1

STICHTING FONDS COLLECTIEVE BELANGEN VOOR DE PLUIMVEEVERWERKENDE INDUSTRIE

adres : Kokermolen 11, Houtencorr.adres : Postbus 331, 3990 GC Houtentelefoon : 030 6355250e-mail : info@szpluimvee.nlwebsite : www.szpluimvee.nl

JAARVERSLAG 2012

2

3

Dit jaar is mij de eer te beurt gevallen het voor-woord te mogen schrijven van het jaarverslag Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie, beter bekend als OFP. OFP staat voor Opleidingsfonds Pluimveevlees. Een verwarrende naam omdat het fonds veel meer doet dan alleen opleiden, hoewel dat een belangrijk onderdeel is van de doelstelling.

Ook de samenwerking tussen sociale partners in de pluimvee industrie en het sociaal secreta-riaat worden middels dit fonds gefinancierd. Zo wordt uit dit fonds de vakbondsbijdrage en de bijdrage voor de werkgeversvereniging betaald. De vakbonden en werkgeversvereniging wor-den geacht met dit geld te zorgen voor de nodige voorlichting en het sociaal secretariaat is de vraagbaak voor werknemers en werkgevers betreffende sociale aangelegenheden.

Helaas heeft dit met de problematiek rond de Europese scholingssubsidies er toe geleid dat er geen of nauwelijks geld beschikbaar is voor het subsidiëren van scholing. Toch ook een van de doelstellingen van het fonds. Er is op dit gebied nog wel wat gebeurd. Zo is de ARBO-catalogus verder ontwikkeld, is er een USB stick uitge-bracht met op het bedrijf eenvoudig te geven cursussen op het gebied van hygiëne en veilig-heid en is de nodige voorlichting gegeven.

VOORWOORD

Dit alles neemt echter niet weg dat de cao voor het fonds, die eind 2013 afloopt, drastisch aan herziening toe is zodat de doelstellingen gerealiseerd kunnen worden en er ook weer voldoende geld beschikbaar komt voor scholing en ontwikkeling. In het Sociaal Akkoord dat dit voorjaar tussen werknemers, werkgevers en de politiek is afgesproken, wordt ook een beroep gedaan op fondsen voor scholing en ontwikke-ling. Dit mag echter niet leiden tot kostentoena-me voor de sector. Voorwaar een fikse klus waar wij in het jaar 2013 mee aan de slag moeten zodat het Fonds voor Collectieve Belangen in de Pluimveeverwerkende Industrie ook een fonds voor Collectieve Belangen is en blijft. Dat wil zeggen voor werknemers en werkgevers, om de pluimveeverwerkende industrie beter en sterker te maken.

Jan Timmer

4

5

INHOUD

VOORWOORD 3 INHOUDSOPGAVE 5 1 DE STICHTING FONDS COLLECTIEVE BELANGEN VOOR DE PLUIMVEEVERWERKENDE INDUSTRIE 7 INLEIDING 7 DOELSTELLING 8 BESTUUR 9 VERGADERINGEN 9 BENOEMENDE ORGANISATIES 9 VOORZITTER EN PLAATSVERVANGEND VOORZITTER 9 PENNINGMEESTER 9 SECRETARIS 9 SECRETARIAAT 9 2 BESTUUR 11 ALGEMEEN 11 ESF PROJECT 2007 - 2013 11 OVEREENKOMST VAN GELDLENING WGA-VERZEKERING ARBOCATALOGUS SCHOLINGSCONSULENT BIJDRAGEN / SUBSIDIES USB-STICK SUBSIDIEREGELING SOCIALE INNOVATIE SUBSIDIEBELEID SUBSIDIEVERLENING IN 2012 FINANCIËN 3 WERKGROEP SCHOLINGACTIVITEITEN DOELSTELLING USB-STICK SCHOLING SOCIALE ARBEIDSMARKTINFORMATIE OVERIGE ACTIVITEITEN SAMENSTELLING WERKGROEP SCHOLINGSACTIVITEITEN 4 FINANCIËLE AANGELEGENHEDEN 5 DE BEDRIJFSGENOTEN 6 ADRESSEN

PAGINA

14141515161617171718

191919192020

21

23

25

6

7

1 DE STICHTING FONDS COLLECTIEVE BELANGEN VOOR DE PLUIMVEEVERWERKENDE INDUSTRIE

INLEIDINGIn het jaar 2012 kwam er weer een groot aantal onderwerpen op tafel bij de Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie. De van belang zijnde activiteiten zijn in dit jaarverslag opgenomen.

DOELSTELLINGDe stichting stelt zich ten doel het financieren

en subsidiëren van activiteiten die gericht zijn op het bevorderen van goede arbeids-verhoudingen tussen werkgevers en werkne-mers in de pluimveeverwerkende industrie.

Deze activiteiten bestaan binnen het doel van de stichting uit het bevorderen van:

a. het geven van voorlichting en informatie aan alle werkgevers en werknemers in de pluim-veeverwerkende industrie over de rechtsge-volgen die voortvloeien uit de collectieve arbeidsovereenkomsten voor de pluimvee-verwerkende industrie en/of andere wette-lijke voorschriften die op het terrein van de arbeidsvoorwaarden liggen;

b. een eenduidige uitleg en toepassing van de bepalingen van de collectieve arbeids-overeenkomst voor de pluimveeverwerkende industrie en het voorkomen van geschillen over de uitleg en toepassing van de collec-tieve arbeidsovereenkomst voor de pluim-veeverwerkende industrie;

c. het coördineren, voorbereiden en ondersteu-nen van het geformaliseerde overleg – met uitzondering van cao-overleg – tussen soci-ale partners ten behoeve van alle werkgevers en werknemers in de pluimveeverwerkende industrie;

d. het uitvoeren van werkzaamheden verbon-den aan het bestuurlijke, financiële en admi-nistratieve beheer van de stichting;

e. het verzorgen van algemene informatie en publiciteit aan werknemers, werkgevers en direct belanghebbenden aangaande de vraag en het aanbod van arbeid, de arbeids-

voorwaarden, de arbeidsomstandigheden en de opleidingsmogelijkheden in de pluimvee-verwerkende industrie;

f. de uitgifte van brochures, periodieken en kennisdragers, inclusief de vervaardiging, uitgifte en verzending van de noodzakelijke hoeveelheid cao-boekjes ten behoeve van alle werknemers en werkgevers in de pluim-veeverwerkende industrie in het belang van de arbeidsverhoudingen in de pluimveever-werkende industrie;

g. de inzet van adviseurs, die het bestuur ondersteunen bij zijn activiteiten en die tevens voorlichting en informatie met name op het gebied van scholing, vorming, arbeidsomstandigheden en arbeidsmarktbe-leid aan ondernemingen in de pluimvee-ver-werkende industrie kunnen verstrekken;

h. ontwikkelingen op bedrijven in de pluim-veeverwerkende industrie op het terrein van arbeidsmarkt, arbeidsvoorwaarden, arbeids-omstandigheden en opleiding van werk-nemers in het kader van hun inzetbaarheid;

i. ontwikkelingen gericht op het bevorderen van de medezeggenschap, participatie,per-

soneelsvertegenwoordigingen en ondernemings- raden als vormen van overleg op ondernemers- niveau tussen werknemers en werkgevers in de pluimveeverwerkende industrie;j. deelname van werknemers aan congressen

en vakgroepbestuursvergaderingen van hun vakorganisaties;

k. het opleidingsplan alsmede de opleiding van werknemers in het kader van hun inzetbaar-heid, ten behoeve van alle werknemers en werk-

gevers in de pluimvee-verwerkende industrie;l. het bevorderen van activiteiten inzake een

evenwichtige verdeling van arbeid en zorg-taken van werknemers, waaronder kinderop-vang;

m. projecten of activiteiten gericht op de verbe-tering van de arbeidsomstandigheden bin-nen de pluimveeverwerkende industrie of

8

op de totstandkoming of verbetering van bedrijfsbeleid op dit terrein;

n. het vergroten van de participatie op de arbeidsmarkt alsmede het stimuleren van een betere aansluiting van de pluimveever-werkende industrie op de arbeidsmarkt;

o. projecten of onderzoeksactiviteiten op het gebied van opleiding van werknemers in het kader van hun inzetbaarheid, arbeids-voorwaarden, arbeidsomstandigheden en de arbeidsmarkt gericht op het bevorderen van goede arbeidsverhoudingen in de pluimvee-verwerkende industrie;

p. het beheer, het toezicht houden en het doen uitvoeren van de door het Georganiseerd Overleg met Achmea (voorheen Interpolis) gemaakte afspraken over de WGA verze-kering als bedoeld in artikel 39 van de col-lectieve arbeidsovereenkomst voor werkne-mers werkzaam in de pluimveeverwerkende industrie, of een regeling die geacht wordt

daarvoor in de plaats te treden.

BESTUURBestuursleden worden voor de duur van twee jaar benoemd. De elfde zittingsperiode eindig-de op 28 mei 2012. Voor de bestuurssamenstel-ling in de laatste maanden van deze periode wordt verwezen naar ons jaarverslag van 2011.

Voor de twaalfde zittingsperiode, die is begon-nen op 28 mei 2012 en loopt tot 28 mei 2014, is door CNV Vakmensen en FNV Bondgenoten gezamenlijk de heer A. Visser tot lid benoemd. Door NEPLUVI is de heer Dr. P.C. Vesseur als plaatsvervangend lid benoemd. In de nieuwe periode zijn door de benoemende organisaties in het bestuur de volgende leden en plaatsver-vangende leden aangewezen.

Leden Plaatsvervangende leden Benoemende organisatiesJ.H. Kraan (Doesburg) vacature CNV VakmensenJ.C.H.M. Verhoeven (Dieren) vacature FNV BondgenotenA. Visser (Biddinghuizen) vacature CNV Vakmensen en FNV Bondgenoten gezamenlijkJ. Heijs (Leek) Dr. P.C. Vesseur (Houten) NEPLUVIJ. Timmer (Hardenberg) vacature NEPLUVIJ.P. Visser (Surhuisterveen) vacature NEPLUVI

9

VERGADERINGENHet bestuur van de Stichting OFP kwam vijf maal bijeen en de Werkgroep scholingsactiviteiten is in het verslagjaar twee maal bijeen geweest. De activiteiten van beide overlegorganen zijn opgenomen in de hoofdstukken 3 en 4 van dit verslag.

BENOEMENDE ORGANISATIESDoor de volgende or ganisaties worden de bestuursle den van de stichting benoemd:- de werkgeversorganisatie, de Vereniging van de Nederlandse Pluimvee-verwerkende industrie NEPLUVI: drie leden;- de werknemersorganisaties CNV Vakmensen en FNV Bondgenoten: drie bestuursleden gezamenlijk.Daarbij kan voor elk bestuurslid een plaatsver-vangend lid worden benoemd.

VOORZITTER EN PLAATSVERVANGEND VOORZITTERAan het begin van het verslagjaar was de heer J.C.H.M. Verhoeven voorzitter van het bestuur van de Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie. Het vice-voorzitterschap werd vervuld door de heer J. Heijs.

Conform de statuten wisselt het voorzitter-schap en het vice-voorzitterschap jaarlijks tus-sen een bestuurslid van werkgeverszijde en een bestuurslid van werknemerszijde. Deze datum loopt parallel aan de datum van benoeming van het bestuur: 28 mei.Vanaf 28 mei 2012 is de heer J. Heijs voorzitter van het bestuur van de stichting. Per gelijke datum is de heer J.C.H.M. Verhoeven benoemd tot vice-voorzitter.

Wat betreft het voorzitterschap van de Werkgroep scholingsactiviteiten wordt als datum van wisse-ling aangehouden 16 november. De heer J. Timmer vervulde tot 16 november 2012 het voorzitters-

chap van de werkgroep. De heer J.C.H.M. Ver-hoeven was vice-voorzitter van de werkgroep. Op 16 november 2012 is de heer J.C.H.M. Ver-hoeven voor de duur van een jaar voorzitter van de werkgroep en is de heer J. Timmer vice-voor-zitter.

PENNINGMEESTERDe heer J.P. Visser uit Surhuisterveen vervult in het jaar de functie van penningmeester van de stichting.

SECRETARISIn 2012 is Ronald Kerkmeijer uit Driebergen secre-taris van de Stichting Fonds Collectieve Belang-en voor de Pluimveeverwerkende Industrie.

SECRETARIAATIn het verslagjaar zijn de secretariaatswerk-zaamheden van de stichting uit ge voerd op het kantoor van Sociale Zaken Pluimvee Industrie in Houten. Op het secretariaat is in 2012, naast de pen-ningmeester en de secretaris, Sharon Wolf werkzaam. Zij is belast met de premie-inning van de Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie.

10

11

ALGEMEENIn het jaar 2012 heeft het bestuur aandacht besteed aan een aantal activiteiten, die onder-staand zijn weergegeven.

ESF PROJECT 2007 - 2013Door de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is de Subsidieregeling ESF 2007-2013 vastgesteld. De Stichting Fonds Collec-tieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie heeft een subsidieaanvraag ingediend. De volledige administratie van dit project is door de stichting in handen gegeven van de Stichting Opleidingsfonds Groothandel (SOG) in Reeuwijk. Deze stichting verzorgt rechtstreeks zonder tussen-komst van de stichting de subsidieaanvragen en-afwikkeling voor ESF.

In het vorige jaarverslag is uitgebreid aandacht besteed aan het verloop en de afwikkeling vande projecten. De Stichting Fonds Collectieve Belang-en voor de Pluimveeverwerkende Industrie zal gezamenlijk met de andere betrokken fondsen alles in het werk stellen om de projecten op een zo goed mogelijke wijze af te ronden.

Gedurende het verslagjaar is er veelvuldig over-leg gevoerd. Door de gezamenlijke fondsen zijn drie open brieven aan werkgevers uitgebracht. Deze brieven luiden als volgt:

Open brief van 19 juni 2012 van de (opleidings)fondsen:Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie;Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Handel in Bouwmaterialen;Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Isolatiebedrijf;Stichting Sociaal Fonds voor het Horecabedrijf;Stichting Opleidingsfonds Groothandel.

Aan werkgevers die overeenkomsten zijn aan-

gegaan met de Stichting Opleidingsfonds Groot-handel facilitair bedrijf (SOG fb).

In een open brief aan werkgevers heeft de Stichting Opleidingsfonds Groothandel facilitair bedrijf (verder: SOG fb) gisteren laten weten dat zij haar activiteiten heeft gestaakt.Als belangrijkste reden wordt aangevoerd dat haar administrateur – de besloten vennoot-schap De Administratie BV – vandaag (dinsdag 19 juni 2012) op eigen verzoek failliet zal wor-den verklaard. SOG fb laat weten dat werkgevers en uitvoer-ders als gevolg van het staken van haar activi-teiten aanzienlijke bedragen aan ESF-subsidies dreigen mis te lopen.

De opleidingsfondsen hebben altijd boven alles voor ogen gehad de belangen van werkgevers en werknemers om optimaal gebruik te kunnen maken van ESF-subsidies. De opleidingsfondsen hebben daartoe afspraken gemaakt met SOG fb, een partij die al meer dan 12 jaar met veel succes voor werkgevers subsidies aanvroeg en kreeg en die dus bij uitstek geschikt leek voor deze klus.Toen in 2011 bleek dat SOG fb en haar admi-nistrateur in problemen verkeerden, kwam dat nieuws voor de opleidingsfondsen dan ook onverwachts.De financiële problemen bij SOG fb bleken te zijn ontstaan doordat SOG fb de via de fondsen ontvangen voorschotten had aangewend voor andere projecten dan waarvoor de subsidie was bestemd.Tegelijkertijd bleek dat haar administrateur in de problemen was gekomen doordat men leningen had verstrekt aan derden die niet direct konden worden terugbetaald. Als gevolg daarvan was er onvoldoende geld in kas voor de lopende uitgaven. Vanaf het moment dat duidelijk is geworden dat SOG fb en haar administrateur in moeilijk-

2 BESTUUR

12

heden verkeerden hebben de opleidingsfond-sen, in overleg met het Agentschap SZW, gepro-beerd om tot een oplossing te komen. Onder meer door vanuit het Agentschap SZW en de opleidingsfondsen uitstel van betaling te ver-lenen aan SOG fb, leek een uitweg te kunnen worden gevonden. Helaas is een faillissement van de administrateur onafwendbaar gebleken. Vanwege de dreigende problemen hebben de opleidingsfondsen eind 2011, in nauw overleg met het ministerie van Sociale Zaken, een aan-tal voorzieningen getroffen om de eventue-le schade voor werkgevers zoveel mogelijk te beperken. Onderdeel daarvan is het behoud van alle papieren en digitale administraties die de basis vormen voor de einddeclaraties. Begin juni bleek het helaas noodzakelijk om, middels een (voor de opleidingsfondsen succesvol) kort geding tegen o.a. SOG fb en haar administra-teur bij de rechtbank ’s-Gravenhage, de digitale administraties veilig te stellen.Op dit moment laten de fondsen door ESF-specialisten onderzoeken wat de toestand is van de administratie en hoe een doorstart vorm kan worden gegeven. Zodra daarover meer bekend is zullen wij de werkgevers verder infor-meren.

De opleidingsfondsen.

Open brief van 3 juli 2012 van de (opleidings)fondsen:Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie; Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Handel in Bouwmaterialen; Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Isolatiebedrijf; Stichting Sociaal Fonds voor het Horecabedrijf;Stichting Opleidingsfonds Groothandel

Aan werkgevers die overeenkomsten zijn

aangegaan met de Stichting Opleidingsfonds Groothandel facilitair bedrijf (SOG fb).

Op maandag 18 juni 2012 hebben de oplei-dingsfondsen werkgevers geïnformeerd over de ontstane problematiek bij SOG fb.

SOG fb heeft haar werkzaamheden voor zowel werkgevers als voor de opleidingsfondsen gestaakt. De administratie BV (administrateur van SOG fb) is failliet en dat levert direct stag-natie op voor het blijven verantwoorden van (eind)declaraties. Het risico daarvan is dat er geen ESF subsidie wordt toegekend dan wel dat het Agentschap SZW voorschotten zal terugvor-deren via de 5 opleidingsfondsen.

Al met al is sprake van een complexe situatie waarin aanzienlijke extra kosten moeten wor-den gemaakt om administraties en verantwoor-dingen zeker te stellen. De opleidingsfondsen hebben de administraties en data inmiddels o.a. via de rechter veilig gesteld.

De fondsen zetten zich met o.a. het agentschap en het ministerie van SZW in om de gereali-seerde projecten en trajecten binnen de al inge-diende en nog in te dienen declaraties om te zetten in houdbare eindbeschikkingen waarop definitief subsidiebedragen via fondsen naar werkgevers kunnen worden afgewikkeld.

Ondanks uitgebreid onderzoek staat tot nu toe nog niet vast of en zo ja in welke mate dit nog leidt tot betalingen aan werkgevers. De fond-sen moeten immers nog voorschotten aan het agentschap terugbetalen die niet door decla-raties worden verantwoord. Daarin speelt mee dat niet alle administraties van projecten en trajecten door SOG fb respectievelijk De admi-nistratie BV volledig naar de ESF-maatstaven zijn alsook dat deze nog niet voldoende toe-gankelijk zijn.

13

De fondsen adviseren u voor nu voor zover nodig aan SOG fb nakoming te vragen van de overeenkomst maar vervolgens pas op de plaats te maken, zodat de fondsen gelegenheid krijgen om hun onderzoek af te ronden en te proberen de voortgang zoveel mogelijk zeker te stellen. Daarvoor zijn al twee stichtingen opgericht voor het beheer van administraties en financiële geldstromen. De kosten en baten van al deze activiteiten dienen ten laste respectieve-lijk ten gunste te komen van zowel werkgevers als fondsen, rekening houdend met de ontstane betalingsonmacht en met de juridische verhou-dingen tussen SOG fb en werkgevers enerzijds en SOG fb en de fondsen anderzijds.

Wij hopen u eind juli 2012 meer concreet te kunnen informeren. Ondertussen raden wij u dringend aan alle administratieve bescheiden te bewaren.

De opleidingsfondsen.

Open brief van 1 september 2012 van de (oplei-dings)fondsen: Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie; Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Handel in Bouwmaterialen;Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Isolatiebedrijf;Stichting Sociaal Fonds voor het Horecabedrijf

aan werkgevers die overeenkomsten zijn aan-gegaan met de Stichting Opleidingsfonds Groothandel facilitair bedrijf (SOG fb). In deze derde open brief doen de fondsen beknopt verslag van de ontwikkelingen van de afgelopen twee maanden en van hun inspan-ningen om de schade voor de fondsen en werk-gevers naar aanleiding van het faillissement van SOG fb zoveel mogelijk te beperken.

Na het faillissement van de administrateur zijn ook SOG fb en het fonds SOG failliet verklaard. (en deze brief is dan ook niet langer door vijf maar door vier fondsen opgesteld). Het fail-lissement van deze partijen heeft een aantal gevolgen. Voor bij het fonds SOG aangesloten werkgevers betekent dat onder meer dat de kans dat zij nog ESF-subsidies ontvangen nihil is geworden. Voor de fondsen die met fonds SOG samenwerkten, betekent het faillissement van fonds SOG onder meer een aanzienlijke extra schadepost.

Ondanks deze ontwikkelingen hebben de fond-sen, met behulp van externe specialisten en met medewerking van het Agentschap SZW en de curator van SOG fb, geprobeerd een zo goed mogelijk zicht te krijgen op de stand van de ESF-subsidie administraties om te kun-nen inschatten welke subsidieaanspraken nog kunnen worden veiliggesteld. Tevens hebben de fondsen laten onderzoeken wat de kosten zijn van het alsnog indienen van einddeclara-ties en de begeleiding van controles gedurende de komende jaren. De fondsen hebben daarbij evenwel hinder ondervonden van een gebrek aan medewerking van oud bestuurders van SOG fb en De Administratie BV, alsmede van het software bedrijf waar de digitale gegevensbe-standen van de fondsen en werkgevers zijn opgeslagen. De ESF-subsidie administratie was daardoor onvoldoende toegankelijk.

Duidelijk is geworden dat de nog te maken kos-ten aanzienlijk zijn omdat de gevoerde adminis-traties niet per fonds of per subsidieaanvraag gescheiden zijn. Alles is door elkaar heen geor-dend. Voorts zijn er veel minder subsidierechten opgebouwd dan waarvoor subsidie is aange-vraagd.Verder lijkt het onvermijdelijk dat veel eind-declaraties fors zullen worden gekort omdat de onderliggende administratieve bescheiden niet

14

of niet in origineel voorhanden zijn, dan wel dat sprake is van onjuiste berekening van subsi-diabele kosten.

De consequentie van dit alles is, dat de fondsen er op grond van de nu beschikbare informatie van uit gaan dat werkgevers die een samenwer-king zijn aangegaan met SOG fb, helaas geen ESF-subsidie zullen ontvangen.

Op dit moment zijn de fondsen in onderhande-ling met het Agentschap SZW en de curator van SOG fb over medewerking aan en financiering van de minimaal benodigde stappen om de ESF subsidie administratie te bewaren en toeganke-lijk te houden, en daarmee te voorkomen dat de schade als gevolg van het faillissement van SOG fb nog meer toeneemt. Zodra daarover meer bekend is, wordt u weer geïnformeerd.

De fondsen.

OVEREENKOMST VAN GELDLENINGDe Stichting Vrijwillig Uittreden voor de Pluimveeverwerkende Industrie en de Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie zijn voor het jaar 2012 een overeenkomst van geldlening aangegaan. De Stichting Vrijwillig Uittreden kent geen actieve deelnemers meer en het bestuur van deze stichting heeft het voorne-men om de stichting op niet al te lange termijn te liquideren. Naar verwachting zal dit in het jaar 2013 zijn beslag krijgen. Er staat bij de stichting een saldo dat zal worden aangewend voor het verhogen van het ouderdomspensioen van de deelnemers aan de pensioenfondsen in de pluimveeverwerkende industrie. Om op een verantwoorde wijze een zo groot mogelijk rendement te behalen is een groot deel van dit saldo tijdelijk ondergebracht bij de Stichting Fonds Collectieve Belangen. Hiervoor hebben beide besturen een overeenkomst ondertekend.

WGA-VERZEKERINGDe Stichting Aanvullende Voorziening Arbeidsongeschiktheid Pluimveehandel en -industrie (Stichting SAPLU) is opgericht in april 1995. De Stichting SAPLU is voor de herverze-kering van het WAO-hiaat een verzekerings-overeenkomst aangegaan met verzekeraar Achmea. Op 10 november 2005 is de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) van kracht geworden en werd de getroffen voorzie-ning overbodig.Eind 2008 is met Achmea een raamovereen-komst gesloten voor de WGA verzekering van werknemers in de pluimveeverwerkende indus-trie. Deze overeenkomst is aangegaan per 1 januari 2009 voor de duur van 5 jaar en voorziet eveneens in een dekking met terugwerkende kracht in de periode 2004-2008. Achmea sluit op basis van de raamovereenkomst verzeke-ringspolissen af met de individuele bedrijven. De premie wordt door Achmea rechtstreeks bij de bedrijven in rekening gebracht. De Stichting SAPLU houdt toezicht op een goede naleving van de overeenkomst.

Het doel van de verzekeringsovereenkomst is het verstrekken van een aanvullende uitkering aan de verzekerde werknemer die wordt gecon-fronteerd met een inkomensachteruitgang als gevolg van arbeidsongeschiktheid. Deze uitke-ring voorziet in het inkomenshiaat dat ontstaat als de arbeidsongeschikte werknemer in de WGA-regeling valt (tussen 35 en 80% arbeids-ongeschikt c.q. tussen 20 en 65% arbeidsge-schikt

Het bestuur heeft in het jaar 2011 vastge-steld, dat het niet langer noodzakelijk is om de stichting te laten voortbestaan. De activi-teiten kunnen worden voortgezet in werk-groepverband en de financiën ten bate van de WGA-verzekering worden ondergebracht bij de Stichting Fonds Collectieve Belangen voor

15

de Pluimveeverwerkende Industrie. Het bestuur heeft in haar opheffingsvergadering van 14 december 2011 besloten de stichting per gelij-ke datum te ontbinden. De liquidatie van de Stichting SAPLU eindigde op 7 mei 2012 en de financiën zijn sindsdien gelabeld ondergebracht bij de Stichting Fonds Collectieve Belangen.

Ook kent de stichting nog een batig saldo, dat is gereserveerd voor de terugbetaling van de premie over 2004. Door de vaststelling van de Wet WIA in november 2005 is er in 2004 premie betaald voor het WAO-hiaat, terwijl er niet langer een dekking tegenover stond. Besloten is om deze premie terug te betalen aan de recht-hebbende werknemers. Door het bestuur van de Stichting SAPLU zijn alle mogelijkhedenaangewend om betrokkenen te achterhalen en te informeren over de restitutie. Dit heeft gere-sulteerd in bijna volledige terugbetaling van de premie. Van een klein gedeelte van het premie-bedrag konden de rechthebbende werknemers, ondanks alle inspanningen, niet worden achter-haald. Voormalige werknemers in de pluimvee-verwerkende industrie kunnen in verband met de geldende verjaringstermijn tot 10 november 2025 een beroep doen op terugbetaling van hun in 2004 betaalde premie onder aftrek van administratiekosten.

ARBOCATALOGUS In 2012 is in samenwerking met het onderzoek-bureau IRAS en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een onderzoek uitgevoerd in de sector. Tijdens bezoeken aan vier verschil-lende bedrijven is gekeken welke biologische agentia een risico vormen binnen de pluimvee-verwerkende industrie. Daarnaast is vastgesteld in welk deel van het verwerkingsproces deze agentia een rol spelen. Ook is gekeken naar de manier waarop medewerkers met deze agentia in aanraking kunnen komen, te weten via de handen, via de lucht of via de mond.

Uit het onderzoek blijkt dat vooral bij het aan-hangen van pluimvee en bij de schoonmaak werknemers een risico lopen op blootstelling. Hierbij gaat het met name om het inademen van stof met ziekmakende bacteriën. In de Arbocatalogus zijn maatregelen opgenomen om de blootstelling sterk te verminderen, zoals afzuiging en beschermingsmiddelen. Sommige bedrijven passen die maatregelen overigens al geheel of gedeeltelijk toe. Verder blijkt dat er op alle afdelingen risico’s bestaan voor opname via de huid en via de mond. Als de hygiënepro-tocollen in de bedrijven worden aangescherpt zijn deze risico’s ook sterk terug te dringen. In de Arbocatalogus is een gezond hygiëneproto-col beschreven. Ook hier zijn enkele richtlijnen en goede praktijken uit de sector opgenomen. Tot slot is er een rekenmodel gemaakt, waar-mee per werkplek berekend kan worden welke invloed maatregelen hebben op de blootstel-ling.Het onderdeel dat over biologische agentia gaat, wordt aan de arbocatalogus pluimvee toegevoegd. Aan het einde van het verslagjaar was deze tekst nog niet beschikbaar.

Het bestuur heeft een bijdrage beschikbaar gesteld voor andere nog te verrichten werk-zaamheden voor de arbocatalogus. Dit betreft onder meer het communicatietraject, de verbe-tering van de leesbaarheid van de catalogus en onderhoud aan de website.

SCHOLINGSCONSULENTIn het bestuur is gesproken over de inzet van een scholingsconsulent voor de pluimveever-werkende industrie. Gezocht is naar efficiency door samenwerking met bijvoorbeeld de sec-toren vlees en vleeswaren. In deze branches is in 2012 geen bereidheid tot het inzetten van een consulent. Vervolgens is gekeken naar een samenwerking met de vissector. Ook een sector waarin verse producten worden geproduceerd

16

en overeenkomsten heeft met de pluimveesec-tor. Deze samenwerking kon in het verslag-jaar ook niet worden bewerkstelligd. In het Regeerakkoord is opgenomen, dat de PBO zal worden opgeheven. Deze voorgenomen ophef-fing van de schappen heeft tot gevolg, dat de schappen geen afspraken mogen maken over projecten die verder gaan dan 1 januari 2013 en waar financiele zaken mee zijn gemoeid. Dit maakt de samenwerking met andere branches niet eenvoudiger. In de toekomst zal moeten worden bezien of en op welke wijze de factor Arbeid wordt ingevuld. Mogelijk dat er nog een subsidie mogelijk is binnen de intentieverkla-ring met het ministerie EL&I (inmiddels EZ).

BIJDRAGEN / SUBSIDIESVolgens de voorschriften dienen organisaties, als zij een bijdrage uit de fondsmiddelen willen ontvangen, vooraf een begroting bij het fonds in te dienen. Door het fonds wordt vervolgens het besluit van het bestuur gemeld met de voorwaarden waaronder een bijdrage wordt verleend.

Bij de definitieve afrekening moet een accoun-tantsverklaring worden bijgevoegd waaruit blijkt dat de gelden binnen de doelstelling van de stichting zijn aangewend. Bedrijven die een bijdrage willen aanvragen voor scholingsacti-viteiten, moeten dit eveneens vooraf melden, maar hoeven geen accountantsverklaring te overleggen.

In dit kader is een drietal ingediende subsidie-aanvragen voor 2012 door het bestuur van de Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie gehonoreerd. Conform de afspraken in het bestuur is een deel van de premie bestemd voor de werkgevers- en werknemersorganisaties die in de pluimveever-werkende industrie activiteiten verrichten.

USB-STICK In het voorjaar van 2012 is een usb-stick uitgebracht. Voor meer inhoude-lijke informatie over de inhoud verwij-zen wij u naar het volgende hoofdstuk van dit jaarverslag.In het najaar is gevraagd naar het gebruik van en de ervaringen met de usb-stick. Uit de inventarisatie blijkt, dat de informatie positief is bevonden. De stick is door een groot aantal bedrijven en medewerkers gebruikt en de rapportcijfers geven een mooie voldoende, variërend van een 7 tot en met een dikke 8.

Als nieuw uit te werken onderwerp is dieren-welzijn aangegeven. Verder wordt nagegaan of ook de omgang met biologische agentia, als nieuw thema in de arbocatalogus, kan worden vorm gegeven.

SUBSIDIEREGELING SOCIALE INNOVATIEIn de Staatscourant van 1 maart 2012 is de Regeling tot wijziging van de Subsidieregeling ESF 2007-2013 in verband met de uitbreiding voor Actie E voor duurzame sectoren en open-stelling van een nieuw tijdvak voor Actie A en Actie E gepubliceerd.Deze regeling geeft O&O-fondsen als subsidie-aanvrager de mogelijkheid om projecten in te dienen. Deze projecten moeten inhoudelijk de sociale innovatie in de sector stimuleren en spe-cifiek gericht zijn op duurzame inzetbaarheid. Onder duurzame inzetbaarheid wordt verstaan: het vermogen om gezond, vitaal en productief te blijven tot aan de pensioenleeftijd en de arbeidsproductiviteit te vergroten.

De subsidiabele kosten bedragen per project minimaal € 180.000 en maximaal € 320.000. Het subsidiepercentage bedraagt 50%.Op 1 mei 2012 gaat het aanvraagtijdvak open en aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Er is € 20 miljoen beschikbaar.

17

Projecten mogen een looptijd hebben van maxi-maal vijftien maanden en moeten gericht zijn op ten minste één van de volgende thema’s:• het stimuleren van arbeidsmobiliteit van werknemers, waaronder regionale en intersectorale arbeidsmobiliteit;• het bevorderen van gezond, veilig en vitaal werken en arbeidstijdenmanagement;• het bevorderen van sociaal innovatief en duurzaam ondernemerschap en employability.

De kosten van een externe adviseur of intern personeel komen voor subsidie in aanmerking. Na afloop van het project moeten tenminste twee van onderstaande producten worden opgeleverd: • een rapport van onderzoek naar, of analyse van de stand van zaken binnen de sector;• een sectoraal beleidsplan met concrete doelstellingen en de haalbaarheid daarvan;• een communicatie- of voorlichtingsplan voor de sector, gericht op bewustwording of op implementatie;• een plan voor effectieve monitoring van de activiteiten op het gebied van duurzame inzetbaarheid;• de uitvoering en het verslag van een pilot, waarin sociaal innovatieve instrumenten, methoden en werkwijzen zijn getest;• uitvoering en een verslag van voorlichtings- activiteiten en/ of communicatie activiteiten.

Deze subsidieregeling is besproken in het bestuur van de Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie. Het bestuur wil graag inventarise-ren of er in de pluimveeverwerkende industrie belangstelling is voor bovengenoemd project en of daaraan door bedrijven een bijdrage kan worden verleend. Deze bijdrage kan bijvoor-beeld zijn in de vorm van eigen inzet van per-soneel voor gezondheidschecks (tijd en kosten). Het bestuur is bereid om als aanvrager van een

project te faciliteren.Inventarisatie heeft aangetoond, dat op het moment van uitvraag de interesse voor deel-name aan een sectoraal project sociale innova-tie vrijwel nihil is. Door dit resultaat heeft het stichtingsbestuur besloten om af te zien van deelname aan een sectoraal project.

SUBSIDIEBELEIDIn de bestuursvergadering van de Stichting Fonds Collectieve Belangen van december 2011 is de herziene begroting 2011 / begroting 2012 en het subsidiebeleid voor 2012 vastgesteld.Zoals in eerdere verslagen gemeld heeft de subsidieregeling voor het grote aantal gevolgde cursussen door werknemers impact gehad op de financiële positie van de stichting. Het bestuur heeft besloten om de lijn die is ingezet voor het jaar 2010, namelijk het versterken van de reser-ves van het fonds door tijdelijk geen subsidies te verlenen aan opleidingen ook te volgen in het jaar 2012. Deze reservering is mede ingege-ven op basis van de onduidelijkheden over de afwikkeling van ESF-projecten.

Wel zullen in het verslagjaar bijdragen voor het algemeen belang van de pluimveeverwerkende industrie worden verleend, waarbij kan worden gedacht aan de arbocatalogus (onderhoud en uitbreiding) en aan de ontwikkeling van mede-zeggenschap.

Het bestuur vindt het van groot belang dat werknemers zich blijven ontwikkelen. Om de waarde die het bestuur hieraan hecht tot uit-drukking te brengen, blijven de diplomatoesla-gen van kracht. Ook in het jaar 2012 zal aan de werknemers voor behaalde diploma’s door de stichting de toeslag worden betaald.

SUBSIDIEVERLENING IN 2012In het bestuur is in december 2011 de subsi-dieverlening voor het jaar 2012 aan de orde

18

geweest. Het bestuur heeft besloten om, in afwachting van de resultaten van een nieuwe cao voor werknemers werkzaam in de pluim-veeverwerkende industrie, het bestaande beleid te bestendigen. Dit betekent, dat er aan werkgevers voor individuele cursussen van werknemers geen financiële bijdrage vanuit de Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie wordt verleend.Er zijn plannen om in het jaar 2012 een bijdrage te gaan leveren aan cursussen die op bedrijfs-niveau kunnen worden gegeven en die intern kunnen worden gebruikt tijdens het werkover-leg. Gedacht wordt bijvoorbeeld aan informatie op het gebied van hygiëne en informatie over de arbocatalogus. Aan bedrijven is in het voor-jaar van 2012 gevraagd om onderwerpen hier-voor te melden.

FINANCIENIn het bestuur van de Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Indus-trie is in het kader van de financiën de begroting

2012 herzien en de begroting 2013 besproken. Het bestuur houdt rekening met een claim tot terugbetaling van voorschotbedragen in het kader van ESF en projecten die daarbij een onder-realisatie te zien geven. Dit bedrag is gereser-veerd. In samenwerking met het Agentschap SZW wordt alles in het werk gesteld om de projecten tot een zo goed mogelijk einde te brengen en daarmee de kosten zo laag mogelijk te houden.Voor het jaar 2013 heeft het bestuur een bedrag beschikbaar gesteld voor een voorlichtings- en informatietraject over biologische agentia, voor opname in de arbocatalogus. Verder wordt aan de benoemende organisaties van werkgevers- en werknemerszijde een financiële bijdrage beschik-baar gesteld voor activiteiten die passen binnen de doelstellingen van het fonds.

19

DOELSTELLINGDe doelstelling van de Werkgroep scholingsac-tiviteiten is om de scholingsactiviteiten voor de werkgevers en werknemers in de pluimveever-werkende industrie te initiëren, te organiseren en aan te sturen, om hiermee de taken van het bestuur te ontlasten. Het bestuur blijft eind-verantwoordelijk voor de activiteiten van de werkgroep.

USB-STICK SCHOLINGIn de Werkgroep scholingsactiviteiten wordt, op verzoek van het bestuur van de stichting, gesproken over het samenstellen van een USB-stick. Gedacht werd aan het overbrengen van belangrijke informatie, bijvoorbeeld hygiëne. Dit kan in de vorm van een powerpoint pre-sentatie, waarbij afbeeldingen zijn ingevoegd. Om zo een beeld van de praktijk weer te geven. Deze stick zal aan alle bedrijven beschikbaar worden gesteld. Een van de mogelijkheden is om in het werkoverleg te spreken over de inhoud van de onderwerpen die op de stick voorkomen.

Na een intensieve voorbereidingsfase kon door het bestuur van de Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie in juni 2012 aan alle bedrijven en onderne-mingsraden een usb-stick in de vorm van een kip worden aangeboden. Hiermee wordt tot uitdrukking gebracht, dat scholing van werkne-mers van groot belang is.

Wat is het doel van deze stick, wat staat er op en wat kan er mee? Op deze vragen hebben wij aan de geadresseerden een antwoord gegeven:

Wat is het doelHet bestuur streeft twee doelstellingen na: scholing en (werk)overleg. De informatie is bijzonder geschikt voor gebruik in een (werk)overleg. Hiermee kan met

de werknemers worden gesproken over het belang van scholing, de hygiëne in het bedrijf, de arbocatalogus pluimvee en veilig en gezond lichaamsgebruik.

Wat staat er opOp de usb-stick zijn naast een welkom in een aantal talen drie onderdelen uitgewerkt:1: de Hygiene in de pluimveeverwerkende industrie2: de Arbocatalogus pluimvee (als bijlage zijn de thema’s machine- en mesveiligheid opgenomen). 3: Veilig en gezond lichaamsgebruik.De presentaties, die in Powerpoint zijn gemaakt,kunnen naar behoefte specifiek op het bedrijf worden aangepast.

Wat kan er meeDe usb-stick is bedoeld om in het (werk)overleg met de medewerkers te spreken over de aspec-ten die in de presentaties zijn weergegeven. Doel daarbij is bewustwording van de inhoud van de onderwerpen. Het belang van hygië-nisch werken kan niet voldoende benadrukt worden. Het voorkomen van lichamelijke klach-ten door een onjuiste houding is van belang voor de werknemers. Mogelijk is opleiding in die richting een aanvullend middel om zonder klachten aan het werk te blijven.

SOCIALE ARBEIDSMARKTINFORMATIEDoor de Raad voor Werk en Inkomen (RWI) is een rapport uitgebracht over de sectorale arbeidsmarktinformatie. In dit rapport worden onder meer de overschotten en tekorten, kan-sen en mogelijkheden beschreven, specifiek gericht op de procesindustrie, voedings- en genotmiddelenindustrie.De werkgroep heeft gesproken over de infor-matie, in het bijzonder gericht op de ontwik-kelingen in de pluimveeverwerkende industrie. Staan deze ontwikkelingen in verhouding tot

3 WERKGROEP SCHOLINGACTIVITEITEN

20

de ontwikkelingen in de gehele voedingsin-dustrie. Door de ontwikkelingen in de tech-niek zuller er steeds minder werknemers nodig zijn, waarbij ongeschoold werk grotendeels tot geheel zal verdwijnen. TDers, kwaliteits- en laboratoriummedewerkers zijn schaars. Wat vakmensen betreft is de con-clusie, dat het onderwijs niet aansluit op de praktijk. Dit is een aandachtspunt voor de werk-groep.

OVERIGE ACTIVITEITENDe werkgroep heeft in 2012 als gevolg van het bestuursbesluit om geen subsidie beschikbaar te stellen aan individuele opleidingstrajecten weinig activiteiten verricht op het gebied van subsidiabele scholingsactiviteiten in de pluim-veeverwerkende industrie.

SAMENSTELLING WERKGROEP SCHOLINGSACTIVITEITENDe Werkgroep scholingsactiviteiten is aan het einde van het verslagjaar als volgt samenge-steld: mevrouw M.C.J. Onderdijk, J.P. Ruig en J. Timmer (NEPLUVI), mevrouw J.H. Kraan (CNV Vakmensen), J.C.H.M. Verhoeven (FNV Bondgenoten) en R. Kerkmeijer (secretaris).

21

4 FINANCIELE AANGELEGENHEDEN

In de maand juni 2012 is door het bestuur in de jaarrekening over 2011 vastgesteld en in de maand december 2012 is de begroting 2012 herzien/begroting 2013 behandeld. De financiële gegevens zien er als volgt uit.

Financieel overzicht (in euro) Bedrag der Begroting Begroting baten en 2012 2013 lasten 2011 herzien InkomstenOntvangen premies 138.819 140.000 140.000Ontvangen premies conform Cao-afspraken 555.274 560.000 560.000Ontvangen premies voorgaand jaar -1.214 0 0Mutatie voorziening oninbare premies -2.592 -2.500 PMVergoeding secretariaat OFP 43.660 45.000 45.000Vergoeding secretariaat SVUPI 2010 7.350 7.500 10.000Rente ABN AMRO 3.309 4.500 2.000

Totaal inkomsten 744.606 754.500 757.000

UitgavenVoorlichting en informatie rechtsgevolgen CAO 94.196 64.439 64.439Uitleg en toepassing bepalingen CAO 65.179 56.252 56.252Overleg sociale partners (m.u.v. Cao-overleg) 130.801 124.834 124.834Bestuurlijke, financiële en administratieve beheer 196.253 227.883 184.383Informatie en publiciteit aan belanghebbenden 97.311 100.114 102.114Brochures, periodieken en kennisdragers 9.457 9.588 9.588Inzet van adviseurs op gebied van scholing,vorming en arbeid 57.397 41.657 41.657Ontwikkelingen op bedrijven in het kadervan hun inzetbaarheid 2.491 13.215 13.215Bevorderen medezeggenschap, participatie en OR 21.906 23.880 23.880Deelname werknemers aan congressen en vakgroepvergaderingen 31.733 31.434 31.434Opleidingsplan en opleidingen werknemers 7.621 26.347 26.347Verbetering arbeidsomstandigheden en bedrijfsbeleid 6.079 26.004 49.004Vergroten participatie op arbeidsmarkt 5.964 8.391 8.391Projecten of onderzoekactiviteiten op het gebied van opleiding 247 17.712 17.712

Totaal uitgaven 726.635 771.750 753.250

Saldo inkomsten en uitgaven 17.971 17.250 3.750 (voordelig) (nadelig) (nadelig)

Eigen vermogenHet eigen vermogen bedroeg aan het begin van het verslagjaar 176.118 euro.

22

23

5 DE BEDRIJFSGENOTEN

De stichting richt haar activiteiten op onder-nemers en werknemers in de slachterijen en pluimveeverwerkende bedrijven, die vallen onder de werkingssfeer van de cao voor de pluimveeverwerkende industrie.

Aan het einde van het jaar 2012 kent de sec-tor in de onderscheidenlijke categorieën 27 slachtlocaties, waarin 2.046 personeelsleden werkzaam zijn en 105 pluimveeverwerkende bedrijven met 2.874 personeelsleden. Daarnaast zijn er 4 bedrijven bekend, die actief zijn in de uitzendbranche en onder de werkingssfeer vallen. Hierbij zijn in totaal 241 werknemers betrokken.

Een aantal bedrijven valt niet onder de wer-kingssfeer van het Fonds Collectieve belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie. Dit zijn ondernemingen die slechts van de totale productie voor een gering percentage pluim-veevlees verwerken. Bedrijven die onder de werkingssfeer van de CAO voor werknemers werkzaam in de pluimveeverwerkende industrie vallen, hebben als hoofdactiviteit het slachten of bewerken van pluimveevlees. Zij dragen de reguliere heffing voor het fonds af.

Het aantal bedrijven dat onder het fonds valt is aan het einde van het verslagjaar 101 met in totaal 4.854 werknemers.

24

25

6 ADRESSEN

Stichting Fonds Collectieve Belangen voor de Pluimveeverwerkende Industrie (Stichting OFP)Adres: Kokermolen 11, 3994 DG Houten Telefoon: 030 6355250 Website: www.szpluimvee.nl Contactpersoon: Ronald Kerkmeijer, secretaris

Vereniging van de Nederlandse Pluimveeverwerkende Industrie NEPLUVI Adres: Kokermolen 11, 3994 DG Houten Telefoon: 030 6355252 Website: www.nepluvi.nl Contactpersoon: Peter Vesseur, algemeen secre-taris FNV BondgenotenAdres: Gotlandstraat 2a, 7418 AZ Deventer Telefoon: 0900 9690 (lokaal tarief) Website: www.fnvbondgenoten.nl Contactpersoon: Jan Verhoeven, bestuurder

CNV VakmensenAdres: Ovenbouwershoek 9, 7328 JH Apeldoorn Telefoon: 055 5264250 Website: www.cnvvakmensen.nl Contactpersoon: Jacqueline Kraan, bestuurder