Upload
dave-wens
View
158
Download
5
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Sfeerverslag en Tegenlees en Reflectieverslag Bij Dit Sfeerverslag
Citation preview
Summatieve feedback: het sfeerverslag 2008-2009 Code: V2
Naam student: Dave Wens
Onderwerp: Schaatswedstrijd
Coach: Theo Dersjant
Datum: 9 maart 2009
Genre- en/of producteisen:
• De journalist is bij de gebeurtenis aanwezig geweest en kan dat in het verslag aannemelijk maken
• Het verslag heeft tussen de 300 en 500 woorden
N.B. Als aan de genre- en/of producteisen niet is voldaan, komt de tekst niet in aanmerking voor
summatieve feedback
Algemene indruk van het product:
Zie onder het verslag.
KIEZEN
Het onderwerp dat je kiest is actueel en journalistiek relevant. Het is bovendien geschikt voor een
Binnenlandpagina van een willekeurige krant.
VOLDOENDE
Toelichting: (bij onvoldoende/ goed)
SELECTEREN
In je verslag staat de sfeer centraal. De sfeerelementen die je gebruikt, zijn relevant voor het verhaal.
Je hebt navraag gedaan naar nieuwswaardige feiten en deze zonodig opgenomen in je verslag. Die
feiten kloppen. Je behandelt in het sfeerverslag slechts één hoofdonderwerp en laat geen essentiële
vragen onbeantwoord.
VOLDOENDE
Toelichting: (bij onvoldoende/ goed)
ORDENEN
Je ordent het sfeerverslag door in de intro de nieuwsaanleiding te vermelden. Het verslag zelf heeft
een spanningsopbouw die erop is gericht de aandacht van de lezer tot aan het eind vast te houden.
Daarbij blijft de samenhang tussen de zinnen en alinea’s helder.
VOLDOENDE
Toelichting: (bij onvoldoende/ goed)
VERWERKEN
Je verslag moet voldoen aan de regels van de Nederlandse taal. Er staat niet meer dan één dt-fout in
en niet meer dan drie spel-, stijl- en/of interpunctiefouten. De formulering van je verslag is beeldend
en begrijpelijk. De bronnen zijn duidelijk en correct weergegeven en in de dateline staat de juiste
plaatsnaam vermeld. De citaten die je gebruikt, zijn evenwichtig over de tekst verdeeld.
VOLDOENDE
Toelichting: (bij onvoldoende/ goed
Een unieke wedstrijd, gewonnen door Sjoerd Huisman
Lelystad – Twaalf winters lang keek schaatsminnend Nederland uit naar deze dag (Is dat
een feit? Geldt volgens mij alleen voor de Elfstedentocht!). En nu is er dan voor het eerst
in twaalf jaar eindelijk weer een NK marathon op natuurijs. Dit keer op de
Oostvaardersplassen. Er kwamen volgens de KNSB zo’n 6.000 (voluit) toeschouwers en
zo’n (2x ‘zo’n’ is lelijk) 300 (voluit) verslaggevers op af. De deelnemers moesten een
afstand van ongeveer honderd kilometer afleggen en maakten rondes van 4,6 kilometer.
(Is dat van belang om de sfeer van het evenement weer te geven?) De wedstrijd werd
uiteindelijk gewonnen door Sjoerd Huisman.
Meteen bij de ingang krijgen de bezoekers een fel oranje Unox-muts in hun handen gedrukt.
Een paar meter verderop kopen tientallen mensen nog snel wat warms te eten. Bij
sommigen druipt de mosterd van hun dampende broodje Unox-worst. (2x ‘Unox’ wordt wel
heel erg reclame-achtig!) Aangekomen bij de (hoezo ‘de’?) dranghekken blijkt het zicht op
de finishboog (wat is ‘de finishboog’? Voor jou vanzelfsprekend, maar voor de lezer niet!)
slecht. Het grote (overbodig woord) publiek mag niet dichtbij komen. Rondom start/finish
staan een paar honderd mensen, voornamelijk pers en genodigden. Daartussen is een open
ruimte gecreëerd, waarin de politie zich begeeft. Door deze maatregelen staat het grote
(overbodig woord) publiek op zo’n vijftig meter afstand.
Wil van Rest, een 62-jarige ex-marinier uit ’s-Gravenzande (komma mist) vindt het jammer
dat hij niet direct langs de lijn (welke lijn? Was er een lijn?) kan staan. Volgens hem is het ijs
sterk genoeg. “Het zal wel een keuze van Staatsbosbeheer zijn, anders kan ik het ook niet
verklaren”, zegt Derk de Boer, een gedrongen ex-marathon schaatser (aaneen schrijven) van
begin 50 (voluit).
Eerder op de dag vertelde Hugo Heijnen, een jonge semiprof uit de B-groep, over zijn
ambities en verwachtingen. “Het wordt een unieke wedstrijd. Ik verwacht een massasprint
met Sjoerd Huisman als overwinnaar. Ik hoop bij de eerste vijftig te eindigen en verder een
prettige wedstrijd te schaatsen. Het is toch geweldig dat er zoveel mensen komen kijken
naar een schaatswedstrijd, alleen jammer van die dichte mist (oh, er was mist? Maar dat heb
jij nog helemaal niet verteld!).”
Als de wedstrijd eenmaal van start gaat, is het rumoer over het slechte zicht een beetje
verstomd. De toeschouwers staan schouder aan schouder, ze zoeken de warmte bij elkaar. Een half
uur later slaat de sfeer bij sommige mensen toch een beetje om; ze krijgen het koud en
willen vanwege het slechte zicht liever naar huis. Anderen gaan een betere plek opzoeken
waar ze wel dicht op het ijs (ze konden toch wel op het ijs staan? Alleen niet diocht op het
traject van de schaatsers!) kunnen staan. Andries van den Bor uit Nijkerkerveen roept tegen
zijn vrouw en kinderen: “Kom jongens, we gaan een plek zoeken waar we wel wat kunnen
zien!” Kijkend op een kaartje van de omgeving wijst hij een plaats aan waar hij het wel
(overbodig woord) wil gaan proberen.
Gelukkig is gedurende de dag de dichte mist verdwenen. (Onhandig geformuleerd. Beter:
Gelukkig verdwijnt gedurende de dag ...) Als na een aantal uur de winnaar bekend is en de
huldiging heeft plaatsgevonden gaan de meeste mensen verkleumd, maar toch tevreden
naar huis. (Hoe weet je dat? Heb je een enquete gehouden? Houd je aan de feiten!) “Het
was koud en ik heb natte voeten, maar het was het zeker waard!”, roept een vrolijke gezette
vrouw van begin 30 (voluit). “Ik hoop dat het volgend jaar weer is”, zegt een ander. Nu rest
alleen nog de tocht naar de auto en voor de meeste mensen een lange rit in de file.
Heel aardig verslag. Al kom je soms niet helemaal los van de militaire precisie van het
noemen van afstanden, getallen, e.d. (zie de lead). Soms formuleer je weer onzorgvuldig (en
ga je bijvoorbeeld uit van voorkennis bij je lezer). Verwerken (taal) is net op de grens: nog
net voldoende.
Formatieve feedback 2008/2009: bijlage Tegenlees/ reflectieverslag Code: Vb
Naam student: Dave Wens
Onderwerp: sfeerverslag schaatsmarathon
Expert/beoordelaar: Annemarie Rijkers
Datum: 15 maart 2009
Genre- en/of producteisen:
• De bijlage bestaat uit de volgende onderdelen:
1. een tegenleesverslag op een nieuws-of sfeerverslag van een medestudent
2. het betreffende verslag van de medestudent
3. een tegenleesverslag door een medestudent op jouw verslag
4. een reflectieverslag op het tegenleesverslag van je medestudent
5. de eerste versie van jouw verslag
6. de tweede versie van jouw verslag
• Het tegenleesverslag door de medestudent is volledig en voldoende kritisch
• De formulering in jouw tegenlees- en reflectieverslag is helder en correct
N.B. Als de bijlage niet aan de genre- en/of producteisen voldoet, komt zij niet in aanmerking voor
feedback
Algemene indruk van het product:
Uit zowel reflectie- als tegenleesverslag komt naar voren dat je het vermelden van de
nieuwsaanleiding verwart met het vermelden van nieuwswaardige feiten. Maar afgezien daarvan:
je leest het tegenleesverslag van Hans met een open mind en probeert met zijn feedback je
voordeel te doen. Geef in het vervolg concreter aan – in een herschrijfplan – wat je precies hoe
aanpast. En wees concreter bij je evaluatie.
In jouw tegenleesverslag geef je op enkele punten Hans zinvolle aanwijzingen maar je vermeld ook
zaken die niet correct zijn. Geef geen beoordelingen; daarvoor is het tegenleesverslag niet
bedoeld.
EVALUEREN
Je kent de kwaliteitscriteria voor berichten, verslagen en interviews en past ze toe op je producten
VOLDOENDE
Toelichting (bij onvoldoende of goed):
Indicatoren voor EVALUEREN bij: de bijlage
Zijn je verslagen volledig? Dat wil zeggen: heb je voor het tegenleesverslag de tegenleeschecklist
gehanteerd en bestaat je reflectieverslag uit de onderdelen: analyse van de feedback – herschrijfplan
– evaluatie van de tweede tekstversie? Zijn de keuzes die je maakt en is de feedback die je geeft
inhoudelijk correct? Heb je jouw feedback voldoende onderbouwd? Heb je voldoende onderbouwd
waarom je de feedback van je medestudent al dan niet verwerkt?
Versie 1
Een unieke wedstrijd, gewonnen door Sjoerd Huisman
Lelystad – Voor het eerst in twaalf jaar is er weer een NK marathon op natuurijs gehouden.
Dit keer op de Oostvaardersplassen. Er kwamen volgens de KNSB zo’n 6000 toeschouwers
en zo’n 300 verslaggevers op af. De deelnemers moesten een afstand van ongeveer 100
kilometer afleggen en maakten rondes van 4,6 kilometer. De uiteindelijke winnaar was
Sjoerd Huisman, gevolgd door Arjan Stroetinga en Roy Boeve.
Meteen bij de ingang krijgt de bezoeker een oranje Unox-muts in zijn handen gedrukt. Als je
verder loopt zie je honderden mensen nog snel wat warms te eten kopen, voordat ze een
plaats zoeken om de start/finish goed te kunnen zien. Aangekomen bij de dranghekken blijkt
het zicht op de finishboog slecht. Het grote publiek mag niet dichtbij komen. Rondom
start/finish staan een paar honderd mensen, voornamelijk pers en genodigden. Daartussen
is een open ruimte gecreëerd, waarin de politie zich begeeft. Door deze maatregelen staat
het grote publiek op zo’n 50 meter afstand.
“Een beetje jammer dat je niet direct langs de lijn kunt staan, het ijs is sterk genoeg”, zegt
Wil van Rest, een 62-jarige ex-marinier uit ’s-Gravenzande. “Het zal wel een keuze van
Staatsbosbeheer zijn, anders kan ik het ook niet verklaren”, vult Derk de Boer, een
gedrongen ex-marathon schaatser van begin 50 aan.
Eerder op de dag vertelde Hugo Heijnen, een jonge semiprof uit de B-groep, over zijn
ambities en verwachtingen. “Het wordt een unieke wedstrijd. Ik verwacht een massasprint
met Sjoerd Huisman als overwinnaar. Er doen 150 schaatsers mee, 101 uit de topklasse (de
vroegere A-groep) en 49 uit de 1e divisie. Ik hoop bij de eerste 50 te eindigen en verder een
prettige wedstrijd te schaatsen. Het is toch geweldig dat er zoveel mensen komen kijken
naar een schaatswedstrijd, alleen jammer van die dichte mist.”
Als de wedstrijd eenmaal van start gaat, is het rumoer over het slechte zicht een beetje
verstomd. Iedereen is vol verwachting over wat deze eerste wedstrijd op natuurijs zal gaan
brengen. Een half uur later slaat de sfeer bij sommige mensen een beetje om; ze krijgen het
koud en willen vanwege het slechte zicht liever naar huis. Anderen gaan een betere plek
opzoeken waar ze wel dicht op het ijs kunnen staan. Andries van den Bor uit Nijkerkerveen
roept tegen zijn vrouw en kinderen: “Kom jongens, we gaan een plek zoeken waar we wel
wat kunnen zien.” Kijkend op een kaartje van de omgeving wijst hij een plaats aan waar hij
het wel wil gaan proberen.
Als na een aantal uur de winnaar bekend is en de huldiging heeft plaatsgevonden, gaan de
meeste mensen toch tevreden naar huis. “Het was koud en ik heb natte voeten, maar het
was het zeker waard”, roept een vrolijke gezette vrouw van begin 30. “Ik hoop dat het
volgend jaar weer is”, roept een ander. Nu rest alleen nog de lange tocht naar de auto en
voor de meeste mensen een lange rit in de file.
Commentaar bij het sfeerverslag van Dave Wens
Door Hans Fledderus
1. Heeft de journalist een geschikt onderwerp gekozen?
Nederland is een schaatsland. Onze schaatsers zijn wereldkampioenen. Als het een aantal dagen
achter elkaar vriest, ontstaat er een soort schaatskoorts. Alle media berichten vanuit elke denkbare
invalshoek over De Kou. Een NK schaatsen op natuurijs is dus absoluut nieuws. In de eerste plaats
omdat het bijna nooit meer voorkomt; het is dus iets bijzonders. In de tweede plaats is het uitermate
geschikt voor een sfeerverslag, omdat zo’n evenement vaak gepaard gaat met grote groepen
enthousiaste toeschouwers. Mensen maken er echt een dagje van. Dus ja, het onderwerp dat Dave
heeft gekozen is uitstekend.
2. Heeft de journalist de relevante informatie geselecteerd?
In een sfeerverslag moet de sfeer centraal staan. Een onderwerp als het NK schaatsen op natuurijs
leent zich hier uitstekend voor. Als ik kijk naar de intro van de tekst, zie ik weinig sfeerelementen:
Lelystad – Voor het eerst in twaalf jaar is er weer een NK marathon op natuurijs gehouden. Dit keer op de Oostvaardersplassen. Er kwamen volgens de KNSB zo’n 6000 toeschouwers en zo’n 300 verslaggevers op af. De deelnemers moesten een afstand van ongeveer 100 kilometer afleggen en maakten rondes van 4,6 kilometer. De uiteindelijke winnaar was Sjoerd Huisman, gevolgd door Arjan Stroetinga en Roy Boeve.
Wat opvalt, is de aanwezigheid van cijfers: twaalf jaar, 6000 toeschouwers, 300 verslaggevers, een
afstand van 100 kilometer, rondes van 4,6 kilometer. Bij het lezen van deze intro word ik niet meteen
‘meegenomen’ naar de Oostvaardersplassen. Ik zou er voor hebben gekozen de informatie over het
aantal bezoekers, het aantal verslaggevers en de lengte van de rondes achterwege te laten. Wat wél
relevant is, is dat dit evenement voor het eerst in twaalf jaar wordt georganiseerd. Dit had
uitvergroot kunnen worden en geïllustreerd met sfeervolle tekst. Een suggestie: ‘Twaalf winters lang
keek schaatsminnend Nederland uit naar deze dag. Twaalf winters vol hoop, maar zonder ijs. En nu is
er dan, sinds 1997 dus, weer een NK schaatsen op natuurijs.’
In de rest van het stuk is het gebrek aan sfeerbeschrijvingen eveneens afwezig. De informatie is er, er
zijn mensen aan het woord gelaten, maar de echte sfeerbeschrijvingen zijn er niet. Een voorbeeld:
Als de wedstrijd eenmaal van start gaat, is het rumoer over het slechte zicht een beetje verstomd. Iedereen is vol verwachting over wat deze eerste wedstrijd op natuurijs zal gaan brengen. Een half uur later slaat de sfeer bij sommige mensen een beetje om; ze krijgen het koud en willen vanwege het slechte zicht liever naar huis.
Ik zou graag willen beleven dat het koud is en dat de mensen langs de kant chagrijnig zijn. Nu lees ik
het wel, maar ik wil meegenomen worden naar de Oostvaardersplassen en alles beleven. Een
suggestie: ‘De toeschouwers staan schouder aan schouder. Niet alleen omdat het zo druk is, maar
ook vanwege de kou. Een van hen trekt zijn feloranje Unox-muts wat verder over zijn oren. Hij blaast
een flinke wolk condens uit.’
3. Heeft de journalist de informatie goed geordend?
Het verslag is in chronologische volgorde geschreven. In de intro wordt de aanleiding gegeven en de
uitslag van de wedstrijd, maar de platte tekst begint bij het begin:
Meteen bij de ingang (…)
en eindigt bij het eind:
Nu rest alleen nog de lange tocht naar de auto en voor de meeste mensen een lange rit in de file.
Ik had graag gezien dat een van de sprekers die in het begin van de tekst wordt opgevoerd, aan het
eind nog eens aan het woord komen. Of een situatie (de kou, de dichte mist) uitvergroten en daar
een verhaal omheen maken. Ook een mogelijkheid is om de verkoper van worst (als er Unox-mutsen
zijn, zullen er ook vast worsten geweest zijn) als soort hoofdpersonage op te voeren. Dan kun je
steeds terug ‘schakelen’ naar hem. Als hij bijvoorbeeld eerder naar huis is gegaan omdat hij
uitverkocht was, kun je dat gegeven aan het eind nog noemen. Bijvoorbeeld: ‘De wedstrijd is voorbij,
de toeschouwers gaan – verkleumd, maar tevreden – weer naar huis. En de worstverkoper? Die heeft
zijn kar twee uur eerder al van het ijs geduwd. “Ik ben leeg, alle worsten zijn verkocht. Ik ga naar
huis, warme chocola drinken”, gnuift de gezette Gelderlander en weg is hij. Muts op het hoofd, kar
aan de hand en rammelend van het kleingeld.’
Zoals gezegd: de intro is goed qua ordening (er ontbreken wel sfeerelementen), maar de platte tekst
is niet spannend genoeg. De quotes gaan over de wedstrijd en over het gebrek aan goed zicht. De
samenhang tussen de alinea’s ontbreekt. Het is geen verhaal, maar meer een opsomming van de
gebeurtenissen.
4. Heeft de journalist bij de presentatie van de informatie de regels van verzorgd Nederlands
en de journalistieke eigenheden van het nieuwsbericht correct toegepast?
De formulering die Dave gebruikt is begrijpelijk. De zinnen zijn niet te lang en er staan geen
onbegrijpelijke woorden in. Wel gebruikt hij af en toe jargon:
(…) een jonge semiprof uit de B-groep (…) 101 uit de topklasse (de vroegere A-groep) en 49 uit de 1e divisie.
De formulering van Dave zijn niet beeldend. Ze zijn meer beschrijvend. Hij neemt de lezer niet mee,
maar constateert dingen.
De citaten en parafrases zijn niet in verhouding. Er zijn geen parafrases. Dat had anders gekund naar
mijn mening. Een passage als deze:
“Een beetje jammer dat je niet direct langs de lijn kunt staan, het ijs is sterk genoeg”, zegt Wil van Rest, een 62-jarige ex-marinier uit ’s-Gravenzande. “Het zal wel een keuze van Staatsbosbeheer zijn, anders kan ik het ook niet verklaren”, vult Derk de Boer, een gedrongen ex-marathon schaatser van begin 50 aan.
Had, voor de dynamiek in de tekst ook zo geschreven kunnen worden:
Wil van Rest, een 62-jarige ex-marinier uit ’s-Gravenzande vindt het jammer dat hij niet direct langs de lijn kan staan. Volgens hem is het ijs sterk genoeg. “Het zal wel een keuze van Staatsbosbeheer zijn, anders kan ik het ook niet verklaren”, zegt Derk de Boer, een gedrongen ex-marathon schaatser van begin 50.
Voor wat betreft de bronnen kan ik kort zijn: die zijn uitstekend weergegeven. Duidelijk en correct.
De spelling dan tot slot. In een tekst met zoveel getallen is het lastig consequent te zijn. Op de
‘twaalf’ uit de eerste zin na, zijn alle getallen als cijfers weergegeven. Dat is een keuze die ik zelf niet
gemaakt zou hebben, maar punt is wel dat Dave consequent (bijna) alle getallen op dezelfde manier
heeft weergegeven.
De spelling van de werkwoorden (d/t) is prima in orde. Ook de interpunctie is netjes verzorgd. Alle
citaten zijn tussen dubbele aanhalingstekens en komma’s zijn niet op vreemde plaatsen neergezet.
Wat me wel opvalt, is dat er geen enkel uitroepteken in de tekst staat. En dat terwijl er toch maar
liefst drie keer iets geroepen wordt!
De stijl die Dave hanteert zou ik willen omschrijven als zakelijk. Hij observeert, houdt zijn lezer op
afstand. Het beste voorbeeld van die afstand illustreer ik met deze passage:
Als je verder loopt zie je honderden mensen nog snel wat warms te eten kopen
De ‘je’ in deze zin is natuurlijk gewoon een verhulde ‘ik’. Het gebruik van ‘ik’ zou ik zeker niet
aanraden, maar door het te vervangen door ‘je’, wordt er een grote afstand geschapen. Beter zou
het zijn om mensen te omschrijven die iets warms te eten kopen. Dat zijn vast gezellige dikke
mensen. Of juist dunne. Of lange, of oude, of krakkemikkige, of sterke, of macho’s, of sportfreaks etc.
Dan trek je de lezer naar die plek toe en kun je gemakkelijk in de ‘hij/zij’- vorm schrijven.
Conclusies en aanbevelingen
Het eerste dat me opviel toen ik jouw stuk las, was het gebrek aan sfeerbeschrijvingen. Ik wordt, als
lezer, niet ‘meegenomen’ naar de Oostvaardersplassen. Ik lees dat het koud is, maar ik voel het niet.
Op dat vlak kan nog heel wat verbetering plaatsvinden. Probeer eens te omschrijven wat er gebeurt
als mensen het om je heen koud hebben. Wat doen ze dan? Wat zeggen ze? Welke geluiden maken
ze? Trekken ze gekke gezichten en hoe ziet dat er dan uit?
Een tweede punt dat me opviel en wat – naar mijn mening – beter kan, is het verhaal. Er zit geen
spanning in. Het is een chronologische opsomming van feiten. Natuurlijk is het belangrijk dat we
weten dat Sjoerd Huisman heeft gewonnen, maar moet dat ook in een sfeerverslag? En de tweede
en derde plaats? Niet relevant volgens mij. Ook het aantal verslaggevers ter plaatse is niet relevant.
Tenzij je dat gebruikt in je verhaal om aan te tonen dat dit evenement uniek is. Maar je gebruikt het
niet. Je noemt het aantal en daar laat je het bij. Ook het feit dat een ronde 4,6 kilometer is, hoeft wat
mij betreft absoluut niet genoemd te worden. Het is informatie die je hebt gekregen (misschien heb
je er wel bewust naar gevraagd), maar je hoeft niet alle informatie te gebruiken. Datzelfde geldt voor
de passage waarin je het hebt over de B-groep en de topklasse en de vroegere A-groep. Dat geeft
weinig sfeer en voegt in die zin dus weinig toe aan je sfeerverslag.
Wat ik je zou willen aanraden is goed te kijken naar het verhaal als geheel. Probeer een
rondgeschreven verhaal te maken. Laat iets dat in het begin gebeurt aan het eind terugkomen
bijvoorbeeld.
Ook zou ik je aanraden de afstand te verkleinen door te beschrijven wat mensen doen. Probeer
details naar voren te halen die op het eerste gezicht niet belangrijk lijken, maar die wel het
sfeergevoel vergroten.
Ik denk dat je het hier niet mee eens bent, maar denk er wel over na: de grote hoeveelheid mosterd
die een dikke man met rode wangen op zijn broodje dampende unox-worst smeert, is belangrijker
dan het feit dat Sjoerd Huisman de wedstrijd heeft gewonnen. Het is immers een sfeerverslag.
Reflectieverslag:
Reactie op het Commentaar van Hans Fledderus op het sfeerverslag van Dave Wens
Door Dave Wens
2. Heeft de journalist een geschikt onderwerp gekozen?
Nederland is een schaatsland. Onze schaatsers zijn wereldkampioenen. Als het een aantal dagen
achter elkaar vriest, ontstaat er een soort schaatskoorts. Alle media berichten vanuit elke denkbare
invalshoek over De Kou. Een NK schaatsen op natuurijs is dus absoluut nieuws. In de eerste plaats
omdat het bijna nooit meer voorkomt; het is dus iets bijzonders. In de tweede plaats is het uitermate
geschikt voor een sfeerverslag, omdat zo’n evenement vaak gepaard gaat met grote groepen
enthousiaste toeschouwers. Mensen maken er echt een dagje van. Dus ja, het onderwerp dat Dave
heeft gekozen is uitstekend.
Ik zou eerlijk gezegd niet weten wat voor reactie ik hier op moet geven. Zelf vind ik ook dat ik een
geschikt onderwerp heb uitgekozen. En de redenen komen ongeveer wel overeen met hetgeen Hans
zegt.
5. Heeft de journalist de relevante informatie geselecteerd?
In een sfeerverslag moet de sfeer centraal staan. Een onderwerp als het NK schaatsen op natuurijs
leent zich hier uitstekend voor. Als ik kijk naar de intro van de tekst, zie ik weinig sfeerelementen:
Lelystad – Voor het eerst in twaalf jaar is er weer een NK marathon op natuurijs gehouden. Dit keer op de Oostvaardersplassen. Er kwamen volgens de KNSB zo’n 6000 toeschouwers en zo’n 300 verslaggevers op af. De deelnemers moesten een afstand van ongeveer 100 kilometer afleggen en maakten rondes van 4,6 kilometer. De uiteindelijke winnaar was Sjoerd Huisman, gevolgd door Arjan Stroetinga en Roy Boeve.
Hier ben ik het deels mee eens, deels ook niet. Ik ben het ermee eens dat de sfeer in een sfeerverslag
centraal moet staan. Echter ben ik ook van mening dat juist de intro ervoor dient om nieuwswaardige
feiten naar voren te brengen. Ik heb mijn intro nog eens goed bekeken en op sommige punten
aangepast. Jouw suggestie vond ik zeer goed en heb ik deels meegenomen in mijn aanpassing.
Wat opvalt, is de aanwezigheid van cijfers: twaalf jaar, 6.000 toeschouwers, 300 verslaggevers, een
afstand van 100 kilometer, rondes van 4,6 kilometer. Bij het lezen van deze intro word ik niet meteen
‘meegenomen’ naar de Oostvaardersplassen. Ik zou er voor hebben gekozen de informatie over het
aantal bezoekers, het aantal verslaggevers en de lengte van de rondes achterwege te laten. Wat wél
relevant is, is dat dit evenement voor het eerst in twaalf jaar wordt georganiseerd. Dit had
uitvergroot kunnen worden en geïllustreerd met sfeervolle tekst. Een suggestie: ‘Twaalf winters lang
keek schaatsminnend Nederland uit naar deze dag. Twaalf winters vol hoop, maar zonder ijs. En nu is
er dan, sinds 1997 dus, weer een NK schaatsen op natuurijs.’
In de rest van het stuk is het gebrek aan sfeerbeschrijvingen eveneens afwezig. De informatie is er, er
zijn mensen aan het woord gelaten, maar de echte sfeerbeschrijvingen zijn er niet. Een voorbeeld:
Als de wedstrijd eenmaal van start gaat, is het rumoer over het slechte zicht een beetje verstomd. Iedereen is vol verwachting over wat deze eerste wedstrijd op natuurijs zal gaan brengen. Een half uur later slaat de sfeer bij sommige mensen een beetje om; ze krijgen het koud en willen vanwege het slechte zicht liever naar huis.
Ik zou graag willen beleven dat het koud is en dat de mensen langs de kant chagrijnig zijn. Nu lees ik
het wel, maar ik wil meegenomen worden naar de Oostvaardersplassen en alles beleven. Een
suggestie: ‘De toeschouwers staan schouder aan schouder. Niet alleen omdat het zo druk is, maar
ook vanwege de kou. Een van hen trekt zijn feloranje Unox-muts wat verder over zijn oren. Hij blaast
een flinke wolk condens uit.’
Over de cijfers: ik ben het ermee eens dat in de intro veel cijfers staan. Verder in de tekst valt het
denk ik wel mee. Ik heb de uitdraai van het stijlboek van NRC Handelsblad er nog eens bij gepakt en
daar waar nodig veranderingen ingevoerd.
Twaalf vanwege het feit dat het een getal is tot de twintig.
Opmerking [AR1]: De intro
dient de nieuwsaanleiding te
vermelden. Nieuwswaardige
feiten kunnen een plaats krijgen in
de platte tekst
Opmerking [AR2]: “Op
sommige punten aangepast”
vraagt toelichting: wat wel /niet
aangepast + waarom.
6.000 en 300 om de vergelijking weer te geven en dus het grote aantal verslaggevers subtiel te
benadrukken.
Honderd omdat het een honderdtal is.
4,6 omdat het een komma getal is.
Vijftig omdat het een tiental is.
30, 50 en 62 omdat het leeftijden zijn.
Over de intro, je suggestie vind ik zeer goed en heb ik ook meegenomen. De feiten wil ik echter ook
gelijk bij de intro noemen en dan de 1e alinea gebruiken om de lezer in het verhaal te trekken. Ik vind
het namelijk wel relevante informatie en wil de geïnteresseerde lezer niet met vragen achterlaten.
Dat er in het totale verhaal te weinig sfeerbeschrijvingen zijn is een constatering waar ik het bij nader
inzien wel mee eens ben. Ik heb mijn stuk opnieuw gelezen en daar waar mogelijk sfeerelementen
toegevoegd. Al vind ik wel dat er verschillende manieren zijn om een sfeerverslag te schrijven. De
één gebruikt heel veel sfeerelementen en slaat bijna door tot aan het cliché matige. De ander schrijft
iets zakelijker maar laat “overall” wel de sfeer centraal staan door op de juiste plaats sfeerelementen
in zijn verslag te zetten. Ik denk dat de beste manier is, om er een gulle middenweg in te vinden.
Jouw constatering dat ik te zakelijk schrijf voor een sfeerverslag, daar ben ik het wel mee eens.
Daarom heb ik geprobeerd om een aantal sfeerelementen aan mijn verhaal toe te voegen en een
aantal van jou suggesties te gebruiken. Ik hoop dat ik op deze manier op die gulle middenweg kom, al
denk ik dat ik nog iets te veel aan de zakelijke kant zit voor een goed. Een voldoende denk ik echter
wel dat het waard is.
6. Heeft de journalist de informatie goed geordend?
Het verslag is in chronologische volgorde geschreven. In de intro wordt de aanleiding gegeven en de
uitslag van de wedstrijd, maar de platte tekst begint bij het begin:
Meteen bij de ingang (…)
en eindigt bij het eind:
Nu rest alleen nog de lange tocht naar de auto en voor de meeste mensen een lange rit in de file.
Opmerking [AR3]: Zie opm. 1
Opmerking [AR4]: Ook dit
vraagt om toelichting (in een
herschrijfplan). Waar zie je die
mogelijkheden?
Opmerking [AR5]: Aan elkaar
Opmerking [AR6]: gulden
Hier ben ik het eigenlijk niet mee eens. Als je de tekst voor de 1e keer leest lijkt het daar inderdaad
wel op maar: Ik heb tussendoor ook nog een tussenstap gemaakt naar een stuk met een schaatser
wat nog voor het begin was. Dus die ingang in het verhaal is niet de ingang die ik genomen heb. Ik
begin het verhaal te schrijven nadat ik al een aantal schaatsers heb gesproken. Dat is het begin van
mijn verhaal maar komt pas bij Hugo Heijnen tevoorschijn.
Daardoor lijkt de ingang het begin van de dag. Wel is het einde natuurlijk het eind. Jou suggestie om
het een “rond” verhaal te maken heb ik geprobeerd mee te nemen, al kan ik niet ineens zelf een
citaat verzinnen.
Ik had graag gezien dat een van de sprekers die in het begin van de tekst wordt opgevoerd, aan het
eind nog eens aan het woord komen. Of een situatie (de kou, de dichte mist) uitvergroten en daar
een verhaal omheen maken. Ook een mogelijkheid is om de verkoper van worst (als er Unox-mutsen
zijn, zullen er ook vast worsten geweest zijn) als soort hoofdpersonage op te voeren. Dan kun je
steeds terug ‘schakelen’ naar hem. Als hij bijvoorbeeld eerder naar huis is gegaan omdat hij
uitverkocht was, kun je dat gegeven aan het eind nog noemen. Bijvoorbeeld: ‘De wedstrijd is voorbij,
de toeschouwers gaan – verkleumd, maar tevreden – weer naar huis. En de worstverkoper? Die heeft
zijn kar twee uur eerder al van het ijs geduwd. “Ik ben leeg, alle worsten zijn verkocht. Ik ga naar
huis, warme chocola drinken”, gnuift de gezette Gelderlander en weg is hij. Muts op het hoofd, kar
aan de hand en rammelend van het kleingeld.’
Zoals gezegd: de intro is goed qua ordening (er ontbreken wel sfeerelementen), maar de platte tekst
is niet spannend genoeg. De quotes gaan over de wedstrijd en over het gebrek aan goed zicht. De
samenhang tussen de alinea’s ontbreekt. Het is geen verhaal, maar meer een opsomming van de
gebeurtenissen.
Over de intro: daar heb ik sfeerelementen aan toegevoegd. Over de platte tekst. Dat hij niet
spannend genoeg is daar ben ik het mee eens, maar het is ook niet mijn bedoeling geweest om een
spannend verhaal te schrijven. Mijn bedoeling was om een sfeervol verslag te schrijven met daarin
een beknopte analyse van mijn bevindingen van die dag met daarin beschreven en geciteerd de
gebeurtenissen en gesprekken van die dag. Jou suggestie om vanuit een bepaald perspectief te
schrijven vind ik heel mooi bedacht. Het is ook zeker een manier van schrijven die ik nog een keer wil
uitproberen. Maar dat van die worstverkoper is jammer genoeg achteraf niet meer haalbaar. Over de
samenhang tussen de alinea’s: ik zie eigenlijk niet in waar het dan aan samenhang ontbreekt. Ik heb
geprobeerd het “verhaal” van die dag zo goed mogelijk te beschrijven en te beginnen met het begin
van de bezoeker niet vanuit mij, en later pas te laten merken dat het begin al veel eerder was
waardoor het dus toch geen chronologisch geheel is. En daarna heb ik geprobeerd om de alinea’s
met bepaalde woorden aan elkaar te schrijven of elkaar logisch op te laten volgen.
7. Heeft de journalist bij de presentatie van de informatie de regels van verzorgd Nederlands
en de journalistieke eigenheden van het nieuwsbericht correct toegepast?
Opmerking [AR7]: Inderdaad
is de tekst niet volledig
chronologisch maar de grote lijn is
wel chronologisch. Die volgt als
het ware de bezoeker: aankomst –
plaatsje zoeken - (flashback
Heijnen) – wedstrijd begint –
ander plaatsje zoeken – weer naar
huis. Dat maakt het toch een
(voornamelijk) chronologisch
verhaal, ook al is het begin van de
dag van de bezoeker niet het
begin van de dag van de
verslaggever. De enige
onderbreking in de chronologie
van het verhaal is de alinea met
Heijnen.
Opmerking [AR8]: ‘spannend’
is in dit verband niet bedoeld in de
zin van ‘bloedstollend’.
Verhaalspanning ontstaat door
een combinatie van rode draad en
afwisseling.
Opmerking [AR9]: 1. Heb je je
tegenlezer om toelichting
gevraagd? 2. Het ‘verhaal’ heb jij
ingevuld met de opeenvolging van
de gebeurtenissen voor de
bezoeker. Jouw tegenlezer
bedoelt met ‘verhaal’ iets anders
(een rode draad, de centrale sfeer
die je wilt overbrengen)
De formulering die Dave gebruikt is begrijpelijk. De zinnen zijn niet te lang en er staan geen
onbegrijpelijke woorden in. Wel gebruikt hij af en toe jargon:
(…) een jonge semiprof uit de B-groep (…) 101 uit de topklasse (de vroegere A-groep) en 49 uit de 1e divisie.
Ik ben het ermee eens dat ik jargon heb gebruikt. Al vind ik semiprof een algemeen bekend begrip
evenals B-groep. Maar door daarna nog verschillende benamingen te gebruiken maak ik het verhaal
idd onnodig gecompliceerd. Aangezien ze toch niet echt iets toevoegen aan het verhaal (het is een
citaat) heb ik besloten om die zin maar te verwijderen.
De formulering van Dave zijn niet beeldend. Ze zijn meer beschrijvend. Hij neemt de lezer niet mee,
maar constateert dingen.
Ik ben het ermee eens dat ik een aantal zaken beeldender had moeten beschrijven, dit heb ik
geprobeerd aan te passen. Maar ik wilde ook niet in clichés vervallen, of onnodig veel bijvoeglijke
naamwoorden gaan gebruiken.
De citaten en parafrases zijn niet in verhouding. Er zijn geen parafrases. Dat had anders gekund naar
mijn mening. Een passage als deze:
“Een beetje jammer dat je niet direct langs de lijn kunt staan, het ijs is sterk genoeg”, zegt Wil van Rest, een 62-jarige ex-marinier uit ’s-Gravenzande. “Het zal wel een keuze van Staatsbosbeheer zijn, anders kan ik het ook niet verklaren”, vult Derk de Boer, een gedrongen ex-marathon schaatser van begin 50 aan.
Had, voor de dynamiek in de tekst ook zo geschreven kunnen worden:
Wil van Rest, een 62-jarige ex-marinier uit ’s-Gravenzande vindt het jammer dat hij niet direct langs de lijn kan staan. Volgens hem is het ijs sterk genoeg. “Het zal wel een keuze van Staatsbosbeheer zijn, anders kan ik het ook niet verklaren”, zegt Derk de Boer, een gedrongen ex-marathon schaatser van begin 50.
Hier ben ik het totaal mee eens, daarom heb ik ervoor gekozen om deze suggestie mee te nemen in
mijn verslag.
Voor wat betreft de bronnen kan ik kort zijn: die zijn uitstekend weergegeven. Duidelijk en correct.
Opmerking [AR10]: Zie opm 4
Ja hier kan ik weinig reactie op geven.
De spelling dan tot slot. In een tekst met zoveel getallen is het lastig consequent te zijn. Op de
‘twaalf’ uit de eerste zin na, zijn alle getallen als cijfers weergegeven. Dat is een keuze die ik zelf niet
gemaakt zou hebben, maar punt is wel dat Dave consequent (bijna) alle getallen op dezelfde manier
heeft weergegeven.
De spelling van de werkwoorden (d/t) is prima in orde. Ook de interpunctie is netjes verzorgd. Alle
citaten zijn tussen dubbele aanhalingstekens en komma’s zijn niet op vreemde plaatsen neergezet.
Wat me wel opvalt, is dat er geen enkel uitroepteken in de tekst staat. En dat terwijl er toch maar
liefst drie keer iets geroepen wordt!
De stijl die Dave hanteert zou ik willen omschrijven als zakelijk. Hij observeert, houdt zijn lezer op
afstand. Het beste voorbeeld van die afstand illustreer ik met deze passage:
Als je verder loopt zie je honderden mensen nog snel wat warms te eten kopen
De ‘je’ in deze zin is natuurlijk gewoon een verhulde ‘ik’. Het gebruik van ‘ik’ zou ik zeker niet
aanraden, maar door het te vervangen door ‘je’, wordt er een grote afstand geschapen. Beter zou
het zijn om mensen te omschrijven die iets warms te eten kopen. Dat zijn vast gezellige dikke
mensen. Of juist dunne. Of lange, of oude, of krakkemikkige, of sterke, of macho’s, of sportfreaks etc.
Dan trek je de lezer naar die plek toe en kun je gemakkelijk in de ‘hij/zij’- vorm schrijven.
Over de spelling en de getallen. Zoals eerder gezegd heb ik de cijfers nog een keer nagekeken en daar
waar nodig aanpassingen gedaan.
Over de uitroeptekens: in de 1e zin heb je gelijk. Daar moet zelfs een uitroepteken. In de andere 2
gevallen heb ik een keuze gemaakt. De 1e vrouw riep echt dus daar heb ik een uitroepteken geplaatst
maar de komma laten staan. En dus daarna niet met een hoofdletter begonnen, volgens het groene
boekje kan dat omdat het uitroepteken bij het citaat hoort en ik daarna gewoon verder ga met de
zin. Als het niet tussen aanhalingstekens had gestaan had ik het anders moeten doen. De 2e vrouw
riep niet echt maar voegde het meer toe. Daar heb ik dus gezegd van gemaakt waardoor ik geen
uitroepteken meer hoef te plaatsen.
Over het zakelijk schrijven heb ik ook al ergens een mening geschreven, ik vind inderdaad ook dat ik
te zakelijk heb geschreven. Dit heb ik geprobeerd aan te passen, al wil ik wel voorkomen om in
clichés te vervallen.
Ik ben het ermee eens dat het niet slim was om compleet vanuit de je versie te schrijven. Dit heb ik
geprobeerd om aan te passen.
Opmerking [AR11]: Zie opm.
4
Conclusies en aanbevelingen
Het eerste dat me opviel toen ik jouw stuk las, was het gebrek aan sfeerbeschrijvingen. Ik wordt, als
lezer, niet ‘meegenomen’ naar de Oostvaardersplassen. Ik lees dat het koud is, maar ik voel het niet.
Op dat vlak kan nog heel wat verbetering plaatsvinden. Probeer eens te omschrijven wat er gebeurt
als mensen het om je heen koud hebben. Wat doen ze dan? Wat zeggen ze? Welke geluiden maken
ze? Trekken ze gekke gezichten en hoe ziet dat er dan uit?
Ik heb geprobeerd om deze genoemde verbeteringen aan te brengen, al wil ik wel proberen te
voorkomen in clichés en overmatig gebruik van bijvoeglijke naamwoorden te vervallen.
Een tweede punt dat me opviel en wat – naar mijn mening – beter kan, is het verhaal. Er zit geen
spanning in. Het is een chronologische opsomming van feiten. Natuurlijk is het belangrijk dat we
weten dat Sjoerd Huisman heeft gewonnen, maar moet dat ook in een sfeerverslag? En de tweede
en derde plaats? Niet relevant volgens mij. Ook het aantal verslaggevers ter plaatse is niet relevant.
Tenzij je dat gebruikt in je verhaal om aan te tonen dat dit evenement uniek is. Maar je gebruikt het
niet. Je noemt het aantal en daar laat je het bij. Ook het feit dat een ronde 4,6 kilometer is, hoeft wat
mij betreft absoluut niet genoemd te worden. Het is informatie die je hebt gekregen (misschien heb
je er wel bewust naar gevraagd), maar je hoeft niet alle informatie te gebruiken. Datzelfde geldt voor
de passage waarin je het hebt over de B-groep en de topklasse en de vroegere A-groep. Dat geeft
weinig sfeer en voegt in die zin dus weinig toe aan je sfeerverslag.
Hier ben ik het deels mee eens en deels mee oneens: zoals eerder gezegd is het niet mijn bedoeling
geweest om een spannend verhaal te schrijven maar juist om een beschrijvend sfeerverslag te
schrijven. Ik vind ook dat belangrijke nieuwsfeiten in het verslag horen te worden meegenomen.
Daar is de intro ook voor bedoeld. Wel ben ik het eens met het feit dat de passage met de A-groep en
B-groep geskipt kan worden omdat dat idd geen sfeer aan het verslag toevoegt.
Wat ik je zou willen aanraden is goed te kijken naar het verhaal als geheel. Probeer een
rondgeschreven verhaal te maken. Laat iets dat in het begin gebeurt aan het eind terugkomen
bijvoorbeeld.
Ook zou ik je aanraden de afstand te verkleinen door te beschrijven wat mensen doen. Probeer
details naar voren te halen die op het eerste gezicht niet belangrijk lijken, maar die wel het
sfeergevoel vergroten.
Dit advies heb ik geprobeerd in mijn verhaal op te nemen.
Ik denk dat je het hier niet mee eens bent, maar denk er wel over na: de grote hoeveelheid mosterd
die een dikke man met rode wangen op zijn broodje dampende unox-worst smeert, is belangrijker
dan het feit dat Sjoerd Huisman de wedstrijd heeft gewonnen. Het is immers een sfeerverslag.
Hier ben ik het juist wel mee eens. Alleen: de intro van een nieuwsverslag is bedoeld om de
nieuwswaardige feiten aan een lezer te tonen en om de reden van de schrijver weer te geven,
waarom hij juist dit onderwerp heeft gekozen voor een sfeerverslag. Ik vind dat de winnaar juist het
meest nieuwswaardige is aan de hele NK marathon. En dat daarna de feiten die anders vragen bij
lezers op kunnen roepen moeten worden genoemd.
Vanaf de 1e alinea moet de sfeer helemaal centraal staan en moet er geen ruimte zijn (enkele
uitzonderingen daargelaten) om dit soort extra, niet sfeerverhogende, zaken te beschrijven.
Ik hoop dat ik door jou “tips en tools” mee te nemen een beter sfeerverslag heb geschreven en dat ik
op alle punten een voldoende beoordeling krijg.
Kiezen: goed
Selecteren: voldoende (maar moet ik nog wel hard aan werken)
Ordenen: voldoende (de spanningsopbouw moet beter)
Verwerken: voldoende (parafrase kan beter)
In het zwart staat Hans Fledderus reactie op mijn sfeerverslag.
In het rood staat mijn reactie hier weer op.
Dit samen maakt het Reflectieverslag. (nouja zwart is Hans zijn tegenleesverslag en rood mijn
reflectieverslag)
Herschrijfplan:
Opmerking [AR12]: Zoals al
eerder gezegd: nieuwsaanleiding
in de intro, nieuwswaardige feiten
in de platte tekst. De platte tekst
van een sfeerverslag is niet één
bonk sfeer maar een afwisseling
van sfeer en achtergrond.
Ik heb eerst het tegenleesverslag van Hans Fledderus gelezen. Toen heb ik mijn tekst ernaast gelegd
en gekeken naar hetgeen hij zei. Ik ben daar heel “open minded” in geweest en heb opengestaan
voor kritiek. Ik heb zijn opmerkingen opgeschreven en heb besloten om per punt te kijken of ik het
ermee eens was of niet en zoja datgene dan aan te passen.
Daarna heb ik in zijn tegenleesverslag met rood mijn reflectieverslag geschreven. Hierdoor heb ik het
herschrijfplan eigenlijk er ook een beetje in verwerkt.
Daarna heb ik het herschrijfplan, (de combinatie van zijn tegenleesverslag met mijn reflectieverslag)
naast mijn tekst gelegd en gekeken of ik alles wat ik wilde veranderen heb veranderd.
Ik denk dat, dat is gelukt.
Evaluatie 2e versie:
De lead, heb ik aangepast en sfeervoller gemaakt. In de tekst heb ik meer sfeerelementen
toegevoegd en een aantal onbelangrijke zaken weggehaald. Tevens heb ik geprobeerd om een soort
rode draad in het verhaal te krijgen waardoor ik het verhaal “rond” kon schrijven.
Daarnaast heb ik een aantal citaten aangepast en vervangen door parafrases waardoor er een betere
verdeling is ontstaan. En als laatste heb ik nog eens kritisch naar de cijfers in mijn verhaal gekeken en
daar waar nodig aanpassingen gemaakt. Hiermee hoop ik mijn sfeerverslag dusdanig te hebben
verbeterd om op alle 4 de fronten een voldoende te scoren.
Opmerking [AR13]: Dat kan ik
zien
Opmerking [AR14]: Zet de
volgende keer apart op een rijtje
wat je hoe gaat herschrijven.
Opmerking [AR15]: Welke
sfeerelementen heb je waar
toegevoegd? Wat is die rode
draad? Maak concreet waar je op
doelt.
Versie 2
Een unieke wedstrijd, gewonnen door Sjoerd Huisman
Lelystad – Twaalf winters lang keek schaatsminnend Nederland uit naar deze dag. En nu is
er dan voor het eerst in twaalf jaar eindelijk weer een NK marathon op natuurijs. Dit keer
op de Oostvaardersplassen. Er kwamen volgens de KNSB zo’n 6.000 toeschouwers en zo’n
300 verslaggevers op af. De deelnemers moesten een afstand van ongeveer honderd
kilometer afleggen en maakten rondes van 4,6 kilometer. De wedstrijd werd uiteindelijk
gewonnen door Sjoerd Huisman.
Meteen bij de ingang krijgen de bezoekers een fel oranje Unox-muts in hun handen gedrukt.
Een paar meter verderop kopen tientallen mensen nog snel wat warms te eten. Bij
sommigen druipt de mosterd van hun dampende broodje Unox-worst. Aangekomen bij de
dranghekken blijkt het zicht op de finishboog slecht. Het grote publiek mag niet dichtbij
komen. Rondom start/finish staan een paar honderd mensen, voornamelijk pers en
genodigden. Daartussen is een open ruimte gecreëerd, waarin de politie zich begeeft. Door
deze maatregelen staat het grote publiek op zo’n vijftig meter afstand.
Wil van Rest, een 62-jarige ex-marinier uit ’s-Gravenzande vindt het jammer dat hij niet
direct langs de lijn kan staan. Volgens hem is het ijs sterk genoeg. “Het zal wel een keuze van
Staatsbosbeheer zijn, anders kan ik het ook niet verklaren”, zegt Derk de Boer, een
gedrongen ex-marathon schaatser van begin 50.
Eerder op de dag vertelde Hugo Heijnen, een jonge semiprof uit de B-groep, over zijn
ambities en verwachtingen. “Het wordt een unieke wedstrijd. Ik verwacht een massasprint
met Sjoerd Huisman als overwinnaar. Ik hoop bij de eerste vijftig te eindigen en verder een
prettige wedstrijd te schaatsen. Het is toch geweldig dat er zoveel mensen komen kijken
naar een schaatswedstrijd, alleen jammer van die dichte mist.”
Als de wedstrijd eenmaal van start gaat, is het rumoer over het slechte zicht een beetje
verstomd. De toeschouwers staan schouder aan schouder, ze zoeken de warmte bij elkaar. Een half
uur later slaat de sfeer bij sommige mensen toch een beetje om; ze krijgen het koud en
willen vanwege het slechte zicht liever naar huis. Anderen gaan een betere plek opzoeken
waar ze wel dicht op het ijs kunnen staan. Andries van den Bor uit Nijkerkerveen roept tegen
zijn vrouw en kinderen: “Kom jongens, we gaan een plek zoeken waar we wel wat kunnen
zien!” Kijkend op een kaartje van de omgeving wijst hij een plaats aan waar hij het wel wil
gaan proberen.
Gelukkig is gedurende de dag de dichte mist verdwenen. Als na een aantal uur de winnaar
bekend is en de huldiging heeft plaatsgevonden gaan de meeste mensen verkleumd, maar
toch tevreden naar huis. “Het was koud en ik heb natte voeten, maar het was het zeker
waard!”, roept een vrolijke gezette vrouw van begin 30. “Ik hoop dat het volgend jaar weer
is”, zegt een ander. Nu rest alleen nog de tocht naar de auto en voor de meeste mensen een
lange rit in de file.
[Kop]
“Een doodshemd heeft geen zakken”
[Intro]
De hele wereld zit apathisch te wachten op betere economische tijden. Maar de reizende
Nederlander laat z’n geld gewoon rollen. Hij wil verder, exotischer en exclusiever op vakantie dan
ooit te voren. Toch merken de standhouders op de Vakantiebeurs dat er iets langer wordt gewacht
met het boeken van luxe cruises en decadente vakanties. En er is dit jaar ook prominent aandacht
voor kampeervakanties.
[Tekst]
De deuren van de camper zijn uitnodigend opengezet voor de berugzakte Jaarbeursbezoekers. Met
hun bergschoenen klossen ze naar binnen. Echte avonturiers, compleet met windjack en verweerde
gezichten. Jan Prevo (56) staat erbij en kijkt ernaar. Nee, hij is niet echt een kampeerder. Hij schikt
zijn zijden sjaaltje en strijkt door zijn zilvergrijze krullen. “Ik ga liever wat luxer. Ik kan me dat gelukkig
permitteren. Wij verdienen allebei en de kinderen zijn het huis uit. Als ik op vakantie ga, wil ik
uitrusten. Het moet luxer zijn dan thuis.”
Een hal verderop worden reizen naar Afrika aangeboden. Niet luxe, wel duur. Maar, het gaat om de
beleving. Om die beleving alvast wat kleur te geven, hossen drie breedlachende Afrikanen op het
ritme van een junglebeat. De blanke vakantiebeursgangers vinden het prachtig. Brochure mee in de
tas, nog even een snoepje pikken en door. Want er is veel te zien. De standmedewerkers strooien de
aanbiedingen, de vroegboekkortingen en de ‘spectaculaire acties’ over de rijen reisfreaks, als was het
snoepgoed voor een basisschoolklas.
Maar schijn bedriegt. “We merken toch wel dat mensen wachten met boeken”, zegt Daniëlle Felix
met een Vlaams accent. Hooggehakt en kortgerokt staat de tenger gebouwde dertiger cruisereizigers
te woord. “Mensen houden de hand op de knip, ze wachten met boeken tot ze zekerheid hebben
over hun baan.” Dat ondervindt ook Leon Huijsmans (41). Zijn stand hangt vol met glanzende foto’s
van oogverblindend witte stranden, diepblauwe zeeën en exotisch uitziende diersoorten. Toch is er
geen klant te bekennen. “Dat komt omdat Curaçao bekend terrein is. Het is toch een stukje
Nederland. Iedereen is er wel eens geweest. Men komt niet naar de vakantiebeurs voor informatie
over Curaçao.” Dus de stilte in zijn stand is niet te wijten aan de economische recessie? “Nee,
mensen boeken wat later. Da’s alles. Als ze merken dat het allemaal wel meevalt, boeken ze alsnog.
Voor reizen zal altijd belangstelling zijn.”
Dat Huijsmans daarmee geen ongelijk kan hebben blijkt wel uit de duizenden Nederlanders die op de
vakantiebeurs hun voorpret zichtbaar beleven. En natuurlijk zijn er mensen die zelf broodjes mee
hebben genomen. En natuurlijk zijn er mensen die hun jas aanhouden omdat de garderobe een euro
kost. Maar dat zit in de aard der Hollanders en heeft niets met de kredietcrisis te maken. “Nee joh,
geld moet rollen”, zegt Rob de Jong. De 52-jarige Hagenees-met-gouden-ketting vindt dat iedereen,
hij zelf incluis, goed bezig is. “Ik merk niks van die crisis. Ik heb net een cruise geboekt. Wat heb je
eraan als je de hand op de knip houdt? Je moet het juist in de economie pompen. Een doodshemd
heeft geen zakken; je ken je geld niet meenemen als je doodgaat.”
Commentaar bij het sfeerverslag van Hans Fledderus
Door Dave Wens
3. Heeft de journalist een geschikt onderwerp gekozen?
Het gekozen onderwerp is de vakantiebeurs in Utrecht. De vakantiebeurs word 1x per jaar gehouden
en dat maakt het redelijk uniek, je kunt er niet iedere dag naartoe. Veel Nederlanders gaan ieder jaar
op vakantie. Rond deze tijd boeken de meeste mensen, waardoor het ook een actueel onderwerp is.
De meeste mensen hebben maanden van tevoren al een bepaald “vakantiegevoel”. Als op deze
beurs dan ook die bepaalde sfeer van de vakantie, inclusief voortraject, komt te hangen is het een
geschikt onderwerp voor een sfeerverslag. Mocht deze sfeer er niet komen en is het een dode boel,
dan kan je door de actualiteit altijd nog omschakelen naar een nieuwsverslag. Eerdergenoemde
factoren maken het onderwerp geschikt.
De keuze om het echter vanuit financieel oogpunt te bekijken, ivm de krediet crises, vind ik niet
goed. Zoals ik hierboven al schreef is het onderwerp (de vakantiebeurs) al actueel omdat de
vakantieperiode binnen een aantal maanden aanbreekt en de mensen nu boeken.
Kiezen: Voldoende (Ivm de invalshoek geen goed.)
8. Heeft de journalist de relevante informatie geselecteerd?
Half om half. Hij heeft leuke en relevante informatie in zijn bericht verwerkt. En de sfeer is zeer goed
voelbaar. Maar hij heeft een heleboel informatie weggelaten die ik in het intro zou behandelen, daar
is de intro tenslotte voor. (info als: hoeveel bezoekers komen er ieder jaar, hoeveel dagen is het, de
hoeveelste keer wordt hij nu gehouden, hoeveel stands waren er, hoeveel zalen/hallen waren er in
gebruik enz. enz. Al hoef je niet op alle vragen een antwoord te geven.) Nu is de intro (die
nieuwswaardig zou moeten zijn en de reden zou moeten weergeven waarom de journalist juist dit
Opmerking [AR16]: Dit is niet
correct. Ook al hangt er op de
vakantiebeurs een andere sfeer,
dan nog (of misschien wel: dan
juist) is het onderwerp geschikt
voor een sfeerverslag
Opmerking [AR17]: kredietcri
sis
Opmerking [AR18]: Niet
correct. De ‘vakantiesfeer’ is niet
relevant. Het gaat erom dat de
journalist de sfeer op de beurs op
zich laat inwerken en daarbij een
eigen invalshoek kiest.
Opmerking [AR19]: Een
tegenleesverslag is geen
beoordeling. Feedback geven
volstaat.
Opmerking [AR20]: Zie opm.
bij je reflectie over de intro.
onderwerp heeft gekozen voor een sfeerverslag) gebruikt om de lezer in de tekst te trekken en dat
zou ik in de 1e alinea doen. Tevens vind ik dat hij nu zelfs teveel sfeer in zijn verslag heeft gezet
waardoor het overzicht en de samenhang een beetje wegvalt.
Selecteren: Onvoldoende (De sfeer staat centraal en de sfeerelementen zijn in voldoende mate
aanwezig, de meeste zijn ook relevant. Er zijn echter geen nieuwswaardige feiten in het verslag
opgenomen, en hij laat een hoop vragen onbeantwoord.)
Tip: probeer in de intro een aantal nieuwswaardige feiten op te nemen, verwijder een aantal
sfeerelementen, en beantwoord een aantal vragen. Sommige vragen zijn op een simpele manier te
beantwoorden. Door aan te geven wat in welke zaal gebeurd noem je de zalen, of als het 1 grote zaal
was geef je dat aan. Door het aantal bezoekers en de hoeveelste keer de beurs gehouden werd in de
intro te vermelden geef je gelijk antwoord op die vragen en eventueel noem je het aantal stands, als
je dat weet. En ik zou van het principe krediet crisis afstappen, de vakantiebeurs is al een leuk actueel
thema, door dit ook in de intro te vermelden geef je ook gelijk antwoord op de vraag waarom de
journalist juist van dit onderwerp een sfeerverslag schrijft. En krijg je voor kiezen een goed ipv een
voldoende. En voor selecteren een voldoende en misschien zelfs een goed.
9. Heeft de journalist de informatie goed geordend?
Ik vind dat de informatie niet echt goed is geordend. Zoals bij punt 2 al aangegeven vind ik de intro
niet goed, daar staat geen nieuwswaarde in en is eigenlijk geen echte intro. Ik kan nergens de reden
vinden van de journalist voor het schrijven van dit sfeerverslag. Tevens vind ik de alinea’s ronduit
slecht. Er zijn namelijk alinea’s in alinea’s gemaakt. Als hij de alinea’s die hij heeft gemaakt in de
alinea’s aan elkaar schrijft is dit probleem al verholpen, en ziet het er gelijk een stuk overzichtelijker
uit. De kop vind ik wegjagend, het lokt je niet direct naar het onderwerp, een quote is leuk als kop,
maar ik zou een andere kiezen. Ook heeft hij een aantal woorden teveel gebruikt, volgens het format
voor een sfeerverslag moet het tussen de 300 en 500 woorden zijn, het zijn er nu 514 en dus zou ik er
een 20-tal uithalen.
Ordenen: Voldoende (dat hij geen nieuwswaarde heeft vermeld in de intro heb ik al behandeld bij
selecteren, daarom neem ik dat bij het beoordelen van het ordenen niet meer mee. De
spanningsopbouw is aanwezig en de samenhang tussen de alinea’s is voldoende. Dat hij 14 woorden
teveel heeft gebruikt reken ik hem niet al te zwaar aan, dat zijn alinea’s niet goed zijn geordend wel,
dat is de reden dat ik hem geen goed geef. Al neem ik de nieuwswaarde dan toch ook wel een beetje
mee.)
Opmerking [AR21]: Terechte
opmerking
Opmerking [AR22]: Niet alle
vragen zijn relevant. De relevantie
hangt samen met de gekozen
invalshoek. Die is in dit geval de
kredietcrisis. De hoeveelheid zalen
is in dat opzicht niet relevant. Wel
de hoeveelheid bezoekers en
stands
Opmerking [AR23]: 1. Geef
beschrijvende feedback, geen
beoordelende (‘ronduit slecht’).
Opmerking [AR24]: Dit vraagt
om toelichting
10. Heeft de journalist bij de presentatie van de informatie de regels van verzorgd Nederlands
en de journalistieke eigenheden van het nieuwsbericht correct toegepast?
Ik denk dat het verslag voldoet aan de regels van de Nederlandse taal. Voor zover ik kan zien zie ik
geen dt-fouten en ook niet meer dan drie spel-, stijl- en/of interpunctiefouten. De formulering van
het verslag is zeer zeker beeldend, ik wou dat ik zo makkelijk en goed sfeer kon beschrijven als Hans.
Door het goede sfeer beschrijven worden sommige woorden wel wat minder begrijpelijk, al maakt de
context ze alsnog goed. Dan bedoel ik woorden zoals: berugzakte, hagenees-met-gouden-ketting en
dergelijke. Deze vind ik misschien wat “over the top” al vind ik het in dit stuk zeer goed passen, Hans
schrijft namelijk zijn hele stuk in deze stijl en als je ervan houdt is het dan zeer zeker mooi. De
bronnen zijn goed en duidelijk weergegeven maar de dateline is hij echter vergeten. De citaten die hij
gebruikt zijn voldoende en goed verdeeld met de parafrases. Hij heeft de keuze gemaakt om lange
citaten te gebruiken, en deze zinnen compleet tussen aanhalingstekens te zetten. Het is een keuze,
hij had ook voor korte citaten met parafrases tussendoor kunnen kiezen, maar in deze context en in
deze tekst pakt het zeer goed uit.
Verwerken: Voldoende (ruim voldoende wilde ik zeggen maar dat kan niet, en het is net geen goed
door de kleine foutjes. De dateline alsnog erin, en een paar kleine aanpassingen, genoemd bij
bovenstaande punten en het wordt zelfs een goed.)
Conclusies en aanbevelingen
Als ik het sfeerverslag op het 1e ook bekijk vallen de alinea’s me gelijk op, alinea’s in alinea’s ziet er
niet mooi uit en dit zou ik veranderen. Tevens zou ik voor een andere kop kiezen.
Op het moment dat ik het sfeerverslag de 1e keer had gelezen, bleef ik met een aantal vragen zitten.
De aanbevelingen om dit op te lossen heb ik schuingedrukt weergegeven onder kopje 2. Wel vond ik
dat Hans een mooie beeldende manier heeft om dingen te beschrijven en daarmee lezers in zijn
verhaal trekt. Per punt heb al wat aanbevelingen tussen haakjes gezet dus die ga ik hier nu niet
herhalen.
Al met al vond ik het een leuk sfeerverslag om te lezen, ik denk dat als Hans een aantal kleine dingen
aanpast hij op alle fronten een voldoende kan scoren en op sommige punten zelfs een goed.
Ik hoop dat hij ook tevreden is met deze beoordeling en het me niet kwalijk neemt dat ik zo kritisch
ben, ik probeer hem namelijk positief kritisch te beoordelen zodat zelfs de voldoendes een goed
kunnen worden. En de enkele onvoldoende alsnog een voldoende of zelfs een goed kan worden.
Met vriendelijke groet,
Opmerking [AR25]: Mee eens
Opmerking [AR26]: correct
Dave Wens