8
@rchieflink - jaargang 15 - nr. 3 - juli 2015 1 rchieflink In Vlaanderen voeren ongeveer 1,2 miljoen vrij- willigers gemiddeld 5,2 uren vrijwilligerswerk per jaar uit. Dit maakt een totale jaarlijkse om- zet van 6,24 miljoen uren vrijwilligerswerk. Dit is ongeveer 1 uur vrijwilligerswerk per Vlaming (volgens een officiële telling van 2011 zijn er 6.251.983 inwoners in het Vlaamse Gewest). Om uiteenlopende redenen doen steeds meer or- ganisaties een beroep op vrijwilligers en zijn ook steeds meer mensen gemotiveerd om vrijwilli- gerswerk op zich te nemen. Bij het Steunpunt Vrijwilligerswerk van de Vlaamse Overheid zijn 70.000 organisaties geregistreerd die met vrij- willigers werken. De Stad Gent heeft er reeds een lange traditie van vrijwilligerswerking opzit- ten maar startte sinds 2012 eveneens met een vrijwilligersloket. Dit richt zich vooral tot de 55- plussers onder het motto “Goesting gaat niet met pensioen”. Het loket stuurt vrijwilligers niet alleen naar stadsdiensten, zoals het Stadsar- chief, door, maar ook naar Gentse vzw’s en an- dere verenigingen. Het Gentse Stadsarchief werkt sinds de jaren 1990 met vrijwilligers. Toen werden vrijwilligers onder meer ingezet voor het uitvoeren van het befaamde Gentse historisch huizenonderzoek. Omdat het Stadsarchief belang hecht aan haar vrijwilligers, werd in het voorjaar van 2015 een kleine enquête gelanceerd om zicht te krijgen op de drijfveren van de vrijwilligers. De rondvraag werd verspreid onder 45 vrijwilligers die de voorbije jaren in het Stadsar- chief actief waren en van wie de contactgegevens actueel bleven. Ook vrijwilligers die intussen hun activiteiten in het Stadsarchief hebben stopgezet, werden aangeschreven. We ontvingen liefst 25 ant- woordformulieren, waarvan vijf van ex-vrijwilli- gers. Dit toont al de hoge betrokkenheid van de vrijwilligers bij de werking van het Gentse Stadsar- chief, zowel tijdens als na stopzetting van hun en- gagement. Deze betrokkenheid wordt ook gedeeld: onze vrijwilligers praten met hun omgeving over hun ervaringen bij het vrijwilligerswerk in De Zwarte Doos. Zij zijn dus onze eerstelijnsambassa- deurs! En enthousiasme kan aanstekelijk werken: sommigen vonden dankzij andere vrijwilligers de weg naar het Stadsarchief. De rondvraag toont mooi aan dat binnen het Stads- archief twee groepen vrijwilligers werkzaam zijn. In eerste instantie zijn er de anciens – meer dan tien jaar vrijwilligerswerk is geen uitzondering! – die niet zelden als bezoeker vertrouwd waren met de werking van het Stadsarchief en doorgroeiden naar het vrijwilligersstatuut. Een tweede groep wordt ge- vormd door diegenen die recent vrijwilligerswerk hebben opgenomen. In tegenstelling tot de eerste groep kregen deze personen een rondleiding door- heen het gebouw en werd een intakegesprek afge- nomen. Zij wisten duidelijker bij de start van hun Driemaandelijkse nieuwsbrief van de vriendenkring van het Stadsarchief Gent - jaargang 15 - nummer 3 - juli 2015 Het inventariseren van een reeks foto’s van de Stedelijke Commissie voor Monumenten en Stadsgezichten @ Stadsarchief Gent + vrijwilligers = één team Archieflink_juni_2015_Opmaak 1 18/06/15 17:11 Pagina 1

rchieflink - Gent On Files · 2016. 9. 22. · 4 @rchieflink - jaargang 15 - nr. 3 - juli 2015 rium een instituut met nationale bekendheid, van-wege zijn talrijke wetenschappelijke

  • Upload
    others

  • View
    7

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

  • @rchieflink - jaargang 15 - nr. 3 - juli 2015 1

    rchieflink

    In Vlaanderen voeren ongeveer 1,2 miljoen vrij-willigers gemiddeld 5,2 uren vrijwilligerswerkper jaar uit. Dit maakt een totale jaarlijkse om -zet van 6,24 miljoen uren vrijwilligerswerk. Ditis ongeveer 1 uur vrijwilligerswerk per Vlaming(volgens een officiële telling van 2011 zijn er6.251.983 inwoners in het Vlaamse Gewest).Om uiteenlopende redenen doen steeds meer or-ganisaties een beroep op vrijwilligers en zijn ooksteeds meer mensen gemotiveerd om vrijwilli-gerswerk op zich te nemen. Bij het SteunpuntVrijwilligerswerk van de Vlaamse Overheid zijn70.000 organisaties geregistreerd die met vrij-willigers werken. De Stad Gent heeft er reedseen lange traditie van vrijwilligerswerking opzit-ten maar startte sinds 2012 eveneens met eenvrijwilligersloket. Dit richt zich vooral tot de 55-plussers onder het motto “Goesting gaat nietmet pensioen”. Het loket stuurt vrijwilligers nietalleen naar stadsdiensten, zoals het Stadsar-chief, door, maar ook naar Gentse vzw’s en an-dere verenigingen.

    Het Gentse Stadsarchief werkt sinds de jaren 1990met vrijwilligers. Toen werden vrijwilligers ondermeer ingezet voor het uitvoeren van het befaamdeGentse historisch huizenonderzoek. Omdat hetStadsarchief belang hecht aan haar vrijwilligers,werd in het voorjaar van 2015 een kleine enquêtegelanceerd om zicht te krijgen op de drijfveren vande vrijwilligers. De rondvraag werd verspreid onder45 vrijwilligers die de voorbije jaren in het Stadsar-chief actief waren en van wie de contactgegevensactueel bleven. Ook vrijwilligers die intussen hunactiviteiten in het Stadsarchief hebben stopgezet,werden aangeschreven. We ontvingen liefst 25 ant-woordformulieren, waarvan vijf van ex-vrijwilli-gers. Dit toont al de hoge betrokkenheid van de

    vrijwilligers bij de werking van het Gentse Stadsar-chief, zowel tijdens als na stopzetting van hun en-gagement. Deze betrokkenheid wordt ook gedeeld:onze vrijwilligers praten met hun omgeving overhun ervaringen bij het vrijwilligerswerk in DeZwarte Doos. Zij zijn dus onze eerstelijnsambassa-deurs! En enthousiasme kan aanstekelijk werken:sommigen vonden dankzij andere vrijwilligers deweg naar het Stadsarchief.

    De rondvraag toont mooi aan dat binnen het Stads-archief twee groepen vrijwilligers werkzaam zijn.In eerste instantie zijn er de anciens – meer dan tienjaar vrijwilligerswerk is geen uitzondering! – dieniet zelden als bezoeker vertrouwd waren met dewerking van het Stadsarchief en doorgroeiden naarhet vrijwilligersstatuut. Een tweede groep wordt ge-vormd door diegenen die recent vrijwilligerswerkhebben opgenomen. In tegenstelling tot de eerstegroep kregen deze personen een rondleiding door-heen het gebouw en werd een intakegesprek afge-nomen. Zij wisten duidelijker bij de start van hun

    Driemaandelijkse nieuwsbrief van de vriendenkring van het Stadsarchief Gent - jaargang 15 - nummer 3 - juli 2015

    Het inventariseren van een reeks foto’s van de Stedelijke Commissievoor Monumenten en Stadsgezichten

    @Stadsarchief Gent + vrijwilligers = één team

    Archieflink_juni_2015_Opmaak 1 18/06/15 17:11 Pagina 1

  • 2 @rchieflink - jaargang 15 - nr. 3 - juli 2015

    betrokkenheid wat het vrijwilligerswerk in hetStadsarchief kon inhouden. Uit de enquête blijktdat deze inspanningen lonen om het vrijwilligers -engagement daadwerkelijk op te nemen en (enigetijd) voort te zetten.

    De motieven om als vrijwilliger aan de slag te gaanin het Stadsarchief lopen parallel bij de meeste vrij-willigers: het einde van de beroepsloopbaan ener-zijds en interesse in Gent en zijn geschiedenis an-derzijds. Daarnaast spelen soms ook andere speci-fieke motivaties een rol, zoals oefening in het lezenvan oud schrift, genealogische interesse of affiniteitmet een bepaald archief. Tot slot blijkt nabijheidvan de woonplaats bij De Zwarte Doos ook een re-latief sterke impact te hebben om vrijwilligerswerkte verrichten. Voor de meerderheid van de vrijwil-ligers was de wereld van archiefdiensten voor huneerste bezoek als vrijwilliger in het Stadsarchief eenonbekend terrein. Een grotere vertrouwdheid is ermet het uitvoeren van vrijwilligerswerk: meerderevrijwilligers in het Stadsarchief zijn ook op andereplaatsen als vrijwilliger actief.

    In de enquête werd gepolst naar de ervaringen bijhet uitvoeren van het vrijwilligerswerk. Over hetalgemeen zijn de meeste vrijwilligers (redelijk) te-vreden over de werkomstandigheden in het Stads-archief. Slechts één persoon beoordeelde het vrij-willigerswerk in het Stadsarchief negatief. Zakendie gewaardeerd worden, zijn het aparte vrijwilli-gerslokaal, het koffiehoekje en het scanatelier. Ookde flexibele regeling van de dagen en uren waaropkan worden gewerkt, wordt door de meesten geap-precieerd, al zijn er enkelingen die pleiten voor eenstrakker uurroosterschema zodat er geen overbe-zetting aan de computers of scanner optreedt. Daar-naast heerst er een goede sfeer onder de vrijwil-ligers en – door de band genomen – is er ook eengoede relatie met de personeelsleden. Tot slot blij-ken ook de variatie in het werk en de omgang met

    erfgoedmateriaal vrijwilligers te plezieren, net alsde extra’s, zoals de mogelijkheid om soms eens eententoonstelling te bezoeken, of een studiedag of eenreceptie bij te wonen.

    Waar kan het beter? Vier aspecten vinden we terugin meerdere antwoorden. In de eerste plaats wordenvragen gesteld bij de zichtbaarheid van het werk.In het bijzonder vinden de mensen die de informa-tie uit de parochieregisters digitaal doorzoekbaarmaken het jammer dat hun werk te weinig ter ken-nis wordt gebracht van het brede publiek (in deleeszaal en online). Daarnaast pleiten ook meerderevrijwilligers voor meer opvolging en feedback (bij-voorbeeld ook in de vakantieperiodes). Verschillen -de mensen stellen voor om op een regelmatig tijd- stip (bijvoorbeeld halfjaarlijks) een bijeenkomst teorganiseren voor alle vrijwilligers. Tot slot wordthet warme klimaat in het vrijwilligerslokaal en desoms gebrekkige informaticaondersteuning als min -der aangenaam ervaren.

    De redenen waarom het vrijwilligerswerk wordtstopgezet zijn veelal extern aan het Stadsarchief: devrijwilliger verhuist, de familiale omstandighedenwijzigen of gezondheidsredenen nopen ertoe omhet engagement stop te zetten.

    De rondvraag maakt duidelijk dat het Gentse Stads-archief een evolutie heeft doorgemaakt bij de rekru-tering, het onthaal en de begeleiding van de vrij-willigers. De vrijwilligerswerking startte vrij orga-nisch in de jaren 1990 en verloopt nu meer gestruc-tureerd (onder andere door de intakeprocedure, hetaflijnen van de taken waarvoor vrijwilligers wordengeëngageerd, de vrijwilligersafsprakennota, de ver-antwoordelijken voor de begeleiding van het vrij-willigerswerk, een exitgesprek). Toch zijn er enkelebe langrijke werkpunten om op termijn door tegroe ien naar een volwaardig vrijwilligersbeleid. Hetvrijwilligerswerk wordt nog te vaak als evident enmisschien te uitvoerend beschouwd. Daarnaast ver-langen de vrijwilligers een betere opvolging vanhun werk, met op gepaste tijden feedback en infor-matie over het reilen en zeilen binnen het GentseStadsarchief.

    Tot slot een oprecht woord van dank aan alle vrij-willigers, niet alleen omwille van het invullen vande vragenlijst, maar ook en vooral voor de bergenwerk die de afgelopen jaren samen werden verzet.Wij hopen in de toekomst als team verder de inge-slagen weg te kunnen verderzetten.

    Pieter-Jan Lachaert en Tim De DonckerStad Gent, De Zwarte Doos, Stadsarchief

    Het invoeren van de akten van doop, huwelijk en overlijden uitde parochieregisters in het archiefbeheerssysteem Dulle Griet

    Archieflink_juni_2015_Opmaak 1 18/06/15 17:11 Pagina 2

  • @rchieflink - jaargang 15 - nr. 3 - juli 2015 3

    Eind 2009 werden de activiteiten van het Stads-laboratorium stopgezet. Het archief van deze in-stelling is intussen overgebracht naar het Stads-archief. Als gewezen medewerker van het Stads-laboratorium heb ik mij als vrijwilliger geënga-geerd om dit archief te helpen ordenen en be-schrijven. In de taken van het Stadslaboratoriumstond de controle op de kwaliteit van de levens-middelen centraal. In deze bijdrage schetsen weeen overzicht van de geschiedenis van het labo-ratorium.

    EEN STEDELIJK LABORATORIUM VOOR GENT

    In de loop van de negentiende eeuw nam de weten-schappelijke kennis sterk toe. De toepassing van descheikunde maakte de bereiding van voedingsmid-delen op industriële schaal mogelijk. Omdat ver-valsingen van levensmiddelen hierdoor ook toena-men, werd naar het einde van de eeuw de behoeftegevoeld om hierop strenger te gaan toezien. Ant-werpen was in 1875 de eerstestad om een eigen laborato-rium met controledienst op terichten. Gent bleef niet achteren besliste in december 1886eveneens een laboratorium testarten in de lokalen van deIndustriële School aan de Lin-denlei onder de leiding vanéén van de leerkrachten. Hijwerd voor de uitvoering vande analyses bijgestaan doortwee scheikundigen.

    In 1900 trok de Stad Gent pro-fessor Albert J.J. Van de Veldeaan als voltijds directeur vanhet Gemeentelijke Chemischen Bacteriologisch Laborato-rium. Hij maakte werk van deoverbrenging naar lokalen instadseigendom. Het laborato-rium verhuisde in 1906 naarhet oude woonhuis van dehoofdtuinier van de Jardin Bo-tanique aan de Baudelohof.

    Hoewel in die periode steeds meer bacteriën ont-dekt en beschreven werden en intussen het verbandtussen de verspreiding van cholera en de kwaliteitvan het drinkwater bekend was, lag de nadruk bijde controle en ontledingen van voedingswaren tochvooral op de scheikundige samenstelling. Verval-singen van melk, bloem, brood en suiker kregenveel aandacht.

    De volgende directeur, vanaf 1932, was brouwerij-ingenieur Raphaël Baetslé. Hij bouwde het labora-torium verder uit met meer aandacht voor bacterio-logische onderzoekingen. Hij maakte ook de plan-nen voor een nieuw laboratorium. Eerst werd ge-dacht aan een verbouwing, maar er werd toch ge-kozen voor een nieuwbouw in de onmiddellijkebuurt. In 1954 werd het nieuwe Stadslaboratoriumin gebruik genomen in één vleugel van het nieuweInstituut voor Hygiëne in het Baudelopark.

    In 1960 werd Baetslé opgevolgd door ingenieurEeckhout. Onder diens leiding werd het laborato-

    Het Stadslaboratorium, vermoedelijk naar aanleiding van de verhuis naar het Baudelo-hof in 1906, foto Edmond Sacré (SAG_IC_FT_GF). De man met de baard op de

    achtergrond is de directeur, professor Albert Van de Velde.

    Het archief van het Gentse Stadslaboratorium

    Archieflink_juni_2015_Opmaak 1 18/06/15 17:11 Pagina 3

  • 4 @rchieflink - jaargang 15 - nr. 3 - juli 2015

    rium een instituut met nationale bekendheid, van-wege zijn talrijke wetenschappelijke publicaties.Directeur Eeckhout bracht meer lijn in de stedelijkeeetwarencontrole, met twee beëdigde ambtenarendie bij hun controle in de verkooppunten een aantalmetingen en kleine controleproeven uitvoerden. Decontroleurs brachten ook stalen uit de handel meenaar het laboratorium voor grondiger scheikundigen bacteriologisch onderzoek. Daarbij werd ook ge-keken naar diverse toevoegsels in de eetwaren.

    Dr. ir. Eric De Maerteleire, ingenieur in de scheikun -de en de landbouwindustrieën, werd in 1980 delaatste directeur van het Stadslaboratorium. De klas -sieke scheikundige ontledingen van de samenstel-ling van voedingswaren werden nog steeds uit-gevoerd om de basiskwaliteit te bepalen. Extra aan-dacht ging naar het opsporen van additieven en ver-ontreinigingen, die steeds meer in levensmiddelen

    werden aangetroffen. Omdat contaminanten in lageconcentraties voorkomen, vergt dergelijk onder-zoek gespecialiseerde apparatuur en die kwam er.Zo werden toestellen voor gas- en vloeistofchroma-tografie aangekocht alsook apparaten voor infra-rood-spectrometrie, elektroforese en atomaire ab-sorptie. Ook werd geïnvesteerd in nieuwe technie-ken voor bacteriologische onderzoekingen, geba-seerd op immunologie en vergelijking van DNA.Het aantal toezichters van de stedelijke eetwaren-controle werd in 1988 verdubbeld met de komstvan twee dierenartsen die voordien de eetwaren van

    dierlijke oorsprong controleerden vanuit het Stede-lijk Slachthuis.

    Vanuit dezelfde bekommernis die tot de oprichtingvan stedelijke laboratoria had geleid, richtte de Bel-gische staat in 1890 een eigen eetwarencontrole-dienst op. Deze instantie deed ook een beroep opde bestaande laboratoria. In 1900 kreeg het GentseStadslaboratorium zijn eerste officiële erkenning.De ministeriële erkenning voor scheikundige enbacteriologische ontledingen werd regelmatig ver-nieuwd. Ambtenaren van het Ministerie voor Volks-gezondheid controleerden de goede werking van delaboratoria. Later werden externe audits uitgevoerddoor BELAC, het accreditatiebureau van het Minis-terie van Economische Zaken. Voor het behoud vande accreditatie was een voortdurende kwaliteitscon-trole op de eigen werkwijzen noodzakelijk. Een der-gelijk systeem, met minutieuze beschrijving van el -

    ke administratieve en analyti-sche procedure, werd daar- voor in het Stadslaboratoriumopgezet, wat veel extra pa-pierwerk meebracht en waar-voor overgeschakeld werd opde elektronische verwerkingvan de gegevens van analysesen klanten.

    Tot de klanten van het labora-torium behoorden over de he -le bestaansperiode, naast deinwoners, de stedelijke eetwa-reninspectie, diverse anderestadsdiensten en het OCMW,ook overheidsdiensten als deministeriële inspectiedien-sten. Daarnaast leverden ookparticulieren van buiten Gent,bedrijven en consumentenor-ganisaties geregeld monstersaan voor soms zeer specifiekeontledingen.

    Naar het eind van de twintigste eeuw werd de Eu-ropese regelgeving over levensmiddelen belangrij-ker dan de nationale wetgeving. In de lidstatenwerden de inspectiediensten hervormd. Dit proceskwam in België in een stroomversnelling na de di-oxinecrisis in 1999, met de oprichting van het Fe-deraal Agentschap voor de Veiligheid van deVoedselketen. Toen na enkele jaren dit FAVV steedsperformanter optrad, doekten meerdere steden huneigen controlediensten op en groeide bij het Gentsestadsbestuur de idee dat een eigen eetwareninspec-

    Het Stadslaboratorium, enkele weken voor de definitieve sluiting op 31 december 2009

    Archieflink_juni_2015_Opmaak 1 18/06/15 17:11 Pagina 4

  • @rchieflink - jaargang 15 - nr. 3 - juli 2015 5

    tie met een ondersteunend laboratorium stilaanoverbodig werd. Een poging tot samenwerking methet Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek, datin diezelfde periode een nieuw laboratorium kreeg,mislukte zodat de beslissing viel om eind 2009 dewerking van het Stadslaboratorium definitief stopte zetten. Eind 2007 waren de vier leden van de ste-delijke eetwarencontrole reeds overgeplaatst naarde Dienst Milieutoezicht.

    HET ARCHIEF VAN HET STADSLABORATORIUM

    Het archief bevat, naast briefwisseling met diverseoverheidsdiensten en klanten-opdrachtgevers, voor -name lijk de resultaten van de ontledingen die uit-gevoerd werden op allerlei levensmiddelen, drink-en zwembadwater.

    Tot maart 1993, wanneer een digitaal LaboratoriumInformation Management System (LIMS) in gebruikwerd genomen, werd bij elk binnenkomend on -derzoeksstaal één ontledingsformulier opgemaaktmet de gegevens van de aanvrager, de aard van hetmonster en de gewenste onderzoekingen. Dit for-mulier volgde het monster en keerde ingevuld terugin de afdeling administratie, waar de gegevens over-getikt werden op analyseverslagen om naar de aan-vragers te sturen. De ontledingsformulieren werdenvervolgens bewaard.

    Met de invoering van het LIMS veranderde de pro-cedure ingrijpend. Om anonimiteit en onpartijdig-heid te garanderen, werden de gegevens over elkstaal, zoals de identiteit van de aanvrager, in de af-deling administratie in de computer ingevoerd envertrok het te onderzoeken staal naar de laborantenmet een volgnummer. De resultaten werden vandan af ook in de computer ingevoerd en na verifi-catie door afdelingshoofd en directeur, in de afde-ling administratie op een rapport afgedrukt en ver-stuurd.

    Aanvankelijk werden alle analyseresultaten chro-nologisch bewaard. Na verloop van tijd kwam ereen opsplitsing volgens de aard van de monsters ende opdrachtgevers. Zo werd er onderscheid ge-maakt tussen de dienstopdrachten (ontledingenvoor andere stadsdiensten zoals de sportdienst ofhet stedelijk onderwijs) opdrachten tegen betaling(van particulieren en bedrijven), kosteloze ontle-dingen (voor inwoners van de stad) en de ontle -ding en op vraag van de stedelijke eetwareninspec-tie.

    Naast de reeksen ontledingsresultaten is de docu-

    mentatie van het kwaliteitsbewakingssysteem,voor werp van de audits door de accrediteurs vanBELAC, gearchiveerd. Elke handeling en procedurediende nauwkeurig beschreven te worden en elkewijziging aan een procedure goed gedocumenteerd.Dit gold zowel voor de administratieve verwerkingvan stalen als voor de werkwijze bij elke ontleding.Ook de controle van de goede werking van elk toe-stel, diende in documenten vastgelegd te worden.Van de controle-activiteiten van de stedelijke eet-wareninspectie zijn de controleverslagen en debriefwisseling bewaard, naast de processen-verbaaldie tegen overtreders werden opgesteld.

    Een bijzonder onderdeel in het archief vormen debouwplannen en ontwerpen voor het Instituut voorHygiëne dat in 1954 in gebruik werd genomen. Hetbevat ook ontwerpen van gevelversieringen, die uit-eindelijk niet werden uitgevoerd.

    Door de niet altijd optimale bewaaromstandighe-den in een kelder aan de Baudelokaai waren som-mige mappen door vocht zodanig beschadigd datze niet meer te redden waren. Hoe het komt datsommige zeer oude stukken (uit de periode 1886-1914) wél zijn bewaard terwijl andere, uit meer re-cente periodes zoals het interbellum, niet werdenteruggevonden, is niet meer te achterhalen.

    Hugo BudtsStad Gent, De Zwarte Doos, Stadsarchief

    Vrijwilliger

    Analyse van vanilleroomijs uitgevoerd door het Stadslaboratorium op vraag van de Eetwareninspectie in

    1998 (SAG_MA_LABO_2010)

    Archieflink_juni_2015_Opmaak 1 18/06/15 17:11 Pagina 5

  • 6 @rchieflink - jaargang 15 - nr. 3 - juli 2015

    Het (laten) uitvoeren van openbare werken iseen belangrijke taak van een lokaal bestuur. Datis voor het Gentse stadsbestuur niet anders.Sommige werken worden door de eigen dienstenuitgevoerd, maar voor andere, vooral grote of ge-specialiseerde werken wordt vaak een beroep ge-daan op externe aannemers. Voor de aanbe-steding van die werken moet de Stad – zoals elkeoverheid – bepaalde procedures volgen. Die moe-ten de vrije mededinging en de gelijke kansenvan alle geïnteresseerde partijen garanderen. DeStad kan dan zo kiezen voor de meest voordeligeofferte.

    In de negentiende en twintigste eeuw werden open-bare werken aanbesteed via twee verschillende pro-cedures: een openbare aanbesteding of een beperkte

    aanbesteding. Die hebben aanleiding gegeven tot decreatie van twee subreeksen binnen de (sub)reeksG94 van het Modern Archief van de Stad Gent. Bijeen openbare aanbesteding, die vaak een grootwerk omvatte, werd een lastenkohier gedrukt enbekendgemaakt, onder meer via kranten en aan-plakbrieven. Aannemers konden dan hierop in-schrijven. Die lastenkohieren werden samen metandere archiefstukken gebundeld in de openbareaanbestedingsdossiers, die subreeks G942 vormen.Bij een beperkte aanbesteding schreef de Stad zelfeen aantal aannemers aan om prijs te vragen. Aan-nemers konden op verzoek worden opgenomen inde lijst van aan te schrijven ondernemingen. De be-perkte aanbestedingdossiers vormen subreeksG943. Het uitschrijven van een aanbesteding en hetgunnen van de opdracht behoorde tot de bevoegd-heden van de gemeenteraad. De administratieve op-volging van de dossiers gebeurde door het 5de

    Bureel (Openbare Werken), dat dan ook de archief-vormende instantie was.

    BEPERKTE AANBESTEDINGEN

    De reeks beperkte aanbestedingen (MA_G943)loopt van 1887 tot 1934 en werd onlangs ontsloten.De aanbestede werken hebben onder meer betrek-king op het onderhoud van wegen en stadsgebou-wen (waaronder schoolgebouwen), de mestpacht ofreinigingsdienst, de brandweer en de organisatievan verkiezingen en feestelijkheden. Voor Gent, datzich in die periode het vuil Venetië van het noordenmocht noemen, was het onderhoud en gaandewegook het dempen van waterlopen een belangrijkeopdracht. Als havenstad investeerde Gent evenzeerin de inrichting van de haven, die zich in die peri-ode sterk uitbreidde. De dossiers bevatten eveneenspetities van buurtbewoners. Zo liet de Stad op vraagvan de buurt een spoelboot plaatsen aan de Dam-poortbrug (1898), waardoor de vrouwen veiligerhun was konden doen dan vanop de glibberige stei-gerbalken.

    Flink wat stadsgeld ging naar het operagebouw,toen bekend als de Grote of Franse Schouwburg (leGrand Théâtre). Vanaf 1899 kwam daar de zorgvoor de Koninklijke Nederlandse Schouwburg bij,waarvan de dossiers ironisch genoeg lange tijd een-talig Frans bleven, ook na de geleidelijke verneder-landsing van de stedelijke administratie. De Stad

    Stad zoekt aannemer: aanbestedingen van openbarewerken in Gent (1866-1963)

    Voorstel van het bedrijf J. Ricard & Cie voor het tot standbrengen van een vuurgloed rond het Belfort tijdens de feeste-lijkheden van 1913 (SAG_MA_94_2_1274_annex)

    Archieflink_juni_2015_Opmaak 1 18/06/15 17:11 Pagina 6

  • @rchieflink - jaargang 15 - nr. 3 - juli 2015 7

    nam eveneens de onderhoudswerken in de Hoge-school (Universiteit) en de Kruidtuin (Plantentuin)voor haar rekening. Die laatste bevond zich aanvan-kelijk in het Baudelohof (het huidige Baudelopark).De verhuizing naar de huidige locatie in de KarelLodewijk Ledeganckstraat, aan de rand van het Ci-tadelpark, werd in 1903 afgerond. In diezelfde pe-riode verhuisde de stedelijke politiegevangenis vande Mammelokker aan de Botermarkt naar ’t Rolle-ken, het sinds 1863 gesloten vondelingentehuis aande Oude Schaapmarkt.

    Dossiers in verband met het onderhoud van de ste-delijke zwembaden zijn eveneens bewaard. Naastde nog bestaande zwembaden Van Eyck en Stroponderhield de Stad ook de nu verdwenen zwem-kommen Tolhuis en Overzet. Dit eerste openlucht-zwembad in Gent, gelegen aan de nu verdwenenoverzet bij het eiland Malem, werd in 1855 opge-richt door de legendarische volksfiguur ConstantPruuke Dossche. In de aanbestedingsdossiers komtten slotte ook de zorg voor doden vaak aan bod methet onderhoud van de Wester- en de Zuiderbegraaf-plaats en het maken van doodskisten voor onver-mogende overledenen.

    OPENBARE AANBESTEDINGEN

    De Stad gaf niet alleen opdrachten voor (ver)bouw-werken, maar ook voor zeer veel afbraakwerken. Inde jaren 1880 werd het stadsdeel tussen de Zuid enhet historische centrum volledig ‘gesaneerd’ in hetkader van het Zollikofer-De Vigneplan. In de aan-loop naar de Wereldtentoonstelling van 1913 gin-gen ook in het stadscentrum zelf hele bouwblokkenop de schop voor de aanleg van nieuwe straten enpleinen en herenhuizen voor de burgerij. Van ver-vangende en betere behuizing voor de uit de belui-ken en arbeiderswijken verdreven bewoners wastoen geen sprake. Aannemers werden door de Stadbetaald voor de afbraakwerken en ze verdienden ophun beurt geld met de verkoop of de recyclage vande afbraakmaterialen. Daarnaast schreef de Stad re-gelmatig aanbestedingen uit voor de overname vanoude materialen, gerecupereerd door de stadsdien-sten.

    De dossiers van die grote bouw- en afbraakwerkendie via openbare aanbesteding werden gegund, zijnondergebracht in subreeks G942 van het ModernArchief. In samenwerking met de vrijwilligers Su-zanne Vanderveken en Edmond Van Moeffaert wer-den de dossiers 573 tot 1800 opnieuw verpakt inzuurvrije dozen en geschoond. De nummers 573tot 800 werden beschreven in het digitale archief-

    beheersysteem Dulle Griet. De nummers 801 tot1800 werden eerder ontsloten door Albert Brysse.De alfabetisch op straatnaam of onderwerp geor-dende lijst is voorlopig enkel in de leeszaal te raad-plegen. De lastenkohieren zelf, die de periode1866-1963 beslaan, werden toen chronologisch ge-ordend en gebundeld per vijftig, waarbij elke bun-del een oplopend volgnummer binnen de reeks G(4334-4393) kreeg.

    De dossiers bevatten naast de administratieve stuk-ken vaak bouwtekeningen, plannen, kaarten, ont-werpen, bro chu res en stalen van materialen. Insommige, vooral oudere dossiers zijn ook kranten-artikelen en processen-verbaal van de toeziendeambtenaar of soms van de politie toegevoegd. Dezedocumenten bieden geregeld een blik op de petitehistoire achter de dossiers. De ene keer gaat het omeen grappig verhaal, de andere keer om een intriest.Zo bevat dossier 1142 met betrekking tot het uit-graven van het vijfde binnendok (1908) een deel-dossier over de verdwijning van een kraanmachi-nist als gevolg van een grondverschuiving. Wegensde oplopende kosten werd de zoektocht naar devermiste man uiteindelijk gestaakt, waardoor deweduwe een probleem had om het verzekeringsgeldte innen. Bij de restauratie van het Belfort in 1911(dossier nummer 1274) werd vastgesteld dat eenbliksemafleider op het Belfort verbonden was met

    Lastenkohier 1142 met betrekking tot het bouwen van eenkaaimuur en het graven van het vijfde binnendok langs de

    nieuwe zeevaartinrichtingen, 1908 (SAG_MA_94_2_1174)

    Archieflink_juni_2015_Opmaak 1 18/06/15 17:11 Pagina 7

  • 1 Stadsarchief Gent + vrijwilligers = één team

    3 Het archief van het Gentse Stadslaboratorium

    6 Stad zoekt aannemer: aanbestedingen van openbare werken in Gent (1866-1963)

    Colofon

    @rchieflink is de driemaandelijkse nieuws brief van‘t Archief. Gent on Files (GOF), de vriendenkring van hetStads archief van Gent

    Het abonnement is begrepen in de lid maat schaps bij dragevan de vzw: 18 euro individuele leden, 20 euro gezin, 30euro steunende leden en 250 euro ereleden. Een los nummer kost 5 euro.Rekeningnummer: IBAN: BE31 0003 2520 7755 BIC: BPOTBEB1

    Contactgegevens GOFDe Zwarte Doos, Stadsarchief Dulle-Grietlaan 12, 9050 Gentbrugge Tel. (09) 266 57 60 E-mail: [email protected] Web: www.gentonfiles.be

    Coördinatie en eindredactieGuy Dupont, Pieter-Jan Lachaert, Marie Christine Laleman, Valérie Meillander, Piet Veldeman

    Foto’s en illustratiesStorm Calle, Patrick Henry

    Ontwerp logoErika Vanderstockt

    Verantwoordelijke uitgeverPiet Veldeman, Ooistraat 10, 9041 Oostakker

    VormgevingCandace Verbeke

    DrukNV Drukkerij Verbeke, Gent

    ISSN - nummer: 1376-2966

    Inhoud

    de kabel van de lift en dat waterinsijpeling in de elektrischeinstallatie dreigde. De opzichter van de werken geraakteslaags met een arbeider en burgemeester Emile Braun wondzich behoorlijk op over de vertraging die de werken hier-door opliepen.

    De aanbestedingsdossiers van openbare werken werdenmeermaals verhuisd en enkele dossiers werden duidelijkherhaaldelijk ter raadpleging uitgehaald. De aanwezige dos-siers bevinden zich echter in redelijk goede staat. Op ter-mijn is een grondiger aanpak van de 26 lopende meterarchief en eventueel een digitalisering wenselijk. De inhoudvan beide reeksen (G942 en G943) geeft een goed idee vande stedenbouwkundige evolutie van de stad en van de groteen kleine projecten die hiermee gepaard gingen. De hel-pende handen van vrijwilligers zullen hierbij meer dan wel-kom zijn!

    Jan de SmedtStad Gent, De Zwarte Doos, Stadsarchief

    Aanplakbrief van een openbare aanbesteding inzake herstellingswerkenaan het Belfort, 1870 (SAG_MA_F_81)

    Archieflink_juni_2015_Opmaak 1 18/06/15 17:11 Pagina 8