Stageverslag - · PDF fileStageverslag Korpsleiding Unit ... Blad 3 van 22 Voorwoord ... Na het behalen van mijn propedeuse en afronden van mijn tweede jaar, ben ik mijn derde

Stageverslag

Korpsleiding Unit Communicatie

Postadres Postbus 8050 5004 GB Tilburg

Auteur Jolien Abrahams Versie 1 Status Einddocument Datum 13 januari 2011

Project Onderzoek Alert Versie 1 Datum 13 januari 2011

Blad 2 van 22

Opdrachtgever: Politie Midden en West Brabant Contactpersoon Politie: Inge van den Heuvel Contactpersoon FEHT: Thijs Laboyrie Politie Midden en West Brabant,


Blad 3 van 22

Voorwoord Het politiekorps Midden en West Brabant is een grote en complexe organisatie. In het kader van mijn derdejaarsstage heb ik de afgelopen maanden deze organisatie met veel plezier van dichtbij mogen meemaken. In dit verslag geef ik een impressie over de organisatie, over wat ik de afgelopen periode heb gedaan en hoe ik mezelf op persoonlijk en professioneel vlak heb ontwikkeld. Afgelopen periode is een erg leuke en leerzame tijd geweest. Vanaf het begin van mijn stage heb ik me erg welkom gevoeld op de afdeling. Ik zat vrijwel meteen op mijn plekje en de contacten met collega's waren snel gelegd. Ik wil alle collega's van de Unit Communicatie, de decentrale communicatieadviseurs en medestagiaire Judith enorm bedanken voor deze geweldige stage. Mede dankzij jullie heb ik het onderzoek en mijn stage goed kunnen doorlopen en afronden. Ik heb het echt heel erg naar mijn zin gehad! Verder wil ik alle medewerkers die deel hebben genomen aan het onderzoek, heel erg bedanken voor hun positiefkritische, enthousiaste en creatieve bijdrage. Het heeft de nodige moeite gekost om deze groep bij elkaar te krijgen, maar zonder hen had ik het onderzoek niet kunnen uitvoeren! Mijn speciale dank gaat uit naar Inge van den Heuvel en Thijs Laboyrie. Inge was gedurende mijn stage mijn begeleidster vanuit de organisatie. Haar goede begeleiding, feedback en professionaliteit zijn erg waardevol geweest voor mijn persoonlijke en professionele ontwikkeling. Thijs was gedurende mijn stage mijn begeleider van de opleiding. Ook hij heeft de hele stage voor mij klaar gestaan. Voor vragen kon ik altijd bellen, mailen of langs komen op de opleiding. Jolien Abrahams Tilburg, januari 2011


Blad 4 van 22

Inhoudsopgave

Inleiding 5

Hoofdstuk 1 - Organisatieschets 6 1.1 Politiekorps Midden en West Brabant 6 1.2 Organisatiestructuur 6 1.3 De Visie 8 1.2 De missie 8 1.4 Kernwaarden 8 1.5 Kerntaken 9 1.6 Organisatiecultuur 9

Hoofdstuk 2 – Unit Communicatie 11 2.1 Cluster Advisering 11 2.2 Cluster Media & Middelen 11 2.3 Cluster Persvoorlichting 12

Hoofdstuk 2 – Samenvatting hoofdopdracht 13

Hoofdstuk 3 – Meeloopactiviteiten 15

Hoofdstuk 4 - Reflectie en ontwikkeling 17

Literatuurlijst Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

.


Blad 5 van 22

Inleiding Na het behalen van mijn propedeuse en afronden van mijn tweede jaar, ben ik mijn derde jaar begonnen met een stage. Na veel rondkijken ben ik uiteindelijk bij de politieorganisatie uitgekomen. Wat mij erg aansprak was de uitdaging om van zo’n grote en complexe organisatie deel uit te maken en iets bij te dragen. De politieorganisatie is een non-profit organisatie. Mijn interesse hierin is eigenlijk pas het afgelopen jaar gegroeid. In mijn beleving kon ik mijn creativiteit in een organisatie is de politie niet kwijt. Het tegendeel is voor mij bewezen. De Nederlandse politie is erg in ontwikkeling. Minister Opstelten wil één landelijke politie realiseren, met een korpschef en 10 werkgebieden. Tegenover de 26 korpsen die er nu zijn, met ieder zijn eigen korpschef en beleid is dit en hele ontwikkeling. Deze ontwikkelingen binnen de Nederlandse politie bracht ook een aantal punten met zich mee waar ik rekening mee moest houden. Zo is één van de aanleidingen van het onderzoek dat de nieuwe landelijke huisstijl geïmplementeerd moest worden. Daarnaast had ik financiële voorwaarden waar ik rekening mee moest houden, het onderzoek en de aanbevelingen mochten geen geld kosten. Met het onderzoek heb ik mij het grootste deel van de afgelopen periode beziggehouden. Daarnaast heb ik verschillende meeloopactiviteiten uitgevoerd. Voor mijn gevoel heb ik echt deel uit gemaakt van de afdeling. In het eerste hoofdstuk van mijn stageverslag kun je lezen hoe in grote lijnen de organisatie in elkaar steekt, hoofdstuk 2 gaat dieper in op de unit waar ik afgelopen tijd heb stage gelopen. In hoofdstuk 3 vind je een samenvatting van mijn onderzoek, die apart ingeleverd is. Hoofdstuk 4 geeft weer wat de belangrijkste meeloopactiviteiten zijn geweest. In hoofdstuk zijn de reflectie met betrekking tot mijn stage beschreven en in hoofdstuk 6 sluit ik af met mijn ontwikkelde competenties. De bijlage is terug te vinden onder een aparte map op de CD-ROM


Blad 6 van 22

Hoofdstuk 1 - Organisatieschets De Nederlandse politie is georganiseerd in 25 regionale politiekorpsen en wordt aangestuurd door het ministerie van Binnenlandse Zaken & Koninkrijksrelaties en het miniserie van Justitie. Ieder regionaal politiekorps is belast met de uitvoering van de politietaak in een bepaald gebied. Het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) en de Politieacademie ondersteunen de korpsen bij de uitvoering hiervan. 1.1 Politiekorps Midden en West Brabant1 In het politiekorps Midden en West Brabant zijn dagelijks ongeveer 2900 medewerkers in de weer met het direct of indirect verlenen van de politiezorg. Het korps is een organisatie die op de maatschappij georiënteerd is. Het uitgestrekte en gevarieerde gebied heeft ongeveer 1,2 miljoen inwoners in 26 gemeenten. Het karakter en de ligging van de regio zorgen voor intensieve stromen van mensen, goederen en informatie. Zo heeft de regio diversen historische binnensteden, grote attractieparken, natuur- en agrarische landschappen en industriegebieden. Op cultureel vlak worden verschillende festivals en culturele evenementen georganiseerd. Op het gebied van sport zijn veel verschillende verenigingen actief in de regio en er worden regelmatig sportevenementen georganiseerd. De variatie is compleet door het feit dat de regio voor een groot deel aan België grenst. Een nauw samenwerkingsverband met België is daarom belangrijk. Om bijvoorbeeld internationaal opererende criminele netwerken te bestrijden. Maar ook als het gaat om grote ontwikkelingen in de infrastructuur, zoals de aanleg van de Hogesnelheidslijn en de verbetering van de Noord-Zuidverbinding. 1.2 Organisatiestructuur Het Regionaal College neemt de beslissingen over de hoofdlijnen van het beleid van het korps. In het college zitten alle burgermeesters uit de regio, de hoofdofficier van justitie en de korpsbeheerder. De korpsbeheerder is vaak de burgemeester van de grootste gemeente van de regio. In het geval van politiekorps Midden en West Brabant is dit burgemeester Peter Noordanus, van de gemeente Tilburg. Hij is samen met de officier van justitie verantwoordelijk voor het korps. De dagelijkse leiding van het korps valt onder leiding van korpschef Frans Heeres. In een driehoeksoverleg met de korpsbeheerder er de officier van justitie overlegt hij de ontwikkelingen, het beleid en de resultaten van de regio. 1 Bron: "Burger Centraal" (februari 2007). Korpsbeschrijving 2007, Politiekorps Midden en West Brabant.


Blad 7 van 22

De politiezorg is geografisch ingericht in vier districten: Bergen op Zoom, Breda, Oosterhout en Tilburg. Deze districten zijn onderverdeeld in 18 basisteams. Naast de geografische inrichting, kent het korps Midden en West Brabant de volgende hoofdprocessen: Noodhulp, Opsporing, Toezicht & Handhaving, Intake & Service en Informatiehuishouding. De Noodhulp is districtelijk georganiseerd in een afzonderlijk team onder leiding van een teamchef Noodhulp. Bij de Toezicht & Handhaving is de geografische teamchef naast de dagelijkse verantwoordelijkheid voor de gebiedsgebonden politiezorg, ook medeverantwoordelijk voor de kwaliteit van de activiteiten met betrekking tot de toezicht en handhaving. De andere hoofdprocessen worden binnen een geografisch team gestuurd door de Operationeel Chef. De geografische teams en de hoofdprocessen worden ondersteunt door de divisies Sturingsondersteuning, Beheersondersteuning, Operationele ondersteuning en Recherche.

Regionaal College

Korpsleiding

Unit Kabinet

Unit

Communicatie

Unit Veiligheid en Integriteit

Ondernemings

raad

District Bergen

op Zoom

District Breda

District

Oosterhout

District Tilburg

Divisie Beheers-

Ondersteuning

Divisie Sturings-

Ondersteuning

Divisie Operationele

Ondersteuning

Divisie

Recherche

Gemeenschappelijke Meld Kamer:

politie, brandweer, ambulance

Veiligheds-

directie


Blad 8 van 22

1.3 De Visie2 3 Maatschappelijke veranderingen beïnvloeden de opvattingen over functie, de organisatie en de verantwoordelijkheid van de politie. Het korps wil inspelen op deze maatschappelijke veranderingen in de samenleving, en doet dit vanuit een visie: ‘Zien naar 2010’. Hiermee zet het korps in op een verdere kwaliteitsverbetering van politiezorg aan de burger, om in een snel veranderende samenleving voorbereid te zijn op wat gaat komen. Het korps heeft hier de volgende ambities aan de orde gesteld: De maatschappij, het vak en de directe uitvoering staan centraal. Het beheer en de ondersteuning zijn dienstbaar aan de directe uitvoering. Het beleid is van een inspirerende eenvoud. De medewerkers hebben inbreng vanuit hun vak. De samenwerking met partners staat voorop. De eigen verantwoordelijkheid van de burgers wordt gestimuleerd. 1.2 De missie4 De missie van de politie moet passen binnen het wettelijk en maatschappelijk kader waarin de politie te werk gaat. Het zegt wat de organisatie werkelijk is, wat de organisatie wil en waar de organisatie voor gaat en staat. Daarmee vormt de missie de basis voor het beleid voor een langere periode. Landelijk wordt de missie als volgt geformuleerd: Het politiekorps Midden en West Brabant sluit zich bij deze missie aan, maar voegt hier iets aan toe. Het korps wil accentueren dat bij het realiseren van de missie de burger centraal staat. Het motto "de burger centraal" is de draagpijler voor alles wat gedaan wordt. 1.4 Kernwaarden5 De kernwaarden van politiekorps Midden en West Brabant zeggen iets over de grondhouding van de medewerkers in het korps, ongeacht hun functie. Deze moeten zichtbaar zijn in de manier waarop zij hun werk verrichten en uitvoeren. De volgende vier kernwaarden worden benoemd: Integer: De medewerkers moeten altijd handelen, in woord en gedrag, in de lijn van

algemeen aanvaarde waarden en normen. Vakbekwaam: De mate waarin de medewerkers beschikken over inhoudelijke kennis,

professionele houding en vaardigheden, benodigd om het vak uit te oefenen.

2 Bron: Nederlandse politie, www.politie.nl. 3 Bron: "Burger Centraal" (februari 2007). Korpsbeschrijving 2007, Politiekorps Midden en West Brabant. 4 Bron: Zien naar 2010, De burger Centraal (mei 2005, eindconcept). Visiedocument politiekorps Midden en West Brabant. 5 Bron: Zien naar 2010, De burger Centraal (mei 2005, eindconcept). Visiedocument politiekorps Midden en West Brabant.

De politie is een organisatie die alert en professioneel ingrijpt bij (dreigende) strafbare feiten, ordeverstoringen, overlast en noodsituaties. Zij doet dit door een integere werkwijze die gebaseerd is op nabijheid, beschikbaarheid en voorspelbaarheid. Met deze werkwijze ondersteunt zij tevens het eigen vermogen van burgers en samenleving om veiligheids-problemen in de eigen leefomgeving te voorkomen en beheersbaar te houden. Daarmee bevordert de politie het vertrouwen in de rechtstaat en het gevoel van mensen dat zij leven in een maatschappij die naar rechtvaardigheid streeft en waarin het normaal is zich aan de regels te houden.


Blad 9 van 22

Intake &

Service

Handhaving

Noodhulp

Opsporing

Signaleren

& Adviseren

Resultaatgericht: De medewerkers zijn gericht op het behalen van resultaten en doelstellingen.

Burgergericht: De medewerkers hebben het vermogen om in te spelen op en tegemoet te komen aan vragen, wensen en belangen van zowel burgers als interne klanten.

1.5 Kerntaken6 7 De taak van de politie is terug te vinden in de Politiewet 1993. Daarin staat dat de politie tot taak heeft om in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven. Op basis van deze taakomschrijving en de missie zijn drie kerntaken omschreven: Handhaving van de openbare orde Hulpverlening bij nood Opsporing van de strafbare feiten Om invulling te geven aan de maatschappelijke betrokkenheid en medeverantwoordelijkheid van de politie aan de totale veiligheidszorg, zijn de volgende kerntaken toegevoegd: Intake & Service: hierbij gaat het om de wijze waarop de politie bij de uitvoering van zijn

kerntaken de maatschappij tegemoet treedt. De vorm en inhoud van de relaties tussen de politiemedewerkers en de burgers en de normen en kwaliteitseisen die hiervoor gelden

Signalering & Advisering: het signaleren van problemen op het gebied van veiligheid vanuit de operationele ervaring, informatiepositie en professionele deskundigheid van de politie. Waar mogelijk wordt vervolgens advies gegeven aan andere actoren in de veiligheidsketen.

In feite wordt vanuit de kerntaken met Intake & Service en met Signalering & Advisering de koppeling gemaakt tussen politiezorg en veiligheidszorg.

1.6 Organisatiecultuur De politiekorps Midden en West Brabant is een complexe, grote en uitgestrekte organisatie, met veel verschillende afdelingen en werkzaamheden. Hierdoor is et moeilijk om de organisatiecultuur te beschrijven. De uitgangspunten van de organisatiecultuur staan zijn eerder beschreven in het hoofdstuk, bij de kernwaarden. Dat is de grondhouding die alle medewerkers in de organisatie dragen.

6 Bron: Nederlandse politie, www.politie.nl 7 Bron: Zien naar 2010, De burger Centraal (mei 2005, eindconcept). Visiedocument politiekorps Midden en West Brabant.


Blad 10 van 22

Hieronder staan een aantal kenmerken die van toepassing zijn op de cultuur van politiekorps Midden en West Brabant. Die wil niet zeggen dat deze toepasbaar zijn op iedere afdeling en vakgebied binnen het korps. Commandocultuur De politie kenmerkt zich door zogenaamde commandocultuur. Dit houdt in dat het werk van de executieve medewerkers sterk repressief is ingericht, wat voor functioneel optreden belangrijk is. Plezier in het werk Zingeving in het werk is een randvoorwaarde van het korps Midden en West Brabant en essentieel voor de functionering hiervan. Conflicten Binnen het korps Midden en West Brabant is het nodig dat conflicten tussen mensen bespreekbaar te maken. In de praktijk worden conflicten op de werkvloer vaak vermeden of niet uitgesproken. Dit is vooral het geval als het gaat om een conflict tussen een leidinggevende en een ‘ondergeschikte’. Maar ook conflicten tussen collega’s onderling blijven onbesproken. 100% Vakmanschap 100% vakmanschap is een van de kenmerken van de cultuur van de organisatie. Het korps vind het erg belangrijk dat de executieve medewerkers goed getraind zijn in hun vak. Geen politiemedewerker zal zijn taak uit oefenen zonder de juiste kwalificaties. Leiderschapscultuur Afgelopen jaren heeft het korps gewerkt aan een leiderschapscultuur die geïnspireerd is door en gericht is op de corebusiness van de politie, namelijk het realiseren van een optimale veiligheidszorg. Naast de vakontwikkeling werkt de leidinggevende ook aan de persoonlijke ontwikkeling van de werknemers. De leidinggevende haalt het beste in de werknemers naar boven, laat voorbeeldgedrag zien en werkt aan een open cultuur op basis van wederzijds respect.


Blad 11 van 22

Hoofdstuk 2 – Unit Communicatie De Unit Communicatie verricht haar werkzaamheden rechtstreeks onder de korpsleiding. Ondersteuning en advisering op communicatief gebied van de organisatie is een van de werkzaamheden van de unit. De unit Communicatie bestaat uit 3 clusters: Cluster Advisering Cluster Media & Middelen Cluster Persvoorlichting Daarnaast werken er nog communicatieadviseurs op de verschillende districten en divisies. Zij ondersteunen en adviseren het betreffende onderdeel en de proceseigenaren van de hoofdprocessen. 2.1 Cluster Advisering Het cluster Advisering is grofweg in te delen in twee soorten advisering: Strategische advisering & procesbegeleiding en Projectadvisering & projectondersteuning. Strategische advisering en procesbegeleiding Bij de ontwikkeling van bijvoorbeeld Projectadvisering & projectondersteuning Bij de ontwikkeling van een projectplannen, wordt door de communicatieadviseurs van de unit Communicatie, de gekozen communicatiestrategie vertaalt in een concreet communicatieplan. Hierin wordt aandacht besteed aan doelstellingen, doelgroepen, de boodschap, de communicatiemiddelen enzovoort. 2.2 Cluster Media & Middelen Het cluster Media & Middelen van de unit Communicatie is altijd betrokken bij de advisering, ontwikkeling en productie van communicatiemiddelen voor de regio. Hierbij is onderscheid te maken in incidentele middelen en structurele middelen.


Blad 12 van 22

Incidentele middelen Hieronder vallen alle middelen die ontwikkeld worden voor bijvoorbeeld projecten of campagnes. Hierbij kun je denken aan: Brochures Affiches Flyers Videoproducties Structurele middelen Een aantal middelen die ingezet worden binnen het korps Midden en West Brabant komen structureel terug: De elektronische nieuwsbrief voor ketenpartners Het jaarverslag voor externen Het korpsblad Alert Het beheer van intranet en internet Het beheer van de mobiele website (zowel regionaal als nationaal) Organiseren en beheren van het Social Media Platform (Twitter, Yammer, YouTube,

Google Maps, Blogs) 2.3 Cluster Persvoorlichting De persvoorlichting en woordvoering over operationele zaken vindt plaats door de collega’s van het cluster Persvoorlichting van de unit Communicatie. De doelstelling van het externe communicatiebeleid is om de inspanningen en resultaten beter zichtbaar te maken, het wegnemen van onnodige maatschappelijke onrust en het managen van verwachtingen. Het cluster zorgt voor: De coördinatie van de persvoorlichting en woordvoering De woordvoering van de korpsleiding De woordvoering voor mediacontacten Het doorontwikkelen van het mediabeleid Het ontwikkelen van heldere werkprocedures voor woordvoerders Het opstellen van persberichten


Blad 13 van 22

Hoofdstuk 2 – Samenvatting hoofdopdracht Het onderzoek geeft inzicht in wat medewerkers en leidinggevenden wensen en verwachten van het korpsblad Alert en het nieuwe bladconcept. Er wordt gevraagd en gekeken naar wat er wel en niet goed is binnen het huidige blad en hoe de uitkomsten van het onderzoek verwerkt kunnen worden in het nieuwe bladconcept. Probleemstelling Alert is bedoeld om een beeld te geven van de beleving van het werk binnen het korps en van relaties met de omgeving van het korps. Het is daarin belangrijk dat het blad herkenbaarheid uitstraalt en de communicatie tussen de werknemers bevorderd. Daarnaast draagt het bij aan de meningsvorming en ontwikkeling van het "regio-gevoel". Uit eerder onderzoek blijkt dat het korpsblad Alert toe is aan een vernieuwing van het concept. Om bovenstaand doel in het nieuwe concept de realiseren is het belangrijk om te weten wat de wensen, behoeften en verwachtingen van de medewerkers zijn. Dit ten opzichte van de huidige Alert, en ten opzichte van het korpsconcept van Rotterdam-Rijnmond. Doelstelling Het doel van het onderzoek is te inventariseren wat de medewerkers van het huidige Alert vinden. Wat ze wel en niet mee over willen naar de vertaling van het nieuwe concept, en wat ze missen. Daarnaast wordt gekeken in hoeverre het korpsconcept van Rotterdam-Rijnmond past bij de wensen, behoeften en verwachtingen van de medewerkers van politiekorps Midden en West Brabant. Vraagstellingen De vraagstelling van het onderzoek is in drie delen op te splitsen: Hoe kan het korpsblad Alert medewerkers meer prikkelen, verbinden, inspireren en

interesseren? Welke wijzigingen in het huidige bladconcept Alert zijn hiervoor nodig? In hoeverre kan het korpsconcept van Rotterdam-Rijnmond overgenomen worden? Onderzoeksvragen Aan de hand van de vraagstellingen onderzoekvragen geformuleerd, om een duidelijke structuur te geven aan de inhoud en de uiteindelijke conclusie van het onderzoek: 1. Wat zijn de belangrijke aspecten van het korpsblad van Rotterdam-Rijnmond 2. Welke artikelen/rubrieken willen de medewerkers terug zien van de huidige Alert? 3. Welke artikelen/rubrieken hoeven de medewerkers niet terug te zien van de huidige

Alert? 4. Wat missen de medewerkers in de huidige Alert? 5. Wat willen de lezers terug zien over de verschillende projecten binnen het korps? 6. In welke mate moet de kritische noot terug komen in de nieuwe Alert? (Hoe willen de

werknemers dat vormgeven, zijn ze zelf bereid hieraan zelf een bijdrage te leveren?) 7. In welke mate willen de medewerkers humor terug zien in de nieuwe Alert? 8. Moet het thuisfront van de medewerkers meer betrokken worden bij de nieuwe Alert?


Blad 14 van 22

Onderzoeksstrategie Het onderzoek is ingedeeld in drie fasen: de oriënterende fase, de verdiepende fase en de afrondende fase. Hierin is onderscheid gemaakt in twee strategieën: een bureauonderzoek en een kwalitatief onderzoek, in de vorm van groepssessies. Dit is in overleg met begeleiders en interne, directe betrokkenen besloten. De belangrijkste resultaten Topic 1: Algemeen

Balans beeld-tekst Kritische noot Ervaring medewerkers

Maatschappelijk Persoonlijk Begrijpelijke schrijftaal

Topic 2: Samenwerken

Districtelijk Regionaal Nationaal

Internationaal Extern (netwerkpartners,

burgers) Topic 3: Politiewerk

Afgeronde zaken Kijkje Bij (huidige Alert) Combinatie politiewerk en

ondersteuning

Good practices Belevingen en ervaringen Wijzigingen wetsartikelen

Topic 4: Korps

Personalia Ingezonden stukken Stelling (kritische noot)

Column Ontwikkelingen (reorganisatie

e.d.)

Topic 5: Ontspanning

Kalender/agenda Kleurplaat Puzzel/prijsvraag Kinderen over hun ouders Passie/recept

Strip/cartoon/karikatuur Wist je dat Grappige zinsneden Foto

Aanbevelingen:

1. Draag zorg voor meer pit met een kritische noot in Alert. 2. Schrijf artikelen vanuit een praktisch oogpunt. 3. Schrijf de artikelen vanuit menselijk perspectief. 4. Zorg voor meer ontspanning en humor in Alert 5. Betrek de samenwerking tussen verschillende partijen in Alert 6. Zorg voor betrokkenheid van het gezin bij het werk van de medewerkers 7. Geef terugkomende rubrieken van het bestaande Alert nieuwe impulsen.

Geen van deze aanbevelingen kunnen overgenomen worden zonder rekening te houden met de bedrijfscultuur van de organisatie.


Blad 15 van 22

Hoofdstuk 3 – Meeloopactiviteiten Naast het uitvoeren van mijn hoofdopdracht heb ik 17 weken mee gedraaid als medewerker van de unit. Door verschillende meeloopactiviteiten uit te voeren heb ik werkervaring opgedaan. Ik heb de kennis die ik op de opleiding heb opgedaan, toe kunnen passen in de praktijk en zo mezelf kunnen ontwikkelen. Hieronder een overzicht van de belangrijkste meeloopactiviteiten. De documenten die hierbij horen, zijn terug te vinden in de bijlage. Training Alert Op donderdag 9 oktober heb ik deelgenomen aan een schrijftraining voor Alert. Gedurende een dagdeel heb ik me samen met de collega’s van de unit verdiept in de volgende onderdelen: Het structureren van artikelen; Het oefenen met koppen, tussenkoppen, intro’s, streamers, fotobijschriften en

coverteksten; Het dichterbij brengen van zware of lastige onderwerpen bij de lezer. Artikelen voor Alert Gedurende mijn stageperiode heb ik verschillende artikelen geschreven voor het personeelsblad. De artikelen hebben uiteenlopende onderwerpen en zijn in verschillende vormen geschreven. Voor het schrijven van deze artikelen heb ik mij verdiept in het onderwerp, waardoor ik meer inzicht kreeg in de organisatie en haar werkzaamheden. Berichten voor intranet Voor de het intranet heb ik een aantal berichten geschreven. Daaronder zat het bericht over de Regionale Jeugddag, waar ik aan meegewerkt heb. Sinterklaascommissie Op 27 november 2010 vond het Grote Sinterklaasfeest plaats voor de kinderen van medewerkers van het regiokantoor. Ik zat in de organisatie van dit feest. Ik heb een overzicht gemaakt van alle medewerkers, met kinderen, die werkzaam zijn op

het regiokantoor, voor de verzending van de uitnodigingen op 11 november. Ik heb de knutselwedstrijd die ieder jaar georganiseerd wordt bedacht, rekening houdend

met het verschil in leeftijd. Dit jaar was dat een trekpop, deze is meegestuurd met de uitnodiging

Toen de aanmeldingen binnenstroomden heb ik deze geïnventariseerd en in een overzichtelijk bestand gezet (aantal kinderen, de namen, leeftijd, geslacht enz.)

Op 17 november zijn we de boodschappen gaan doen bij de Makro. Alle wat nodig was met betrekking tot het drinken en etenswaar.

Ik heb 4 personen voor de schmink geregeld, waar ik de eindverantwoordelijkheid voor had.

Vrijdag 26 november en zaterdag 27 november hebben we het atrium in het regiokantoor omgebouwd tot een feestlocatie voor de kinderen. Voor ieder kind was genoeg te drinken, te eten, een Sinterklaasshow en natuurlijk een cadeautje. In de bijlage zitten de documenten die betrekking hebben tot de organisatie van het feest.


Blad 16 van 22

De Regionale Jeugddag Ik heb meegewerkt aan de organisatie van de Regionale Jeugddag. Deze vond plaats op 11 november 2010 voor medewerkers van het korps met het taakaccent Jeugd. Verschillende gastsprekers deden hun verhaal, in het kader van het motto van deze dag: 'Ouders, kinderen en politie in roerige tijden'. In eerst instantie zou de dag plaats vinden bij de Universiteit van Tilburg, maar door een groot aantal aanmeldingen is dit op het laatste moment nog verplaatst naar Cultureel Zalencentrum Zidewinden in Sprang-Capelle. Met de eigenaar van deze locatie heb ik doorgenomen wat de mogelijkheden van de zaal waren, of alle faciliteiten met betrekking tot de gastsprekers aanwezig waren en de lunch geregeld was. Een aantal zaken moesten nog geregeld worden. Na overleg met Fenny Verweij, contactpersoon van deze dag, heb ik deze zaken nog geregeld Op de dag zelf heb ik ervoor Fenny bij gestaan bij haar werkzaamheden. Dit ging van het klaar leggen van alle folders en het inrichten van de zaal, tot het aannemen van de bloemen voor de gastsprekers en het ontvangen van alle gasten. Daarnaast heb ik de hele foto’s gemaakt en heb ik een stuk over de dag geschreven voor het intranet. Twitter Het korps Midden en West Brabant is steeds meer bezig met de inzet van Social Media. Naast een aantal wijkagenten die twitteren, worden nu ook de SMS-Alertberichten via Twitter verspreid. In de toekomst wil het korps meer gaan doen met Twitter, maar door de landelijke reorganisatie kan het zijn dat het korps er over een paar jaar anders uit ziet. Daarom zijn er per gemeenten Twitterpagina’s geclaimd in plaats van per teamgebied of district. Hierdoor kunnen deze pagina’s na verandering van samenstelling nog steeds gebruikt worden. Ik heb de Twitterpagina’s van SMS-Alert en de 26 gemeenten opgezet en “Twitter klaar” gemaakt. Dagelijkse werkzaamheden Door intensief aanwezig te zijn op de afdeling heb ik veel dagelijkse werkzaamheden gedaan. Zoals het helpen van collega’s bij vragen of spullen die ze nodig hadden, het verzenden van kleurplaten en ander knutselmateriaal aan kinderen, het verwerken van spullen voor collega’s enzovoort (zie bijlage) Eén van deze activiteiten is mij erg bij gebleven. Er werd gebeld door Team Breda ….. Een gehandicapte jongen uit die omgeving was overleden. Nu was zijn moeder langsgekomen op dat bureau met de vraag of zij iets hadden om in een bloemstuk te verwerken. Na het verzamelen van een aantal badges en kleine spulletjes, kreeg ik het idee om een minipolitiepet mee te sturen. Een nadeel, er gaat minimaal een week overheen als ik die pet moet bestellen en dat is te laat. Daarom ben ik de hele vijfde verdieping afgegaan om te kijken of zij misschien zo’n petje hadden liggen, tot aan de korpsleiding toe. Uiteindelijk heb ik het petje met de badges en kleine spulletjes kunnen verzenden naar het teambureau.


Blad 17 van 22

Hoofdstuk 4 - Reflectie en ontwikkeling Deze stage heeft bijgedragen aan mijn ontwikkeling in het communicatievak. In dit hoofdstuk heb ik gereflecteerd op het proces en planning, onderzoek en op de beoordeling van mijn stagebegeleider. Vervolgens heb ik een koppeling gemaakt naar de landelijk vastgestelde communicatiecompetenties, om te bewijzen dat ik deze beheers. Ik heb veel moeite gehad met het reflecteren op het hele stageproces, het onderzoek en mijn ontwikkelingen binnen mijn stage. Na wat problemen die ik ondervonden heb, heb ik een gesprek gehad met Thijs Laboyrie, mijn begeleider van mijn opleiding. Ik miste diepgang die ik had in mijn reflecties, ik vond dat het niet de kwaliteit weergaf van wat ik geleerd heb op mijn stage. Hij vertelde me dat als je goed wil reflecteren, je los moet komen van jezelf. Dan kun je kijken naar je eigen vaardigheden, handelen kennis en zwakheden, en hier iets mee doen. Ik wilde te graag, zat er teveel in om het af te krijgen. Nadat ik het gesprek ben ik naar huis gegaan, achter mijn laptop gaan zitten en ben gaan proberen om “los te komen van mezelf”. Dat was makkelijker gezegd dan gedaan. Hoe ik het ook probeerde, ik bleef te veel in mijn verslag zitten. Toen ben ik maar overgegaan naar de volgende stap (eigenlijk kwam deze stap pas als ik mijn reflecties klaar had). Ik heb mijn laptop afgesloten, ik ben met een glas wijn op de bank gaan zitten en mijn stageverslag even helemaal vergeten. Na een nachtje slapen heb ik mijn laptop aangezet en ben ik los van mijn verslag aan mijn reflecties begonnen. 4.1 Reflectie op het onderzoek Toen ik met mijn stage begon, zou ik in eerste instantie een ander onderzoek als hoofdopdracht opzetten en uitvoeren dan ik uiteindelijk heb gedaan. Dit heeft geen gevolgen gehad voor het huidige onderzoek, waar ik wel meteen mee aan de slag ben gegaan. Mijn onderzoek is grofweg ingedeeld in drie uitvoerende fases: oriënterende fase, verdiepende fase en afrondende fase. Om goed te reflecteren, zal ik deze fases aanhouden. Oriënterende fase In de oriënterende fase heb ik me vooral gericht op de organisatie in het algemeen en op het onderwerp van het onderzoek: Alert. Ik kwam er al snel achter dat de organisatie vrij ingewikkeld is. Ik dacht al vrij snel te weten hoe het allemaal in elkaar stak en voor mijn gevoel had ik daar best zicht op. Toch kwam ik in de loop van mijn onderzoek en stage, steeds weer nieuwe dingen tegen. Nu aan het einde van mijn stage, weet ik hoe de organisatie in grote lijnen in elkaar steekt. Door meer in gesprek te gaan over de organisatie met collega’s of mijn begeleider, was het totale overzicht misschien sneller gekomen. Toch vind ik het wel prettig hoe ik de organisatie nu heb leren kennen. Als ik vragen had, ben ik zelf op onderzoek uitgegaan en kwam ik meestal bij de juiste dingen uit. Als dit niet het geval is had ik altijd nog een groep collega’s van de unit of een andere afdeling bij wie ik terecht kon. Ik vind het belangrijk om zelf initiatief te tonen, ook al is het in de oriënterende fase. Het zelfde geld voor de oriëntatie op het korpsblad. Na gesprek met Ad (eindredacteur) ben ik me gelijk in Alert gaan verdiepen. Ik heb gekeken naar eerdere onderzoeken die uitgevoerd zijn met betrekking tot het korpsblad, naar het redactiestatuut, de inhoud die Alert nu heeft enz. Alert zit niet zo complex in elkaar, dus ik had al snel een goed beeld van het korpsblad. Dit beeld is in overleg bevestigd door mijn begeleider.


Blad 18 van 22

Verdiepende fase Na de oriënterende fase ben ik gaan kijken hoe ik mijn onderzoek zo effectief mogelijk op kon zetten. Ik ben de probleemstelling gaan formuleren, met daarbij de doelstellingen, vraagstellingen en deelvragen. Toen ben ik de onderzoekstrategie gaan bepalen. De eerste fase in het uitvoerende onderzoek, was het bureauonderzoek. Hetzelfde als bij de oriëntatie op de organisatie en Alert ben ik dit zelfstanding gaan doen. In overleg met de redactie is besloten dat de tweede fase van het onderzoek een kwalitatief onderzoek moest worden, door middel van groepssessies. Ik vind dat ik de opzet van het kwalitatief onderzoek goed heb gedaan. Ik heb verschillende manieren met elkaar vergeleken en afgewogen om zo tot een juiste groepssessie te komen. De sessie verliepen over het algemeen goed. Bij de eerste was het even aftasten over hoe de vormen zouden vallen, hoe bepaalde zaken verwoord moesten worden en hoe de groep reageert. Zo heb ik na de eerste sessie nog wat kleine aanpassingen gedaan, zoals het nummeren van stellingen en voor mijn inleidende praatje steekwoorden te noteren. Ik merkte bij iedere sessie hoeveel plezier ik had om voor een groep mensen te staan. Hoewel de sessies geleid werden door de decentrale communicatieadviseurs, ben ik naar mate de sessie plaatsvonden, zelf ook een steeds grotere rol gaan spelen in het leiden van de sessies. Steeds ben ik blijven zoeken naar hoe ik dingen het beste kon verwoorden, om zoveel mogelijk effectieve informatie te krijgen. Dit was steeds weer een uitdaging en ik heb me in de loop van de sessies ook steeds beter in ontwikkeld. Afrondende fase In de afrondende fase heb ik de resultaten geherstructureerd, conclusies gemaakt en de aanbevelingen met de bijbehorende implementatie geformuleerd. Omdat het in de eerste sessies nog wat aftasten was in de werkvormen, zijn de resultaten hier iets minder effectief. Waardoor het herstructureren vrij lastig werd. Dit had ik op kunnen lossen, door een “proefsessie” te houden met de afdeling bijvoorbeeld. Zo had ik punten waar ik later achterkwam eerder op kunnen pikken, voor effectievere resultaten. Toch ben ik als ik kijk naar mijn aanbevelingen tevreden over het onderzoek. Ik ben heel zelfstandig hiermee bezig geweest en vind dat deze goed aansluiten bij de wensen, behoeften en verwachtingen van de medewerkers. Als ik aan de hand van het kwalitatieve onderzoek ook nog een kwantitatief onderzoek had gedaan doormiddel van een survey, had ik misschien een breder groep kunnen bereiken. Hier is niet voor gekozen, omdat door het uitvoeren van een survey ik die de gedachtegang van de medewerkers er bij “krijg”. 4.2 Reflectie op proces en planning van het onderzoek Voor de reflectie van op het proces en de planning van het onderzoek heb ik ervoor gekozen om deze los te koppelen. Proces Het proces van mijn onderzoek liep niet altijd even soepel. Zo moest ik in de maand oktober mijn groepssessies al uitgevoerd hebben, omdat ik halverwege november mijn aanbevelingen klaar moest hebben. Hierdoor moest ik in drie weken tijd de sessies vol krijgen. Dit ging nog niet zo makkelijk, iedereen had het druk. Een sessies was snel gevuld, dit kwam omdat de


Blad 19 van 22

communicatieadviseur er zelf dicht op heeft gezeten en er voor heeft gezorgd dat mensen kwamen. Uiteindelijk kreeg ik van de andere decentrale communicatieadviseurs namen door en ik de personen uiteindelijk zelf heb benaderd. Dit was ook niet effectief, omdat van de tien namen die doorkwamen, steeds maar 1 of twee konden. Na een paar keer opnieuw wat namen door te krijgen, heb ik zelf de lijst van de districten gepakt en ben op eigen initiatief gaan zoeken. Door doorzetten heb ik uiteindelijk alle sessies vol gekregen, op eentje na: de sessie van district Oosterhout. Planning De planning van het onderzoek lag erg strak: halverwege november moest mijn onderzoek afgerond zijn. Hierdoor moesten alle groepssessies in oktober plaatsvinden en had ik de drie weken in september de tijd om het onderzoek op te zetten en de sessies te vullen. Voor mij was dit een hele klus, omdat ik veel moeite heb met plannen. Ik heb dit vooral gemerkt in de afrondende fase van mijn onderzoek. De planning vanaf de verwerking van mijn resultaten tot aan de deadline toe. Door voor mijzelf meer structuur in te plannen, kunnen zaken beter afgerond worden, wat ook meetelt in de kwaliteit die uit het onderzoek komt. Hier ligt een aandachtspuntje waar ik mee aan de slag moet. Dit begint door het aanbrengen van structuur in mijn dagelijks leven. Door hiermee te beginnen, zal ik dit makkelijker oppakken in het plannen van zaken met betrekking tot school en werk. Ik moet er een gewoonte van maken. Achteraf gezien was de sessies wellicht effectiever geweest als de planning iets ruimer was. Dan had ik aan bepaalde zaken meer aandacht kunnen besteden waardoor de kwaliteit van het onderzoek groter zou zijn. 4.4 Reflectie op mijn stage Nu mijn stage is afgelopen wil ik graag samen met u terugkijken op de afgelopen periode. In deze reflectie geef aan wat naar mijn mening goed ging en wat beter had gekund gedurende mijn hele stage. Daarnaast zal ik terugkijken op hoe de praktijk aansluit op de kennis die ik heb vanuit de opleiding en hoe ik het werkleven (voor even) heb ervaren. Tegelijkertijd zal ik met deze reflectie een koppeling maken met de tussenbeoordeling van mijn stagebegeleider. Ik voelde me al snel op mijn gemak op mijn stage. Enerzijds komt dit omdat de afdeling waarop ik terecht ben gekomen en hele open en fijne afdeling is. Ik was al snel op mijn plaats en krijg van mijn collega’s enorme energie en motivatie. Daarnaast ben ik zelf heel positief ingesteld en zoek ik snel contact met de omgeving. Ik stap heel snel in een groep die ik niet ken, waardoor in dit geval een hele prettige samenwerking met mijn collega’s was begonnen. Mijn kennis en inzicht die ik verkregen heb tijdens mijn opleiding heb ik goed toe kunnen passen tijdens mijn stage. Ik vond snel aansluiting in gesprekken met collega’s, op een aantal termen van de organisatie na. Als ik iets niet begreep, ging ik het ook zelf uitzoeken. Daarnaast wilde ik mijn kennis van de opleiding ook graag uitbereiden. Ik heb veel geleerd van de praktische ervaring, maar zeker ook van de theoretische ervaring die ik tijdens mijn stage heb opgedaan. Mijn schriftelijke en organisatorische vaardigheden liggen nog niet zo hoog. Ik vind het moeilijk om de kwaliteit in stukken te leggen, zowel in de inhoud, de opbouw en de spelling. Daarnaast heb ik moeite met plannen en vooral mij aan deze planning te houden. Ik ben aan het begin van mijn stage heel fanatiek begonnen met plannen, maar dit werd steeds minder.


Blad 20 van 22

Mijn zelfstandigheid, motivatie en inzet gedurende mijn stage is altijd erg hoog geweest. Dit komt mede doordat ik het enorm naar mijn zit had. Deze punten gingen daardoor eigenlijk vanzelf. Dit komt ook terug in mijn tussenbeoordeling van mijn begeleider. Ik kan daar verder ook niets aan toevoegen. Als conclusie kan zeggen dat mijn sterke kanten vooral liggen op mijn verbale kwaliteiten, mijn zelfstandigheid , daadkrachtigheid, doorzettingsvermogen, inzicht, kennis en mijn sociale vaardigheden. Punten waarin ik nog erg hard moet werken liggen vooral op mijn schriftelijke vaardigheden, mijn planning en organisatie, en mijn houding die ik aanneem tijdens een presentatie.


Blad 21 van 22

Hoofdstuk 5 - Competenties In dit hoofdstuk ga ik per competentie na of ik deze beheers na het lopen van mijn stage.

Competentie 2 Toegepast communicatieonderzoek kunnen ontwerpen, uitvoeren, analyseren en rapporteren.

De communicatiemedewerker kan op basis van aangeleverde problematiek voorstellen doen voor opzet en inhoud vaneen beperkt communicatieonderzoek, het onderzoek uitvoeren en de informatie ter voorbereiding van beleidsontwikkelingen presenteren.

Met uit opstellen, uitvoeren en afronden van mijn hoofdopdracht, laat ik zien dat ik de competentie 2, 3, 4 en 5 beheers. Bewust kies ik ervoor om deze toe te lichten tijdens mijn assessment.

Competentie 3 Het opstellen van een advies over een vaststelling doelgroep en communicatie met in- en externe publieks- dan wel doelgroepen.

De communicatiemedewerker stelt een tactische advies op over vaststelling van de doelgroep, communicatieonderzoek met in- en externe publieks- dan wel doelgroepen, positioneren van een organisatie/merk/product.

Competentie 4 Vertalen van organisatiestrategie in communicatiebeleid

De communicatiemedewerker is in staat vanuit een theoretische basis op tactisch niveau voorstellen te doen tot beleidsmatige oplossing van een communicatieprobleem, inclusief inschatting van effecten.

Competentie 5 Opstellen van een communicatieplan binnen het vastgestelde beleidsplan (opstellen budget, inzet communicatiemiddelen)

De communicatiemedewerker kan binnen geformuleerde beleidsvertrekpunten (interne en externe) communicatieplannen opstellen, hierbij werken met deelplannen die de opdrachtgever worden voorgelegd.


Blad 22 van 22

Ik heb diverse communicatiemiddelen, in vorm en inhoud, gerealiseerd om diversen doelgroepen te bereiken. Enerzijds intern, door het schrijven van artikelen voor intranet en het korpsblad. Anderzijds ook extern, door het schrijven van bewonersbrieven en het ontwikkelen van flyers.

Competentie 9 Representeren van de organisatie

De communicatiemedewerker is in staat de organisatie bij verschillende doelgroepen te vertegenwoordigen, daarbij rekening te houden met de belangen van de verschillende doelgroepen en de organisatie, en daar zijn communicatie op af te stemmen.

Tijdens mijn stage heb ik diversen activiteiten uitgevoerd, waarbij ik de organisatie heb vertegenwoordigd. Ik heb in de praktijk kunnen meemaken dat de verschillende groepen ieder een andere manier van communicatie verwachten en dit zelf kunnen toepassen. Dit is terug te vinden in de inhoud van brieven en flyers die ik ontwikkeld heb. Het helpen van externen bij het beantwoorden van vragen en verzoeken, daarbij rekening houdend met de belangen van de organisatie.

Competentie 10 Persoonlijk en professioneel handelen

De communicatiemedewerkers kan alternatieven overwegen en gemotiveerd kiezen. Hij/zij betrekt de omgeving binnen zijn besluitvorming. Hij/zij voelt zich verantwoordelijk voor en draagt actief bij aan voortgang, wijze en resultaten van samenwerken (ook extern), is daarbij assertief en empathisch, en maakt keuzen voor de eigen professionele en persoonlijke ontwikkeling.

Ondanks dat ik mijn deadline niet heb gehaald, vind ik dat ik competentie 10 wel beheers na het lopen van mijn stage. Gedurende mijn stage heb ik actief bij gedraagt aan het functioneren van de organisatie. Ik heb bij het maken van keuzes met betrekking tot mijn hele stage, alternatieve overwogen en hierbij ook mijn collega’s betrokken.

Competentie 8 Het realiseren van communicatiemiddelen in vorm en inhoud

De communicatiemedewerker realiseert communicatiemiddelen om communicatie-doelstellingen bij diverse doelgroepen te bereiken.

Documents

Stageverslag - · PDF fileStageverslag Korpsleiding Unit ... Blad 3 van 22 Voorwoord ... Na het behalen van mijn propedeuse en afronden van mijn tweede jaar, ben ik mijn derde