HAM-A

Hamilton Depressieschaal HRSD

HAND test

Hare Psychopathy checklist HARA PCL-R

Health of the Nation Outcome Scale HoNOS

Health of the Nation Outcome Scale - Children and Adolescents HoNOSCA

Health of the Nation Outcome Scale - voor ouderen HoNOS65+

Historical Clinical Risk Assessment HCR-20

Hopeloosheidsschaal van Beck

Hospital Anxiety Depression Scales HADS

HSCL Klachtenlijst HSCL

Instrumental Activities of Daily Living IADL

Intensive Follow Up and Treatment IFT

Inventarisatie Dagelijkse Bezigheden IDB

Inventarisatielijst Omgaan met Anderen IOA

Inventory of Depressive Symptomatology IDS

Katz

Klachtenlijst van Brinkman

Korsakov Observatielijst

Korte Indicatieve Vragenlijst voor Psychosociale Problematiek bij Adolescenten KIVPA

Page 46: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 546

K-SNAP

Lancashire Quality of Life Profile

Leidraad voor inschatten suïcide ideatie

Lexilijsten NL

LichaamsAttitude Vragenlijst LAV

Liebowitz Social Anxiety Scale LSAS

Life Chart Method

Manchester Short Assessment of quality of life MANSA

McGill Pain Questionnaire – Dutch Language Version MPQ-DVL

Measurement in the Addictions for Triage and Evaluation MATE

Medical Outcome Study - 12 item Short Form MOS-12

Medical Outcome Study - 20 item Short Form MOS-20

Medical Outcome Study - 36 item MOS-36

Mini Mental State EXAM MMSE

Mini-Schedules for Clinical Assessment in Neuropsychiatry MINI-SCAN

Minnesota Multiphasic Personality Inventory MMPI

Mobility Inventory MI

Montgomery-Åsberg Depression Rating Scale MADRS

Movement Assessment Battery for Children ABC

München Alcohol Test MALT

Nederlandse Communicative Development Inventory NCDI

Nederlandse verkorte MMPI NVM

Nederlandstalige Non Speech Test NNST

NEO-FFI NEO-FFI

NEO-Personality Inventory Revised NEO-PI-R

NEPSY NEPSY

Neuropsychiatric Inventory NPI

Nieuwkoopse Vragenlijst

Nijmeegse Ouderlijke Stress Index NOSI

Nijmeegse Ouderlijke Stress Index - Korte versie NOSIK

Nijmeegse Vragenlijst voor de Opvoedingssituatie NVOS

Occupational Case Analysis Interview and Rating Scale OCAIRS

Omstandigheids- motivatie en bereidheidschaal voor drugbehandeling

Page 47: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 5 47

Oordeel over de Ontvangen Behandeling OOB

Outcome Questionnaire OQ-45

Youth Outcome Questionnaire Y-OQ

Padua Inventory-Revised PIR

Pain Disability Index PDI

Panic Disorder Severity Scale PDSS

Parent-Infant Relationship Global Assessment Scale PIR-GAS

Peabody Developmental Motor Scales PDMS-2

Peabody test voor Passieve woordenschat PPVT-III-NL

Piekerlijst

Pijn Coping & Cognitive vragenlijst PCCL

Plezierige Activiteiten LijsT PAL

Positive And Negative Syndrome Scale PANSS

Pre School Language Scale PSL-3

Proef van Franz

Psycho Educational Profile – Revised PEP-R

Psychosis Evaluation tool for Common use by Caregivers PECC

Quality of Life in Depression Scale QLDS

Quality of Life Scale QLS

Quavisub

Raven’s Coloured Progressive Matrices CPM

Readiness to Change Questionnaire, Dutch Translation RCQ-D

Revisie Amsterdamse Kinder Intelligentie Test RAKIT

Reynell Taalontwikkelings-schalen RTOS

Risico-analyse

Rivermead Behavioural Memory Test RBMT

Schaal voor interpersoonlijk gedrag SIG

Schedule for Evaluation of Individual Quality of life – Direct Weighing SEIQOL-DW

Schizophrenia Quality of Life Scale SQLS

Schlichting Test voor Taalproductie

Schokverwerkingslijst

Screen for Child Anxiety Related Emotional Disorder SCARED-NL

Sexual Violence Risk SVR-20

Page 48: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 548

Simulant Drug Side effects Rating Scale van Barkley

SLD-I

SNAP rating scale van Swanson

Sociale Angst Schaal voor Kinderen SAS-K

Somatoform Dissociation Questionnaire – 5/20 SDQ

SON 2,5-7 SON2,5-7

Spence Children’s Anxiety Scale SCAS-NL

Strengths and Difficulties Questionnaire SDQ

Structured Assessment of Protective Factors for Violence Risk SAPROF

Subjectieve Reactie op Antipsychotica vragenlijst

Subjective Well-being under Neuroleptics scale

Symbolic Play Test SPT

Symptom Checklist SCL-90-R

Brief Symptom Inventory BSI

Taaltest Voor Kinderen TVK

Tampa Schaal voor Kinesofobie TSK-DVL

Teacher’s Report Form TRF

Temperament en Karaktervragenlijst TCI

Tinetti en Time up and go TUG

Trail Making Test TMT

Trimbosthermometer - versie cliënten

Trimbosthermometer - versie betrokkenen

Trimbosthermometer - versie jongeren

Trimbosthermometer - versie voor ouders/verzorgers: behandeling kind

Trimbosthermometer - versie voor ouders/verzorgers: ouderbegeleiding

Udvalg for Kliniske Undersogelse UKU

Unified Parkinson Disease Rating Scale UPDRS

University of Rhode Island Change Assessment

Utrechtse CopingLijst UCL

Utrechtse Korte Kleuter Intelligentietest UKKI

Van Rooijens opsomming van Opgewektheid en Somberheid VROPSOM

Verona Service Satisfaction Scale VSSS

Visie op zorg cliënt

Page 49: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 5 49

Visie op zorg familielid

Visie op zorg hulpverlener

Vlaamse Dementie Batterij VDB-II

Vragenlijst Positieve en Negatieve Gedachten bij Kinderen PNG-K

Vragenlijst risicosituaties

Vragenlijst voor Angst bij Kinderen VAK

Vragenlijst voor Kenmerken van de Persoonlijkheid VKP

Ward Atmosphere Scale WAS

Wechsler Adult Intelligence Scale III WAIS-III-NL

Wechsler Memory scale WMS

Wechsler Preschool and Primary Scale of Intelligence – Revised WPPSI-R

Wide Range Assessment of Visual Motor Abilities WRAVMA

Widlockerschaal voor geremdheid, retardatie

World Health Organisation Quality of Life 100 WHO-QOL-100

World Health Organisation Quality of Life BREF WHOQOL-bref

Yale-Brown Obsessive Compulsive Scale Y-BOCS

Yale Brown Obsessive Compulsive Scale - Child Version CY-BOCS

Young Mania Rating Scale YMRS

Youth Self Report YSR

Zelfbeoordelingsschaal voor Depressie Bf-s

ZelfBeoordelingsVragenlijst ZBV

ZelfBeoordelingsVragenlijst voor Kinderen ZBV-K

Zelfinventarisatielijst Posttraumatische Stress

Zorgmonitor GZ regio 27

Zung Zelfbeoordelingsschaal voor Depressie SDS

Page 50: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 550

In de reeks Uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in Vlaanderen zijn reeds verschenen:

deel 1Maatschappelijke verantwoording en kwaliteitszorg: over MeetinstruMenten en indicatoreninternationaal symposium 1 december 2006

Vier sprekers rapporteerden op het besloten VVGG-symposium over hun jarenlange ervaring met het spanningsveld tussen kwaliteitsverbetering en maatschappelijk verant-woording in de geestelijke gezondheidszorg. Bob van Wijngaarden bracht een actuele stand van zaken over het meten van de effectiviteit van de zorg in Nederland. Eta Mul-der’s bijdrage beschreef de implementatie van een set van basis-indicatoren voor de gees-telijke gezondheid in Nederland. Chris Heginbotham gaf met de uitspraak ‘Measuring what matters’ aan dat vooraf goed moet worden nagedacht over wat er gemeten moet worden. Jacques Gasser tenslotte haalde de consequenties aan van een nieuwe Zwitserse wet over de controle van ziektekosten.

deel 2MeetinstruMenten en behandelrichtlijnen in de vlaaMse geestelijke gezondheidszorg inventaris 2006

In dit deel wordt gerapporteerd over een rondvraag naar het gebruik van meetinstru-menten en behandelrichtlijnen in Vlaanderen. 97% van de 160 Vlaamse ggz-voorzienin-gen – centra voor geestelijke gezondheidszorg (CGGZ), psychiatrische ziekenhuizen (PZ), psychiatrische afdelingen van algemene ziekenhuizen (PAAZ), beschut wonen (BW) en psychiatrische verzorgingstehuizen (PVT) – reageerden op de rondvraag. Meet-instrumenten worden in 64% van de voorzieningen gebruikt. Hierbij gaat het vooral om klinische meetinstrumenten. Behandelrichtlijnen daarentegen worden nauwelijks gebruikt.

deel 3Meten van uitkoMsten van behandeling in de geestelijke gezondheidszorg literatuurstudie 2007

Een eerste hoofdstuk beoogt een genuanceerde formulering van de probleemstelling in verband met het meten van uitkomsten van de behandeling, als onderdeel van kwaliteits-verbetering. Hoofdstuk 2 beschrijft de verschillende soorten uitkomsten die van belang zijn. Vervolgens wordt een overzicht geboden van de bestaande meetinstrumenten. Hier-bij wordt een 1ste poging gedaan om die instrumenten te selecteren die voor de dagelijk-se praktijk van de geestelijke gezondheidszorg in Vlaanderen geschikt en gebruiksvrien-delijk zijn. In hoofdstuk 4 wordt de vraag gesteld wat met de uitkomsten wordt gedaan door de verschillende betrokken actoren.

Page 51: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

uitkomstenmanagement deel 5 51

deel 4concept Map van goede psychiatrische behandeling stakeholdersbevraging najaar 2007

In dit deel is onderzocht welke aspecten van psychiatrische zorg als belangrijk worden ervaren door vijf groepen betrokkenen. In het eerste hoofdstuk worden de doelstel-lingen en methodiek van deze studie uiteengezet. In het tweede hoofdstuk komen de resultaten aan bod. In vijf brainstormsessies werden 293 uitspraken verzameld. Uiteinde-lijk werden 89 uitspraken weerhouden. De uiteindelijke concept map omvat vijf clusters. ‘Respectvolle relatie tussen hulpverlener en patiënt’ en ‘doel van de behandeling’ werden door bijna alle groepen als het meest belangrijk ervaren. In het derde hoofdstuk worden de resultaten vergeleken met andere modellen uit internationaal onderzoek. In het vier-de hoofdstuk wordt nagegaan welke aspecten gemeten kunnen worden.

Page 52: uitkomstenmanagement in de geestelijke gezondheidszorg in ... · uitkomstenmanagement deel 5 3 InhoudStafel algemene inleiding op de reeks dankbetuiging voorwoord hoofdstuk i: doelstelling

De Vlaamse Vereniging voor Geestelijke Gezondheid (VVGG) promoot het thema van de geestelijke gezondheid in de samenleving. Publiekgerichte campagnes zijn daar een voorbeeld van. Daarnaast levert de VVGG een bijdrage in de afstemming tussen weten-schappelijk onderzoek enerzijds en de klinische praktijk anderzijds. Wetenschappelijke kennis over geestelijke gezondheid wordt zowel voor het grote publiek als voor speci-fieke doelgroepen beschikbaar gesteld. Dit leidt respectieve-lijk tot een beter begrip van psychische problemen én tot een verbetering van de kwaliteit van de zorg.

VVGG – DocumentatiecentrumDe VVGG beschikt over een vrij toegankelijk documentatiecentrum waarin een ruime waaier aan informatie over geestelijke gezondheid beschikbaar is. De collectie bestaat uit internationale en nationale tijdschriften en boeken. Openingsuren documentatiecentrum: maandag, woensdag en vrijdag9u00 tot 12u15 en 13u30 tot 17u00tel. documentatiecentrum: 09 221 27 13

VVGG – Tijdschrift PsychePsyche informeert de geïnteresseerde lezer over nieuwe evoluties in de geestelijke gezondheidszorg in Vlaanderen.

Meer infoVlaamse Vereniging voor Geestelijke GezondheidTenderstraat 149000 Genttel. 09 221 44 34 [email protected]

deel 5de zoektocht naar geschikte MeetinstruMenten voor het ontwikkelen van uitkoMstenkoMpassen

In dit deel werd nagaan welke meetinstrumenten in Vlaanderen gebruikt kunnen worden om de resultaten van een psychiatrische behandeling in kaart te brengen. Dit gebeurde in verschillende fasen. Belangrijkheid, praktische bruikbaarheid en weten-schappelijke evidentie werden als selectiecriteria gehanteerd. Naast de drie selectiecrite-ria werd ook aandacht besteed aan de verschillende perspectieven (patiënt, hulpverlener en familie) en dimensies (klinisch, functioneren en waardering). Dit resulteerde in een set van 21 meetinstrumenten. Via het begrip uitkomstenkompas wordt een aanzet gege-ven tot implementatie van deze meetinstrumenten in de klinische praktijk.