26
reflex ’servitec 35-95’ Vacuüm-sproeibuisontgassing Handleiding voor montage, bediening en onderhoud Stand 10/10

reflex 'servitec 35-95' Vacuüm-sproeibuisontgassing Handleiding

  • Upload
    dinhnhu

  • View
    553

  • Download
    57

Embed Size (px)

Citation preview

reflex ’servitec 35-95’Vacuüm-sproeibuisontgassing

Handleiding voor montage, bediening en onderhoud

Stand 10/10

reflex ’servitec’Inhoud

AlgemeenOverzichtsweergave, typecodering 3 Bedieningspaneel 4 Algemene veiligheidsinstructies 5

MontageLevering 6 Opstelplek 6 Opstelling 6 Montageschema’s 7 – 9 Elektrische aansluiting 9 Overzicht klemmenschema ‘servitec 35-95’ 10

Eerste inbedrijfstellingVoorwaarden voor de inbedrijfstelling 11 Startroutine 11 – 12 Vullen en pomp ontluchten 12 Vacuümtest 13 Automatische modus 13 Vuilvanger reinigen 14

BedrijfAutomatische modus 15 Handmatige modus 15 Stopmodus 15 Gebruikersmenu 16 – 17 Servicemenu 17 Zomerbediening 18 Standaardinstellingen 18 Meldingen 19

Onderhoud, controle, demontage Onderhoudshandleiding 20 Demontage 21 Controletermijnen 21

Reflex-servicedienst 21

Certificaatnummers 21

Algemene beschrijvingWerking 22 – 23 Bedrijfsparameters 23 Maten, gewichten 23 Inzetplekken 23 Elektrotechnische gegevens 23

Conformiteitsverklaring 24

Certificaten voor montage, onderhoud en inbedrijfstelling 25

1 Kogelkraan

2 Druksensor

3 2-wegs motorkogelkraan met overstroomfunctie

4 3-wegs motorkogelkraan (bijvulling)

5 Kogelkraan met geïntegreerde vuilvanger

6 Kogelkraan

7 Aftapschroef - pomp

8 Ontluchtingsschroef - pomp

9 Pomp

10 Schakelkast IP 54

11 Drukaansluiting met sproeier

12 Verbindingsslang

13 Watergebrekschakelaar

14 Zuigaansluiting

uitsluitend voor ‘servitec 35’:

15 Wandbevestigingssteun

16 Afstandshouder

17 Vacuümmeter

18 Vacuüm-sproeibuis

19 Vul- en aftapkraan

20 Peilbuisontgassing

reflex ’servitec’Algemeen

A WatertellerB TerugloopverhinderaarC AflooptrechterD WandbevestigingssteunE Afsluitkraan

’servitec’ 60 / gl gl - Uitvoering voor water-glycolmengsel met glycolgehalte tot 50% (uitsluitend voor ‘servitec ...’/gl) Pompgrootte

’servitec’ besturingseenheid

Typecodering

reflex ’fillset’ (Optie)

20

17

18

11

12

10

13

2

4

8

9

19

14

716

1

15

BVO P

Overzichtsweergave

C DB

A E

’servitec’-sproeibuis

3

E

6

5

3

reflex ‘servitec 35’

reflex ’servitec’Algemeen

LCD display

Werkmodustoetsen

Besturingstoetsen

InformatieregelWeergave van het actieve ontgassingsprogramma en weergave van meldingen

Drukindicator (uitsluitend in bedrijfsmodus ‘magcontrol’)Weergave van de actuele installatiedruk (uitsluitend in ruststand van de pomp af te lezen), knippert bij drukstoring

Handmatige modus (→ pag. 15)

Stopmodus (→pag. 15)Installatie buiten werking

Automatische modus (→ pag. 15)

Oproepen van het klanten-menu (pag. 15)

In het gebruikersmenuParameterinvoer afbreken,gebruikersmenu verlaten

Tijdens automatische, handmatige, gestopte modusMeldingen (bijv. “ER06 Bij-vullingstijd overschreden”) opheffen

Door de startroutine bladeren,Door het gebruikersmenu bladeren,Parameters wijzigen

Parameters selecteren,Invoer bevestigen

Bedieningspaneel

4

Opmerking: betekent in het verdere verloop van de montage-, bedienings- en onderhoudshandleiding “toets indrukken”

1.5bar Permanente ontgassing

5

’servitec’ is een ontgassings- en bijvulstation, dat in principe uit een besturingseenheid en een vacuüm-sproeibuis bestaat.

De conformiteit in bijlage bevestigt dat het product conform de EU-richtlijn 27/23/EG is over drukapparaten en

89/336/EG over de elektromagnetische compatibiliteit.

Montage, bediening/werking, controle voor inbedrijfstelling, periodieke controlesconform de nationale voorschriften, in Duitsland conform de verordening inzake veilig werken. Dienovereenkomstig moeten montage en bediening door vaktechnici en speciaal daartoe opgeleide werknemers volgens de nieuwste technische eisen worden uitgevoerd. Vereiste controles voor inbedrijfstelling (uitsluitend bij ’servitec’ speciale installaties, PS x V > 50 bar x liter), na essentiële wijzigingen aan de installatie en weerkerende testen moet er een toegelaten bewakingsplek door de eigenaar worden toegewezen. Aanbevolen controletermijnen: zie hoofdstuk “Periodieke controles”. Er mogen uitsluitend vacuüm-sproeibuizen zonder zichtbare beschadigingen aan het druklichaam worden geïnstalleerd.

De correcte montage en inbedrijfstelling moeten bevestigd worden in de montage-, inbedrijfstellings- en onderhoudsattesten (→ zie pag. 25). Dat is de voorwaarde voor de garantieclaims. Wij bevelen aan om zowel de eerste inbedrijfstelling als het jaarlijkse onderhoud door uw reflex-servicedienst (z. pag. 21) te laten uitvoeren.Attentie! ’servitec’ is geconcipieerd voor het stationaire en niet voor de mobiele installatiebedrijf. De vastgelegde garantieperiodes gelden uitsluitend bij het handhaven van max. 16.000 ontgassingsintervallen per jaar (zie onderhoudshandleiding pag. 20).

Wijzigingen aan de ’servitec’,zoals bijv. laswerkzaamheden aan de sproeibuis of ingrepen in de schakeling, zijn niet toegestaan.

Parameters respecterenInformatie betreffende fabrikant, bouwjaar, productienummer en ook technische gegevens vindt u op het typeplaatje. Er moeten geschikte maatregelen voor de bescherming van temperatuur en druk genomen worden in de voedingsinstallatie, opdat de opgegeven toegelaten max. en min. bedrijfsparameters niet over- of onderschreden worden. Het toestel mag uitsluitend worden ingezet in systemen met water dat niet giftig is.

Thermische beveiligingIn verwarmingsinstallaties met heet water waarbij werknemers met te hoge oppervlaktetemperaturen in aanraking kunnen komen, moet de exploitant in de buurt van de vacuüm-sproeibuis een waarschuwing aanbrengen of zorgen voor voldoende warmte-isolatie. Voorzichtig bij het werken aan een hete installatie. Zeker rond de schroefverbindingen, de ontluchtingsschroeven voor de pompen en de peilbuisontgassing bestaat verbrandingsgevaar door lekkend water, en bij aanraking, in het bijzonder van de vacuümsproeibuis, gevaar op letsel door hoge temperaturen.

Elektrische aansluiting‎De elektrische bekabeling en de aansluiting moeten door een vakman worden uitgevoerd conform de geldige plaatselijke EVU-, VDE- en EN-voorschriften. Voor de werken aan elektrische componenten moet de installatie spanningsvrij worden gemaakt.

Niet-inachtneming van deze handleiding en in het bijzonder van de veiligheidsinstructies kan leiden tot

onherstelbare schade en defecten aan de ’servitec’, kan gevaren op lichamelijk letsel opleveren en de goede werking van het vat in het gedrang brengen. Bij niet-inachtneming vervallen alle claims inzake garantie en aansprakelijkheid.

reflex ’servitec’Algemeen

Algemene veiligheidsinstructies

5

6

reflex ’servitec’Montage

Opmerking:

De levering wordt beschreven op de leverbon en de inhoud wordt op de doos aangegeven.

1 pallet met - ’servitec’ (voorgemonteerd) - Vacuüm-sproeibuis (voorgemonteerd) - Peilbuisontgassing (in de doos mee verpakt)

met - Folietas (bevestigd aan de ’servitec’) met - Handleiding voor montage, bediening en onderhoud - Elektrisch schakelschemaMogelijk toebehoren:1 doos - ’fillset’ met waterteller (in de doos mee verpakt) - ’fillset compact’ zonder waterteller (in de doos mee verpakt)

Levering

Opstelplek

Voorwaarden voor de opstelplek:- Vorstvrije, goed verluchte ruimte, kamertemperatuur > 0 tot max. 45 ° C- Geen toegang voor onbevoegden- Vlakke vloer met draagvermogen en met ontwateringsmogelijkheid- Volledige aansluiting DN 15 conform DIN 1988 T 4- Elektrische aansluiting met 230 V~, 50 Hz, 16 A met voorgeschakelde

FI-beveiligingsschakelaar: uitschakelstroom 0,03 A- Bij een bijvullingsdruk > 6 bar moet er door de opdrachtgever een drukverminderaar voorzien worden.

Opstelling

- ’servitec’ van de pallet nemen en naar de opstelplek transporteren. Let er hierbij op, dat de ’servitec’ aan het frame wordt gedragen.

- Bij het justeren van de besturingseenheid moet erop gelet worden dat de armaturen en toevoermogelijkheden van de aansluitleidingen goed kunnen worden bediend.

- Transportbeveiliging van de peilbuisontgassing (20) verwijderen en peilbuisontgassing (20) met de hand vastschroeven.

- Alle schroefverbindingen aandraaien.- Bij navulling uit het drinkwaternet moet de ’fillset’ (→ pag. 3) of een systeemscheider

worden voorgeschakeld.- Als bij de invoer van de gewenste bijvullingsdruk in het gebruikersmenu (→ pag. 16)

de parameter < 1,3 bar geselecteerd werd, dan moet worden nagegaan of de waterspiegel, bijv. van de scheidingscontainer, boven de pomp ligt.

- Als er geen ’fillset’ voor de aansluiting aan de drinkwaterinstallatie voorzien is, dan moet de opdrachtgever een vuilvanger (maaswijdte < 0,25 mm) voorschakelen.

- Als de automatische navulling niet wordt uitgesloten, dan moet de aansluiting (BV) navulleiding met een plug R ½ afgesloten te worden.

- De ‘servitec 35’ moet bij de montage tegen de muur door de opdrachtgever ontkoppeld worden, zodat er geen overdrachtsgeluiden kunnen ontstaan.

Transportbeveiliging

7

≥ 500

Hoofdstroom V systeemwater

gasrijk gasarm

reflex ’servitec’Montage

- ’servitec’ aan de kant van de buisleiding aan de installatie koppelen. De max. toegelaten mediumtemperatuur aan het aansluitpunt bedraagt 70 °C. Bij verwarmingsinstallaties gebeurt de inbouw in de retour van de installatie.

- De aansluiting gebeurt in de onmiddellijke omgeving van de expansieleiding op zo’n manier, dat er een beveiliging is via de veiligheidsklep aan de kant van de installatie. Anders is er een extra veiligheidsventiel noodzakelijk.

- Minimale afstand van 500 mm tussen de aansluitpunten aanhouden,- stroomrichting respecteren, - leidingen spoelen.

Montageschema’s

- Attentie vuil! Aansluitleiding bovenaan, aan de zijkant of onderaan als dompelbuis aankoppelen. Nooit onderaan stomp aankoppelen (gevaar op vervuiling).

- De functie van de ’servitec’-ontgassing is slechts gegarandeerd als de aansluiting van ’servitec’ in een representatieve hoofdstroom van het installatiesysteem gebeurt. De volgende minimale volumestromen V moeten tijdens het bedrijf worden gehandhaafd:

Detail aansluiting

BV Bijvulleiding

O Overloopleiding

P Pompleiding

V‘servitec ... / 35’

0,7 m³/h’servitec’ ... / 60-95

1,1 m³/h

≥ 500

Hoofdstroom V systeemwater

gasrijk gasarm

van boven

onderaan als dompelbuis aan de zijkant

onderaan stomp aangelast niet toegestaan

DN 25

DN 20

DN 20

Hoofdstroom VSysteemwater

NSÜ P

reflex ’fillset’bij drinkwater- bijvulling

reflex ’servitec’bijv. type ’servitec 60’

Expansievat/drukbehoud

DetailAansluiting

20 2520

V pSV

Afvoerdoor de opdrachtgever

max. 70 °C

8

reflex ’servitec’Montage

’servitec’ zoveel mogelijk in de retour van het systeem installeren, opdat de temperatuurbelasting ≤ 70 °C blijft.

Bij inzet van een onthardingsinstallatie (bijv. reflex ’fillsoft’) moet deze tussen de ’fillset’ en de ’servitec’ worden geïnstalleerd.

Richtlijnen voor de installateur

refl ex ’servitec’ in de modus ’magcontrol’ in een installatie met meerdere ketels met hydraulische wissel en MAG

* Detail aansluiting → Pagina 7

De aansluitingen moeten worden aangepast aan de plaatselijke omstandigheden.

reflex ’fillset’

reflex ’servitec’

Drink-water

M M

TIC

TIC

TIC

TIC

TIC

Hyd

raul

isch

e w

isse

l

202025

≥ 500* vereiste aanvoerdruk ≥ 1,3 bar

reflex ’servitec’-ontgassingsautomaten lossen “gasproblemen” op drie vlakken op:

geen rechtstreeks aanzuigen van lucht door controle van het drukbehoud

geen circulatieproblemen door luchtbellen in het systeemwater

Reductie van het corrosierisco door onttrekken van zuurstof uit het vul- en bijvulwater

Opstelling

reflex ’fillsoft’

Elektrische aansluiting‎

Bijzonder aan te bevelen is de combinatie van een ’servitec’ met compressorgestuurde drukhoudstations (bijv. ’reflexomat’). Het net dat door de ’servitec’ “keihard” ontgast is, wordt door de ’reflexomat’ zacht opgevangen.

De waterstand in het expansievat wordt door de besturingseenheid van het drukbehoudstation bewaakt. Het 230 V bijvullingssignaal LS van het drukhoudstation start de bijvullingsprocedure met ontgassing.

Door aansluiting van ’servitec’ in de hoofdvolumestroom van het systeemwater wordt een optimale ontgassing gegarandeerd.

Bij de combinatie van pompgestuurde drukbehoudstations met ’servitec’ bevelen wij principieel een individuele ketelbescherming aan met een membraan-drukexpansievat (bijv. ‘reflex’).

Richtlijnen voor de installateur

refl ex ’servitec’ in de modus ‘levelcontrol’ en compressordrukbehoud - een ideale combinatie

De aansluitingen moeten worden aangepast aan de plaatselijke omstandigheden.

≥ 500*

reflex ’fillset’

reflex ’servitec’’reflexomat’

Drink-water

202025

230 V Signaal

Kabel door de opdrachtgever

Hoofdvolumestroom

vereiste aanvoerdruk ≥ 1,3 bar

LS

De elektrische bekabeling en de aansluiting moeten door een vakman worden uitgevoerd conform de geldige plaatselijke (EVU) en VDE-voorschriften. Voor er aan elektrische componenten gewerkt wordt, moet de netstekker worden uitgetrokken en de installatie spanningsvrij geschakeld worden. Aan deze handleiding zijn uitvoerige elektrische aansluitschema’s toegevoegd, die absoluut gerespecteerd moeten worden.

De volgende uitvoeringen gelden uitsluitend voor standaardinstallaties en beperken zich in feite tot de noodzakelijke aansluitingen door de opdrachtgever.

– kruisjesschroeven aan de schakelkast (2) losmaken.– Deksel openen.– Alle kabels die opgelegd moeten worden, door de kabelverbinding leiden.

Attentie!Uitsluitend inzetten voor de PG-schroefverbinding die hiervoor geschikt is.– Alle kabels vastklemmen (z.o. e-schakelplan).– Voor de afscherming door de opdrachtgever moet u de aansluitleidingen op pagina 23 bekijken.

reflex ’servitec’Montage

reflex ’fillsoft’ 9

10

Extern bijvullingssignaal uitsluitend voor ’servitec’ in de modus ‘levelcontrol’

Gebruik in installaties met pomp- of compressorgestuurd drukbehoud. De besturing van de bijvulling bij ‘servitec level-control’ gebeurt via een extern signaal: – Stuurkabel voor de bijvulling door betreffende schroefverbinding leiden (M16 of M20). – Kabel monteren (zie boven).

Als alle aansluitingen zijn aangebracht, schakelkast sluiten, de schroeven van de behuizing weer vastdraaien en de stroomvoorziening tot stand brengen. Op de display verschijnt de installatieversie.

De ’servitec’ besturing is klaar voor de eerste inbedrijfstelling.

reflex ’servitec’Montage - Eerste inbedrijfstelling

Benaming Klem Signaal OpmerkingenVoeding 1 PE

’servitec’ is geheel bekabeld en voorzien van aardingsstekker(230 V) 2 N3 L

Pomp 1 (9) 4 PE(230 V) 5 N is gemonteerd

6 M1

Bijvulling (4) 10 Y1 (kabel nr.2)is gemonteerd

(230 V) 11 N (kabel nr.1)

Verzamelmelding 13 COM(potentiaalvrij) 14 NC door installateur te bekabelen (optioneel)

15 NO

Externe bijvul- 17 Bijv. (230 V) uitsluitend bij ‘servitec levelcontrol’lingsbediening 18 Bijv. (230 V) potentiaalvrije ingang voor ext. bijvullingssignaal

Watergebrek- 20 - Niveau Kabel aan de watergebrekschakelaar door de M20-2-voudige schroefverbinding leiden en aan de klemmen 20 en 21 aansluiten. Er hoeft niet op polariteit te worden gelet.

schakelaar (13) 21 + NiveauDroogloopbeschermingDrukmeet- 22 PE

is gemonteerdomvormer (2) 23 - Druk24 + Druk

Motorkogelkraan (3) 25 0-10 V (kabel nr.5)

is gemonteerd(Overloopfunctie) 26 0-10 V (kabel nr.3)

27 GND (kabel nr.1)

28 +24 V (kabel nr.2)

Poort Bij de installaties ‘servitec 35’ tot ‘servitec 95’ is de poort uitsluitend bedoeld voor update van het programma.RS-485

Overzicht klemmenschema op de printplaat ‘servitec 35 - 95’

Zekering L

Elektronica en

magneetkleppen

Zekering

N

Mag

neetk

lep

11

pSV [bar] = Aanspreekdruk veiligheids ventiel aan de warmtebron

pmax [bar]

pe [bar] = Einddruk drukbehoud

pa [bar] = Aanvangstdruk drukbehoud of vuldruk F bij MAG

p0 [bar] = pstatisch + pVerdamping + 0.2 bar (Aanbeveling) pst [bar] = statische druk (= statische hoogte [m] / 10)

0,3 bar≥0,5 bar

≥0,3 bar

0...0,2 bar

Het drukbereik van de ’servitec’ moet binnen het pa … pe van het drukbehoud liggen. pa = Bijvulling bij drukonderschrijding

*

** Stoormelding bij drukonder- of -overschrijding

De startroutine begint door de besturing voor het eerst in te schakelen. Ze is bedoeld voor de instelling van de parameters die noodzakelijk zijn voor de bediening van ’servitec’. Als u een waarde verkeerd heeft ingegeven, dan kunt u de startroutine opnieuw beginnen door op de toets “quit” te drukken.

Attentie! De startroutine kan slechts eenmalig doorlopen worden, hierna moeten de parameterwijzigingen in het gebruikersmenu worden uitgevoerd (→ pag. 16).

Startroutine

Wij raden u aan de volgende stappen en de opleiding van het bedienend personeel door uw Reflex-servicedienst te laten uitvoeren (→ pag. 21).

– De opstelling van de ’servitec’ met inbegrip van peilbuisontgassing is gebeurd.– De verbinding met het systeem aan de waterkant is tot stand gebracht.– Het installatiedrukbehoud is in bedrijf.– De installatie is minstens ruwweg ontlucht.– De netaansluiting aan de elektrokant is conform de geldige VDE en plaatselijke EVU-voorschriften tot stand gebracht.– Bij een bijvullingsdruk > 6 bar moet er door de opdrachtgever een reduceerventiel aangebracht worden.

Voorwaarden voor de inbedrijfstelling

reflex ’servitec’Eerste inbedrijfstelling

De startroutine van de ’servitec’ wordt automatisch opgeroepen als de bediening voor het eerst wordt ingeschakeld. Op de display verschijnt dan het ’servitec’-bouwtype, bijv. ’servitec magcontrol’ of ‘servitec levelcontrol’ (→ pag. 8).Selecteer nu via de pijltoetsen het gewenste bouwtype:

Druk nu “ok” om in het taalmenu te komen:

Kies uw taal aan de hand van het kenteken voor het land, bijv. NL voor Nederland, en bevestig met “ok”.

De melding om deze gebruiksaanwijzing te lezen verschijnt. Bevestig met “ok”.

Deze melding verschijnt uitsluitend bij ’servitec magcontrol’. Stel de minimale bedrijfsdruk hier in conform de statische hoogte van uw installatie (zie ook onderstaande grafiek) en bevestig met “ok”.

Voorbeeld: verwarmingsinstallatie

Aanvoertemperatuur: 70 °C(Verdampingsdruk pD = 0 bar)Statische druk pst:11 mWS (11 mWS ~ 1,1 bar)

Instelwaarde:p0: = 1,3 barpSV: = 3,0 bar

resulterende drukken voor de bijvulling:Aan: = 1,4 barUit: = 1,6 bar

SERVITEC mag.../level...

Land: DD GB F NL PL CZ E DK

Gebruiksaanwijzing lezen!

Min. bedr. drukP0 = 1,5 bar

ok

ok

ok

ok

ok

12

Vullen en pomp ontluchten

ok

ok

ok

reflex ’servitec’Eerste inbedrijfstelling

De ’servitec’ is in de stopmodus. Voorzichtig bij hoge temperaturen! Algemene veiligheidsinstructies (→ pag. 5) in acht nemen!!

– Vulslang aan de vul- en aftap-kraan (19) van de vacuüm-sproeibuis aansluiten.– Vacuüm-sproeibuis vullen, lucht wordt via de peilbuisontgassing (20) uitgestuwd,

de drinkwaterdruk is dan af te lezen op de vacuümmeter (17).– Via de ontluchtingsschroef (8) de pomp (9) ontluchten, de pomp mag niet lopen.– Ontluchtingsschroef sluiten; vul- en aftap-kraan (19) sluiten. Pomp starten.

Opmerking:De ontluchtingsschroef mag niet helemaal worden losgedraaid. Wacht tot er water zonder lucht naar buiten komt. De ontluchtingsprocedure moet indien nodig worden herhaald, tot de pomp een onderdruk op de vacuümmeter (17) bereikt.

Tijdstip:18:46:29

Datum:29.11.01

Routine stoppen? ja

1,7 barSTOP

Veil. klep. druk PS = 3,0 bar

Deze melding verschijnt uitsluitend bij ’servitec magcontrol’.Stel hier de aanspreekdruk voor de veiligheidsklep van de warmte bron in en bevestig met “ok”.

Stel eerst de actuele tijd (hier: 18) in met pijltjestoetsen en bevestig met “ok”. Ga aansluitend verder met de minuten (hier: 46) en seconden (hier: 29).

Stel eerst de actuele dag (hier: 29) in met pijltjestoetsen en bevestig met “ok”. Ga daarop verder met de maanden (hier: 11) en jaren (hier: 01).

Aan het einde van de startroutine wordt nagevraagd of de startroutine moet worden verlaten. Als bij deze vraag “ja” wordt geselecteerd en bevestigd met de toets “ok”, dan gaat de installatie automatisch in de stopmodus over. De installatie moet vervolgens in de stopmodus gelaten worden, zodat de volgende stappen genomen kunnen worden voor de inbedrijfstelling. Als “nee” wordt geselecteerd, dan begint de startroutine opnieuw.

U heeft de startroutine beëindigd en bevindt zich in de stopmodus (hier: ’servitec magcontrol’ met drukweergave).

U bevindt zich nu in de stopmodus.Attentie! Nog niet overschakelen op de automatische modus.

13

U kunt nu naar de automatische modus overschakelen.

auto

Automatische modus

1,7 bar Permanente ontgassing

Display (→ pag. 4) na eerste inbedrijfstelling van een ’servitec’ in de automatische modus

reflex ’servitec’Eerste inbedrijfstelling

Vacuümtest

hand

Voorzichtig bij hoge temperaturen! Algemene veiligheidsinstructies (→ pag. 5) in acht nemen!De vacuümtest moet zorgvuldig worden uitgevoerd, omdat anders de werking van de ’servitec’ niet gegarandeerd is!

– Kogelkraan (5) sluiten, kogelkraan (1) van de pompleiding is open

in de handmatige modus zetten Systeemontgassing opstarten (SE, knippert), Pomp (9) start na 50 sec

Pomp uitschakelen nadat deze ca. 10 sec gelopen heeft!

– Let op de vacuümmeter (17), de druk mag tijdens ca. 10 min niet veranderen Als de druk gestegen is, controleer dan in het bijzonder de schroefverbindingen van de vacuüm-sproeibuis, de ontluchtingsschroeven (8) en de peilbuisontgassing (20) en herhaal de procedure.

– Als de vacuümtest succesvol was - kogelkraan (5) weer openen– Als de foutmelding “watergebrek” optreedt, moet die worden opgeheven voordat u kunt

overschakelen naar de automatische modus.

Opmerking:Voor de automatische modus van de ’servitec’ moet worden nagegaan of het drukbehoud van de installatie functioneert en hydraulisch in verbinding staat met de ’servitec’! Er moet een grove ontluchting van de installatie hebben plaatsgevonden.

Automatische modus starten,op de display verschijnt “Permanente ontgassing”.

De ’servitec’ is nu in bedrijf. De dienstverlening van de Reflex-servicedienst voor een eerste inbedrijfstelling is op dit moment afgesloten!

14

Vuilvanger reinigen

Voorzichtig! Algemene veiligheidsinstructies (→ pag. 5) in acht nemen!

Opmerking:Na afloop van de ingestelde permanente ontgassingstijd moet de vuilvanger (5) gereinigd worden (dit maakt geen deel uit van de Reflex-dienstverlening bij een eerste inbedrijfstelling!). Let ook op vuilvangers die door de installateur zijn geïnstalleerd.

Een controle van de vuilvanger is ook na de vulprocedure of na langdurige werking noodzakelijk.

– Kogelkraan (5) sluiten.

in de stopmodus zetten.

– Sluitkap losmaken en uitdraaien.

– Vuilvanger (zeefinzet) wegnemen en onder stromend water reinigen.

– Sluitkap samen met de vuilvanger aanbrengen en inschroeven.

– Sluitkap aantrekken.

– Kogelkraan (5) openen.

– Via de ontluchtingsschroef (8) de pomp (9) ontluchten, de pomp mag niet lopen.

– Ontluchtingsschroef (8) sluiten.

Automatische modus starten.

Na de eerste inbedrijfstelling is standaard de permanente ontgassing gedurende 24 u geactiveerd, waarna automatisch wordt overgegaan op intervalontgassing (→ pag.15). Na de permanente ontgassing moet de vuilvanger achter de kogelkraan (5) gereinigd worden.

stop

auto

De eerste inbedrijfstelling is nu afgesloten!

reflex ’servitec’Eerste inbedrijfstelling

Automatische modus

De automatische modus mag pas na de afgesloten eerste inbedrijfstelling geactiveerd worden. Als u zich in de automatische modus bevindt, kunt u indien nodig kiezen tussen drie verschillende ontgassingsprogramma’s. Bij alle drie ontgassingsprogramma’s is de installatiebewaking actief. De bijvulling gebeurt automatisch. Keuze in het gebruikersmenu (→ pag.16)

Permanente ontgassing – Intensieve ontgassing na inbedrijfstelling en reparaties De ontgassingscycli worden voor de ingestelde tijd permanente ontgassing (24u basisinstelling) na elkaar uitgevoerd. Daarop aansluitend gaat de besturing automatisch verder met de intervalontgassing. Bij inbedrijfstelling moet bij watersystemen minstens de helft van het installatievolume eenmaal door de ’servitec’ stromen, bij water/glycolmengsels vijfmaal het installatievolume.

Intervallenontgassing - spaarmodus in automatische modusNa 8 intervallen (standaard) wordt een pauzetijd (standaard 12 u) in acht genomen, voordat de volgende 8 ontgassingsintervallen gestart worden. Dit programma wordt automatisch na afloop van de permanente ontgassing opgestart, of kan handmatig bij reeds ontgaste installaties geselecteerd worden. De intervalontgassing start dan elke dag om 08:00 uur.

Bijvullingsontgassing – Uitsluitend ontgassing van het bijvullingswater Er vindt geen ontgassing van het installatiewater plaats. De gewenste werkwijze is in

zomerbedrijf (→ pag. 18) of als er algemeen geen ontgassing van het installatie nodig is, zinvol.

De bijvullingshoeveelheid kan door reductie van de drinkwater druk gereduceerd worden met een drukverminderaar.

1,7 barPermanente ontgassing

Display (→ pag. 4) Automatische modus met permanente ontgassing

auto

hand

1,7 barIntervalontg.

Display (→ pag. 4) Automatische modus met intervalontgassing

NSPBijvullingontg.

Display (→ pag. 4) Automatische modus met ontgassing van bijvulling

15

reflex ’servitec’Bedrijf

NE SE 10 u

Display (→ pag. 4) Weergave ‘servitec levelcontrol’ knippert bij systeemontgassing

NSPNE SE 010 u

Display (→ pag. 4) Weergave ‘servitec levelcontrol’ knippert bij bijvullingsontgassing NSP verschijnt bij 230 V of potentiaalvrij bijvullingssignaal.

Handmatige modus

quit

quit

quit

De handmatige modus kan gebruikt worden voor het vullen van de installatie en de vacuümtest. Hiertoe zijn er in de handmatige modus twee functioneringswijzen: NE (bijvulllingsontgassing) en SE (systeemontgassing)

Systeemontgassing SE – installatiewater wordt ontgast De systeemontgassing is actief zolang ▲ knippert. Verlaten van de systeemontgassing

Op deze manier zullen de ontgassingsintervallen (zie boven) na elkaar worden uitgevoerd. De systeemontgassing is nodig voor de vacuümtest (→ pag.13).

Bijvullingsontgassing NE – Bijvullingswater wordt ontgast De bijvullingsontgassing in de handmatige modus is actief zolang ▼ knippert. Verlaten van de bijvullingsontgassing

Bij ’servitec magcontrol’ kan de installatie worden gevuld. Hierbij wordt de vultijd bewaakt. Als de vuldruk (pF, → pag. 11) of de vultijd (10 u) bereikt is, wordt de bijvullingsontgassing afgebroken en de installatie schakelt in de bedrijfsmodus interval- of permanente ontgassing. Als de vuldruk pF in de bijvullingsontgassing niet bereikt is, wordt er een foutmelding gegeven.

Door nog eens op de knop te drukken komt u in de stopmodus.

stopStopmodus

In de stopmodus is de ’servitec’ zonder functie, behalve de weergave op de lcd-display. Er vindt geen functiebewaking plaats. Alle pompen of magneetkleppen zijn uitgeschakeld. Nadat op de knop “stop” is gedrukt, verschijnt nevenstaande displayweergave.

Als de stopmodus langer dan 4 uur geactiveerd is, wordt er een melding gegeven, aangezien de pomp (10) in deze modus niet onderworpen wordt aan een gedwongen start en na langere tijd kan vastlopen. STOP > 4 h 19

STOP

16

menu

Na het indrukken van de menuknop verschijnt deze informatiemelding op de display. U bevindt zich in het gebruikersmenu.

Druk nu op , om in het taalmenu te komen:

Naar een ander menupunt

Parameters selecteren

Parametersbevestigen

menu verlaten

Parameters(knipperende waarden of symbolen)

selecteren of wijzigen

Gebruikersmenu

ok

ok

quit

ok

ok

ok

ok

ok

ok

Gebruikersmenu

AlgemeenHet gebruikersmenu is bedoeld voor de invoer en wijziging van de belangrijkste ’servitec’-bedrijfsparameter. Die werden gedeeltelijk bij de eerste inbedrijfstelling binnen de startroutine bewerkt. Er zijn hier extra parameterwijzigingen mogelijk. Met de toets “menu” komt u in ons gebruikersmenu. Hier kunt u bedrijfsparameters wijzigen of toestanden bekijken. Om in het gebruikersmenu te komen “menu”-knop indrukken. Via kunt u het gebruikersmenu verlaten.quit

terug

vooruit

Naar een ander menupunt

reflex ’servitec’Bedrijf

Min. bedr. drukP0 = 1,5 bar

Veil. klep drukPS = 3,0 bar

Bijvullingsdruk Standaard

Ontgassingsprog.Permanente ontgassing

ok

ok

ok

ok

ok

ok

ok

ok

Kies uw taal aan de hand van het kenteken voor het land, bijv. NL voor Nederland, en bevestig met “ok”.

Stel eerst de actuele tijd (hier: 18) in met pijltjestoetsen en bevestig met “ok”. Ga aansluitend verder met de minuten (hier: 46) en seconden (hier: 29) .

Stel eerst de actuele dag (hier: 29) in met pijltjestoetsen en bevestig met “ok”. Ga daarop verder met de maanden (hier: 11) en jaren (hier: 01).

Op de display verschijnt het ’servitec’-bouwtype dat in de startroutine is geselecteerd, bijv. ’servitec magcontrol’ of ‘servitec levelcontrol’. Het installatietype kan hier nadien opnieuw worden vastgelegd.

Deze melding verschijnt uitsluitend bij ’servitec magcontrol’.Stel de minimale bedrijfsdruk hier in conform de statische hoogte van uw installatie (→ pag. 11) en bevestig met “ok”.

Deze melding verschijnt uitsluitend bij ’servitec magcontrol’.Stel hier de aanspreekdruk voor de veiligheidsklep in (→ pag. 11) en bevestig met “ok”.

De bijvullingsdruk kan op volgende parameters worden ingesteld:- > 2,3 bar (Standaard)- < 2,3 - 1,3 bar- < 1,3 bar (bijv. bij open netscheidingscontainer)*

Kies hier het ontgassingsprogramma(→ pag. 20) en bevestig met de toets “ok”.

Land: DD GB F NL PL CZ E DK

Tijdstip:18:46:29

Datum:29.11.01

SERVITEC mag.../level...

* → Pag.6 - Opstelling van de ’servitec’

17

Naar een an-der menupunt

Parameters selecteren

Parametersbevestigen

Parameters(knipperende waarden of symbolen)

selecteren of wijzigen

Volgend onderhoudTY = 12 maanden

Alle meldingen PFK ja

Foutengeheugen

Parametergeheugen.

Positie motor- kogelkraan: ... %

ok

ok

ok

ok

ok

SERVITEC MC V ...

auto

hand

stop

ok

ok

ok

ok

ok

ok

ok

Gebruikersmenu

menu verlaten

quit

terug

vooruit

Naar een ander menupunt

Uitsluitend ter info:

Uitsluitend ter info:

Uitsluitend ter info:

Servicemenu

In ’servitec’-bedieningen is er een serviceniveau geïnstalleerd dat met een wachtwoord beschermd is, waarin de extra data kunnen worden gewijzigd. Dat is slechts mogelijk voor de Reflex-servicedienst Tel. +31 184 / 670 530.

of

of

reflex ’servitec’Bedrijf

Tijd permanente ontg.ED = 012.0 u

Kies hier de tijdsduur van de permanente ontgassing (→ pag. 15). De standaardinstelling van 24 u is voldoende voor watersystemen tot ca. 20 m3 Inhoud. Bevestig met “ok”.

Hier wordt ingesteld wanneer de melding “Onderhoud aanbev.” wordt gegeven. De tijdteller telt terug, dat betekent dat bij een weergave 10 maanden het volgende onderhoud over 10 maanden moet gebeuren. De onderhoudsbewaking kan worden uitgedrukt (off).

Hier kunt u kiezen of alle optredende storingen voor het schakelen van de potentiaalvrije contacten (pfK) moeten leiden. Als hier “NEE” wordt geselecteerd, leiden uitsluitend de meldingen die in de meldingslijst op pag. 19 als “Alarmen” aangeduid zijn, tot het inschakelen van het pfK.

Weergave van het foutengeheugen. Hier worden de laatste 20 fouten, met opgave van de foutencode (bijv. ER 01, → pag. 19) chronologisch met opgave van tijd en datum getoond. 01 is de meest recente, 20 de oudste fout.

Het parametergeheugen bewaart de 10 laatste wijzigingen van de minimale bedrijfsdruk p0 met opgave van de tijd en de datum van de wijziging. 01 is de meest recente, 10 de oudste wijziging.

In deze pos. wordt de positie (opening) van de motorkogelkraan in ... % weergegeven.

Weergave van het ’servitec’-bouwtype en de softwareversie (bijv. V1.04).MC → ’servitec magcontrol’LC → ‘servitec levelcontrol’

U heeft het gebruikersmenu één keer volledig doorlopen. U kunt nu naar het gewenste werkingsmodus overschakelen.

18

Zomerbediening

Als de circulatiepompen van de installatie in de zomer buiten bedrijf worden gesteld, kan de ontgassing van het netinhoudwater niet worden gegarandeerd, omdat er geen gasrijk water in de ’servitec’ komt. In dit geval kan via het gebruikersmenu(→ Pag. 16) het ontgassingsprogramma op bijvulontgassing ingesteld worden (trefwoord: energie besparen).

Als de ’servitec’ in de zomer in de bedrijfsmodus bijvulontgassing wordt gebruikt, moet er na het inschakelen van de circulatie-pompen weer op intervalontgassing of, indien gewenst, op permanente ontgassing worden overgeschakeld.

Door de gedwongen start van de pomp (9) wordt vermeden dat hij vast komt te zitten. Na een langere stilstand (’servitec’ stroomloos of in stopmodus) kan niet worden uitgesloten dat de pomp vast zit. Daarom moet de pomprotor met een schroe-vendraaier worden aangedraaid voor hij weer in bedrijf wordt genomen.

* De waarden zijn vast opgegeven in het datageheugen en kunnen uitsluitend in het servicemenu gewijzigd worden.

reflex ’servitec’Bedrijf

In het datageheugen van de ’servitec’ zijn vooraf parameters ingesteld, op basis van onderzoeks- en bedrijfservaring. De belangrijkste zijn beschreven in onderstaande tabel:

Parameters Instelling Opmerking ‘servitec ‘servitecmagcontrol’ levelcontrol’

DrukBijvulling AANBijvulling UITMinimale bedrijfsdruk onderschredenMaximale bedrijfsdruk overschreden

p0 + 0,1 barp0 + 0,3 bar

= p0pSV – 0,2 bar

– p0 (Minimale bedrijfsdruk → pag.11)

– pSV (Aanspreekdruk van de SV (→ pag. 11)

xxxx

max. bijvullingshoeveelheid Tijdonderschrijding (alarm)

0 – Als de bijvullingstijd of het aantal cycli overschreden wordt, dan wordt de storingsmelding gegeven

xx

xx

VullenMaximale vultijd 10 u

– Vulafbreking na 10 u of na het bereiken van de vuldruk (p0 + 0,3 bar) x

Ontgassingsinterval Vacuüm trekkenInjectietijdOntgastijdRusttijd

Standaard* / gl*xx s / xx sxx s / xx sxx s / xx sxx s / xx s

– Pomp loopt, geen injectie– Pomp loopt, er wordt geïnjecteerd– Pomp uit, er wordt ontgast– Pomp uit, geen injectie

xxxx

xxxx

Interval-permanente ontgassingPauzetijdOntgassingscycliStarttijd intervalontgassing

Permanente ontgassingstijd

12 u8

8.00 uur

24 u

– Elke 12 u lopen er 8 ontgassingscycli– Elke dag start de intervalontgassing om

8.00 uur (synchronisatie)– Tijd aanpassen aan de verbruikersinstallatie

xxx

x

xxx

x

Standaardinstellingen

19

Actieve meldingen worden in de informatieregel van de display getoond. Bovendien brandt de Error-led (rood). De droogloopbescherming wordt onmiddellijk door een aparte led gesignaleerd (→ pag. 4). Als er meerdere meldingen gelijktijdig actief zijn, kunnen die onmiddellijk met worden weergegeven.Meldingen worden grotendeels automatisch opgeheven na de oplossing van de oorzaak. Fouten zoals bijv. “Bijv.tijd 06” of “Bijv.Cycl. 07” moeten met de hand worden opgeheven. Voor de analyse achteraf is er een fouten- en parametergeheugen beschikbaar (→ pag. 17). Voor de afstandbediening kan de potentiaalvrije wisselaar voor de totale melding, het potentiaalvrije contact voor de droogloopbescherming worden gebruikt. in het gebruikersmenu (→ pag. 16) kan geselecteerd worden, of uitsluitend de als alarm gekenmerkte of alle meldingen potentiaalvrij moeten worden uitgegeven;

Meldingen

reflex ’servitec’Bedrijf

ER- Foutentype Fouten-oorzaak Fout opzoeking/-oplossingCode

01 min. druk p0onderschreden (alarm)

– Waterverlies in de installatie– Drukbehoud verkeerd ingesteld of defect

– Lek oplossen– Fout opheffen (“quit”)

02.1

Droogloopbescherming Tijdoverschrijding (alarm)

– Watergebrekschakelaar (16) niet bekabeld– er stroomt geen water in de vacuüm-sproeibuis

- Kogelkraan aan ingangskant gesloten - Vuilvanger (5) vervuild

– Watergebrekschakelaar verkabelen

– Kogelkraan openen– Vuilvanger reinigen

02.2 Droogloopbescherming Tijdonderschrijding (alarm)

– er stroomt niet genoeg water in de vacuüm-sproeibuis – Vuilvanger(5) vervuild

– Peilbuisontgassing (20) defect

– Vuilvanger reinigen

– Peilbuisontgassing vervangen

04.1

PompStoring (alarm)

– Zekering pomp defect– geblokkeerde pomp– Kortsluiting

– Zekering controleren, indien nodig vervangen

– Pomp aandraaien– Oorzaak vinden en oplossen

06Bijvullingstijdoverschreden (standaard 20 min)

– grotere lekken in de installatie– bijvullingstijd niet voldoende voor toegepaste drukbehoudsysteem

– Lekken oplossen, fouten opheffen– Bijvullingshysteresen van het drukbehoud

verkleinen

07 Bijvullingscyclioverschreden (standaard 3 in 2 u)

– kleine lekken in de installatie – Lekken oplossen, foutmelding opheffen

08 DrukmetingStoring (alarm)

– Druksensor niet aangesloten of defect – Bekabeling controleren, indien nodig vervangen

10

max. druk pmax

overschreden– Drukverlies tussen ’servitec’ en installatie te groot

– MAG in de installatie heeft verkeerde voordruk– PS in het gebruikersmenu te laag ingesteld

– Druksensor in de installatie aankoppelen of grotere nominale diameters voor de buisinstallatie voor de installatie gebruiken

– MAG voordruk controleren– PS-instelling op SV-aanspreekdruk van de

installatie afstemmen

11*

Bijvulhoeveelheidbinnen een bijvullingscyclus overschreden

– grotere lekken in de installatie– Bijvulhoeveelheid niet voldoende voor

toegepaste drukbehoudsysteem

– Lekken oplossen, fouten opheffen– Bijvulhysteresen van het

drukbehoudsysteem verkleinen of max. bijvulhoeveelheid verhogen

12Vultijd overschreden (standaard 10 u)

– max. vultijd overschreden – Vultoestand van de installatie controleren, fouten opheffen en indien nodig opnieuw vullen

16 Spanningsuitval – Stroomvoorziening controleren

19 Stop > 4 u – ’servitec’ bevindt zich langer dan 4 u in stopmodus

– indien nodig automatische werking activeren, om te vermijden dat de pomp vast komt te zitten

Onderhoud ontv.

Onderhoudsintervalafgelopen

– Herinnering aan het jaarlijkse onderhoud

– Onderhoud uitvoeren– Melding opheffen

20

Onderhoudshandleiding

Voorzichtig! Algemene veiligheidsinstructies (pag. 5) in acht nemen!De ’servitec’ moet jaarlijks, zeker ten minste na 16.000 ontgassingsintervallen (dat komt overeen met een permanente ontgassingstijd van ongeveer 14 dagen of een permanente ontgassingstijd van 7 dagen + 1 jaar intervalontgassing bij standaardinstelling) een onderhoud krijgen. Onderhoudswerken mogen uitsluitend door vakmensen worden uitgevoerd. Wij adviseren om in ieder geval uw Reflex-servicedienst hiervoor in te schakelen.

Ter herinnering aan het minstens jaarlijks uit te voeren onderhoud verschijnt de weergave “Onderhoud aanbev.” na afloop van de ingestelde bedrijfstijd op de display. Die melding kan met de knop “quit” worden opgeheven.

Bij onderhoudswerkzaamheden aan de vacuüm-sproeibuis zelf moet die eerst drukloos worden gemaakt via de vul- en aftapkraan (19).

Controle op lekken– Dichtheid aan buitenkant controleren, vooral pompen, schroefverbindingen en peilbuisontgassing– indien nodig repareren

Functietest vacuüm– Procedure → pag. 13, punt vacuümtest

Filterinzet (5) reinigen– Procedure → pag. 14, punt vuilvanger reinigen

Instelwaarde van de besturing controleren– Procedure → pag.16 gebruikersmenu

Ontgassingsinterval controleren

Systeemontgassing

– in de handmatige modus zetten

– Systeemontgassing starten (SE, knippert)

– Na afloop van de uitschuiftijd (50 sec) start pomp (9); Vacuüm wordt getrokken, af te lezen aan de vacuümmeter (17)

– Pomp (9) schakelt uit (na 30 sec), watergebrek-led mag niet branden

– Water wordt via de drukaansluiting met sproeiers (11) geïnjecteerd, vacuüm wordt verbroken, gas wordt uitgestuwd, gas moet uitgestuwd zijn, voordat het volgende interval begint.

Bijvulontgassing

– Bijvulontgassing starten (NE, knippert)

– Motorkogelkraan (4) van de bijvulling geopend, de pomp start en trekt een vacuüm,

– Pomp schakelt uit (30 sec),

– Water wordt verder met sproeiers (11) geïnjecteerd, vacuüm wordt verbroken, gas wordt uitgestuwd, gas moet uitgestuwd zijn voordat het volgende interval begint.

– Bijvullingsontgassing deactiveren (NE, knippert niet meer)

Opmerking:Als het gas via de peilbuisontgassing volledig is verwijderd en de watergebrek-led (rood) tijdens de injectieprocedure niet heeft gebrand, is het onderhoud afgesloten.

– Automatische modus starten

hand

auto

1,7 barNE SE 10 u

Display (→ pag. 4) Weergave ‘servitec magnetcontrol’ knippert bij systeemontgassing

1,7 barNE SE 10 u

Display (→ pag. 4) Weergave ‘servitec magnetcontrol’ knippert bij bijvullingsontgassing

quit

reflex ’servitec’Onderhoud, controle, demontage

21

Demontage

Voor iedere controle of demontage van de’servitec’-installatie of van onderdelen onder druk moet u die drukloos maken:1. Kogelkranen (5, 6) van de besturingseenheid en (E) van de ’fillset’ sluiten2. Vul- en aftapkraan (19) openen tot sproeibuis (18) drukloos is,3. Sproeibuis (18) via vul- en aftapkraan (19) volledig leegmaken, indien nodig beluchting door peilbuisontgassing (20) af te schroeven.

Controletermijnen

Aanbevolen max. controletermijnen voor Duitsland conform § 15 (5) van de Duitse verordening inzake veilig werken en de indeling van de ’servitec’-sproeibuis in tabel 2 van de richtlijn 97/23/EG:Geldig bij strikte opvolging van de Reflex Montage-, gebruiks- en onderhoudshandleiding:

Uitwendige controle: geen eisenInwendige controle: Maximumtermijn volgens § 15 (5)Sterkteproef: Maximumtermijn volgens § 15 (5)

De werkelijke termijnen moet de gebruiker vastleggen op basis van een veiligheidstechnische beoordeling met inachtneming van de reële bedrijfsverhoudingen en de nationale voorschriften.

reflex ’servitec’Onderhoud, controle, demontage / Reflex-servicedienst

Centrale servicedienst

Doorkiesnummer+49 23 82 / 70 69 -...

Fax E-mail

Volker Lysk - 512 - 523 [email protected]

Regionale servicedienst

U kunt uw verantwoordelijke regionale servicedienst bereiken via onderstaand nummer:

Tel.: +31 184 / 670 530 E-mail: [email protected]

Certificaatnummer van de EG-typegoedkeuringCertificate No. of EG type approval

Type Certifi caatnummerType Certifi cate No.’minimat’ 200 - 500 Liter 6 bar - 120 °C 04 202 1 450 04 01952

’refl exomat’ 200 - 800 Liter 6 bar - 120 °C 04 202 1 932 01 000771000 - 5000 Liter 6 bar - 120 °C 04 202 1 450 02 00714

350 - 5000 Liter 10 bar - 120 °C 04 202 1 450 02 000391000 - 5000 Liter 10 bar - 120 °C 04 202 1 450 02 00715

’variomat’ 200 - 1000 Liter 6 bar - 120 °C 04 202 1 932 01 000511000 - 5000 Liter 6 bar - 120 °C 04 202 1 450 02 00712

’gigamat’ 1000 - 5000 Liter 6 bar - 120 °C 04 202 1 450 02 00713

’servitec’ DN 150 - DN 250 10 bar / 16 bar - 120 °C 04 202 1 450 03 00210

22

Werking

Algemene beschrijving’servitec’ is een ontgassings- en bijvulautomaat. Hij kan in zeer veel verschillende installaties en omstandigheden worden ingezet. Het belangrijkste inzetgebied vormen verwarmings- en koelcircuits en vooral daar, waar “luchtproblemen” door ontsnapte of vrije gassen storingen in installatiesystemen veroorzaken.De ’servitec’-vacuümsproeibuisontgassing onttrekt tot 90% van de opgeloste gassen aan het systeemwater. De ‘servitec ../gl’ is ontwikkeld voor glycol-watermengsels met een glycolgehalte tot 50%. Met de component ../gl worden ook bij glycolwatermengsels hoge ontgassingswaarden bereikt.De vacuümontgassing van een deelstroom van het systeemwater gebeurt in een geoptimaliseerd tijdschema met selecteerbare ontgassingsprogramma’s (→ pag. 15).Een deel van het systeemwater wordt in de vacuüm-sproeibuis (18), waarin het vacuüm via de pomp (9) getrokken wordt, verstuifd. Het grote oppervlak van het verstoven water en de sterke onderdruk leiden tot het zeer hoge ontgassingsvermogen. Het ontgaste water wordt via de pomp weer naar de installatie getransporteerd. Daar is het water weer in staat om gassen op te nemen. De gassen die in de vacuüm-sproeibuis zijn afgescheiden, worden via de peilbuisontgassing (20) uitgestuwd. Dit ontgassingsinterval herhaalt zich en er worden zowel vrije als opgeloste gassen verwijderd uit het systeemwater.

Het ontgassingsintervalHet water uit de bijvullings- of overstroomleiding wordt via de motorkogelkraan en de verbindingsslang (12) met een gelijke druk aan de sproeier (11) ter beschikking gesteld. Bij het ontgassingsinterval gaat het om een tijdsgestuurde cyclus, die voorgeprogrammeerd is. Een wijziging is slechts in het servicemenu mogelijk door de Reflex-servicedienst.

InjectietijdDe pomp start. Aan de vacuümmeter (17) kan na korte tijd een onderdruk (afhankelijk van de temperatuur) worden afgelezen. Dat is mogelijk, omdat de pomp meer water aan de vacuüm-sproeibuis onttrekt via de zuigaansluiting (11), als er via de drukaansluiting met sproeier kan bijkomen. De motorkogelkraan (3) regelt voortdurend de volumestroom van de pomp. Daarom is de pomp via de motorkogelkraan op een constant arbeidspunt ingeregeld. Het versproeien via de sproeiers begint met de inzet van de onderdruk.Terwijl de pomp loopt, zakt de waterstand in de vacuüm-sproeibuis voortdurend. Het tijdsprogramma en de drukinstelling zijn zo geselecteerd, dat de watergebrekschakelaar (13) niet wordt ingeschakeld.

UitschuiftijdDe pomp schakelt uit. Het water wordt door de druk van de installatie (minimum 1,3 bar) verder in de vacuüm-sproeibuis verstoven. Tijdens de uitschuiftijd (50 sec) stijgt de waterkolom in de vacuüm-sproeibuis langzaam. Het vacuüm blijft in deze fase van het interval nog behouden. De stijgende waterkolom comprimeert op het einde van de uitschuiffase het uitgedreven gas binnen enkele seconden en schuift het via de peilbuisontgassing tegen de atmosfer uit.

RusttijdEr volgt een rusttijd, waarin een na-ontgassing plaatsvindt.

reflex ’servitec’Algemene beschrijving

‘servitec 60’

23

Bijvulling ’servitec magcontrol’Bij de ’servitec magcontrol’ wordt de druk met behulp van de druksensor (2) in verwarmings- of koelsysteem geregistreerd en bewaakt. Als de vuldruk onder pF = p0 + 0,1 bar valt, wordt de bijvulontgassing geactiveerd tot pF = p0 + 0,3 bar bereikt is. Hierbij is de tijd- (20 min voorinstelling) en cyclusbewaking (3 in 2 u) actief.Bijvulling ‘servitec levelcontrol’Bij de ’servitec levelcontrol’ wordt afhankelijk van het niveau in het vat van het drukbehoudstation rechtstreeks in de installatie bijgevuld. De bijvulfunctie kan via een potentiaalvrij contact of via een externe 230 V ~signaal worden aangestuurd. De tijd-, cyclus- en optionele hoeveelheidsbewaking is actief.

Elektrotechnische gegevens

vermogen - ’servitec 35’: 0.7 kW, Afscherming 10 A, 230 V, 50 Hz - ’servitec 60, 75, 95’: 1,1 kW, Afscherming 10 A; 230 V; 50 Hz Beschermgraad IP 54 Individuele afscherming van de bediening door dunne

zekering (500 mA) en de pomp met een smeltzekering (10 A)

aansluiting door opdrachtgever - FI-Beschermschakelaar 0.03 A - < 1.5 kW 230 V

’servitec’ met stekker geleverd met 5 m aansluitkabel aan stopcontact door de opdrachtgever

Inzetbaarheid

Verwarmings- en koelsystemen Uitvoering -gl voor watermengsels met glycolgehaltes*

tot 50% Ontgassing van het systeemwater bij installatievolume:

’servitec ../35’, < 60 m3

’servitec ../60 - 95’ < 100 m3

Ontgassen van bijvullingswater, in het bijzonder drinkwater tot 0,55 m3/u*

* grotere stations of uitvoering voor glycol) op aanvraag

Maten en gewichten

Afmetingen ’servitec 35’ ’servitec 60-95’ Totale hoogte: 970 mm 1130 mm Breedte: 530 mm 660 mm Diepte: 300 mm 540 mm Aanbevolen opsteloppervlak Breedte: 1000 mm Diepte: 1000 mm Gewicht: 28 - 45 kg

Bedrijfsparameters

toegel. bedrijfsoverdruk afmeting ’servitec’ 35, 60 : 8 bar Afmeting ’servitec’ 75, 95 : 10 bar toegel. bedrijfstemperatuur : > 0 … 70 °C

toelaatbare aanvoertemperatuur van het systeem: 120 °C

toegel. omgevingstemperatuur : > 0 … 45 °C Uitscheidingsgraad voor opgeloste gassen : tot 90 % vrije gassen : 100 % Minimale voordruk voor bijvulling : 1,3 bar voor verwarmings- en koelwater Geluidniveau : 55 dB Nominaal volume sproeibuis ’servitec’ Standaard installaties : 5 liter (zonder typeplaatje aan de sproeibuis) ’servitec’ speciale installaties : vlg. typeplaatje

reflex ’servitec’Algemene beschrijving

1130 - ‘servitec 60-95’

’servitec 60’

970 - ‘servitec 35’

540710

24

reflex ’servitec’Conformiteitsverklaring

Conformiteitsverklaring voor de elektrische inrichtingen aan de druk-, bijvullings- of ontgassingsinstallaties ’reflexomat’, ’minimat’, ’variomat’, ’gigamat’ en ’servitec’

1. Hierbij wordt bevestigd dat de producten tegemoet komen aan de wezenlijke veiligheidsvereisten, die in de richtlijnen van de Raad ter onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de elektromagnetische compatibiliteit (2004/108/EG) zijn vastgelegd.

Ter beoordeling van de producten werden volgende normen gehanteerd: DIN EN 61326-1:2006-10

2. Hierbij wordt bevestigd, dat de schakelkasten conform de wezenlijke vereisten zijn van de laagspanningsrichtlijn (2006/95/EG). Ter beoordeling van de producten werden volgende normen gehanteerd: DIN EN 61010-1:2002-08

BGV A2

Opmerking:De volgende conformiteitsverklaring voor de ’servitec’ geldt uitsluitend voor speciale installaties met een sproeibuis: PS x V > 50 Liter. Deze zijn aangeduid met een typeplaatje op de ’servitec’-sproeibuis.Standaardinstallaties zijn conform artikel 3 par. 3 volgens richtlijn 97/23/EG. De ’servitec’-sproeibuis bevat hierover geen extra aanduiding.

Conformiteitsverklaring voor een component Ontwerp, fabricage, controle van drukapparatenDeclaration of conformity of an assembly Design – Manufacturing – Product Verification

Toegepaste beoordelingsprocedure inzake conformiteit volgens de Richtlijn voor drukapparaten 97/23/EG van het Europese Parlement en van de Europese Raad de dato 29 mei 1997Operative Conformity Assessment according to Pressure Equipment Directive 97/23/EC of the European Parliament and the Council of 29 May 1997

Drukvaten: ’reflexomat’, ’minimat’, ’variomat’, ’gigamat’ en ’servitec’ universeel inzetbaar voor verwarmings-, zonne- en koelwaterinstallaties

Pressure vessels: ’reflexomat’, ’minimat’, ’variomat’, ’gigamat’ and ’servitec’ in operation for heating-, solar- and cooling plants

Gegevens betreffende container en werkingsbeperkingenData about the vessel and working limits

volgens typeplaatjeaccording to the name plate

Werkingsmedium Operating medium

Water / Inert gas of lucht volgens typeplaatjeWater / Inertgas or air according to the name plate

Normen, regelgeving

Standards

Richtlijn inzake drukapparaten, prEN 13831:2000of AD 2000 conform typeplaatje Pressure Equipment Directive, prEN 13831:2000or AD 2000 according to the name plate

Drukapparaat

Pressure equipment

Component Artikel 3 hfdst. 2.2Sproeibuis Artikel 3 hfdst. 1.1a) 2. gedachtestreep (bijlage II tabel 2)Uitrusting Artikel 3 hfdst. 1.4:Stuureenheid, peilbuisontgassing (20), vacuümmeter (17),vul- en aftapkraan (19)Assembly article 3 paragraph 2.2Spray-tube article 3 paragraph 1.1a) 2. bar (annex II Diagraph 2)Equipment article 3 paragraph 1.4:Control unit, dipstick tube degassing unit (20), vacuum gauge (17),filling and draining ball valve (19)

VloeistofgroepFluid group 2

Beoordelingen inzake conformiteit per moduleConformity assesment acc. to module B + D ’reflexomat’, ’minimat’, ’variomat’,

’gigamat’, ’servitec’ Label volgens Richtlijn 97/23/EG Label acc. to Directive 97/23/EC CE 0045

Certificaatnummer van de EG-typegoedkeuringCertificate-No. of EC Type Approval

→ pag. 21→ p. 21

Certificaatnummer van de beoordeling van het QS-systeem (Module D)Certificate-No. of certification of QS System (module D) 07 202 1403 Z 0836/9/D0045

Aangemelde instantie ter beoordeling van het QS-systeemNotified Body for certification of QS System

TÜV Nord Systems GmbH & Co. KGGroße Bahnstraße 31, 22525 Hamburg

Registratienummer van de aangemelde instantieRegistration-No. of the Notified Body 0045

Fabrikant:Manufacturer:

Reflex WinkelmannGmbH + Co. KGGersteinstraße 1959227 Ahlen - GermanyTelefoon: +49 23 82 / 70 69 - 0Fax: +49 23 82 / 70 69 - 588E-mail: [email protected]

De fabrikant verklaart hierbij dat het product voldoet aan de voorwaarden van Richtlijn 97/23/EG. The manufacturer herewith certifies this assembly is in conformity with directive 97/23/EC.

Franz TrippBedrijfsleider / Managing director

25

Data volg. typeplaatje:

Type : ’servitec’

Fabricagenummer :

Data acc. to name plate:

Type : ’servitec’

Manufacturing no.:

reflex ’servitec’Certificaten voor montage, onderhoud en inbedrijfstelling

De ’servitec’ werd conform de Reflex montage-, bedrijfs- en onderhoudshandleiding gemonteerd en in bedrijf genomen. De instelling van de besturing voldoet aan de plaatselijke omstandigheden.Opmerking: Als de af fabriek ingestelde waarden gewijzigd worden, dan moet dat op het typeplaatje (minimale

bedrijfsdruk, SV-aanspreekdruk) resp. in de tabel van het onderhoudscertificaat worden aangegeven.

The ’servitec’ was installed and commissioned in accordance with the installation, operating and maintenance instructions. The control setting corresponds to the local conditions.Note: If values preset at the factory are changed, this must be entered on the name plate (minimum operating

pressure, safety valve activation pressure) and in the maintenance confirmation table.

voor de montage / for the installation

Plaats, datum / Place, date Firma / Company Handtekening / Signature

voor de inbedrijfstelling / for commissioning

Plaats, datum / Place, date Firma / Company Handtekening / Signature

Certificaat van montage en inbedrijfstellingCertificate of install and initial operation

De onderhoudswerken werden uitgevoerd conform de Reflex montage-, bedienings- en onderhoudshandleiding.

The maintenance operations were performed in accordance with the reflex installation, operating and maintenance instructions.

Datum / Date Servicefirma / Service company Handtekening / Signature Opmerkingen / Remarks

OnderhoudscertificaatMaintenance certificate

SI0

910n

lA /

10 -

10O

bjec

tnr.

9119

720

Tech

nisc

he w

ijzig

inge

n vo

orbe

houd

en Reflex Winkelmann GmbH + Co. KG

Gersteinstraße 1959227 AhlenDuitsland

Telefoon: +49 23 82 / 70 69 - 0Fax: +49 23 82 / 70 69 - 558www.reflex.de