61

Thesis-Johan-Van-Hove

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Algemene, niet diepgaande thesis over iDTV

Citation preview

Page 1: Thesis-Johan-Van-Hove
Page 2: Thesis-Johan-Van-Hove

INHOUDSTAFEL

Dankwoord

Inleiding 1recente evoluties 1doel van het onderzoek 1

Materialen & Methoden 4expertonderzoek 4enquete 7project 7

DEEL1: Digitale televisie en interactiviteit 8

1. Digitale telvisie 91.1. beeld-, geluidskwaliteit 101.2.aanbod 10

2.. Interactiviteit 13

3. Vergelijking van interactiviteit tussen verschillende media 17

4. Toepassingen van Digitale Interactieve TV 194.1. interactieve diensten 19

Internet diensten 19Electronische programma gids (EPG) 20Teletext service(DIGITEXT) 20Video-on-demand (VOD) & near-video-on-demand (NVOD) 21Persoonlijke video recorders (PVR) 21

4.1. interactieve televisiecontent 214.2. Enhanced Televisie 21

5.Resultaten en Discussie 23

Page 3: Thesis-Johan-Van-Hove

DEEL2: Evolutie in de televisiebeleving 326. Aanvaarding van het nieuwe medium 32

6.1. lancering 326.2. opinieleiders 346.3. mond aan mond reclame 346.4. adaptatiefactoren 35

7. Kijkersgedrag 377.1. actieve of passieve kijkmodus 387.2. regelbare passieve interactiviteit 387.3. IDTV als reactie op passiviteit 39

8. Sociale implicaties 408.1. voor 1990 408.2. na 1990 408.3. van massa naar persoonlijk medium 41

macrosociale impact 42microsociale impact 43

9. Resultaten & discussie 45

Samenvatting en eindconclusie 50

Bijlage 1 53

Page 4: Thesis-Johan-Van-Hove

Terugkijkend op vier jaar Communicatie en Multimediadesign kan ik wel met zekerheidzeggen dat ik een groei heb doorgemaakt. Zowel op professioneel, maar ook op persoonlijkvlak heb ik de kans gekregen om me te ontwikkelen. Dit alles in een omgeving waar je alsvolwassen individu aanzien wordt.Hopelijk blijkt de unieke C-MD Chemistry ,waar ik al die jaren een haat liefde relatie meeheb gehad, een waardevol instrument voor een succesvolle carrière. Waar die Chemistry mezal brengen? No one knows…

Hoe bedank ik al die mensen die er die vier jaar zijn geweest voor mij? Of meer recentelijkzij die deze thesis hebben ondersteund. Ziehier het simpele antwoord.

Voor de thesisHet voltallige docentenkorps met in het bijzonder Nathalie, Liesbeth, Jan-Louis, Niels,Mathy. Flanders Multimedia Valley en Medianet Vlaanderen en dan vooral Pieter Jan DeQueker. Mijn contactpersonen : Stijn Deweer (Cronos), Steven Verbruggen (These Days),Klaas Hoogerwaard (Cube New Media), Contactpersoon VMMA, Contactpersoon VRT,Peter Mechels, Erik Dejonghe, Mia Cornelis.

Voor allesMijn medestudenten en vooral Hannes, Frits, Robbie, Simon, Steven, Hoi YanCor, Rita, Steven, Lies, Trini, Veerle, Rik, bomma, bompa.Lev en Jesse voor hun vriendschap, optimisme, humor, werklust, spontaniteit en de zottestoten,…

Waarschijnlijk ben ik iemand vergeten , maar weet dat dit niet met opzet is.

Johan Van Hove

Page 5: Thesis-Johan-Van-Hove

In België werd televisie pas redelijk laat geïntroduceerd. Zo holden we 23 jaar achter opEngeland. Communautaire en politieke problemen lagen aan de basis van deze late introduc-tie van de televisie. Het communautaire debat werd gevoerd over de standaardisatie van hetaantal lijnen dat gebruikt ging worden voor televisie. Frankrijk koos in tegenstelling tot deandere Europese landen voor een beeld bestaande uit 625 lijnen. Dit stuitte op heel wat onge-noegen bij de Vlaamse, maar ook Waalse televisiekijkers. Ze stonden erop dat ook zij deNederlandse en Franse Televisie konden bekijken. Aan deze discussie kwam pas in 1952 eeneinde.Op 31 oktober 1953 zond het Nationale instituut voor de Radio-omroep (NIR) de eerste tele-visiebeelden uit. Dit weliswaar met een standaard die enkel voor de Vlamingen en Walen vantoepassing was. De Belgische Radio en TV (BRT) en de Radio Télevision Belge (RTB) ontstonden in 1960. DeBRT veranderde enkele malen van naam en luistert nu anno 2006 naar de naam VRT.De eerste commerciële omroep van Vlaanderen (VTM) kwam op de Vlaamse kabel op 1februari 1989. Door de komst van deze extra speler, die een tegengewicht vormde voor denationale omroep, werd het televisielandschap een pak interessanter. De bevoegde instantiesgaven deze commerciële zender een monopolie op televisiereclame voor een periode van 18jaar. Iets wat door de Europese commissie in 1998 werd vernietigd.VTM kende een groeiend succes en profileerde zich op de markt als een familiezender dievoor ieder wat wils had. De zender werd gesmaakt door het grote publiek en groeide uit totde populairste zender van België. Het tegenoffensief door de toenmalige BRT, onder de vormvan een sterk aanbod, zorgde ervoor dat VTM een stuk van het marktaandeel moest inboeten.

Lang is de koek verdeeld geweest onder een klein aantal broadcasters namelijk BRT enVTM. Daar kwam midden jaren negentig verandering in. Twee nieuwe commerciële zen-ders kwamen in 1995 op de Vlaamse kabel. Het broertje van VTM; Kanaal 2 en VT4 diegelieerd is met SBS broadcasting. Alle commerciële omroepen vochten nu voor de aan-dacht van dezelfde adverteerders. In dit kleine verdeelde landschap ontstond er een slagom aandacht van de adverteerders.

Recente evolutiesDe laatste jaren is het aanbod aan binnenlandse zenders nog sterk toegenomen dit door deintroductie van regionale zenders. Elke streek heeft zijn eigen zender die rapporteert over hetreilen en zeilen binnen de regio.

1

Page 6: Thesis-Johan-Van-Hove

Naast al deze regionale zenders zijn de laatste jaren de eerste niche- en themazenders ont-staan. Kanaal Z is een zender die bericht over de zakenwereld, de beurs, innovatie en techno-logie,…en kan rekenen op een specifieke doelgroep. Vitaya (2000) richt zich op de levensge-nieter en VijfTV(2004) spitst zich veleer toe op de vrouwelijke kijkers en hoopt met een mixvan vrouwvriendelijke programma’s hun marktaandeel te vergroten. De groei van het aantal zenders lag aan de basis van een opkomend fenomeen namelijk hetzapgedrag. Het snel overschakelen tussen verschillende zenders (zappen) is een logischgevolg van het grote en diverse televisieaanbod. Wanneer een kijker niet wordt aangesprokendoor een bepaald programma zal hij overschakelen, opzoek naar iets dat wel voldoet aan zijninteresses. In dit medialandschap, waar er door de vele zenders grote concurrentie is, is het belangrijkom de kijkers weg te houden van de concurrentie. Er moest intensief aan klantenbindinggedaan worden. Een belangrijk strategisch hulpmiddel in de strijd om de kijker werden aller-lei sms-games en spelletjes waarmee de zenders de aandacht van de consument tracht vast tehouden. Interactie tussen de consument en zijn televisie zou de klantenbinding bevorderen enzodus het zapgedrag verminderen.

Doel van het onderzoekTijdens mijn stage in Finland, stond het medium televisie heel centraal. Dit in contrast met mijn studies communicatie en multimediadesign waar de focus vaak werd gelegd op hetinternet als drager. Veel van de nieuwe mediatoepassingen richtten zich de voorbije vier jaarop het online medium. Door in Finland te werken rond een ander medium en na een cursusinteractieve film besefte ik pas ten volle tot wat televisie via o.a de digitalisering kan uitgroei-en. Digitale televisie is een hot topic, maar staat in België nog in de kinderschoenen. Het is daar-om dat waardevolle casestudies steeds weer uit het buitenland aangehaald worden. Dezecasestudies zijn vaak niet toepasbaar op de Belgische situatie en de gegevens die verwerktworden niet representatief voor België.Met de digitale conversie voor de deur, waarbij een hele hoop nieuwe zenders meedingen omde aandacht van de consument, gaat de fragmentatie van het televisielandschap verder. Dezevoor België nieuwe ontwikkelingen leek mij interessant om verder te onderzoeken. Dit leidde tot de volgende centrale onderzoeksvraag waarrond ik heb gewerkt: “Wat wordt verstaan onder interactiviteit op digitale televisie en welke veranderingenbrengt dit met zich mee in de beleving van televisie”

Het doel van dit onderzoek is digitale televisie met zijn mogelijkheden te onderzoeken en ditbinnen het huidige Belgische landschap. Ik tracht te achterhalen hoe de beleving van de kij-ker kan wijzigen door digitale televisie. Welke nieuwe mogelijkheden worden aangeboord en

2

Page 7: Thesis-Johan-Van-Hove

of de verwachtingen van de consument aansluiten op het aanbod van de “producent”.Met mijn onderzoek tracht ik te achterhalen of de televisiecultuur, de kijkers én de mediaklaar zijn voor deze digitale en tevens ook nieuwe manier om televisie te beleven. Ik bekijk onder andere de sociale implicaties, maar ook de aanvaardingsfactoren en de media-context waarin dit nieuwe medium zich ontwikkelt.

3

Page 8: Thesis-Johan-Van-Hove

Om te achterhalen wat verstaan wordt onder interactieve digitale televisie en welke veranderingendit met zich meebrengt heb ik beroep gedaan op deskresearch-literatuurstudie, een expertonder-zoek en een (potentiële) gebruikersenquête.Aan de hand van voornamelijk buitenlandse auteurs heb ik mij een beeld kunnen vormen vanmijn onderzoeksdomein: de digitale televisie.Boeken over media en cultuurstudies, productieproces , waardeketen, inkomstenmodellen,…werden geraadpleegd om een globaal beeld te vormen over hoe digitale interactieve televisieer kan uitzien. Veel informatie was afkomstig uit landen met een verschillende, demografi-sche, culturele en/of historische beginsituatie waardoor de beschreven toepassingen en ser-vices niet op maat waren voor de Belgische markt. Om deze gegevens uit de literatuurstudiein een Belgische context te plaatsen was het nodig om informatie van lokale experten in tezamelen.

ExpertonderzoekOm er zeker van te zijn dat iedereen op eenzelfde lijn zit betreft de opvatting van een expert-onderzoek, wordt expertonderzoek nader gedefinieerd. Een expertonderzoek bestaat erin om experts binnen het onderzoeksdomein een vragenlijst telaten beantwoorden. “Het is een onderzoek waarin expertinterviews worden gehouden met deskundigen op het betreffendeterrein, zoals wetenschappers (hoogleraren), functionarissen van overkoepelende organisaties en direc-tieleden of technici van grote bedrijven. Met hen wordt niet zozeer gesproken over wat hun organisatiedoet en vindt, maar over wat zij van de bedrijfstak weten en wat hun inschattingen zijn voor het vraag-stuk dat wordt onderzocht. “ [1]

Mijn expertonderzoek baseerde zich op de structuur van het Delphi onderzoek. Volgens debezieler van dit type onderzoek, François Hetmann, bestaat de methode ‘uit een iteratief pro-ces dat een anonieme weergave toelaat van een geheel van oordelen geuit door geïnformeerde personen,oordelen die naderhand onderworpen worden aan een herevaluatie’.[2]

Via het netwerk van Flanders Multimediavalley en Medianet Vlaanderen vond ik verschil-lende Belgische multimedia professionals die bereid waren om mijn onderzoek te ondersteu-nen. Om alle facetten aanbod te laten komen werden personen aangezocht representatiefvoor de verschillende sectoren van de mediawereld (broadcaster, contentprovider, marke-ting, academici,..).

Steven Verbruggen: Multimedia professional (These Days)Klaas Hoogerwaard: CEO/ creative producer (Cube New Media)

4

Page 9: Thesis-Johan-Van-Hove

Stijn Deweer, Business Development Manager (Cronos/Calibrate)Erik Dejonghe: Docent nieuwe communicatietechnologie, (Universiteit Gent), Peter Mechels: Pionier IDTV, gastdocent MediaLab Helsinki (ZooomTV) Contactpersoon VTMContactpersoon VRT

Een samenvatting van deze bevindingen kan u vinden in bijlage 1Onderstaande vragenlijst heb ik gebruikt tijdens mijn expertonderzoek. Deze vragenlijst isonderverdeeld in 5 thema’s. De thema’s zijn: definitie, uses and gratifications, Sociale behoef-ten, levensloop nieuwe media, verzoening levensloop en uses and gratifications.Het doel van deze vragenlijst was diepgaande meningen en persoonlijke overtuigingen vanverschillende experten te achterhalen. Door voornamelijk open vragen te stellen werd ergetracht om naast antwoord ook persoonlijke verzuchtingen of provocerende stellingen tebekomen. De vragenlijst werd dan ook voorgelegd tijdens een individueel mondelinggesprek. Waar nodig werd de vraag verder geïllustreerd door een voorbeeld.

Definitie

Wat is IDTV voor jou?

Welke veranderingen zijn er ten opzichte van traditionele televisie?

Op welke tekortkomingen van klassieke televisie reageert IDTV?

Is IDTV een poging om de kijker terug actief televisie te laten beleven.

Is televisie nu meer dan vroeger wallpaper?

Hoe zal de beleving van de televisiekijker veranderen? Zal de kijker bijvoorbeeld bereid zijn om zijn

passieve status op te geven?

Uses and gratifications:De benadering stelt dat gebruik van massamedia grotendeels

gericht is op behoeftebevrediging. Een actieve ontvanger bepaalt door verschillend

mediagebruik mede de impact van de media. (De Boer en Brennecke 1995)

Welke behoeften bevredigt IDTV?

Wiens behoeften bevredigt IDTV?

technologische sector => innovatie, verdere digitalisering

de gebruiker: nood aan interactiviteit behoefte aan interactiviteit,....

Verzoening levensloop en uses and gratifications

Als je kijkt naar de gebruikersbehoeften die IDTV kan bevredigen en het traject van aanvaarding van

een nieuwe technologie: welk traject moet de gebruiker idealiter doorlopen?

Op welke manieren kan ik in de huidige situatie reeds interactief mijn televisie bekijken?

Zou de adaptatie van de technologie versneld worden als telenet / belgacom / overheid opleidingen

zouden aanbieden?

5

Page 10: Thesis-Johan-Van-Hove

Op welke manieren kan je het kijkcomfort voor de consument verhogen. Is IDTV een manier

waarop dit gebeurt?

Bevredigt IDTV niet dezelfde behoeften als het internet?

Indien ja. Ziet u IDTV en internet als twee concurrerende media?

Is dat een probleem?

Is het mogelijk dat er convergentie tussen deze twee technologieën zal optreden en er éen inter-

actief medium zal onstaan?

Sociale behoefte

Er is een verschuiving opgetreden van televisie als massamediumnaar televisie als een geperso-

naliseerd medium. Heeft dit invloed op de sociale aard van het televisiekijken?

Welke weerslag heeft dit op bv het gezin?

Of zijn er zelfs bredere maatschappelijke repercussies (micro en macro sociale context)

Illustratie : De PVR geeft de mogelijk om programma’s te bekijken op diverse tijdstippen. Zal de

“televisie-smalltalk” waarop bijvoorbeeld De Mol teerde wegvallen vermits we op diverse tijd-

stippen het programma bekijken?

Hoe is de sociale aard van televisie geëvolueerd de laatste 50 jaar?

Levensloop van nieuwe media

Media hebben een critical mass nodig. Zo ook IDTV. Wat heeft IDTV nodig om die te bereiken?

Wat is de factor die mensen over de streep haalt?

Welke argumenten worden nu door marketeers gebruikt?

Bent u het eens dat zolang er geen critical mass bereikt wordt, IDTV eerder een marketingverhaal

is waarin het interactieve luik wordt uitgespeeld?

Verzoening levensloop en uses and gratifications

Als je kijkt naar de gebruikersbehoeften die IDTV kan bevredigen en het traject van aanvaarding

van een nieuwe technologie: welk traject moet de gebruiker idealiter doorlopen?

Op welke manieren kan ik in de huidige situatie reeds interactief mijn televisie bekijken?

Zou de adaptatie van de technologie versneld worden als telenet / belgacom / overheid oplei-

dingen zouden aanbieden?

Op welke manieren kan je het kijkcomfort voor de consument verhogen. Is IDTV een manier

waarop dit gebeurt?

6

Page 11: Thesis-Johan-Van-Hove

Enquête Het Hoger Instituut voor integrale productontwikkeling Antwerpen lanceerde eind novem-ber 2005 een enquête rond IDTV. “Met deze enquête verlangen de studenten en hun begeleiderszoveel mogelijk informatie te verzamelen om een duidelijk beeld te krijgen van het televisiekijkendepubliek.”De opdracht tot het onderzoek werd geformuleerd vanuit de docenten van de vakkenConsumentengedrag en Marktonderzoek - opleidingsonderdelen van het 1ste masterjaarProductontwikkeling. Op deze omvangrijke enquête van plusminus 800 entries heb ik mijn kwantitatief onderzoekgebaseerd. De verwerking van deze enquête heb ik zelf gedaan. De respondenten waren zowel mensen die reeds IDTV (25%) hadden en potentiële gebrui-kers. ”Voor de bevraging van de niet-gebruikers werd gebruik gemaakt van een quota-steekproef waar-bij studenten binnen het kader van de vooropgestelde verhoudingen naar represenativiteit voorgeslacht, leeftijd, beroepscategorie zelf op zoek gingen naar respondenten. Voor het bereiken van gebrui-kers, werd een oproep gelanceerd op een aantal internetforums met link naar de enquête”1

ProjectAls validatie van mijn onderzoek geef ik in eerste instantie professionals en later de "gewone"man een virtuele plaats om verder te debatteren. Enkele van de conclusies van mijn onder-zoek, stellingen of provocerende quotes van mijn contactpersonen dienen hier als uitgangs-punt.De laatste stap van mijn Delphi onderzoek, namelijk de herevaluatie door de contactpersonen,vindt ook hier plaats. Ik bied verschillende partijen binnen de professionele wereld een plaats aan waar gediscussi-eerd kan worden. Een plaats die kan groeien. Ik streef naar een online medium waar kwali-teit wordt behaald. Het verloop van dit project wordt neergeschreven in een projectbundel.

Deze bundel wordt aan de promotoren en jury voorgelegd met de verdediging. Het isessentieel dat mijn project evolueert de volgende twee weken.

1 Mia Cornelis verantwoordelijke IDTV onderzoek

7

Page 12: Thesis-Johan-Van-Hove

8

Page 13: Thesis-Johan-Van-Hove

Het lijkt alsof we aan het einde zijn gekomen van een analoge wereld. Doorheen de jaren isde meeste elektronica van analoog naar digitaal geconverteerd. Dit alles was enkel mogelijkdoor de ontwikkeling van de microprocessor. Deze microprocessorchip is het kloppende hartvan vele elektronische apparaten. Ondertussen zijn digitale apparaten in onze samenlevingingeburgerd. We staan er ook niet bij stil of een apparaat nu digitaal of analoog werkt. Doordeze digitale (r)evolutie zijn vele producten onder een andere vorm op de markt gekomen.Eén van de duidelijkste voorbeelden is de thermometer. Het kwikbuisje lijkt nostalgie, maarde digitale versie is toch nog niet de alleenheerser. Het loslaten van iets vertrouwd enbetrouwbaar is voor sommigen niet weggelegd. Zelfs al gaat het om een thermometer. Het radiomedium is reeds gedigitaliseerd en je kan DAB (digital audio broadcasting) inVlaanderen ontvangen sinds 2003. Ook de eerste experimenten met digitale kranten zijnvolop bezig. De traditionele vormen van massamedia worden stilaan omgevormd.Nu is detelevisie aan de beurt. Het lijkt logisch dat televisie ook deze conversie doormaakt.

1.:Digitale televisieDe televisie die de consumenten nu ontvangen is er één via de lucht, met een antenne (klas-siek of schotel ) of via de kabel met een rechtstreekse verbinding naar het toestel. Dat is “ana-loge” tv. Analoge tv-signalen hebben veel plaats op de kabel nodig om verzonden te wordenen vreten energie. De maximale kwaliteit ervan is al lang bereikt. Digitale tv maakt daarkomaf mee. Het signaal wordt verstuurd via de kabel of satelliet als een reeks ééntjes en nul-len die in de decoder vertaald worden naar uw analoge tv, want die verstaat noggeen digitale taal. [3]

We spreken dus wel van digitale televisie, maar het signaal dat in ons televisietoestel bin-nengaat is nog steeds analoog. Het signaal komt digitaal de huiskamer binnen, maar wordtin een set-top box omgezet naar analoog, vlak voor het via een SCART-kabel het televisie-toestel ingaat. Deze conversie van digitaal naar analoog is niet altijd noodzakelijk. Er zijnreeds dure LCD televisies die het digitaal signaal rechtstreeks kunnen ontvangen. Deze tele-visietoestellen zijn echter nog zeer schaars.

De kwaliteit van de eerder aangehaalde set-top box is een bepalende factor voor de televisieervaring. Momenteel is de verwerkingskracht (processingpower) van de eerste generatie set-top boxen nog laag. Dit brengt met zich mee dat digitale toepassingen vaak lang moetenladen. Lange wachttijden moeten vermeden worden bij digitale televisie. Omdat er tussen deconsumenten veel internet breedbandgebruikers zullen zitten, moeten we hier extra rekeningmee houden. Consumenten zijn het niet meer gewoon om lang te wachten op hun content.Robert Miller deed een gebruikersonderzoek in de late jaren 1960 dat vandaag nog steeds rele-vant geacht wordt. Robert Miller keek in “The Miller Response-Time Test” naar welke effectenrespons- of wachttijden hadden op het gedrag van computergebruikers. We definiëren res-

9

Page 14: Thesis-Johan-Van-Hove

ponstijd als de tijd die nodig is om het gewenste resultaat te bekomen, nadat een gebruikereen knop had ingedrukt.

Wanneer de responstijd minder dan 0,1 seconde bedraagt, hebben de gebruikers hetgevoel dat het systeem direct reageert en dat ze gebeurtenissen manipuleren.

Wanneer de responstijd minder dan 1 seconde bedraagt, geeft het de perceptie aan degebruikers dat het proces vlot gaat. De vertraging wordt opgemerkt, maar wordt niet negatiefervaren en de gebruikers hebben het gevoel direct met het systeem te werken.

Wanneer de responstijd minder dan 10 seconde bedraagt, kunnen ze nog net hun aan-dacht bij het gebeuren houden. Wanneer deze 10 seconden overschreden worden, gaan degebruikers iets anders doen.

1.1.Beeld- en geluidskwaliteitEen betere beeld-, en geluidskwaliteit wordt vaak aangehaald als een enorm pluspunt vandigitale televisie. Een voordeel van digitale transmissie is dat ze zeer robuust is. Dit houdt indat ze minder gevoelig is voor ruis. Hoe verder analoge en digitale signalen van de transmit-ter verwijderd zijn hoe meer ze afzwakken. Maar door dit robuuste karakter van het digitalesignaal is deze minder onderhevig aan ruis. Met als gevolg dat de digitale kwaliteit beter is.Het Belgische kabelsignaal is van hoogstaande kwaliteit. Doorgaans ervaren we uitzendin-gen zonder ruis. Toch zal de sporadische ruis en gebrekkige geluidskwaliteit via een digitaalsignaal tot het verleden horen. Wanneer je echter het maximale uit je televisiebeleving wilhalen, kan je opteren voor High Definition Television (HDTV)

Deze hoge definitie televisie zal een meerwaarde geven aan televisie kijken. Door de superi-eure kwaliteit van het beeld lijkt het alsof je door een venster kijkt.Jammer genoeg staat HDTV nog in de kinderschoenen in Europa, maar geleidelijk aan wordtdeze nieuwe technologie meer gebruikt. Er zijn nog maar weinig kanalen die al uitzenden inHigh Definition en ook de speciale High Definition set-topboxen die je nodig hebt zijn nogniet wijd verspreid. In de zomer van 2006 wordt het WK voetbal in Duitsland in HD versla-gen. Ook VTM en VRT starten in de nabije toekomst met uitzendingen in HighDefinition.Voor mijn VMMA contactpersoon is dé killerapplicatie dan ook High Definitiontelevisie.

1.2.AanbodWat verkondigd wordt als het grote pluspunt van IDTV is de toename van het aantal kana-len. Door het digitale signaal , of beter gezegd de compressie ervan, is het mogelijk om meerzenders aan te bieden via dezelfde kabel.Compressie zorgt er namelijk voor dat door bepaalde algoritmes digitale signalen verkleindkunnen worden. Dit heeft tot gevolg dat een digitaal signaal minder plaats zal innemen daneen analoog signaal. Doordat er meer digitale signalen op dezelfde bandbreedte kunnen is het

10

Page 15: Thesis-Johan-Van-Hove

aanbod aanzienlijk gegroeid. "Eén analoog televisiesignaal gebruikt op de kabel evenveel ruimte alsacht digitale signalen" dit schrijft Chris Van Roey in zijn bundel "Interactieve digitale Televisie inVlaanderen: voor de technisch geïnteresseerde televisiekijker en de creatieve adverteerder,2005" In welke mate dit aanbod gegroeid is, kan ik het best illustreren met het programma aanbodvan zowel Telenet als Belgacom. Op hun website biedt Telenet een vergelijkende tabel tussenhun analoog en digitaal aanbod aan. Merk op dat sommige extra zenders betalend zijn ofenkel aangeboden worden in digitale kwaliteit.

bron: website telenet

11

Page 16: Thesis-Johan-Van-Hove

Uiteraard is het mogelijk om de signalen meer te comprimeren zodanig dat ze nog minderplaats (bandbreedte) innemen. Mijn contactpersoon binnen VMMA vertelde me dat de com-pressie van 1 analoog signaal voor 8 digitale signalen de norm is. Wanneer er een compressiegehanteerd wordt die hoger is dan 1/8 , zal dit het beeld vervormen. Hij waarschuwde voorovercompressie door te zeggen dat de digitale kwaliteit niet noodzakelijk hoger ligt. "Het kanzijn dat de beeldkwaliteit zo kapot gecompreseerd is dat je beter analoge televisie kijkt."De compressietechniek heeft weliswaar reeds een lange evolutie doorlopen. Deze evolutie iszeer technisch en het lijkt me niet noodzakelijk voor mijn onderzoek om dit uitvoeriger tebehandelen. Omtrent dit domein is er veel specifieke vakliteratuur. Mark Gawlinski bespreektin zijn boek:"Interactive Television Production, 2005" deze techniek uitvoerig.Het is een gegeven dat kwaliteit, compressie en aanbod onlosmakelijk met elkaar verbondenzijn. Ze beïnvloeden elkaar en worden steeds in verband met elkaar gebracht. Om een duide-lijk voorbeeld te geven dat compressie en kwaliteit geen zwart-wit kwestie is haal ik volgendvoorbeeld aan.Sporadisch treden er artefacten in het beeld op door toedoen van een te hoge compressie.Onder artefacten verstaan we digitale verschijnselen. Wanneer het signaal te zwak wordtbevriezen of schokken de beelden. Er ontstaan "blokjes" bij snel bewegende onderwerpen enin het slechtste geval af en toe een zwart beeldscherm. De kwaliteit is naar beneden gehaalddoor een overcompressie. De ontwikkeling van bovenstaande technieken kregen een extra stimulans onder de vorm vaneen Europese richtlijn: "Een richtlijn van de Europese commissie spoort de lidstaten aan om het ana-loge signaal tegen 2012 te laten verdwijnen. De richtlijn is specifiek voor digitale televisie via de anten-ne. In België zal die richtlijn geen enorme impact hebben: bijna 95 procent van de Belgen kijkt via dekabel." [4]

Uit voorgaande blijkt dat digitale televisie vooral het kijkcomfort (geluid-, en beeldkwaliteit)en het aanbod, buiten in enkele uitzonderingen, moet verhogen. Een belangrijk punt dat nogniet aanbod kwam is de expliciete interactiviteit die mogelijk gemaakt wordt door het digi-tale terugkoppelingssignaal.

12

Page 17: Thesis-Johan-Van-Hove

2.:InteractiviteitVan Daele definieert interactiviteit als wederzijdse beïnvloeding. Dit is weliswaar een zeerduidelijke maar tevens ook zeer ruime definitie van een complex begrip. Vermits ik veelvul-dig gebruik maak van de term interactieve (digitale) televisie, lijkt het mij opportuun om uitte diepen wat de theorie definieert als zijnde interactiviteit in deze context. Om dit te kunnen doen ga ik eerst kort een theoretisch kader schetsen waarin het concept vaninteractiviteit wordt geduid. Ik heb me gebaseerd op een beperkte greep uit interactiemodel-len en definities vermits deze materie vrij omvangrijk is.

De betekenis van het woord interactiviteit hangt onlosmakelijk vast met de context waarin hetwoord gebruikt wordt. Interactiviteit neemt vele betekenissen aan afhankelijk van het studie-veld. 2 Ik focus me niet op het traditionele interactiemodel tussen twee mensen en hun maniervan interacteren. Ik bekijk interactiviteit als een wisselwerking tussen mens en machine en inhet bijzonder tussen de kijker en zijn televisietoestel.

Doorheen mijn literatuurstudie ben ik tal van definities tegengekomen die een poging dedenom het interactieve op televisie te definiëren. Vaak werd er geen onderscheid gemaakt tusseninteractieve digitale televisie (IDTV) en interactieve televisie (ITV). Het kwam vaak over alsofje enkel interactiviteit kan beleven indien je via een digitaal signaal televisie kijkt. In de onderstaande bespreking van de verschillende definities heb ik er wel voor gekozen eenduidelijk onderscheid gemaakt tussen interactie op traditionele televisie, dus via het analogesignaal, en die via een digitaal signaal.Jensen en Toscan [5] “In a negatively defined demarcation, interactive television (ITV) can be under-stood as TV, which requires more of the user than the traditional turn-on-zap-and-turn-off interactionand the conventional cognitive (and social ) interaction between the presented text and the viewer’s abi-lity to make sense of what is seen – ie the purely interpretive interaction.” definiëren InteractiveTelevision (ITV) door een denkbeeldige lijn te trekken. Alles wat voor deze scheidingslijnvoorkomt beantwoordt volgens hen niet aan ITV. Alles wat na de scheidingslijn komt wordt voor hen wel vervat in het begip ITV.Concreet wil dit zeggen dat zodra televisie kijken meer wordt dan het registreren en ver-werken van de inhoud zij spreken van interactieve televisie.

Mark Gawlinski formuleert in zijn boek Interactive television production, (2003) in heldere woor-den wat hij verstaat onder interactieve televisie: “interactive television can be defined asANYTHING that lets the television viewer or viewers and the people making the channel, programmeor service engage in a dialogue. More especially, it can be defined as a dialogue that takes the viewersbeyond the passive experience of watching and lets them make choices and take actions-even if the acti-on is as simple as filling in a postcard and poppin git into the mail.” Mark Gawlinski’s definitie is

13

Page 18: Thesis-Johan-Van-Hove

minder open dan die van Jensen en Toscan omdat er volgens Gawlinski slechts sprake kanzijn van ITV wanneer de kijker wordt aangezet tot dialoog en respons. Deze respons kan hetversturen van een simpele briefkaart zijn. Uit beide definities valt duidelijk op te maken dat er hier geen digitaal signaal nodig is ominteractieve televisie te beleven. Van zodra je een digitaal signaal toevoegt aan de interactivi-teit en het dus over interactive digitale televisie gaat (IDTV) hanteren de auteurs veel engeredefinities. De eisen die gesteld worden aan de interactiviteit worden veel strikter. Dit wordt geïllustreerd door de definitie van Jensen en Toscan. [5] “Interactive TV can be consi-dered a new form of television that also relies upon actual, physical interaction in the form of choices,decisions and communicative input to the system. Thus making it possible for the viewer to interactwith the medium in such a way that he or she gains control over what to watch, when to watch and howto watch, as well as having the opportunity actively and directly participate in a program or it’s crea-tion.” Deze definitie duidt aan dat interactieve televisie nog vele verschillende facetten kanhebben maar dat nu controle over wat men te zien krijgt en zelfs directe interactie met het sys-teem belangrijk zijn. Het sturen van een postkaart als reactie op een uitzending voldoet nuniet meer aan de eisen die aan interactiviteit gesteld worden.De definitie van Margaritha Pagani [6] gaat nog en een stapje verder en verengt de definitie totdie acties die gebruik maken van het digitale returnkanaal. “Interactive digital television can bedefined as the result of the process of convergence between television and new interactive digital tech-nologies. Interactive television is basically domestic television boosted by interactive functions that areusually supplied trough a back channel and/or a modern terminal. The distinctive feature of interacti-ve television is the possibility that new digital technologies give the user the opportunity to interactwith the content that is offered.” Deze definitie is duidelijk afgelijnd en kan gemakkelijk getoetst worden aan bestaande pro-gramma’s en services. Van interactiviteit voor digitale televisie kan je, volgens Pagani, enkelspreken wanneer er een returnchannel is. Dit wil zeggen dat de kijker de mogelijkheid heeftom signalen terug te sturen naar de bron vanwaar het originele signaal is vertrokken.Programma’s die in essentie interactief zijn, hebben dus een “two-way channel”. In verbandhiermee spreekt men ook diffuse of interactieve systemen.

Diffuse kanalen zijn kanalen waar er maar een enkelvoudige datastroom is. De ser-ver zendt een digitaal signaal dat gedecodeerd wordt en tot de kijker komt. Hier spreken wevan downstream.

Interactieve kanalen hebben dus een returnchannel. Dit houdt in dat de gebruikerdata via een upstream naar de bron kan zenden. Uiteraard zal de kwaliteit van interactiviteitzich vertalen in de reactietijd en returnchannelband. Dit is jammer, omdat het succes van interactiviteit momenteel nog grotendeels wordt afge-toetst aan technische maatstaven zoals de responstijd.

Indirecte interactieve systemen: als de responstijd een aanvaardbare vertraging is.Directe interactieve systemen: als de responstijd heel klein is of onbestaand.

2 Dit concept heet multidiscursiviteit en het woord kan verschillende betekenissen en connotaties hebben naargelang het dis-cour

14

Page 19: Thesis-Johan-Van-Hove

Wat is een aanvaardbare vertraging? Wordt een wachttijd van 15 seconden hetzelfde geperci-pieerd door een breedband internet gebruiker als door een thuisgebruiker. Ik vermoed vanniet en dus moet er gestreefd worden naar een aanvaardbare vertraging voor de meest kriti-sche gebruiker.Als de bovenstaande definities van interactiviteit met elkaar worden vergeleken, kunnen zeals volgt schematisch worden weergeven naargelang het gebied dat ze omvatten.

Jensen en Toscan ITV

Jensen en Toscan IDTV

Gawlinski Pagani

ANALOOG DIGITAAL

15

Page 20: Thesis-Johan-Van-Hove

3.:Vergelijking van interactiviteit tussen verschillende media.Reeds in 1987 heeft Everett M. Rogers een simpele schaal gemaakt waarop je technologieënkan rangschikken volgens hun mate van interactiviteit. Deze schaal is een continuüm vanlage tot hoge interactiviteit.

Wat opvalt aan dit continuüm is dat de indeling gebeurd is volgens de mate van feedbacknaar de gebruiker, de mate waarin het systeem terugspreekt. Het antwoord op de input vande gebruiker bepaalt hier de plaats op de schaal.

Bij de media met lage interactiviteitsgraad zal je geen direct returnpath terugvinden.De kritiek die vaak aangehaald wordt bij zulke classificaties is dat de doelen van de interacti-viteit niet hetzelfde zijn en ze dus moeilijk met elkaar vergeleken kunnen worden. Het model van Rogers is misschien wel wat te simpel voor de hedendaagse mogelijkheden.

In tegenstelling tot Rogers die een 1-dimensioneel model heeft gemaakt, heeft Jonathan Steuer[7] een 2-dimensioneel model gehanteerd.

(bron:the art of human-computer interface design,2001)

bron:”Selected communication technologies on an interactivity continuüm,1987)

16

Page 21: Thesis-Johan-Van-Hove

Volgende twee parameters werden gebruikt.Vividness: “the ability of a technology to produce a sensorially rich mediated environ-

ment”Interactivity: “the degree to which users of a medium can influence the form or con-

tent of the mediated environment.”

Een nog uitgebreider en iets complexer model is dat van Brenda Laurel [8] die zegt dat inter-activiteit bestaat uit een continuüm dat gekarakteriseerd kan worden door 3 variabelen.

Frequency: “how often you could interact”Range: “how many choices were available”Significance: “how much the choices really affected matters”

Gebaseerd op deze 3 parameters zal een service met lage interactiviteit een service zijn waarde gebruiker: zelden kan of mag participeren, weinig keuzes wordt aangeboden, de aangebo-den keuzes slechts in geringe mate kan beïnvloeden.Bij het tegenovergestelde kan je spreken van een hoge interactiviteitsgraad. De gebruikerkan en mag dikwijls participeren en er worden tal van opties en keuzemogelijkheden aange-boden die impact zullen hebben op de globale uitkomst.

Tot slot haal ik nog één model aan dat gevormd is met alle vorige modellen in het achter-hoofd. Volgens mij is dit model dan ook het meest vooruitziend en van toepassing op nieuwetechnologieën.Het model van Jensen [9] bestaat uit 4 dimensies:

transmissional interactivity: De gebruiker kan kiezen uit een continue stroom vaninformatie. Deze stroom is one-way en er is dus geen returnpath aanwezig. Dit impliceert datde gebruiker geen input kan geven.

consultational interactivity: De mogelijkheid bestaat erin om te kiezen uit bestaandecontent. Er is een returnpath aanwezig.

conversational interactivity: Er is een mogelijkheid om de gebruiker gegevens te latenproduceren (produce and input) in een two-way media systeem.

registrational interactivity: Gebruikersinformatie kan geregistreerd en onthoudenworden. Deze informatie kan aangepast worden aan de veranderende noden en wensen vande gebruiker. Deze verandering kan enerzijds ingegeven zijn door de gebruiker of anderzijdsautomatisch door het systeem zijn doorgevoerd.

17

Page 22: Thesis-Johan-Van-Hove

IllustratieVideo-On-Demand, een interactieve dienst die het mogelijk maakt om tegen betaling filmsop aanvraag te bekijken via je TV, omvat van 3 vormen van interactiviteit zoals beschrevenin “ the cube of interactivity” namelijk:

° conversational interactivity: er is weinig of geen mogelijkheid tot het geven van eigeninput van data die opgeslagen of weergegeven wordt.° selectional/consulting interactivity: je kan zelf een film kiezen de digitale videorecor-

der beheren –pauze, spoelen,…° registrational interactivity: er is geen intelligentie van het videosysteem (als er cookies

zouden geïmplementeerd worden die voorstellen op basis van voorkeuren van de bezoe-kers zouden kunnen weergeven, dan was er hier wel sprake van registrational interactivi-ty) (bron: Niels Hendrickx, 2006)

18

Page 23: Thesis-Johan-Van-Hove

4.:Toepassingen van Digitale Interactieve TVEr bestaat heel wat verwarring over het verschil tussen interactiviteit, interactieve televisie-diensten, interactieve content en enhanced televisie. Daarom wordt de classificatie van Prof.Dejonghe gehanteerd om de vele verschillende toepassingen van IDTV onder te verdelen: Diensten via interactieve televisie waar de gebruiker via “twee-weg-communicatie” beslissin-gen maakt en vervolgens vervalt de gebruiker terug in lineair televisie kijken.Interactieve televisiecontent waarbij de gebruiker de mogelijkheid heeft om de programmainhoud of structuur te controleren.Enhanced televisie is een vormm van gesimuleerde interactiviteit waarbij de kijker de percep-tie heeft dat hij invloed uitoefent. Hierbij wordt echter geen gebruik gemaakt van “twee-weg-communicatie”.

Op deze manier is het mogelijk om alle gekende toepassingen onder te brengen in éen vandeze drie categorieën.

4.1.Interactieve diensten:internetdiensten

Deze services zijn toegankelijk op elk moment van de dag ongeacht de programmatie. Veelvan deze services zijn dezelfde als diegene die je op het internet kan raadplegen. Er wordtgetracht om bepaalde content die voordien enkel online beschikbaar was nu ook op tv aan tebieden. veel van deze services dienen dus eerder om het gebruiksgemak van de consument teverhogen. Onderstaande toepassing is een goed voorbeeld van een dienst die zich van hetinternet als platform ook naar IDTV verplaatst.

”Wie digitaal tv-kijkt met een Telenet Digibox of Digirecorder kan voortaan de dienstregeling raad-plegen via zijn televisiescherm.”[10]

(bron:website telenet)

19

Page 24: Thesis-Johan-Van-Hove

Vacature heeft ook een koppeling gemaakt tussen zijn online activiteit en die op IDTV. Het isnu ook mogelijk om alle vacatures op de televisie te raadplegen.De eerste van deze soort internetdiensten zijn gelanceerd, maar zijn tot op heden zeer schaars.De mogelijkheden die daar liggen zijn enorm.

Een van de internet services waar veel van verwacht wordt, is de e-mail functie. Dit ismomenteel nog ondermaats uitgewerkt en is nogal stuntelig en kunnen zeker concurrerenmet de klassieke mail.

Electronische programma gids: (EPG)IDTV brengt een handige interactieve TV-gids of EPG op het televisiescherm waar alle pro-gramma’s van alle zenders overzichtelijk in weergegeven worden. Het is mogelijk om meteen simpele druk op een toets van de afstandsbediening informatie over een bepaald pro-gramma op te vragen.Deze EPG is voor veel mensen dan ook een IDTV Must-have. Met het groeiende aanbod aankanalen is het een zeer handige tool. De functionaliteiten van de EPG’s kunnen in Belgiënog sterk uitgebreid worden. Zo denk ik aan de Now-next boxes, die een al dan niet semi-transparante layer over het beeld leggen, en aanduiden wat er volgt op een bepaald kanaal.

Digitale Teletext service(DIGITEXT)De digitale teletext is veel verbeterd ten opzichte van de analoge. Niet langer is teletext eenverzameling van cryptische pagina’s en pixelart-achtige grafiek. Er kunnen nu ook foto’sgeïntegreerd worden. Dit is alvast wat de theorie me vertelt. In praktijk blijkt deze digitextgeen topprioriteit want enkel VIJFtv heeft sinds kort digitext. “Digitale kijkers van VIJFtv kunnen voortaan met de afstandsbediening Sudoku, Icecubes (Tetris) enbinnenkort ook Solitaire spelen. Dat is een primeur in België. In de UK, waar 70 % van de huisgezin-

(bron: website telenet)

20

Page 25: Thesis-Johan-Van-Hove

nen digitaal televisie kijkt, blijkt dat spelletjes spelen en gokken de meest populaire iDTV applicatie is,naast kijken ‘op aanvraag’.” [11]

Video-on-demand (VOD) & near-video-on-demand (NVOD)Als je deze service bekijkt vanuit het perspectief van de kijker, vervult deze dezelfde dienstals een videotheek. Video on demand geeft de kijker de macht om allerlei soorten program-ma’s op een willekeurig tijdstip te bekijken. Deze service wordt aangeboden tegen een ver-goeding. Video on-demand wordt door veel experten de killer applicatie van IDTVgenoemd. NVOD geeft de kijkers niet de mogelijkheid om het uitzenduur zelf te kiezen. De aanbiederspeelt dezelfde content op verschillende zenders met een kleine tijdsinterval tussen. Dit tijd-sinterval hangt af van de populariteit van het programma. Op deze manier moeten kijkersniet te lang wachten.

Persoonlijke video recorders (PVR)De persoonlijke videorecorder is de verdere evolutie van de videorecorder. Er wordt nietlanger opgenomen op cassettebanden, maar direct op de set-top box. Het grote voordeel vandeze PVR is dat ze simultaan kunnen afspelen en opnemen. Daarnaast kan de PVR ookgebruikt worden om een live programma op te nemen. Wanneer een kijker iets haalt om tedrinken kan hij de PVR de show laten opnemen op de achtergrond.De gebruikers van IDTV beschouwen dit als een zeer belangrijke verrijking voor hun maniervan televisiekijken.

4.2.Interactieve televisiecontentTelevisieprogramma’s waar de kijker zelf het plotverloop kan bepalen of echt zelf het verhaalstuurt, zijn nog in een experimentele fase. Jammer genoeg heb ik ook geen buitenlandse voor-beelden gevonden die deze spannende vorm interactiviteit illustreren.

4.3.Enhanced TelevisieCunningham definieert dit als “Enhanced television is the name given to interactivity broadcastconcurrent with or following on from a scheduled program.”Het is een toepassing waar extra informatie opgeroepen kan worden die niet zichtbaar is inhet gewone lineaire programma. Deze informatie kan parallel aan het lineaire programmadoorgestuurd worden en de kijker “zapt” er als het ware naar toe. Voor dit soort interactivi-teit heeft de kijker geen retourkanaal nodig; hij interageert met de toepassing op de set-topbox en het programma dat er op dat ogenblik loopt. [12]

21

Page 26: Thesis-Johan-Van-Hove

De eerste enhanced TV projecten werden ontwikkeld voor reality programma’s The Block enHuizenjacht. Deze applicaties dienden in de eerste plaats om extra informatie over de kandi-daten of de huizen op te vragen. Deze programma’s maakten gebruik van een walled gardenomgeving. [13]

Een walled garden is een programma formaat waarbij het TV beeld doorgaans in een deel vanhet scherm getoond wordt. Daarnaast wordt er extra informatie rond het programma beschik-baar gesteld. Dit formaat wordt vaak toegepast voor informatieve en voor ‘koop’ TV kanalen.Walled gardens bieden een afgeschermde en veilige omgeving waarbinnen content aangebo-den wordt.

22

Page 27: Thesis-Johan-Van-Hove

5.:Resultaten en Discussie Zoals reeds besproken in het hoofdstuk methoden en materialen zijn een literatuurstudie-deskresearch, expertonderzoek en een gebruikersenquête aangewend als methoden om waar-devolle input te verzamelen voor dit onderzoek. Ik heb gekozen om het expertonderzoek persoonlijk af te nemen. Hierdoor was het mogelijkmeer informatie te vergaren dan wanneer dit per e-mail zou gebeuren. Via een semi-gestruc-tureerd gesprek werd geantwoord op alle vooropgestelde open vragen . Er werd ook waarde-volle aanvullende randinformatie verkregen die er toe bijdroeg om het onderwerp van ditonderzoek beter te kaderen. De waardevolle informatie die ik in de marge van het “face-to-face” gesprek heb bekomen, zou verloren zijn gegaan via e-mail. Daarnaast zou een e-mailbevraging enkel concrete data opleveren indien de vragen een meer gesloten karakter zoudenhebben. Deze aanpassing zou de opzet van de expertbevraging te veel veranderen. Het openkarakter van de vragen was een essentieel punt in de onderzoeksmethode. Het verkrijgen vande persoonlijke meningen van verschillende professionals was een belangrijke factor.Door literatuurstudies aangevuld met specifieke informatie die verkregen werd via hetexpertonderzoek, heb ik een gefundeerd idee gekregen over wat IDTV nu is en tot wat het kanuitgroeien. Hierbij ben ik op vele omschrijvingen van de term interactiviteit gebotst.In de context van digitale televisie sluit ik mij aan bij de omschrijving gehanteerd door Pagani.In deze definitie spreekt men slechts over interactieve ALS de kijker de mogelijkheid heeft viaeen “return channel” direct met de aangeboden content te interageren.

Een andere methode namelijk de gebruikersenquête dient verder gekaderd te worden om zijnbelang in dit onderzoek kracht bij te zetten. De rol van deze enquête is te verifiëren of contesteren wat sommige experten of boeken mijvertelden. Ik tracht met de enquête na te gaan in welke mate de theoretische benadering, deexpertenopinie en de consumenten op eenzelfde lijn zitten. De enquête waarvan ik de ruwedata heb gebruikt, werd in een andere context dan mijn onderzoek opgesteld. Toch werdbewust geopteerd om geen enquête in eigen beheer te lanceren vermits de kanalen (blogs eninternetfora) waarlangs deze enquête verspreid zou worden reeds enkele weken voordienaangeboord werden. De vrees bestond erin om een lage respons te hebben en een vertekendbeeld te krijgen. Bovendien waren de vraagstelling en vooral diens antwoordmogelijkhedenvan die aard dat ze geïntegreerd konden worden in dit onderzoek. De vragen werden welis-waar niet door mezelf geformuleerd, maar waren voldoende relevant en waardevol om ditonderzoek te ondersteunen.

In eerste instantie werd nagekeken of de consument nu werkelijk zoveel waarde hecht aande door de media en marketing naar voor geschoven voordelen van digitale televisie. Metandere woorden hoe belangrijk vinden de kijkers o.a. het toegenomen aanbod en de verbe-

23

Page 28: Thesis-Johan-Van-Hove

terde kwaliteit. Uit de grafieken die afgeleid zijn uit de gebruikersenquête merken we op dat de consumentdeze aspecten toch cruciaal vindt. De schaal die gehanteerd wordt is er één die gaat vanzeer onbelangrijk (- -) tot zeer belangrijk (+ +).

Wanneer we deze grafieken wat nader bekijken zien we dat de helft van de ondervraagdenhet zenderaanbod belangrijk tot zeer belangrijk vindt. Hoe dit zich gaat vertalen in effectievekijkcijfers is een groot vraagteken. Momenteel hebben de meeste kijkers een uitgebreid zen-deraanbod op analoge televisie. Alhoewel het aanbod kan verschillen per regio worden ergemiddeld gezien rond de 30 zenders aangeboden. Wanneer we kijken naar het marktaandeelvan deze zenders kan je vast stellen dat vijf zenders (VTM-kanaal2, Eén –Canvas,VT4) in 2005een marktaandeel hebben van 70% hebben.

24

Page 29: Thesis-Johan-Van-Hove

Er bestaat een kans dat de operatoren Telenet en Belgacom een deel van het marktaandeel vande grote spelers gaan afsnoepen. Telenet en Belgacom kunnen buitenlandse formats aanko-pen en zo het monopolie van VTM en Eén trachten te breken. Doordat tele-operatoren buiten-landse formats aankopen en internationale groepen gaan toelaten, zal de regionale commer-ciële zender het zeer moeilijk gaan krijgen.Zullen de Belgische commerciële zenders kunnen concurreren met het buitenlands geweld?Als we VMMA moeten geloven zullen ze overleven door hun sterke identiteit en het feit datkijkers zich kunnen identificeren. Natuurlijke moeten de inkomsten volgen en de commerci-ële zenders halen niet meer de cijfers van weleer. Er gaan dan ook geruchten dat VTM verkocht zou worden, ook andere Belgische commerci-ële zenders houden maar met moeite het hoofd boven water.

Meer dan zestig procent van de respondenten vindt de betere beeld- en geluidskwaliteitbelangrijk. We kunnen dus concluderen dat betere beeld-, en geluidskwaliteit als belangrijker gepercipieerd wordt.De consument kijkt met een hoe langer hoe kritischer oog naar het digitale beeld. Wanneerde beeldkwaliteit van bepaalde zenders de wensen over laat, wordt dit druk bediscussieerdop tal van online fora.

25

Page 30: Thesis-Johan-Van-Hove

Volgende quote komt van een gebruiker op een IDTV gebruikersforum.“Eén en ketnet/canvas hebben bij veel beweging veel artefacten

Dit zou kunnen op een te lage bitrate duiden (te sterk gecomprimeerd videomateriaal).

Dit wordt gedaan om bandbreedte te besparen.

Als dit zo is is dit een zeer spijtige zaak ”[13]

Het wordt duidelijk niet geapprecieerd dat zenders aan de beeldkwaliteit inboeten door eenovercompressie te hanteren om zo al dan niet bandbreedte te sparen. Wanneer de consumen-ten digitale televisie in huis halen, verwachten ze ook een betere beeldkwaliteit dan bij analo-ge televisie. Mijn contactpersoon van de VMMA zegt dat dit spijtig genoeg niet altijd het gevalis. “Het kan zijn dat de beeldkwaliteit zo kapot gecompreseerd is dat je beter analoge televisie kijkt.”Ondanks dat de kwaliteit druk bediscussieerd wordt op fora blijkt dat de meerderheid te-vrede is over de beeldkwaliteit.

De consumenten en televisieprofessionals zitten op een zelfde golflengte wat betreft deimpact van het aanbod en de verbeterde kwaliteit. Andere digitale mogelijkheden die mogelijkerwijs een aankoopfactor kunnen zijn, zijn min-der gekend bij het grote publiek. Wanneer er in de gebruikersenquête, aan consumenten dienog geen IDTV hebben, gevraagd wordt naar beslissingsfactoren die de aankoop zou kunnenbeïnvloeden, vallen er enkele zaken op.

26

Page 31: Thesis-Johan-Van-Hove

Zestig procent van de respondenten geeft aan dat ze geen idee hebben waarom ze voor IDTVzouden kiezen. Dit kan duiden op het belangrijke feit dat veel consumenten niet voldoendegeïnformeerd zijn over de mogelijkheden van de digitale diensten. De belangrijkheid van hetaanbod dat in vorige grafiek werd aangetoond, is voor minder dan 10% van de respondenteneen rede om IDTV aan te schaffen. Er is dus een groot verschil tussen wat de mensen belang-rijk vinden als er specifiek naar gevraagd wordt en wat doorweegt als verkooppunt. Dit is ookte merken bij de interactieve diensten waarvan er sommige (EPG, VOD, NVOD) belangrijkworden geacht, maar geen beslissingsfactor zijn.

Als we de resultaten van de enquête i.v.m. interactiviteit onder de loep nemen, blijkt dat inter-netdiensten (mail, browser, chat,…) in het algemeen slecht scoren bij potentiële IDTV gebrui-kers.

27

Page 32: Thesis-Johan-Van-Hove

Dit zou kunnen betekenen dat de overgang van typische internetapplicatie naar het mediumIDTV niet lijkt aan te slaan door bijvoorbeeld een matige gebruiksvriendelijkheid. Dit isslecht nieuws voor o.a. de overheid die hoopt via digitale TV het dichten van de digitalekloof te versnellen.Bij de resultaten betreffende digitale teletext treffen we net het omgekeerde aan.

Deze interactieve dienst wordt bij potentiële gebruikers gewaardeerd, maar de vraag naardeze digitale teletext wordt momenteel echt niet beantwoord door de aanbieders, vermitsVijfTV enkel deze service aanbied.

Video-on-demand (VOD) is volgens experten de Killerapplicatie van IDTV. Deze feature zouop de meeste bijval kunnen rekenen door de consument en een doorbraak forceren.Als we de beslissingsfactoren voor de potentiële gebruikers uit de enquête extraheren.

28

Page 33: Thesis-Johan-Van-Hove

Zien we dat VOD slechter scoort dan bijvoorbeeld het aanbod. Als specifiek naar het belangvan VOD wordt gevraagd, valt op dat zelfs 30% het niet belangrijk vindt en meer dan 20%hierover nog geen mening heeft gevormd.

Dit is toch wel onverwacht voor een “killerapplicatie”. Dit kan te wijden zijn aan gebrekkigeinformatie waardoor sommige consumenten dit enkel zien als een vervanging van een vide-otheek. Record-on-demand, een applicatie die veel meer mogelijkheden heeft dan onze huid-ige video of DVD recorder spreekt dan weer meer mensen aan.

Tot slot staan we stil bij het belang van de dienst electronische programma gids (EPG).Via een enquête werd er aan ±600 respondenten gevraagd hoeveel waarde ze hechten aandeze EPG.

29

Page 34: Thesis-Johan-Van-Hove

Zoals af te leiden uit de grafiek wordt de EPG als een overwegend positief en handig featuregepercipieerd. Verwacht wordt dat de EPG voor een groot deel de televisiemagazines zoukunnen vervangen en dat de traditionele programmagidsen aan marktaandeel zullen inboe-ten. Voor deze verwachting heb ik voor de Belgische markt geen concrete bewijzen gevonden.Persoonlijk geloof ik niet dat de EPG de papieren magazines gaat verdringen, omdat deze

op de eerste plaats “toiletlectuur” zijn. Het zou wel kunnen zijn dat de televisiemagazines hunoorspronkelijke functie, namelijk het raadplegen van de programmatie, gaan verliezen. Voorbepaalde magazines die enkel dit aanbieden, kan dit een probleem opleveren.

30

Page 35: Thesis-Johan-Van-Hove

31

Page 36: Thesis-Johan-Van-Hove

6.:Aanvaarding van het nieuwe medium6.1.LanceringBij het ontstaan van een nieuw medium of een nieuwe technologie is het belangrijk om hier-aan ruchtbaarheid te geven. De potentiële gebruikers van deze nieuwigheid moeten wetendat ze bestaat. Daarnaast moet hen duidelijk verteld worden wat de voordelen van deze nieu-we technologie zijn. De meeste mensen moeten intensief geïnformeerd worden en hierin spe-len de aanbieders en hun marketingkanalen een grote rol. Tijdens de lancering van digitale televisie heeft ook de overheid met luid handgeklap dit nieu-we medium onthaald. Voor de overheid is digitale televisie een middel om de digitale kloofte dichten. Alhoewel deze kloof helemaal dichten een utopie is, hoopt de overheid via ditnieuwe informatiekanaal meer mensen te bereiken.Vlaanderen Interactief is een initiatief van Vlaams Minister van Financiën, Begroting enTechnologische Innovatie Dirk Van Mechelen. “Met het project wil de minister de digitale kloof inVlaanderen verder aanpakken. Op dit moment is nog maar 38 procent van de Vlamingen aangeslotenop het internet. De keuze voor televisie als medium is evident, zegt Van Mechelen. ‘De televisie isgebruiksvriendelijk en toegankelijk voor de laagste klassen. Bovendien is Vlaanderen het dichtstbekabel-de land ter wereld.”’Televisie heeft een zeer hoge penetratiegraad in Vlaanderen en is het uitgelezen medium om veel men-sen te informeren en met elkaar te verbinden. Zo heeft Amper 1% van de Vlamingen tussen 18 en 75jaar geen televisie in het gezin. 45% van de Vlaamse gezinnen hebben zelfs 2 of meer toestellen[14]

Transparante en objectieve informatie en duidelijkheid geven een kickstart aan de aanvaar-ding van een nieuw product, dienst of technologie. Deze aanvaarding of adaptatie wordt inde hand gewerkt door tal van factoren. Wanneer na verloop van tijd een gedegen percentagevan de doelgroep de nieuwigheid omarmd heeft, kunnen we spreken van het kantelpunt.Zodra er een critical mass bereikt is, zullen allerlei partijen, die eerst sceptisch of terughou-dend waren ten opzichte van de nieuwigheid, mee op de boot springen.Wanneer zo’n kritieke massa bereikt wordt, varieert sterk en hangt af van verschillende fac-toren. Sommige van deze factoren hebben we zelf in de hand. Andere vloeien voort uit eenhistorische context, culturele context of de perceptie en zijn moeilijk in te schatten of te mani-puleren.

Hetzelfde verhaal speelt zich af bij interactieve digitale televisie. Er zal een aanzienlijke tijdverstrijken voordat een bepaald percentage van de Vlaamse gezinnen zich op het digitale sig-naal zal aansluiten. De partijen die baat hebben bij een snelle adaptatie van digitale televisiezullen op allerlei manieren inspanningen doen om IDTV onder de aandacht te brengen. Demeeste inspanningen naar de consument toe vertalen zich in marketingcampagnes.

De consumenten zijn op zoek naar eenduidige informatie en een antwoord op hun vragen. De

32

Page 37: Thesis-Johan-Van-Hove

laatste maanden worden we onder vuur genomen door tal van campagnes betreffende digi-tale televisie. Via allerlei media wordt ons maar 1 boodschap opgedrongen: “Haal digitaletelevisie in huis, het zal uw televisie ervaring verrijken”

In plaats van een antwoord te krijgen op hun vragen, worden consumenten ondergedom-peld in een vat van afkortingen, technische termen en verkrijgen ze alles behalve eenduidig-heid. Door het feit dat er twee grote aanbieders zijn die bijna hetzelfde aanbieden, maar tochnet iets anders, zien de meeste consumenten door het bos de bomen niet meer. Vooral deouderen die digitale televisie willen aankopen, worden afgeschrikt om zich te informeren envertrouwen in het advies van de verkopers.De meer technisch onderlegde gebruiker kan terecht op fora:” “Voor kritische informatie is deconsument dus aangewezen op zelfhulp, en gelukkig zijn er enkele forums waar stevig over dezeonderwerpen kan worden gediscussieerd.” [15]

Dat ook zij niet alles eenduidig vinden wordt geïllustreerd door onderstaand voorbeeld.

Het protest en de aangeboden oplossingen zijn typisch voor de IDTV kwestie waar onduide-lijkheid en onaangename verrassingen frequent voorkomen.

33

Page 38: Thesis-Johan-Van-Hove

6.2.OpinieleidersEr zal altijd een klein percentage, zo’n 13,4%[16] zijn die betiteld worden als de “early adop-ters”. Zij willen investeren in technologie en zijn ook heel “tech savy”. Deze beperkte groep isvaak kapitaal krachtig en koopt nieuwe technologie eerder als hebbeding. De aankoop heeftniet zo zeer een heel grote meerwaarde, maar is bijna een dwangmatige aankoop. Deze groep is heel belangrijk, want zij worden bestempeld als de opiniemakers. Deze earlyadaptors kunnen een technologie mee helpen maken of kraken.“The early adopter is considered by many as the “individual to check with” before using a new idea.The early adopter is respected by his or her peers, and is the embodiment of successful and discrete useof new ideas. And the early adopters that to continue to earn this esteem of colleagues and to maintaina central position in the communication structure of the system, he or she must make judicious inno-vation decisions. So the role of the early adopter is to decrease uncertainty about a new idea by adopt-ing it, and then conveying a subjective evaluation of the innovation to near-peers by means of interper-sonal networks.” [16]

Toen de lancering van IDTV aangekondigd werd, werden de eerste online communicatieplat-formen opgericht gefocust op IDTV. Veel zelf uitgeroepen experts geven nu nog steeds hunongezouten mening over de verwachting van deze nieuwe televisie experience. De fora wor-den vaak gebruikt als informatiekanaal in de aanloop tot een eventuele aankoop.

Dat zowel Belgacom als Telenet- minded personen (al dan niet werknemers) een groot deelvan de fora bevolken is niet verwonderlijk. De informatie en de kritiek op anderen is wellichtdaardoor niet altijd zo objectief. Je kan aan de manier waarop sommige ervaringsdeskundigeinformatie verschaffen, vaak zien of het een persoon is met vertakkingen naar éen van de tweegrote aanbieders.Er is heel wat gediscussieerd over welke technologie, platform, zenderaanbod of prijs nu hetbeste is. Na het lezen van tal van fora heb ik geconstateerd dat duidelijkheid zoek is. Zeldenraakt met tot een consensus over een bepaald onderwerp. Ik heb dan ook het gevoel dat deconcurrentiestrijd zich doortrekt op de fora. Dit alles komt de gewone consument niet tengoede. De kijker die zich wil informeren via een minder traditionele weg botst op onduidelij-

34

Page 39: Thesis-Johan-Van-Hove

ke info gegeven door “experts” die zich verschuilen achter “nicknames” en om ter hardst roe-pen om gehoord te worden.Daarnaast zijn deze fora zo technisch dat een modale informatiezoekende consument moetafhaken.

6.3.Mond aan mond reclame Zoals iedereen met een marketingachtergrond weet, is mond aan mond reclame een zeerkrachtige marketingtool. Wanneer een nieuw product op de markt komt zullen de early adop-ters zich laten leiden door hun eigen kennis. Het is daarom logische dat in het begin van deproduct levenscyclus de invloed van mond-aan-mond laag is. In deze fase zijn slechts weinigmensen uit uw sociaal netwerk vertrouwd met de nieuwigheid. Pas in een latere fase zal eenvolgende groep mensen de “early majority” zich laten leiden door hun “refferers” (referen-ties) de early adopters. Zodra er een aanzienlijk grote groep met de nieuwe technologie incontact is gekomen, zal mond-aan-mond reclame aan belangrijkheid winnen. Het sociale netwerk van de potentiële gebruiker is een belangrijke factor in mond-aan-mondreclame. Zowel positieve als negatieve meningen, adviesen, kritieken die vanuit het sociaalnetwerk geformuleerd worden, zullen als waardevol aanzien worden.

6.4.AdaptatiefactorenWelke factoren geven nu uiteindelijk al dan niet de doorslag in de aanvaarding van een nieuwmedium of een nieuwe technologie. Waarom zou je een vertrouwde technologie vervangendoor een nieuwe of juist niet.

Kwalitatief aanbod open netHoe komt het toch dat de Belgische kijkers niet massaal overschakelen naar digitale tv?België heeft het voordeel dat het bijna overal bekabeld is. Slechts weinige signalen worden viaantenne opgepikt. We zitten eigenlijk met een luxeprobleem omdat de kwaliteit en het zen-deraanbod zeer goed is. Deze twee punten zijn eigenlijk een slechte zaak voor IDTV. Wanneerer een grote winst qua kwaliteit of zenderaanbod was, zou dit de adaptatie versnellen. Wezien op dit gebied de winst niet in van digitale televisie. Het andere aspect van IDTV name-lijk de interactiviteit is blijkbaar nog te onbekend om als adaptatietroef uitgespeeld te worden.

PrijsAan elke nieuwe technologie hangt een prijskaartje. Digitale televisie gaat gepaard met enke-le kosten. Deze kosten variëren qua aanbieder en aanbod. Het spreekt voor zich dat hoe lagerde kosten liggen hoe sneller de adaptatie zal zijn. Het prijskaartje dat aan een overschakelinghangt, weegt niet op tegen de winst. Wil je een adaptatie in een stroomversnelling krijgen, kan je best de essentiële onderdelen

35

Page 40: Thesis-Johan-Van-Hove

zeer goedkoop of GRATIS aanbieden. Natuurlijk staat geen enkel bedrijf te springen omgratis te werken en onderdelen te leveren. Hoewel de reclameboodschappen het tegendeelwillen doen geloven.In Engeland is dit wel gebeurd. Dit is een heel andere situatie en de kijkers met een box vanBSkyB hebben een nieuwe digitale decoder gekregen.We moeten ons echter niet spiegelen aan landen met een andere situatie en andere standaar-den.Hier in België doet de overheid een inspanning om goedkope computers en opleidingen aante bieden. Misschien moeten deze positieve maatregel ook de weg naar IDTV vinden.

36

Page 41: Thesis-Johan-Van-Hove

7.:KijkersgedragDe mogelijkheid om interactief te zijn met je televisietoestel wordt momenteel verkocht alseen revolutionaire feature. Zoals eerder gezegd is dit concept niets nieuws. Wat wel nieuw is,is de mogelijk om via een digitaal signaal interactief te zijn. Over de voorbije 50 jaar zijn wij opgegroeid met televisie als een passief medium. Televisie iseen ontspanningsmedium waar we voor willen wegzakken en waardoor we geëntertaindwillen worden. Televisie is een leanback medium en we verwachten ervan dat het ons contentaanbrengt die het grootste deel van de tijd gemakkelijk verteerbaar is. Volgens dhr. DeJonghe, professor nieuwe communicatietechnologieën aan de universiteitGent, is televisie niet het geschikte medium om interactie aan te bieden. Wanneer we aantelevisie denken, denken we in de eerste plaats aan ontspannen.Mensen kijken televisie in bepaalde periodes. Dit wil zeggen dat kijkers voor een bepaaldeperiode openstaan voor bepaalde content: nieuws, weer, duiding, sport, ontspanning. Demeeste van deze periodes willen we passief beleven als een echte “couchpotato”. Wanneer wedan toch even interactief willen zijn, zullen we een ander medium aanwenden namelijk de pcof gameconsole. Hier zijn de interactiemogelijkheden veel groter dan op TV.

7.1.Actieve of passieve kijkmodusGrofweg gezien, kan men zich als televisiekijker in twee stadia bevinden. Je kan in een kijk-moment zitten dat lean forward of lean backward georiënteerd is. Toch bevindt er zich ergenseen schemerzone en kunnen we deze kijkmomenten niet zo zwart–wit bezien.Laten we stellen dat er ergens een grijze zone zit waar we ons allemaal al wel eens in bevin-den. Quizzen is met momenten zeer lean forward en dit kan bij een voetbaltopper voor dehevige fan eveneens het geval zijn. Hoewel we initieel kiezen om geëntertaind te worden,switchen we bijna automatisch van lean back naar lean forward. Daarnaast hebben we eenkanaal waar we onmiddellijk van een lean back positie overschakelen naar een informatiezoe-kende houding en actief op zoek gaan naar informatie: teletekst.Contentproviders zullen er alles aandoen om simpele en passieve interactiviteit te creëren omde overgang van lean back naar lean forward niet te bruusk te maken.

Het is misschien wat naïef te denken dat de kijkers hun status als couchpotato, die ze altijdhebben gehad, zomaar zullen opgeven. Hiervoor zijn we verkeerd opgevoed. Indien we in hetbegin van het televisietijdperk reeds intensief geleerd hadden interactief te participeren , zou-den we misschien minder passief televisie beleven. IDTV zo als we het nu kennen, heeft geenkans gehad om vanaf de start mee te evolueren met onze noden. Daarom zal de aanvaardinghiervan langzaam op gang komen. Er zal een trage leercurve zijn vooraleer de interactievemogelijkheden in ons kijkgedrag worden opgenomen.De meeste technologieën evolueren onder input van de gebruiker. Denk maar aan de eerste

37

Page 42: Thesis-Johan-Van-Hove

mobiele telefoon waar er geen sprake was van sms, mms, mp3. Deze features zijn reacties opde vraag van de consument.

7.2.Regelbare passieve interactieAls interactiviteit al een kans heeft om te overleven en ingeburgerd te geraken, zal dezeregelbaar en “passieve interactiviteit” moeten zijn.De mediagebruiker vandaag is gesteld op privacy, personalisatie en controle. Het is daarombelangrijk dat interactiviteit regelbaar moet zijn en niet wordt opgedwongen. Het is aan degebruiker om te beslissen in welk “kijkmoment” hij zit en of hij een boodschap heeft aaninteractiviteit.Dit gegeven is ook belangrijk voor producenten.Tijdens een gesprek met Klaas Hoogerwaard van Cube New Media kwam ter sprake dateen programma zonder interactiviteit op zich ook moet kunnen overleven. Een sterk lineairprogramma is de sleutel tot elke interactieve applicatie. Kijkers zullen enkel interactief zijnwanneer het verhaal hen aanspreekt. Interactiviteit kan geen zwak programma naar eenhoger niveau tillen. Het integreren of toevoegen van een interactief luik mag geen verplich-ting worden, enkel om de vraag van de kijker in te lossen. Laat staan omdat het van hetmedium verwacht wordt. Als interactiviteit geen meerwaarde biedt en de kijkervaring nietverrijkt DON’T BOTHER.Een goed concept voor IDTV moet niet doordrongen zijn met interactieve luiken. Het is enigs-zins een contradictie. Programmamakers willen een grote emotionele betrokkenheid van dekijker en hopen dat de kijker zich maximaal inleeft in het programma. Het lijkt evident dat deinteractieve elementen niet als extra layer over het programma mogen worden gelegd. Dezeinteractiviteit is niet de meest attractieve en stimuleert de beleving niet. Het best kan je inter-activiteit naadloos doen overlopen in een verhaalstructuur, quiz, commercial, zodat de kijkerhet bijna vergeet, en zich vooral niet stoort aan het interactieve luik. Aan de andere kant wist dhr. Hoogerwaard mij dus te vertellen dat interactiviteit ook regel-baar moet zijn. Een kijker die beslist niet interactief te zijn moet ook kunnen volgen en eenkwalitatief hoogstaand programma krijgen. IDTV kijkers die niet wensen om interactief deelte nemen, mogen niet gediscrimineerd worden.Wat betekent dit nu concreet voor de producenten voor interactieve televisie? De soort con-tent bepaalt het kijkgedrag en de participatiegraad van de kijker. Mark Gawlinski omschrijftdit als volgt: ”The level of cognitive and physical activity that can be expected from viewers is likelyto be dependent on the type of offer and the mode the viewer is in.”. [17]

Hoe lager de cognitieve en fysieke inspanning ligt, hoe hoger de reward moet zijn om iemandinteractief te laten participeren. Dit lijkt me alleszins vrij logisch, omdat de stap die gezet moetworden om effectief met de afstandsbediening keuzes te maken groot is. Waarom zou ik vanpassieve modus omschakelen naar actieve modus? Dit doe ik enkel als ik er iets bij win.

Een andere contradictie is die van de passieve interactiviteit. Je moet wederom zien dat interac-

38

Page 43: Thesis-Johan-Van-Hove

tiviteit niet van de kijker vereist om constant bezig te zijn met het zapkastje. Dit zal snel teintensief blijken voor een kijker die gewoon ontspannen wil worden maar toch voor interac-tiviteit openstaat. Er moet kost wat kost een interactieve overkill vermeden worden. Er moetopgepast worden dat kijkers geen degout hebben van interactiviteit nog voor het op puntstaat.Jo Caudron haalde op “het tweede IDTV congres” op 19 februari in Brussel aan dat de Brittenbang zijn voor de Call to action. Doordat ze niet weten wat deze druk op de rode knop zaltriggeren, komen ze vaak bedrogen uit. De kracht van deze red button is enorm en vaak deenige methode om interactie te initialiseren.Ik vraag me af of de efficiëntie van deze rode knop niet dezelfde weg op gaat als de banner.

7.3.IDTV als reactie op passiviteitAan het begin van mijn onderzoek stelde ik me de vraag of interactie op televisie geen reac-tie was op de te passieve televisiebeleving van de kijkers. Deze té passieve manier van televi-sie kijken, kennen we allemaal onder de vorm van televisie als wallpaper. Het gebeurt steedsvaker dat televisie de radio vervangt. Televisie wordt steeds meer naar de achtergrond ver-drongen. Voor bepaalde zenders is dit evident, denk maar aan muziekzenders die geen kijk-televisie ondersteunen, maar eerder fungeren als een veredelde radio. Dit brengt met zich meedat wanneer we bewust televisie kijken, we moeilijkheden hebben om ons te concentreren.Volgens Stijn Deweer van Cronos wil het niet zeggen dat met de komst van een nieuwesoort televisie ook de kijkgewoontes veranderd worden. Televisie zal voor een bepaaldegroep mensen altijd wallpaper blijven. De mensen die vandaag digitale televisie hebben mettoegang tot het interactieve luik, trekken hun gedrag gewoon door. Er is geen grote mentali-teitswijziging die geïnitialiseerd werd door digitale televisie. Het zapgedrag dat we allemaalkennen, zal doorgetrokken worden op het digitale platform.Vooral voor de vijftig plus generatie zal het zeer moeilijk zijn om hun kijkgedrag aan te pas-sen. Ik vermoed dat mensen opgeleid moeten worden om ook effectief anders televisie te beleven. Een groot percentage van de IDTV gebruikers zou baad hebben bij een effectieve opleiding.Zullen de gratis internetlessen voor 50 plussers het pad effenen voor digitale televisie trai-ning? We mogen niet vergeten dat alle aanpassingen, die moeten gebeuren om het maximale tehalen uit IDTV, generatiegebonden zijn. De vijftig plussers of de thuisgebruikers die IDTVbezitten, zullen anders omgaan met dit medium dan de power users van het internet. De jongere generaties hebben meer technische achtergrond en zijn al van een jonge leeftijdvertrouwd met technologie. Op termijn zullen dit de gebruikers zijn op wie alle IDTV servicemoet worden afgestemd.

39

Page 44: Thesis-Johan-Van-Hove

8.:Sociale implicaties

8.1.Voor 1990Met de intrede van de televisie ontstond er voor veel mensen een vervaging tussen fictie enrealiteit. De mensen verstonden de technologie achter de magische kijkkast niet en dachtenvaak dat het een tweerichtingscommunicatiemiddel was. Dit vertaalde zich in het begin ingekke situaties. Zo wou niemand zich dan ook voor de televisie laten gaan omdat de kansbestond dat je de presentator van de wijs zou brengen .De aanschaf van een televisietoestel was een hele overweging. Dezelfde overweging werdenkele jaren vroeger ook gemaakt met de intrede van de radio.De woonkamer moest ingedeeld worden in een eet en een zitkamer. De televisie kreeg eenprominente plaats in het interieur. De plaatsing van stoelen, verlichting, etc werd afgestemdop de televisie. Al snel werd de televisie als een meubel verwerkt om het maximaal tot zijnrecht te laten komen.“De televisie was het ultieme symbool van rijkdom en luxe, een hebbeding dat echter niet alleen voor derijken was bestemd. Wie een antenne op zijn dak installeerde, mocht er donder op zeggen dat de helebuurt bij hem over de vloer zou komen om de nieuwe aanwinst te bewonderen! In die begindagen konhet gebeuren dat een hele wijk storm liep wanneer een van de inwoners de grote stap zette en tot de aan-koop van een tv-toestel overging. Om bezoek van buitenstaanders te vermijden, besloten sommigegezinnen de antenne niet op het dak maar op zolder te installeren.” . [18]

Algauw was de televisie - en de verschuivende vrijetijdsbestedingen - de bron van tal van stu-dies. Zo toonde een studie van de BBC in 1951 aan dat de sociale activiteiten verminderdwaren na de komst van de televisie. Het sociale aspect verlegde zich in de jaren 50-60 van het lokale dorpscafé waar men schaak-te en kaartte, naar een huiskamer waar een televisietoestel stond. Vele mensen troepten samenom een uitzending te bekijken of geïnformeerd te worden. In deze na-oorlogse samenlevingwas televisie een bron van informatie. Televisie heeft er toe bij gedragen dat Vlaanderen eeneigen cultuur ontwikkeld heeft.

8.2.Na 1990Het pedagogische karakter dat televisie initieel had, is voor een heel groot deel verwaterd. Dekijkcijfers nemen meer en meer de bovenhand en het ontwikkelen van kennis is veeleer eenbijkomstigheid geworden. In verband met de behandeling van de informatie wordt er onver-anderlijk gesproken over “cultuurverval”, vulgarisering en sensatiezucht.

“We kunnen van een geluk spreken dat we een openbare omroep hebben die een culturele identiteit zalverstrekken” werd er geopperd in de Reyerslaan. “Dat er een zender verplicht wordt om te voor-zien in de noden van de Vlaamse kijkers zoals opgelegd door de overheid”

40

Page 45: Thesis-Johan-Van-Hove

Putnam schreef enkele opmerkelijke zaken over de impact van televisie op een gemeenschap:“We don’t trust each other as much as we used to. Trust in other people has fallen from58 percent in 1960 to 35 percent in the mid-1990s. Our less trusting atmosphere has led us torecoil from civic life and social ties. We belong to fewer voluntary organizations, vote less often, volun-teer less, and give a smaller share of our gross national product to charity People who trust others aremore likely to participate in almost all of these activities, so the decline in trust is strongly linked to thefall in civic engagement “[19]

Deze uitspraak ging weliswaar over de Amerikaanse samenleving, maar ook hier trekkendezelfde tendensen zich door.Sportclubs, jeugdbewegingen zien hun ledenaantallen drastisch dalen. Ook het gevoel vanonveiligheid wordt volgens enkele critici, gevoed door televisie.Putnam wijst met de vinger naar de televisie als bron van de erosie van het sociaal kapitaal. Televisie wordt constant in vraag gesteld als massamedium. De aanhangers van het technologische determinisme vrezen ervoor dat onze samenlevinggeboetseerd wordt rond technologische innovaties. De macht van de technologie is te groot.Zo heeft de televisie bijvoorbeeld het denkpatroon veranderd. We zijn gewend veel informa-tie in erg kleine brokjes snel achter elkaar te verwerken. Bovendien heeft televisie voor een“push-mentaliteit” gezorgd: de informatie wordt ons letterlijk via het toestel gevoerd. Dit integenstelling tot de “pull-mentaliteit” die nodig is voor het verzamelen van informatie uitgesprekken of teksten. De vraag die vaak gesteld wordt is of we technologie kunnen sturen.Is technologie autonoom of is het controleerbaar? Kunnen we in de hand houden hoe eentechnologie evolueert?Eén medium hebben we alvast niet in de hand kunnen houden; het Internet. Dit medium iseen vergaarbak geworden van belangrijke informatie, maar ook van illegale obscene praktij-ken. Het Internet is een leven op zich gaan leiden en de expansie is niet in te tomen.

8.3.Van massa medium naar persoonlijk medium.Oorspronkelijk werd naar televisie enkel gekeken in groepsverband. Dit was vrij logischomdat zowel de penetratiegraad van toestellen als het aanbod laag lag. Deze twee factorenzijn de laatste jaren veranderd. Het is niet ongebruikelijk dat een gezin meerdere televisiesheeft en ook het aanbod is reusachtig gegroeid.Momenteel is het televisiepubliek heel divers en versplinterd. Het homogene televisiepubliekis verdwenen en elk individu wenst zijn eigen aanbod. Kijkers zijn niet langer trouw aan eenbepaalde zender omdat het aanbod zo groot is. Ze filteren hun ideale kijkavond uit ongeachtwelke zender.De televisie evolueert omdat de maatschappij evolueert en de content van de programma’seen afspiegeling is van wat er leeft onder de bevolking. Er zijn duidelijke verschillen in het doel van de televisieconsumptie. Onderzoek dat in 2005door internetprovider UPC gevoerd werd en waarvan in Het Laatste Nieuws uitrekels wer-

41

Page 46: Thesis-Johan-Van-Hove

den gepubliceerd gaf o.a. aan dat: “Jonge Europeanen kijken tv eerder om geëntertaind te worden,terwijl oudere Europeanen televisie gebruiken als informatiemiddel. Dat leert een Pan-Europees onder-zoek naar het tv-kijkgedrag in 14 landen. “. 50-plussers brengen ook meer tijd voor hun tv-schermdoor dan jongeren en zullen hun favoriete tv-programma sneller opnemen op video.Voor de vijftigplussers die openstaan voor technologie en wil betalen voor specifieke contentgaat er een heel nieuwe wereld open. Er zal meer en meer “nichecontent” geproduceerd of aan-gekocht worden. Nichecontent is content voor een bepaalde doelgroep of voor mensen metbepaalde interesses. In Amerika, Engeland en tal van andere landen schieten nichekanalenals paddestoelen uit de grond. Wat ooit enkel verspreid werd via direct mail, vakbladen of special interest magazines, heeftnu een digitaal kanaal als drager gevonden. Sex, country, golf, natuurkanalen, geschiedenis,sport, vakantie, lifestyle, eten-drinken,… zijn via digitale televisie als betaaltelevisie in huis tehalen. Nichecontent kan ook bestaan uit archiefbeelden en live events. Deze beelden zijn reedsvoorhanden en dus commercialiseerbaar. We zullen evolueren naar een archief on demand.Een nieuwe opportuniteit biedt zich aan om geld te verdienen. Dit werd ook bevestigd dooreen contactpersoon binnen de VMMA.Met de komst van interactieve digitale televisie kunnen er op zowel macro-sociaal als micro-sociaal vlak veranderingen optreden. Wanneer ik spreek over de macro-sociale omgevingomvat dit het grotere sociale netwerk waartoe je behoort. De macro-sociale omgeving is degemeenschap rondom u.De micro-sociale omgeving bekijk ik kleinschaliger en hiertoe behoort het gezin en het gezel-schap waarmee je samen televisie kijkt. Kortom de huislijke omgeving.

Macrosociale impactTijdens mijn literatuurstudie vroeg ik me af hoe digitale televisie een impact ging hebben opde veranderingen op sociaal vlak. Het is een feit dat televisie een verschuiving doormaakt vanmassamedium naar gepersonaliseerd medium. Zal digitale televisie deze personalisatie nogin de hand werken nu we niet langer aan het lineaire uitzendschema gebonden zijn? Het opmaken van kijkprofielen en het filteren wat JIJ graag ziet is iets zeer individueel endaardoor asociaal.Door on-demand services, personal videorecorders,.. is het gemakkelijker om programma’s tebekijken op een gewenst tijdstip. Deze evolutie staat volgens mij garant voor een groot pro-bleem, namelijk het verdwijnen van televisie smalltalk. Voor veel mensen is televisie nogsteeds een bron van conversatie. De laatste wedstrijd van de Rode Duivels, De Parelvissers,thuis, Expeditie Robinson,.. zijn onderwerpen die aangesneden worden op de werkvloer ofbij de kapper. Voor een groot gedeelte danken programma’s hun succes aan deze smalltalk. Rond bepaaldeprogramma’s wordt een virale hype gecreëerd die het succes van een programma zal onder-steunen. Eén van de schoolvoorbeelden is De Mol. Iedereen had het over wie “de mol “ kon

42

Page 47: Thesis-Johan-Van-Hove

zijn en dit gaf een meerwaarde aan het programma.Laten we even veronderstellen dat De Mol nu uitgezonden wordt en dat vele mensen reedsop het digitale kanaal zijn aangesloten. Als we de mogelijkheden van het medium benutten ishet niet ondenkbaar dat De Mol op de PVR (personal video recorder) wordt opgenomen ofon-demand gezien zal worden. Het is dus niet meer nodig om zondagavond kwart na achtthuis te zijn. Je kan net zo goed De Mol woensdag zien vanaf je PVR. Welke invloed zal dithebben op de smalltalk rond het programma en het succes van dit programma ? Vb: Stel dat je werkt op een bureau met 5 collega’s. Dan is de kans klein dat iedereen de Molop hetzelfde moment zal zien via digitale televisie. Logischerwijs zal dit onderwerp verwate-ren omdat je het voor je andere collega’s niet wil verpesten.Affiches die reclame maken voor de finale van Expeditie Robinson aanstaande woensdag,verliezen hun kracht. De finale kan op eender welke dag bekeken worden. Het tijdonafhankelijk kijken en het zelf bepalen van het kijkmoment zal de sociale televisie-smalltalk verkleinen en zal het sociaal kapitaal nog verminderen.

Microsociale context.Binnen het gezin heeft televisie altijd een sociale rol gespeeld. Er wordt samen televisie geke-ken en gepraat over wat men ziet. Kinderen leren onder invloed van hun ouders fictie van rea-liteit te onderscheiden. Het anti-sociale doombeeld dat opgehangen wordt rond IDTV, is er een van extreme perso-nalisatie. Ieder familielid dat op een andere locatie in huis naar zijn favoriete programmakijkt, liefst nog met een hoofdtelefoon op. Wederom keek ik tijdens mijn literatuurstudie niet geweldig positief naar de veranderingendie digitale televisie en diens interactie binnen de microsociale context zou teweeg brengen.Vooral het interactieve aspect was voor mij een bron van mogelijke anti-sociale activiteit. Als ik een interactief programma voor de geest moet halen, denk ik vaak aan een quiz.Zal het feit dat een enkeling de macht over de afstandsbediening heeft de andere familieledenuitsluiten? Wanneer 1 persoon zijn antwoord via de afstandsbediening kenbaar maakt zal derest van de familie buitenspel staan.De expertenbevraging gaf aan dat bovenstaand geformuleerd doombeeld kan vermeden wor-den indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. De applicaties die ontwikkeld zullenworden, moeten creatief omgaan met de interactiviteit. Er moet voorzien worden dat de inter-activiteit regelbaar is. Zowel de mensen die niet interactief willen zijn tot zij die constant huninbreng willen doen, moeten op hun manier televisie kunnen ervaren. Creativiteit zal echter wel de boodschap zijn. Er zijn tal van problemen die opgelost moetenworden. Zullen er meerdere afstandsbedieningen komen of zullen andere gezinsleden methun GSM kunnen stemmen?Interactiviteit en de mogelijkheid om te participeren zal wel een trigger zijn tot sociale activi-teit binnen het gezelschap waarmee men met kijkt.

43

Page 48: Thesis-Johan-Van-Hove

Er zal gediscussieerd worden over de mogelijke antwoorden en er sluipt een competitief ele-ment in de woonkamer.

44

Page 49: Thesis-Johan-Van-Hove

9.:Resultaten en DiscussieBij de lancering van een nieuw product, speelt naast de bekendmaking ook de informatie eenbelangrijke rol. Via welke wegen halen we als consument onze informatie?

Uit figuur 1 kan je afleiden dat een groot percentage van de potentiële gebruikers zich voorallaat leiden door commerciële boodschappen via allerlei media. Slechts een klein percentage(<20%) laat zich leiden door de invloed van hun sociale netwerk. Alhoewel “mond-aan-mond” reclame algemeen erkend wordt in marketing als een zeer krachtige tool, kan het indeze lanceringperiode geen tegengewicht vormen voor de commerciële boodschappen. Dereden hiervoor is wellicht inherent aan deze vorm van reclame. In de lanceringperiode ont-moet je nu éénmaal niet veel kennissen of vrienden die het nieuwe product reeds hebben.Fig.2

45

Page 50: Thesis-Johan-Van-Hove

Als de commerciële kanalen verder in detail worden bevraagd, komt de dominante rol van detelevisie als informatiekanaal naar voor. Dit wordt geïllustreerd door Fig.3.

Momenteel zijn er op de Vlaamse markt twee dominante aanbieders van IDTV namelijkBelgacom en Telenet. Bijna twee derde van de bevraagde potentiële gebruikers kan geen door-slaggevende factoren aanhalen die hen zou doen beslissen zich bij Belgacom of Telenet aan tesluiten.

Doordat de kennis over het aanbod, de technologie, services,… het laat afweten bij dit nieu-we medium IDTV, valt de gebruiker terug op de prijs als bepalende factor. Vaak worden de“o zo belangrijke” kleine lettertjes niet aandachtig genoeg bekeken. Dit kan onaangename ver-rassingen met zich meebrengen die pas later opgemerkt worden. Al dan niet legale manierenworden aangewend om eventuele ontgoochelingen te omzeilen.De toegenomen interactiviteit wordt door de marketeers, naast de reeds besproken kwaliteiten het aanbod, als verkoopsargument naar voren geschoven. Zoals uit onderstaande grafiekkan worden afgeleid, ligt de consument daar klaarblijkelijk niet van wakker.

Wellicht is dit te wijten aan het feit dat bij IDTV bepaalde functionaliteiten worden opgedron-

46

Page 51: Thesis-Johan-Van-Hove

gen. Ze zijn nog niet ontstaan op vraag van de kijker. Het is daarom ook niet verwonderlijkdat de consument ze slechts langzaam ontdekt. De basisfunctionaliteiten zullen met de tijdverder evolueren en beter afgestemd worden op het gedrag en de vraag van de consumenten.

Doordat we historisch gezien televisie als een passief medium hebben gedefinieerd, zal heteen geruime tijd duren vooraleer kijkers actief televisie zullen kijken.Televisie wordt door de consument vooral aangewend als bron van ontspanning. Het is, met ditgegeven in het achterhoofd, dat interactieve digitale formats ontwikkeld moeten worden. Ermoet te allen tijde voor gezorgd worden dat kijkers van passieve naar actieve modus of visaversa kunnen overschakelen. Gebruikers mogen niet gediscrimineerd worden op basis van hunkijkers modus. Tegelijkertijd mag er ook niet verwacht worden dat de nieuwe mogelijkhedenvan IDTV, een gigantische mentaliteitswijziging zal op gang brengen. De aankomende genera-ties zullen IDTV met al zijn mogelijkheden beter benutten en zij zullen de toekomstige doel-groep zijn. Om de adaptatie opgang te trekken kan er nu best gefocusseerd worden op de hui-dige gebruikers; de heavy users.Hoewel de inburgering van het nieuwe medium nog volop aan de gang is, kan men zich afvra-gen of de vrees dat televisie, die in het verleden zoveel mensen samenbracht, zal uitmonden inhet anti-sociale doombeeld dat rond IDTV wordt opgehangen, werkelijkheid wordt.De evolutie waarbij televisiezenders zich meer en meer toespitsen op de persoonlijke behoef-ten is niet meer af te remmen. Dit fragment van het aanbod (niche zenders) speelt in op eenheel divers en versplinterd televisiepubliek. Het is natuurlijk onmogelijk om het kijkersgedragvan miljoenen te veralgemenen maar toch heb ik getracht een kijkerprofiel te koppelen aan demeerwaarde van een toegenomen en gepersonaliseerd zenderaanbod.

47

Page 52: Thesis-Johan-Van-Hove

Tegenover deze opsplitsing staat de overtuiging, zoals ze binnen de VMMA leeft, dat een zen-der een gezicht moet hebben dat zoveel mogelijk kijkers pleziert. Hierbij is het van essentieelbelang dat vele kijkers zich kunnen identificeren met wat en wie zij zien. Dit is een voordeelvoor een zender als VTM. Het probleem van digitale themakanalen (al dan niet betalend)waar film na film wordt gespeeld cfr. Prime of een soapkanaal is dat afwisseling ontbreekt.Persoonlijk betwijfel ik of de kijkers VTM en Eén percipiëren als een “brand”? Vroeger washet gebruikelijk onder kijkers om zich een label aan te meten. Ik ben een VTM kijker of eenVRT kijker. Deze trend is fel afgenomen door het versplinterde televisielandschap. Mensenkijken programma’s ongeacht de zender. Natuurlijk zijn er altijd meerwaardezoekers die zichdistantiëren van populistische programma’s en televisie meer aanwenden voor informatievedoeleinden dan ontspanningsmiddel. Zal ik ze toch maar labelen als canvas kijkers?

Uit de enquête bij IDTV gebruikers blijkt dat televisie momenteel zeker geen sociale meer-waarde heeft.

48

Page 53: Thesis-Johan-Van-Hove

Toch poneren Steven Verbruggen en Stijn Deweer dat digitale televisie juist zal bijdragen aande sociale rol van televisie. Enerzijds zullen programma’s gemakkelijker op te nemen zijnwaardoor, meer dan vroeger, mensen weer bij elkaar komen om samen televisie te kijken. Hetwordt steeds gemakkelijker om een programma te bekijken met een groep op een uitgekozenmoment dat IEDEREEN beschikbaar is. Anderzijds, zal volgens mijn contactpersonen, desociale druk er voor zorgen dat programma’s die de moeite waard zijn, bekeken worden ophet “conventionele” tijdstip. Om niet sociaal geïsoleerd te geraken zullen mensen zorgen datze juist wel een bepaald programma gezien hebben. Deze groepsdruk zorgt ervoor dat hetprogramma bekeken wordt en aldus dat smalltalk zal blijven bestaan. Prominente programma’s zullen meer en meer een liveshowformat krijgen dat het best tot zijnrecht komt in real time. Voordelen en prijzen zullen enkel gewonnen kunnen worden wan-neer je de show in real life bekijkt. Creatieve oplossingen zullen ontstaan om er toch voor tezorgen dat er een periode is dat vele mensen naar een zelfde programma kijken. Het verdwijnen van de sociale activiteit die gepaard kan gaan met televisiekijken is volgenshen niet aan de orde. Alhoewel de experts vermoeden dat de televisiesmalltalk zal blijven bestaan, kijk ik persoon-lijk toch nog sceptisch naar dit specifiek feit. Dit omdat in mijn eigen omgeving niet in groepgepraat wordt over populaire series zoals Lost, Prison Break indien éen van de aanwezigeneen aflevering achterstaat.

49

Page 54: Thesis-Johan-Van-Hove

Samenvatting & EindconclusieBelgië stond niet aan de wieg van het medium televisie. In 1953 werden de eerste beelden de"ether" ingestuurd. Vijftig jaar later, in 2004, werd de nieuwste toepassing van dit mediumgelanceerd namelijk interactieve digitale televisie. In de USA en verschillende Europese lan-den heeft men al verschillende jaren ervaring met deze toepassing en werd het fenomeenreeds op verschillende vlakken bestudeerd. Aan de hand van deze literatuur, een experton-derzoek en een (potentiële) gebruikersenquête wou ik een inzicht bekomen in de aanvaar-ding, de verwachtingen en de sociale evoluties die met de komst van IDTV gepaard zoudenkunnen gaan. Het leek me bij aanvang van mijn onderzoek evident dat de meest waardevolle input zoukomen uit mijn expertbevraging. Deze experten zijn autoriteiten binnen hun vakgebied enhebben toegang tot de meest up-to-date informatie. Hoe komt het dan dat ze zo vaak vanmening verschillen met de consument? Misschien kijken mijn experten naar heel deze kwes-tie met een te grote bagage. Ze kaderen de IDTV-evolutie in een groter geheel en in een tech-nologische en historische context. Ze zien de toekomstige mogelijkheden van IDTV, ze heb-ben weet van casestudies en onderzoek en beseffen wat IDTV zou kunnen zijn. Maar mis-schien vergalopperen ze zich in hun enthousiasme en hebben minder oog voor de reële situ-atie in België. De consument kijkt waarschijnlijk , en dit is mijn persoonlijke mening, met oog-kleppen op. Hij is een "right here - right now wezen" en baseert zich op wat hij NU ziet, hoorten ervaart maar hij draait ook als de wind. Ik ben er ook vrij zeker van dat wanneer IDTV ver-der geëvolueerd is de uitkomst van de gebruikersenquête anders zal zijn.

De omschrijving van het begrip IDTV zorgde op zich voor heel wat controversen.Zowel de literatuur als de experten kenden andere eigenschappen toe aan IDTV. Zelf kan ikmij het best vinden in de meest stringente definitie van Pagani waarbij de interactie van dekijker met de content via een returnchannel een absolute vereiste is om van Interactieve DTVte kunnen spreken.Deze interactiviteit is een tweesnijdend zwaard. Enerzijds is het volgens de marketing één vande belangrijkste redenen om IDTV in huis te halen. Anderzijds bestempelen de experten hetnu nog als een leeg woord maar met een grote potentie voor de toekomst. Zo zijn in Belgiëinteractieve televisieformats die aan de definitie van Pagani voldoen, niet voorradig.Ook de potentiële kijker loopt niet over van enthousiasme voor deze vorm van interactiviteit.Vijftig jaar voornamelijk passieve televisiebeleving wordt niet zomaar verlaten. Vooral oude-re mensen voor wie de complexiteit van het medium te hoog ligt, zullen hun oude gewoon-tes overnemen. IDTV initialiseert niet automatisch een grote verandering qua kijkgedrag.Hieruit kunnen we concluderen dat interactiviteit momenteel gepusht wordt zonder dat hetaan een reële behoefte of verwachting voldoet."On-demand" services scoren dan wel veel beter bij de kijker. Het geeft hem de mogelijkheid

50

Page 55: Thesis-Johan-Van-Hove

om af te stappen van het lineaire programma-aanbod en geeft hem extra vrijheid. Deze ser-vices zullen op korte termijn de grootste veranderingen in ons kijkervaring tot stand brengen.Een andere belangrijke troef van IDTV waar de experten het roerend over eens waren, is detoegenomen beeld- en geluidskwaliteit en het ruimer aanbod. In België is de winst die hiergeboekt wordt minder uitgesproken dan bij de lancering van IDTV in andere landen. Belgiêheeft immers een kwalitatief hoogstaand open net dankzij de wijd verspreide bekabeling.De gebruikers van IDTV zijn in het algemeen wel tevreden over de geboden kwaliteit maarworden tegelijker tijd veel kritischer. Zij dulden geen schoonheidsfoutjes meer te wijten aanovercompressie.De hierboven aangehaalde argumenten wegen niet voldoende door om de massa tot IDTVgebruik aan te sporen. Momenteel zijn het nog vooral de early adopters die de IDTV kar trek-ken. Wellicht mede hierdoor richten reclamecampagnes zich meer en meer op de prijs. Ookuit de gebruikersenquête kwam de prijs als beslissingfactor naar voor. Dit brengt sommigeadverteerders er toe te laten uitschijnen dat IDTV gratis is; "je moet enkel dat bakske halen".

Zullen we moeten wachten op een generatie die gewend is om interactief met media om tegaan en technologisch geschoold is vooraleer dit medium een "boost "krijgt en de functiona-liteiten ervan evolueren. Immers zolang er geen eyeballs te bereiken zijn op IDTV zijn deinspanningen van vooral commerciële zenders nog steeds op traditionele televisie gefocust.Die eyeballs zullen enkel bereikt worden wanneer er een critical mass is. Het lijkt alsof we in een vicieuze cirkel zitten. De consument wacht tot IDTV op punt staat (ofmeer te bieden heeft) alvorens het aan te schaffen. De contentleveraars hebben geen ReturnOn Investment omdat de afzetmarkt zo klein is. Met als gevolg dat er niet geïnvesteerd wordtin formats. Waarom zouden verschillende partijen geld steken in IDTV? De enkele initiatie-ven die gedaan worden zijn experimenten en dienen om kijkerinformatie te bekomen. Toen ikaan mijn experten vroeg hoe we uit deze vicieuze cirkel gingen geraken, kreeg ik een type-rend antwoord. "Ik heb geen glazen bol!"Omdat we terecht zijn gekomen in deze vicieuze cirkel dreigen we te verzeilen in een "kip ofhet ei" discussie. Wat moet er eerst gebeuren om de bal aan het rollen te krijgen?Vandaar dat het idee is gegroeid om de twee partijen met elkaar in contact te brengen op eenonline platform. Het is de bedoeling dat beide partijen inzicht krijgen in elkaars standpunt.Het is niet de bedoeling om de experten de alwetende waarheid te laten verkondigen. Welhoop ik op een interessante virtuele discussie waar beide partijen kunnen uit leren.

Toen televisie zijn intrede deed in België was de economische situatie niet van dien aard datelk gezin zijn eigen televisie had. Het was niet ondenkbaar dat er slechts 1 gezin uit de straateen televisie bezat. Dit bracht met zich mee dat veel mensen samen televisie keken. Het wasdus een sociale gebeurtenis die gedeeld werd met tal van andere kijkers.Door de prijsdaling van de televisietoestellen en de grotere koopkracht van de bevolking zijn

51

Page 56: Thesis-Johan-Van-Hove

we enkele decennia later geëvolueerd naar een situatie waar elk gezin een televisietoestel inhuis heeft. Vandaag de dag is het niet uitzonderlijk om twee of meerdere televisietoestellen tehebben en dit in diverse kamers. Televisie kijken is niet meer gelimiteerd tot de huiskamer,maar verschuift hoe langer hoe meer naar de slaapkamer en zelfs de keuken. Door een deelvan de markt wordt op deze groeiende mate van personalisatie ingespeeld. De grote zenderspositioneren zich nog steeds als familiezenders. Nichezenders proberen daarentegen aan despecifieke behoeften van bepaalde kijkers te voldoen en televisie op maat aan te bieden. Dezevorm van personalisatie zal volgens critici evolueren naar een sociaal doombeeld waar de per-sonalisatiegraad zo hoog is dat iedereen voor zijn eigen scherm zit en naar zijn favoriete pro-gramma kijkt.Dit sociale doombeeld wordt echter verworpen door enkele experts. Door de mogelijkhedendie digitale televisie aanbiedt, wordt het volgens hen gemakkelijker om een tijdstip uit te kie-zen waar samen televisie kan worden gekeken. Bepaalde programma's zullen kijkers trachtenin Real-time te bereiken en ze hiervoor belonen in de vorm van wedstrijden, promoties,.. Ditis althans de opzet waar naar gestreefd wordt. Gegevens uit de gebruikersenquête tonen aandat er nog werk aan de winkel is, vermits slechts enkelingen IDTV aanwenden om televisieeen socialer karakter te geven.

52

Page 57: Thesis-Johan-Van-Hove

Bijlage 1Van een aantal expertinterviews heb ik een neerslag op digitale drager: interview met StijnDeweer, interview bij VMMA, interview met Klaas Hoogerwaard. Deze fragmenten dienen enkel ter ondersteuning van mijn thesis en worden niet buitendeze context gebruikt. Leden van de jury en het docentencorps kunnen onder strikte voor-waarden en met toestemming van de betrokken contactpersoon deze fragmenten beluiste-ren. Om de confidentialiteit van de gesprekken te garanderen voeg ik geen samenvattingen vande persoonlijke gesprekken bij. Wel heb ik telegramstijl een kleine samenvatting van allebevragingen neergeschreven.

samenvattingInteractiviteit is een leeg woord en wordt aangewend als marketingtool. Interactiviteit isoude koek en verpakt voor een medium dat zich er niet toe leent. Er is te veel concurrentieom interactief mee te zijn. De mensen willen niet actief zijn, ze willen geëntertaind worden.De mensen zullen zelf wel beslissen waar en wanneer ze interactief willen zijn. Laat dezeinteractiviteit regelbaar zijn. De technologie staat nog niet op punt om degelijke interactievetoepassingen te ontwerpen. De set-topboxen laten het afweten en hebben te weinig kracht.De content blijft achter, maar de technologie staat op punt. Pas als er een nieuwe generatiegebruikers kapitaalkrachtig wordt zal interactiviteit "boomen".

De mensen zien de winst niet in om over te schakelen naar digitale televisie. Het open net isgoed genoeg. De kijkers zullen ook niet willen betalen omdat dit historisch zo gegroeid is.Veel thema en nichezenders zullen opstaan, maar veel kleine zenders zullen verdwijnen.Wie geen bereik heeft verdwijnt. De commerciële zenders zullen het moeilijk krijgen door-dat de operatoren buitenlandse spelers zullen toelaten. VTM zal verdwijnen samen metVT4.Zolang er geen bereik is zal er niet volledig gefocust worden op IDTV. De introductie vandigitale televisie heeft marktverstorend gewerkt. De commerciële broadcaster willen digitaletelevisie vertragen. Ze hebben geen antwoord op het veranderende businessmodel.

IDTV zal niet zorgen dat televisiekijken asociaal wordt. Mensen blijven praten over hunprogramma's. Toch zullen we ze moeten dwingen om te kijken. Het afstappen van lineairtelevisiekijken zal heel wat veranderen. Veel gebruikers zullen hun oude gewoontes door-trekken. Let op voor het verschil tussen interactieve diensten en interactieve content.IDTV is een "bubble" die zal spatten. IDTV heeft zeker toekomst, maar niet in de komende 5jaar. IDTV is een verplicht nummer en we zullen nog een hele weg moeten afleggen.

53

Page 58: Thesis-Johan-Van-Hove

DAAR KAN IK NIET OP ANTWOORDEN, IK HEB GEEN GLAZEN BOL!!!

Omdat sommige contactpersonen niet met naam vermeld wilden worden, heb ik dezeanders omschreven. Doorheen mijn thesis verwijs ik naar contactpersoon VMMA en con-tactpersoon VRT.

Page 59: Thesis-Johan-Van-Hove

Referentielijst

[1] G. van der Most:B2B marktonderzoek:het hoe en waarom,2004

[2] http://www.ua.ac.be, Science and Precaution in Interactive Risk Evaluation

[3] Bron: website éen

[4] http://breedband.telenet.be/technologies/dossier/idtv_digitale_televisie

[5] Jensen-Toscan, J.&C.(1999) Interactive television: TV of the Future or Futute of TV?Aalborg:Aalborg universi-

tetsforlag

[6] Pagani,M (2003) Multimedia and interactive digital TV: managing the opportunities created by digital conver-

gence, Hersey: IRM press

[7] Steuer,J. classification of various media technologies, (1995)

[8] Laurel, B: Interface Agents: Methaphors with Character, (1990)

[9 ]Jensen,J.interactivity: tracking as anew concept,( 1999)

[10] DeTijd., dossier interactieve digitale televisie, maart 2006

[11] http://www.express.be, 2006

[12] http://www.multimediaresearch.be/content/pdf/iAdvert.pdf: Medianet Vlaanderen en Flanders

Multimediavalley ( 2005)

[12] Digitale TV Website - ZI-BIZ.be - 15 november 2005

[13] http://www.digitale-televisie.be/modules/forum/index.php?showtopic=1382)

[14] . http://www.statbel.fgov.be/studies/ (2004)

[15] http://www.Tijd.be: Kritische informatie over iDTV (2006)

[16] Rogers:J, Adaptation of technical innovations, 1983

[17] Gawlinski, M.(2003),Interactive Television Production, London:focal press

[18] Debeur en Vandooren: revolutie van de beeldbuis(,2000)

[19] Putnam, Social Capital, Television, and the “Mean World”:Trust, Optimism, and Civic Participation(,1996)

Geraadpleegde bronnenboeken

Cunningham, B. (2002), Interacting with your television , Australian Film Television and Radio School

Page 60: Thesis-Johan-Van-Hove

Gawlinski, M.(2003),Interactive Television Production,London:focal press.

Jensen-Toscan, J.&C.(1999), Interactive Television: TV of the Future of the Future of the TV?, Aalborg: Aalborg

Universitetsforlag

Pagani, M.(2003), Multimedia and Interactive Digital TV : Managing the Opportunities Created by Digital

Convergence,Hersey: IRM press.

Van Lun, E. (2005), Van massamerk naar mensmerk: Merken in een veranderende mediacontext, F&G publishing

Van Roey, C.(2005), Interactieve Digitale Televisie in Vlaanderen: voor de technisch geïnteresseerde televisiekijker en de

creatieve adverteerder.

Internetbronnen:

Belgacom (16.02.06, http://www.belgacom.be/private/en/jsp/dynamic/idtv.jsp)

Broadbandbananas, (02.01.2006, http://www.broadbandbananas.com)

De weblog van Luc Van Braekel, (15.2.06, http://lvb.net/item/763)

Digimedia.be - kenniscentrum digitale marketing en media: interactieve marketing, CRM, content management,

zoekmotoren en webdesign (14.02.06. http://www.digimedia.be)

Digitale TV, (11.03.06, http://www.interactieve-digitale-tv.be/index.php?cPath=7)

Digitale Tv-website –Interactiever dan ooit, (14.02.06, http://www.digitale-televisie.be)

Dutchcowboys(09.02.06, http://www.dutchcowboys.nl/itv)

InSites E-research & Consulting, (21.01.06, http://www.insites.be)

Iteevee.be,(21.03.2006, http://www.iteevee.be)

Interactive Television Production, (17.04.06, http://www.interactivetelevisionproduction.com)

I-wisdom (26.04.06,http://i-wisdom.typepad.com/iwisdom/idtv/index.html)

Still some minor issues, (23.02.06,http://www.minorissues.be/blog/index.php?itemid=28&catid=4)

Telenet opent je wereld, (16.02.06, http://www.telenet.be)

Telenet Televisie (16.02.06, http://televisie.telenet.be/nl/televisie/index.asp)

Tijd.be (21.03.06, http://www.tijd.be)

The interactive tv (iTV, ITV, itv, interactive television) dictionary & business index,

(24.01.06, http://www.itvdictionary.com)

Wikipedia (06.03.2006, http://www.wikipedia.org)

Page 61: Thesis-Johan-Van-Hove