26
Summatieve feedback: het sfeerverslag 2008-2009 Code: V2 Naam student: Dave Wens Onderwerp: Schaatswedstrijd Coach: Theo Dersjant Datum: 9 maart 2009 Genre- en/of producteisen: De journalist is bij de gebeurtenis aanwezig geweest en kan dat in het verslag aannemelijk maken Het verslag heeft tussen de 300 en 500 woorden N.B. Als aan de genre- en/of producteisen niet is voldaan, komt de tekst niet in aanmerking voor summatieve feedback Algemene indruk van het product: Zie onder het verslag. KIEZEN Het onderwerp dat je kiest is actueel en journalistiek relevant. Het is bovendien geschikt voor een Binnenlandpagina van een willekeurige krant. VOLDOENDE Toelichting: (bij onvoldoende/ goed) SELECTEREN In je verslag staat de sfeer centraal. De sfeerelementen die je gebruikt, zijn relevant voor het verhaal. Je hebt navraag gedaan naar nieuwswaardige feiten en deze zonodig opgenomen in je verslag. Die feiten kloppen. Je behandelt in het sfeerverslag slechts één hoofdonderwerp en laat geen essentiële vragen onbeantwoord. VOLDOENDE Toelichting: (bij onvoldoende/ goed) ORDENEN Je ordent het sfeerverslag door in de intro de nieuwsaanleiding te vermelden. Het verslag zelf heeft een spanningsopbouw die erop is gericht de aandacht van de lezer tot aan het eind vast te houden. Daarbij blijft de samenhang tussen de zinnen en alinea’s helder. VOLDOENDE Toelichting: (bij onvoldoende/ goed)

Sfeerverslag en Tegenlees en Reflectieverslag Bij Dit Sfeerverslag

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Sfeerverslag en Tegenlees en Reflectieverslag Bij Dit Sfeerverslag

Citation preview

Page 1: Sfeerverslag en Tegenlees en Reflectieverslag Bij Dit Sfeerverslag

Summatieve feedback: het sfeerverslag 2008-2009 Code: V2

Naam student: Dave Wens

Onderwerp: Schaatswedstrijd

Coach: Theo Dersjant

Datum: 9 maart 2009

Genre- en/of producteisen:

• De journalist is bij de gebeurtenis aanwezig geweest en kan dat in het verslag aannemelijk maken

• Het verslag heeft tussen de 300 en 500 woorden

N.B. Als aan de genre- en/of producteisen niet is voldaan, komt de tekst niet in aanmerking voor

summatieve feedback

Algemene indruk van het product:

Zie onder het verslag.

KIEZEN

Het onderwerp dat je kiest is actueel en journalistiek relevant. Het is bovendien geschikt voor een

Binnenlandpagina van een willekeurige krant.

VOLDOENDE

Toelichting: (bij onvoldoende/ goed)

SELECTEREN

In je verslag staat de sfeer centraal. De sfeerelementen die je gebruikt, zijn relevant voor het verhaal.

Je hebt navraag gedaan naar nieuwswaardige feiten en deze zonodig opgenomen in je verslag. Die

feiten kloppen. Je behandelt in het sfeerverslag slechts één hoofdonderwerp en laat geen essentiële

vragen onbeantwoord.

VOLDOENDE

Toelichting: (bij onvoldoende/ goed)

ORDENEN

Je ordent het sfeerverslag door in de intro de nieuwsaanleiding te vermelden. Het verslag zelf heeft

een spanningsopbouw die erop is gericht de aandacht van de lezer tot aan het eind vast te houden.

Daarbij blijft de samenhang tussen de zinnen en alinea’s helder.

VOLDOENDE

Toelichting: (bij onvoldoende/ goed)

Page 2: Sfeerverslag en Tegenlees en Reflectieverslag Bij Dit Sfeerverslag

VERWERKEN

Je verslag moet voldoen aan de regels van de Nederlandse taal. Er staat niet meer dan één dt-fout in

en niet meer dan drie spel-, stijl- en/of interpunctiefouten. De formulering van je verslag is beeldend

en begrijpelijk. De bronnen zijn duidelijk en correct weergegeven en in de dateline staat de juiste

plaatsnaam vermeld. De citaten die je gebruikt, zijn evenwichtig over de tekst verdeeld.

VOLDOENDE

Toelichting: (bij onvoldoende/ goed

Een unieke wedstrijd, gewonnen door Sjoerd Huisman

Lelystad – Twaalf winters lang keek schaatsminnend Nederland uit naar deze dag (Is dat

een feit? Geldt volgens mij alleen voor de Elfstedentocht!). En nu is er dan voor het eerst

in twaalf jaar eindelijk weer een NK marathon op natuurijs. Dit keer op de

Oostvaardersplassen. Er kwamen volgens de KNSB zo’n 6.000 (voluit) toeschouwers en

zo’n (2x ‘zo’n’ is lelijk) 300 (voluit) verslaggevers op af. De deelnemers moesten een

afstand van ongeveer honderd kilometer afleggen en maakten rondes van 4,6 kilometer.

(Is dat van belang om de sfeer van het evenement weer te geven?) De wedstrijd werd

uiteindelijk gewonnen door Sjoerd Huisman.

Meteen bij de ingang krijgen de bezoekers een fel oranje Unox-muts in hun handen gedrukt.

Een paar meter verderop kopen tientallen mensen nog snel wat warms te eten. Bij

sommigen druipt de mosterd van hun dampende broodje Unox-worst. (2x ‘Unox’ wordt wel

heel erg reclame-achtig!) Aangekomen bij de (hoezo ‘de’?) dranghekken blijkt het zicht op

de finishboog (wat is ‘de finishboog’? Voor jou vanzelfsprekend, maar voor de lezer niet!)

slecht. Het grote (overbodig woord) publiek mag niet dichtbij komen. Rondom start/finish

staan een paar honderd mensen, voornamelijk pers en genodigden. Daartussen is een open

ruimte gecreëerd, waarin de politie zich begeeft. Door deze maatregelen staat het grote

(overbodig woord) publiek op zo’n vijftig meter afstand.

Wil van Rest, een 62-jarige ex-marinier uit ’s-Gravenzande (komma mist) vindt het jammer

dat hij niet direct langs de lijn (welke lijn? Was er een lijn?) kan staan. Volgens hem is het ijs

sterk genoeg. “Het zal wel een keuze van Staatsbosbeheer zijn, anders kan ik het ook niet

verklaren”, zegt Derk de Boer, een gedrongen ex-marathon schaatser (aaneen schrijven) van

begin 50 (voluit).

Page 3: Sfeerverslag en Tegenlees en Reflectieverslag Bij Dit Sfeerverslag

Eerder op de dag vertelde Hugo Heijnen, een jonge semiprof uit de B-groep, over zijn

ambities en verwachtingen. “Het wordt een unieke wedstrijd. Ik verwacht een massasprint

met Sjoerd Huisman als overwinnaar. Ik hoop bij de eerste vijftig te eindigen en verder een

prettige wedstrijd te schaatsen. Het is toch geweldig dat er zoveel mensen komen kijken

naar een schaatswedstrijd, alleen jammer van die dichte mist (oh, er was mist? Maar dat heb

jij nog helemaal niet verteld!).”

Als de wedstrijd eenmaal van start gaat, is het rumoer over het slechte zicht een beetje

verstomd. De toeschouwers staan schouder aan schouder, ze zoeken de warmte bij elkaar. Een half

uur later slaat de sfeer bij sommige mensen toch een beetje om; ze krijgen het koud en

willen vanwege het slechte zicht liever naar huis. Anderen gaan een betere plek opzoeken

waar ze wel dicht op het ijs (ze konden toch wel op het ijs staan? Alleen niet diocht op het

traject van de schaatsers!) kunnen staan. Andries van den Bor uit Nijkerkerveen roept tegen

zijn vrouw en kinderen: “Kom jongens, we gaan een plek zoeken waar we wel wat kunnen

zien!” Kijkend op een kaartje van de omgeving wijst hij een plaats aan waar hij het wel

(overbodig woord) wil gaan proberen.

Gelukkig is gedurende de dag de dichte mist verdwenen. (Onhandig geformuleerd. Beter:

Gelukkig verdwijnt gedurende de dag ...) Als na een aantal uur de winnaar bekend is en de

huldiging heeft plaatsgevonden gaan de meeste mensen verkleumd, maar toch tevreden

naar huis. (Hoe weet je dat? Heb je een enquete gehouden? Houd je aan de feiten!) “Het

was koud en ik heb natte voeten, maar het was het zeker waard!”, roept een vrolijke gezette

vrouw van begin 30 (voluit). “Ik hoop dat het volgend jaar weer is”, zegt een ander. Nu rest

alleen nog de tocht naar de auto en voor de meeste mensen een lange rit in de file.

Heel aardig verslag. Al kom je soms niet helemaal los van de militaire precisie van het

noemen van afstanden, getallen, e.d. (zie de lead). Soms formuleer je weer onzorgvuldig (en

ga je bijvoorbeeld uit van voorkennis bij je lezer). Verwerken (taal) is net op de grens: nog

net voldoende.

Page 4: Sfeerverslag en Tegenlees en Reflectieverslag Bij Dit Sfeerverslag

Formatieve feedback 2008/2009: bijlage Tegenlees/ reflectieverslag Code: Vb

Naam student: Dave Wens

Onderwerp: sfeerverslag schaatsmarathon

Expert/beoordelaar: Annemarie Rijkers

Datum: 15 maart 2009

Genre- en/of producteisen:

• De bijlage bestaat uit de volgende onderdelen:

1. een tegenleesverslag op een nieuws-of sfeerverslag van een medestudent

2. het betreffende verslag van de medestudent

3. een tegenleesverslag door een medestudent op jouw verslag

4. een reflectieverslag op het tegenleesverslag van je medestudent

5. de eerste versie van jouw verslag

6. de tweede versie van jouw verslag

• Het tegenleesverslag door de medestudent is volledig en voldoende kritisch

• De formulering in jouw tegenlees- en reflectieverslag is helder en correct

N.B. Als de bijlage niet aan de genre- en/of producteisen voldoet, komt zij niet in aanmerking voor

feedback

Algemene indruk van het product:

Uit zowel reflectie- als tegenleesverslag komt naar voren dat je het vermelden van de

nieuwsaanleiding verwart met het vermelden van nieuwswaardige feiten. Maar afgezien daarvan:

je leest het tegenleesverslag van Hans met een open mind en probeert met zijn feedback je

voordeel te doen. Geef in het vervolg concreter aan – in een herschrijfplan – wat je precies hoe

aanpast. En wees concreter bij je evaluatie.

In jouw tegenleesverslag geef je op enkele punten Hans zinvolle aanwijzingen maar je vermeld ook

zaken die niet correct zijn. Geef geen beoordelingen; daarvoor is het tegenleesverslag niet

bedoeld.

EVALUEREN

Page 5: Sfeerverslag en Tegenlees en Reflectieverslag Bij Dit Sfeerverslag

Je kent de kwaliteitscriteria voor berichten, verslagen en interviews en past ze toe op je producten

VOLDOENDE

Toelichting (bij onvoldoende of goed):

Indicatoren voor EVALUEREN bij: de bijlage

Zijn je verslagen volledig? Dat wil zeggen: heb je voor het tegenleesverslag de tegenleeschecklist

gehanteerd en bestaat je reflectieverslag uit de onderdelen: analyse van de feedback – herschrijfplan

– evaluatie van de tweede tekstversie? Zijn de keuzes die je maakt en is de feedback die je geeft

inhoudelijk correct? Heb je jouw feedback voldoende onderbouwd? Heb je voldoende onderbouwd

waarom je de feedback van je medestudent al dan niet verwerkt?

Page 6: Sfeerverslag en Tegenlees en Reflectieverslag Bij Dit Sfeerverslag

Versie 1

Een unieke wedstrijd, gewonnen door Sjoerd Huisman

Lelystad – Voor het eerst in twaalf jaar is er weer een NK marathon op natuurijs gehouden.

Dit keer op de Oostvaardersplassen. Er kwamen volgens de KNSB zo’n 6000 toeschouwers

en zo’n 300 verslaggevers op af. De deelnemers moesten een afstand van ongeveer 100

kilometer afleggen en maakten rondes van 4,6 kilometer. De uiteindelijke winnaar was

Sjoerd Huisman, gevolgd door Arjan Stroetinga en Roy Boeve.

Meteen bij de ingang krijgt de bezoeker een oranje Unox-muts in zijn handen gedrukt. Als je

verder loopt zie je honderden mensen nog snel wat warms te eten kopen, voordat ze een

plaats zoeken om de start/finish goed te kunnen zien. Aangekomen bij de dranghekken blijkt

het zicht op de finishboog slecht. Het grote publiek mag niet dichtbij komen. Rondom

start/finish staan een paar honderd mensen, voornamelijk pers en genodigden. Daartussen

is een open ruimte gecreëerd, waarin de politie zich begeeft. Door deze maatregelen staat

het grote publiek op zo’n 50 meter afstand.

“Een beetje jammer dat je niet direct langs de lijn kunt staan, het ijs is sterk genoeg”, zegt

Wil van Rest, een 62-jarige ex-marinier uit ’s-Gravenzande. “Het zal wel een keuze van

Staatsbosbeheer zijn, anders kan ik het ook niet verklaren”, vult Derk de Boer, een

gedrongen ex-marathon schaatser van begin 50 aan.

Eerder op de dag vertelde Hugo Heijnen, een jonge semiprof uit de B-groep, over zijn

ambities en verwachtingen. “Het wordt een unieke wedstrijd. Ik verwacht een massasprint

met Sjoerd Huisman als overwinnaar. Er doen 150 schaatsers mee, 101 uit de topklasse (de

vroegere A-groep) en 49 uit de 1e divisie. Ik hoop bij de eerste 50 te eindigen en verder een

prettige wedstrijd te schaatsen. Het is toch geweldig dat er zoveel mensen komen kijken

naar een schaatswedstrijd, alleen jammer van die dichte mist.”

Als de wedstrijd eenmaal van start gaat, is het rumoer over het slechte zicht een beetje

verstomd. Iedereen is vol verwachting over wat deze eerste wedstrijd op natuurijs zal gaan

brengen. Een half uur later slaat de sfeer bij sommige mensen een beetje om; ze krijgen het

koud en willen vanwege het slechte zicht liever naar huis. Anderen gaan een betere plek

opzoeken waar ze wel dicht op het ijs kunnen staan. Andries van den Bor uit Nijkerkerveen

roept tegen zijn vrouw en kinderen: “Kom jongens, we gaan een plek zoeken waar we wel

wat kunnen zien.” Kijkend op een kaartje van de omgeving wijst hij een plaats aan waar hij

het wel wil gaan proberen.

Als na een aantal uur de winnaar bekend is en de huldiging heeft plaatsgevonden, gaan de

meeste mensen toch tevreden naar huis. “Het was koud en ik heb natte voeten, maar het

was het zeker waard”, roept een vrolijke gezette vrouw van begin 30. “Ik hoop dat het

Page 7: Sfeerverslag en Tegenlees en Reflectieverslag Bij Dit Sfeerverslag

volgend jaar weer is”, roept een ander. Nu rest alleen nog de lange tocht naar de auto en

voor de meeste mensen een lange rit in de file.

Commentaar bij het sfeerverslag van Dave Wens

Door Hans Fledderus

1. Heeft de journalist een geschikt onderwerp gekozen?

Nederland is een schaatsland. Onze schaatsers zijn wereldkampioenen. Als het een aantal dagen

achter elkaar vriest, ontstaat er een soort schaatskoorts. Alle media berichten vanuit elke denkbare

invalshoek over De Kou. Een NK schaatsen op natuurijs is dus absoluut nieuws. In de eerste plaats

omdat het bijna nooit meer voorkomt; het is dus iets bijzonders. In de tweede plaats is het uitermate

geschikt voor een sfeerverslag, omdat zo’n evenement vaak gepaard gaat met grote groepen

enthousiaste toeschouwers. Mensen maken er echt een dagje van. Dus ja, het onderwerp dat Dave

heeft gekozen is uitstekend.

2. Heeft de journalist de relevante informatie geselecteerd?

In een sfeerverslag moet de sfeer centraal staan. Een onderwerp als het NK schaatsen op natuurijs

leent zich hier uitstekend voor. Als ik kijk naar de intro van de tekst, zie ik weinig sfeerelementen:

Lelystad – Voor het eerst in twaalf jaar is er weer een NK marathon op natuurijs gehouden. Dit keer op de Oostvaardersplassen. Er kwamen volgens de KNSB zo’n 6000 toeschouwers en zo’n 300 verslaggevers op af. De deelnemers moesten een afstand van ongeveer 100 kilometer afleggen en maakten rondes van 4,6 kilometer. De uiteindelijke winnaar was Sjoerd Huisman, gevolgd door Arjan Stroetinga en Roy Boeve.

Wat opvalt, is de aanwezigheid van cijfers: twaalf jaar, 6000 toeschouwers, 300 verslaggevers, een

afstand van 100 kilometer, rondes van 4,6 kilometer. Bij het lezen van deze intro word ik niet meteen

‘meegenomen’ naar de Oostvaardersplassen. Ik zou er voor hebben gekozen de informatie over het

aantal bezoekers, het aantal verslaggevers en de lengte van de rondes achterwege te laten. Wat wél

relevant is, is dat dit evenement voor het eerst in twaalf jaar wordt georganiseerd. Dit had

uitvergroot kunnen worden en geïllustreerd met sfeervolle tekst. Een suggestie: ‘Twaalf winters lang

keek schaatsminnend Nederland uit naar deze dag. Twaalf winters vol hoop, maar zonder ijs. En nu is

er dan, sinds 1997 dus, weer een NK schaatsen op natuurijs.’

Page 8: Sfeerverslag en Tegenlees en Reflectieverslag Bij Dit Sfeerverslag

In de rest van het stuk is het gebrek aan sfeerbeschrijvingen eveneens afwezig. De informatie is er, er

zijn mensen aan het woord gelaten, maar de echte sfeerbeschrijvingen zijn er niet. Een voorbeeld:

Als de wedstrijd eenmaal van start gaat, is het rumoer over het slechte zicht een beetje verstomd. Iedereen is vol verwachting over wat deze eerste wedstrijd op natuurijs zal gaan brengen. Een half uur later slaat de sfeer bij sommige mensen een beetje om; ze krijgen het koud en willen vanwege het slechte zicht liever naar huis.

Ik zou graag willen beleven dat het koud is en dat de mensen langs de kant chagrijnig zijn. Nu lees ik

het wel, maar ik wil meegenomen worden naar de Oostvaardersplassen en alles beleven. Een

suggestie: ‘De toeschouwers staan schouder aan schouder. Niet alleen omdat het zo druk is, maar

ook vanwege de kou. Een van hen trekt zijn feloranje Unox-muts wat verder over zijn oren. Hij blaast

een flinke wolk condens uit.’

3. Heeft de journalist de informatie goed geordend?

Het verslag is in chronologische volgorde geschreven. In de intro wordt de aanleiding gegeven en de

uitslag van de wedstrijd, maar de platte tekst begint bij het begin:

Meteen bij de ingang (…)

en eindigt bij het eind:

Nu rest alleen nog de lange tocht naar de auto en voor de meeste mensen een lange rit in de file.

Ik had graag gezien dat een van de sprekers die in het begin van de tekst wordt opgevoerd, aan het

eind nog eens aan het woord komen. Of een situatie (de kou, de dichte mist) uitvergroten en daar

een verhaal omheen maken. Ook een mogelijkheid is om de verkoper van worst (als er Unox-mutsen

zijn, zullen er ook vast worsten geweest zijn) als soort hoofdpersonage op te voeren. Dan kun je

steeds terug ‘schakelen’ naar hem. Als hij bijvoorbeeld eerder naar huis is gegaan omdat hij

uitverkocht was, kun je dat gegeven aan het eind nog noemen. Bijvoorbeeld: ‘De wedstrijd is voorbij,

de toeschouwers gaan – verkleumd, maar tevreden – weer naar huis. En de worstverkoper? Die heeft

zijn kar twee uur eerder al van het ijs geduwd. “Ik ben leeg, alle worsten zijn verkocht. Ik ga naar

huis, warme chocola drinken”, gnuift de gezette Gelderlander en weg is hij. Muts op het hoofd, kar

aan de hand en rammelend van het kleingeld.’

Zoals gezegd: de intro is goed qua ordening (er ontbreken wel sfeerelementen), maar de platte tekst

is niet spannend genoeg. De quotes gaan over de wedstrijd en over het gebrek aan goed zicht. De

Page 9: Sfeerverslag en Tegenlees en Reflectieverslag Bij Dit Sfeerverslag

samenhang tussen de alinea’s ontbreekt. Het is geen verhaal, maar meer een opsomming van de

gebeurtenissen.

4. Heeft de journalist bij de presentatie van de informatie de regels van verzorgd Nederlands

en de journalistieke eigenheden van het nieuwsbericht correct toegepast?

De formulering die Dave gebruikt is begrijpelijk. De zinnen zijn niet te lang en er staan geen

onbegrijpelijke woorden in. Wel gebruikt hij af en toe jargon:

(…) een jonge semiprof uit de B-groep (…) 101 uit de topklasse (de vroegere A-groep) en 49 uit de 1e divisie.

De formulering van Dave zijn niet beeldend. Ze zijn meer beschrijvend. Hij neemt de lezer niet mee,

maar constateert dingen.

De citaten en parafrases zijn niet in verhouding. Er zijn geen parafrases. Dat had anders gekund naar

mijn mening. Een passage als deze:

“Een beetje jammer dat je niet direct langs de lijn kunt staan, het ijs is sterk genoeg”, zegt Wil van Rest, een 62-jarige ex-marinier uit ’s-Gravenzande. “Het zal wel een keuze van Staatsbosbeheer zijn, anders kan ik het ook niet verklaren”, vult Derk de Boer, een gedrongen ex-marathon schaatser van begin 50 aan.

Had, voor de dynamiek in de tekst ook zo geschreven kunnen worden:

Wil van Rest, een 62-jarige ex-marinier uit ’s-Gravenzande vindt het jammer dat hij niet direct langs de lijn kan staan. Volgens hem is het ijs sterk genoeg. “Het zal wel een keuze van Staatsbosbeheer zijn, anders kan ik het ook niet verklaren”, zegt Derk de Boer, een gedrongen ex-marathon schaatser van begin 50.

Voor wat betreft de bronnen kan ik kort zijn: die zijn uitstekend weergegeven. Duidelijk en correct.

De spelling dan tot slot. In een tekst met zoveel getallen is het lastig consequent te zijn. Op de

‘twaalf’ uit de eerste zin na, zijn alle getallen als cijfers weergegeven. Dat is een keuze die ik zelf niet

gemaakt zou hebben, maar punt is wel dat Dave consequent (bijna) alle getallen op dezelfde manier

heeft weergegeven.

Page 10: Sfeerverslag en Tegenlees en Reflectieverslag Bij Dit Sfeerverslag

De spelling van de werkwoorden (d/t) is prima in orde. Ook de interpunctie is netjes verzorgd. Alle

citaten zijn tussen dubbele aanhalingstekens en komma’s zijn niet op vreemde plaatsen neergezet.

Wat me wel opvalt, is dat er geen enkel uitroepteken in de tekst staat. En dat terwijl er toch maar

liefst drie keer iets geroepen wordt!

De stijl die Dave hanteert zou ik willen omschrijven als zakelijk. Hij observeert, houdt zijn lezer op

afstand. Het beste voorbeeld van die afstand illustreer ik met deze passage:

Als je verder loopt zie je honderden mensen nog snel wat warms te eten kopen

De ‘je’ in deze zin is natuurlijk gewoon een verhulde ‘ik’. Het gebruik van ‘ik’ zou ik zeker niet

aanraden, maar door het te vervangen door ‘je’, wordt er een grote afstand geschapen. Beter zou

het zijn om mensen te omschrijven die iets warms te eten kopen. Dat zijn vast gezellige dikke

mensen. Of juist dunne. Of lange, of oude, of krakkemikkige, of sterke, of macho’s, of sportfreaks etc.

Dan trek je de lezer naar die plek toe en kun je gemakkelijk in de ‘hij/zij’- vorm schrijven.

Conclusies en aanbevelingen

Het eerste dat me opviel toen ik jouw stuk las, was het gebrek aan sfeerbeschrijvingen. Ik wordt, als

lezer, niet ‘meegenomen’ naar de Oostvaardersplassen. Ik lees dat het koud is, maar ik voel het niet.

Op dat vlak kan nog heel wat verbetering plaatsvinden. Probeer eens te omschrijven wat er gebeurt

als mensen het om je heen koud hebben. Wat doen ze dan? Wat zeggen ze? Welke geluiden maken

ze? Trekken ze gekke gezichten en hoe ziet dat er dan uit?

Een tweede punt dat me opviel en wat – naar mijn mening – beter kan, is het verhaal. Er zit geen

spanning in. Het is een chronologische opsomming van feiten. Natuurlijk is het belangrijk dat we

weten dat Sjoerd Huisman heeft gewonnen, maar moet dat ook in een sfeerverslag? En de tweede

en derde plaats? Niet relevant volgens mij. Ook het aantal verslaggevers ter plaatse is niet relevant.

Tenzij je dat gebruikt in je verhaal om aan te tonen dat dit evenement uniek is. Maar je gebruikt het

niet. Je noemt het aantal en daar laat je het bij. Ook het feit dat een ronde 4,6 kilometer is, hoeft wat

mij betreft absoluut niet genoemd te worden. Het is informatie die je hebt gekregen (misschien heb

je er wel bewust naar gevraagd), maar je hoeft niet alle informatie te gebruiken. Datzelfde geldt voor

de passage waarin je het hebt over de B-groep en de topklasse en de vroegere A-groep. Dat geeft

weinig sfeer en voegt in die zin dus weinig toe aan je sfeerverslag.

Wat ik je zou willen aanraden is goed te kijken naar het verhaal als geheel. Probeer een

rondgeschreven verhaal te maken. Laat iets dat in het begin gebeurt aan het eind terugkomen

bijvoorbeeld.

Page 11: Sfeerverslag en Tegenlees en Reflectieverslag Bij Dit Sfeerverslag

Ook zou ik je aanraden de afstand te verkleinen door te beschrijven wat mensen doen. Probeer

details naar voren te halen die op het eerste gezicht niet belangrijk lijken, maar die wel het

sfeergevoel vergroten.

Ik denk dat je het hier niet mee eens bent, maar denk er wel over na: de grote hoeveelheid mosterd

die een dikke man met rode wangen op zijn broodje dampende unox-worst smeert, is belangrijker

dan het feit dat Sjoerd Huisman de wedstrijd heeft gewonnen. Het is immers een sfeerverslag.

Reflectieverslag:

Reactie op het Commentaar van Hans Fledderus op het sfeerverslag van Dave Wens

Door Dave Wens

2. Heeft de journalist een geschikt onderwerp gekozen?

Nederland is een schaatsland. Onze schaatsers zijn wereldkampioenen. Als het een aantal dagen

achter elkaar vriest, ontstaat er een soort schaatskoorts. Alle media berichten vanuit elke denkbare

invalshoek over De Kou. Een NK schaatsen op natuurijs is dus absoluut nieuws. In de eerste plaats

omdat het bijna nooit meer voorkomt; het is dus iets bijzonders. In de tweede plaats is het uitermate

geschikt voor een sfeerverslag, omdat zo’n evenement vaak gepaard gaat met grote groepen

enthousiaste toeschouwers. Mensen maken er echt een dagje van. Dus ja, het onderwerp dat Dave

heeft gekozen is uitstekend.

Ik zou eerlijk gezegd niet weten wat voor reactie ik hier op moet geven. Zelf vind ik ook dat ik een

geschikt onderwerp heb uitgekozen. En de redenen komen ongeveer wel overeen met hetgeen Hans

zegt.

5. Heeft de journalist de relevante informatie geselecteerd?

In een sfeerverslag moet de sfeer centraal staan. Een onderwerp als het NK schaatsen op natuurijs

leent zich hier uitstekend voor. Als ik kijk naar de intro van de tekst, zie ik weinig sfeerelementen:

Page 12: Sfeerverslag en Tegenlees en Reflectieverslag Bij Dit Sfeerverslag

Lelystad – Voor het eerst in twaalf jaar is er weer een NK marathon op natuurijs gehouden. Dit keer op de Oostvaardersplassen. Er kwamen volgens de KNSB zo’n 6000 toeschouwers en zo’n 300 verslaggevers op af. De deelnemers moesten een afstand van ongeveer 100 kilometer afleggen en maakten rondes van 4,6 kilometer. De uiteindelijke winnaar was Sjoerd Huisman, gevolgd door Arjan Stroetinga en Roy Boeve.

Hier ben ik het deels mee eens, deels ook niet. Ik ben het ermee eens dat de sfeer in een sfeerverslag

centraal moet staan. Echter ben ik ook van mening dat juist de intro ervoor dient om nieuwswaardige

feiten naar voren te brengen. Ik heb mijn intro nog eens goed bekeken en op sommige punten

aangepast. Jouw suggestie vond ik zeer goed en heb ik deels meegenomen in mijn aanpassing.

Wat opvalt, is de aanwezigheid van cijfers: twaalf jaar, 6.000 toeschouwers, 300 verslaggevers, een

afstand van 100 kilometer, rondes van 4,6 kilometer. Bij het lezen van deze intro word ik niet meteen

‘meegenomen’ naar de Oostvaardersplassen. Ik zou er voor hebben gekozen de informatie over het

aantal bezoekers, het aantal verslaggevers en de lengte van de rondes achterwege te laten. Wat wél

relevant is, is dat dit evenement voor het eerst in twaalf jaar wordt georganiseerd. Dit had

uitvergroot kunnen worden en geïllustreerd met sfeervolle tekst. Een suggestie: ‘Twaalf winters lang

keek schaatsminnend Nederland uit naar deze dag. Twaalf winters vol hoop, maar zonder ijs. En nu is

er dan, sinds 1997 dus, weer een NK schaatsen op natuurijs.’

In de rest van het stuk is het gebrek aan sfeerbeschrijvingen eveneens afwezig. De informatie is er, er

zijn mensen aan het woord gelaten, maar de echte sfeerbeschrijvingen zijn er niet. Een voorbeeld:

Als de wedstrijd eenmaal van start gaat, is het rumoer over het slechte zicht een beetje verstomd. Iedereen is vol verwachting over wat deze eerste wedstrijd op natuurijs zal gaan brengen. Een half uur later slaat de sfeer bij sommige mensen een beetje om; ze krijgen het koud en willen vanwege het slechte zicht liever naar huis.

Ik zou graag willen beleven dat het koud is en dat de mensen langs de kant chagrijnig zijn. Nu lees ik

het wel, maar ik wil meegenomen worden naar de Oostvaardersplassen en alles beleven. Een

suggestie: ‘De toeschouwers staan schouder aan schouder. Niet alleen omdat het zo druk is, maar

ook vanwege de kou. Een van hen trekt zijn feloranje Unox-muts wat verder over zijn oren. Hij blaast

een flinke wolk condens uit.’

Over de cijfers: ik ben het ermee eens dat in de intro veel cijfers staan. Verder in de tekst valt het

denk ik wel mee. Ik heb de uitdraai van het stijlboek van NRC Handelsblad er nog eens bij gepakt en

daar waar nodig veranderingen ingevoerd.

Twaalf vanwege het feit dat het een getal is tot de twintig.

Opmerking [AR1]: De intro

dient de nieuwsaanleiding te

vermelden. Nieuwswaardige

feiten kunnen een plaats krijgen in

de platte tekst

Opmerking [AR2]: “Op

sommige punten aangepast”

vraagt toelichting: wat wel /niet

aangepast + waarom.

Page 13: Sfeerverslag en Tegenlees en Reflectieverslag Bij Dit Sfeerverslag

6.000 en 300 om de vergelijking weer te geven en dus het grote aantal verslaggevers subtiel te

benadrukken.

Honderd omdat het een honderdtal is.

4,6 omdat het een komma getal is.

Vijftig omdat het een tiental is.

30, 50 en 62 omdat het leeftijden zijn.

Over de intro, je suggestie vind ik zeer goed en heb ik ook meegenomen. De feiten wil ik echter ook

gelijk bij de intro noemen en dan de 1e alinea gebruiken om de lezer in het verhaal te trekken. Ik vind

het namelijk wel relevante informatie en wil de geïnteresseerde lezer niet met vragen achterlaten.

Dat er in het totale verhaal te weinig sfeerbeschrijvingen zijn is een constatering waar ik het bij nader

inzien wel mee eens ben. Ik heb mijn stuk opnieuw gelezen en daar waar mogelijk sfeerelementen

toegevoegd. Al vind ik wel dat er verschillende manieren zijn om een sfeerverslag te schrijven. De

één gebruikt heel veel sfeerelementen en slaat bijna door tot aan het cliché matige. De ander schrijft

iets zakelijker maar laat “overall” wel de sfeer centraal staan door op de juiste plaats sfeerelementen

in zijn verslag te zetten. Ik denk dat de beste manier is, om er een gulle middenweg in te vinden.

Jouw constatering dat ik te zakelijk schrijf voor een sfeerverslag, daar ben ik het wel mee eens.

Daarom heb ik geprobeerd om een aantal sfeerelementen aan mijn verhaal toe te voegen en een

aantal van jou suggesties te gebruiken. Ik hoop dat ik op deze manier op die gulle middenweg kom, al

denk ik dat ik nog iets te veel aan de zakelijke kant zit voor een goed. Een voldoende denk ik echter

wel dat het waard is.

6. Heeft de journalist de informatie goed geordend?

Het verslag is in chronologische volgorde geschreven. In de intro wordt de aanleiding gegeven en de

uitslag van de wedstrijd, maar de platte tekst begint bij het begin:

Meteen bij de ingang (…)

en eindigt bij het eind:

Nu rest alleen nog de lange tocht naar de auto en voor de meeste mensen een lange rit in de file.

Opmerking [AR3]: Zie opm. 1

Opmerking [AR4]: Ook dit

vraagt om toelichting (in een

herschrijfplan). Waar zie je die

mogelijkheden?

Opmerking [AR5]: Aan elkaar

Opmerking [AR6]: gulden

Page 14: Sfeerverslag en Tegenlees en Reflectieverslag Bij Dit Sfeerverslag

Hier ben ik het eigenlijk niet mee eens. Als je de tekst voor de 1e keer leest lijkt het daar inderdaad

wel op maar: Ik heb tussendoor ook nog een tussenstap gemaakt naar een stuk met een schaatser

wat nog voor het begin was. Dus die ingang in het verhaal is niet de ingang die ik genomen heb. Ik

begin het verhaal te schrijven nadat ik al een aantal schaatsers heb gesproken. Dat is het begin van

mijn verhaal maar komt pas bij Hugo Heijnen tevoorschijn.

Daardoor lijkt de ingang het begin van de dag. Wel is het einde natuurlijk het eind. Jou suggestie om

het een “rond” verhaal te maken heb ik geprobeerd mee te nemen, al kan ik niet ineens zelf een

citaat verzinnen.

Ik had graag gezien dat een van de sprekers die in het begin van de tekst wordt opgevoerd, aan het

eind nog eens aan het woord komen. Of een situatie (de kou, de dichte mist) uitvergroten en daar

een verhaal omheen maken. Ook een mogelijkheid is om de verkoper van worst (als er Unox-mutsen

zijn, zullen er ook vast worsten geweest zijn) als soort hoofdpersonage op te voeren. Dan kun je

steeds terug ‘schakelen’ naar hem. Als hij bijvoorbeeld eerder naar huis is gegaan omdat hij

uitverkocht was, kun je dat gegeven aan het eind nog noemen. Bijvoorbeeld: ‘De wedstrijd is voorbij,

de toeschouwers gaan – verkleumd, maar tevreden – weer naar huis. En de worstverkoper? Die heeft

zijn kar twee uur eerder al van het ijs geduwd. “Ik ben leeg, alle worsten zijn verkocht. Ik ga naar

huis, warme chocola drinken”, gnuift de gezette Gelderlander en weg is hij. Muts op het hoofd, kar

aan de hand en rammelend van het kleingeld.’

Zoals gezegd: de intro is goed qua ordening (er ontbreken wel sfeerelementen), maar de platte tekst

is niet spannend genoeg. De quotes gaan over de wedstrijd en over het gebrek aan goed zicht. De

samenhang tussen de alinea’s ontbreekt. Het is geen verhaal, maar meer een opsomming van de

gebeurtenissen.

Over de intro: daar heb ik sfeerelementen aan toegevoegd. Over de platte tekst. Dat hij niet

spannend genoeg is daar ben ik het mee eens, maar het is ook niet mijn bedoeling geweest om een

spannend verhaal te schrijven. Mijn bedoeling was om een sfeervol verslag te schrijven met daarin

een beknopte analyse van mijn bevindingen van die dag met daarin beschreven en geciteerd de

gebeurtenissen en gesprekken van die dag. Jou suggestie om vanuit een bepaald perspectief te

schrijven vind ik heel mooi bedacht. Het is ook zeker een manier van schrijven die ik nog een keer wil

uitproberen. Maar dat van die worstverkoper is jammer genoeg achteraf niet meer haalbaar. Over de

samenhang tussen de alinea’s: ik zie eigenlijk niet in waar het dan aan samenhang ontbreekt. Ik heb

geprobeerd het “verhaal” van die dag zo goed mogelijk te beschrijven en te beginnen met het begin

van de bezoeker niet vanuit mij, en later pas te laten merken dat het begin al veel eerder was

waardoor het dus toch geen chronologisch geheel is. En daarna heb ik geprobeerd om de alinea’s

met bepaalde woorden aan elkaar te schrijven of elkaar logisch op te laten volgen.

7. Heeft de journalist bij de presentatie van de informatie de regels van verzorgd Nederlands

en de journalistieke eigenheden van het nieuwsbericht correct toegepast?

Opmerking [AR7]: Inderdaad

is de tekst niet volledig

chronologisch maar de grote lijn is

wel chronologisch. Die volgt als

het ware de bezoeker: aankomst –

plaatsje zoeken - (flashback

Heijnen) – wedstrijd begint –

ander plaatsje zoeken – weer naar

huis. Dat maakt het toch een

(voornamelijk) chronologisch

verhaal, ook al is het begin van de

dag van de bezoeker niet het

begin van de dag van de

verslaggever. De enige

onderbreking in de chronologie

van het verhaal is de alinea met

Heijnen.

Opmerking [AR8]: ‘spannend’

is in dit verband niet bedoeld in de

zin van ‘bloedstollend’.

Verhaalspanning ontstaat door

een combinatie van rode draad en

afwisseling.

Opmerking [AR9]: 1. Heb je je

tegenlezer om toelichting

gevraagd? 2. Het ‘verhaal’ heb jij

ingevuld met de opeenvolging van

de gebeurtenissen voor de

bezoeker. Jouw tegenlezer

bedoelt met ‘verhaal’ iets anders

(een rode draad, de centrale sfeer

die je wilt overbrengen)

Page 15: Sfeerverslag en Tegenlees en Reflectieverslag Bij Dit Sfeerverslag

De formulering die Dave gebruikt is begrijpelijk. De zinnen zijn niet te lang en er staan geen

onbegrijpelijke woorden in. Wel gebruikt hij af en toe jargon:

(…) een jonge semiprof uit de B-groep (…) 101 uit de topklasse (de vroegere A-groep) en 49 uit de 1e divisie.

Ik ben het ermee eens dat ik jargon heb gebruikt. Al vind ik semiprof een algemeen bekend begrip

evenals B-groep. Maar door daarna nog verschillende benamingen te gebruiken maak ik het verhaal

idd onnodig gecompliceerd. Aangezien ze toch niet echt iets toevoegen aan het verhaal (het is een

citaat) heb ik besloten om die zin maar te verwijderen.

De formulering van Dave zijn niet beeldend. Ze zijn meer beschrijvend. Hij neemt de lezer niet mee,

maar constateert dingen.

Ik ben het ermee eens dat ik een aantal zaken beeldender had moeten beschrijven, dit heb ik

geprobeerd aan te passen. Maar ik wilde ook niet in clichés vervallen, of onnodig veel bijvoeglijke

naamwoorden gaan gebruiken.

De citaten en parafrases zijn niet in verhouding. Er zijn geen parafrases. Dat had anders gekund naar

mijn mening. Een passage als deze:

“Een beetje jammer dat je niet direct langs de lijn kunt staan, het ijs is sterk genoeg”, zegt Wil van Rest, een 62-jarige ex-marinier uit ’s-Gravenzande. “Het zal wel een keuze van Staatsbosbeheer zijn, anders kan ik het ook niet verklaren”, vult Derk de Boer, een gedrongen ex-marathon schaatser van begin 50 aan.

Had, voor de dynamiek in de tekst ook zo geschreven kunnen worden:

Wil van Rest, een 62-jarige ex-marinier uit ’s-Gravenzande vindt het jammer dat hij niet direct langs de lijn kan staan. Volgens hem is het ijs sterk genoeg. “Het zal wel een keuze van Staatsbosbeheer zijn, anders kan ik het ook niet verklaren”, zegt Derk de Boer, een gedrongen ex-marathon schaatser van begin 50.

Hier ben ik het totaal mee eens, daarom heb ik ervoor gekozen om deze suggestie mee te nemen in

mijn verslag.

Voor wat betreft de bronnen kan ik kort zijn: die zijn uitstekend weergegeven. Duidelijk en correct.

Opmerking [AR10]: Zie opm 4

Page 16: Sfeerverslag en Tegenlees en Reflectieverslag Bij Dit Sfeerverslag

Ja hier kan ik weinig reactie op geven.

De spelling dan tot slot. In een tekst met zoveel getallen is het lastig consequent te zijn. Op de

‘twaalf’ uit de eerste zin na, zijn alle getallen als cijfers weergegeven. Dat is een keuze die ik zelf niet

gemaakt zou hebben, maar punt is wel dat Dave consequent (bijna) alle getallen op dezelfde manier

heeft weergegeven.

De spelling van de werkwoorden (d/t) is prima in orde. Ook de interpunctie is netjes verzorgd. Alle

citaten zijn tussen dubbele aanhalingstekens en komma’s zijn niet op vreemde plaatsen neergezet.

Wat me wel opvalt, is dat er geen enkel uitroepteken in de tekst staat. En dat terwijl er toch maar

liefst drie keer iets geroepen wordt!

De stijl die Dave hanteert zou ik willen omschrijven als zakelijk. Hij observeert, houdt zijn lezer op

afstand. Het beste voorbeeld van die afstand illustreer ik met deze passage:

Als je verder loopt zie je honderden mensen nog snel wat warms te eten kopen

De ‘je’ in deze zin is natuurlijk gewoon een verhulde ‘ik’. Het gebruik van ‘ik’ zou ik zeker niet

aanraden, maar door het te vervangen door ‘je’, wordt er een grote afstand geschapen. Beter zou

het zijn om mensen te omschrijven die iets warms te eten kopen. Dat zijn vast gezellige dikke

mensen. Of juist dunne. Of lange, of oude, of krakkemikkige, of sterke, of macho’s, of sportfreaks etc.

Dan trek je de lezer naar die plek toe en kun je gemakkelijk in de ‘hij/zij’- vorm schrijven.

Over de spelling en de getallen. Zoals eerder gezegd heb ik de cijfers nog een keer nagekeken en daar

waar nodig aanpassingen gedaan.

Over de uitroeptekens: in de 1e zin heb je gelijk. Daar moet zelfs een uitroepteken. In de andere 2

gevallen heb ik een keuze gemaakt. De 1e vrouw riep echt dus daar heb ik een uitroepteken geplaatst

maar de komma laten staan. En dus daarna niet met een hoofdletter begonnen, volgens het groene

boekje kan dat omdat het uitroepteken bij het citaat hoort en ik daarna gewoon verder ga met de

zin. Als het niet tussen aanhalingstekens had gestaan had ik het anders moeten doen. De 2e vrouw

riep niet echt maar voegde het meer toe. Daar heb ik dus gezegd van gemaakt waardoor ik geen

uitroepteken meer hoef te plaatsen.

Over het zakelijk schrijven heb ik ook al ergens een mening geschreven, ik vind inderdaad ook dat ik

te zakelijk heb geschreven. Dit heb ik geprobeerd aan te passen, al wil ik wel voorkomen om in

clichés te vervallen.

Ik ben het ermee eens dat het niet slim was om compleet vanuit de je versie te schrijven. Dit heb ik

geprobeerd om aan te passen.

Opmerking [AR11]: Zie opm.

4

Page 17: Sfeerverslag en Tegenlees en Reflectieverslag Bij Dit Sfeerverslag

Conclusies en aanbevelingen

Het eerste dat me opviel toen ik jouw stuk las, was het gebrek aan sfeerbeschrijvingen. Ik wordt, als

lezer, niet ‘meegenomen’ naar de Oostvaardersplassen. Ik lees dat het koud is, maar ik voel het niet.

Op dat vlak kan nog heel wat verbetering plaatsvinden. Probeer eens te omschrijven wat er gebeurt

als mensen het om je heen koud hebben. Wat doen ze dan? Wat zeggen ze? Welke geluiden maken

ze? Trekken ze gekke gezichten en hoe ziet dat er dan uit?

Ik heb geprobeerd om deze genoemde verbeteringen aan te brengen, al wil ik wel proberen te

voorkomen in clichés en overmatig gebruik van bijvoeglijke naamwoorden te vervallen.

Een tweede punt dat me opviel en wat – naar mijn mening – beter kan, is het verhaal. Er zit geen

spanning in. Het is een chronologische opsomming van feiten. Natuurlijk is het belangrijk dat we

weten dat Sjoerd Huisman heeft gewonnen, maar moet dat ook in een sfeerverslag? En de tweede

en derde plaats? Niet relevant volgens mij. Ook het aantal verslaggevers ter plaatse is niet relevant.

Tenzij je dat gebruikt in je verhaal om aan te tonen dat dit evenement uniek is. Maar je gebruikt het

niet. Je noemt het aantal en daar laat je het bij. Ook het feit dat een ronde 4,6 kilometer is, hoeft wat

mij betreft absoluut niet genoemd te worden. Het is informatie die je hebt gekregen (misschien heb

je er wel bewust naar gevraagd), maar je hoeft niet alle informatie te gebruiken. Datzelfde geldt voor

de passage waarin je het hebt over de B-groep en de topklasse en de vroegere A-groep. Dat geeft

weinig sfeer en voegt in die zin dus weinig toe aan je sfeerverslag.

Hier ben ik het deels mee eens en deels mee oneens: zoals eerder gezegd is het niet mijn bedoeling

geweest om een spannend verhaal te schrijven maar juist om een beschrijvend sfeerverslag te

schrijven. Ik vind ook dat belangrijke nieuwsfeiten in het verslag horen te worden meegenomen.

Daar is de intro ook voor bedoeld. Wel ben ik het eens met het feit dat de passage met de A-groep en

B-groep geskipt kan worden omdat dat idd geen sfeer aan het verslag toevoegt.

Wat ik je zou willen aanraden is goed te kijken naar het verhaal als geheel. Probeer een

rondgeschreven verhaal te maken. Laat iets dat in het begin gebeurt aan het eind terugkomen

bijvoorbeeld.

Ook zou ik je aanraden de afstand te verkleinen door te beschrijven wat mensen doen. Probeer

details naar voren te halen die op het eerste gezicht niet belangrijk lijken, maar die wel het

sfeergevoel vergroten.

Page 18: Sfeerverslag en Tegenlees en Reflectieverslag Bij Dit Sfeerverslag

Dit advies heb ik geprobeerd in mijn verhaal op te nemen.

Ik denk dat je het hier niet mee eens bent, maar denk er wel over na: de grote hoeveelheid mosterd

die een dikke man met rode wangen op zijn broodje dampende unox-worst smeert, is belangrijker

dan het feit dat Sjoerd Huisman de wedstrijd heeft gewonnen. Het is immers een sfeerverslag.

Hier ben ik het juist wel mee eens. Alleen: de intro van een nieuwsverslag is bedoeld om de

nieuwswaardige feiten aan een lezer te tonen en om de reden van de schrijver weer te geven,

waarom hij juist dit onderwerp heeft gekozen voor een sfeerverslag. Ik vind dat de winnaar juist het

meest nieuwswaardige is aan de hele NK marathon. En dat daarna de feiten die anders vragen bij

lezers op kunnen roepen moeten worden genoemd.

Vanaf de 1e alinea moet de sfeer helemaal centraal staan en moet er geen ruimte zijn (enkele

uitzonderingen daargelaten) om dit soort extra, niet sfeerverhogende, zaken te beschrijven.

Ik hoop dat ik door jou “tips en tools” mee te nemen een beter sfeerverslag heb geschreven en dat ik

op alle punten een voldoende beoordeling krijg.

Kiezen: goed

Selecteren: voldoende (maar moet ik nog wel hard aan werken)

Ordenen: voldoende (de spanningsopbouw moet beter)

Verwerken: voldoende (parafrase kan beter)

In het zwart staat Hans Fledderus reactie op mijn sfeerverslag.

In het rood staat mijn reactie hier weer op.

Dit samen maakt het Reflectieverslag. (nouja zwart is Hans zijn tegenleesverslag en rood mijn

reflectieverslag)

Herschrijfplan:

Opmerking [AR12]: Zoals al

eerder gezegd: nieuwsaanleiding

in de intro, nieuwswaardige feiten

in de platte tekst. De platte tekst

van een sfeerverslag is niet één

bonk sfeer maar een afwisseling

van sfeer en achtergrond.

Page 19: Sfeerverslag en Tegenlees en Reflectieverslag Bij Dit Sfeerverslag

Ik heb eerst het tegenleesverslag van Hans Fledderus gelezen. Toen heb ik mijn tekst ernaast gelegd

en gekeken naar hetgeen hij zei. Ik ben daar heel “open minded” in geweest en heb opengestaan

voor kritiek. Ik heb zijn opmerkingen opgeschreven en heb besloten om per punt te kijken of ik het

ermee eens was of niet en zoja datgene dan aan te passen.

Daarna heb ik in zijn tegenleesverslag met rood mijn reflectieverslag geschreven. Hierdoor heb ik het

herschrijfplan eigenlijk er ook een beetje in verwerkt.

Daarna heb ik het herschrijfplan, (de combinatie van zijn tegenleesverslag met mijn reflectieverslag)

naast mijn tekst gelegd en gekeken of ik alles wat ik wilde veranderen heb veranderd.

Ik denk dat, dat is gelukt.

Evaluatie 2e versie:

De lead, heb ik aangepast en sfeervoller gemaakt. In de tekst heb ik meer sfeerelementen

toegevoegd en een aantal onbelangrijke zaken weggehaald. Tevens heb ik geprobeerd om een soort

rode draad in het verhaal te krijgen waardoor ik het verhaal “rond” kon schrijven.

Daarnaast heb ik een aantal citaten aangepast en vervangen door parafrases waardoor er een betere

verdeling is ontstaan. En als laatste heb ik nog eens kritisch naar de cijfers in mijn verhaal gekeken en

daar waar nodig aanpassingen gemaakt. Hiermee hoop ik mijn sfeerverslag dusdanig te hebben

verbeterd om op alle 4 de fronten een voldoende te scoren.

Opmerking [AR13]: Dat kan ik

zien

Opmerking [AR14]: Zet de

volgende keer apart op een rijtje

wat je hoe gaat herschrijven.

Opmerking [AR15]: Welke

sfeerelementen heb je waar

toegevoegd? Wat is die rode

draad? Maak concreet waar je op

doelt.

Page 20: Sfeerverslag en Tegenlees en Reflectieverslag Bij Dit Sfeerverslag

Versie 2

Een unieke wedstrijd, gewonnen door Sjoerd Huisman

Lelystad – Twaalf winters lang keek schaatsminnend Nederland uit naar deze dag. En nu is

er dan voor het eerst in twaalf jaar eindelijk weer een NK marathon op natuurijs. Dit keer

op de Oostvaardersplassen. Er kwamen volgens de KNSB zo’n 6.000 toeschouwers en zo’n

300 verslaggevers op af. De deelnemers moesten een afstand van ongeveer honderd

kilometer afleggen en maakten rondes van 4,6 kilometer. De wedstrijd werd uiteindelijk

gewonnen door Sjoerd Huisman.

Meteen bij de ingang krijgen de bezoekers een fel oranje Unox-muts in hun handen gedrukt.

Een paar meter verderop kopen tientallen mensen nog snel wat warms te eten. Bij

sommigen druipt de mosterd van hun dampende broodje Unox-worst. Aangekomen bij de

dranghekken blijkt het zicht op de finishboog slecht. Het grote publiek mag niet dichtbij

komen. Rondom start/finish staan een paar honderd mensen, voornamelijk pers en

genodigden. Daartussen is een open ruimte gecreëerd, waarin de politie zich begeeft. Door

deze maatregelen staat het grote publiek op zo’n vijftig meter afstand.

Wil van Rest, een 62-jarige ex-marinier uit ’s-Gravenzande vindt het jammer dat hij niet

direct langs de lijn kan staan. Volgens hem is het ijs sterk genoeg. “Het zal wel een keuze van

Staatsbosbeheer zijn, anders kan ik het ook niet verklaren”, zegt Derk de Boer, een

gedrongen ex-marathon schaatser van begin 50.

Eerder op de dag vertelde Hugo Heijnen, een jonge semiprof uit de B-groep, over zijn

ambities en verwachtingen. “Het wordt een unieke wedstrijd. Ik verwacht een massasprint

met Sjoerd Huisman als overwinnaar. Ik hoop bij de eerste vijftig te eindigen en verder een

prettige wedstrijd te schaatsen. Het is toch geweldig dat er zoveel mensen komen kijken

naar een schaatswedstrijd, alleen jammer van die dichte mist.”

Als de wedstrijd eenmaal van start gaat, is het rumoer over het slechte zicht een beetje

verstomd. De toeschouwers staan schouder aan schouder, ze zoeken de warmte bij elkaar. Een half

uur later slaat de sfeer bij sommige mensen toch een beetje om; ze krijgen het koud en

willen vanwege het slechte zicht liever naar huis. Anderen gaan een betere plek opzoeken

waar ze wel dicht op het ijs kunnen staan. Andries van den Bor uit Nijkerkerveen roept tegen

zijn vrouw en kinderen: “Kom jongens, we gaan een plek zoeken waar we wel wat kunnen

zien!” Kijkend op een kaartje van de omgeving wijst hij een plaats aan waar hij het wel wil

gaan proberen.

Gelukkig is gedurende de dag de dichte mist verdwenen. Als na een aantal uur de winnaar

bekend is en de huldiging heeft plaatsgevonden gaan de meeste mensen verkleumd, maar

toch tevreden naar huis. “Het was koud en ik heb natte voeten, maar het was het zeker

waard!”, roept een vrolijke gezette vrouw van begin 30. “Ik hoop dat het volgend jaar weer

Page 21: Sfeerverslag en Tegenlees en Reflectieverslag Bij Dit Sfeerverslag

is”, zegt een ander. Nu rest alleen nog de tocht naar de auto en voor de meeste mensen een

lange rit in de file.

Page 22: Sfeerverslag en Tegenlees en Reflectieverslag Bij Dit Sfeerverslag

[Kop]

“Een doodshemd heeft geen zakken”

[Intro]

De hele wereld zit apathisch te wachten op betere economische tijden. Maar de reizende

Nederlander laat z’n geld gewoon rollen. Hij wil verder, exotischer en exclusiever op vakantie dan

ooit te voren. Toch merken de standhouders op de Vakantiebeurs dat er iets langer wordt gewacht

met het boeken van luxe cruises en decadente vakanties. En er is dit jaar ook prominent aandacht

voor kampeervakanties.

[Tekst]

De deuren van de camper zijn uitnodigend opengezet voor de berugzakte Jaarbeursbezoekers. Met

hun bergschoenen klossen ze naar binnen. Echte avonturiers, compleet met windjack en verweerde

gezichten. Jan Prevo (56) staat erbij en kijkt ernaar. Nee, hij is niet echt een kampeerder. Hij schikt

zijn zijden sjaaltje en strijkt door zijn zilvergrijze krullen. “Ik ga liever wat luxer. Ik kan me dat gelukkig

permitteren. Wij verdienen allebei en de kinderen zijn het huis uit. Als ik op vakantie ga, wil ik

uitrusten. Het moet luxer zijn dan thuis.”

Een hal verderop worden reizen naar Afrika aangeboden. Niet luxe, wel duur. Maar, het gaat om de

beleving. Om die beleving alvast wat kleur te geven, hossen drie breedlachende Afrikanen op het

ritme van een junglebeat. De blanke vakantiebeursgangers vinden het prachtig. Brochure mee in de

tas, nog even een snoepje pikken en door. Want er is veel te zien. De standmedewerkers strooien de

aanbiedingen, de vroegboekkortingen en de ‘spectaculaire acties’ over de rijen reisfreaks, als was het

snoepgoed voor een basisschoolklas.

Maar schijn bedriegt. “We merken toch wel dat mensen wachten met boeken”, zegt Daniëlle Felix

met een Vlaams accent. Hooggehakt en kortgerokt staat de tenger gebouwde dertiger cruisereizigers

te woord. “Mensen houden de hand op de knip, ze wachten met boeken tot ze zekerheid hebben

over hun baan.” Dat ondervindt ook Leon Huijsmans (41). Zijn stand hangt vol met glanzende foto’s

van oogverblindend witte stranden, diepblauwe zeeën en exotisch uitziende diersoorten. Toch is er

geen klant te bekennen. “Dat komt omdat Curaçao bekend terrein is. Het is toch een stukje

Nederland. Iedereen is er wel eens geweest. Men komt niet naar de vakantiebeurs voor informatie

over Curaçao.” Dus de stilte in zijn stand is niet te wijten aan de economische recessie? “Nee,

mensen boeken wat later. Da’s alles. Als ze merken dat het allemaal wel meevalt, boeken ze alsnog.

Voor reizen zal altijd belangstelling zijn.”

Dat Huijsmans daarmee geen ongelijk kan hebben blijkt wel uit de duizenden Nederlanders die op de

vakantiebeurs hun voorpret zichtbaar beleven. En natuurlijk zijn er mensen die zelf broodjes mee

Page 23: Sfeerverslag en Tegenlees en Reflectieverslag Bij Dit Sfeerverslag

hebben genomen. En natuurlijk zijn er mensen die hun jas aanhouden omdat de garderobe een euro

kost. Maar dat zit in de aard der Hollanders en heeft niets met de kredietcrisis te maken. “Nee joh,

geld moet rollen”, zegt Rob de Jong. De 52-jarige Hagenees-met-gouden-ketting vindt dat iedereen,

hij zelf incluis, goed bezig is. “Ik merk niks van die crisis. Ik heb net een cruise geboekt. Wat heb je

eraan als je de hand op de knip houdt? Je moet het juist in de economie pompen. Een doodshemd

heeft geen zakken; je ken je geld niet meenemen als je doodgaat.”

Commentaar bij het sfeerverslag van Hans Fledderus

Door Dave Wens

3. Heeft de journalist een geschikt onderwerp gekozen?

Het gekozen onderwerp is de vakantiebeurs in Utrecht. De vakantiebeurs word 1x per jaar gehouden

en dat maakt het redelijk uniek, je kunt er niet iedere dag naartoe. Veel Nederlanders gaan ieder jaar

op vakantie. Rond deze tijd boeken de meeste mensen, waardoor het ook een actueel onderwerp is.

De meeste mensen hebben maanden van tevoren al een bepaald “vakantiegevoel”. Als op deze

beurs dan ook die bepaalde sfeer van de vakantie, inclusief voortraject, komt te hangen is het een

geschikt onderwerp voor een sfeerverslag. Mocht deze sfeer er niet komen en is het een dode boel,

dan kan je door de actualiteit altijd nog omschakelen naar een nieuwsverslag. Eerdergenoemde

factoren maken het onderwerp geschikt.

De keuze om het echter vanuit financieel oogpunt te bekijken, ivm de krediet crises, vind ik niet

goed. Zoals ik hierboven al schreef is het onderwerp (de vakantiebeurs) al actueel omdat de

vakantieperiode binnen een aantal maanden aanbreekt en de mensen nu boeken.

Kiezen: Voldoende (Ivm de invalshoek geen goed.)

8. Heeft de journalist de relevante informatie geselecteerd?

Half om half. Hij heeft leuke en relevante informatie in zijn bericht verwerkt. En de sfeer is zeer goed

voelbaar. Maar hij heeft een heleboel informatie weggelaten die ik in het intro zou behandelen, daar

is de intro tenslotte voor. (info als: hoeveel bezoekers komen er ieder jaar, hoeveel dagen is het, de

hoeveelste keer wordt hij nu gehouden, hoeveel stands waren er, hoeveel zalen/hallen waren er in

gebruik enz. enz. Al hoef je niet op alle vragen een antwoord te geven.) Nu is de intro (die

nieuwswaardig zou moeten zijn en de reden zou moeten weergeven waarom de journalist juist dit

Opmerking [AR16]: Dit is niet

correct. Ook al hangt er op de

vakantiebeurs een andere sfeer,

dan nog (of misschien wel: dan

juist) is het onderwerp geschikt

voor een sfeerverslag

Opmerking [AR17]: kredietcri

sis

Opmerking [AR18]: Niet

correct. De ‘vakantiesfeer’ is niet

relevant. Het gaat erom dat de

journalist de sfeer op de beurs op

zich laat inwerken en daarbij een

eigen invalshoek kiest.

Opmerking [AR19]: Een

tegenleesverslag is geen

beoordeling. Feedback geven

volstaat.

Opmerking [AR20]: Zie opm.

bij je reflectie over de intro.

Page 24: Sfeerverslag en Tegenlees en Reflectieverslag Bij Dit Sfeerverslag

onderwerp heeft gekozen voor een sfeerverslag) gebruikt om de lezer in de tekst te trekken en dat

zou ik in de 1e alinea doen. Tevens vind ik dat hij nu zelfs teveel sfeer in zijn verslag heeft gezet

waardoor het overzicht en de samenhang een beetje wegvalt.

Selecteren: Onvoldoende (De sfeer staat centraal en de sfeerelementen zijn in voldoende mate

aanwezig, de meeste zijn ook relevant. Er zijn echter geen nieuwswaardige feiten in het verslag

opgenomen, en hij laat een hoop vragen onbeantwoord.)

Tip: probeer in de intro een aantal nieuwswaardige feiten op te nemen, verwijder een aantal

sfeerelementen, en beantwoord een aantal vragen. Sommige vragen zijn op een simpele manier te

beantwoorden. Door aan te geven wat in welke zaal gebeurd noem je de zalen, of als het 1 grote zaal

was geef je dat aan. Door het aantal bezoekers en de hoeveelste keer de beurs gehouden werd in de

intro te vermelden geef je gelijk antwoord op die vragen en eventueel noem je het aantal stands, als

je dat weet. En ik zou van het principe krediet crisis afstappen, de vakantiebeurs is al een leuk actueel

thema, door dit ook in de intro te vermelden geef je ook gelijk antwoord op de vraag waarom de

journalist juist van dit onderwerp een sfeerverslag schrijft. En krijg je voor kiezen een goed ipv een

voldoende. En voor selecteren een voldoende en misschien zelfs een goed.

9. Heeft de journalist de informatie goed geordend?

Ik vind dat de informatie niet echt goed is geordend. Zoals bij punt 2 al aangegeven vind ik de intro

niet goed, daar staat geen nieuwswaarde in en is eigenlijk geen echte intro. Ik kan nergens de reden

vinden van de journalist voor het schrijven van dit sfeerverslag. Tevens vind ik de alinea’s ronduit

slecht. Er zijn namelijk alinea’s in alinea’s gemaakt. Als hij de alinea’s die hij heeft gemaakt in de

alinea’s aan elkaar schrijft is dit probleem al verholpen, en ziet het er gelijk een stuk overzichtelijker

uit. De kop vind ik wegjagend, het lokt je niet direct naar het onderwerp, een quote is leuk als kop,

maar ik zou een andere kiezen. Ook heeft hij een aantal woorden teveel gebruikt, volgens het format

voor een sfeerverslag moet het tussen de 300 en 500 woorden zijn, het zijn er nu 514 en dus zou ik er

een 20-tal uithalen.

Ordenen: Voldoende (dat hij geen nieuwswaarde heeft vermeld in de intro heb ik al behandeld bij

selecteren, daarom neem ik dat bij het beoordelen van het ordenen niet meer mee. De

spanningsopbouw is aanwezig en de samenhang tussen de alinea’s is voldoende. Dat hij 14 woorden

teveel heeft gebruikt reken ik hem niet al te zwaar aan, dat zijn alinea’s niet goed zijn geordend wel,

dat is de reden dat ik hem geen goed geef. Al neem ik de nieuwswaarde dan toch ook wel een beetje

mee.)

Opmerking [AR21]: Terechte

opmerking

Opmerking [AR22]: Niet alle

vragen zijn relevant. De relevantie

hangt samen met de gekozen

invalshoek. Die is in dit geval de

kredietcrisis. De hoeveelheid zalen

is in dat opzicht niet relevant. Wel

de hoeveelheid bezoekers en

stands

Opmerking [AR23]: 1. Geef

beschrijvende feedback, geen

beoordelende (‘ronduit slecht’).

Opmerking [AR24]: Dit vraagt

om toelichting

Page 25: Sfeerverslag en Tegenlees en Reflectieverslag Bij Dit Sfeerverslag

10. Heeft de journalist bij de presentatie van de informatie de regels van verzorgd Nederlands

en de journalistieke eigenheden van het nieuwsbericht correct toegepast?

Ik denk dat het verslag voldoet aan de regels van de Nederlandse taal. Voor zover ik kan zien zie ik

geen dt-fouten en ook niet meer dan drie spel-, stijl- en/of interpunctiefouten. De formulering van

het verslag is zeer zeker beeldend, ik wou dat ik zo makkelijk en goed sfeer kon beschrijven als Hans.

Door het goede sfeer beschrijven worden sommige woorden wel wat minder begrijpelijk, al maakt de

context ze alsnog goed. Dan bedoel ik woorden zoals: berugzakte, hagenees-met-gouden-ketting en

dergelijke. Deze vind ik misschien wat “over the top” al vind ik het in dit stuk zeer goed passen, Hans

schrijft namelijk zijn hele stuk in deze stijl en als je ervan houdt is het dan zeer zeker mooi. De

bronnen zijn goed en duidelijk weergegeven maar de dateline is hij echter vergeten. De citaten die hij

gebruikt zijn voldoende en goed verdeeld met de parafrases. Hij heeft de keuze gemaakt om lange

citaten te gebruiken, en deze zinnen compleet tussen aanhalingstekens te zetten. Het is een keuze,

hij had ook voor korte citaten met parafrases tussendoor kunnen kiezen, maar in deze context en in

deze tekst pakt het zeer goed uit.

Verwerken: Voldoende (ruim voldoende wilde ik zeggen maar dat kan niet, en het is net geen goed

door de kleine foutjes. De dateline alsnog erin, en een paar kleine aanpassingen, genoemd bij

bovenstaande punten en het wordt zelfs een goed.)

Conclusies en aanbevelingen

Als ik het sfeerverslag op het 1e ook bekijk vallen de alinea’s me gelijk op, alinea’s in alinea’s ziet er

niet mooi uit en dit zou ik veranderen. Tevens zou ik voor een andere kop kiezen.

Op het moment dat ik het sfeerverslag de 1e keer had gelezen, bleef ik met een aantal vragen zitten.

De aanbevelingen om dit op te lossen heb ik schuingedrukt weergegeven onder kopje 2. Wel vond ik

dat Hans een mooie beeldende manier heeft om dingen te beschrijven en daarmee lezers in zijn

verhaal trekt. Per punt heb al wat aanbevelingen tussen haakjes gezet dus die ga ik hier nu niet

herhalen.

Al met al vond ik het een leuk sfeerverslag om te lezen, ik denk dat als Hans een aantal kleine dingen

aanpast hij op alle fronten een voldoende kan scoren en op sommige punten zelfs een goed.

Ik hoop dat hij ook tevreden is met deze beoordeling en het me niet kwalijk neemt dat ik zo kritisch

ben, ik probeer hem namelijk positief kritisch te beoordelen zodat zelfs de voldoendes een goed

kunnen worden. En de enkele onvoldoende alsnog een voldoende of zelfs een goed kan worden.

Met vriendelijke groet,

Opmerking [AR25]: Mee eens

Opmerking [AR26]: correct

Page 26: Sfeerverslag en Tegenlees en Reflectieverslag Bij Dit Sfeerverslag

Dave Wens