30
1 VISIES VOOR CIRCULAIRE VOORTGANG APRIL 2016

Round Tables Vision | (in Dutch)

  • Upload
    dinhbao

  • View
    223

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

  1  

VISIES VOOR CIRCULAIRE VOORTGANG

APRIL 2016

  2  

INHOUDSOPGAVE

Pagina 3………..Voorwoord Pagina 17……….Infrastructuur en circulaire economie

Pagina 5………..Een logische hotspot circulaire hotspot Pagina 19……….Verstedelijking en circulaire economie

Pagina 7………..Kernwaarden en ‘Anders denken’ Pagina 23……….‘Een ecosysteem voor verandering’

Pagina 9………..Het proces en de deelnemers Pagina 24……….Visies voor circulaire voortgang

Pagina 12………..Logistiek en circulaire economie Pagina 29……….Woord van dank

Pagina 14………..Agrifood en circulaire economie

  3  

VOORWOORD De circulaire economie heeft de laatste tijd een vlucht genomen en er is steeds meer interesse ontstaan in dit positieve, holistische alternatief voor ons huidige model, waarbij niet alleen de meeste duurzaamheids doelstellingen worden behaald, maar ook er op langere termijn sprake is van duidelijk betere bedrijfseconomische resultaten. Nederland heeft op het terrein van de circulaire economie duidelijk een koploperspositie ingenomen en het doel van de campagne "Netherlands Circular Hotspot" (NLCH) is om die innovatie met de rest van de wereld te delen. Circle Economy en de campagnepartner INSID hebben binnen NLCH diverse activiteiten geïnitieerd, waarvan een reeks zogenoemde ‘Ronde Tafel’ discussiebijeenkomsten. In dit document hebben we visies en observaties van de participerende circulaire ervaringsdeskundigen verzameld, die als inspiratie dienen voor beleidsmakers, bedrijven, bedrijfstakken en steden. Door elkaar te inspireren, van elkaar te leren en samen te werken kan de transitie naar de circulaire economie verder worden versneld. In het kader van het Nederlands voorzitterschap van de EU in 2016 willen wij dan ook van dit moment gebruik maken om deze kennis te delen, om gezamenlijk de weg naar een circulaire economie in te slaan. Hierbij dient onder andere wet en regelgeving, die op dit moment nog gebaseerd zijn op de huidige lineaire economie, op wezenlijke punten aangepast te worden, maar ook financieringsmodellen en businessmodellen

zijn aan drastische veranderingen onderhevig. Ook technische en sociale ontwikkelingen, zoals "the internet of things" en "sharing economy" dragen bij en worden onderdeel van dit nieuwe circulair denken. Ik heb de overtuiging dat Nederland de eerste van vele circulaire hotspots is en dat het circulaire denken en doen zich de komende jaren verder over de wereld zal verspreiden. Robert-Jan van Ogtrop, oprichter Circle Economy

  4  

  5  

EEN LOGISCHE CIRCULAIRE HOTSPOT Bekeken vanuit verschillende perspectieven, heeft Nederland een logische en legitieme uitgangspositie om de ambitie van ‘circulaire hotspot’ waar te maken: Geografisch Nederland heeft een hoge bevolkingsdichtheid. Waar het gemiddelde landgebruik voor steden en infrastructuur wereldwijd 0,5% is, is in Nederland 18% van het land hiervoor in gebruik. Ondanks de schaarste van land, laat het onderzoek “Vergroenen en verdienen” van het Planbureau voor de Leefomgeving zien dat Nederland op het gebied van voedsel een grote speler op de wereldmarkt is. Het is dan ook niet vreemd dat 68% van ons land in gebruik is voor veeteelt en akkerbouw, tegen een wereldwijd gemiddelde van 33%. Steeds slimmer omgaan met weinig ruimte vraagt om continue innovatie. Het circulair inrichten van landgebruik is voor Nederland om die reden een logische stap. De logistiek gunstige, internationaal bereikbare ligging in Europa heeft al veel voordelen gebracht. Voor de circulaire economie geldt dat de logistiek alleen nog maar belangrijker wordt, bijvoorbeeld de kansen van de retour logistiek.

Cultureel Een goede koopmansgeest zorgt ervoor dat de Nederlandse ondernemer overal in de wereld te vinden is. In het faciliteren van ambitieuze start-ups zet de overheid sinds dit jaar grote stappen. Door Nederland aantrekkelijker te maken voor start-ups wordt er meer ruimte gegeven voor bottom-up innovatie en zal Nederland aantrekkelijk zijn als living lab voor circulaire initiatieven. Veel buitenlandse organisaties betreden de Europese markt via een testperiode in Nederland. Waar Nederland wereldwijd voorop loopt op het gebied van investeringen in het buitenland, is het omgekeerde tevens het geval. De open cultuur is daarbij een kracht van Nederland. Gemiddeld gezien is de Nederlander adaptief en open voor veranderingen en nieuwe technologie. Deze bereidheid om veranderen is cruciaal in de omvorming van de economie. Grote Nederlandse bedrijven behoren wereldwijd tot de pioniers van duurzaam zaken doen. Bij DSM, Philips, AkzoNobel, Unilever en FrieslandCampina, maar ook breder in de Nederlandse industrie, is duurzaamheid steeds meer geïntegreerd in de kern van de bedrijfsactiviteiten. Dat zegt niet alles over de mate van circulariteit, maar wel over de bereidheid op dit gebied bij bedrijven.

  6  

Kennis en educatie Nederland heeft meerdere zeer relevante universiteiten, die de kennis bezitten die nodig is voor circulaire oplossingen. De TU Eindhoven en de TU Delft behoren wereldwijd tot de top als het gaat om technische innovaties in bijvoorbeeld industrial design. De Universiteit van Wageningen richt zich sinds de jaren ‘90 op food/agricultuur innovatie en behoort wereldwijd tot de koplopers op dat gebied. Achtergrond van deze publicatie In januari en maart 2014 kwamen onder het thema “Nederland als Circulaire Hotspot” diverse leiders uit het bedrijfsleven, de wetenschap, de Nederlandse overheid en het maatschappelijk middenveld bij elkaar bij de Sociaal Economische Raad (SER) in Den Haag. Zij spraken openhartig over de opkomst, kansen en uitdagingen van circulaire economie in Nederland en spraken zich tenslotte uit voor een internationale voortrekkersrol van Nederland in de transitie naar de circulaire economie. Deze uitkomst had twee concrete gevolgen. Ten eerste het opstarten van een meerjarig nationaal programma, waarin de tot dan toe versnipperde activiteiten en initiatieven op het gebied van de circulaire economie werden gebundeld in een nieuwe coalitie in samenwerking met het ministerie van I&M. Onder de naam Nederland Circulair werken de organisaties MVO Nederland, Circle Economy, De Groene Zaak, Het

Groene Brein, Click NL en I&M samen in het daadwerkelijk verzilveren van de voordelen van een circulaire economie. Nederland Circulair besteedt aandacht aan technische aspecten, sociale- en systeeminnovatie, onderwijs en communicatie. Het tweede gevolg was een project onder de titel ‘Nederland Circulaire Hotspot’: een opdracht aan de organisaties Circle Economy en INSID – de duurzaamheid stichting van Prins Carlos de Bourbon de Parme – om in de aanloop naar het Europese EU voorzitterschap in 2016 een breed gedragen visie te verzamelen over de internationale rol die Nederland kan en wil spelen in de transitie naar een circulaire economie. De voorgestelde route daartoe was een uitgebreide reeks gesprekken en zogenoemde ‘Ronde Tafels’ met mensen uit organisaties die de afgelopen jaren al veel ervaring hebben opgedaan met circulaire projecten. Het project ‘Nederland Circulaire Hotspot’ genereerde van begin af aan meer enthousiasme en mogelijkheden dan tijdens de SER-bijeenkomsten was voorzien en groeide spontaan uit tot een ware campagne. Op 8 juli 2015 vond hiervan de officiële lancering plaats. Naast de geplande gesprekken en ‘Ronde Tafels’ werden de activiteiten uitgebreid met een journalisten- en inkomende handelsmissie, een expositie van circulaire bedrijfsvoorbeelden nabij Schiphol en een uitgebreid communicatie offensief. De inhoud van dit visie-document is gebaseerd op de oogst van vijf Ronde Tafels.

  7  

KERNWAARDEN EN ‘ANDERS DENKEN’ Alleen al de vele – en degelijke – studies die er in Nederland zijn en worden gedaan over circulaire economie, zijn een duidelijk signaal dat ons land een hotspot op dit terrein is geworden. De diverse onderzoeken en studies worden dit jaar ongetwijfeld ook onder de loep genomen door de SER, die eind 2015 van het ministerie van I&M een officiële adviesaanvraag heeft gekregen met als centrale vraag ‘Hoe kunnen de verschillende partijen (waaronder de overheid en de sociale partners), beter inspelen op de transitie naar een circulaire economie.” Dit rijksbrede advies advies zal in de tweede helft van dit jaar gereed zijn. Gezien de hoeveelheid kwalitatief hoogstaand onderzoek, past bij de publicatie van de uitkomsten van de Ronde Tafels van Nederland Circulaire Hotspot enige bescheidenheid. Er is immers zeker geen sprake geweest van diepgaand onderzoek, noch van richtlijnen en adviezen die nog niet in eerdere onderzoeken zijn vermeld. Tegelijkertijd heeft de ‘oogst’ van de Ronde Tafels wel degelijk een meerwaarde voor een voorspoediger transitie naar een circulaire economie, door het simpele feit dat er een zeer gevarieerde groep circulaire ervaringsdeskundigen uitgebreid hun ervaringen – zowel positief als negatief – met elkaar hebben kunnen delen. Ze hebben daardoor in gezamenlijkheid niet alleen de do’s and don’ts, maar ook de kernwaarden en de échte drivers van circulaire economie benoemd. Het laatste staat in deze publicatie centraal: circulaire economie is veel meer dan een andere economie. Het is de

praktische vertaling en invulling van een fundamentele verandering in denken. Van de directiekamers tot de werkvloer, van het Binnenhof tot het gemeentehuis, van hoogleraar tot student, van producent tot consument. Daarmee is Nederland dus (ook) een Hotspot in Anders Denken. - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Voorbeelden van recente landelijke studies/rapporten: 2013 door TNO: ‘Kansen voor de Circulaire Economie in Nederland’ (http://mvonederland.nl/publicatie/tno-rapport-kansen-voor-de-circulaire-economie-nederland) 2015 door Accelaratio: ‘Barriers and Drivers towards a Circular Economy’ (http://www.circulairondernemen.nl/uploads/e00e8643951aef8adde612123e824493.pdf) 2015 door Raad voor Leefomgeving en Infrastructuur: ‘Circulaire Economie, van wens naar uitvoering’ (http://www.rli.nl/publicaties/2015/advies/circulaire-economie-van-wens-naar-uitvoering) Maart 2016 door Planbureau voor de Leefomgeving’ informatieve online ‘one pager’ ‘Waarom een circulaire economie?’ (http://themasites.pbl.nl/circulaire-economie/)

  8  

  9  

HET PROCES EN DE DEELNEMERS In september, oktober en december 2015 organiseerde NLCH vijf discussie bijeenkomsten van en door circulaire denkers en doeners’. In totaal deden aan de vijf Ronde Tafels (RT’s) 120 personen onbezoldigd mee: vertegenwoordigers van 56 verschillende bedrijven, 15 maatschappelijke organisaties, 3 ministeries, 3 gemeenten en 5 kennisinstituten/universiteiten De bijeenkomsten waren thematisch ingedeeld: RT1: Logistiek en circulaire economie Locatie: SER, Den Haag Onder leiding van Prof. Annemieke Roobeek (MeetingMoreMinds, Nyenrode University) Deelnemers: Anouk Florentinus (Natuur en Milieu) Bart Wiegmans (TU Delft) Bas van Bree (DINALOG) Denise Pronk (Schiphol Group) Diederik Antvelink (Van Uden) Dirk Schaap (Ministerie I&M) Frans Verhoeven (Vos Logistics) Jari Schoemaker (PNO Consultants) Joël Wobma (Participant Unlock The Future) Kees Verweij (Buck Consultants) Kim Tjoa (Floow2)

Machteld Leijnse (Connekt) Manolo de la Fuente (Broekman Group) Marnix Koopmans (VNO-NCW) Nina Boorsma (CE Ambassadeur) Nadia Menkveld (ABN AMRO) Onno Doves (IBM) Peter Tjalma (Transmission) Petrouschka Werther (Ministerie I&M) Robert Jan ter Kuile (GVB) Ronald Leunisse (DHL) Steven Gudde (EVO) Wim Wendt (CGI) RT2: Agrifood en circulaire economie Locatie: SER, Den Haag Onder leiding van Frank van Ooijen (FrieslandCampina) en Cees Veerman (Universiteit Wageningen/Universiteit Tilburg). Deelnemers: Alain Cracau (Rabobank) Annita Westenbroek (Dutch Biorefinery Cluster) Arthur Vernooij (NAFTC) Bas Mentink (Royal HaskoningDHV) Constant Mulder (Anova) Frits van der Schans (CLM) Jan Paul van Soest (De Gemeynt) Jeroen Beks (GDF SUEZ) Joke Klap (Nevedi) Koen van Oostende (CE Ambassadeur)

  10  

Koen van Renswoude (Part.Unlock the Future) Monique de Ritter (Nyenrode University) Onno Franse (Ahold) Philip den Ouden (FNLI) Rob Beekers (Cargill) Roel Bol (Ministerie EZ) Roger van Hoesel (FoodValleyNL) Ronald Visschers (TNO) Sanne van den Dungen (Consultant) Sijas Akkerman (Natuur & Milieu) Volkert Engelsman (Eosta) Wouter de Buck (Nutriënt Platform) RT3: Infrastructuur van de circulaire economie Locatie: schip De Nieuwe Maze, Rotterdam. Onder leiding van Nico van Dooren (Port of Rotterdam) Albert Vermuë (Unie van Waterschappen) Angelita Kappers (Part. Unlock the Future) Annemiek Strijker (VN Ambassadeur) Arjen van Klink (Rabobank) Bart Leenders (Neste) Bauke Lettenga (Cleantech innovator) Bert Jan Held (Indorama) David Heijkoop (Reko) Gerben Wigmans (Gemeente Rotterdam) Gerbert van der Wal (Innovation Quarters) Godelieve Spaas (RTB Consultant) Hans Schoenmakers (E.ON) Hans Stegeman (Rabobank)

Mark Slegers (Rotterzwam) Marko Kruithof (Stedin) Monique de Moel (Port of Rotterdam) Nico van Dooren (Port of Rotterdam) Nico van Ruiten (LTO Noord) Peter Nieuwenhuizen (AkzoNobel) Rob Kreutz (Evides) Thomas Leenders (Philips) Yves Luca (AVR) RT4: Circulaire economie in de stedelijke omgeving Locatie: Posthoornkerk, Amsterdam. Onder leiding van Abdeluheb Choho (Wethouder Gemeente Amsterdam) Abdeluheb Choho (Gemeente Amsterdam) Anke van Kempen (Rabobank) Arjan van Timmeren (AMS Institute) Ben Kubbinga (Circle Economy) Brigitte Hendriks (Eco2City) Chris Bremmer (TNO) Chris Roorda (DRIFT) David Dooghe (Urban designer) Eline Leising (TU Delft) Eric Frijters (Fabric) Erwin Schols (Rabobank) Eveline Jonkhoff (Gemeente Amsterdam) Florens Slob (Van Gansewinkel) Ger Baron (Gemeente Amsterdam) Gerard Roemers (Metabolic) Gerrit Bruggeman (Real Time Branding) Hannie Vlug (Ministerie I&M)

  11  

Inge Oskam (Hogeschool van Amsterdam) Jaïr Halevi (MeetingMoreMinds) Jan de Wit (RoyalHaskoning DHV) Jasper van Rooijen (Ministerie BZK) Jeroen Grosfeld (N3O) John Nederstigt (Gemeente Haarlemmermeer) Kees Jansen (Pluraal.nl) Laurens Tuinhout (TNT Post Pakketservice) Manon Jütte (Alliander) Marco Kortland (MUNECO) Martin Mooij (DGBC) Pepijn Verpaalen (URBANOS) Peter Glas (Unie van Waterschappen) Quinton Jie (SustainableMotion) Robert Metzke (Philips) Ron Voskuilen (Rotterdam Partners) Roon van Maanen (Port of Amsterdam) Sietse Agema (Afval Energie Bedrijf) Sjoerd Lycklama (OVG) Sladjana Mijatović (Gemeente Amsterdam) Stephan van Dijk (AMS Institute) RT5: Beschouwende en samenvattende Tafel Locatie: SER, Den Haag Onder leiding van Jan Paul van Soest (De Gemeynt) Jan Paul van Soest (De Gemeynt) Han van der Hoorn (PGGM) Navied Tavakolly (Circle Economy) Monique de Ritter (Nyenrode Universiteit) Peter Gersen (INSID)

Carlos de Bourbon de Parme (INSID) Guido Braam (Circle Economy) Ton van der Wijst (SER) Abdeluheb Choho (Gemeente Amsterdam) Annerieke Douma (Circle Economy) Elisa Achterberg (Sustainable Finance Lab) Ellen Croes (NLCH) Eveline Jonkhoff (Gemeente Amsterdam) Florens Slob (Van Gansewinkel) Frank van Ooijen (FrieslandCampina) Gerrit Bruggeman (Real Time Branding) Hans Wiltink (De Gemeynt) Monique de Moel (Port of Rotterdam) Nico van Dooren (Port of Rotterdam) Pepijn Verpaalen (URBANOS) Philip den Ouden (FNLI) Rik Plomp (PGGM) Robert Metzke (Philips) Sjoerd Lycklama (OVG) De onderwerpen Financiering en Energie werden als ‘crossthema’s’ over alle bijeenkomsten verdeeld en ingevuld door respectievelijk Han van de Hoorn (PGGM) en Ton van der Wijst (SER). Een team van notulisten verzorgde tijdens de discussies de verslaglegging. Op de volgende pagina’s leest u een selectie van prikkelende, dan wel inspirerende notities – quote/unquote - per Ronde Tafel.

  12  

LOGISTIEK EN CIRCULAIRE ECONOMIE  

DELEN Kim Tjoa (FLOOW2): “Het ‘delen’ zorgt voor een andere bewustwording. Als we niet meer denken in ‘het hebben van spullen’, maar alleen nog maar over ‘het gebruik ervan’ zullen fabrikanten en producenten vanzelf mee gaan. En gaan we van een product-gedreven economie naar een product-service economie. Waarden worden meervoudig: financieel, duurzaam en sociale cohesie.” HAALBARE PADEN Dirk Schaap (Ministerie I&M): “Je kunt met elkaar een idee hebben waar je heen moet, dat is al een systeem verandering en andere benadering van de economie. Dit kun je als overheid niet in je eentje verzinnen. Je moet samen bespreken wat haalbare paden zijn. We gaan nu richting uitvoering en financiering, en je ziet daar dat je het allemaal met elkaar moet doen. De innovatiekracht van alle partijen is nodig om een stap verder te kunnen zetten. En hoe radicaal kun je zijn? Je wilt naar een emissieloze samenleving, maar je hebt toch transitie fases nodig. Je kunt niet in één keer naar zero.” MEERPRIJS Marnix Koopmans (VNO-NCW): “In ons koploperprogramma ‘National Captains’ is een veelgehoorde klacht: ‘ik heb een mooi kwaliteitsproduct, maar het heeft geen extra toegevoegde waarde voor de afnemer, zodat men de hogere

  13  

prijs niet wil betalen. Ook bij overheid als inkoper geldt dit. Als puntje bij paaltje komt, is de meerprijs toch een struikelblok. Nog te vaak worden daar opdrachten uitgezet zoals ‘het jaar ervoor’ en dat was meestal niet circulair.”  

GELIJK SPEELVELD Frank Verhoeven (Vos Logistics): “Ik zie wel positieve ontwikkelingen, waarbij er juist lagere kosten kunnen worden gemaakt met duurzame oplossingen. Wil je dat als samenleving anders? Dan moet je regels aanpassen en een hogere prijs accepteren voor transport. Maar wel gelijke regels voor iedereen, een gelijk speelveld. En daar komt toch echt fiscale verandering bij kijken. Vliegen is goedkoper dan transport over land en niet omdat het schoner is: dat is echt politiek.” URBAN MINING Ton van der Wijst (SER): ‘Urban mining is zo’n voorbeeld uit de circulaire economie dat voor andere goederenstromen kan zorgen. Voor dat soort transities is wel transparantie van data nodig en dat is een innovatie op zich: dat partijen elkaar vertrouwen. Ook in die sociale kant zal geïnvesteerd moeten worden.” ANDERE DIENSTEN Manolo de la Fuente (Broekman Groep): ”Onze klanten schrikken zich soms nog rot als we ze andere diensten aanbieden, bijvoorbeeld in 3D printen. Toch zetten we door, want ook als logistiek bedrijf wil je laten zien dat we vooruit

kunnen. 3D printen scheelt op termijn een hoop kilometers. Nu schrikt ‘de keten’ nog van dit soort innovaties.” FINANCIEEL ECOSYSTEEM Kees Verwij (Buck Consultants): “De toenemende prijsvolatiliteit ondermijnt de business case van hen die de 'retourlogistiek' van afvalstof tot grondstof verzorgen en creëert tegelijkertijd noodzaak voor financiële garanties op afzet. Het Nederlandse financiële ecosysteem heeft een belangrijke rol in het opzetten van een goed werkende termijnmarkt.” HELE KETEN Wim Wendt (CGI): “Vroeger waren het allemaal losse componenten en was je als bedrijf zelf aan het optimaliseren. Nu zijn de grote verladers zoals Unilever aan het optimaliseren binnen een hele keten. Op het gebied van consumenten zie je dat ICT hiervan steeds makkelijker wordt. Bij bedrijven zitten ze in hun eigen applicaties en moet er gekeken worden hoe ze dit naar de consumenten draaien.” EXPERIMENTEER Petrouschka Werther (Ministerie I&M): “Bij data stromen wordt lang gekeken naar wat de overheid voorschrijft of niet. Onze ervaring is: doe het gewoon, en de discussie over de stromen komt daarna wel. In alle wetten zijn ook experimenteer gebieden en daar kunnen we gebruik van maken. Samenwerken rond een nieuw vraagstuk is daarbij erg nuttig.”

  14  

MINDSET Nadia Menkveld (ABN AMRO): “Circulaire economie is een mindset die de logistieke sector moet overstijgen. Dat is mogelijk door met inspirerende voorbeelden te komen. Inkopers en ondernemers hebben goede voorbeelden nodig zodat ze zien dat het hen winst oplevert. Er komt pas verandering als klanten erom gaan geven. Denk aan de Nike-sweatshops en wat social media kunnen betekenen. Als de mindset bij consumenten verandert, zullen ze zelf om circulaire producten gaan vragen.” MORAAL BESEF Marnix Koopmans (VNO-NCW): “We hebben een aantal koplopers en bedrijven die echt bezig zijn met maatschappelijke waardecreatie. Zij hebben een moraal besef dat nog echt niet bij alle bedrijven aanwezig is. En dat is wel nodig; er moet een strategische intentie zijn om ‘shared value’ in te voeren. FINANCIËLE INCENTIVES Han van der Hoorn (PGGM): “De juiste financiële incentives ontbreken nog om tot schaalvergroting te komen. Externaliteiten moeten belast worden. Het gaat dus niet alleen om het stimuleren van groene initiatieven maar ook ook om het demotiveren van externaliteiten.  

AGRIFOOD EN CIRCULAIRE ECONOMIE    DURF Koen van Oostende (CE Ambassadeur): “Het gaat ook vaak om de durf om nieuwe dingen te doen. Ga op zoek naar andere materialen. Dat vraagt om een ander soort denken, omdat het vaak om materialen gaat die we nu nog niet gebruiken. Maar het ‘anders’ doen wordt nog vaak gezien als inefficiënt. Durf daar doorheen te kijken.” KOSTEN VAN TRANSFORMATIE Philip den Ouden (FNLI): “We moeten ons niet verstoppen voor de transformatiekosten, die moeten echt bespreekbaar zijn. Alleen dan kun je de verschillende schakels goed op elkaar aan laten sluiten. De landbouw is wel erg versnipperd. De grote voorlopers in de landbouw zullen hier de grootste stappen in moeten zetten. Hun voorbeelden zijn hard nodig om de anderen mee te krijgen.” BEWEGING Constant Mulder (Anova): “De tijden veranderen snel, want de consument is wel degelijk druk aan het uitoefenen. Daar zie je echt een verandering. Zo is er bijvoorbeeld een behoorlijke beweging tegen toevoegingen en E-nummers. De vraag om natuurlijke producten neemt snel toe. De beweging is al gaande. Albert Heijn riep enkele jaren geleden alle vis te winnen verduurzamen vanaf 2016, en dat gaat ze lukken. Veel leveranciers waren erg bang maar uiteindelijk is een hele beweging op gang gekomen en is een hele sector aan het

  15  

veranderen. Stap voor stap kunnen we nu aan de slag als we een stip op de horizon zetten waar we heen willen met z’n allen.” PER SCHAKEL KIJKEN Rob Beekers (Cargill) : “Er wordt op dit moment voornamelijk gekeken naar de netto kosten van grondstoffen. Als je processen kunt scheiden en per schakel in de keten kijkt, dan kunnen we bijvoorbeeld waarde toevoegen aan ingrediënten die niet glucose of eiwitten zijn.”

RADICAAL/NIET RADICAAL Cees Veerman (Universiteit Wageningen, Universiteit Tilburg): “Het gaat misschien wel om een radicale verandering, maar je moet het niet radicaal dóen. De wereld van de boer is niet zo groot en volledig op het werk en de boerderij geconcentreerd. Er is dus grote weerstand op radicale verandering. Boeren hebben ook met smalle marges te maken, dus ze zijn terughoudend om risico’s te nemen. Het moet stapsgewijs. Ten tweede moeten we voorbeelden laten zien. Verandering in de Nederlandse landbouw is sinds de 19e eeuw door voorlichting gerealiseerd. Gewoon veel laten zien wat er kan en nieuwe toepassingen makkelijk maken. Achteraf was het een radicale verandering, maar met kleine stappen gestalte gegeven.” OPKNIPPEN EN VERBINDEN Alain Cracau (Rabobank): De technologie is al heel ver, alleen de toepassing vergt een andere manier van werken. Kijk bijvoorbeeld naar de metropool Amsterdam. Ze hebben landbouw, een haven, waternet etc. Als je daar nou een paar punten verbindt waar ze elkaar nog niet op gevonden hebben. Dat kan ook in het zuiden van Nederland of West Friesland. Als je Nederland opknipt in bepaalde stukken en dan met elkaar verbindt dan kan je met die gebieden waarde vermeerderen. Bijvoorbeeld energie opwekking in die regio, landbouw in een andere. COMBINEREN Cees Veerman (Universiteit Wageningen, Universiteit Tilburg): “We moeten gemengde bedrijven op grote schaal

  16  

combineren. In een eerder stadium binnen een bedrijf de stofstromen sluiten. Maar je zou ook heel goed melkveehouders en akkerbouwers met elkaar kunnen verbinden. Dat is toch een andere manier van kijken en denken. Dit vraagt zowel durf als vertrouwen van beide partijen.” TRUE COST Volkert Engelsman (Eosta) : “Feitelijke accountability kan helpen. Zo is ‘true cost accounting’ een zinvolle insteek, omdat je het daarmee uit de emotie, uit het sentiment haalt. Wat gebeurt er als je externalities zoals verlies van biodiversiteit, verlies van grondstoffen, schone lucht en dergelijke, doorberekent in de eindprijs? Dat brengt hele nieuwe inzichten.” ‘OMDENKEN’ Frits van der Schans (CLM): “We zijn een klein land met een hoge productie. Die combinatie hebben we goed weten te benutten en komt maar weinig voor op de wereld. Misschien kan er juist op die locaties die op Nederland lijken nog veel geleerd worden van ons land. Daar hebben we misschien nog een voorsprong. Wat we op dit moment doen is ons model exporteren naar veel extensievere gebieden waar je je kan afvragen of dat wel werkt. Juist binnen onze stadstaat moeten we bijvoorbeeld veel meer doorontwikkelen, zodat ook de omgeving, de burger en de consument die ruimte biedt aan de agrifood sector. Tweederde van de ruimte zorgt nu voor 10% van de werkgelegenheid. Misschien kan je met die ruimte iets héél anders doen. Dus compleet anders ‘omdenken’.”

FLORIADE Roger van Hoesel (FoodValleyNL): “Als Nederland moeten we geïntegreerde systemen verkopen waarbij je kijkt naar de lokale omstandigheden. Een goed voorbeeld is de Floriade, waar we heel veel kennis bij elkaar brengen. En hoewel de Floriade niet grootschalig is, is het wel een goed concept, een toekomstmodel.” KEURMERK Ton van der Wijst (SER): “Er zijn in de Nederlandse Agrifood te veel certificaten. In de vissector is het ze uiteindelijk gelukt om met één keurmerk te werken. Volgens mij gaat dat goed. Het is sowieso een uitdaging om de verschillende standaarden te wegen. Toch zal die stap gemaakt moeten worden, want als je dat goed voor elkaar krijgt, heb je beter inzicht in de trade-off van duurzame productie.” DELTAWERKEN Frank van Ooijen (FrieslandCampina): “Sinds de Deltawerken en Zuiderzeewerken hebben we niet meer zo’n samenwerking gehad van overheden, bedrijven et cetera. die ervoor zorgden dat we decennia voorliepen. Wat nu nodig is: een aansprekende stip op de horizon, zoals die er toen wél was. Dan krijg je een prachtige holistische benadering en zet politiek, bedrijven, overheid en burger gezamenlijk de schouders eronder.”      

  17  

MEST Frank van Ooijen (FrieslandCampina): “Over overvloed gesproken: er is heel veel mest in Nederland. Honderden koeien kunnen honderden huishoudens van energie voorzien. Als we echt met de kennis met elkaar gaan zitten kunnen we daar internationaal enorm ons voordeel mee doen. Het zou de nieuwe Deltawerken kunnen worden.”

TROTS Cees Veerman (Universiteit Wageningen, Universiteit Tilburg): “Het is de hoogste tijd dat we in Nederland erkennen dat de agrifood sector iets is om trots op te zijn. Er komt innovatie vandaan, werkgelegenheid, export en hij stimuleert circulaire economie. In het moderne boerenbedrijf zit volop ondernemerschap en daar kunnen we trots op zijn. Dát zou de focus moeten zijn van voorlichting en communicatie.”

INFRASTRUCTUUR VAN DE CIRCULAIRE ECONOMIE

AFVALWATER Albert Vermuë (Unie van Waterschappen): “Duurzaamheid zit in de genen van waterschappen. We kijken altijd tientallen jaren vooruit. Dat bepaalt ook onze houding richting circulaire economie. Wij beschikken over heel veel afvalwater, daar grondstoffen uithalen is een schoolvoorbeeld van circulair denken en waterschappen zijn hier zeer gemotiveerd voor.” FISCAAL STELSEL Hans Stegeman (Rabobank): “Eén van de uitdagingen is het maken van terugnamesystemen, coderen van materialen en dat opslaan in een grondstoffenpaspoort of databank. Daarnaast zullen we naar ons fiscaal stelsel moeten kijken om secundaire grondstoffenstromen te stimuleren. Bijvoorbeeld een verschuiving van belasting op arbeid naar een belasting op wat aan waarde wordt ‘onttrokken’. Zo bevorder je een dienstgerichte economie en er komt een omslag bij consumenten. Om uiteindelijk tot een circulaire economie te komen moet de consument ook andere keuzes maken.” OMSLAG Hans Stegeman (Rabobank): “Nederland kán een circulaire hotspot worden, maar dat gaat niet zomaar. Om bedrijven en consumenten in beweging te krijgen, zullen de financiële sector, de koploperbedrijven en de overheden die circulaire omslag moeten stimuleren en faciliteren. Het is een omslag in denken, voor bedrijven én consumenten. Zonder vraag van de laatste is er geen markt.”

  18  

  19  

DELEN VAN PIJN Bart Leenders (Neste): “Ook binnen ‘circulair’ is het lang niet altijd even helder wat goed is en wat niet. Daar zullen we met elkaar naar op zoek moeten gaan. Het delen van ‘pijn’ leidt tot interessante partnerships. Vertrouwen en transparantie. De kansen goed afwegen en op basis daarvan stappen zetten. Bij Neste was vroeger de uitspraak ‘Refining the future’. Nu is dat ‘Making responsible choices every day’. Dat geeft ook de transitie aan.”  

 

CIRCULAIRE ECONOMIE EN DE STEDELIJKE OMGEVING    

HOOGCONJUNCTUUR Abdeluheb Choho (Gemeente Amsterdam): “Circulaire economie kan een nieuw hoogconjunctuur mogelijk maken, indien de juiste keuzes worden gemaakt, zoals het vergroenen van het belastingstelsel. In Amsterdam moeten we niet alleen naar de lobby van het Rijk kijken, maar ook keuzes voor de stad zelf maken. Zo moet nieuwbouw duurzaam zijn. Buiksloterham in Amsterdam-Noord wordt een grote circulaire wijk, met aandacht voor afval, mobiliteit en water. Het wordt een voorbeeldwijk voor wereld, door gewoon te doen en te laten zien, in plaats van alleen te beschrijven.”

STANDAARDISATIE Han van der Hoorn (PGGM): “Er ligt een rol voor de overheid op het terrein van standaardisatie. Hoe worden de huidige standaarden over vijftig jaar gerespecteerd? Daar moeten zekerheden voor komen. Wil je zelf over twintig of vijftig jaar die grondstoffen nog gebruiken?” KLEINERE STUKKEN David Dooghe (urban designer): “Een gebouw heeft een structuur met muren voor de langere termijn; maar ook bijvoorbeeld verwarming voor de kortere termijn. Hak een gebouw in kleinere stukken! Dan kunnen de onderdelen beter op waarde geschat worden. De eigenaar voelt dan meer verantwoordelijkheid. Dan kan het gebouw dus ook tussentijds economisch interessant worden.” RISICO GELD Erwin Schols (Rabobank): “Het risico zit bij het geld. Om innovatie te stimuleren zullen partners gezamenlijk ‘risico geld’ moeten genereren. Er is een nieuwe financiële infrastructuur nodig om risico’s af te dekken. Het bankwezen zal anders moeten gaan denken en meer kijken naar toegevoegde waarde die wordt gecreëerd. En daarbij denken vanuit de klant en de juiste partners vinden. Er is een klant die een techniek heeft ontwikkeld om stof te verven zonder gebruik van water. NIke en Ikea zijn aandeelhouders geworden. Puur technologie. Dat soort ontwikkelingen zorgt ervoor dat er meters gemaakt worden.”

  20  

CHALLENGE EN BOYCOT Chris Bremmer (TNO): “Als overheid kun je kennis beschikbaar stellen. Leg een probleem neer bij het publiek en daag ze uit om na te denken over oplossingen. Of breng stromen in kaart van wat kun je hiermee doen en zet de challenge uit. Kijk naar de echt slechte praktijken en daar kan je dan zelfs een consumentenboycot op zetten. Consument mag ook best verantwoordelijk voelen.” GELD TERUG John Nederstigt (Gemeente Haarlemmermeer): “Hoe worden mensen geïnspireerd? Toen ik als wethouder aantrad voelde ik me zelf eerst ook verplicht om het te doen. Voor de lol heb ik toen de buren uitgenodigd voor een borrel en de meterkast opengetrokken. De blik in de ogen die je elke keer ziet, dat er een meter is die optelt, dat ik geld terugkrijg... en dat dat dus kan, in de praktijk. Dat is voor veel mensen een openbaring.” CO-CREATIE Manon Jütte (Alliander): “Het zit meer in de mindset: wat neem je mee naar je projecten buiten, wat kan je daar bereiken? Een voorbeeld: in de Maas liggen zeven stuwen die aan het einde van hun levensduur zijn. Daar is nu een co-creatie project opgezet met de markt voor duurzame gebiedsontwikkeling. Er zijn veel partijen bij betrokken, vanuit het bedrijfsleven, verschillende overheden en de burgers zelf. Gezamenlijk stellen we de vraag: wat is de maatschappelijke waarde van de Maas, wie zijn de gebruikers, wat is de meerwaarde, hoe kunnen we dat circulair inrichten? Dat móet je met elkaar doen.”

WATER IN DE STAD Roon van Maanen (Port of Amsterdam): “Op het water ligt in Nederland grote winst voor de circulaire economie. Als havenbedrijf hebben we op zich niet zoveel met het water in de stad te maken, maar in Amsterdam willen we er wel van alles mee doen. Zo krijgt bijvoorbeeld vervoer over water nog onvoldoende kans, terwijl daar wel grote mogelijkheden liggen.” DRAAGVLAK Abdeluheb Choho (Gemeente Amsterdam): “De verandering kan worden gestimuleerd door de burger te betrekken en te vragen wat dit voor hem of haar betekent. Er blijkt meer draagvlak en vertrouwen te zijn dan ik een jaar geleden veronderstelde. We lopen soms zelfs achter de wens van de burger aan. In Amsterdam zijn we bijvoorbeeld begonnen naast papier en glas ook plastic afval te scheiden. Er was eerst scepsis, maar het blijkt heel erg goed te werken en we komen nu zelfs bakken te kort.” KOPLOPERS Laurens Tuinhout (TNT Post Pakketservice): “Koplopers zouden meer ruimte moeten krijgen. Beloon de partijen die hun nek uitsteken met inkoop. De overheid kan ook een echte game changer zijn door bestaande ketens efficiënter in te zetten. Juist in Amsterdam hoor je vaak het argument ‘dat is te ver lopen’. Ik ben het eens met water als onderdeel van de oplossing: we zijn met het floating depot hier al drie jaar mee bezig.”

  21  

ANDERE CIRKELS Eric Frijters (Fabric): “Ik wijs op Vital economy, rond het thema materialen in balans en het terugwinnen van grondstoffen. Zij bieden richtlijnen. Het Urban metabolism project in Rotterdam werkt aan verschillende stofstromen. Er is veel ruimte voor verandering in de stad zelf. Straatprofielen zijn anders in te richten, de toegankelijkheid voor fietsers is te managen et cetera, Er zullen andere soorten cirkels ontstaan, ketens van nutriënten worden mogelijk.” WAT IS EFFICIËNT Gerard Roemers (Metabolic): “Een belangrijk aspect is de schaal; je moet per project kijken wat slim is. Centraal of kleinschalig, wat is efficiënt? Wat moeten we groot buiten de stad en wat kleinschalig in de stad? Het huidige rioleringssysteem wordt gevuld met 60% regenwater en vervolgens wordt er weer met moeite fosfaat uitgefilterd. Als we dat eerder filteren houden we grondstofstromen puur.” METROPOOL Abdeluheb Choho (Gemeente Amsterdam): “Circulaire economie betekent Samenwerking. Amsterdam werkt samen als metropool omdat we niet alleen als hoofdstad, maar ook naar de schaal buiten de gemeentegrenzen in de omgeving moeten kijken. Er worden diverse initiatieven voor samenwerking met bedrijven gerealiseerd. De Zuid en West-as, haven en Schiphol vormen een infrastructuur bij elkaar. We hebben elkaar nodig om stappen te bedenken en te versnellen, zodat Nederland echt een hotspot voor Circulaire Economie kan zijn.”

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  22  

 

  23  

EEN ECOSYSTEEM VOOR VERANDERING door Monique de Ritter De immer stijgende consumptie is onhoudbaar voor onze planeet. De impact op het systeem aarde is zo groot dat de mate van welvaart voor toekomstige generaties onzeker is, met name door het verlies van biodiversiteit, klimaatverandering, het veranderen van biochemische kringlopen en grootschalige verandering van landgebruik. De belangrijkste oorzaken zijn een stijging van de wereldbevolking en een toenemende welvaart, consumptie en economische groei in grote delen van de wereld. Op een begrensde planeet zijn de voorraden van grondstoffen eindig. De uitdaging die voor ons ligt: een economisch systeem maken dat welvaart voor toekomstige generaties waarborgt. De enige manier om dit te bereiken is een fundamentele en allesomvattende systeem transitie. Bij circulaire economie is samenwerking belangrijker dan ooit. Het organiseren ervan en van en de nieuwe business modellen die al staan als beginpunt, is de grote uitdaging waar we gemeenschappelijk aan zullen moeten werken. Circulair samenwerken betekent inter-organisatorisch samenwerken – de één zijn afval is immers de ander zijn grondstof, een bedrijf voegt daar waarde aan toe – waardoor jouw afval van grotere waarde wordt – het dus belangrijk om niet alleen aandacht te schenken aan materiaalstromen, maar juist ook aan de sociale en organisatorische verandering die daarbij hoort. Volgens het systeemdenken gaat het er bij veranderings processen expliciet om de juiste omstandigheden en

voorwaarden te creëren. Deze uitgangspunten hebben als doel om stakeholders met vaak tegenovergestelde korte termijn belangen samen te laten werken aan gedeelde oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken. Men zou zelfs kunnen zeggen dat het proces naar deze oplossingen net zo belangrijk is als de verandering op zich, of dat de verandering zit in de verandering van het proces. Bij het bouwen van een zogenaamd ‘ecosysteem voor verandering’ spelen drie centrale uitdagingen, namelijk 1) vinden van de juiste partijen (de ‘wie’ vraag), 2) met deze partijen tot een gemeenschappelijke visie komen met een gedeeld idee van succes (de ‘wat’-vraag), en 3) een gemeenschappelijke roadmap maken waarbij concrete doelen SMART en met een bijbehorende taakverdeling worden opgesteld (de ‘hoe’ vraag). NLCH heeft met Ronde Tafels en andere initiatieven dit proces aangezwengeld. Mensen van verschillende bedrijven dwars door sectoren heen zijn bij elkaar gebracht en hebben gezamenlijk van gedachten gewisseld over verschillende thema’s van belang voor de circulaire economie. Deze weergave daarvan voedt de start voor daadwerkelijke verandering in Nederland en daarbuiten. Monique de Ritter is onderzoeker en PhD candidate bij het Strategy Center van Nyenrode Business Universiteit. Haar promotieonderzoek richt zich op sociale ondernemingen opererend in 'business ecosystemen' als katalysator voor duurzame maatschappelijke . In dit kader heeft zij alle Ronde Tafels bijgewoond.

  24  

VISIES VOOR CIRCULAIRE VOORTGANG Nederland heeft in korte tijd en over de volle breedte van de maatschappij significante stappen gezet richting een circulaire economie. In vergelijking met andere landen mag Nederland zich zeker koploper en zelfs een ‘Hotspot’ noemen. De stijgende ambities brengen meteen de volgende uitdaging in zicht: opschalen. De rode lijn in de discussies bij de Ronde Tafels van NLCH tekende zichzelf geheel spontaan af in dat kader: ja: we zijn goed op weg, nee: we gaan niet snel genoeg, ja: we zien voldoende mogelijkheden mits we kunnen opschalen. De belangrijkste eindnotities zijn dan ook concrete focuspunten om in Nederland de volgende – en voorwaardelijke - stap in de circulaire transitie – opschaling – te realiseren: * Samenwerken geen optie maar een voorwaarde * Update het financiële ecosysteem * Opschalen van Innovaties * Circulaire kennis vergroten en verankeren * Laat zo veel mogelijk voorbeelden zien * Burger heeft hoofdrol bij opschaling

SAMENWERKING: GEEN OPTIE MEER, MAAR EEN VOORWAARDE Samenwerken. Maar dan anders. Het woord ‘samenwerken’ en ‘nieuwe partnerships’ is bijzonder vaak gevallen tijdens de discussies. Sterker nog, het heeft er alle schijn van dat het fundament voor het succes van een circulaire economie niet ligt bij technische innovaties of financiële constructies, maar bij de wijze waarop er door alle stakeholders uiteindelijk wordt samengewerkt. De sleutelwaarden daarbij: vertrouwen, transparantie, bereidheid tot delen, kwetsbaarheid. Het zijn de ‘zachtere’ waarden, maar ze zijn wel keihard nodig. Organisaties zijn vooralsnog niet ingesteld op ‘circulaire samenwerking’ waarbij vaak nieuwe wetmatigheden en processen worden ontdekt. ‘We moeten het samen ontdekken’ was een veel gehoorde kreet. Met een zo vroeg mogelijke en zorgvuldige assessment, kan de samenwerking in een circulair traject de fundering krijgen die het nodig heeft. Vaststellen wie er ‘aan tafel’ moeten zitten, wat ieders belangen en uitdagingen zijn en wat de rolverdeling is, is nodig om verwachtingen constructief te kunnen ‘managen’. Onzekerheden – inherent aan circulaire (innovatieve) trajecten, moeten van tevoren worden benoemd. Feitelijk is circulaire samenwerking een sociale innovatie en een onderwerp op zich, waar meer kennis over opgebouwd moet worden. Organisaties hebben veelal eigen bestaande procedures, die voor een samenwerking met één partij al voor uitdagingen zorgen, laat staan als dat meerdere partijen zijn, wat in circulaire projecten per definitie het geval is.

  25  

  26  

ONS FINANCIËLE ECOSYSTEEM IS HARD AAN EEN UPDATE TOE Banken en belastingen lopen achter de feiten aan. ‘Pro-actieve overheid’ is gewenst, waarmee wordt bedoeld dat overheden niet alleen faciliteren en reageren op signalen en wensen uit de markt en maatschappij, maar ook zelf naar wegen zoekt om circulaire economie te bevorderen. Duurzaam inkopen en circulaire keuzes ‘belonen’ zijn daar de meest voor de hand liggende voorbeelden van. In het kader van het opschalen van de circulaire economie in Nederland, is de sturende werking van financiële incentives en de nieuwe financiële complexiteit bij circulaire projecten en modellen uitgebreid aan bod gekomen. Financiële instellingen zien op zich potentie in circulaire businessmodellen, maar staan nog vaak op de rem omdat ze nog te veel onzekerheden zien. Zaken als risico management, supply management, eigendom en levenscycli zijn in een circulaire economie totaal anders. Innovatieve bedrijven en ondernemers raken op hun beurt gefrustreerd dat financiers niet bereid zijn om met hen mee te denken en zich meer opportuun op te stellen. Een situatie die het realiseren van grootschaliger projecten structureel in de weg staat. De conclusie lijkt gerechtvaardigd dat voor de financiële sector ‘business as usual’ niet meer toereikend is. Ook hier lijkt samenwerking de sleutel: vooruitstrevende banken kunnen samen met bijvoorbeeld pensioenfondsen en overheden aan nieuwe financiering constructies en –standaarden werken, die zijn toegespitst op circulaire modellen.

Het huidige belastingsysteem vormt eveneens een significant obstakel voor opschaling van de circulaire economie. Het woord ‘externalities’ viel tijdens de discussies met regelmaat, en altijd in de context dat ze veel te weinig worden belast of niet worden meegenomen op de bedrijfsbalans. Arbeid daarentegen – een belangrijke motor van een inclusieve economie – wordt nog altijd zwaar belast. Ook het veel genoemde ‘signaal naar de burger’, die volgens velen best af en toe op zijn verantwoordelijkheid gewezen mag worden, wordt versterkt door hogere belasting op bepaalde consumptie. Belastingen en regelgeving spelen ook een grote rol bij de roep om een gelijk speelveld, daar waar het bijvoorbeeld gaat om energie en afval. Daar ligt een duidelijke taak voor de landelijke en toch ook Europese overheid. Het ‘meerekenen’ van maatschappelijke en ecologische waarden wordt over het algemeen gezien als een belangrijke stap richting een circulaire economie. Het ontwikkelen van standaarden heeft daarbij absolute prioriteit. Hier ligt een duidelijke rol weggelegd voor accountantskantoren. INNOVATIES: VAN SERVET NAAR TAFELLAKEN Roep om pro-actieve overheden Al na de eerste Ronde Tafel kon al worden geconcludeerd dat er aan circulaire innovaties geen gebrek is in Nederland, met een unaniem verlangen bij ondernemers en bedrijven naar schaalvergroting, want pas dán zet het zoden aan de dijk. De

  27  

rol die de financiële sector daarbij kan spelen is feitelijk al aan bod gekomen bij de vorige conclusie, maar ook over de rol van de overheid is uitgebreid gediscussieerd. Daarbij werd de stimulerende en stuwende werking van duurzaam inkoopbeleid door landelijk en lokale overheid vaak genoemd, door zowel ondernemers als vertegenwoordigers van overheden. Steden als Amsterdam en Rotterdam kunnen zelfs leidend zijn. Maar niet alleen overheden hebben een rol in het stimuleren en opschalen van innovatie. Bedrijven kunnen zelf – zeker in samenwerking met overheden – zogenoemde ‘living labs’ creëren waar MKB en multinationals structureel samenwerken om veelbelovende innovaties naar een hoger plan te tillen. CIRCULAIRE KENNIS VERGROTEN EN VERANKEREN Blijven leren en láten leren Hoewel in geen van de discussies het woord ‘kinderschoenen’ viel, was de algemene opvatting wel dat – hoewel Nederland zeker gezien wordt als koploper – circulaire economie voor veel organisaties nog een ontdekkingsreis is. Er is nog veel kennis te verzamelen en uit te breiden, voordat het geborgd kan worden in processen en modellen. Om het ‘anders kunnen denken’ dat circulariteit vereist te verankeren, zullen universiteiten, hogescholen en andere vormen van voortgezet onderwijs specifieke curricula moeten aanbieden. Zij signaleren in het afgelopen decennium al een toenemende aandacht bij studenten voor het thema duurzaamheid en de groeiende aandacht voor circulaire

economie kan daarop voortbouwen. Circulaire economie is een interdisciplinair onderwerp en kan daarom in een brede reeks van studies worden aangeboden en moet zeker niet beperkt worden tot de bedrijfseconomische studies. CIRCULAIRE ECONOMIE: EERST (LATEN) ZIEN, DAN (LATEN) GELOVEN) De bewijzen zijn er al. Laat ze dan zien! “We moeten het laten zien” was het bovenliggende thema als de gesprekken gingen over het overtuigen van anderen, van burgers tot (financiële) partners, van overheden tot partners in de keten, van bestuurs- en directieleden tot eigen werknemers. Het gewenste ‘anders denken’ dat nodig is om de kansen van circulaire modellen te (h)erkennen, heeft harde bewijsvoering nodig van successen om circulaire economie daadwerkelijk mainstream te laten worden. Recente initiatieven als de Circular Expo, de Valley in Hoofddorp en het online platform van Nederland Circulair, zijn stappen in de goede richting. Ook het middel van handelsmissies – zowel inkomend als uitgaand – heeft een stimulerende werking voor het genereren van aansprekende voorbeelden uit de circulaire praktijk en heeft als bijkomend voordeel dat Nederlandse bedrijven zich ook aan geïnteresseerden uit het buitenland kunnen presenteren. ‘Trots’ is ook een veelgehoord begrip geweest tijdens de discussies. Over het algemeen voeden circulaire projecten van organisaties – zowel bedrijven als gemeenten – het gevoel van trots bij medewerkers en burgers/bewoners, wat

  28  

tot meer betrokkenheid en tevredenheid leidt. Bij het structureel etaleren van succesvolle cases, zowel nationaal als internationaal, zal deze positieve energie worden gevoed. GEEN OPSCHALING ZONDER BETROKKEN BURGER/CONSUMENT ‘Het goede doen’ is niet genoeg; maak het logisch, voordelig en gemakkelijk Alle deelnemers aan de Ronde Tafels hebben op enig moment wel gerefereerd aan het belang van de burger/consument: als die niet de kans krijgt om het belang en de winst van een circulaire economie te (h)erkennen, wordt het opschalen ervan een onmogelijke taak. Daarbij is ‘het grotere plaatje’ achter het belang van circulaire economie voor burgers uiteraard belangrijk, maar voor de uiteindelijke beïnvloeding van hun keuzes veel minder relevant. Circulaire producten en diensten succesvol over de bühne brengen bij de consument, betekent accepteren dat ‘het goede doen voor mens en planeet’ als incentive echt niet toereikend is. Juist bij circulaire producten en diensten moet de focus van de verleiding liggen op het gemak, het voordeel en het gezond verstand en niet op de morele kant van hun verhaal.

  29  

WOORD VAN DANK Als voorzitter van de campagne Nederland Circulaire Hotspot heb ik, samen met teamgenoten Guido Braam, Peter Gersen, Navied Tavakolly en Bas Jongerius, als begeleiders de Ronde Tafels mogen bijwonen. Naast de scherpe en inspirerende discussies, is de positieve energie bijgebleven die iedere bijeenkomst genereerde. Het was fascinerend te zien hoe een bonte verzameling aan mensen en organisaties zich gezamenlijk energiek stortten op het onderwerp circulaire economie. Het geeft hoe dan ook vertrouwen in de toekomst. Uiteraard danken wij alle deelnemers en hun organisaties, voor hun inzet en bereidheid om voor dit initiatief tijd en energie vrij te maken. En speciaal dank aan de mensen en organisaties op wie meer dan eens een beroep is gedaan voor steun - zowel inhoudelijk als praktisch – en die ons initiatief mogelijk hebben gemaakt: Annemieke Roobeek en MeetingMoreMinds, Frank van Ooijen en FrieslandCampina, Wethouder Abdeluheb Choho, Eveline Jonkhoff en Gemeente Amsterdam, Nico van Dooren, Monique de Moel en Port of Rotterdam, Ton van der Wijst en de SER, Han van der Hoorn en PGGM, Jan Paul van Soest, Hannie Vlug en het Ministerie van I&M, Circle Economy en alle overige partners van Nederland Circulair. Namens het voltallige team van NLCH: Dank!

Z.K.H. Prins Carlos de Bourbon de Parme

COLOFON

Publicatie NLCH / April 2016

Foto’s: Nederland Circulaire Hotspot

Verslaglegging Ronde Tafels: Alyanne Boon, Astrid Sonneveld, Lotte Cornel, Marit Schouten.

Daniël van Staveren, Navied Tavakolly, Liesbet Hanekroot, Yvonne Sjaardema, Timo Brinkman

Samenstelling en redactie: Peter Gersen

  30  

IF EVERYONE MOVES FORWARD TOGETHER, THEN SUCCES IF EVERYONE MOVES FORWARD TOGETHER, THEN SUCCES TAKES CARE OF ITSELFTAKES CARE OF ITSELF.. -- HENRY FOHENRY FORDRD