Upload
others
View
3
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
De winkel op het adres Kerkstraat nr. 6 is eigendom
van slager J.G. Griffi oen. Sinds tien jaar drijft de
voormalige knecht van slagerij Jenster zelf ‘eene
slagerij met rookerij en zouterij’1 schuin tegen-
over de Hervormde kerk (tot voor kort zat stome-
rij Actief in dit
pand). Griffi oen
is op zijn twee-
en-twintigste
vanuit Amster-
dam naar Bussum verhuisd en bij Jenster in de Kapel-
straat gaan werken. Al gauw leert hij de dochter van
groenteman Van den Brink in de Raadhuisstraat kennen.
Kort voor de opening van de nieuwe zaak (in september
1904) trouwen Johannes Gerardus Griffi oen en Antonia
van den Brink. Zij gaan boven de zaak wonen.
Griffi oen pakt zijn zaken ambitieus aan. Bij verschillende
wedstrijden wint hij prijzen (zoals in 1907 op de Paasch-
tentoonstelling in Utrecht voor ‘de meest geschikte
beer’).2 In de winkel zullen ongetwijfeld – zoals toen
gebruikelijk – de oorkondes te zien zijn geweest. De
slager kijkt verder dan Bussum en omgeving en
adverteert in landelijke kranten met zijn producten.
Ook schrijft hij in voor grote opdrachten, zoals voor de
levering van vlees aan het leger.
Hoge ambities gaan vaak gepaard met veeleisendheid en
lastigheid. Het zou het verhaal van Jan Griffi oen wor-
den. Weinigen in Bussum zijn er zo bedreven in geweest
om het eigen gelijk te halen door desnoods (?) alles en
iedereen tegen de haren te strijken. De vroegste stappen
op een zich over meer dan vijfenveertig jaren strekkende
weg van woedende briefwisselingen, rechterlijke proce-
dures, gemeenteraads-
debatten en afkooprege-
lingen zijn al in 1912 te
vinden. Slager Griffi oen
bindt de juridische strijd
aan met de gemeente Bussum over het zelf moeten be-
talen van de gemeentelijke vleeskeuringen.
In 1913 bedenkt Griffi oen het plan om een modern op-
gezette varkensmesterij te beginnen. Op de enggronden
aan het eind van de Laarderweg (ter plekke van het huidige Prinses Margrietplantsoen)
laat hij een grote schuur bouwen met zo’n tien hokken voor 5 of 6 varkens. Later bedenkt
Griffi oen opschriften op de beide kanten van het schuurdak. De wandelaars die naar of
van de hei komen lezen “Veel geschreeuw en weinig wol” en “Hij die vee houdt is huid te
verwachten”, en denken diep na over de betekenis.3 Ook voor zijn latere advertenties vloeit
Griffi oens dichtader.
Ambitieus, eigenzinnig,
creatief. Maar vooral ook
rusteloos. Het slagersbe-
drijf gaat Griffi oen ken-
nelijk vervelen en hij
zoekt nieuwe uitdagingen:
grondspeculatie, de hui-
zenmarkt.
Door een grondruil met de
gemeente Hilversum be-
schikt Bussum sinds 1903
over een groot bebouwbaar oppervlak aan de zuidkant van de Huizerweg. Plannen worden
gemaakt voor een nieuwe verkaveling van deze enggronden. Steeds meer stem-
men gaan op om de zogenaamde Kringenwet die de bouw rondom de vesting-
werken verbiedt op te heffen. In 1911 dringt de gemeente hier voor het eerst
in Den Haag op aan. Intussen worden op de eng enkele woonwijkjes buiten de
verboden kringen gebouwd (omgeving Badhuislaan, omgeving Laarderweg).
J.G. Griffi oen koopt zijn eerste beleggingsobject in 1916: vier nieuwgebouwde
‘burgerwoningen’ aan de (Eerste) Achtermeulenlaan. Het is het begin van een
lange reeks aan- en verkopen. En van een opeenstapeling van hypotheken.
Slager Griffi oen blijkt een kunstenaar in het handelen zonder eigen geld.
Kort na deze eerste aankoop neemt bediende J.A. Verkleij de slagerij van zijn
baas over. Griffi oen verhuist naar Brinklaan 160 (later de villa van dr. Hoelen,
nog later van de Nederlandse Televisie Stichting, nu herbouwd als apparte-
mentencomplex). Het echtpaar Griffi oen had intussen vijf kinderen gekregen,
waarvan twee op jonge leeftijd overlijden. Altijd woonden ook familieleden
bij het gezin, dat voor zo’n huishouden dus veel woonruimte nodig had.
Griffi oen legt zich vanaf nu toe op de varkensmesterij en op de handel in
onroerend goed. Het plan om in de schuur aan de Laarderweg een pension te
starten waar varkens voor de thuisslacht worden vetgemest mislukt door een
ministerieel verbod. Over deze periode vertelt zoon Kees in een interview: “Zo
langzamerhand werden alle varkens verkocht, mijn vader
werd weer onrustig en wilde weer wat anders. Toen de
laatste drie varkens verkocht waren, liet hij bij de bakker
een grote taart maken met daarop drie varkens gespoten,
en bracht die naar mijn moeder. Zo nam hij afscheid van
weer een periode.”4 De schuur aan het eind van de Laar-
derweg wordt verhuurd.
In een periode van vijf jaar koopt en verkoopt Jan Grif-
fi oen naar schatting zo’n dertig ‘objecten’, eerst alleen
binnen de gemeentegrenzen van Bussum maar al gauw ook
elders in het Gooi. Ook verwerft hij bijzondere eigendom-
men: “Soms slaagde één pachter er in meer dan een reeks
tollen onder zijn beheer te krijgen, zoals in 1924. Toen ge-
lukte het Johannes G. Griffi oen, koopman te Bussum, niet
alleen de tol bij Soestdijk (fl . 6.300, -), de tol op de Heide
(fl . 3.700, -) en de tol bij De Bilt (fl . 5.100,-) te pachten,
maar ook de tollen op de straatweg Huizen - Blaricum.”5
De familie Griffi oen herinnert zich het verhaal dat ‘opa’ in deze periode op een veiling
ongezien een perceel in Ankeveen kocht, waarop bij nader inzien een café bleek te staan.
Een jaar lang stond Jan Griffi oen achter de tapkast.
Een aantal Bussummers is goed geïnformeerd over de politieke ontwikkelingen in Den
Haag. Griffi oen behoort tot deze kleine groep. Als na het einde van de Grote Oorlog in 1918
de inzichten over het Nederlandse defensiesysteem veranderen is ook hij alert. Rondom
de forten worden door deze Bussummers op grote schaal landbouwgrondjes opgekocht. De
gemeente Bussum is veel minder alert en zal na 1921, als de regering tot ontheffi ngen van
de Kringenwet besluit, achter het net vissen. De speculanten moeten voor veel geld (of met
de ongelijke ruil voor nog betere percelen) uit hun monopoliepositie worden gedwongen
om de ontwikkeling van een Plan Zuid mogelijk te maken. Griffi oen moet in de jaren twintig
hiermee een fl ink vermogen in geld en grond hebben opgebouwd.
In mei 1919 koopt Jan Griffi oen voor fl . 60.137,- van de gemeente Bussum de villa Gooioord
aan de Amersfoortsestraatweg nr 4, compleet met koetshuis, tuinmanswoning en een grote
(moes)tuin. De gemeente heeft de villa eerder dat jaar tezamen met een aantal andere
Bussumse bezittingen van de vorige eigenaresse overgenomen en heeft vooralsnog geen
bestemming voor het huis (het valt buiten het uitbreidingsplan).
Meteen na de veiling verhuist het gezin naar Gooioord. Illustratief voor de verhoudingen
is het feit dat de gemeenteraad zich daarmee voor een voldongen feit
ziet staan: “Waar de heer Griffi oen den sleutel heeft en reeds van
het perceel gebruik mag maken, zouden uit het verwerpen van
het voorstel nadeelige gevolgen voor de Gemeente kunnen
voortvloeien. De Voorzitter deelt mede, dat de heer Grif-
fi oen op eigen verantwoording van het perceel gebruik
maakt. De verdere behandeling dezer voordracht wordt
tot de geheime zitting aangehouden.”6 Men gaat ac-
coord.
Voor het gezin Griffi oen begint een bijzondere tijd.
Zoon Kees Griffi oen vertelt: “Hij vond op nr. 4 een op-
trekje met 11 kamers en 5 hectare grond.” ”En deed uw
vader de tuin? Nee hoor, daar hadden we een tuinman voor,
mijn vader had daar geen tijd voor, hij moest handelen.” Deze
tuinman was niet het enige personeelslid, er waren een dienst-
bode en een werkster. Kleinzoon Jan Cees Griffi oen hoorde van zijn
vader dat de kinderen in die tijd per koets naar school werden gebracht.
Hij moest handelen. Opnieuw weet Jan Griffi oen daarbij tegen de gemeentelijke haren te
strijken. Zijn bezit van een aantal bebouwde percelen vlak achter het toenmalige raadhuis
verhindert de noodzakelijke uitbreiding. De vraagprijs is de gemeenteraad veel te hoog en
zij houdt dit keer de rug recht, de uitbreiding moet wachten. De kantoren en de brandweer-
kazerne zouden pas veel later worden gebouwd, en na een ware ‘raadhuisaffaire’.
In 1921 is de villa Gooioord alweer oud nieuws voor Jan Griffi oen en
wordt deze door hem als ‘beboschte buitenplaats’ te koop aange-
boden. De daadwerkelijke verkoop zal pas veel later plaatsvinden.
Opvallend is dat in de jaren 1921 en 1922 het aantal advertenties
voor te koop zijnde bouwterreinen en huizen toenemen, in aantal
en vooral in herhalingen van de plaatsing in de kranten. Het lijkt
of Griffi oen zich heeft verrekend, niet aan zijn hypotheekschulden
kan voldoen en gedwongen zijn huizenvoorraad moet verkopen.
Nog opvallender in dit licht is zijn plan om de schuur aan de Laar-
derweg tot woning te verbouwen (november 1922).
Nieuwe kansen biedt het toekomstige uitbreidingsplan. De vraag
naar woningen voor de ‘middenstand’ (leraren, ambtenaren, ho-
ger kantoorpersoneel) is groot. Maar de gemeenteraad heeft
grote moeite met de opoffering van de Oostereng en heeft geen
haast met de vaststelling van een plan. Een periode van op-
eenvolgende ontwerpen volgt. Uit een brief van notaris Schef-
felaar Klots aan de – door de gemeente aangestelde – architect
K.P.C.de Bazel (2 oktober 1922) blijkt dat Griffi oen met een
executieveiling dreigt als niet snel wordt besloten over de
bestemming van de Noordelijke rand van het plangebied.
Zonder plan en zonder bouwvergunningen is zijn grondbe-
zit nagenoeg waardeloos.
J.G. Griffi oen laat de Bussumse architect Jan Wilke alvast
een plan ontwikkelen voor de bouw van meer dan veertig
forensenwoningen, grotendeels op het terrein van zijn villa (’Plan Gooioord’). In
het archief van de Gemeente Bussum wordt een pakket brieven uit deze tijd bewaard, waarin
Griffi oen zijn ongeduld met het gemeentelijk tempo van zich af schrijft. Burgemeester De
Bordes blijft rustig en noteert op een van deze vele brieven “even wachten, niet beantwoor-
den”. Pas in de late jaren twintig komt de bouw van de woningen aan de Lothariuslaan en
omgeving op gang.
De motieven zijn niet duidelijk, feit is dat Jan Griffi oen in november 1924 de aan een
Oud-Bussummerweg staande oude boerderij huurt (!) en een zuivelhandel begint. Over de
periode die nu volgt zal later nog eens worden geschreven in dit tijdschrift. Wat volgt is
weer een geheel nieuwe periode in het leven van deze las-
tige Bussummer. Tot ver in de vijftiger jaren van de vorige
eeuw zou het dorp van Johannes Gerardus Griffi oen blijven
horen. Wordt vervolgd.
1 Bekendmaking gemeente Bussum 27 mei 1904
(Bussumsche Courant 25 mei 1904)
2 Het Nieuws van den Dag 27 maart 1907
3 Zie het Bussums Historisch Tijdschrift jaargang 22 nr.2
(juli 2006)
4 Interview door Ina de Beer op ledenvergadering
Historische Kring Bussum 15 januari 1990
(transcriptie bij HKB aanwezig)
5 De Biltse Grift, tijdschrift van de Historische Kring
De Bilt oktober 1994
6 Vergadering Gemeenteraad 12 mei 1919 (archief
gemeente Bussum)
Hans Jonker (1950) woont sinds 1993 in Bussum en schrijft uit interesse in de lokale en regionale geschiedenis artikelen in het Bussums Historisch Tijdschrift en de Bussumse Krant.