45
Jo Dhaeyer 3 LOB 2007-2008 Contractschool: Berkenboom (geel&groen) Project ZORGVERBREDING - 1 -

Project zorgverbreding-remediëring: lezen

  • Upload
    joke704

  • View
    2.981

  • Download
    1

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Remediëringsoefeningen voor spellende en radende lezers.

Citation preview

Page 1: Project zorgverbreding-remediëring: lezen

Jo Dhaeyer 3 LOB2007-2008Contractschool: Berkenboom (geel&groen)

Project ZORGVERBREDING

Vormingspakket:

- Leesremediëring- Spellingsbegeleiding- Schrijfmotoriek

- 1 -

Page 2: Project zorgverbreding-remediëring: lezen

Deel 1: Leesproblemen

1.1. Onvoldoende beheersing van deelvaardigheden

De deelvaardigheden die van belang zijn voor het leren lezen via volledige verklanken, zijn de visuele analyse, de auditieve synthese en de klank-teken-koppeling.Bij onvoldoende beheersing van deze deelvaardigheden van een van deze deelvaardigheden is het snel decoderen van woorden niet mogelijk.

1.2. Gebruik van verkeerde strategie of ‘hardnekkig spellen of raden’

Een volgende categorie problemen situeert zich in het langdurig toepassen van één leesstrategie: spellen of raden.

Een centrale plaats in het leesproces wordt ingenomen door de visuele synthese. Als het direct herkennen van grafeem-combinaties niet voldoende op gang komt, heeft een leerling twee manieren om een woord te lezen dat niet direct herkend wordt.De eerste is letter-voor-letter lezen, spellend lezen.

Een andere manier is radend lezen, dit wil zeggen dat op basis van een enkel kenmerk van het woord, (eerste letter, lengte, een bepaalde klinker,…), ‘een woord’ wordt gezegd.

Tempo correctheidGoede lezer Goed GoedVertraagde lezer Matig Matig

Spellende lezer Zwak MatigRadende lezer Goed Zwak

1.3. Leesvoorwaarden

1.3.1. Omschrijving van de leesvoorwaarden volgens Sixma.Sixma verstaat onder voorwaarden de eisen, die aan leerlingen gesteld worden als ze iets met succes moeten leren. De leesvoorwaarden vinden we door het proces van het leren lezen te analyseren en worden specifieke voorwaarden genoemd, omdat ze op een bepaald didactisch proces betrekking hebben.

1) Taalbeheersing: het kind dient voldoende taalontwikkeling te hebben, niet alleen om de leeswereld binnen te kunnen treden, maar ook om later nieuwe woorden vlot te kunnen lezen.

2) Zingeving: inzien dat een gedrukte tekst verwijst naar een te verbeelden wereld, waarbij het lezen de toegang opent.

3) Visuele en auditieve richtbaarheid en ook visuele discriminatie: voldoende ervaring met visueel en auditief gepresenteerd taalmateriaal.

- 2 -

Page 3: Project zorgverbreding-remediëring: lezen

4) Synthese: voldoende greep op gesproken taalstructuren wat betreft de tijdsorden van klanken of klankgroepen, zodat analyse en synthese kunnen plaatsvinden.

Sixma kwam zo tot het maken van een leesvoorwaardentoets, waarmee de beginsituatie van het kind ten aanzien van het leren lezen verkend wordt. Als doel van de toets geeft hij de volgende omschrijving:

‘het verkrijgen van zo nauwkeurig en betrouwbaar mogelijke informatie betreffende elke leerling, speciaal aangaande de specifieke leesvoorwaarden’ waarbij het leren lezen wordt opgevat als een proces dat reeds lang voor de komst op de basisschool is aangevangen.

1.3.2. schema onderzoek van de leesvoorwaarden

Visuele factoren: - het visueel kunnen onderscheiden van (kleine) verschillen.- Visuele analyse en synthese.- Visueel geheugen (bij plaatjes, globaalwoorden)- Het visueel van elkaar kunnen onderscheiden van ‘woorden’- Het van elkaar kunnen onderscheiden lettersymbolen.

Auditieve factoren:- auditief geheugen- auditieve discriminatie- auditieve analyse- auditieve synthese

Links-rechts onderscheid:- links-rechts onderscheid van het eigen lichaam - het van links naar rechts werken.

Begrippen:- Kennis van begrippen

- 3 -

Page 4: Project zorgverbreding-remediëring: lezen

1.3.3. Onderzoeksschema voor het lezen van woorden. (model volgens Boonstra)

- 4 -

Lezen van woorden

Gaat vlot Gaat moeizaam

Eenvoudig nieuwe woorden (spellend) laten lezen Visueel inprenten en visueel geheugen onderzoeken

gaat vlot

Lastiger woorden laten lezen.

Gaat moeizaam

Problemen in de omzetting tekenklank

2) Problemen met de auditieve synthese

3) Problemen met beide facetten

Onderzoek naar de actieve letterkennis

Gaat vlot

Gaat moeizaam

Kent bepaalde symbolen niet

Page 5: Project zorgverbreding-remediëring: lezen

Deel 2: Remediëring van deelvaardigheden

2.1. Oefenen op de visuele analyse.

1) Van links naar rechts.Leer de leerling expliciet een reeks letters verklanken van links naar rechts.

2) Woorden naleggen.Gebruik van de letterdoos om woorden na te leggen. Geef in het begin het aantal grafemen met hokjes aan. Gebruik ook zeker woorden met twee klanken, maar met drie letters, zoals mee, aap, uit, moe, zee,…

3) Tweeklanken isoleren. Laat in losse woorden of woordenreeksen de tweeklanken in kleur zetten of omcirkelen, in een vakje zetten,… Vb. meer- aan- poot- ruit- …

4) woorden knippen. Laat losse woorden in stukken knippen.

5) GeheugenoefeningEen bepaalde letter even laten zien en weer wegnemen. Laat alle woordkaarten zoeken waar die letter in voorkomt.

6) Letters zoeken in woordenUit een reeks woorden alleen die woordkaarten halen waar een gevraagde letter in voorkomt, bv. zoek alle woorden met dezelfde letter vooraan, alle woorden met dezelfde letter achteraan, alle woorden met oo,… Vb. boom- raam- boer- roos- moe- bos-…

7) Woorden zoeken via aangeboden lettersEen bepaalde letter aanbieden en alle woordkaarten zoeken waar die letter in voorkomt.

8) Vergelijken van woordparen. De gelijke en verschillende letters zoeken in woordparen of woordenreeksen, door deze te verbinden met stokjes, staafjes, strookjes,… Telkens laten we verwoorden: gelijk - niet gelijk. Vb. b oe r b ee r b ee k

- 5 -

Page 6: Project zorgverbreding-remediëring: lezen

9) Woorden spatiëren Bij ernstige moeilijkheden kan het nuttig zijn de woorden via gespreide letterkaartjes aan te bieden. Door de spaties kan de leerling de aandacht op elke letter richten, zonder te veel afgeleid te worden door de letters ervoor of erna. Geleidelijk aan verkleinen we de spaties zodat de leerling vertrouwd raakt met het normale woordbeeld.

Vb.

2.2. Oefenen op de klank-teken-koppeling

1) Hakken en plakken van woorden. Vb. roos -> r / oo / s- woorden hakken en plakken: losmaken tot letters (opgelet met tweeklanken)

en weer samenvoegen tot volledige woorden.

Werk letter per letter:- toon, benoem, bespreek de speciale vorm: zie voelboek: maken van een

voelboek, de letters van het alfabet uitknippen uit schuurpapier. Lln laten sluiten de ogen en raden welke letter voor hen ligt door te voelen.

- Laat de aparte letters tonen- Oefen de passieve kennis: letters tonen, eventueel gebruik van de letterdoos.- Oefen het letterdictee: zelf schrijven van …

2) Werken met woordkaartenDe leerkracht biedt het gestructureerde woord aan, leerlingen spreken het uit met verlengde klankwaarde en analyseert daarna in klank.Bij het verklanken de overeenkomstige tekens aanwijzen. Vb. raam -> rrrrraammmmLet op, sommige klanken kan je niet verlengen voorbeeld p.

- wisseloefeningen: de laatste, eerste of middelste letter van het woord wordt gewisseld voor een andere letter.

- 6 -

G L A S

G L A S

G L A S

G L A S

Page 7: Project zorgverbreding-remediëring: lezen

3) Werken met een letterrooster.Het woord wordt aangeboden en geanalyseerd. Vb. k aa sk aa

aa sWelke letter moet hier komen? Hoe klinkt die?

4) Laat letters in een willekeurige tekst aanstrepen of markeren.

5) Automatisering- woorden opnoemen: welk woord hoort er niet thuis? Zit die bepaalde

letter erin? - woorden laten bedenken: de lkr zegt een woord, lln zeggen woorden

met dezelfde letter. - Rijmoefeningen: leerkracht zegt een woord, leerling zegt een woord dat

hierop rijmt. - Plaatjes sorteren naar dezelfde eind-of beginklank

2.3. Oefenen op de auditieve synthese

1) Samenvoegen van losse klanken tot willekeurige woorden. = Plakken.

2) Samenvoegen van losse klanken tot woorden via wisseloefeningen. Vb. k/m-woorden: oor-uur; oor- oom- ook m/k-woorden: wij-zij-rij; moe-mee mkm-woorden: raak-maak-zaak; raam-raak-raap; mis- -mes-mos; mees-meer weer-week-weet

3) Onvolledige woorden aanvullen. De leerlingen krijgen gekende woorden te horen/ te zien waarin één klank ontbreekt. Vb. .uf- .eester . aak-> zaak, maak, vaak, kaak,… roo. -> roos, room, rook, …

4) Werken met rijmplaatjes (eindrijmen)Wat klinkt gelijk? We lassen frequent enkele wisseloefeningen in. Vb. buis- huis mat-kat

5) Samenvoegen van auditieve lettergrepen Vb. zol-der kleu-ter bo-ter-ham Wo-ning sla-ger tim-me-ren

6) Samenvoegen van twee woorden tot een nieuw woord. Lln krijgen allemaal kaartjes waar woorden opstaan. Ze kunnen met die kaartjes samengestelde woorden maken. Vb. as-bak dak-goot zee-man Dak-pan ijs-schaats zak-doek

- 7 -

Page 8: Project zorgverbreding-remediëring: lezen

2.4. Oefenen op de visuele syntheseVier soorten lettergroepen:

a) clusters of groepen medeklinkers vb. br..,pl..,kl..,str.. ...st,..rk,..nk,..ngb) Spellingspatronen en meertekenklanken:

Vb. ..even,..apen,..oren,..uren,..amen ..ooi, …aai, …uw, …eeuw

c) Voor- en achtervoegsels:Vb. ver-, be-, ge- -ing, -lijk, -je, -tje,…

d) Samenstellingen: Vb. asbak, fietspad, bloempot, boekentas, voetbalveld, …

1) Leesblad clustersDe leerling leest in de richting van de pijl met toenemende snelheid. Vb. Kl ----------as kl----as klas klas (langzaam) (wat sneller) (nog sneller) (vlot)

2) Leesblad spellingpatronenVoor de leerling de woorden in de vakjes leest, neemt hij eerst de lettergroepen in de pijlen door.

Vb.

3) Het lezen van wisselrijtjesOefeningen:

- expliciet wijzen op de gelijke delen- de gelijke delen gedrukt geven en laten aanvullen met letters.- Zelf wisselrijtjes opbouwen. Vb. oor voort

voor poort soort hoort

- 8 -

eef eef eef eef eef eefeef

l-eef leef b-eef beefg-eef geefz-eef zeefn-eef neef

Page 9: Project zorgverbreding-remediëring: lezen

Deel 3: Remediëring van voortgezet technisch lezen

3.1. Het lezen van woorden en/of zinnen

3.1.1. Op weg naar woordherkenning en oefeningen op woordbeeldvorming

Het voortdurend oefenen en dus waarnemen van woorden moet ertoe leiden dat de lezer allerlei woordbeelden gaat onthouden en herkennen. Hierbij doen ze een beroep op het geheugen. We kunnen drie factoren vermelden die een rol spelen bij de woordbeeldvorming:

a) Woordfrequentie: woorden die in de taal veel voorkomen, worden in de regel sneller herkend.

b) Woordlengte: in de regel geldt dat hoe meer letters een woord telt, hoe meer tijd er nodig is om dit te herkennen. Dit blijkt uit het herkennen van woorden waarin letters ontbreken. Vb. b.rd – w..rdb..ldv.rm.ng

c) Woordkennis: onmiddellijke woordherkenning is niet alleen maar een zaak van zuiver visueel geheugen, dit blijkt vb uit het lezen van zinloze woorden dat veel langzamer verloopt. Naarmate de woordenschat of het woordbegrip groter is, treedt er een sterker effect van woordherkenning op.

3.1.2. Het lezen van zinnen of van een tekst.

Voor alle lezers, behalve voor de hardnekkige spellers, geldt dat het lezen van zinnen of van een tekst, sneller verloopt dan het lezen van losse woorden of woordrijen. Taal bevat veel informatie en herkenningspunten:

- semantische factoren (de betekenis wordt gedragen of voorspeld)vb. ‘Brood koop je bij …’ of ‘Bij de bakker koop je …’

- syntactische factoren (taal wordt beheerst door regels)vb. ‘De hond…naar zijn baasje.’ => we verwachten hier een werkwoord.

Deze factoren maken de taal voorspelbaar en dit vergemakkelijkt de woordherkenning. Daardoor is geautomatiseerd lezen vooral een ‘talig’ proces en veelal minder een visueel gebeuren dan oorspronkelijk werd verondersteld.

3.3. Profiel van leeszwakkere leerlingen.

3.3.1. De vertraagde lezers

Leerlingen waarbij enige leesvertraging wordt vastgesteld, bereiken na verloop van tijd wel een behoorlijk niveau van automatisering. Ze hebben nood aan extra training. Ze halen dus veel voordeel uit het lezen in niveaugroepen. Deze groep leerlingen hebben nood aan veel oefenkansen, op het eigen niveau.

- 9 -

Page 10: Project zorgverbreding-remediëring: lezen

3.3.2. De ‘radende’ lezers

Door een te sterke verwaarlozing van de visueel-grafische informatie, wordt naar de woorden geraden. Deze leerlingen maken voor alle leesniveaus veel fouten, anderzijds worden veel woorden wel goed gelezen.De leesfouten komen sterk naar voren bij het lezen van teksten. Toch kan de betekenis van de gelezen tekst in veel gevallen bewaard blijven. Radende lezers richten zich te veel op de betekenis van de tekst en houden onvoldoende rekening met de ‘letterstructuren’.

Hardnekkige raders lezen soms ook losse woorden, woordrijen of zelfs letters fout. Opvallend is dat de radende lezers hun fouten niet altijd opmerken. Net als voor de spelling is de controlefunctie vrij zwak.

3.3.3. De ‘spellende’ lezers.

Door een eenzijdig gebruik van de visueel-grafische informatie en door een moeizame beeldvorming wordt het vloeiende lezen belemmerd. Relatief veel woorden worden gespeld.De kern van het probleem situeert zich bij de visuele syntheses en bij de inprenting van spellingsstructuren. Er is sprake van een trage letter-voor-letter-opbouw.

Het hardnekkig vasthouden aan het spellend lezen vergt enorm veel aandachtsconcentratie; dit betekent dat er ook veel leesfouten kunnen gemaakt worden die sterk afwijzen van de werkelijke betekenis. Hierdoor blijft ook het tekstbegrip meestal zwak.

Diagnose:Raders Spellers

- forceren- lezen hardop mee zonder

de tekst te gebruiken- lezen vaak vooruit- gokken, spellen vrijwel niet,

ook nonsenswoorden niet- lezen soms hele

woordenrijen fout, zelfs losse letters

- kunnen meestal iets zinvols over het verhaal vertellen.

- puzzelen- kunnen niet volgen of een

leesbeurt overnemen- spellen alle woorden, ook

woorden zoals ik, en,…- vrij onzeker, twijfelende

leestoon- spellen soms verborgen- overbodige bewegingen- vingerlezen- hebben ook veel last met

de inhoud.

- 10 -

Page 11: Project zorgverbreding-remediëring: lezen

3.4. Remediëring van raden en/of spellen

3.4.1. Wat met ‘raders’?

- voorschrijven van een langzamer leestempo- sterk accent op de visuele structuur- leren nauwkeurig verklanken (vb. gebruiken van nonsenswoorden) - visuele deelvaardigheden oefenen: visuele discriminatie van sterk

gelijkende letter-en woordvormen (zie hierboven)- oefenen op nauwkeurig lezen van korte niet-gestructureerde

woordenrijen.- Herhalend lezen van teksten met foutenfeedback: driemaal een korte

tekst laten lezen, na iedere beurt de fouten aanstrepen en die versie met correcties doen lezen.

- De hele zin herhalen als er een fout wordt gelezen.- Duo-lezen met controle op nauwkeurigheid- Bespreken van wat gelezen werd of zal worden.- Een foutenanalyse maken met casseterecorder. - Zinnen met inhoudelijke fouten lezen. - Visueel ruimtelijke verschillen in de woordrijen zoeken: woorden

elimineren op grond van visuele verschillen. Vb. Welk woord hoort niet thuis in de rij? jan – jan – jan – jas – jan

- Concrete woorden in een tekst zoeken.- Geregeld perceptueel verzwaarde teksten lezen.

3.4.2. Wat met spellers?

- streven naar een hoger leestempo- sterk accent op de auditieve structuur en de betekenis van woorden.- Leren vlug verklanken - Auditieve deelvaardigheden oefenen- Heel frequent oefenen op leessnelheid- Een frequente training van visuele synthese: dezelfde gestructureerde

woordrijen vaak oefenen. - Gebruik maken van leeskaarten met oefeningen over woordopbouw:

gestructureerd en systematisch werken aan de visuele synthese van samengestelde woorden of woorden met achtervoegsels. Vb. vaar as gevaar bak

gevaarlijk asbak- voorgezegde woorden ‘snel’ laten opzoeken en aanwijzen, kleuren,

omcirkelen,… in een zin, alinea of in een korte tekst. - Duo-lezen: veelvuldig herhalend laten lezen van korte teksten samen

met een goede lezer.- Herhalend lezen van teksten met tijdfeedback: driemaal lezen van een

tekst (herhaald lezen) en de leerling de bedoeling duidelijk maken: we letten vooral op de leestijd.

- Bespreken van wat gelezen werd of zal worden: inhoudelijke benadering.

- Deel van een zin (zelfs een woord) met een kaartje afdekken.

- 11 -

Page 12: Project zorgverbreding-remediëring: lezen

- Woorden elimineren in woordrijen op grond van verschillende betekenis. Vb. welk woord hoort net thuis in de rij? an - jan- pa - vos –ma

- accent op voorspellend lezen: gaatjesteksten a) semantisch aanvullen. Vb. een werkwoordgroep, een

uitdrukkingb) syntactisch aanvullen. Vb. spraakkunstige structuur.c) Geleidelijk uitbouwen: eerst met goede gekende teksten; hoe

verder in de zin, hoe makkelijker; een deel van het woord of het hele woord wissen

- herhalend lezen via voorzetseluitbreiding. Vb. naar naar huis

ik ga naar huis ik ga naar huis met mama

- herhalend lezen via zinsuitbreidingsoefeningen. Vb. ik loop

ik loop naar school ik loop naar school met zus ik loop naar school met zus, zegt piet.

- lezen van woordparen of rijmpjes. Vb. rijk en arm. Koud en….- Zoeken naar rijmende aanvullingen.

- werken met onvolledige woorden: leren raden, feedback geven o.m. de lengte van de woordkaart of context

Bloemp

veldw

Vanavond kijken we naar de…voet

Kwartetten -> zie uitgewerkte spelen

Spelen van Bingo met losse letters of lettergrepen

- 12 -

er is wat mis

is er veel mos

ik zie de neus

van de reus

met die vis

in het bos

Page 13: Project zorgverbreding-remediëring: lezen

Bijlagen:

Remediërendeoefeningen

- 13 -

Page 14: Project zorgverbreding-remediëring: lezen

Leesblad clusters: kl…, str…

- 14 -

Kl--------------as kl------as kl--as klasKl--------------op kl------op kl--op klopKl--------------im kl------im kl--im klimKl--------------ok kl------ok kl--ok klokKl--------------ei kl------ei kl--ei kleiKl--------------em kl------em kl--em klemKl--------------ap kl------ap kl--ap klapKl--------------ep kl------ep kl--ep klepKl--------------aar kl------aar kl—aar klaarKl--------------aag kl------aag kl—aag klaagKl--------------acht kl------acht kl—acht klachtKl--------------ad kl------ad kl—ad kladKl--------------am kl------am kl—am klamKl--------------ank kl------ank kl—ank klankKl--------------ant kl------ant kl—ant klantKl--------------are kl------are kl—are klareKl--------------asse kl------asse kl—asse klasseKl--------------auw kl------auw kl—auw klauwKl--------------eden kl------eden kl—eden kledenKl--------------edij kl------edij kl—edij kledijKl--------------eed kl------eed kl—eed kleedKl--------------ein kl------ein kl—ein kleinKl--------------eur kl------eur kl—eur kleurKl--------------aar kl------aar kl—aar klaarKl--------------ei kl------ei kl—ei klei

Str-------------aal str-----aal str—aal straalStr-------------oom str-----oom str—oom stroomStr-------------aat str-----aat str—aat straatStr-------------af str-----af str—af strafStr-------------ak str-----ak str—ak strakStr-------------aks str-----aks str—aks straksStr-------------and str-----and str—and strandStr-------------oop str-----oop str—oop stroopStr-------------ik str-----ik str—ik strikStr-------------eep str-----eep str—eep streepStr-------------eek str-----eek str—eek streekStr-------------ek str-----ek str—ek strekStr-------------ijd str-----ijd str—ijd strijdStr-------------eng str-----eng str—eng strengStr-------------ijk str-----ijk str—ijk strijkStr-------------ikt str-----ikt str—ikt striktStr-------------o str-----o str—o stroStr-------------ofe str-----ofe str—ofe strofeStr-------------ook str-----ook str—ook strookStr-------------ooi str-----ooi str—ooi strooiStr-------------op str-----op str—op stropStr-------------uik str-----uik str—uik struikStr-------------uis str-----uis str—uis struis

Page 15: Project zorgverbreding-remediëring: lezen

Leesblad clusters: sch…, …ng

- 15 -

Sch-------------ade sch-----ade sch—ade schadeSch-------------aak sch-----aak sch—aak schaakSch-------------eur sch-----eur sch—eur scheurSch-------------aal sch-----aal sch—aal schaalSch-------------aar sch-----aar sch—aar schaarSch-------------aap sch-----aap sch—aap schaapSch-------------aats sch-----aats sch—aats schaatsSch-------------ande sch-----ande sch—ande schandeSch-------------ep sch-----ep sch—ep schepSch-------------op sch-----op sch—op schopSch-------------iet sch-----iet sch—iet schietSch-------------eef sch-----eef sch—eef scheefSch-------------at sch-----at sch—at schatSch-------------ip sch-----ip sch—ip schipSch-------------ors sch-----ors sch—ors schorsSch-------------eer sch-----eer sch—eer scheerSch-------------ool sch-----ool sch—ool schoolSch-------------ol sch-----ol sch—ol scholSch-------------ijn sch-----ijn sch—ijn schijnSch-------------uur sch-----uur sch—uur schuurSch-------------uin sch-----uin sch—uin schuinSch-------------eut sch-----eut sch—eut scheutSch-------------il sch-----il sch—il schilSch-------------ouw sch-----ouw sch—ouw schouwSch-------------ram sch-----ram sch—ram schram

Di---------------ng di-----ng di—ng dingLa---------------ng la-----ng la—ng langRi---------------ng ri------ng ri—ng ringGi---------------ng gi------ng gi—ng gingVi---------------ng vi------ng vi—ng vingVa--------------ng va-----ng va—ng vangBa--------------ng ba-----ng ba—ng bangwa--------------ng wa-----ng wa—ng wangza---------------ng za-----ng za—ng zangga---------------ng ga-----ng ga—ng gangpa---------------ng pa-----ng pa—ng pangzi----------------ng zi-----ng zi—ng zingkri---------------ng kri------ng kri—ng kringbre--------------ng bre -----ng bre—ng brengsla---------------ng sla-----ng sla—ng slangdra--------------ng dra-----ng dra—ng drangstre--------------ng stre----ng stre—ng strengta ----------------ng ta-----ng ta—ng tangto-----------------ng to-----ng to—ng tong e-----------------ng e-----ng e—ng engjo-----------------ng jo-----ng jo—ng jonglo-----------------ng lo-----ng lo—ng longkoni--------------ng koni-----ng koni—ng koning

Page 16: Project zorgverbreding-remediëring: lezen

Leesblad Spellingspatronen: -eef; -est; -eeft; -ooi; -eeuw

- 16 -

eeft eeft eeft eeft eeft eefteeft

l-eef leef b-eef beefg-eef geefz-eef zeefn-eef neef

eef eef eef eef eef eefeef

v-est vest b-est bestm-est pestr-est restn-est nest

est est est est est est est

ooi ooi ooi ooi ooi ooiooi

eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw eeuw

l-eeft leeftb-eeft beeftg-eeft geeftw-eeft weefth-eeft heeft

m-ooi mooik-ooi kooig-ooi gooih-ooi hooipl-ooi plooi

l-eeuw leeuwm-eeuw meeuwg-eeuw geeuwsn-eeuw sneeuwspr-eeuw spreeuw

Page 17: Project zorgverbreding-remediëring: lezen

Perceptueel verzwaarde tekst: Verveel jij je ook?

“Oe-waa,” gaapt Noor, “ik verveel me.”

Ze ligt op haar buik op het grasveld.

Mama kijkt op van haar leesboek.

“Waarom ga je nietnaar Fen?” vraagt ze.

“Omdat het maandag is,” zegt Noor.

“Dan moet Fen na schooltijd naar de fluitles.”

“Oh,” zegt mama. Ze zakt weer weg in haar tuinstoel.

Het is doodstil in de tuin.

“Mam,” vraagt Noor, “breng je me naar het zwembad?”

“Zeur niet, Noor,” zegt mama.

“Ga wat doen. Schrijf een stukje in je dagboek.

Of rolschaats naar het schoolplein.” Noor staat op.

Ze trekt boos aan de waslijn. En ze schopt een keitje van het tuinpad.

Ze gaat naar de goudvis, haar huisdier.

Hij tuit zijn mond, net of hij trompet speelt.

“Verveel jij je ook zo?” vraagt Noor.

De goudvis hangt stil in de viskom.

Hij kijkt naar Noor en dan…… echt waar…… Knipoogt hij naar haar!

- 17 -

Page 18: Project zorgverbreding-remediëring: lezen

Gaatjestekst

Feest op straat

Eens per jaar is er groot feest in ons dDat is steeds in mNa de kerst denk ik al aan de m maart.Eerst was het in een tent. Maar werd te klein.Nu doen we het op sVoor het start is er veel te doen.Eerst maakt de buurt de schoon.Dan plant men bij elk h een vlag in de grond. Daaraan je zien dat er iets aan de h is.Om acht gaat het feest van start.

Ziek

Oh, wat voel ik me ziek.Als ik hoest, doet het p in mijn borst.Mama neemt de koorts op.“Je blijft in b ,” zegt ze.“ En ik bel even de d op. Ik heb het liefst dat hij straks k .Mijn bed staat dicht bij het raam. Zo kan ik een groot stuk van de s zien. Ik wou dat de d kwam.Plots gaat de b .Het is de Hij ziet snel wat me scheelt. “Griep,” zegt hij.Blijf nog maar een d of twee in .

Nieuwe kleren

“Schiet op, we gaan.” Zegt moeder.Femke doet haar lange broek aan en schiet in haar lage schoenen. Bah, denkt ze, nieuwe k kopen. Eerst in een volle hete bus naar de st , En dan al die stomme w in en uit.Ze haalt een kam door haar zwarte h .De st in de bus zijn tot de laatste plaats bezet. In de eerste winkel hebben ze alleen maar dure k .In de t winkel begint het passen, waar F zo een hekel aan heeft. Na lang z kiest Femke een blauwe jeansbroek en een warme, rode trui met gekke beesten erop. Na het w gaan Femke en mama een ijsje eten. Zo werd het toch nog een leuke m .

- 18 -

Page 19: Project zorgverbreding-remediëring: lezen

Woordgroepen en zinnen.

om om om de beurt. om vijf uur.Ze antwoorden om de beurt. Hij komt om vijf uur.

om om om die grap. om geld!

Lach je om die grap? Speel nooit om geld!

onder om onder de kast. om hulp.

De kat zit onder de kast. Wie roept er om hulp?

onder onder onder het bed. onder ons.

Hij ligt onder het bed. Dat blijft onder ons.

op op op tafel. op de kast.

De krant ligt op tafel. De bloemen staan op de kast.

op in op jou. in de koelkast.

Hij wacht op jou. Jouw eten staat in de koelkast.

op onder op de bus. onder het laken. Ik wacht op de bus. ik kruip onder het laken.

met in met de hond. in bed. Ik wandel met de hond. ik lig in bed.

- 19 -

Page 20: Project zorgverbreding-remediëring: lezen

Leesblad: voor spellende lezers

spieren bitter melk

koorts arts blauwe

ziekenhuis streep blij

hoofdpijn bal kwartier

goudvis tocht spreeuw

spontaan dorp bliksem

dagboek slang krant

vlieg bloem klas

- 20 -

Page 21: Project zorgverbreding-remediëring: lezen

film scherp storm

rots schuur zwaar

plank rijst trein

strand slee stoep

fles kraag sloot

golf vals straf

arm zwak plein

traan koning muis

takken tomaten bussen

klank fabriek druif

- 21 -

Page 22: Project zorgverbreding-remediëring: lezen

Leesblad: Spelen met woorden

a) Van boven naar beneden.

- 22 -

theater

restaurant

schoolreis

trompet

kracht

toekomst

ontslaan

kwartier

miljoen

daarmee

aanrecht

afspraak

broers

zussen

k raai

schreeuw

streng

goudvis

kaartspel

marktkraam

Page 23: Project zorgverbreding-remediëring: lezen

kache l

dochter

trechter

bijbel

zoemen

hoesten

schijnen

simpel

duiken

moeder

mieren

zeuren

twijfel

huisje

grapje

vandaag

ontstaan

wanhoop

huilen

speelplaats

liever

raadsel

partij

raampje

huisvrouw

uitleg

kurk

aarzel

meiden

zout

koffer

wanneer

juffrouw

jammer

stukken

nummer

tussen

ho llen

struik

beren

b) Chinees lezen (de woorden zijn omgedraaid)

- 23 -

deogleeps redlihcs tnakreiv nepahcs

dnajiv leetsak netnark ejself

dlevsarg sretkod reewdnarb droowtna

sivduog ruutssteif nroohsuen lepstraak

kehniut rethcert nereiwz netseoh

ejthcin namwueens lebsteif neojlim

Page 24: Project zorgverbreding-remediëring: lezen

Leesblad spiegelwoorden:

Vb. Riem -> mier

m aa n -> ……………...

m aa r -> ………………

l ui -> ………………

p o t -> ………………

p a s -> ………………

p a p -> ………………

s n ee -> ………………

n ee -> ………………

k o k -> ………………

k oe k -> ………………

l ui k -> ………………

p i l -> ………………

p oe s -> ………….

k e n-> …………..

p o p -> ………………

k oo r -> …………….

t aa l -> ……………

m o s -> ……………

Maak er een goed woord van.

- 24 -

tsb b . . . e

fie d . . . d

sta k . . . k

nli l . . . t

kti k . . . s

ijls l . . . t

pdr d . . . o

pto p . . . s

Page 25: Project zorgverbreding-remediëring: lezen

Kom je eruit?

Hieronder staan namen van dieren door elkaar. Kijk maar eens of je ze kunt vinden.

Hieronder staan namen van beroepen. Kijk maar eens of je ze kunt vinden.

Hieronder staan namen van sporten door elkaar. Kijk maar eens of je ze kunt vinden.

- 25 -

r s t ij g e

a r s nv k e

n o h e d n

e r h tn e

e n de e n

g l ov e s

t n ka t e

o s sv e n

c h a p s e n

w e e l e u n

r k b k a e

m t e i mr n a m

r d o e k t

r s l a g e

c i r tu d r e e

s r t ee m e

u f f r u w o j

o t p r se n e a t r

t e o l g e i d o r

d o p t es b o

s n i et n

l v e ab o t

l o f g

d n m b oi a n t

n r n i l e w e e n

t l a h e t e i k

a b n l e t

n n tr u e

b r u gy

n s h s a t e a c

Page 26: Project zorgverbreding-remediëring: lezen

Leesblad voor spellende lezers:

Lees de woorden, opgelet er ontbreken letters. (Er zijn meerdere mogelijkheden mogelijk)

. rts b . dd . n bitt . r dond . rd . g

gr . den kuss . ns m . lk t . f . ltj .

v . rb . nd v . . rtig spie . en dr . nkje

d . ken sta . . en do . p gl . s

m .. ster voetb . l te .. is l . zen

. rm zw . rt st . and f . lm

r . zie v . st hal . ba . . en

b . l s . k h . md p . n

d . s b . . k h . nd p . . rd

Rijm je mee?

Er was eens een kleine bok, die woonde in een heel mooi ….

In de buurt woont een vos, die heeft een hol in het ……

Zie je de reus, met die grote …….

Naast de hut,is er een diepe ……..

Je las het in alle kranten,de winkels hebben erg veel ……….

Daar zijn nieuwe klanten,ze kopen bloemen en mooie ……………

Daar lopen echte heren,

- 26 -

Page 27: Project zorgverbreding-remediëring: lezen

in splinternieuwe ………………

In volgende woorden zitten dieren verborgen. Kan je die vinden?

Haastige degelijk nieuwsgierig

Honderdduizend motoren visite

Gezellig fotograaf regel

Maak goede woorden met de lettergrepen.

Los de volgende raadseltjes op: wie zegt wat?

rechercheur- fotograaf- tandarts- componist- juffrouw- conducteur- keeper- oogarts- politieagent- dokter.

- Mag ik uw kaartje a.u.b?- Nog even een paar noten veranderen in het muziekstuk. - Ik zal zorgen dat er geen bal doorheen komt. - Ik heb geen vingerafdrukken kunnen vinden.- U bent door het rood licht gereden, meneer!- U hebt griep, u moet zeker drie dagen binnen blijven!- Donderdag hebben jullie een dictee, oefen goed!

- 27 -

na ka rie ten sec in

lijks da ge co cho la

neel per so cla re me

o di ra

co lo tief mome ki terlo

duc ten pro

Page 28: Project zorgverbreding-remediëring: lezen

- Je hebt dringend een bril nodig!- Je hebt vier gaatjes, die moeten dringend opgevuld worden!- Kijk allemaal naar de lens en lachen!

Samengestelde woorden: Maak er nieuwe woorden van.

Water netten …………………………………………..Vis pen …………………………………………..Dak boeken …………………………………………..Maan kleed …………………………………………..Fiets hoorn …………………………………………..Melk stoel …………………………………………..Bloem weer …………………………………………..Oor bel …………………………………………..Mist schoen …………………………………………..Vloer kool …………………………………………..Neus lamp …………………………………………..Brand pan …………………………………………..School ring …………………………………………..Tuin dag …………………………………………..Bal molen …………………………………………..Hand boer …………………………………………..

Woorden die ingevuld moeten worden:

Vriendschap – matten – bomen – messen – bommen – mouwen – stoeltje – strand – rommel – kapper – juffrouw

M E

W

J

R

V P

R

L

B M

B

T N

- 28 -

Page 29: Project zorgverbreding-remediëring: lezen

M

- 29 -

Page 30: Project zorgverbreding-remediëring: lezen

Rijmwoorden-memory

eerlijk wijze rozen huizen

tomaten stappen winkelier boerderij

Schilderij proef straten heerlijk

muizen matrozen schroef grijze

kruidenier vakken trappen Takken

- 30 -

Page 31: Project zorgverbreding-remediëring: lezen

Enkel- en meervoud-memory

wenkbrauw steden woningen wet

wetten steen wenkbrauwen boot

stad woning druif druiven

verhaal stenen verhalen boten

boom trap bomen trappen

- 31 -

Page 32: Project zorgverbreding-remediëring: lezen

Wat hebben de woorden gemeen?Lees de woordrijen in de kolommen en kijk wat ze gemeen hebben.

….. …… …… ……matten prettigpettenrattenlattenkattennatte

rollenfelle

aantallenplannen

holleballen

spelletjes

messenjassenmassakussenintussenflessenbessen

pennengezinnenmannenbronnenkennen rennen

….. …… …… ……start

stapel stadje

stelsteeds

stok stevigstemsterkstil

spoorspijt

spierenspelerspijkerspeerspin

spiekenspellingspook

slordigslim

slingerslankslechtslagsluitslootsleepslang

stroomstruikstreep

strostrakstraal straf

straksstrengstrik

….. …… …… ……gevaargezag

gemeentegezichtgeluk geloof

gebruiktgehoorgezeur

beroepenbetalenbedoel beweegbestellenbestekbezoekbedank

bedenken

tekeerterug

tevergeefsterwijl

tegelijktekort

verkeerverschil verstaanverhaalverbruik verveelverstoorverkoopverlies

- 32 -

Page 33: Project zorgverbreding-remediëring: lezen

Zet de zinnen in de goede volgorde.

1) de schilderij aan muur hangt het.2) Mooie staan bos paddestoelen in het.3) Kunstjes de doet olifant leuke.4) Hebben muizen last we van thuis veel.5) Voor huis een er staat ons vrachtwagen.6) Ben vroeg veren ik moet bakker en de uit.7) Slaapt ik als bak al nog jij.8) Mijn wassen ik handen eerst ga.9) Week eenmaal per appeltaart ik bak.10)Klanten komen de eerste winkel in de aanzetten. 11)Jij wanneer wordt wakker boord het is klaar. 12)Deeg er hoeveel is nodig?13)Maandag ik op tennis speel. 14)Worden wil later ik meester.15)Vakantie de in grote begint juli.16)Huis wil ik naar!17)De in vakantie maken huiswerk moeten geen we. 18)Zus mijn zestien oud jaar is.19)Toch we bereiken het uiteindelijk eiland. 20)Heb ik tandarts dringend gaatjes moet en de naar.

Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet.

- het is een dik beest met een krul in zijn staart. - het is een ding om een slot mee open te maken. - je kunt er het weerbericht in lezen. - het is een heel klein mannetje met een rode puntmuts. - het is een gevaarlijk dier met strepen op zijn huid.- het is een ding om iets in te pakken. - het is een erg koud seizoen. - het is een plaats waar vliegtuigen landen en opstijgen.- Het hangt aan de muur en het is gemaakt met waterverf.- Dit huisdier moet je af en toe uitlaten.- Dit doe je in je haar om een staartje te maken.- Het geeft een blauwe kleur, wanneer je schrijft.- Ik zet het op mijn hoofd en het beschermt me tegen de zon. - Dit kan je best gebruiken wanneer het regent. - Kinderen die niet goed zien dragen het.- Wanneer je trouwt, draag je het rond je vinger.- Dit trek je aan wanneer je gaat slapen. - Het is een groot dier met een uier.- Het geeft een klein beetje licht in het donker.

- 33 -