Upload
mevr-pasma
View
413
Download
5
Embed Size (px)
Citation preview
Het skelet
• Vier functies:– Stevigheid– Bescherming – Beweging – Vorm
Typen botten
• Je skelet bestaat uit twee typen botten– Pijpbeenderen– Platte beenderen
Pijpbeenderen
• Ledematen– Tussen de koppen van de botten
zit de mergholte• Hierin zit geel beenmerg• In geel beenmerg is vet opgeslagen
– In de holten in de koppen zit rood beenmerg• Rood beenmerg vormt bloedcellen
Platte beenderen
• Schedel en romp– Ook in platte
beenderen zit rood beenmerg, maar geen geel beenmerg!
Basisstof 2 Weefsels
• Kraakbeenweefsel– Cellen liggen bij elkaar in de celstof, daarom– sterk en buigzaam
• Beenweefsel– Cellen liggen in kringetjes rondom de bloedvaten,
deze bloedvaten zijn kanalen. Dit maakt het steviger.
– In beenweefsel zitten twee belangrijke stoffen:
Basisstof 3 Beenverbindingen
• Naadverbinding geen beweging biedt bescherming
• Vergroeid geen beweging, een geheel, geen beweging
• Kraakbeenverbinding beetje beweging, bijvoorbeeld vergroten van je borstkast
• Gewrichten veel beweging, bijvoorbeeld je armen en benen.
Gewricht
• Een gewricht verbind twee botten met elkaar. En is opgebouwd uit verschillende onderdelen: – Gewrichtskogel– Gewrichtskom– Laagje kraakbeen– Gewrichtskapsel– GewrichtssmeerEr om heen zitten kapselbanden, zodat alles op zijn
plek blijft.
Gewrichten
• Typen gewrichten • Er zijn drie typen: – Kogelgewricht De kogel van het ene bot draait in de
kom van het andere bot. Bijvoorbeeld je schoudergewricht
– Rolgewricht Het ene bot draait in de lengteas om het andere bot. Bijvoorbeeld ellepijp en spaakbeen.
– Scharniergewricht Het ene bot beweegt als een scharnier ten opzichte van het andere bot.
Spieren
• Doordat er spieren in je lijf zitten kun je bewegen. • Je spier zit met pezen
vast aan het bot. Een spier bestaan uit een paarOnderdelen:- Spierschede- Spierbundels- Spiervezels- bindweefsel
Verbranding
Spieren kunnen samentrekken, pezen nietDoor samen te trekken kun je inspanning
leveren. Hier is veel zuurstof en energie nodig. Ook komen er bij een grote inspanning veel afvalstoffen vrij.
Als een spier samentrekt wordt hij korter, de spier trekt dan het bot mee in de beweging
Spierpijn
Biceps en triceps
• In je bovenarm zitten twee spieren die samenwerken, dit noem je antagonisten.
• Om je bovenarm te buigen trekt de biceps aan. Dit is je armbuigspier
• Om je bovenarm weer te strekken gebruik je de triceps. Dit is je armstrekspier.
• Antagonisten
Donderdag 6 juni 2013
• Herhaling• Cijfers• Uitleg basisstof 5 en 6• Aan de slag• Huiswerk
Lichaamshouding
• Een van de pijnen die het meeste voorkomt in Nederland is rugpijn.
• Een goede lichaamshouding heeft een positieve houding op klachten.
Wervelkolom
• De wervelkolom bestaat uit wervels, hier zit kraakbeen tussen. De tussenwervelschrijven.
• Hierdoor is er een beetje beweging mogelijk en het zijn schokdempers.
• De wervelkolom heeft een dubbele S vorm en wordt in stand gehouden door rugspieren.
Houding
• Een slechte houding maakt dat je wervelkolom verkeerd belast wordt. Je staat bijvoorbeeld scheef dan wordt de ene kant zwaarder belast dan de andere kant.
• Een ander gevaar is het in de knel komen van zenuwen in door kapotte of beschadigde tussenwervelschijven.
Beweging
• Lichaamsbeweging is goed en zorgt bijvoorbeeld voor: – Conditie– Minder blessures – Ontspanning– Minder kans op letsel
Blessures
• Een blessure zit in een klein hoekje. • Spierpijn heb je zomaar en is vaak binnen een
halve week over.• De meeste blessures worden opgelopen met
sporten.• Je kunt met sporten blessures oplopen aan
spieren, bote, gewrichten en pezen.
Blessures aan spieren
• Spierpijn, krijg je vaak bij meer inspanning dan normaal. Kort van duur
• Spierscheuring, komt door een te sterke inspanning of een plotselinge beweging
• Spierkramp, dit is het allemaal tegelijk samentrekken van alle spiervezels in een spier. Hierdoor kun je de spier niet strekken.
Blessures aan botten
• Een botbreuk is een veel voorkomende blessure aan een bot.
• Voetballers breken meestal het kuitbeen of scheenbeen. Wielrenners hun sleutelbeen.
• Om te genezen moeten de botten weer in elkaar groeien. Soms moeten ze in de goede stand gezet worden. Als dat met gips niet lukt dan worden er schroeven gebruikt.
Voetbalknie
• Is het lichaam draait en je been blijft staan.
• Meniscus is het kraakbeen in je knie.
• Gewrichtskapsel en de kapselbanden (kniebanden of de kruisbanden) zijn ook beschadigd. Knie
Kneuzing
• Bij een kneuzing is er een beschadiging aan het weefsel zonder dat er iets is gescheurd of gebroken.
• Een kneuzing komt vaak door een stomp, een trap of een stoot.
• Het weefsel zwelt op door een inwendige bloeding en er hoopt zich vocht op in ht weefsel. Je ziet een blauwe plek, dit is een bloeduitstorting.
Verzwikking
• Verzwikking ofwel verstuiking, is het uitrekken van het gewrichtskapsel of de kapselbanden.
• Bij ernstige verzwikking kun je de banden ook scheuren.
Ontwrichting
• Bij ontwrichting schiet de gewrichtskogel uit de gewrichtskom.
• Dit gebeurd bijvoorbeeld als je verkeerd op je arm of been valt. Hij schiet dan uit de kom.
Tennisarm
• Bij een tennisarm zijn de aanhechtingsplaatsen van de spieren ontstoken.
• Deze ontstekingen komen vaak door overbelasting van de spier.
• Het is te genezen met rust.