Upload
others
View
14
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
PUBERS motiveren en
stimuleren
13 november 2013
VALUAS COLLEGE
Waar of niet waar
• De Jeugd is ongemotiveerd.
Niet waar
• Nog nooit eerder heeft een generatie
zoveel baantjes gehad. 60 % heeft
ervaring, van babysit tot jeugdleider of
vakantie werk.
• Het is wel zo dat ze dat vooral buitenshuis
doen, thuis opruimen valt daar niet onder.
• Zij zijn tot héél veel gemotiveerd !!
Waar of niet waar
• De jeugd is racistisch
Niet waar
• Integendeel, nooit eerder groeide een
generatie op in een zo multi culturele
omgeving. Allen hebben zij ervaring met
migranten jongeren en hebben zij hun
vaardigheden in het tolerant hiermee
omgaan kunnen oefenen.
• De uitzonderingen bepalen het beeld.
WAAR OF NIET WAAR
• De jeugd begint op steeds jongere leeftijd
met seks.
Onderzoek:
• Seksuele repertoire opbouw.
• Nationaal onderzoek 1988 Rutgers - Nisso
groep.
Stap 1
• De tongzoen.
• Gemiddelde leeftijd in 1988?
• Gemiddelde leeftijd 2011?
STAP 2
• Voelen op en onder de kleren.
• Gemiddelde leeftijd 1988?
• Gemiddelde leeftijd 2011?
STAP 3
• Gemeenschap.
• Gemiddelde leeftijd 1988
• Gemiddelde leeftijd 2011
Stap 4
• Orale seks.
• Gemiddelde leeftijd 1988?
• Gemiddelde leeftijd 2011?
Op een rijtje: 2011
• Meisjes lopen aanvankelijk voor, maar
worden vervolgens wel ingehaald door de
jongens.
1988:
• Tongzoenen: tussen 11 en 13 jaar.
• Voelen op en onder de kleren: tussen 12
en 15.
• Gemeenschap: tussen 16 en 17.
• Orale seks: 18 en ouder.
VEEL VERANDERD?
De laatste waar of niet waar
• De jeugd is gewelddadig
Niet waar
• Jongeren zijn nog altijd op de eerste
plaats zelf slachtoffer van geweld van
volwassenen
• Gewelddadigheden komen wel meer voor
onder bepaalde sub groepen en die
worden in de media breed uitgemeten.
Een korte herhaling:
• We hebben het al eerder over het
puberbrein en puber lijf gehad.
De puberteit komt niet
onvoorbereid
• Biologie: Lichamelijke ontwikkeling.
Ontwikkeling van de hersenen.
• Psychologie: Dus zo zit de wereld van de
mensen in elkaar
• Sociaal: Dus zo gaan mensen met elkaar
om
BIOLOGIE
• 0-6 : snelle groei, veel te leren;
• De mogelijkheden van je lichaam ontdekken en toepassen.
BIOLOGIE
• HET BREIN:
Vanaf dag 1 worden in de hersenen
verbindingen gelegd en opgeslagen.
Patronen worden herkend en automatisch
toegepast.
PSYCHOLOGIE
• 0-6: (her)kennen van gevoelens bij jezelf
en de ander.
Sociaal
• Hoe gaan mensen met elkaar om.
6 tot 9 jaar
• Oefenen en toepassen van wat je tot dan
geleerd en ervaren hebt.
• Ik ken mijn lichaam en kan het gebruiken
samen met anderen, rekening houdend
met die ander en mezelf.
Super gemotiveerd en gedreven
• Gemotiveerd en gestimuleerd door en
dank zij een net zo gemotiveerde en
gedreven omgeving.
EN DAN KOMT DE PUBERTEIT.
GEEN GRIL MAAR EEN
NOODZAAK
• om je voor je verdere
ontwikkeling buiten je
gezin te begeven.
Zelfstandigheid opeisen
De mogelijkheid tot voortplanting
komt binnen bereik.
• Dat mag je niet
binnen je gezin gaan
oefenen.
• Voor je gezinsleden
moet je je onbekend
maken.
• Zeer gemotiveerd om
de deur uit te gaan
Bescherming niet meer
aanvaarden. • Dat kan ik best
zelf.
• (onzekerheid
verbloemen)
• Ik heb jou niet
nodig.
• (en laat niet
merken als dat wel
zo is)
.
NEE EN NIET
• Zijn woorden die de hersenen niet kunnen
verwerken.
NU EVEN NIET AAN EEN ROZE OLIFANT
DENKEN!
Tada!!!!!!!!
Pushen en afdwingen?
Roept vooral weerstand op.
• Wie wordt daar nou blij van?
De vrouw is van de verbinding!
Die krijgt het zwaar
Loslaten dan maar?
Dacht het niet!
• Je kind heeft je nog steeds nodig ook al
laat het dat niet (altijd) merken.
Anders verbinden!
• Ruimte bieden, de bescherming oprekken.
• Kansen bieden om zelf te ervaren.
• Successen vieren (hoeft niet altijd
uitbundig samen).
• Duidelijkheid bieden
Afleiden en verleiden
• Zorg dat de hersenen in de JA stand
komen.
• Toon de voordelen (liefst op korte termijn)
• Wees duidelijk over de “speelruimte”
Ordenen
• Wetten – regels en afspraken!
Een verzoek of een opdracht!
Een vraag of een mededeling?
verwachtingen
• Wees redelijk en duidelijk in wat je
verwacht.
• Ben bereid tot bijstelling indien nodig,
zowel naar boven als naar beneden.
• Bied ruimte om te onderhandelen en wees
duidelijk over hoe groot die ruimte is.
• Verdraag de keren dat het niet gelukt is.
Speciaal voor de mannen.
• Zij zijn competitie gericht.
• Wie is hier de sterkste?
• Wie bepaalt hier?
• Op de macht gaan zitten!
Dan krijgen ook zij het moeilijk
• Wordt er niet
gezelliger op.
Genieten
• Geniet van de originaliteit van de (nog)
vrije geest.
• Geniet van de creativiteit, zij kunnen nog
out of the box denken.
• Geniet van de verrassingen.
• Geniet van de fase die zij door maken en
die jij ook ooit door maakte.
• En over dat laatste mag je ook best eens
iets vertellen.
Beloning
• Trots tonen is ook belonen.
• Succes vieren.
• Wat vroeger werkte
• Werkt nog steeds.
• Maar niet altijd!
successen
• Uit het verleden bieden geen garantie voor
het heden maar zijn wel, meer dan veel
belovend, voor de toekomst.
Het valt ook niet mee.
• Om als jongere in een emotionele sociale
en lichamelijke achtbaan te zitten terwijl
allerlei (vaak onduidelijke) verwachtingen
en eisen aan je gesteld worden.
• Terwijl je zelf ook nog wil sturen en
bepalen.
Stress
• Dat levert bij de jongere EN zijn omgeving
stress op.
Vermoeiend voor iedereen.
Wat is stress?
Een overlevingsmechanisme
Aangestuurd vanuit het diepere
(zoogdieren) brein. • Vechten
• Vluchten
• bevriezen
Signalen van stress.
• Verhoogd en soms onregelmatig hartritme.
• Verhoogd cortisol en adrenaline gehalte. (stress hormonen)
• Hoge ademhaling (veel zuurstof).
• Spierspanning(snelle toevoer van zuurstof naar de spieren = kracht
• Onttrekken van zuurstof toevoer aan niet vitale benodigde lichaamsdelen;
• Slechte spijsvertering.
En verder
• Verhoogd alert (hyper) gericht op gevaar.
• Of verlaagd alert (hypo)
• Verlaagde pijn gevoeligheid.
• Verminderd rationeel denken (mensen hersenen)
Stress is in bepaalde mate
gezond. • Het hoort erbij om je te kunnen
ontwikkelen en leren.
• Maar kan maar in beperkte mate en niet te
lang verdragen worden.
• Geruststelling, beweging en drinken (water
of fris zonder te veel suiker) helpt.
Kinderen moeten de wereld
veroveren.
• Onveilig
Taak van de vader
• De man is nodig voor
het ontwikkelen van
zelfvertrouwen.
• Kijk, dat kun jij al.
Taak van de moeder.
• Taal geven en
verbinden
Maar de puber maakt moeilijker
de verbinding. • Bij de jongens giert 400 x zoveel
testosteron door het lijf als bij een
volwassen man.
• Pubers maken meer, sneller en
ontregelder adrenaline en cortisol aan.
• Denk aan de achtbanen!
Even zelf ervaren?
Voel de sensatie in je lichaam
• In wisselende mate ervaart de puber dit op
soms ook voor hem/haar onverwachte en
verwachte momenten.
• Naar mate de heftigheid toeneemt neemt
het redelijk denken af.
• Probeer dan ook niet een “goed
gesprek”te hebben want dat lukt niet.
• Je kunt je ook afvragen of dat perse NU
MOET!
Kalmeren
• Bewegen voert de opgebouwde
spierspanning (vecht energie) af.
• Iets drinken voert het opgebouwde cortisol
(stress hormoon) gehalte in het wangslijm
af.
• Benoem wat je denkt te zien bij de ander
(zich begrepen voelen)
• Benoem ook wat dat doet met jezelf.
Timing
• Is er sprake van acute onveiligheid dan
moet NU iets.
• In alle andere gevallen maak je ruimte in
tijd.
• Ik merk dat ik hier nog over na moet
denken.
• Spreek af wanneer je
• er op terug komt.
DUS
• Ga een discussie aan als je veel tijd en
humor hebt
• En ga niet voor het gelijk krijgen. (Vooral
voor mannen is dat erg moeilijk).
• Dat lukt je toch niet.
Maar wat dan wel
• Blijf in gesprek.
• Toon belangstelling.
• Luister naar je kind.
• Laat “oma” thuis en luister echt.
• NIVEA blijft in de tas.
• Je mag gerust aangeven wat je wel of niet zelf zou doen in een dergelijke situatie.
• Wees duidelijk over de ruimte die er geboden kan worden in plaats van wat niet kan.
• Laat wat onderhandelingsruimte voor jezelf en je kind over.
huiswerk
• Wordt op het laatste moment gemaakt.
• Op de meest onmogelijke tijden.
• Terwijl de radio aan moet blijven.
• Als niet toevallig net dan een vriend(in)
belt.
moe
• Uitslapen duurt tot ver in de middag.
• Groeien vreet energie, veel rust en veel
eten.
• Bio ritme in de war.
stemmingen
• Van uitbundig tot stil teruggetrokken.
• Snel boos maar even later weer
uitgelaten.
• Van heel actief met van alles bezig zijn
(tegelijk) tot lusteloos op de bank hangen.
Plannen en ordenen
• Een trui uit de kast trekken kan niet
resulteren in een opgeruimd
achterblijvende kastinhoud.
• Kleren in de wasmand “mikken”lukt niet.
• Normaal op een stoel gaan zitten lukt niet.
• Deuren slaan harder dicht dan vroeger.
• Spullen gaan sneller stuk, meer
ongelukjes in en om huis.
ADOLESCENTIE
• Tussen pak weg 16de en 18de levensjaar.
• De heftigheid ebt langzaam weg.
HOOP
• Tussen 18 en 24 worden de verbindingen
in de frontale cortex van de hersenen
aangelegd en lukt het uiteindelijk weer.
En dat motiveren dan?
Jongeren ZIJN gemotiveerd
• Om van alles en nog wat te doen.
• Dat is niet altijd hetzelfde als wat de
ouders willen.
• Dat is niet altijd thuis te merken.
• En dat kan snel wisselen.
Groei naar autonomie en
zelfstandigheid • De soft ware wordt als laatste
geinstalleerd.
• Afhankelijkheid neemt af maar is er nog
wel.
• Vertel gerust ook eens (eerlijk) hoe het
voor jou was op die leeftijd.
• De volwassene is nog steeds nodig.
loesje
• HELP, mijn ouders begrijpen me.
• WAT NU?
In delen denken.
• Stel geen grote einddoelen.
• Maak haalbare kleine tussenstappen in de
richting van …………
• En laat die door de jongere zelf bedenken.
• Van missers leer je, van successen nog
meer!
• Laat ruimte voor beide!
EXTERNE HARDE SCHIJF
Frontale cortex
• Is pas geïnstalleerd rond het 24ste
levensjaar.
• Plannen en ordenen worden daardoor
geregeld.
• Bij onveilige situaties is en blijft de ouder
de externe harde schijf.
Bedreiging of lastig
maak het onderscheid!
Wat is onveilig?
• Biologisch.
• Psychisch.
• Sociaal.
biologisch
• Er is sprake van een ernstige bedreiging
voor het fysieke welzijn.
• Bv. Ernstig middelen gebruik ivm
ontwikkeling van de hersenen.
Psychische onveiligheid
• Voortdurend falen.
• Nooit goed kunnen
doen.
Heftige gevoelens van
angst
En onzekerheid
Sociale onveiligheid
• Bv. Pesten of gepest worden.
• Uitgestoten worden.
DUS
• Motiveren en stimuleren om boven aan
een trap te komen doe je door bij de
eerste trede te beginnen.
• Weet je nog hoe je kind leerde lopen????
• Met verleiden, belonen en steunen waar
nodig en zo lang als nodig.
• Of moet hij nog aan het handje?
MAAR OOK HIER IS HOOP!
• Uit onderzoek blijkt dat (bijna) alle jong
volwassenen dezelfde normen en
waarden hanteren als hun ouders.
• Maar op weg daar naar toe bewandelen zij
kronkel wegen en zijwegen.
• Soms lijkt dat op verdwalen.
• Vaak is het tijdelijk afdwalen.
Praat eens met andere ouders.
• Die leuke puber vriend van je zoon of
dochter is thuis misschien ook anders.
• Jouw zoon of dochter doet hetzelfde bij
anderen.
• Ook andere ouders zijn op zoek naar
manieren om met hun kind om te gaan.
• Je bent niet de enige!
En niet alleen zwartkijken.
• Een jongere is niet 24 uur per dag 7 dagen
in de week lastig!
• Zoek de smeltmomenten en heb daar oog
voor.
• En als jij of een ander die ziet, begin dan
niet meteen met: ja maar………….
• Het is en – en!
• Is het glas half vol of half leeg?
Schatjes?
Of monsters?
Hoe dan ook
ALS HIJ/ZIJ VROEGER LEUK WAS DAN WORDT HIJ/ZIJ
DAT NA DE PUBERTEIT en adolescentie
OOK WEER.
• Arno Derikx
VRAGEN OPMERKINGEN