Upload
edith-van-bodegraven
View
213
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
26 | PODOSOPHIA | M EI 2010
Ingrid Janssen is al
vijftien jaar podo-
therapeut, maar in
de loop der jaren
groeide haar prak-
tijk uit tot een
bloeiend centrum
waarin diverse the-
rapeuten samen-
werken: een fysio-
therapeut, een
psychosomatisch
oefentherapeut Ce-
sar, een manueel
therapeut, een pe-
dicure, een ortho-
pedisch schoenma-
ker en een
reflexzonethera-
peut. Ze vertelt: “Ik
heb altijd interesse
gehad in andere
therapieën, want
ik vind dat je als voetspecialist moet weten wat er op dit gebied
op de markt is.”
Ingrid nam indertijd het initiatief om regulier en additief samen
te voegen en de laatste jaren breidde ze haar kennis uit met een
additieve therapie: reflexzonetherapie. Het was even wennen voor
Ingrid op de opleiding Reflexzonetherapie aan de Academie voor
Natuurgeneeskunde Zuid-Nederland: “Op de opleiding Podothe-
rapie werd ik opgevoed met het idee dat je aan het werk gaat met
de pijnklacht van een patiënt, puur fysiek, terwijl men in de addi-
tieve geneeskunde veel meer uitgaat van het holisme. Er wordt
anders gekeken naar een pijnklacht. Zo’n klacht zegt namelijk
iets over hoe een persoon in zijn vel zit. In het holistische
gedachtegoed is een patiënt geen patiënt, maar een cliënt die niet
in balans is. Als ik deze cliënt zo goed mogelijk wil helpen, moet
ik zoveel mogelijk van hem of haar weten. Dat betekent dat ik ver-
der moet kijken dan alleen die voet.”
Holisme
De anamnese en het onderzoek van een cliënt nemen bij Ingrid
dan ook vrij veel tijd in beslag: vijftig tot zestig minuten. Ingrid:
“Het is niet zo dat een cliënt bij je komt met de mededeling: ‘Ik
wil podotherapeutische zolen’. Nee, meestal zegt iemand: ‘Mijn
voet doet pijn; kun je me helpen?’. Vanuit de podotherapie wordt
ervan uitgegaan dat die pijn de klacht is. Maar ik zie dat anders: de
klacht is dat deze persoon niet meer kan doen wat hij wil, want
als hij op een stoel gaat zitten, is de pijn vaak over. Ik ga kijken
wat deze cliënt wil doen, en waarom hij dat niet meer kan. Hij
heeft bijvoorbeeld jarenlang pijnvrij kunnen hardlopen, met de-
zelfde intensiteit en dezelfde schoenen, en hij krijgt nu opeens
klachten. Wat is er veranderd? Als het fysieke niet is veranderd, ga
je in het holisme een stapje verder: waarom is het nou juist de
peesplaat die ontsteekt onder de voet en niet de achillespees, op
uitgerekend dát moment op díe specifieke voet?”
Ingrid beschrijft een voorbeeld van haar holistische aanpak: “Er
zijn onderzoeken die aantonen dat oestrogenen een rol spelen in
de blessuregevoeligheid van spieren en banden. Tijdens de vrou-
welijke cyclus is het oestrogeenniveau niet constant, waardoor da-
mes op bepaalde dagen in hun cyclus gevoeliger zijn voor blessu-
res. Ook tijdens de overgang verandert het oestrogeenniveau en
vaak ontstaan er ineens allerlei klachten waarvan ze eerder nooit
last hadden, zoals voorvoetklachten of knieklachten. Naast mijn
podotherapeutisch onderzoek, beoordeel ik dan de gevoeligheid
van de reflexpunten van de hormonen. Bij een disbalans kan een
reflexzonetherapeut een betere balans brengen in het geheel.”
Ingrid kijkt naar het hele lichaam: de voetbeweging en de reactie
van het lichaam daarop: “In principe kijk ik naar het hele lopen,
BELICHT
Tekst
Edith van Bodegraven,
journalist
Foto’s
Lowie Vermeulen,
fotograaf
Ingrid Janssen is een podotherapeut met hart voor haar vak. Geïnteresseerd in alles
wat met de voet te maken heeft, volgde ze een opleiding Reflexzonetherapie en
breidde haar praktijk uit tot een samenwerkingsverband van reguliere en additieve
geneeswijzen. Paramedische en perimedische disciplines werken naast elkaar, en
vooral mét elkaar in het Paramedisch Centrum Gestel in Eindhoven.
Succesvolle combinatie van
Ingrid Janssen: “Als ik deze cliënt zo goed mogelijk
wil helpen, moet ik zoveel mogelijk van hem of haar
weten. Dat betekent dat ik verder moet kijken dan
alleen die voet.”
Podotherapeute Ingrid Janssen: “Ik zie mezelf als ‘zorgverwijzer’
PODOSOPHIA | M EI 2010 | 27
want het is weliswaar de voet die beweegt, maar er beweegt ook
nog een heel lichaam mee. Beweegt dat lichaam gelijkmatig of zie
ik beperkingen?”
Ingrid maakt een uitgebreide ganganalyse: ze bekijkt haar cliënten
op de loopband en maakt filmopnamen, zodat ze na afloop van de
behandeling veranderingen kan zien. De band kan worden inge-
steld op verschillende situaties: bergop of bergaf, en in verschil-
lende snelheden. Ze vertelt: “Er komen geregeld mensen die bles-
sures oplopen naar aanleiding van het lopen met stokken, ofwel
Nordic walking. Die mensen laat ik ook met de poles lopen, want
ik wil juist de beweging zien die problemen veroorzaakt. Een
hockeyer laat ik zijn hockeystick meenemen, zodat ik met name
de pijnlijke bewegingen tijdens het hockeyen kan zien, want al-
leen aan het op en neer lopen of aan een voetafdruk, kan ik niet
alles zien. Het bekken neem ik standaard mee in het onderzoek,
omdat dat in mijn ogen een belangrijk onderdeel is. Op het mo-
ment dat het bekken niet goed functioneert, worden de bewegin-
gen niet goed overgebracht van het onderlichaam naar het boven-
lichaam en omgekeerd. Als de romp niet meebeweegt, is de kans
aanwezig dat er ergens problemen ontstaan, waaronder voetpro-
blemen. Een voetstand kan zich afwijkend hebben gevormd, om-
dat er elders iets niet goed gaat. In plaats van dan de voet te corri-
geren, is het verstandiger uit te zoeken of er misschien bovenin
iets om behandeling vraagt. Als dit het geval is, is er vaak een be-
wegingsbeperking in het bekken en als behandeling denk ik dan
aan bijvoorbeeld manuele therapie of oefentherapie Cesar. Wil je
goed kunnen beoordelen of iets een oorzaak is of een gevolg,
moet je de hele bewegingsketen bekijken.”
Wisselwerking
Ingrid wil zoveel mogelijk informatie van een cliënt: zowel op het fy-
sieke, passief en dynamisch, alsook op het psychische vlak: “Het is
voor mij belangrijk te weten hoe iemand in zijn vel zit en hoe hij so-
ciaal in het leven staat. Als daar bepaalde problematieken spelen, kan
ik wel fysiek de klacht gaan behandelen, maar dan blijkt vaak dat deze
niet over gaat. Dat gebeurt bijvoorbeeld wanneer mensen gespannen
zijn. Er is een duidelijke wisselwerking tussen het mentale en het fy-
sieke. Een sporter die net een traumatisch bericht heeft gekregen,
presteert niet meer goed. Ook omgevingsfactoren bepalen het effect
van de therapie. Je kunt wel zeggen dat je cliënt iedere dag een half
uur moet oefenen, maar als het hier om een drukke alleenstaande
moeder gaat, weet je dat het toch niet gaat lukken. Je moet dan samen
met de cliënt naar een oplossing zoeken die voor beiden acceptabel is.
Datgene wat we hier bieden stijgt uit boven de podotherapie en de re-
flexzonetherapie, want er zijn nog zo veel meer mogelijkheden.”
In het Paramedisch Centrum Gestel kunnen de therapeuten bij elkaar
meekijken. Ingrid: “Daardoor leren we van elkaar en kunnen we ge-
gronder doorverwijzen. Uiteindelijk wil je dat mensen weer kunnen
doen wat ze willen en het is aan mij om zoveel mogelijk informatie
te verzamelen en te kijken waarbij de cliënt het meest gebaat is. Dat
kan een podotherapeutische zool zijn, maar vaak ook is het de inter-
ventie van een andere therapeut. Het komt voor dat mensen hier
podotherapie met andere therapieën die mogeli jkheden biedt”
Ingrid Janssen: “In principe kijk ik naar het hele lopen, want het is weliswaar
de voet die beweegt, maar er beweegt ook nog een heel lichaam mee.
Beweegt dat lichaam gelijkmatig of zie ik beperkingen?”
28 | PODOSOPHIA | M EI 2010
te veel van jezelf vraagt zonder te ontspannen, raakt je sympathische
zenuwstelsel overbelast en kan het lichaam zich niet meer voldoen-
de herstellen. Vermoeidheid, verhoogde spierspanning, verminderde
weerstand, verstoring van de spijsvertering zijn hierbij veelgehoorde
klachten waardoor sneller een blessure of overbelasting ontstaat. In
deze drukke tijd zie je dat veel mensen zich voorbijlopen en makke-
lijker blessures ontwikkelen. Dat is logisch, want de belastbaarheid
van het lichaam wordt minder als je er continu veel van vraagt. Om
te kunnen inschatten welk resultaat ik mag verwachten van een be-
paalde therapie is het belangrijk te weten wat iemand van zichzelf
vraagt en of er een verstoring aanwezig is in de balans tussen het
sympathische en parasympathische zenuwstelsel. Bij een dysbalans
kan reflexzonetherapie, eventueel naast mijn podotherapeutische
therapie, een toegevoegde waarde hebben. Vandaar dat de psycho-
problematiek voor mij een belangrijk onderdeel is geworden; het
maakt mijn vak boeiend en interessant.”
De keuze voor een bepaalde aanpak is afhankelijk van wie er tegenover
haar zit. Ze legt uit: “De een zit al na tien minuten in tranen te vertellen
en bij de ander blijft het gesprek beperkt tot de ‘feitelijke’ klacht. Be-
langrijk is je te realiseren dat het hier niet gaat om een patiënt die blij
mag zijn dat hij bij mij mag komen, maar om een cliënt die ergens
mee zit en die bij mij komt voor advies. Dat betekent dat ik alles moet
bekijken vanuit het perspectief van de cliënt; wat voor de een de beste
oplossing is, hoeft dat voor een ander niet te zijn.” Cliënten moeten
zich bij Ingrid op hun gemak voelen. “Contact leggen gaat gemakkelij-
ker als de mensen in de stoel zitten, als je hun voeten vasthoudt. Voeten
worden over het algemeen gezien als een redelijk intiem gedeelte van
het lichaam. Je kunt dan heel gemakkelijk informatie krijgen, informa-
tie waarvan ik vroeger vaak dacht dat die niet relevant was. Nu denk ik
verder en weet ik dat er achter een fysieke klacht iets kan zitten waar-
door alles in een ander daglicht kan komen te staan.” Ingrid geeft een
voorbeeld: “Een cliënt die al ondersteunende of corrigerende orthope-
dische zolen heeft, zegt dat hij nog steeds last heeft van zijn voorvoet.
Dan zie ik die voeten: helemaal slap, week, wit. Ik ga verder vragen en
vertel hem dat zijn voeten er futloos uitzien. Vervolgens stort die man
zijn hart uit: hij zit met een burn-out, heeft pijn in zijn voorvoet en wil
graag gaan lopen om te kunnen herstellen van die burn-out. Dat bete-
kent dus dat die man niet simpelweg een man is met een voorvoet-
klacht, maar iemand die wil gaan lopen om emotioneel lekker in zijn
vel te komen. Uiteindelijk is deze man behandeld door de reflexzone-
therapeut en na drie behandelingen had hij meer energie, aanzienlijk
minder klachten en het allerbelangrijkste: hij zag de dingen weer posi-
tiever. Vanuit de podotherapie had ik dat niet kunnen bereiken, dan had
meneer nog steeds pijnlijke voeten gehad en zich niet goed gevoeld.”
Ingrid besluit: “In het Paramedisch Centrum Gestel ben ik vooral
degene die de persoon in beeld brengt en als een soort wegwijzer
de mogelijkheden biedt. Het gaat er om dat de cliënt de voor hem
of haar prettigste methode krijgt om weer te kunnen doen wat hij
of zij wil. Want uiteindelijk wil je dat de cliënt zo veel mogelijk in
balans is en tevreden de deur uitgaat.” ■
weggaan met het advies naar een andere behandelaar te gaan, naar
tevredenheid. Vaak wordt het een gecombineerde aanpak. Zo worden
sporters regelmatig multidisciplinair behandeld: de manueel thera-
peut behandelt de eventuele blokkades, de podotherapeut zorgt voor
een goede stand van voeten en knieën en de oefentherapeut geeft be-
geleiding voor houding en beweegpatroon. Daarbij is uiteraard het
onderling afstemmen van belang: als de manueel therapeut met zijn
behandeling een bepaald stadium ingaat, kan het beter zijn dat ik nog
even wacht met het aanbrengen van bijvoorbeeld een hakverhoging.”
Zorgverwijzer
Afhankelijk van de cliënt kiest Ingrid het beste uit twee werelden: het
reguliere circuit en het additieve: “Ik probeer aan te geven wat de
voor- en nadelen zijn van een bepaalde therapiekeuze en leg de mo-
gelijkheden aan de mensen voor. Ik zie mezelf als een ‘zorgverwijzer’,
niet een alwetende. Als ik denk dat een massage van bijvoorbeeld de
hiel gewenst is, is het afhankelijk van de cliënt of hij naar een reflex-
zonetherapeut gaat of naar een fysiotherapeut. Er zijn steeds meer
mensen die voor reflexzonetherapie kiezen, omdat ze graag vanuit
een holistische visie behandeld willen worden, maar er zijn ook
mensen die daar absoluut niets mee te maken willen hebben.”
Maar voor eventuele spierverstekende oefeningen, blijft natuurlijk de
fysiotherapeut dan wel de oefentherapeut de aangewezen persoon.
“Het gebeurt ook regelmatig dat de reflexzonetherapeut gezamenlijk
met de manueel therapeut behandelt. Hierbij richt de reflexzonethe-
rapeut zich met name op algehele ontspanning en daarmee het ver-
minderen van de spierspanning waardoor eventuele manipulaties be-
ter kunnen worden uitgevoerd.”
Psychosomatiek
Zo veel aandacht voor het mentale van een cliënt was nieuw voor
Ingrid toen ze aan de opleiding Reflexzonetherapie begon en het is
een verworvenheid waar ze nu dankbaar gebruik van maakt: “Zo’n
70 tot 80% van alle klachten zijn stressgerelateerd. Kijk bijvoorbeeld
eens naar wat stress doet met je lichaam. Als je gedurende lange tijd
Bij een dysbalans kan reflexzonetherapie, eventueel naast de podotherapeuti-
sche therapie van Ingrid Janssen, een toegevoegde waarde hebben.