Upload
others
View
2
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
2012
KCE REPORT 1
POSITCHRO
90AS
TION PANISCH
APER: OZIEKEN
ORGANN IN BE
ISATIE ELGIË
VAN ZO
ORG VOOOR
www.kce.fgoov.be
2012
KCE REPORT 1HEALTH SERV
POSITCHRO EINDREDACTI CO-AUTEURS:JAN HEYRMANDURME, FLOR
90AS VICES RESEARC
TION PANISCH
E: DOMINIQUE P
: FELICITY ALLEN, JEAN MACQ,
RENCE VANDEND
CH
APER: OZIEKEN
PAULUS, KOEN V
EN, SIBYL ANTH GEORGES OSEDORPE, BERT VR
ORGANN IN BE
VAN DEN HEEDE
IERENS, LIESBEEI-ASSIBEY, ROYRIJHOEF
ISATIE ELGIË
E, RAF MERTENS
ETH BORGERMAY REMMEN, OL
VAN ZO
S
ANS, ANJA DESOIVIER SCHMITZ,
ORG VO
OMER, SOPHIE , HILDE SPITTER
OOR
GERKENS, GENRS, LINDA SYMO
www.kce.fgo
NEVIEVE HAUCOONS, THERESE
ov.be
OTTE, VAN
KCE Report 190
VOOR
0As
RWOORD Toenhet RuitdaopdratweekernoWij heen hoogwaarOnzeMaaraan gebaVoorwetelijn. Omeegde B‘terreprojeWij dWij wetevan TFODbestaVandalle svoorgde chhopeeffec
Raf MAlgem
Organisatie z
n de Minister van RIZIV een ‘Posit
agingen van meetacht binnen de gde, dat het ook eopdracht voor de hebben vrij snel deonbeschreven bl
gste internationalerin een aantal fune position paper sr deze deductievede Belgische sit
aseerde aanpak. r een aantal innonschappelijke liteOok de resultatengenomen. Daarna
Belgische realiteit. ein’, maar ook staect en het Wetensdanken hun voor hwillen ook onzenschappelijke basTilburg, Antwerpe Volksgezondheidaande initiatievendaag zijn we blij ostakeholders van gestelde hervormhronisch zieken m
en dat onze gezonctiviteit.
MERTENS meen Directeur
zorg voor chronisc
Volksgezondheidion Paper’ te sct af aan duidelijkgestelde periode een ontzettend bgezondheidszorge keuze gemaakt ad te vertrekken
e niveau, nagedandamentele concechrijft zich dan ooe aanpak had ootuatie. We moest
overende concepteratuur rond de thn van vorige KCEaast was het ook
Er werd dan ookakeholders op beschappelijk en hehun vele constructe oprechte danksis van deze positen et de Universitd hebben een wa. om u deze Positiohet gezondheidszingen te fundamemet hun mantelzondheidszorg in ha
ch zieken in België
d ons in juli 2011hrijven rond de
k. Ten eerste, dat– minder dan 18
boeiende uitdaging, en dit zal in de tvoor een dubbele
. Over chronischacht. Wereldgezonepten werden aanok resoluut in dit inok zijn grenzen. Dten dus duidelijk
ten was er noodema’s van “patienE rapporten in vezaak om alle ste
k zwaar ingezet oeleidsniveau. Een et Raadgevend Cotieve commentarek betuigen aan tion paper hebbenté Catholique de
aardevolle bijdrage
on Paper aan te zorgsysteem zulle
enteel gebleken –orgers, hier op teaar geheel door de
ë
opdroeg om samtoekomstige zorgt het een ontzett8 maanden – tot g was: de zorg voekomst nog meee aanpak. Om te
he zorg was reedndheidsorganisatingereikt die absonternationaal denDe aangereikte c
ook vertrekken
aan recent ondnt empowerment”erband met de zollingen van deze
op het betrekken speciale plaats omité van het Oben.
de verschillendn gelegd : AbacusLouvain. Ook on
e geleverd bij het
bieden, de vruchen er zich onverd
– maar wij hopen mermijn de vruchteneze impulsen verd
men met de FODg voor chronisch tend ambitieuze u
een goed eindevoor chronisch zieer het geval zijn dbeginnen had he
ds lang, op vele e, VN, EU boden
oluut pertinent zijnkkader in. oncepten moestevan een meer e
erzoeksmateriaal en rond de nieuworg voor chroniscPosition Paper gvan de stakeholdhierin bekleden d
bservatorium voor
de onderzoekseqs International, denze collega’s van t beschrijven van
t van een intensedeeld in terugvindeminstens dat de cn zullen van plukder kan groeien n
D Volksgezondheidzieken, waren t
uitdaging was om te brengen. En,eken is tenslotte an nu. t niet veel zin omniveaus, ook op
n ons een denkkan, ook voor ons l
en aangepast woempirische, op fe
: wij doorzochtenwe rollen in de eeche patiënten werrondig te toetsen
ders: mensen vande stuurgroep vanr Chronische Ziek
quipes die meee universitaire equ
het RIZIV en vande in ons land re
e samenwerking. en – daarvoor zijncentrale stakeholdken. Wij durven z
naar meer kwalite
1
d en twee
m de ten een
van p het ader and.
rden eiten
n de erste rden aan
n het n dit kten.
de uipes n de eeds
Niet n de ders, zelfs it en
2 Organisatie zorg voor chronisch zieken in België KCE Report 190As
POSITION PAPER TABLE OF CONTENTS VOORWOORD ...................................................................................................................................... 1
POSITION PAPER ................................................................................................................................ 2 1. CHRONISCHE ZIEKTEN: EEN UITDAGING VOOR DE BELGISCHE GEZONDHEIDSZORG ......... 5 1.1. CHRONISCHE ZIEKTEN BLIJVEN EEN PRIORITEIT VOOR DE BELGISCHE OVERHEDEN ......... 5 1.2. CHRONISCHE ZIEKTEN: EEN UITDAGING VOOR ALLE GEZONDHEIDSZORGSYSTEMEN ........ 6
1.2.1. Internationale consensus over plan van aanpak ..................................................................... 6 1.2.2. Prevalentie van chronische ziekten in Europa ........................................................................ 6
1.3. PREVALENTIE VAN CHRONISCHE ZIEKTEN IN BELGIË ................................................................. 7 1.4. HET BELANG VAN MULTIMORBIDITEIT ............................................................................................ 7 1.5. EEN BELASTING VAN DE MEEST KWETSBARE PATIËNTEN ......................................................... 7 1.6. STIJGENDE KOSTEN ........................................................................................................................... 7 2. WAT IS EEN CHRONISCHE ZIEKTE? VAN EEN PATHOLOGIEGERICHT NAAR EEN
BEHOEFTEN-GESTUURD CONCEPT ................................................................................................ 8 2.1. EEN BREDE WAAIER VAN PATIËNTENBEHOEFTEN ....................................................................... 9 2.2. KIEZEN VOOR EEN BEHOEFTEN GESTUURDE BENADERING ...................................................... 9 3. HET BELANG VAN “PATIENT- EMPOWERMENT” ......................................................................... 10 4. SCOPE EN METHODEN .................................................................................................................... 11 4.1. SCOPE: FOCUS OP CHRONISCHE ZORG EN GEZONDHEIDSZORG .......................................... 11
4.1.1. Belang van ‘Health in all Policies’ ......................................................................................... 11 4.1.2. Scope: focus op chronische zorg en gezondheidszorg ........................................................ 11
4.2. METHODEN ........................................................................................................................................ 11 5. EEN VISIE OP DE TOEKOMSTIGE ORGANISATIE VAN CHRONISCHE ZORG IN BELGIË ........ 12 5.1. VISIE OP CHRONISCHE ZORG IN DE BELGISCHE GEZONDHEIDSZORG .................................. 12
5.1.1. Bronnen ................................................................................................................................. 12 5.1.2. Kernvisie ................................................................................................................................ 13 5.1.3. Bijkomende kwalificaties ....................................................................................................... 13 5.1.4. Visie op chronische zorg binnen de gezondheidszorg .......................................................... 14
KCE Report 190
0As
5.
5.6.6.
6.6.6.
6.
6.7.
Organisatie z
2. CONCEPTREALISER5.2.1. M5.2.2. M5.2.3. M5.2.4. M5.2.5. M5.2.6. M5.2.7. N5.2.8. O
a3. VAN ACTI
BELEIDSA1. ROUTINE
6.1.1. G6.1.2. R6.1.3. H6.1.4. In
2. RESPONS3. HET UITV4. ONDERST
6.4.1. Oe
6.4.2. Z5. HET UITV
PREVENT6. EEN DYNA
REFEREN
zorg voor chronisc
TUEEL MODEL: AREN .....................Module 1: routinezModule 2: responsModule 3: uitvoereModule 4: ondersteModule 5: activiteitModule 6: een dynNoodzakelijke vooOverzicht van het c
angepast aan zorIVITEITENMODEAANBEVELINGEZORG PLANNEN
GeïndividualiseerdRoutinezorg en onHet controleren ennstaan voor zorgcS OP ACUTE EPI
VOEREN VAN ACTEUNEN VAN EM
Ontwikkelen van cmpowerment te o
Zorgen voor dienstVOEREN VAN GETIE .......................AMISCH ZORGM
NTIES ...................
ch zieken in België
ACTIVITEITEN O............................
zorg plannen, verles op acute episodeen van activiteiten eunen van empowten voor gezondh
namisch zorgmoderwaarden voor boconceptuele moderg voor chronisch L TOT BELEIDSA
EN ........................N, VERLENEN ENd zorgplan ............dersteuning biede
n evalueren van decoördinatie ...........SODEN EN VERTIVITEITEN RON
MPOWERMENT Vompetenties bij zo
ondersteunen ......tverlening en ond
EZONDHEIDSPRO............................
MODEL IMPLEME............................
ë
M DE VISIE OP C............................enen en coördinees en het verlenenrond vroegtijdige
werment van patiëeidspromotie en ael implementeren ovenvermelde actiel voorgesteld voozieken ................
AANBEVELINGEN............................
N COÖRDINEREN............................en aan de chronise zorgkwaliteit .................................
RLENEN VAN GESND VROEGTIJDIGVAN PATIËNT ENorgverleners en v............................ersteuning van paOMOTIE EN ACT............................
ENTEREN EN OP............................
CHRONISCHE ZO............................
eren ......................n van gespecialis opsporing ..........ënt en mantelzorgacties gericht op pen opvolgen .......iviteiten ...............or een gezondhei............................N .....................................................N .....................................................sch zieke .....................................................................SPECIALISEERDGE OPSPORING N MANTELZORGan hulpmiddelen ............................atiënt empowerme
TIES GERICHT OP............................VOLGEN ........................................
ORG TE ........................................................eerde diensten ................................
ger ........................primaire preventie........................................................dszorgsysteem ................................................................................................................................................................................................................................
DE DIENSTEN .................................ER .......................om patiënt ............................ent .......................P PRIMAIRE ....................................................................................
3
.... 15
.... 15
.... 15
.... 15
.... 16 e .. 16 .... 16 .... 17
.... 17
.... 18
.... 18
.... 18
.... 18
.... 21
.... 27
.... 29
.... 32
.... 34
.... 35
.... 35
.... 37
.... 38
.... 38
.... 45
4 Organisatie zorg voor chronisch zieken in België KCE Report 190As
BIJLAGE VAN DE POSITION PAPER ............................................................................................... 55 OVERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE ACTIEGEBIEDEN EN BETROKKEN ACTOREN ........................ 55 BIJLAGE 1.1. ONDERWIJS EN OPLEIDING .............................................................................................. 55 BIJLAGE 1.2. ONTWIKKELING VAN PROTOCOLLEN EN COMMUNICATIEHULPMIDDELEN; ............. 56 BIJLAGE 1.3. ONTWIKKELING VAN TOEPASSINGEN VOOR INFORMATIE- EN
COMMUNICATIETECHNOLOGIE ...................................................................................................... 56 BIJLAGE 1.4. INITIATIEVEN VOOR KWALITEITSVERBETERING ........................................................... 57 BIJLAGE 1.5. EMPOWERMENT ................................................................................................................. 57 BIJLAGE 1.6. PERSONEELSBESTAND ..................................................................................................... 58 BIJLAGE 1.7. ORGANISATORISCHE HERVORMINGEN .......................................................................... 58
KCE Report 190
1. CHROUITDGEZO
1.1. ChronisBelgisc
In 2008 lanceenationaal progrstand van zaopgemaakt in 2Dit programma • De informa
proceduresvoordelen e
• De financiëreeks maat
• De dagelijkwaliteit vdoelgroepe
• Tegemoet ziekten;
• Oprichting Deze ‘position administratievedomeinen zulleaangezien ze ade chronisch zie
0As
ONISCHE DAGING VOONDHEIDSsche ziekten blche overheden
rde de Minister vramma "Prioriteit ken over de im
20122. concentreert zich
atie voor chroniscs vereenvoudigenen maatregelen teële last voor de ctregelen; kse situatie verb
van de zorg voen;
komen aan de
van het Observatpaper’ zal ook
vereenvoudigingen in deze tekst al uitgebreid aan beken!".
ZIEKTEN: OOR DE BESZORG ijven een prior
an Sociale zakenaan de chronisc
mplementatie va
h voornamelijk op:ch zieken verbetern om zo de toee verbeteren; chronisch zieken
beteren wat betreoor een lange
behoeften van
torium voor chronaspecten van fing en zeldzame zt echter niet in dbod komen in het
Organisatie z
EEN ELGISCHE
iteit voor de
n en Volksgezondch zieken!" 1. Eenn dit programm
: ren en de adminisegang tot de be
verlichten door e
eft de toegang tolijst pathologiesp
patiënten met ze
ische ziekten. nanciële toegankeziekten vermeldedetail besproken programma “Prior
zorg voor chronisc
E
heid het n eerste
ma werd
stratieve estaande
een hele
ot en de pecifieke
eldzame
elijkheid, n. Deze worden
riteit aan
OfmdElaebzDIncgeMosinVGvZ
ch zieken in België
Onze doelstellinundamentele en
moeten ook de hde relatie tussenEen eerste stap angetermijnsperevolueren naar mbeter tegemoet tezieken. Dit denkproces wnterministeriële chronische ziegezondheidszorgsen van de conclusMinister het Federopdracht om een samenwerking nvaliditeitsverzekeVolksgezondheidGemeenschappenvia vertegenwoordZieken”.
ë
ng is de zorgn duurzame mauidige zorgverle
n de verschillenis de ontwikke
rspectief overmeer integratie ene kunnen komen
werd dan ook veconferentie overkten in de
systemen” plaats.sie van de Europraal Kenniscentru’position paper’ met het R
ering (RIZIV) (FOD Volks
n hebben aan de odiging in de “Stuu
g voor chronisanier te verbeteeningsprocessende actoren geop
eling van een glhoe de gezo
n continuïteit van aan de behoeft
erder gezet. In or “vernieuwende
volksgezondh Ter voortzetting ese Raad van de
um voor de Gezoop te stellen oveRijksinstituut ven de Feder
sgezondheid). Dontwikkeling van drgroep Nationale
sch zieken op eren. In deze on en de functie vaptimaliseerd wolobale visie metondheidszorg n dienstverleninten van de chron
oktober 2010 vone benaderingen heid en in
van deze conferecember 20103, gndheidszorg (KCer chronische zovoor Ziekte- rale OverheidsdDe Gewesten deze tekst bijgedrConferentie Chro
5
een optiek an en rden. t een moet g om nisch
nd de voor
de rentie
gaf de E) de rg, in
en dienst
en ragen
onisch
6 Organisatie zorg voor chronisch zieken in België KCE Report 190As
1.2. Chronische ziekten: een uitdaging voor alle gezondheidszorgsystemen
1.2.1. Internationale consensus over plan van aanpak De publicaties van international organisaties zoals de Verenigde Naties, de Europese Unie en de Wereldgezondheidsorganisatie vormen de basis voor acties die worden ondernomen in Europese landen4-14 (zie wetenschappelijk rapport, hoofdstuk 2.1). Deze rapporten benadrukken: • De belangrijke impact van chronische ziekten op morbiditeit en
mortaliteit; • De belangrijke rol van sociale- en levensstijl factoren (tabak, voeding,
alcohol en lichaamsbeweging in het bijzonder); • Het belang van multi-sectoriële, kosten-effectieve maatregelen in de
domeinen van gezondheidspromotie en preventie; • De nood om gezondheidszorgsystemen te versterken (nationale
programma’s, geschikte personeelsomkadering, evidence-based acties);
• De belangrijke rol van de eerstelijnsgezondheidszorg, ingebed in de lokale gemeenschappen, met een belangrijke doorverwijsfunctie naar meer gespecialiseerde gezondheidzorg als de toestand van de patiënt dit vereist;
• Het belang van systemen die vlotte gegevensuitwisseling toelaten; • De noodzaak om geïntegreerde zorgmodellen te ontwikkelen waarin
de patiënt centraal staat 15. Enkele studies hebben aangetoond dat het implementeren van dergelijke modellen op het niveau van lokale gemeenschappen een positieve impact heeft16-18.
1.2.2. Prevalentie van chronische ziekten in Europa Chronische ziekten zijn wereldwijd de belangrijkste reden voor morbiditeit en mortaliteit geworden en nemen 63% van alle overlijdens voor hun rekening. Cardiovasculaire ziekten, kankers, diabetes en chronische longziekten zijn de meest voorkomende doodsoorzaken in Europa9. Een chronische ziekte heeft meestal één of meerdere risicofactoren gemeen met andere ziekten, en kan ook gevolgen hebben op verschillende domeinen (bijv. cardiovasculaire problemen die samenhangen met diabetes). Bijgevolg is het probleem van chronische ziekten ook een probleem van frequente multimorbiditeit. Dit is het gelijktijdig voorkomen van verschillende ziekten19. De toenemende prevalentie van chronische ziekten heeft een invloed op de gezondheidszorg en bij uitbreiding op de hele samenleving. Vooral voor kwetsbare en maatschappelijk achtergestelde groepen is de belasting door een chronische ziekte het grootst. Europese overheden worden geconfronteerd met de uitdaging om beleid, budgetten en dienstverlening te integreren om beter tegemoet te komen aan de behoeften van personen met een chronische ziekte20, 21.
KCE Report 190
1.3. PrevaleDe belangrijksterest van EuropaDe cijfers van prevalentie van• Een vierde
chronischeallergie (13chronische
• Veel voorkangst (4,problemen
• Diabetes w• Bijna de he
ernstige pij• Bijna een
functioneleRisicofactoren overgewicht (47de populatie) e6% van de vromet een lagere
1.4. Het belEen grote uitdaverschillende multimorbiditeitmultimorbiditeitAndere factormultimorbiditeitalcoholgebruik2
het aantal pers10% en 20% inleeftijdsgroep v
0As
entie van chrone doodsoorzaken a: cardiovasculaire de gezondheids risicofactoren en
e (27,2 %) van dee ziekte. De me3%), artritis (12,7
e hoofdpijn (8,1%)komende geestelij6%), depressie ' (14%).
wordt gemeld doorelft van de bevolkjn);
vijfde (17,1%) e beperkingen.
voor chronische7%), geen lichaamn drinken (“overcuwen). Deze risicsociaal-economis
ang van multimaging bij chronisc
ziekten en mt genaamd. In ht door een toeneen die samenht zijn: lager op25,26. De prevalensonen met minste de leeftijdsgroepan personen van
nische ziekten iin ons land zijn v
e ziekten (33%) esenquête23 geven
n chronische ziektee volwassen bevoest frequente zij
7%), hypertensie ), longziekten (7,9jke gezondheidsp
(4,9%) en 'e
r 3,4% van de resking maakt meldin
van de populat
e ziekten wordemsbeweging (26%consumptie” bij 10cofactoren komensche status.
morbiditeit ch zieken is het gmedische conditihet algemeen, semende vergrijzinhangen met eepleidingsniveau, ntie van multimorns twee aandoen
p van 40-jarigen en70 jaar en ouder.
Organisatie z
in België vergelijkbaar met den tumoren (27%)2
n een schattingen in België:
olking meldt minstjn lage rugpijn ((12,7%), nekpijn
9%); problemen zijn chrernstige psycho
spondenten; ng van pijn (bij 12
tie krijgt te mak
en vaak gerapp%), roken (één vie0% van de mannen vaker voor bij p
gelijktijdig voorkomies bij één p
stijgt de prevalenng van de bevoen verhoogd risovergewicht, tabrbiditeit, gedefinie
ningen, varieert tun stijgt naar 50-7027
zorg voor chronisc
die in de 22. van de
tens één (17,7%), (9,4%),
ronische logische
2% is dit
ken met
porteerd: erde van en en bij personen
men van persoon, ntie van
olking 24. sico op bak- en eerd als
ussen de 0% in de
1Mdzdpisgegwe
1DgwbkinInzk•
ch zieken in België
1.5. Een belasMultimorbiditeit stadoor o.a. de comzeer veel verschildoor de monodispraktijkrichtlijnen) s noodzakelijk geneeskunde. Eenen de prioriteitengeneeskunde waawaar klinische evien geïmplementee
1.6. Stijgende De economische gezondheidszorg2
werkgevers en ibelangrijke gevolgkwetsbaarheden nkomstenverlies en antwoord op heziekten6 citeert hkerncijfers over de Cardiovascula
€ 192 miljard 2004. Het grohet RIZIV30;
ë
sting van de meaat synoniem vooplexe medicatieslende zorgverlenesciplinaire aanpaen een gebrek aaeen omschake
n geneeskunde dn vastlegt vanuit arin de klinische identie over het oerd wordt.
kosten invloed van ch
9. Zo zijn, bijindirecte kosten gen. Chronische zoals werkonbeken het risico op aret consultatiedocuhet Beleidsforum
e kosten voor chroaire ziekten kostper jaar. Voor Be
ootste deel (59%)
eest kwetsbareor een extra belasschema’s en het ers. Deze proble
ak van ziekten (an coördinatie tusseling te makenie de noden van het perspectief
praktijkvoering geomgaan met mult
ronische ziekten voorbeeld, prod
voor de patiëziekten gaan gepkwaamheid, hetrmoede. ument van DG SAm van de Euroonische ziekten: en de Europese
elgië werd dit gesc hiervan is tenlas
e patiënten sting van de patiëin contact komenmatiek wordt ver(zoals bijvoorbeesen zorgverleners naar een ande patiënt identifvan de patiënt.
ecoördineerd wortimorbiditeit ontwi
reikt verder daductiviteitsverlies nten en hun fapaard met bijkomhieruit voortvloe
ANCO over chronopese Unie volg
economie meerchat op € 3,5 miljaste van het budge
7
ënt 28 n met sterkt
eld in s. Het ndere ficeert Een
rdt en ikkeld
an de voor
amilie mende
iende
nische gende
r dan ard in et van
8 Organisatie zorg voor chronisch zieken in België KCE Report 190As
• Kankerbehandeling heeft financiële gevolgen voor patiënten en hun naasten omwille van o.a. een gestegen gezinsbudget, inkomstenverlies en het gebruik van spaargeld voor behandeling en geneesmiddelen. In België werd de totale gemiddelde kostprijs (voor de gemeenschap) van borstkanker geraamd op € 107 456 voor een periode van 6 jaar (van 1 jaar voor diagnose tot 5 jaar na diagnose)31. Daarvan wordt het grootste deel (89%) veroorzaakt door productiviteitsverlies .
• De 5 belangrijkste longziekten (astma, longkanker, chronisch obstructieve longziekte, longontsteking en tuberculose) veroorzaken een financiële last van meer dan € 100 miljard in Europa (gezondheidszorgkosten en verloren werkdagen)6;
• Diabetes treft bijna 10% (52,8 miljoen) van de volwassen populatie in de Europese regio van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) met een kost van € 131 miljard.
Er is weinig bekend over de kosten van multimorbiditeit. Ongeveer 70 tot 80% van de totale gezondheidszorgkosten worden uitgegeven voor chronische ziekten6. Dit komt overeen met € 700 miljard in de Europese Unie. Er wordt aangenomen dat dit budget in de komende jaren nog zal blijven toenemen. Een recente literatuurstudie32 toonde aan dat er onzekerheid is over de mate waarin de traditioneel geciteerde factoren (demografische, gezondheidsgerelateerde, economische en sociale factoren) bijdragen tot de stijgende gezondheidszorguitgaven. Toch zou, gezien de grote groep van ouderen in de bevolking, het promoten van gezond ouder worden de gezondheidszorgkosten verminderen. Daarnaast zouden het gebruik maken van ‘health technology assessment’ en patiëntenparticipatie in de besluitvorming het efficiënt gebruik van de middelen bevorderen 32.
2. WAT IS EEN CHRONISCHE ZIEKTE? VAN EEN PATHOLOGIEGERICHT NAAR EEN BEHOEFTEN-GESTUURD CONCEPT
De verschillende (inter-)nationale initiatieven die beogen de zorg voor chronisch zieken te verbeteren, richten zich bijna altijd op een pathologiespecifieke (of tenminste medisch gedefinieerde) doelgroep. Voorbeelden hiervan zijn de zorgtrajecten in België en de 'affections de longue durée (ALD)' in Frankrijk33. Beleidsinterventies beperken zich meestal tot patiënten met diabetes, chronische longziekten of cardiovasculaire ziekten. Nochtans benadrukt een WGO publicatie dat pathologiespecifieke initiatieven niet geschikt zijn om veranderingen in de gezondheidszorg op systeemniveau te bekomen. Pathologiespecifieke initiatieven leiden tot (het vermenigvuldigen van) investeringen in parallelle programma’s. Bovendien blijven ze vaak beperkt tot lokale initiatieven die een implementatie op lange termijn in gevaar brengen34. De WGO definieert chronische ziekten dan ook als "langdurige ziekten met een meestal langzame progressie”10. Deze definitie dekt een uitgebreide reeks meestal niet-overdraagbare gezondheidsproblemen en ziekten zoals diabetes, kanker, musculoskeletale ziekten, respiratoire, neurodegeneratieve, mentale en cardiovasculaire ziekten. Voor de organisatie van de zorg is er, naast het concept van ziekte, nog een belangrijker concept, nl. dat een persoon met chronische ziekte(n) noden heeft die evolueren naarmate het ziektestadium evolueert.
KCE Report 190
2.1. Een breDe behoeften ingedeeld in vijf• Biologisch
symptomen• Psycholog
o de bebehan
o de beemotieaan de
• Behoeftenzorgverlen
• Sociale bepatiënten, onafhanke
• Spirituele breder kan
Een zeer belanvan de ziekte ate kunnen kommeestal een zevan acute episzorg nodig is. Er kan geconclu• De zorg v
behoeften • Voorzien in
patiënt kanterwijl zorg
• Niet alle mantelzorgwaarde voo
0As
ede waaier vanvan patiënten m
f belangrijke groehe behoeften: von, zoals pijn; gische behoeftenehoefte aan indelingsopties, evo
ehoefte aan psyces (angst, frustrate chronische ziektn gerelateerd ing en integratie tehoeften: kan evooral dan problelijkheid en het voobehoeften: de
gaan dan uitsluitngrijk kenmerk vaaangepaste intervmen aan de veeer belangrijke rolsodes, terwijl bij t
udeerd worden davoor een chronisvan de patiënt; n een behoefte afn van oordeel zijnverleners en/of mbehoeften houde
gers en het socor de patiënt
n patiëntenbehomet chronische pen35: oornamelijk het ve
n met twee grote cnformatie op molutie van de ziekchologische ondeie, depressie, verte; aan zorgverle
tussen de verschilen belangrijke zoemen in verband orkomen van socizoektocht naar
tend geloofsovertuan chronische zorventies noodzakeranderende beho. Acute zorgverleterminale ziekten
at35: sche zieke geba
fhangt van het indn dat in zijn/haar
mantelzorgers het en een professioiale netwerk zijn
Organisatie z
oeften ziekten kunnen
erlichten van lich
componenten: maat (bijvoorbee
te); ersteuning: omgardriet) die gerelate
ening: coördinatllende zorgomgevorg zijn voor chrmet het behoud ale isolatie; zingeving wat veuiging. rg is dat door de elijk worden om teoeften. Thuiszorg
ening is nodig in hn toegankelijke pa
aseerd moet zijn
dividuele perspecr behoefte werd vhiermee niet eensonele interventie
n vaak van onsc
zorg voor chronisc
worden
amelijke
ld over
aan met eerd zijn
tie van vingen; ronische van hun
eel veel
evolutie egemoet g speelt het geval alliatieve
n op de
ctief: een voorzien s zijn;
e in: de chatbare
2Dovv(msbcd
Bg•
•
•
Boinwb
ch zieken in België
2.2. Kiezen voDe behoeften gesons land succesvovoor de toekomsverticaal ontwikkenog steeds vertic
manier geïntegrespecifieke behoeftbeschikbare zorgchronische zorgvedoor de behoeften
Bijgevolg wordt gedefinieerd als e op versch
psychologisc in een min o
het individu, die langdurig
Binnen de gezondontwikkeld wordenndividuele behoefworden afgewekebiomedische gestu
ë
oor een behoeftstuurde aanpak vaol werd ontwikkelst van chronischld op maat van d
caal) ontwikkeld eerd. Hierdoor kuten van de patiëng en ondersteuerlening moet dezen en verwachtinge
in deze ‘positioneen persoon methillende aspeche behoeften, eof meer complex
g of blijvend zijn dheidszorg moeten om specifiek opften te kunnen inen van de klasuurde werking van
ften gestuurde an het ‘palliatief sd kan dienen als e zorg. Dienstende verschillende den daarna horizounnen ze aangent en worden gekunende structuree integrerende be
en van de patiënt c
n paper’ een chrt een reeks behoecten (biolog
enz), xe combinatie d
en in de loop vaen er nieuwe funp deze multidimennspelen. Dit houdssieke, op acutn onze gezondhei
benadering support systeem’ d
een leerrijk voorn worden niet ladisciplines. Ze wo
ontaal op een flexepast worden aakoppeld aan de len. De toekom
enadering radicaliscentraal te plaatse
ronisch zieke paoeften: gische behoe
die afhankelijk is
an de tijd evoluercties en vaardigh
nsionele, langdurigdt in dat radicaal e episodes geridszorg.
9
dat in beeld anger orden xibele an de okaal
mstige seren en.
atiënt
eften,
s van
ren. heden ge en moet
richte,
10 Organisatie zorg voor chronisch zieken in België KCE Report 190As
3. HET BELANG VAN “PATIENT- EMPOWERMENT”
Het belang van ‘patient empowerment’ wordt benadrukt in verschillende internationale documenten 36, in het Belgische programma “Prioriteit aan de chronisch zieken!" 1 alsook in de plannen over chronische zorg in andere landen (zie wetenschappelijk rapport hoofdstuk 2.3). Het is duidelijk dat de oude paternalistische benadering waar de patiënt passief zijn behandeling ondergaat ver achter ons ligt. Nochtans, benadrukten de stakeholders dat de inspanningen om het “empowerment” van patiënten en hun mantelzorgers te stimuleren vandaag nog te beperkt is. Een systematisch literatuuroverzicht over de technieken voor self-empowerment van patiënten, wordt in detail besproken in hoofdstuk 6.1 van het wetenschappelijk rapport. De definitie die in dit rapport gebruikt wordt is voornamelijk gebaseerd op het werk van Bodenheimer et al. 200237. Hij definieert self-empowerment als: “patiënten aanvaarden de verantwoordelijkheid over het beheer van hun eigen toestand en worden aangemoedigd om hun eigen problemen op te lossen met informatie (geen directieven) van zorgverleners”. Dit concept van “patient empowerment” is in de literatuur nauw verwant aan: zelfredzaamheid, zelfmanagement en zelfzorg (zie definities in secties 6.3.1.1 van het wetenschappelijk rapport). De volgende interventies toonden al dan niet hun werkzaamheid aan: • Programma’s voor zelfmanagement:
Deze interventies zijn ontworpen om de kennis en vaardigheden van patiënten te verbeteren om zelf in te kunnen staan voor het beheer van hun chronische ziekte (e.g. opleidingssessies, brochures, motiverende technieken). Deze interventies zijn meestal succesvol voor verschillende chronische ziekten: musculoskeletale pijn, epilepsie, diabetes, geeestelijke gezondheidsproblemen, hypertensie, astma38-44. Eén op één interventies, aangepast op maat van de patënt zijn meer effectief (bijvoorbeeld, spastisch colon).45. De resultaten van studies voor chronisch obstructief longlijden46-48, hartfalen49-51, beroerte52-54, nierfalen55 en multiple sclerose56 waren niet zo éénduidig.
• Patiënteneducatie over zelfredzaamheidsaspecten: Educatie die zelfredzaamheidsaspecten omvat had meestal een positieve impact op symptomen en patiëntenuitkomsten (Bijvoorbeeld. zelfmanagement). Deze programma’s werden aangeboden in groep of op individuele basis voor de volgende ziekten: astma57, diabetes58-60, chronisch obstructief longlijden61, hartfalen62,63, spastisch colon64, nierfalen65 en pijn66. Twee studies over rheumatoïde arthritis 67 en diabetes 58 toonden geen impact van deze interventies aan.
• Psycho-educationale interventies: Een positieve impact werd aangetoond voor fibromyalgie68 en schizofrenie69. Voor angina70 en astma71,72 kon op basis van de wetenschappelijke studies geen éénduidig besluit geformuleerd worden.
• Interventies gericht op de behoeften van specifieke culturele groepen: Verbetering astma-symptomen73 en resultaten bij diabetespatiënten74-
76. • Het effect van computer-gebaseerde interventies werd meestal niet
aangetoond (hypertensie77, vermoeidheid geassocieerd met een neurologische ziekte78, chronische pijn79) behalve voor kinderen met astma80.
Op basis van de wetenschappelijke literatuur kunnen we besluiten dat “patient empowerment” interventies meer kans op slagen hebben wanneer ze aan volgende eigenschappen beantwoorden: intensief toegepast, aangepast aan de behoefte van de patiënt, gebruik makend van verschillende benaderingen/strategieën en zich ook richtend op de mantelzorgers.
KCE Report 190
4. SCOP4.1. Scope: 4.1.1. Belan“Health in all pgezondheid. Dgezondheid”81
chronische ziek• Verbeter
woonomgeuniversele
• Stop de (Bijvoorbeefinancieringvan alle be
• Het probleopvolgen e
De doelstelling zo de incidentiezijn talrijk en veactoren uit zeehuisvesting, we
0As
PE EN METfocus op chron
ng van ‘Health inpolicies“ houdt ve
De “WGO-commisformuleerde hie
kten: leefomstandighe
eving en werkogezondheidszorgongelijke verde
eld, “Health eqg, gelijkheid tusseevolkingsgroepen)eem meten en deen onderzoeken va
is om de prevalee van chronische ereisen dan ook
er veel sectoren erkgelegenheid, ar
THODEN nische zorg en
n all Policies’ erband met de sossie over de soerover aanbevelin
eden: opleidingomstandigheden,
g; eling van mac
quity” in alle ben man en vrouw); e impact van actan gezondheidsdeentie van risicofaziekten te vermineen betrokkenhebuiten de gezondrmoedebestrijding
Organisatie z
gezondheidsz
ociale determinanciale determinanngen in het kad
g, voeding, gsociale besch
ht, geld en mbeleidsdomeinen, w, politieke betrok
ties beoordelen determinanten. ctoren te doen dderen. De actiedo
eid van beleidsmadheidszorg (Bijvog).
zorg voor chronisc
zorg
nten van ten van der van
gezonde herming,
middelen billijke
kkenheid
door het
alen om omeinen akers en oorbeeld:
4A"‘pvH(cres(keDcaav
4Dv•
ch zieken in België
4.1.2. Scope: fAlle betrokken parHealth in All Policposition paper’ teverstrekt aan chroHet behandelen primaire) prevent
chemo-protectie) eekening wordt ge
samenhangende huisvesting, omg
kon onmogelijk woen viel bovendien Desondanks biedtcoherente reeks afgebakende en aanbevelingen latvoren kan worden
4.2. MethodenDe voorstellen vaverschillende bena Een meer the
een een visieaangepast is de activiteitenbrengen. Dezvan de belannationale aaneffectiviteit valanden/regio’s
ë
focus op chronisrtners benadrukkecies". Nochtans w beperken tot zornisch zieken in hevan alle versch
tie (screening, proen health & healthehouden met eenfactoren die een
geving, levenswijzorden gerealiseerook ruim buiten d
t het beperkte beraanbevelingen tgoed geïdentific
en toe dat een bgeschoven in dez
n n deze ‘position aderingen: eoretische, deducte uit te werken vvoor de zorg voo
n geformuleerd dieze deductieve begrijkste internatio
npak van chroniscan) het beleid voos.
sche zorg en gezen het belang van
werd afgesproken org (inclusief preveet kader van de gehillende aspecteofessionele raadgh equity in all polin erg uitgebreide n invloed hebbeze en sociaalecord binnen het tijdsde bevoegdheid vaeik nog steeds eete ontwikkelen gceerde doelgroepelangrijk deel vanze ‘position paper
paper’ steunen o
tieve benadering8
voor een gezondor chronisch ziekee nodig zijn om dinadering ging uit
onale documentenche zorg, en (2) or chronische zorg
zondheidszorg n primaire preventom de scope van entie van complicezondheidszorg. n, met inbegrip
geving, immunisatcies', zou vereiseen verscheiden
en op de gezononomische statussbestek van dit pan het KCE. en zinvol kader omgericht op een p van actoren. n de oplossingenr’.
op een combinatie
82 werd gehanteerdheidszorgsysteemen. Bovendien weie visie in de prakt van: (1) een ann die pleiten vooeen overzicht va
g in vier geselecte
11
tie en deze aties)
van tie en en dat reeks dheid
s). Dit roject
m een goed Deze naar
e van
rd om m dat erden
ktijk te nalyse r een n (de eerde
12 Organisatie zorg voor chronisch zieken in België KCE Report 190As
• Een meer inductieve benadering gebaseerd op gegevens uit: o Eerdere KCE-rapporten; o Een systematisch literatuuroverzicht over de technieken voor self-
empowerment van patiënten, o Een literatuuroverzicht van de nieuwe profielen en functies in de
eerstelijnszorg, waaronder een overzicht van de situatie en de ervaring in andere landen;
o Een overzicht van relevante initiatieven in België. • Consultatie van de stakeholders over de sterke en zwakke punten van
de Belgische gezondheidszorg wat betreft het voorzien in de behoeften van chronisch zieken. Deze analyse omvatte ook een kritische blik op eerdere initiatieven met betrekking tot coördinatiestructuren in ons land.
Een ontwerptekst van deze ‘position paper’ werd voorgelegd aan verschillende groepen stakeholders met verschillende achtergronden: de stuurgroep (voornamelijk vertegenwoordigers van overheden en patiëntenverenigingen), twee groepen deskundigen met relevante ervaring op dit domein en het wetenschappelijke en raadgevende comité van het "Observatorium voor chronische ziekten".
5. EEN VISIE OP DE TOEKOMSTIGE ORGANISATIE VAN CHRONISCHE ZORG IN BELGIË
Onderstaande paragrafen beschrijven: • De visie op de organisatie van chronische zorg in België; • Het conceptuele model dat werd ontwikkeld om te tonen hoe het
systeem zijn doelstellingen kan realiseren.
5.1. Visie op chronische zorg in de Belgische gezondheidszorg
5.1.1. Bronnen De visie en het conceptuele model zijn gebaseerd op inzichten die voortvloeiden uit de analyse van: • Het Chronisch zorgmodel (‘Chronic Care Model’) gepubliceerd in
de internationale literatuur (zie het wetenschappelijke rapport 5.1)83. Dit model somt de belangrijkste elementen op die bijidragen tot hoogwaardige, kwaliteitsvolle zorg: o Ondersteunen van zelfmanagement, bijv. patiënteninformatie,
gezamenlijke besluitvorming, richtlijnen voor patiënten; o Ondersteunen van beslissingen, bijv. richtlijnen voor
zorgverleners; o Organisatie van een zorgverleningssysteem, bijv.
groepspraktijken, zorgcoördinatie; o Klinische informatiesystemen bijv. geautomatiseerde informatie,
registers; o Beleidsvoering en hulpmiddelen op het niveau van de lokale
gemeenschap, zoals programma's voor lichaamsbeweging; o Organisatie van de gezondheidszorg bijv. leiderschap en definitie
van de doelstellingen van de organisatie. • De rapporten van internationale organisaties (Verenigde Naties,
Europese Unie en Wereldgezondheidsorganisatie) (zie punt 1.2.1);
KCE Report 190
• Het beleidwetenscha
• De kenmegerapporte
• Discussies• Een eerde
voor kinderDeze visie zinsverder de essgeïdealiseerde
5.1.2. Kernv
• In termenheel spect
• voor en voortdurezelfs tienta
• om hen tefunctionergemeensc
Begunstigden: c• Dienstverle
chronischeacute episode grenzeopgemerkt screening e
• Uitkomstenhelpen hunmaatschapvereist eedoelgericht“Internation(ICF)88. M
0As
voor chronisch appelijk rapport, deerken van chro
eerd in eerdere KCs met stakeholdersre vergelijkbare oren en adolescentspeelt op een gesentiële activiteitsysteem te realis
visie
van chronischtrum van dienstemet mensen mnde opvolging nallen jaren, e helpen hun levren, zowel thuischap en doorheechronisch zieken ening: de dienstene ziekte, d.w.z. odes en ondersteen van het gez
(paragraaf 4.1.2en vroegtijdige opn: het uiteindelijken levenskwaliteit teppij - thuis, op sn verschuiving ite zorg87. Deze vnal Classification
Meer bepaald is
zieke patiënten eel 2.3); nische zorg va
CE-rapporten84, 85;s en binnen het onoefening voor geeten86. eïdealiseerd systten te bepalen eren.
e zorg biedt deen aan:
met chronischenodig is over ee
venskwaliteit te s als op het wn hun hele levenen hun families/mn worden verleenroutine managem
eunende zorg. Dezzondheidszorgsys2) vallen gezondhpsporing buiten hee doel van de zoe verbeteren en bchool, op het wein paradigma, vvisie stemt overen of Functioning
deze classifica
Organisatie z
in 4 landen/reg
n hoge kwalite; nderzoeksteam; estelijke gezondhe
teem. Dit zal heldie nodig zijn
e gezondheidszo
ziekten voor wen periode van j
verbeteren en bwerk/op schoolnsloop. mantelzorgers. nd tijdens de duurment, managemze diensten overssteem. Zoals hiheidspromotie, pret bereik van dezergverlening is me
beter te functionererk en in hun ban probleemgeri
een met de visie , Disability and atie gebaseerd
zorg voor chronisc
io’s (zie
it zoals
eidszorg
lpen om om dit
org een
wie een jaren of
beter te , in de
r van de ent van
schrijden ierboven reventie, e studie. ensen te ren in de uurt. Dit chte tot van het Health”
op een
5Dwaw
5Dgz1
2
3
4
ch zieken in België
biopsychosocvan beperking
5.1.3. BijkomenDe kern van deze wordt het doel gactoren? Wie 'bewaarbinnen het sy
5.1.3.1. ModusDe volgende gezondheidszorgszieken, diensten z
. Gecoördineerzorgmodel37,83
aan naar meziekenhuizen sociale zorg.
2. GeïntegreerdeWGO definieedat cliëntendienstverleninbehoeften egezondheidszgeïntegreerdeverschillende multiprofessio
3. Persoons- eneen planmatigindividueel ggedefinieerde
4. Duurzaam heinfrastructuur uitrusting te levernieuwend behoeften 84.
ë
ciaal model dat zogen integreert.
nde kwalificatiesvisie wordt aangeerealiseerd (mod
ezit' het systeemysteem moet werk
s operandi kwalificaties
systeem dat aangou moeten verlen
rd: coördinatie is3. Ervaringen in a
eer coördinatie tuen eerstelijnszo
e zorg (nauw verert dit als “manage een continuü
ng krijgen, aangen over de ve
zorgsysteem aanwe zorg meer speczorgniveaus terw
onele teams binne doelgericht: chroge manier te helpezondheidspoten
e doelstellingen89, 9
eft betrekking op zoals een p
everen en in stante zijn en te De evaluatie van
owel de medische
s evuld met bijkome
dus operandi)? Wm? Wat zijn de ken?
specificeren hogepast is aan denen. s een kernvereisndere landen too
ussen de gezondorg) en ook tuss
rwant met het boement en de zorgüm van prevenepast aan hun inrschillende zorgwezig zijn” 15. In
cifiek naar de vertwijl het woord “coöen eenzelfde zorgonische zorg heefpen bij het bereiktieel, aangepast 90. het vermogen va
personeelsomkadend te houden, enkunnen reagere
n duurzaamheid
e als sociale gev
ende kwalificatiesWie zijn de betro
cruciale beperk
oe, idealiter, e zorg voor chro
ste van het chronden een verschu
dheidszorg (bijv. sen gezondheids
ovenstaande concgverlening op een ntieve en curan de tijd evoluer
gniveaus die indit document ve
ticale integratie vaördinatie” verwijstniveau. ft tot doel personeken van hun max
aan hun indivi
an het systeem omering, faciliteiten ondertussen ook
en op plots ontomvat indicatoren
13
olgen
s: hoe okken ingen
een onisch
onisch uiving acute s- en
cept): wijze
atieve rende het
erwijst an de t naar
en op ximaal dueel
m een n en k nog stane n van
14 Organisatie zorg voor chronisch zieken in België KCE Report 190As
financiële duurzaamheid (Bijv. gezondheidszorguitgaven), personeelsomkadering (Bijv. aantal en opleidingsniveau zorgverleners) en faciliteiten (Bijv. aantal plaatsen in woonzorgcentra).
5. Professioneel ondersteund: een continuüm van “human resources” die in staat zijn om te voorzien in de behoeften van chronisch zieken (van minimale persoonlijke bijstand tot dagelijkse volledige verzorging), is essentieel om ervoor te zorgen dat de juiste patiënten op elk moment het juiste type zorg krijgen90,91. Dit professionele netwerk omvat verschillende (gespecialiseerde) zorgverleners die samenwerken in teams.
6. “Evidence-based” zorg van hoge kwaliteit: veilig, effectief, geschikt (d.w.z. relevant voor de klinische behoeften, op basis van het best beschikbare wetenschappelijke bewijs), patiënt centraal, tijdig, efficiënt, billijk, allesomvattend92 en continu. Dit zijn aspecten van hoogwaardige zorg die in eerdere KCE-rapporten werden beschreven84, 85, 93, 94'
7. Empowerment' van patiënten: “self-empowerment” plaatst de patiënt in het middelpunt van zijn/haar zorg. Patiënten die “empowered” worden, zijn meer in staat om zelf te zorgen voor hun gezondheid en voor de organisatie van de contacten met de verschillende professionele zorgverleners (cf. hoofdstuk 3).
8. Verleend in de minst restrictieve omgeving die klinisch aangewezen is: indien mogelijk worden (minder complexe) thuisgebaseerde of poliklinische diensten verleend in plaats van dure intramurale diensten.
5.1.3.2. Actoren Talrijke actoren in verschillende omgevingen leveren een bijdrage tot het systeem, bijv. huisartsen en eerstelijnszorgteams, wijkverpleegkundigen, ‘advance practise nurses’ (verpleegkundig specialisten), specialisten, mantelzorgers, kinesisten, logopedisten.
5.1.3.3. Eigenaar Het Belgische gezondheidszorgsysteem wordt grotendeels gefinancierd met overheidsmiddelen. Maar ook privégelden van profit en non-profit actoren spelen een belangrijke rol in de bestaande zorgverlening 95. Succesvolle hervormingen vereisen dan ook gedeeld eigenaarschap van zowel zorgverleners als de overheid.
5.1.3.4. Beperkingen Het beschikbare en beperkte budget heeft een grote invloed op de algemene werking van het gezondheidszorgsysteem, en op chronische zorg in het bijzonder. Bovendien zou de huidige professionele en sectorale (sociaal/medisch) versnippering en verzuiling (bijv. verschillende ziekenfondsen, privé versus openbare instellingen) een invloed kunnen hebben op de implementatie van de ideale organisatie van zorg voor chronisch zieken.
5.1.4. Visie op chronische zorg binnen de gezondheidszorg In het licht van de hierboven toegevoegde kwalificaties kan de visie als volgt worden geformuleerd:
Het gezondheidszorgsysteem dat zich richt op chronische zorg, biedt personen, die lijden aan chronische aandoeningen en die hulp nodig hebben gedurende enkele (tientallen) jaren, een gecoördineerd geheel van op behoeften gebaseerde, gepersonaliseerde, doelgerichte, geplande, professioneel ondersteunde dienstverlening bij de routinezorg en bij acute episodes. Deze dienstverlening gebeurt op een kwaliteitsvolle, evidence-based, efficiënte, duurzame, toegankelijke, cultureel competente en patiënt empowering manier in de minst complexe omgeving die klinisch aanvaardbaar is. Het doel is de levenskwaliteit van de begunstigden te verbeteren en hen te helpen beter te functioneren, zowel thuis, op school/het werk, in de gemeenschap.
KCE Report 190
5.2. Concepchronis
Op basis vanactiviteiten die chronisch zorgsactiviteiten, gegrapport, hoofds
5.2.1. ModuDe 4 activiteiten• Het ontwi
gebaseerdactiviteit zijstabiel stameer inspregelmatige
• Het verleneigenlijk rthuisverpleroutinezorgop school/h(bijv. woon
• Het opvolgvan zorg. basis biedehet zorgtra
• Het biedecoördinatie
0As
ptueel model: ache zorg te rea
n deze visie toomoeten worden
systeem te realisegroepeerd in 6 futuk 3).
ule 1: routinezorgn zijn: ikkelen/herzien ve zorgplannen sjn weinig middeledium van één en
panningen nodig e acute aanvallen
nen van dienstenroutinezorg klas
eegkundige en/of gen kunnen ook het werk, in sociazorgcentra);
gen en evalueren Deze controle zaen om te beslisse
aject; n van zorgcoörd
e van dagelijkse ro
activiteiten om daliseren ont onderstaand uitgevoerd om d
eren. Dit model beunctionele modul
g plannen, verlen
van geïndividuasamen met de pen nodig wanneernkele chronische
in het geval van; n en ondersteunssiek verstrekt
de maatschappworden verleend
ale zorgcentra, of
van de toestandal zorgverleners en over de aard
dinatie. Deze acoutinezorg.
Organisatie z
de visie op
conceptueel mode doelstellingen estaat uit 17 versces (zie wetensch
nen en coördine
liseerde, op beatiënt/familie. Vor de patiënten zic
ziekte bevindenan multimorbidite
ing. In België wdoor de huisa
pelijk werker. Ma in eerstelijnszorin residentiële fa
d van de patiënt/ en patiënten/famen de uitgebreidh
ctiviteit richt zich
zorg voor chronisc
odel de van het
chillende happelijk
eren
ehoeften oor deze h in een . Er zijn eit en/of
wordt de arts, de ar deze
rgcentra, aciliteiten
kwaliteit milie een heid van
h op de
5
Inorob•
•
Eocgm
5
Dcee
ch zieken in België
5.2.2. Module 2gespecia
n een tweede moop acute episodoutinezorg (mod
belangrijke rol bij e Behoefte aa
longontsteking Behoefte aan
chronisch zieinterventie hartinsufficiën
Er is behoefte aanom te zorgen vocare”) tussen dgespecialiseerde module).
5.2.3. Module 3opsporin
Deze module omcompetenties oeerstelijnszorgverlen de screening va
ë
2: respons op acaliseerde diensteodule is de gespedes opgenomen. dule 1). Gespeceen: an meer intensig met ernstig longn meer complexeeke sterk achtevereist (Bijv.
ntie waarbij een amn specifieke activioor een naadlozede routinezorg diensten (koppe
3: uitvoeren vanng mvat 2 activiteitop het vlakleners, zorgverlenan doelpopulaties
cute episodes een ecialiseerde diens
Er is een kopialiseerde dienst
ieve zorg in agfalen); e zorg wanneer eruit gaat en e
een progressmbulante behanditeiten, tools, infrae, geïntegreerde
en zorg bij ling tussen de e
n activiteiten rond
ten: de ontwikkek van opspners actief binnens indien aangewez
n het verlenen v
stverlening en resppeling voorzien tverlening speelt
acute situaties
de toestand vaeen gespecialise
sieve evolutie eling niet aanslaaastructuur en mid
overgang (“seamacute episodes
eerste en de tw
d vroegtijdige
eling van uitgebporing (d.w.z. n arbeidsgeneeskuzen.
15
van
spons met een
(Bijv.
an de eerde
van at). delen mless s en weede
breide bij
unde)
16 Organisatie zorg voor chronisch zieken in België KCE Report 190As
5.2.4. Module 4: ondersteunen van empowerment van patiënt en mantelzorger
De visie op chronische zorg die in deze ‘position paper’ ontwikkeld werd stelt resoluut de patiënt centraal. De patiënt helpen om zijn eigen gezondheid en welzijn zelf in handen te nemen is dan ook een concretisering van het ethische principe van autonomie96, 97. Zoals hierboven vermeld (zie 5.1.1 en 5.1.3.1) is patiënt empowerment een essentieel element van chronische zorg. Dit omvat ook zelfmanagement en ondersteuning van mantelzorgers. Deze module omvat 2 activiteiten: • Het ontwikkelen van nieuwe vaardigheden en tools (bijv.
patiëntdagboeken; richtlijnen/educatief materiaal) voor het versterken van het empowerment van de patiënt/zorgverlener;
• Het verlenen van diensten en ondersteuning voor empowerment (informatie, coaching, collegiale ondersteuning, opleiding door formele en informele diensten)
5.2.5. Module 5: activiteiten voor gezondheidspromotie en acties gericht op primaire preventie
Deze module heeft als doel het optreden van chronische ziekten te voorkomen en de leeftijd waarop deze ziekten optreden uit te stellen. Ondanks het belang hiervan, werd besloten dat deze module niet tot de scope van deze ‘position paper’ behoort (zie 4.1). De module voor preventie en gezondheidspromotie omvat 2 activiteiten: • Het promoten van "Health in All Policies”, dat aan bod komt in alle
beleidsdomeinen, zoals transport, huisvesting, milieu, onderwijs, fiscaal beleid, belastingsbeleid en economisch beleid. Deze activiteit vereist multisectoriële acties voor gezondheid, door alle beleidsinstanties 98;
• Het organiseren van primaire preventie gericht op het voorkomen van de belangrijkste risicofactoren van chronische ziekten.
5.2.6. Module 6: een dynamisch zorgmodel implementeren en opvolgen
Het systeem moet de capaciteit hebben om zich aan te passen en om het zorgmodel te verfijnen in het licht van de ontwikkelingen in de maatschappij, de wetenschap, de verwachtingen van chronisch zieken en de economische realiteit. De ontwikkeling en het actualiseren van een zorgmodel is een module die vier andere activiteiten omvat: • Het baseren van het model op maatschappelijke waarden: het
zorgmodel moet de veranderende tendensen in de maatschappij weerspiegelen en erop reageren;
• Het evalueren van de behoeften van chronisch zieken en hun familie; • Het identificeren van de allernieuwste praktijken, baanbrekende
ontwikkelingen en technieken (bijv. de ontwikkeling van ‘evidence-based’ richtlijnen voor de doelgroep van chronisch zieken). Naast medisch/klinisch wetenschappelijk bewijs moet er ook voldoende kennis zijn over 'contextueel' (d.w.z. wat in de routinepraktijk werkt) en 'beleidsmatig' (efficiëntie, billijkheid op nationaal niveau) wetenschappelijk bewijs zijn99.
• Het opnemen van beperkingen op het vlak van budgetten/middelen.
KCE Report 190
5.2.7. Noodzactivit
Voor de succeworden voldaan1. Zorgorgani
ziekenhuisvoorbeeldehoofdstuk 2
2. Geschikte 3. Aangepast4. Processen 5. Kennisman
based’ pradagelijkse
6. Hulpmiddebijvoorbeelzelfmanagehulpmiddel
5.2.8. Overzgezonchron
Onderstaande gedetailleerde rapport deel 3.3
0As
zakelijke voorwateiten esvolle implemenn aan een reeks visatie op magerichte zorg naa
en in andere la2.3); personeelsomkadt budget en de juisdie kwaliteitszorg
nagement en besaktijkrichtlijnen dpraktijk (met inbe
elen voor de ld voor cement, mechanlen moeten de pri
zicht van het conndheidszorgsystisch zieken afbeelding vat hbeschrijving is t
3).
aarden voor bov
ntatie van elk vavan 6 voorwaardeaat: met eear eerstelijnszorganden90,91 (cf. w
dering; ste financiële stimg en kwaliteitsverblissingsondersteu
die geïntegreerd grip van informatioverdracht van
coördinatie, bismen voor kwvacyprincipes res
nceptuele modelteem aangepast
het conceptuele mterug te vinden
Organisatie z
venvermelde
n deze activiteiten:
en verschuiving, zoals geïllustree
wetenschappelijk
muli; betering ondersteuning: klinische ‘ev
moeten wordene voor patiënten) n klinische infbeslissingsonderswaliteitsbewakingspecteren96, 97;
l voorgesteld voaan zorg voor
model samen (eein het wetensch
zorg voor chronisc
en moet
g van erd door
rapport
unen; vidence-n in de
37; formatie: steuning, . Deze
or een
en meer happelijk
Ha
ch zieken in België
Het conceptuele aan zorg voor ch
Routinezorg plaverlenen en coörd
Voorzien van g
Uitvoeren van actirond vroegtijdige o
Ondersteunen”empowermenpatiënt/mante
Implementatie emaatschappelijke
ë
model voor een ronisch zieken
nnen, dineren
Respacute een het
vgespeci
die
geïntegreerde zorg (“seam
iviteiten opsporing
n van nt” van elzorg
Uitvoeren vgezondheidsp
p
en opvolgen van een dynae waarden, noden van de
beschik
gezondheidszor
pons op episodes verlenen van ialiseerde nsten
mless”)
Voor elke activiteit controlere
van activiteiten rond promotie en primaire preventie
GESCHIKT
ZORG
AANGEPAFI
PROCESSVAN D
KENBESLIS
HULPMIDDVAN KL
amisch zorgmodel, gebase patiënten /familie, de klkbare middelen
rgsysteem aange
en of de voorwaarden zijn ver
TE PERSONEELSOMKADER
GORGANISATIE OP MAAT
AST BUDGET EN ADEQUATNANCIËLE STIMULI
SEN TER ONDERSTEUNINGDE KWALITEIT VAN ZORG
NISMANAGEMENTEN SSINGSONDERSTEUNING
DELEN VOOR OVERDRACHTLINISCHE INFORMATIE
seerd op de evolutie van linische praktijk en op de
17
epast
rvuld:
ING
TE
G
T
18 Organisatie zorg voor chronisch zieken in België KCE Report 190As
5.3. Van activiteitenmodel tot beleidsaanbevelingen In een volgende fase van de studie werd het geïdealiseerde conceptuele model door het KCE-onderzoeksteam geconfronteerd met de huidige Belgische situatie (d.w.z. de resultaten van de SWOT-analyse en de kritische analyse van de coördinatiestructuren - zie wetenschappelijk rapport hoofdstukken 7 en 8). Er waren twee doelstellingen: 1. Nagaan welke de belangrijkste probleemgebieden zijn; 2. Strategische aanbevelingen formuleren om de problemen die werden
vastgesteld te overbruggen. Vergeleken met het conceptueel model, lijkt het huidige gezondheidszorgsysteem nog steeds voornamelijk pathologiegericht en aangestuurd door institutionele zorg. Het systeem wordt gekenmerkt door gefragmenteerde zorgverlening, zowel tussen als binnen de zorgniveaus (eerstelijnszorg versus gespecialiseerde zorgverlening). Om deze problemen op te lossen zijn fundamentele hervormingen noodzakelijk in bijna elk aspect (zorgorganisatie op maat, personeelsomkadering, budget en financiële stimuli, kwaliteitsprocessen, kennismanagement & beslissingsondersteuning, hulpmiddelen voor overdracht van klinische informatie) van elk van de functionele modules van het conceptuele model. In het volgende deel formuleren we twintig aanbevelingen (en gerelateerde actiepunten) om het systeem te hervormen in de gewenste richting.
6. BELEIDSAANBEVELINGEN Deze aanbevelingen en gerelateerde actiepunten volgen dezelfde concentrische structuur als het conceptuele activiteitenmodel (beschreven in 5.2.8). Ze beginnen in het hart van de gezondheidszorg, d.w.z. de eerstelijnszorg, de gebruikelijke zorgomgeving van de patiënt met een chronische ziekte. De huisarts en de patiënt zijn de centrale actoren, samen met een multidisciplinair team dat geplande, gecoördineerde en geïntegreerde zorg aanbiedt. Vervolgens zullen we onze aandacht richten op de naadloze integratie met andere zorgniveaus en op ondersteuning van ‘patiënt empowerment’. Tenslotte, plaatsen we dit in de ruimere context van het gezondheidszorgsysteem. We bespreken het beheer en de organisatie aspecten die nodig zijn om het systeem efficiënt te maken.
6.1. Routinezorg plannen, verlenen en coördineren 6.1.1. Geïndividualiseerd zorgplan Anders dan bij de acute zorg, moet de zorg voor personen met één of meerdere chronische aandoeningen worden gepland. Ze moet proactief worden afgestemd op de doelstellingen die bepaald worden in nauwe samenwerking met de betrokken patiënt en zorgverleners. Het zorgplan moet steunen op ‘evidence’ (wetenschappelijk bewijsmateriaal), indien beschikbaar, en rekening houden met de multimorbiditeit van de patiënt. Deze doelstellingen zullen omschreven worden in termen van levenskwaliteit en functioneren op lange termijn. Bovendien zal dit plan richting geven aan de interventies van de actoren van het eerstelijnszorgteam. Het moet tevens de input kunnen ontvangen van alle andere actoren die in één of ander stadium tussenkomen in de zorg voor deze patiënt. Tot op heden zijn zorgverleners echter niet formeel opgeleid voor het implementeren van een patiëntgericht zorgplan dat samen met hen wordt bepaald. Ze beschikken ook niet over doeltreffende hulpmiddelen om hen bij deze taak te helpen. Bovendien schenkt het huidige systeem te weinig aandacht aan psychologische en sociale behoeften. Een andere voorwaarde voor de efficiënte ontwikkeling van een zorgplan is een degelijke kennis van de beschikbare diensten die kunnen worden aangeboden.
KCE Report 190
6.1.1.1. Aanb
Het ontwikkelEen team dattool voor chroMedisch Doss
Actiepunt 1.1: In België behopatiënt voornamafhankelijk vanchronische zorgrol van een eTeamwork houzorgplan in, empowerment,gezondheid en de volgende aaVoor uiterst cnierinsufficiëntieteam worden, zzorg die wordt vOver het ontwivragen gesteldbelangrijk problrecht zou verliezoals beschrevworden. Het mpatiënt. Een illuZo wordt de tezorg die wordt elke kinesist ofer wel verschuivVereisten voorpatiënt omvatte• Training va
0As
beveling 1
en en implement een geïnformaonische zorg deier (GMD).
Het ontwikkelenorde, en behoortmelijk tot het domn de pathologie, g vaak synoniem eerstelijnszorgteaudt o.m. een gintegratie, coörom de beoogd
levenskwaliteit. Danbevelingen. complexe medise), kan de speciazelfs voor de routinverstrekt tijdens aikkelen van teamd tijdens het uitleem volgens de sezen om zijn/haa
ven in deze ‘positioet kunnen aang
ustratie hiervan is evredenheid van verstrekt door ee
f verpleegkundigevingen binnen hetr het ontwikkelenen: an zorgverleners (
nteren van multatiseerd zorgplaeelt, gebaseerd
n van teamwork rt, de (medische)
mein van de huisavan de medischis voor meervoud
m rond de patigemeenschappelirdinatie, delegate resultaten te
Deze vereisten zu
sche situaties (alist eveneens eenezorg voor de pa
acute episoden, uimwork rond de patwerken van dezstakeholders is dear zorgverlener teion paper’, mag egepast worden aa
het bestaande tede patiënt bepaa
en team. In concre, maar als er eet team mogelijk.
n van multidiscip
(zie aanbeveling 2
Organisatie z
tidisciplinair tean en casemanaop het huidig
rond de patiënt zorg voor de chr
arts en, in minder specialisten. Aadige aandoeningeënt des te belajk en overeeng
tie van taken, bereiken in term
ullen worden besp
mucoviscidose, en volwaardig lidatiënt. Dit verschilteengezet in puntatiënt werden eeze ‘position papee angst dat de pae kiezen. Het teaechter geen strak an de voorkeureneamwork in ziekenald door de kwalreto, kiest de patn probleem optre
linair teamwork
2);
zorg voor chronisc
amwork. agement Globaal
ronische re mate,
angezien en, is de angrijker. gekomen
patiënt men van proken in
ernstige d van dit lt van de t 6.2. n aantal er’. Een
atiënt het amwork, keurslijf
n van de nhuizen. iteit van tiënt niet eedt, zijn
rond de
•
•
•
A"teHzzeM•
•
•
ch zieken in België
Informatie communicatiepatiënt (of tele
Gebruik makactiepunt 1.2zorgmodule;
Gebruik makbehoeften vavolgen en tlevensdoelen verwijst naar assessment”)voor sociale d
Actiepunt 1.2: He"chronische zoreamwork in de e
Het delen van inzorgplan van eenzorgpartners gecoeen specifieke 'cMedisch Dossier ( Bovenal voldo
het opslaan va Hulpmiddelen
plannen en te Gemakkelijk
zorgverlenersactoren. De pheeft om zijn/
ë
delen doorestrategieën, waaeconferentie); ken van een gem2) met specifie
ken van gemeen patiënten in tete evalueren in
(zie actiepunt 1r een globale be zoals beschreve
dienstverlening);
et ontwikkelen ergmodule" in eerstelijnszorg tenformatie over dn patiënt is esseoördineerde actiechronische zorgmGMD) volgende koen aan de vereisan voorgeschiede
n bevatten om behe evalueren;
kunnen wordens met aangepastepatiënt moet het haar dossier te ra
r middel aronder meetings
meenschappelijk eke aandacht v
enschappelijke ie schatten, de zon functie van d1.3) 100. Het coneoordeling van dn in 2.1 (met inbe
en promoten vanhet globaal m
e ondersteunen:e medische vooentieel om ervoo
es uitvoeren. Ommodule', geïntegrkenmerken hebbesten van een klasenis, bevindingen,hoeften te beoord
n gedeeld tusse niveaus van toerecht hebben te
aadplegen/erin te
van doeltreff aan het bed va
patiëntendossiervoor een chron
nstrumenten omorg te plannen, ode gezondheids
ncept van "behoede behoeften (“negrip van de beho
n het gebruik vanedisch dossier
orgeschiedenis enor te zorgen dat dit te bereiken reerd in het Gl
en: ssiek medisch do, resultaten, enz.; delen (assessmen
sen de verschilegang voor elk vabepalen wie het noteren;
19
fende an de
r (zie nische
m de op te
s- en eften" needs oeften
n een r om
n het t alle moet obaal
ossier:
nt), te
lende an de recht
20 Organisatie zorg voor chronisch zieken in België KCE Report 190As
• Zodanig opgevat worden dat de patiënt toegang kan hebben tot delen van het dossier101. Zo zouden patiënten aantekeningen moeten kunnen invoeren, zoals de resultaten van zelfcontrole, of hun wensen met betrekking tot gevorderde zorgplanning en euthanasie. Er werd aangetoond dat dit bijdraagt tot een betere therapietrouw en versterkte self-empowerment 97. Er moet voldoende aandacht besteed worden aan privacy-risico’s en het risico van "meer kwaad dan goed te doen" door patiënten nodeloos bloot te stellen aan ongerustheid of verwarring 97.
• In dit opzicht kan het gebruik van een gemeenschappelijke module door zorgverleners hun administratieve werklast verminderen, o.a. door het vermijden van een dubbele input van informatie. De module zou gestandaardiseerde informatie moeten kunnen genereren waardoor de patiënt kan genieten van specifieke dienstverlening (bijvoorbeeld terugbetaling van medicatie).
• Bijgevolg is een elektronisch formaat noodzakelijk zodat de module gemakkelijk toegankelijk is voor alle relevante partijen, maar toch alle vereiste garanties biedt op het vlak van confidentialiteit van de gegevens en de privacy van de patiënt. Het huidige SUMEHR (Summarized Electronic Health Record)-project is een eerste stap in die richting. Dit is een samenvatting van het medisch dossier onder de verantwoordelijkheid van de huisarts. Het wordt gedeeld met andere zorgverleners door middel van elektronische platformen die beantwoorden aan de veiligheids- en confidentialiteitsvereisten.
• De module moet ontwikkeld en uitgebreid in het werkveld getest worden in nauwe samenwerking met de gebruikers.
• De bestaande zorgtrajecten (op dit moment voor diabetes en nierinsufficiëntie) en eventuele toekomstige trajecten moeten volledig geïntegreerd worden in de chronische zorgmodule van het Globaal Medisch Dossier (ccGMD).
In België moeten de ontwikkelingen volledige geïntegreerd worden in eHealth en eCare102.
Twee noodzakelijke voorwaarden voor het doelmatig gebruik van een gedeeld dossier met de ccGMD module zijn: • Dat de patiënt effectief geïnformeerd wordt over de voordelen van het
hebben van een GMD. • Dat de softwarepakketten die worden gebruikt door de verschillende
zorgverleners compatibel zijn om uitwisseling van informatie met het ccGMD mogelijk te maken. Het eHealth-platform moet in dat opzicht een belangrijke rol spelen door diensten aan te bieden aan toepassingen voor de uitwisseling van gezondheidszorggegevens.
Actiepunt 1.3: Het promoten van het gebruik van gemeenschappelijke evaluatieinstrumenten waarmee de patiënt door het team kan worden opgevolgd. Het uiteindelijke doel van gezondheidszorg voor chronische patiënten is hen te helpen hun levenskwaliteit en de manier waarop ze in de maatschappij functioneren te verbeteren (zie 5.1.2). Het regelmatig evalueren van het functioneren van de patiënt (waaronder activiteiten van het dagelijkse en sociaal leven) door middel van een gestandaardiseerd instrument is in die context erg belangrijk. De WGO geeft de voorkeur aan het gebruik van de ‘International Classification of Functioning, Disability and Health’ (ICF) 88. In België heeft men enige ervaring met het ‘Resident Assessment Instrument’ (RAI), een instrument voor de evaluatie en zorgplanning van inwoners van woonzorgcentra (zie wetenschappelijk rapport hoofdstuk 4.5, RIZIV-initiatieven). De registratie van patiëntenparameters met het zogenoemde "BelRAI" online hulpmiddel illustreert de haalbaarheid van het geven van gecontroleerde toegang tot een patiëntendossier aan de zorgverleners die betrokken zijn bij de zorg voor die patiënt.
KCE Report 190
6.1.1.2. Aanb
Het ontwikkelevoor de inschhet identificerevoor multidisceen zorgplan.Het bovenvermgedefinieerde eerstelijnszorgtpatiëntenbehoeis echter niet azorg: • Academisc
gericht op a• De ople
ziekenhuischronischeactiepunt 4
• Er is weisamenwerk
Voor artsen zouhet curriculumpermanente gelijkaardige ozorgverleners (opleidingen te hEen mogelijke van permanentwerk (waarondeerste- en twesessies moetenapothekers, kin
0As
beveling 2
en en implementhatting van de pen van de door ciplinaire samen
melde zorgplan levensdoelen (in team), gevolgdeften (‘assessmenaangepast aan de
che curricula en sacute problemen;eiding van georiënteerd, me
e zorg (zie ook he4.3); inig opleiding vken in een multidiuden de opleiding. Ze zouden oovorming (acc
opleiding moet bijvoorbeeld kinehervormen en doomanier om dit tee vorming (bijvooer het afbakenen
eedezorglijnen) en zorgverleners uesisten).
teren van verplicatiëntenbehoeftede patiënt gede
nwerking en voo
moet beginnen samenwerking
door een nt’). De huidige opeze rol van zorgve
stageplaatsen voo
verpleegkundigeet weinig kansenet concept van ‘ad
voor specifieke sciplinair team.
gsmodules geïnteok geïntegreerd creditering/accredook worden voosisten). Dit moetor permanente voe implementeren orbeeld LOK) te wn van de taken e
en het uitwerken it de lokale omge
Organisatie z
chte opleidingsmen (‘assessment
efinieerde levensr de implementa
bij de door de met de huisarts
inschatting vapleiding van zorgverleners in de chr
or toekomstige art
en is voorn om te specialisdvanced practice n
competenties zo
egreerd moeten wkunnen worden
diteringssysteem).orzien voor de gebeuren door derming aan te biedis om specifieke
wijden aan multidisen activiteiten tuvan zorgplanne
ving samenbreng
zorg voor chronisc
modules t’), voor sdoelen, atie van
patiënt en het
an de verleners ronische
tsen zijn
rnamelijk seren in nurse’ in
oals het
worden in in hun
Een andere
e initiële den.
sessies sciplinair ssen de n. Deze
gen (bijv.
6
HuzkmavoedssHvv
6
He
AvOgfas•
•
ch zieken in België
6.1.2. Routinezzieke
Het versterken vauitgebreid, aangezorg moet wordeklinisch aangewemaatschappij betaaantal chronisch voorspeld wordt. Bop verschillende men andere behoedelegeren naar specialisten en esamenwerking belHet versterken vavooral een zeeverantwoordelijkhe
6.1.2.1. Aanbev
Het verderzetten en verpleegkund
Actiepunt 3.1: Dvolwaardig speciOm de huisartsggepositioneerd alaculteiten103. In sserieuze cultuursh Een correct b
opleiding; Kwaliteitsvolle
eerstelijnszorgstudenten;
ë
zorg en onderste
an de eerstelijnszpast en goed geen aangeboden ezen is en aan aalbaar is. Dit is
zieken stijgen, Bijgevolg zullen hmanieren: hulp bieften, de mogeli
andere zorgveeen aangepaste, loont. an het personeeler grondige hereden van alle zorg
veling 3
van de inspannige aantrekkelijk
e huisartsgeneeialisme binnen deneeskunde aanls een volwaardsommige gevallehock. Het is noodzbeeld van het be
e stageplaatsen ingomgevingen aan
euning bieden a
zorg is noodzakeleïntegreerd zorgpin de minst comeen prijs die veen uitdaging. Interwijl er een t
huisartsen ondersij het beheren vaijkheid om routinerleners, coachdegelijke honore
sbestand van deroverweging in gverleners.
ningen om de bek te houden
eskunde verder e medische facu
ntrekkelijk te makdig specialisme n is dit niet mee
zakelijk om: eroep te geven va
n verschillende n te bieden aan al
aan de chronisch
lijk om de patiënpakket te geven. mplexe omgevingvoor patiënt en n de toekomst zatekort aan huisasteuning nodig hean complexe medne klinische takehing door medering die kwalite
e eerstelijnszorg hvan de taken
eroepen van hui
positioneren alsulteiten ken, moet ze wobinnen de med
er of minder dan
an bij de start va
le medische
21
h
t een Deze g die
voor al het artsen ebben dische en te dische eit en
houdt n en
sarts
s een
orden dische n een
an de
22 Organisatie zorg voor chronisch zieken in België KCE Report 190As
• Cursussen te geven over de specifieke problemen van de organisatie van de huisartspraktijk, zodat toekomstige huisartsen beter uitgerust zijn voor hun taak.
Actiepunt 3.2: Het verbeteren van de arbeidsomstandigheden van de huisartsen Zorgen voor goede arbeidsomstandigheden (met inbegrip van het financiële aspect) is één van de sleutelelementen om de aantrekkelijkheid van het beroep van huisarts te verbeteren. Het KCE-rapport over de aantrekkelijkheid van het beroep bevatte volgende aanbevelingen 103: • Het werk in teams en/of binnen netwerken aanmoedigen om de
arbeidsomstandigheden van de huisartsen te verbeteren; • Zorgen voor goed georganiseerde diensten buiten de normale uren
om werkstress te verminderen terwijl toch de zorgcontinuïteit wordt gewaarborgd (zie ook het recente KCE-rapport over het onderwerp 104, met voorstellen voor verschillende scenario's);
• Mogelijkheden creëren voor een beter evenwicht tussen privé- en beroepsleven, bijv. mogelijkheden voor loopbaanonderbrekingen (waaronder zwangerschapsverlof), of deeltijds werk;
• Het imago van het beroep verbeteren door huisartsen nieuwe loopbaanmogelijkheden aan te bieden (bijv. wetenschappelijk onderzoek, kwaliteitsverbeteringsinitiatieven);
• De huidige initiatieven uitbreiden, d.w.z. hulp bij administratie en ICT voor praktijken in de eerstelijnszorg.
Sommige recente initiatieven zijn volledig in lijn met deze aanbevelingen, zoals de Impulseo III Fondsen die (o.m.) de éénmanspraktijken ondersteunen.
Actiepunt 3.3: Het behouden en verder versterken van de maatregelen om de aantrekkelijkheid van het verpleegkundig beroep te vergroten Sinds 2008 werden een aantal nieuwe maatregelen genomen om de aantrekkelijkheid van het verpleegkundig beroep in ziekenhuizen te verhogen 105: vermindering van de werklast en stress, nieuwe kwalificaties, betere bezoldiging en een grotere betrokkenheid bij de besluitvorming.
Vergelijkbare acties zijn nodig voor verpleegkundigen in de thuis- en eerstelijnszorg.
6.1.2.2. Aanbeveling 4
Het ontwikkelen en erkennen van nieuwe functies en taken in de eerstelijnszorg Naast de maatregelen die werden voorgesteld in de vorige actiepunten moet ook de inhoud van het werk in de eerstelijnszorg evolueren (zie twee KCE-rapporten over dit onderwerp106, 107): • Het delegeren van administratieve en coördinerende taken naar
andere zorgverleners, bijv. maatschappelijk werkers; • Het delegeren van klinische taken naar andere zorgverleners (van
huisarts naar verpleegkundige, van verpleegkundige naar zorgkundige);
• Functiedifferentiatie in het verpleegkundig beroep om o.a. de aantrekkelijkheid van het beroep te verhogen voor verpleegkundigen met een Master diploma.
Actiepunt 4.1: Het ontwikkelen en ondersteunen van de mogelijkheid voor de huisarts om klinische routinetaken te delegeren naar andere zorgverleners Het delen van taken met andere zorgverleners kan de werklast van de huisarts verminderen en tegelijkertijd de aantrekkelijkheid van de betrokken beroepen verbeteren (degene die delegeert en degene die meer verantwoordelijkheid krijgt). In een aantal landen voeren ‘advanced practice nurses’ met een specifieke opleiding op universitair niveau, taken uit die vroeger werden gedaan door de huisarts. In België bestaat deze functie momenteel niet. De opleiding van verpleegkundigen zou kunnen gediversifieerd worden, met een optie die gericht is op deze nieuwe functie (zie actiepunt 4.3). Meer voorbeelden van andere zorgverleners die taken opnemen die vroeger beperkt waren tot artsen kunt u vinden in hoofdstuk 6.2 van het wetenschappelijk rapport. Zie bijv. de nieuwe taken van officina-apothekers in het Verenigd Koninkrijk en Canada108,109.
KCE Report 190
In België is het zorgverleners verpleegkundigpsychologen) s‘wijkgezondheidkleinschalige zorgverleners. andere medewassistent. De zomeestal een thuDe modellen ontwikkeld voogoede illustratieeen multidiscipl
Vereisten voor• De ontwik
verschillenverantwoorgespecifice
• Een stabiedelegeert e
• Gezamenliklinische ta
• Het inrichtopleiding) opleidingenconsensusvoor verpleinvullen;
• Een specifmanageme
• Officiële eopleidingenvooral wat
0As
concept van een van versch
specialisten, samenwerken, nodscentra / maisonpraktijken, met Deze praktijken
werkers in diensorgverlener die duisverpleegkundigvan geïntegreerd
or patiënten mete van hoe een dlinair team kan we
r het delegeren vkkeling van versde zorgverlenrdelijkheden en aeerd; ele en betrouwbaen de zorgverlenejke zorgprotocoll
aken dat gedelegeen van een oplein de hogeschol
n aanbieden (zs te bereiken overeegkundigen die n
fieke opleiding vaent van chronischeerkenning van dn voor verpleegkubetreft de bijzond
geïntegreerde eehillende achte
administratief g vrij ongewoon ns médicales’). V
een informeehebben vaak nie
st te nemen nae gedelegeerde kge. de zorg en zort psychiatrische doeltreffende taakerken110.
van taken schillende modeners waarin ndere samenwer
re werkrelatie tuser die nieuwe takelen aangepast aeerd wordt; eiding (of een aaen en universite
zie actiepunt 4.3r de competentienodig zijn om dez
an zorgverleners e ziekten in multid
de bestaande enundigen (zie wetedere beroepstitels
Organisatie z
erstelijnszorgprakergronden (hui
personeel, d(met uitzondering
Veel huisartsen wl netwerk van
et de kritische maaast een adminisklinische taken uit
rgnetwerken die aandoeningen z
kdeling tussen led
lovereenkomsten wederzijdse
kingsmodaliteiten
ssen de zorgverleen zal uitvoeren; aan het specifie
npassing van de iten die verpleeg3). De eerste s en specifieke v
ze nieuwe taak te
gericht op taakddisciplinaire teamsn de nieuwe spnschappelijk rapp;
zorg voor chronisc
tijk waar isartsen, diëtisten, g van de erken in
lokale assa om stratieve tvoert, is
werden zijn een den van
tussen taken,
n worden
ener die
ke type
huidige gkundige
stap is vereisten e kunnen
eling en s; pecifieke port 6.2),
•
•
•
•
Oew
AozOuzvaeaDzzm
ch zieken in België
Het gedeeld electronisch verpleegkundelectronischeverschillende gemeenschap
Het uitwerkenbetreft o.a. uitrusting, infgebruik van automatisch a
De hervorminmoet stimuli cgedeelde vera
Hervormingenactiviteiten dieuitvoeren uitgverantwoorde
Op een vergelijkben deelnemen awoonzorgcentra 11
Actiepunt 4.2: Heom verpleegkundzorgverleners Op dezelfde manuitgevoerd door zorgverleners, aanvoeren veel takenactiviteiten van eigenlijk niet vereals voor de thuiszoDe evaluatie van zorgkundigen in dzorgkundigen verdmet dezelfde reek
ë
gebruik van emedisch dossieigen en andere zmedische dossberoepsgroepen
ppelijk gegevensgn van mechanismestructuurcriteria frastructuur), pro
indicatoren. Deafgeleid uit het glong van het huidigcreëren voor het antwoordelijkheid n op het vlak e door zorgverlengebreid wordt melijkheden. bare manier kunneaan alle stadia 11;
et ontwikkelen edige taken te de
nier kunnen takeverpleegkundige
n mantelzorgers on uit (administrathet dagelijks leist is. Dit geldt zoorg107. de recente piloot
de thuiszorg leiddder te ontwikkeles vereisten als vo
en ‘module chroer (zie aanbevezorgverleners. Totiers onafhankelijk
n, met slechts wgebruik. en die kwaliteit va(vereiste compe
oces- en uitkomeze indicatoren obaal medisch dose model van betadelegeren van ta(cf aanbeveling 1van wetgeving
ners zonder een et een duidelijke
en klinisch apothvan het med
n ondersteunen elegeren naar mi
en die momenten, worden gede
of aan de patiënt ztie, secretariaat,
even) waarvoor owel voor de inst
tprojecten inzake de tot de aanbevn en te veranker
oor actiepunt 4.1 1
onische zorg’ inling 1) door art op heden werdek ontwikkeld vooweinig aandacht
an zorg verzekereetenties en oplestmetingen, dooworden bij voo
ssier; aling per prestati
aken, communicat18); waardoor het aartsendiploma ku
e beschrijving va
hekers meer helpeicatiebeheer, bijv
van de mogelijknder gekwalifice
eel nog vaak woelegeerd aan anzelf. Verpleegkunondersteunen vahun opleidingsntitutionele omgev
de nieuwe takenveling om de taakren, rekening hou10,112:
23
n het rtsen, en de or de
voor
en. Dit eiding, r het
orkeur
e. Dit tie en
aantal unnen an de
en bij v. in
kheid eerde
orden ndere digen
an de iveau ing106
n voor k van udend
24 Organisatie zorg voor chronisch zieken in België KCE Report 190As
• Organisatorische modellen; • Beschikbaarheid van gezamenlijk overeengekomen zorgprotocollen; • Opleiding, ook voor multidisciplinair werk; • Informatieuitwisseling; • Mechanismen voor kwaliteitscontrole; • Officiële erkenning en aangepaste financiering; • Een wettelijk kader dat nieuwe competenties voor zorgkundigen
afbakent, om bijkomende taken uit te voeren onder toezicht van een verpleegkundige.
Bij het implementeren van taakdelegatie moeten volgende punten ook worden overwogen: • Het juiste evenwicht tussen opleidingsvereisten en kwaliteitsnormen
enerzijds, en haalbaarheid, kosten en beschikbare mankracht anderzijds. Een te hoge drempel zou een averechts effect kunnen hebben, een te lage drempel kan de patiënt blootstellen aan onverantwoorde risico's;
• Een revolutie in de cultuur van zorgverleners: de geraadpleegde stakeholders wezen erop dat de beroepsculturen een enorme hindernis kunnen vormen voor het delegeren van taken. Sommige zorgverleners zijn erg terughoudend om een deel van hun taken aan anderen over te laten. Dit benadrukt de noodzaak om deze nieuwe taken en competenties te bepalen in nauwe samenwerking met de stakeholders;
• Het kiezen van een team versus het kiezen van een individuele professionele zorgverlener: patiënten zullen moeten aanvaarden om te kiezen voor een team van zorgverleners (zie aanbeveling 1) in plaats van individuele zorgverleners te kiezen die niet noodzakelijk gewend zijn om samen te werken. Het doel is om een hogere zorgkwaliteit te garanderen door samenwerking tussen zorgverleners. In elk geval moeten patiënten het recht hebben om hun voorkeuren te kennen te geven en te bespreken, en om bevoorrechte relaties met een/enkele professionele zorgverlener(s) te onderhouden;
• Overschakelen van informele professionele netwerken naar meer gestructureerd teamwork om de efficiëntie te verhogen (bijv. het instellen van zorgplannen, interdisciplinaire meetings om gemeenschappelijke zaken te bespreken);
• In complexe situaties is er meer kans dat het aantal zorgverleners enorm stijgt en het risico van versnipperde zorg dus stijgt. Daarom moet de interventie van een casemanager worden overwogen (zie actiepunt 7.1);
• Er dient gewaakt te worden over het feit dat het scheppen van nieuwe aantrekkelijke functies in de thuiszorg mogelijk een tekort aan verpleegkundigen in de institutionele zorg kan veroorzaken. Hervormingen moeten geleidelijk gebeuren en terdege rekening houden met alle dimensies.
Actiepunt 4.3: Het ontwikkelen van een opleiding voor de functie van ‘advanced practice nurse’ en het erkennen van deze kwalificatie Advanced practice nurses (verpleegkundig specialisten) zijn specifiek opgeleide verpleegkundigen die in staat zijn om een aantal taken van de huisarts over te nemen. In België kunnen verpleegkundigen momenteel extra kwalificaties/specifieke titels verkrijgen waardoor ze met een specifieke groep van patiënten kunnen werken (bijv. geriatrie, oncologie). Veel van deze kwalificaties zijn echter niet wettelijk erkend, terwijl andere geen financiële voordelen bieden. Bovendien zijn de meeste specialismen pathologiespecifiek. Dit terwijl de gezondheidstoestand van de patiënt een ‘advanced practice nurse’ vereist die multimorbiditeiten kan aanpakken. Hoofdstuk 6.2 van het wetenschappelijk rapport analyseert de mogelijke taken van ‘advanced practice nurses’ bij de zorg voor chronische patiënten. Twee grote categorieën verpleegkundigen zijn113, 114: • Nurse practitioners: vervangen de arts voor sommige klinische
activiteiten, waaronder het voorschrijven van geneesmiddelen en medische onderzoeken, diagnose, screening, gezondheidspromotie en preventie, toezicht op patiënten met chronische ziekten, zorgcoördinatie 114;
• Clinical nurse specialists: hun belangrijkste functie is de kwaliteit van de verpleegkundige zorg te ondersteunen en te verbeteren in een gespecialiseerd praktijkgebied. Deze domeinen worden doorgaans
KCE Report 190
afgebakendomgeving cardiovascpalliatieve
De voornaams• Een basis
besteedt aa• De ontwikk
nurse’, geuniversiteitmogelijkheverpleegkuvullen;
• Een opleidom advancmanier voo
• De officiëcompetentgezondheid
• Het invoere
6.1.2.3. Aanb
Het verstrekkecomplex is alsDe vorige deleaan levensdoeverstrekt moet vooral wanneachteruitgaat. Dnamelijk zeer gzich in een gebepaald momezorgbehoeften o
0As
d volgens de lee(bijv. spoedge
culaire aandoeninzorg) of de zorgbe
ste vereisten zijnscurriculum voor an het werken in ekeling van een speïntegreerd in dten die verpleegeid zou kunnenundigen die al ee
ding die voldoendced practrice nuror chronische patiële erkenning vaies door de dszorgsysteem; en van een progra
beveling 5
en van zorg in s klinisch aangewn benadrukten de
elen. Bovendien worden. Dit dee
er de gezondhDe meeste persongoed thuis verzorevorderd stadium nt grote moeilijkhof sociale behoeft
eftijd van de paevallen), de zgen), het zorgtypehoefte (bijv. pijnb
n: verpleegkundig
een andere omgepecifieke opleidingde curricula vagkundige opleidi
n zijn om de en aanvullende kw
de aandacht schrses in staat te sënten te zorgen;an deze titel e
wetgeving en
amma van perma
een omgeving wezen e noodzaak om hwerd beschreve
el behandelt de heidstoestand vanen met (een) chrrgd. Zeer oude pe
van de ziekte bheden ondervindeten.
Organisatie z
tiënt (bijv. pediaiekte (bijv. as
pe (bijv. psychiatrbeheer)114, 115.
en dat meer aeving dan het ziekg voor ‘advanced an de hogeschongen organiserehuidige curricu
walificatie hebben
enkt aan multimostellen op een ho
n van de geredoor het B
nente vorming.
die zo weinig m
het zorgplan te ken door wie dez
optimale zorgoman de patiënt ronische ziekte(n)ersonen en patiëbevinden kunnen en met betrekking
zorg voor chronisc
trie), de tma of rische of
aandacht kenhuis;
practice olen en en. Een la voor n aan te
orbiditeit olistische
elateerde elgische
mogelijk
koppelen ze zorg
mgeving, ernstig
) worden nten die op een
g tot hun
Zmpmuz
AcHcreoeoDabtoacAdo(soEaczgh'Pv
ch zieken in België
Zelfs voor deze gmogen overwogepersonen in hun moet gegeven wouur per dag muzorgverlening ter b
Actiepunt 5.1: Hchronische behoHet KCE-rapport oconcrete aanbevesidentiële facilite
o.m. door hen eeen door innovationdersteunen 116.Doeltreffende zorgaangepaste leefobijdragen. Voor dioegankelijkheid, vaanmoedigen (bcoördinerende strActiepunt 7.2) modiensten met de overheden en dschoonmaakdiens
om zo de dagelijksEr zijn een aantaaanmoedigen om chronische aanziekenhuisbeddengezondheidszorg het project rond aProtocol 3') 117, Dveelbelovende mo
ë
gevallen zou een en worden wann
thuissituatie te horden aan thuis-, ultidisciplinaire, gobeschikking stelt.
Het ontwikkelen eften aan te moeover residentiële zvelingen, waaroeiten en de onden gepaste admineve initiatieven gcoördinatie, op m
omgeving zijn bet laatste moet eeveiligheid en besbijv. "thuisbezorructuren voor geoeten streven naa
andere actoren iensten, politie, sten, kapsters,...se leefomgeving tal recente initiatizo lang mogelijk idoeningen. De
n naar alternakan dienen als eealternatieve zorgve evaluatie ervan
odellen te identific
opname in een eer alle andere
houden, uitgeput eerstelijns- en a
oed gecoördinee
van een beleidedigen thuis te bzorg voor oudere
onder striktere ersteuning van mistratieve en finavoor thuiszorg
maat van de indivelangrijke factorenen proactief gemechikbaarheid van
rgen van maaezondheidszorg ar het verbinden van de gemeenlokale winkelier
), lokale vrijwilligte verbeteren. ieven in België in hun leefomgevie omvorming atieve structureen voorbeeld110. Evormen voor oudn zal een gelegeneren en te veralge
instelling alleen alternatieven omwerden. De voo
ambulante zorg derde en toegank
d om personenblijven wonen
personen formuleopnamecriteria
mantelzorgers. Dinciële status te gte bevorderen e
viduele patiënt, enn die hiertoe ku
eentelijk beleid, fy ondersteunende
altijden"). De len sociale zorgvan zorgverlene
nschap: gemeentrs en dienstverlegersorganisaties,
die personen moing te blijven, zelf
van psychiatren voor geestEen andere illustraderen (ook bekennheid zijn om de memenen.
25
maar m de orkeur die 24 kelijke
met
eerde voor
t kan geven en te
n een unnen ysieke e zorg okale
g (zie rs en telijke eners
enz.
oeten fs met rische telijke atie is nd als meest
26 Organisatie zorg voor chronisch zieken in België KCE Report 190As
Actiepunt 5.2: Het ondersteunen van mantelzorgers om hun levenskwaliteit te verbeteren zodat patiënten zo lang mogelijk in hun leefomgeving kunnen blijven. Veel patiënten blijven liefst zo lang mogelijk thuis eerder dan opgenomen te worden in een residentiële structuur. Bijgevolg is de ondersteuning van de mantelzorger van het allergrootste belang. Dit wordt geïllustreerd in het KCE-rapport over zorg voor dementie 118. Het aanbieden van informatie en opleiding, financiële initiatieven, en technische, psychologische en logistieke ondersteuning (zoals respijtzorg) kan bijdragen tot het bevorderen van hun levenskwaliteit en hun vermogen om voor de patiënt in diens leefomgeving te blijven zorgen. Eén van de doelstellingen is de behoefte aan institutionalisering uit te stellen (of overbodig te maken). Concreet betekent dit een bijkomende capaciteit van financieel toegankelijke respijtzorg en dagcentra om de last van de mantelzorgers te verlichten. Gemakkelijk beschikbare en uitgebreide informatie over deze initiatieven (van professionele hulpverleners, patiëntenorganisaties, ziekenfondsen) is een conditio sine qua non voor het gebruik ervan door de doelpopulatie.
Actiepunt 5.3: Het verhogen van de beschikbaarheid van financieel toegankelijke alternatieven voor ziekenhuizen en woonzorgcentra • Alternatieven voor ziekenhuiszorg voor patiënten met complexe
behoeften: Sommige patiënten met een gevorderde chronische ziekte kunnen niet langer thuis blijven, gezien hun lichamelijke en/of psychologische toestand. De oplossingen waar men vaak het eerst aan denkt is een opname in een ziekenhuis of instelling. In België werden echter een aantal recente initiatieven gecreëerd voor patiënten met complexe problemen: centra voor patiënten met multipele sclerose, amyotrofische laterale sclerose (ALS) en de ziekte van Huntington, om opname in acute ziekenhuizen te vermijden. Deze gespecialiseerde centra vloeien voort uit de samenwerking tussen ziekenhuizen en residentiële zorg. Patiënten krijgen specifieke zorg, gezinnen krijgen ondersteuning, het personeel heeft de vereiste competenties en er is een samenwerking tussen het centrum en het ziekenhuis voor complexe situaties. Op dit moment zijn deze structuren ontwikkeld voor specifieke patiëntenpopulaties. Maar deze initiatieven kunnen een bron van inspiratie zijn voor andere patiënten met complexe
zorgbehoeften die niet thuis kunnen blijven, maar die geen acute zorg nodig hebben. De behoefte aan alternatieve zorgomgevingen komt ook vaak voor bij patiënten met ernstige geestelijke gezondheidsproblemen. De aanbeveling om van het ziekenhuis over te schakelen op een andere, aangepaste zorgomgeving houdt de ontwikkeling in van verschillende alternatieve zorgmodellen, aangepast aan verschillende niveaus van autonomie. Integratie in de maatschappij is belangrijk evenals een multidisciplinaire opvolging van deze patiënten119. • Alternatieven voor woonzorgcentra voor ouderen: Het KCE-rapport over de toekomstige behoefte aan residentiële zorg voor ouderen116 concludeerde dat de komende tientallen jaren een aanzienlijke verhoging van het aantal beschikbare bedden nodig is. Tegelijkertijd wezen de in deze studie ondervraagde stakeholders naar de noodzaak om alternatieven dicht bij de leefomgeving van de patiënt te ontwikkelen. Sommige daarvan zouden kunnen helpen om problemen op scharniermomenten op te lossen en zouden minder duur zijn dan institutionalisering. Illustraties hiervan zijn de dagcentra, respijtzorg, sociale dienstverlening thuis, service flats, kangoeroewoningen en andere intergenerationele oplossingen (gemengde buurten) en telematische ondersteuning.
KCE Report 190
6.1.3. Het coProcedures voode zorg voor cwordt verstrewetenschappelenkele medischDoeltreffende gestandaardiseleiden tot verbkwaliteitsindicatBelgië werd onstudie over sleutelelementekwaliteitssysteerust/verpleegtehvan de medicageformuleerd overbeteren. Al deze aanbevtoepassing op daarom niet in d
6.1.3.1. Aanb
Het ontwikkkwaliteitsverbeEen kwaliteitssdynamieken. Eeen een sterkgezondheidszoDe overheden kwaliteitsverbetontwikkeling envan IT-systemejuiste evenwicsummatieve ev
0As
ontroleren en evor kwaliteitsverbechronische patiënekt. Kwaliteitsinijk rapport hoofdshe aandoeningen.
kwaliteitsverbeeerde gegevensvebeteringsacties. Dtoren en de impderzocht in een Kkwaliteit in de
en identificeerde em. Het KCE-ondhuizen 111 toonde
atiesystemen. Er om de kwaliteit
velingen (zie wetehet verlenen van detail worden her
beveling 6
kelen en imeteringsprogramsysteem moet zijen echte zoektochke drijfveer enrginstanties (zie dhebben een belantering85: ontwikken ondersteuning vaen. Ze zijn ook veht tussen summvaluatie externe
valueren van de etering zijn nodig nten op een zo nitiatieven in stuk 2.3) lijken zic
etering en kerzameling, analyDe ontwikkeling plementatie van eKCE-rapport in 20e huisartspraktij
voor het uitwerderzoek over het e een grote variawerden tevens e
van het genee
enschappelijk rapzorg aan chronis
haald.
mplementeren mma voor chronis
n oorsprong vindht naar kwaliteit v
n leiderschap vdeel 6.6). ngrijke taak te veeling van een kwan een kwaliteitsp
erantwoordelijk vomatieve en form
gevolgen heeft
Organisatie z
zorgkwaliteit om ervoor te zorefficiënt mogelijkandere lande
ch meestal te focu
kwaliteitszorg vyse en terugkoppe
van sets van keen kwaliteitssys
00685. In 2008 wajk120, die een rken van een sugebruik van medbiliteit aan in de
een aantal aanbevesmiddelenvoorsc
port hoofdstuk 5)sch zieken: ze zu
van een sche zorg den in twee aanvvanwege de zorgvvanwege de be
rvullen op het gebwaliteitsbeleid, weplatform, standaaroor het definiëren atieve evaluatie.(bijvoorbeeld fina
zorg voor chronisc
rgen dat k manier n (zie
ussen op
vereisen eling die klinische steem in s er een
aantal uccesvol dicatie in kwaliteit velingen chrift te
zijn van ullen hier
continu
vullende verleners evoegde
bied van etgeving, rdisering van het Terwijl ancieel),
leteD•
•
•
•Datev
AvZaowkte•
•
•
ch zieken in België
eidt formatieve eerugkoppeling. De ontwikkeling va De definitie v
meting; De definitie
specifieke asgenerieke zor
Het opzetten vdat maximaal
TerugkoppelinDe evaluatie van aantal inzichten gee kunnen inspelevoor patiënten me
Actiepunt 6.1: Hevan het kwaliteitsZolang de doelsteanalyse niet uitdovereenstemming wantrouwen blijvekwaliteitsverbeteriegenstrijdige, doe Externe kwalit
maken van dzonder sanctfinanciële gev
Zelfevaluatie maken van dpubliek, maamaken vaak d
Klinisch epidopgenomen, k
ë
valuatie naar pe
an een systeem vvan duidelijke do
van het bereik specten van dergcomponenten (bvan een gevalideegebruik maakt va
ng/feedback naar de zorgtrajecten
even in hoe het sen op de verschillt multimorbiditeit)
et verduidelijkenssysteem ellingen en gevolgrukkelijk en vollewordt bereikt, k
en bestaan. Dit ngssysteem ver
elstellingen zijn moteitscontrole of be
de resultaten aanties of beloningevolgen); en kwaliteitsverbede resultaten aaar zonder sanctideel uit van QI-sysdemiologisch ondkan dit leiden tot e
rsoonlijke verbete
voor het meten vanoelstellingen en
van de meting,e aandoening bbijv. coördinatie, eerd systeem vooran bestaande dataalle betrokken zo
n die momenteel systeem kan wordende behoeften e.
n van de doelste
gen van de gegeedig worden uitean in het werkvekan de invoeringrhinderen. Versogelijk waaronderenchmarking, metn het publiek of en (zoals accredi
etering (QI), met an de overhedenes. Benchmarkinstemen; derzoek: als dezeen inflatie van he
ering door midde
n kwaliteit vereist8
de gevolgen va
met indicatorenbestrijken, maar efficiëntie) bevatter gegevensverzamabanken; orgverleners.
plaatsvindt, moeden verbeterd om en doelstellingen
ellingen en gevo
evensverzamelingeengezet en hieeld veel verwarring en werking vanchillende, en r: t of zonder het kenaan collega's, mitering, certificerin
of zonder het kenn, de collega's ong en terugkopp
ze doelstelling wet aantal gegeven
27
el van
85: an de
n die ook
en121; meling
t een beter (bijv.
olgen
g en -erover ng en n het soms
nbaar met of ng of
nbaar of het peling
wordt ns dat
28 Organisatie zorg voor chronisch zieken in België KCE Report 190As
moet worden verzameld, met als risico 'registratiemoeheid' en het falen van de QI-doelstelling;
• Toezicht op het gebruik van middelen in de gezondheidszorg met het oog op controle of voor de planning van gezondheidszorgdiensten en middelen;
Om het kwaliteitssysteem op te starten moet de voorkeur worden gegeven aan het tweede systeem (zelfevaluatie en kwaliteitsverbetering). Alle stakeholders moeten worden betrokken bij het opzetten van het kwaliteitssysteem, waaronder ook de patiënten, om ervoor te zorgen dat rekening wordt gehouden met hun perceptie van wat een goede kwaliteit van chronische zorg is. Het kwaliteitsysteem moet pathologiespecifieke indicatoren meten, maar moet daarnaast ook voldoende aandacht besteden aan de mate waarin de door de patiënten gedefinieerde behoeften worden bereikt en de zorg beantwoordt aan de normen van zorgintegratie en continuïteit van zorg.
Actiepunt 6.2: Het identificeren en selecteren van zinvolle kwaliteitsindicatoren, in samenwerking met de specialisten in het domein Voorbeelden van de ontwikkeling van kwaliteitsindicatoren, gebaseerd op het best beschikbare wetenschappelijke bewijsmateriaal (best available evidence) en de input van klinisch deskundigen kunnen worden aangetroffen in de KCE-rapporten over de controle en evaluatie van zorgkwaliteit voor type-II-diabetespatiënten122, de behandeling van teelbalkanker123, de behandeling van borstkanker124, de organisatie van stroke units125 en kwaliteitsbewaking in de huisartspraktijk120. Een gelijkaardig proces kan leiden tot de selectie van kwaliteitsindicatoren die verband houden met andere bovenvermelde relevante chronische zorgdimensies, waaronder ook tevredenheid en empowerment van de patiënt. Specifieke kwaliteitsindicatoren zijn bovendien vereist om de kwaliteit te controleren in instellingen (bijv. woonzorgcentra, instellingen voor personen met een chronische geestesziekte). Terwijl kwaliteitsindicatoren met een solide wetenschappelijke basis eerder zeldzaam blijven, kan gebruik worden gemaakt van een groeiend aantal internationale publicaties. Belangrijke bronnen omvatten:
• Het Global Monitoring Framework van de WGO, dat bezig is met het uitwerken van een set van targets voor de preventie en controle van niet overdraagbare aandoeningen14;
• Het project inzake gezondheidszorgindicatoren van de Organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling (OESO) richtte zich op het meten en vergelijken van de kwaliteit van de gezondheidszorg in de verschillende landen 126. Belangrijke gebieden zijn o.m. patiëntveiligheid, patiëntervaring en eerstelijnszorg;
• Nationale initiatieven in andere landen, zoals de lijst van indicatoren voor chronische ziekten, die recent ontwikkeld werd in Quebec 121.
Actiepunt 6.3: Het uitwerken van een gegevensregistratiesysteem, dat maximaal gebruik maakt van de bestaande gegevens De registratielast is een hinderpaal die vaak door de zorgverleners wordt aangehaald. De 'chronische zorgmodule' opgenomen in het medisch dossier vermeld in aanbeveling 1, zou eenvoudige extractie, analyse en export van gegevens voor evaluatiedoeleinden mogelijk moeten maken. Dit zou de ruggengraat moeten worden van de gegevensverzameling voor kwaliteitsindicatoren. Het zou maximaal hergebruik mogelijk moeten maken van de gegevens die worden opgeslagen in het medisch dossier. Gegevensverzameling in woonzorgcentra en alternatieve zorgomgevingen (bijvoorbeeld binnen geestelijke gezondheidszorg) is ook belangrijk. Bij het exporteren van gegevens voor gecentraliseerde analyse, benchmarking en terugkoppeling moet gebruik worden gemaakt van de standaard eHealth-diensten, en moet het kader dat aangeboden wordt door het eCare platform ten volle worden gebruikt. Er moeten afspraken worden gemaakt tussen huisartsen en andere zorgverleners, de bevoegde gezondheidszorginstanties en de softwareleveranciers over de semantiek en de normen voor gegevensuitwisseling. Deze afspraken moeten borg staan voor een maximalisatie van de mogelijkheden voor uitwisseling van gegevens tussen de verschillende softwarepakketten die op de markt zijn. Alleen pakketten die beantwoorden aan de overeengekomen vereisten mogen het officiële label krijgen dat toegang geeft tot het gebruik (en de honorering) van de chronische zorgmodule in het GMD.
KCE Report 190
In een tweede fontslaggegevenziekenfondsen overwogen. Dzorgspectrum m
Actiepunt 6.4: naar alle zorgvoor chronischGegevensanalyworden aan eeonder het wetepraktijken met ecounseling doomedewerking specialisten, veregelmatig woractieplan omvaVolgende vereikwaliteitssystee• Waarborge
de privacygegevensv
• Uit eerderegebrek aaontbrekendsterk doet de kwaliteit
• Het kwalitestabiel buden beheerd
• De implemterugkoppemoeten agebruiksvrikwaliteitsve
0As
fase kan ad hoc kns van ziekenhen het persoonlij
Dit moet toelatemee te nemen.
Het organiserenverleners die behe patiënten yse, benchmarkien onafhankelijk,nschappelijk toezeen prestatienive
or de wetenschapvan wetensc
erpleegkundigen,rden gegeven entten127. sten zijn nodig vo
em. en voor een watery zijn uitermate bverzameling; e ervaringen met ran deugdelijke gde gegevens, de dalen. Vandaar dt en de volledigheeitssysteem heefdget om ervoor ted op een professiomentatie van seling vereist een aanzienlijke midiendelijkheid enerbeteringssystee
koppeling met de huizen, de terugjk medisch dossieen om informat
n van terugkoppetrokken zijn bij
ng en feedbac, openbaar gefinzicht van de stakeau dat onder de
ppelijk medewerkchappelijke ver kinesisten). Den moet duidelijk
oor de succesvoll
rdichte confidentiabelangrijk voorale
registratie en terugegevens en vo waarde van ee
de noodzaak voor eid van de gegeveft nood aan eene zorgen dat het sonele en gebruikssystematische g
diepgaande cultddelen worden n een positi
em.
Organisatie z
routinematig verzgbetalingsgegeveer van de patiënttie over het v
peling van de resj de geïntegreer
k moeten toeveancierd onderzoe
eholders. Idealiternorm ligt baat heers, indien nodigrenigingen (huieze terugkoppeline doelstellingen
le implementatie
aliteit en beschermeer te beginnen
ugkoppeling bleekooral het probleen feedbacksysteeeen periodieke a
ens; n eigen gereservsysteem wordt uitsvriendelijke maniegevensverzametuurverandering.
geïnvesteerd ef imago va
zorg voor chronisc
zamelde ens van t worden volledige
sultaten de zorg
ertrouwd eksteam r zouden ebben bij met de isartsen, ng moet
en een
van een
ming van met de
k dat een em van em zeer audit van
eerd en tgewerkt er; ling en Daarom in de
an het
6
6
HcWmstuztamavcsDhtuep
AzHcbcdm
a
b
ch zieken in België
6.1.4. Instaan v
6.1.4.1. Aanbev
Het ondersteunecasussen Wanneer lange temoet dit geïmplesamenbrengen in ussenbeide komezijn/haar gezin. Diaak die niet nomedische zorgveranticiperen op ververpleegkundige ecoördineren van dsociale zorgsysteeDe evolutie van thttp://www.who.intussen zorgverlenechter veel verdprofessionele hulp
Actiepunt 7.1: Hezorgcoördinatie bHet eerstelijnszorgchronische patiënbehoeften kunnencasemanagera. Tdiagnose, na ontsmultidisciplinaire c
De term “
“zorgbegeleid Een multidis
wordt “zorgb
ë
voor zorgcoördin
veling 7
en van de huis
ermijn doelstellingementeerd en opvan de input van
en in de onderstit is geen mediscodzakelijk moet rlener. Dit omvaranderingen in deen sociale zorgvee zorg doorheen
em. technologieën (cft/goe/mobile_healers vergemakkelider dan dat.
pverlener kan dan
et ontwikkelen vbij patiënten metgteam moet in p
nten kunnen afhan echter baat h
Tijdens delicate slag uit het ziekeconsultatiesb en he
“casemanager” woding” genoemd in desciplinaire consultatbemiddeling” geno
natie
sarts bij het be
gen en een zorgppgevolgd worden
n alle zorgverleneteuning en zorg he, maar wel eenworden uitgevoe
t ook planning egezondheidsbeho
erlening. Bovendalle delen van he
f. “Mobiele eHeallth/en/ kan de orgijken. De manageHet aanstellen ook erg nuttig zijn
van de rol van ct complexe behorincipe de routine
andelen. Veel pahebben bij de tovergangsperiode
enhuis, na een aet opstellen of her
ordt internationaae Vlaamse context;tie tijdens de deli
oemd in de Vlaam
eheer van comp
plan uitgewerkt won. Dit houdt ookers en van andere
voor deze patiën managementgeerd door een (pen monitoring enoeften en de noodien omvat dit oo
et gezondheidszor
th” in actiepunt 1ganisatie van meeementgerichte rol
van een specn.
casemanager voooeften ezorg voor de mtiënten met comussenkomst vanen, bijv. kort n
acute episode, kurzien van een zor
al gebruikt, en
cate overgangspermse context (SEL
29
plexe
orden k het en die nt en richte para-) n het d aan
ok het rg- en
14.1), etings l gaat cifieke
or de
eeste plexe een a de
unnen rgplan
wordt
rioden L) en
30 Organisatie zorg voor chronisch zieken in België KCE Report 190As
nodig zijn (zie Actiepunt 7.2 en aanbeveling 10). Een positief effect van casemanagement op de uitkomsten werd aangetoond, bijv. bij ouderen en personen die lijden aan dementie18,128. In ideale omstandigheden zou de huisarts hierop een beroep moeten kunnen beroepen op het niveau van zijn/haar praktijk, maar dit is maar zelden echt het geval. Een alternatief is dat de rol van casemanager wordt ingevuld door thuisverpleegkundigen (of andere professionele hulpverleners, zoals maatschappelijk werkers, buurtwerkers van het OCMW (Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn), na akkoord van de patiënt en de huisarts. De vereisten zijn grotendeels vergelijkbaar met die voor het delegeren van klinische taken (zie actiepunt 4.1). Beide taken kunnen trouwens worden geïntegreerd in één enkel contract of overeenkomst tussen huisarts en casemanager indien deze laatste een persoon is die in de gezondheidszorg werkt en die voor die taak opgeleid is. De vereisten voor een succesvol, in een eerstelijnszorgteam geïntegreerd casemanagement, zijn meer specifiek: • Een vertrouwensrelatie met de patiënt, en effectieve ondersteuning
door de huisarts die de rol en het belang erkent van deze nieuwe partner in de uitvoering van het zorgplan;
• Structurele verschuivingen: nieuwe organisatorische modellen en onderling overeengekomen procedures moeten worden ontwikkeld waarin de respectieve taken, verantwoordelijkheden en andere samenwerkingsmodaliteiten worden afgebakend;
• Opleiding van de betrokken professionele hulpverleners om hen te helpen een aantal competenties, kennis en technieken te verwerven, ook wat betreft multidisciplinaire samenwerking;
• Alle vereiste competenties en vaardigheden voor casemanagement moeten worden geïntegreerd in de bestaande of nieuwe curricula die naar deze nieuwe taak leiden;
• Een goede kennis van alle lokaal beschikbare middelen en diensten is ook een noodzakelijke voorwaarde;
(“concertation multidisciplinaire” in de Franstalige context (SISD - zie http://public.guidesocial.be/associations/sisd-bruxelles-asbl.157242.html)
• Het gedeelde gebruik van een aangepast elektronisch medisch dossier (zie ook aanbeveling 1 over de 'chronische zorgmodule');
• Procedures voor kwaliteitsbewaking, met speciale verwijzing naar het niveau van realisatie van de patiëntdoelstellingen;
• Officiële erkenning van deze taak en financieringsmechanismen die samenwerking en delen van verantwoordelijkheid stimuleren;
• Een wettelijk kader dat de competenties en verantwoordelijkheden afbakent.
Voor de meest complexe gevallen kan het eerstelijnszorgteam een beroep doen op de bestaande lokale ondersteunende of netwerkstructuren (zie actiepunt 7.2). Deze kunnen in ieder geval verschillende soorten hulp en ondersteuning bieden aan de patiënt, het gezin en het eerstelijnszorgteam. Dit punt zal verder worden uitgewerkt onder actiepunt 7.2. Bij het implementeren van casemanagement in de dagelijkse praktijk moet bijzondere aandacht worden geschonken aan volgende punten: • Het risico op overbelasting: casemanagers lopen het risico overbelast
te raken, vooral wanneer er een grote vraag is naar problematische sociale coördinatiekwesties;
• Professionele cultuurbarrières: sommige huisartsen, vooral in éénsmanspraktijken, kunnen het delegeren van taken naar een casemanager ervaren als een ernstige cultuurshock, zelfs al behoudt de patiënt een vertrouwensrelatie met de huisarts;
• De praktische aspecten van coördinatiemeetings: huisartsen hebben het moeilijk om de coördinatiemeetings, waarin ze een centrale rol moeten spelen, bij te wonen. Het bijwonen van meetings is tijdrovend, vooral wanneer de reistijd lang is. De moderne telematica kan hierbij helpen op voorwaarde dat hiertoe gemakkelijk en eenvoudig toegang kan worden gekregen;
• Profiel van de casemanager: voor sommige stakeholders moet de casemanager een professionele hulpverlener zijn om zowel de biomedische als de niet-medische zorg te coördineren (idealiter een verpleegkundige met een opleiding in eerstelijnszorg). Voor anderen moet de casemanager een maatschappelijk werker zijn voor de coördinatie van de niet-biomedische diensten. Wanneer een
KCE Report 190
verpleegkuzijn om dit van nog ee
• Nieuwe intaan te gavoordien n
• Casemanabestaat pathologiegkan dit donderzoeke
Actiepunt 7.2:coördinatiestrzorgverleners behoeften Ervaringen in abinnen een loillustratie daarvgecoördineerdeverminderde hbijkomende kos• CoördinatieCasemanagemd.w.z. fungerenalgemene ondegemeenschap. federale en gedoor het OCMWopeenstapelingniveaus van reparticuliere initstructuren die wetenschappelThuiszorg), S
0As
undige routine mewerk te laten co
en andere actor biteracties voor de an met een nieuiet bij het eerstelij
agement versus pdat zorgcoörd
gericht is (cf. zode zorgkwaliteit en, tegenstrijdige
Het verder ontwucturen en netbij zorgcoördin
andere landen toookale gemeenscvan is het SIPA-pre gezondheids- et gebruik van zsten te genererenestructuren in Belent activiteiten
nd op microniveaersteunende struc
In België werdeewestelijke gezonW (Openbaar Ce van verschillenechtspraak, in veiatieven, resulteeslechts in beperkijk rapport hoofSamenwerkingsin
edische taken uitombineren met caij de zorg te betrepatiënt: hij/zij mo
uwe professionelenszorgteam betro
pathologiespecifiekdinatie grotendrgtrajecten): in g
nadelig beïnvlovoorschriften).
wikkelen en veretwerken voor h
natie van patiënt
onden aan dat dchap positieve rroject in Quebec en sociale dienziekenhuizen en 16. gië: een ingewikkgekoppeld aan
au (cf. actie punt cturen op het (meen deze voornamndheidsinstantiesentrum voor Maande hervormingsgerschillende sect
erde in een vaak kte mate met elkfdstuk 8): GDT
nitiatief EersteL
Organisatie z
tvoert, kan het efasemanagement ikken;
oet bereid zijn ome hulpverlener dokken was; k management: hdeels of uit
geval van multimooeden (bijv. ov
eenvoudigen vanhet ondersteunten met (erg) co
e integratie van dresultaten oplevedat een volledigesten aanbiedt. Hwoonzorgcentra
keld kluwen: een individuele 7.1), vereisen oo
eso)niveau van dmelijk opgericht , door ziekenfontschappelijk Welzgolven, op versctoren en de bijk
ingewikkeld kluwkaar banden hebb
(Geintegreerde Lijns gezondhei
zorg voor chronisc
fficiënter in plaats
m relaties ie soms
het risico tsluitend orbiditeit vertollige
n lokale en van
omplexe
diensten ert. Een gamma Hierdoor zonder
patiënt, ok meer
de lokale door de
ndsen of zijn). De chillende komende wen van ben (zie
Dienst idszorg),
OS•DbvdminehnvozreoDsTggv
c
ch zieken in België
OCMW, LMN (LokSEL (Samenwerki Een effectieve
Desondanks kunbieden aan ledenverhogen. Coördindisciplines elkaarmiddelen voor doenformatie over aervoor kan wordehulp bieden bij conaar de meest gevan lokale multidisopstellen van samzijn voor opleidingecente oprichting
organisaties lokaleDoor deze nabijhesamenwerken. Tegelijkertijd kunngeven aan de pageschikte professvinden.
Niet te verwa
ë
kale Multidisciplinngsintiatief Eerstee ondersteuning:nen coördinaties
n van eerstelijnsznatiestructuren kur ontmoeten, sueltreffende zorgco
alle beschikbare en gevonden. Voooördinatie door paeschikte diensten.sciplinaire netwerkmenwerkingsovereg en permanenteg van het 'Huise administratieve eid, leren ze elka
nen deze structureatiënt en zijn/haaionele hulpverlen
arren met ‘Maison m
aire Netwerken), eLijns gezondheid
structuren doeltrzorgteams en daaunnen een forum zupervisie en beoördinatie delen. diensten en de or (erg) complexatiënten en zorgv. Ze kunnen helpken en professioneenkomsten. Ze e vorming. Een ils voor Gezondhondersteuning krar kennen en kun
en ook rechtstreekar gezin, en hen ers en diensten v
médicale / Wijkgezon
K&G (Kind en Gdszorg).
reffend onderstearbij de zorgefficzijn waar verschilegeleiding krijgenZe zijn de plaats toegangsvoorwaae gevallen kunneverleners te oriënpen bij de ontwikknele hulp bieden bkunnen ook eenlustratie hiervan
heid129'c. Hier kuijgen en lokalen dnnen ze meer eff
ks informatie en ahelpen om de m
voor hun behoeft
ndheidscentrum’
31
ezin),
uning ciëntie lende n en waar
arden en ze nteren keling bij het pool is de
unnen delen. ficiënt
advies meest ten te
32 Organisatie zorg voor chronisch zieken in België KCE Report 190As
De effectieve implementatie van coördinatiestructuren hangt af van volgende punten: • Van uiterst groot belang is dat ze de kloof overbruggen tussen de
medische en de sociale sector, en tussen eerstelijnszorg en de tweedelijnszorgniveaus;
• Een duidelijke afbakening van taken en verantwoordelijkheden; • Toegewijde professionele hulpverleners (typisch verpleegkundigen
met een specifieke opleiding in eerstelijnszorg of maatschappelijk werkers) en structurele financiering moeten ervoor zorgen dat ze stabiele professionele ondersteuning bieden, die goed verankerd is in de lokale context;
• De afbakening van de bestreken populatie: afhankelijk van het niveau van personeelsomkadering bedienen deze structuren typisch een populatie van enkele duizenden tot zo'n 15.000 inwoners. Enerzijds is dit op operationeel mesoniveau boven het microniveau van de individuele praktijk. Anderzijds zijn deze structuren verankerd in het hoger, meer strategisch mesoniveau van de GDT (met vaak ook een tussenliggend sub- GDT niveau op de kleinstedelijk niveau - zie Aanbeveling 16), en moeten ze verbonden met en eventueel geïntegreerd worden in de LMN. Het bereiken van een 'kritische massa' is belangrijk om een dienstverlening mogelijk te maken die een betrouwbare kwaliteit kan aanbieden.
6.2. Respons op acute episoden en verlenen van gespecialiseerde diensten
De kwaliteit en vooral de continuïteit en efficiëntie van de zorgverlening hangt af van de kwaliteit van de eerstelijnszorgteams, maar ook van hun netwerk met andere, gespecialiseerde diensten, waaronder ziekenhuizen 36. Het eerstelijnszorgteam verbindt de diensten op het lokale eerstelijns niveau met de andere actoren van het gezondheidszorgsysteem. Het helpt mensen op de meest aangewezen manier de weg te vinden binnen dit systeem.
6.2.1.1. Aanbeveling 8
Gespecialiseerde diensten (zowel ambulant als hospitalisatie) moeten een hoofdrol spelen bij de zorg voor chronische patiënten, vooral bij kritische fases zoals bij de initiële diagnose of bij het optreden van exacerbaties (toenemen van symptomen), complicaties of nieuwe comorbiditeiten. Deze diensten moeten plaatsvinden in een continuum met de eerstelijnszorg. Bijkomende onderzoeken met betrekking tot de diagnose of complicaties vereisen vaak de interventie van specialisten. Dit kan mogelijk een (dag) verblijf in het ziekenhuis met zich meebrengen. Ziekenhuisopname is niet alleen een verontrustende ervaring voor de patiënt, maar verstoort ook vaak de zorgcontinuïteit. Dit probleem werd uitgebreid besproken in het KCE-rapport over seamless care130. De coördinatie vermeld in 6.1.4. is ook een must binnen de muren van het ziekenhuis: om een gemeenschappelijke visie over het zorgplan van de patiënt te kunnen delen, en om versnippering van de zorg te voorkomen zijn multidisciplinaire consultaties rond chronische patiënten noodzakelijk, om het even in welke afdeling hij/zij werd opgenomen. Wanneer de situatie van de patiënt niet langer acute zorg vereist, is voor de overgang naar thuiszorg of naar een andere zorgomgeving een nauwe samenwerking tussen de acute zorginstelling en de daarop volgende zorgomgeving noodzakelijk (zie actiepunten 5.3119, 131 en 11.3).
6.2.1.2. Aanbeveling 9
Specialisten betrokken bij de zorg voor chronische patiënten moeten ook het eerstelijnszorgteam ondersteunen, vooral door het delen van kennis (gebaseerd op het beste beschikbare wetenschappelijk bewijsmateriaal - ‘best available evidence’) Het belang hiervan werd reeds benadrukt in het KCE-rapporten over diabeteszorg 122 en revalidatie132, 133. Dit wordt momenteel ook voorzien in de zorgtrajecten, maar dan uitsluitend voor enkele welbepaalde ziekten (diabetes/nierinsufficiëntie). De zorgtrajecten worden momenteel geëvalueerd. Deze evaluatie moet aanwijzingen opleveren over hoe dit kan worden toegepast in het geval van multimorbiditeit. Bovendien moet
KCE Report 190
het voorstellenfinanciering vanEen gezamenlijeen gemeenscfungeren als levan het eersteliOndersteuning Alle zorgverlenvan de anderespecialisten aaleden van het edeelnemen. Taakverdeling voor implemeninbegrip van de
6.2.1.3. Aanb
Specialisten dof het managmoeten rekenen andere patzorgplan. Zorgverlening specifiek fysiolodat ze niet de meerdere aandWanneer een zijn/haar dossietoegang krijgengezondheidsprozorgbehoeften/om nieuwe infomet de huisarts
0As
opleveren over n deze zorgtrajectjk ontwikkeld zorg
chappelijke interveeidraad voor de hjnszorgteam. door specialisten
ners worden veroe teamleden. Een ad hoc meeting
eerstelijnszorgteam
tussen huisartsetatie in als deze
e afbakening van t
beveling 10
ie worden ingesement van acuting houden mettiëntenbehoeften
door specialistenogisch systeem ogehele problemaoeningen en behochronische pati
er heeft, naar eenn tot deze moduoblemen, het plan. Bovendien m
ormatie en behands kunnen worden g
hervormingen vaten. gprotocol dient aaentie op patiëntnhuisarts, de spec
n is geen hiërarchondersteld baat ten mogelijk formugs voor permanem waar ze meesta
n en specialistene gespecificeerd vtaken en verantwo
schakeld voor dete episoden vant het volledige sn en hun interv
n is per definitieof type pathologieatiek van de chrooeften heeft, in ovënt die een ch specialist wordt v
ule zodat hij/zij ogeneesmidde
moet de specialisdelingsopties toe geïntegreerd in he
Organisatie z
an de procedures
an de basis te ligniveau. Dit protoccialisten en ander
hisch éénrichtingse hebben bij de ule is de deelnante vorming waaral mee samenwer
n houdt dezelfdevoor aanbevelingoordelijkheden).
e diagnose, behan chronische paspectrum van meventie integreren
e meer gericht e. Het risico bestonische patiënt, dverweging nemenronische zorgmoverwezen, moet d
op de hoogte is elenschema enst de mogelijkheid
te voegen die naet dossier.
zorg voor chronisc
s en de
gen van col moet re leden
sproces. ervaring
ame van r ook de rken aan
e punten g 4 (met
andeling atiënten edische
n in het
op een taat dus die vaak .
odule in deze arts van alle n het hebben
a overleg
6
OzvIngzcgw“cazHle(RwzvaInDmDpu
ch zieken in België
6.2.1.4. Aanbev
Overgang tussezorgcontinuïteit verstoren n het conceptuelegebruikt, bevindt zich op het raakvlacoördineren) en mgespecialiseerde werd al vermeld "management en
continuüm van preaan hun in de tzorgniveaus die inHet verstrekken eitmotiv van de regio's) die werde
RIZIV zich op de owetenschappelijk zorgprogramma gvoorbeeld dienen andere patiënten mn 2010 wijdde hetDit rapport besmedicatiebehandeDit rapport deedpraktijkrichtlijnen euitwisseling en het
ë
veling 11
n eerstelijnszorvan het individ
e model dat in dhet verstrekken vak tussen module
module 2 (responsdiensten). De Win hoofdstuk 2.1
n de zorgverleneventieve en curatijd evoluerende
n het gezondheidsvan geïntegreerdplannen die we
en onderzocht. Inontwikkeling van nrapport hoofdstu
geriatrie134 (vermwanneer er zorg
met chronische aat KCE een studiestudeerde meer eling bij de opnamd onder meer aen duidelijke proct delen van elektro
rg en andere zduele zorgplan
deze ‘position papvan seamless ca
e 1 (routinezorg pls op acute episodWGO-definitie va1.4 van het wetening op een wijtieve dienstverlenbehoeften en o
szorgsysteem aande zorg was eeerden aangetroffen België richten venieuwe geïntegreeuk 4.5). Een voomeld in actiepungprogramma’s woandoening(en) aan het probleem
bepaald de me in en ontslag aanbevelingen vocedures voor seamonische patiëntge
zorgniveaus mavan de patiënt
per’ als leidraad ware/geïntegreerdelannen, verstrekkeen en verstrekken geïntegreerde enschappelijk rapjze dat cliënten ning krijgen, aangover de verschilnwezig zijn” 15. en gemeenschapen in de vier laeel initiatieven vaerde zorgmodelleorbeeld hiervan it 11.3). Dit kanorden ontwikkeld
m van ‘seamless continuïteit vanuit het ziekenhu
oor het gebruikmless care en voegevens96, 97.
33
g de niet
wordt zorg en en n van zorg
pport: een
epast lende
ppelijk anden an het n (zie s het n als voor
care’. n de is 130.
k van oor de
34 Organisatie zorg voor chronisch zieken in België KCE Report 190As
Actiepunt 11.1: Het ontwikkelen en aanmoedigen van het gebruik van gedeelde protocollen over de verschillende zorgniveaus heen, in het bijzonder voor het afbakenen van de procedures in geval van opname en ontslag. Kortere ziekenhuisverblijven leiden tot een stijgende belasting van de eerstelijnszorg wanneer de patiënt terugkeert naar huis. Bovendien houdt dit bijkomende risico’s in die samenhangen met de overgang tussen de zorgomgevingen. Tijdens deze transitiemomenten ervaart 20% tot 60% van de gehospitaliseerde patiënten problemen met betrekking tot geneesmiddelen130. Dit vraagt om duidelijke procedures die tussen de verschillende zorgniveaus worden gedeeld om een naadloze, ononderbroken zorg te garanderen. Bijzondere aandacht moet besteed worden aan de medicatiebehandeling130. In deze context spelen apothekers dan ook een zeer belangrijke rol.
Actiepunt 11.2: Het delen van een elektronisch medisch dossier tussen de verschillende zorgniveaus De chronische zorgmodule binnen het medisch dossier (zie Aanbeveling 1) moet het belangrijkste middel worden voor de uitwisseling van informatie. Tegelijkertijd moeten er waarborgen zijn dat de regels voor veiligheid en confidentialiteit worden gerespecteerd130.
Actiepunt 11.3: Het aanstellen van een ontslagmanager voor een naadloze overgang tussen ziekenhuis en eerstelijnszorg voor patiënten met complexe medische en/of sociale behoeften Actiepunt 7.1 benadrukte de waarde van een casemanager voor de zorgcoördinatie in het geval van complexe chronische situaties. Deze functie is vooral van belang tijdens acute episoden en bij opname in of ontslag uit het ziekenhuis. Op een vergelijkbare manier zal de ontslagmanager zorgen voor een naadloze overgang wanneer de patiënt naar huis terugkeert, door een nauwe samenwerking tussen de patiënt en het eerstelijnszorgteam (waaronder de casemanager, indien van toepassing). Ontslagmanagement is bijzonder relevant in een context waar een groeiend aantal erg oude mensen seamless care nodig heeft wanneer ze naar huis terugkeren. Het voorzien van “seamless care” kan een heropname of institutionalisering voorkomen.
In een aantal landen werd “liaison nursing” ontwikkeld om de zorgcontinuïteit tussen verschillende zorgomgevingen (ziekenhuizen, revalidatiecentra, thuiszorgomgevingen, enz.) te verbeteren. Liaison nurses beoordelen de behoeften van de patiënt en plannen de zorg, vooral bij opname of ontslag. Ze zorgen ook voor ondersteuning en educatie van de patiënt. In België houdt het zorgprogramma geriatrie134 zowel een interne liaisonfunctie (voor geriatrische patiënten gehospitaliseerd in niet-geriatrische verpleegafdelingen) als een externe liaisondienst in. Dit laatste betekent dat een maatschappelijk werker of verpleegkundige fungeert als ontslagmanager om de zorgcontinuïteit te verbeteren en formele afspraken te maken met het eerstelijnszorgteam, de thuisverpleging of de residentiële instellingen. Dit organisatorisch model kan worden veralgemeend naar alle patiënten met complexe behoeften die gecoördineerde diensten nodig hebben wanneer ze naar huis terugkeren. Voor de functie van ontslagmanager is een officiële goedkeuring en erkenning nodig. Dit houdt ondermeer een duidelijke profielomschrijving en het voorzien van aangepaste financiering in. De vereisten om deze functie te professionaliseren zijn vergelijkbaar met die beschreven voor de casemanager (zie 6.1.4).
6.3. Het uitvoeren van activiteiten rond vroegtijdige opsporing Deze module van het conceptuele chronische zorgmodel omvat 2 activiteiten: de ontwikkeling van competenties om chronische ziekten op te sporen bij een brede groep van zorgverleners en de screening van doelpopulaties. Dit tweede element valt buiten het bereik van deze ‘position paper’. De zorg voor een chronische patiënt verschilt van de zorg voor een acute ziekte-episode. Er zal dan ook een ogenblik zijn waarop de huisarts beslist dat de persoon beschouwd moeten worden als een chronische patiënt, die vanaf dat ogenblik zal moeten kunnen genieten van een specifieke 'chronisch zorgmanagement' benadering. De huisarts bevindt zich in de beste positie om een nieuwe chronische aandoening en de gerelateerde behoeften te diagnosticeren. Andere gezondheidszorgverleners (bijvoorbeeld de apotheker, de arbeidsgeneesheer) kunnen ook een signaalfunctie hebben.
KCE Report 190
6.3.1.1. Aanb
Huisartsen opsporingscomvan chronischDe WGO bescom de patiënt beschikbare zpreventieve en de beste positimoedigen deescreeningsprogBovendien zouextra aandachtchronische aanMedisch Dossonderwerpen zhet meest recenEen mogelijke overbehandelindat enkel op wbased screeninaangeboden. Daangetoond dabijdraagt tot eebehandeld in de
0As
beveling 12
en andere mpetenties bezie aandoeningen
chreef dat het eerte helpen de m
zorgverlening (wgespecialiseerde
e om patiënten del te nemen aagramma's. den huisartsen eig moeten zijn vo
ndoeningen. De bier ('GMD plus')ou regelmatig monte wetenschappe
valkuil is het rng en eventueel nwetenschappelijk ng’) en vroegtijdigDit wil zeggen enat een vroegtijden beter resultaate opleidingsprogra
zorgverleners itten voor de v
n. rstelijnszorgteam meest aangewezewaaronder naase diensten)36. Hudie hiervoor in aaan populatiegeba
en arbeidsgeneesoor vroegtijdige sybestaande preven) biedt een goeoeten worden geaelijke bewijsmaterrisico van overdiadelige gevolgen bewijs gebaseer
ge opsporingsinspkel voor die aand
dige opsporing et. Deze aspectenamma's.
Organisatie z
moeten uitgvroegtijdige iden
een belangrijke en weg te vindest eerstelijnszorisartsen bevindenanmerking komenaseerde georgan
heren in hun routymptomen of tekentiemodule in het ede basis. De lactualiseerd op bariaal. agnose, met alsvoor de patiënt. V
de screening (‘evpanningen mogendoeningen waarven behandeling moeten grondig
zorg voor chronisc
gebreide ntificatie
rol heeft en in de rg ook n zich in n aan te niseerde
tinewerk enen van
Globaal lijst van asis van
s gevolg Vandaar vidence- worden an werd effectief worden
6
6
Hoc2soaHswodabpeinpesDc
ch zieken in België
6.4. Ondersteumantelzor
6.4.1. Ontwikkehulpmidd
Het betrekken en over chronische zchronische ziekten2.3. van het wetesleutelelement in organisaties (VN, aan de chronisch zHoofdstuk 3 van hsteeds meer bewuwel is. In hoofdstuom deze doelstedoelstellingen bepandere professionbepalen van doelpatiënt, na nauwgen gevolgen. Eenformeren wanneprostaatkanker. Deen operatie evensurveillance (nauwDe zorgverleners competente, creat
ë
unen van emporger elen van compedelen om patiën
empoweren vanorg zoals werd van in andere landenschappelijk rappde modellen die EU, WGO36) en
zieken!”1. het wetenschappust wordt van hoe uk 6 wordt gekekelling te bereikepalen met de actnele hulpverlenelstellingen is gebgezette informatien illustratie daar
eer al dan niet woe patiënt moet zicals van de risico's
wlettend afwachtemoeten de patiëntieve partners in h
owerment van
etenties bij zorgvnt empowerment
patiënten maaktastgesteld in de n
en (zie deel 5.1. hport). Patiënt empworden voorgestein het Belgische
elijk rapport ondebelangrijk betroken naar de mees
en. De patiënt ieve betrokkenhe
ers (zie aanbevebaseerd op de lee over de ziekte(nrvan is het belaordt gekozen vooch bewust zijn vas wanneer wordt gn).
nt en de mantelzohet zorgproces zel
patiënt en
verleners en vant te ondersteunet deel uit van de nationale plannenhierboven en hoofpowerment is ookeld door internati
e programma 'Pri
erstreept dat menkenheid van de p
st efficiënte technmoet zijn/haar
eid van de huisarelingen 1 en 2).evenswaarden van), behandelingso
ang om de patiëor een behandelinan de bijwerkingengekozen voor wat
orgers beschouwelf.
35
n en
visie n voor fdstuk k een onale oriteit
n zich atiënt ieken eigen rts en . Het an de opties ënt te ng bij n van tchfull
en als
36 Organisatie zorg voor chronisch zieken in België KCE Report 190As
6.4.1.1. Aanbeveling 13
De professionele zorgverleners meer ontvankelijk maken voor de rol van patiënten/mantelzorgers als partners, en de ontwikkeling van de gepaste competenties, interventieprogramma's en hulpmiddelen aanmoedigen
Actiepunt 13.1: Specifieke opleidingsprogramma's ontwikkelen en het onderwerp opnemen in de curricula voor artsen, verpleegkundigen en andere zorgverleners. Patiënt empowerment vereist dat de zorgverstrekkers hun competenties in dit domein ontwikkelen. Dit vereist niet alleen theoretisch inzicht. Het is ook aan te raden zorgverleners kennis te laten maken met succesverhalen, waardoor het concept tastbaarder en aantrekkelijker wordt. Tegelijkertijd zullen ze een aantal competenties moeten ontwikkelen om de mogelijkheid tot empowerment te identificeren en in de praktijk te brengen: het geven van zelfvertrouwen, actief luisteren, het verlichten van angstgevoelens, het vermogen om informatie op een verstaanbare en evenwichtige manier over te brengen en motivering voor een betere therapietrouw. Patiëntenorganisaties kunnen erg nuttige expertise leveren aan deze programma's door ervaringen en percepties te delen met zorgverleners.
Actiepunt 13.2: Het ontwikkelen van interventieprogramma's en hulpmiddelen voor patiënt empowerment Kenmerken van succesvolle interventies: Zoals hierboven vermeld, is meer nodig dan enkel maar de juiste informatie geven aan de patiënten. Uit het literatuuroverzicht van patiënt emporwerment programma's (zie hoofdstuk 3 hierboven en hoofdstuk 6.1 van het wetenschappelijk rapport) bleek dat interventies meer succesvol zijn als ze: • Aangepast zijn aan de specifieke behoeften van elke individuele
patiënt. Hierbij moet ook rekening gehouden worden met de specifieke culturele achtergrond van de patiënt;
• Veelomvattend zijn, d.w.z. gebruik maken van een uitgebreide reeks benaderingen voor zelfmanagement. Bij astma, bijvoorbeeld,
bestonden succesvolle interventies uit patiënteducatie, zelfcontrole, regelmatige medische controle en een schriftelijk astmaplan40-42;
• Gebruik maken van meerdere strategieën, bijv. persoonlijke sessies met opvolging via de telefoon, of bijkomend educatief materiaal40-42, 61;
• Niet alleen de patiënt, maar ook de zorgverleners en het gezin bij de zorg betrekken118. Dit is vooral relevant in het geval van kinderen met chronische aandoeningen41, 57;
• Intensief zijn: met inbegrip van bijvoorbeeld intensieve opleiding of het aanleren van competenties50,60,74.
• Zelfcontrole: Wetenschappelijke organisaties van eerstelijnszorgverleners en specialisten en andere patiëntenorganisaties moeten samenwerken om modellen voor zelfcontrole (‘self-monitoring’) of zelfmanagement met aangepaste opleiding te ontwikkelen, uit te testen en te introduceren. Zie bijvoorbeeld het KCE-rapport over langlopende zelfcontrole van antistollingstherapie. Dit rapport vestigde ook de aandacht op het feit dat niet alle patiënten in aanmerking komen voor zelfcontrole zonder risico voor de zorgkwaliteit135.
Vereisten voor succesvolle programma's • Zorgverleners moeten opleiding en supervisie krijgen om de
noodzakelijke kennis en competenties voor deze nieuwe taken te verwerven;
• De training en supervisie van de patiënt en zijn/haar gezin kan worden gedelegeerd naar de advanced practice nurse of casemanager, onder de supervisie van de arts;
• De honorering voor het management van complexe chronische aandoeningen moet adequate compensatie bieden voor deze trainings- en supervisietaken;
• Periodieke evaluaties moeten toelaten om de interventies geleidelijk te verfijnen en hun invloed op de resultaten van zorg te verhogen;
• Als de interventie ook steunt op ICT-hulpmiddelen (bijv. geautomatiseerde monitoring, gedeelde dagboeken, gedeelde toegang tot het medisch dossier) moeten deze technische
KCE Report 190
componentgelanceerdgebruiksvri
• De bestaaziekte. De diensten uirekening hverschillenmotivatie egebruik vaof het nu vo
6.4.2. Zorgeempo
6.4.2.1. Aanb
Het integrereempowerment
Actiepunt 14.bezorgen ovebeschikbaarheDe huisarts (eeerste rij voor hbijvoorbeeld behandelingsopzoverre dezewetenschappelbelangenconflicdoor de huisartsHet samen mezorgplan kan slrelevante informbeschikbaarheigekregen. De belangrijk elem
0As
ten volledig geted. Dit houdt ooiendelijkheid en ende hulpmiddele grote uitdaging it te werken op eehouden met de de chronische
en training van con dezelfde pedagoor diabetes, COP
en voor dienstvewerment
beveling 14
en van gedragt in de routinezor
.1: Tijdige, nauer de behandelineid van diensten en andere eerstehet geven van infinformatie geve
pties (waaronder opinie gebasijke bewijsmateriact. Ook de informas moet gegeven wet de patiënt beechts succesvol zmatie over de bed van diensten epatiënt toegang
ent zijn in dit proc
est zijn vooraleek het uittesten rgonomie; n richten zich mis om programm
en meer transversgemeenschappeaandoeningen
ompetenties voorgogische en psycPD of een andere
rlening en onder
g en acties drg voor chronisc
uwkeurige en ng, de evolutie (financieel, mate
elijnszorgverlenersformatie aan de pen met betreook een verwijz
seerd is op aal (‘best availablatie over de voordworden is uiterst respreken van dezijn als de patiëntehandeling, de evn van financiële e
g geven tot zijnces van volledige
Organisatie z
er het programmin van aspecte
eestal op een spma's en onderstesale manier. Dezeelijke behoeften
heen. Patiënter zelfmanagemenhologische compe
e ziekte is.
rsteuning van pa
die leiden tot che patiënten
uitgebreide infvan de ziekte,
erieel) s) bevinden zich
patiënt. De apotheekking tot de zing naar de huishet best besce evidence’), zondelen van een GMrelevant in deze coe doelstellingen
en de mantelzorgvolutie van de zieen andere steun, n/haar dossier kinformatieverstrek
zorg voor chronisc
a wordt en zoals
pecifieke eunende e moeten over de
educatie, t maken etenties,
atiënt
patiënt
formatie , en de
h op de eker kan
beste sarts) in chikbare der enig MD+ die ontext. van het gers alle ekte, de hebben
kan een kking.
HnvvinePgpwTegtenkrevV•
•
•
•
ch zieken in België
Het nationale prognadruk op de rol verbeterde en gevoordelen of nformatiekanalen enkel contactpunt)Patiëntenorganisagebied. Ze kunnenplatform bieden owisselen. Tenslotte biedt deeHealth” nieuwegezondheidszorg echnologieën te vnaar de patiënt vkwaliteit van zorgealiteit, en zeker
veel potentieel. Vereisten Praktijkopleid
informatie ovopleidingsniveeerstelijnszorg
Adequate infofrequente aanworden ontwcommunicatie
Specifieke bemoeten verdgemaakt;
De integratie elektronisch actiepunt 1.2)
ë
gramma “Prioriteitvan de ziekenfo
centraliseerde inbeschikbaarheid zijn online web-t
). aties hebben eenn de patiënten en om ervaring met
e evolutie van gee mogelijkhede136. Door gezondhverstrekken, word
verbeterd. Dit hee, vooral in afgeleniet bij de ouder
ing in de compever te brengen eau, moet wordgverleners; ormatiehulpmiddendoeningen en inwikkeld in sameespecialisten; palingen voor and
der worden uitge
van door de pmedisch dossier );
t aan de chroniscondsen bij het gformatie, bijv. ov
van zorgdientools en call cent
n duidelijk toegevde mantelzorgersandere patiënten
ezondheidstechnon voor patiënheidszorg en comdt de uitwisseling eft tot doel te resegen gebieden. Dren. Toch heeft d
etenties die nodnaar leken, mo
den ontwikkeld
elen (folders, webnformatiebehoefteenwerking met
derstaligen en anewerkt en ruim
patiënt gegenereemoet mogelijk
ch zieken'! legt ooeven van toegan
ver terugbetalingensten 2. Gescra (bereikbaar via
voegde waarde os ondersteunen enn/mantelzorgers
ologieën, zoals “Mntparticipatie in
mmunicatie via movan informatie va
sulteren in een bDit is echter nog dit binnen enkele
dig zijn om comogelijk met een en aangeboden
bsites,...) die de men behandelen mo
patiëntengroepen
dere culturele grotoegankelijk wo
erde informatie inworden gemaakt
37
ok de ng tot en en chikte a één
op dit n een uit te
Mobile de
obiele an en betere
geen jaren
plexe laag aan
meest oeten n en
oepen orden
n het t (zie
38 Organisatie zorg voor chronisch zieken in België KCE Report 190As
• De honorering voor het management van complexe chronische aandoeningen moet een adequate compensatie bieden voor deze tijdrovende maar essentiële episode in het zorgplan.
Actiepunt 14.2: Het integreren van empowerment van patiënt en mantelzorgers in de routinezorg Niet alleen de patiënten, maar ook hun mantelzorgers kunnen baat hebben bij meer empowerment. Empowerment kan echter niet worden opgelegd. Bovendien beschikken niet alle patiënten over de vereiste intellectuele capaciteiten, zelfs niet na het geven van aangepaste informatie. In deze gevallen bevindt de huisarts, in samenwerking met de andere leden van het eerstelijnszorgteam, zich in de beste positie om gezinsleden te identificeren die mogelijk een bijdrage kunnen leveren bij het nemen van beslissingen. Vereisten voor een succesvolle implementatie van patiënt empowerment: • de ontwikkeling van aangepaste strategieën aangepast aan de situatie
van elke patiënt, in het bijzonder voor de meest kwetsbare groepen (Bijv. mentale aandoeningen, culturele minderheden);
• een regelmatige herziening van de therapeutische doelstellingen en van het zorgplan, in partnerschap met de patiënt.
6.5. Het uitvoeren van gezondheidspromotie en acties gericht op primaire preventie
Dit punt werd bewust buiten het bereik van deze ‘position paper’ gehouden, zoals uitgelegd in punt 4.1.2.
6.6. Een dynamisch zorgmodel implementeren en opvolgen Op niveau van het gezondheidszorgsysteem moet relevante kennis worden opgebouwd voor de verdere uitwerking en implementatie van de hierboven beschreven visie op chronische zorg. De gezondheidszorg evolueert voortdurend, en dit geldt ook voor de maatschappelijke context waarin ze actief is. Beleidsmakers moeten hun capaciteiten om het systeem voortdurend aan te passen en te verbeteren ontwikkelen en onderhouden. Het conceptueel model identificeerde vier activiteiten die gericht zijn op de ontwikkeling en regelmatige actualisering van het zorgmodel. Ten eerste, moet het model worden gebaseerd op maatschappelijke waarden die dominerende tendensen in de maatschappij weerspiegelen en eraan kunnen beantwoorden. Ten tweede, moet het model gebaseerd zijn op de behoeften van patiënten en hun gezinnen. Ten derde, dienen state-of-the-art praktijken te worden opgevolgd. Ten vierde, moet het model rekening houden met de beperkingen op het vlak van budget en middelen. Een eerste aanzet hiertoe werd gegeven via de ontwikkeling van deze ‘position paper’. Er is echter nood aan een blijvende inspanning om de acties die werden gelanceerd op te volgen, om nieuwe behoeften te identificeren en om de nodige maatregelen te implementeren. Leiderschap op hoog niveau en proactief management moeten de zaken in de juiste richting sturen. Dit moet gepaard gaan met aangepaste structuren op macro-en mesoniveau ter ondersteuning van de lokale netwerken en samenwerkingsinitiatieven. Implementatie en opvolging van een dynamisch zorgmodel zijn synoniem met de beschikbaarheid van een doeltreffend informatiesysteem dat steunt op belangrijke performantieindicatoren. Deze moeten toelaten alle stakeholders te ondersteunen (patiënten, zorgverleners, zorginstellingen en besluitvormers) om de doelstellingen te bereiken die in deze ‘position paper’ werden uiteengezet. Het is van het allergrootste belang om goed na te denken over de ergonomie van het informatiesysteem zodat een zo groot mogelijk rendement wordt verkregen, met zo weinig mogelijk energie. Suggesties van het Institute of Medicine137 omvatten o.m. een gebruiksvriendelijke registratieprocedure, het verzamelen van informatie die ook relevant is voor de patiënt, prioriteit geven aan minimale sets van kernelementen die tijdige en essentiële informatie geven, het proactief
KCE Report 190
hergebruiken doorheen de ve
6.6.1.1. Aanb
Het ontwikkelemacroniveau, omvattend en
Actiepunt 15implementatiechronische aaChronische zorvan multimorbidvoortvloeien - cweinig aandachdat een behanuitlokken bij patEen illustratie dchronische lontezelfdertijd ontzouden klinischzouden ze ook patiënten met cDe clinici die bop dat in veel sworden toegepamet multimorbdoeltreffendheidbased praktijkvwetenschappelexpertise en ponvoldoende gestructureerdepatiënten zinvovullen.
0As
van gegevens,erschillende facett
beveling 15
en en onderhougericht op de
geïntegreerd sys
5.1: Het onde van richtlijnenndoeningen rg is in essentie cditeit (zie 1.4). Deconcentreren zich ht aan co-existeredeling die gerichttiënten die nog aadaarvan is het risingaandoening dtstekingsremmershe studies ook de doeltreffendhe
comorbiditeiten138.bij deze studie besituaties er onvoldast op specifieke biditeit is er wed van behandelinvoering, gedefiniijk bewijsmateriaa
patiëntvoorkeurenwetenschappelijk
e raadpleging val zijn om de besch
strategieën vten van de gezond
uden van wetensimplementatie
steem gericht op
rsteunen van n aangepast aa
complex, o.m. doe meeste studies - echter op één en
ende aandoeninget is op één ziektean andere chronisico van maagzwedie glucocorticoïds nemen voor osteoudere personeneid van de behan. trokken waren alsdoende wetenschpatiëntenpopulatieinig wetenschangen en zorgmodieerd als "de inal (‘best available" 139 ondermijnt k bewijs vooran de voorkeurehikbare wetensch
Organisatie z
voor gegevensindheidszorg.
schappelijke keen opvolging v
p de chronische
de ontwikkelin de complexit
oor het frequent o- en de richtlijnen nkele ziekte, en ben. Het gevolg dae nieuwe problem
sche aandoeningeeren bij patiënten den krijgen, teeoarticulaire pijn. n moeten includedeling moeten na
s expert wezen eappelijk bewijs isies. Vooral voor pppelijk bewijs vdellen. Echter, evntegratie van hee evidence’) met k
innovatie niet. Inrhanden is kaen van deskundhappelijke literatuu
zorg voor chronisc
ntegratie
nnis op van een patiënt
ing en teit van
optreden die eruit
besteden aarvan is men kan en lijden. met een rwijl ze Idealiter eren en
agaan bij
er echter dat kan
patiënten voor de vidence-et beste klinische ndien er an een igen en ur aan te
Ezzztipzdnfaw
AvInmzaswtroimoabvdOHbDaes
ch zieken in België
Een concreet inizorgverleners is dzorgpaden hebbzorgcoördinatie teijdens een welbeppraktijk zijn de mezorg. Slechts recedie zowel intra- alnog voornamelijk ase zouden ze oworden140.
Actiepunt 15.2: verdere ontwikken mei 2012 werdmet o.m. de taak zieken te bepaleafdeling van het stakeholders, is ewetenschappelijkerends en nieuweopvolgen. Bovendmpuls geven tot dover evoluerendeaandoeningen. Debundelen, voorbevoorstellen voor sdan vervolgens wObservatorium. Het ultieme doel beslissingen die wDe Interministeriëaangekondigd in deen belangrijke samenwerkingsve
ë
itiatief om gezamde ontwikkeling v
ben tot doel de versterken "vopaalde periode". eest klinische zorent werden transls extramurale zogeïnitieerd door took meer door e
Het uitwerken eling van het zorgd het Observatorom de behoeften
en. Naast de wObservatorium, d
er ook nood aane studiecel. Dit e ontwikkelingen dien moet een dede ontwikkeling vae behoeften, inneze studiecel zouereidende documspecifieke maatre
worden gevalidee
is een grotere worden genomen ële conferentie
de regeringsverklarol kunnen sp
rbanden.
menlijke protocovan klinische zorde praktijk te oor een welbepaDit concept is veergpaden alsnog bmurale klinische
org bestrijken. Mateams in ziekenhuerstelijnszorgteam
van een strategmodel voor chrrium voor chronis
en de optimale zetenschappelijke die beide bestaan ondersteuning d
moet de voornop het vlak va
ergelijk wetenschan specifieke richnovatieve benadu deze informatie menten opstellenegelen of hervormrd door de respe
harmonisering vop verschillende over gezondhe
aring van decembpelen, ondermee
ollen te delen turgpaden 140. Klin
standaardiserenaalde groep patiëelbelovend maar beperkt tot intramzorgpaden ontwi
aar ook hier werdeuizen. In een volgms moeten geïnit
egische cel vooronische ziekten sche ziekten opgzorg voor de chro
en de raadgevan uit deskundigedoor een permanaamste internati
an chronische zihappelijke studiechtlijnen of studies,eringen of commoeten integrere
n, en aanbevelmingen. Deze kuectieve raden va
van het beleid einstitutionele niv
eid, en het Insber 2011, zouden er op het vlak
39
ussen nische n en ënten in de
murale ikkeld en ze gende tieerd
or de
ericht onisch vende en en nente onale ekten
cel de , o.m. plexe en en ingen
unnen n het
en de eaus. stituut hierin
van
40 Organisatie zorg voor chronisch zieken in België KCE Report 190As
Vereisten • Het Observatorium zou toegang moeten krijgen tot alle relevante
epidemiologische gegevens, bijv. van de zorgtrajecten of van de gezondheidsenquête;
• Het Observatorium zou ook een sterke band moeten hebben met het Kankercentrum, met de Nationale Raad voor KwaliteitsPromotie (NRKP), met de universitaire onderzoekscentra en met de relevante overheden op regionaal en gemeenschapsniveau.
Actiepunt 15.3: Het creëren van een operationele competentiepool voor het opzetten en implementeren van nieuwe chronische gezondheidszorgprocessen Ons huidig model voor het beheer van de gezondheidszorg is voornamelijk gebaseerd op onderhandelingen tussen de vertegenwoordigers van de zorgverstrekkers en zorginstellingen en de ziekenfondsen. Veel beslissingen en hervormingen zijn afkomstig van groepen en raden die samengesteld zijn uit specialisten in specifieke klinische disciplines (geneeskunde, verpleegkunde, farmacotherapie...) en deskundigen uit de ziekteverzekering. Het resultaat is dat hervormingen vaak gebaseerd zijn op deskundige en waardevolle inzichten. Maar vanuit praktisch en operationeel oogpunt zijn ze vaak slecht opgezet en geïmplementeerd. Hierdoor missen ze dikwijls veel van hun potentiële impact. Expertise van mensen met een andere achtergrond kan nieuwe inzichten brengen in de discussies over hoe wijzigingen succesvol geïmplementeerd kunnen worden. Professionals gespecialiseerd in management, business process design en (re)-engineering, arbeidsergonomie en communicatie kunnen helpen om de kloof te overbruggen tussen het concept van een oplossing en de succesvolle implementatie ervan in het veld. Een team met dergelijke organisatorische competenties zou tot taak moeten hebben de voorgestelde procedures te optimaliseren. Dit team zou een succesvolle implementatie van de aanbevelingen van het Observatorium moeten ondersteunen. Meer specifiek zou het moeten streven naar het maximaliseren van ergonomie, gebruiksvriendelijkheid en (administratieve) vereenvoudiging van de voorgestelde wijzigingen en tegelijkertijd zoveel mogelijk bestaande gegevensbronnen, procedures en
diensten integreren. Dit team zou ook, wanneer aangewezen, de input van stakeholders (patiënten in het bijzonder) moeten vragen.
6.6.1.2. Aanbeveling 16
De bestaande coördinatiestructuren op meso- en macroniveau optimaliseren of waar nodig nieuwe ontwikkelen Gezondheidszorgsystemen zijn actief op zowel macro-, meso- en microniveaus zoals uitgelegd in een WGO-publicatie over gezondheidszorgbeleid en systeemonderzoek34. Het macroniveau omvat als voornaamste functies het ontwikkelen van beleid en regelgeving, het uitbalanceren van beleid, strategieën, het toewijzen van middelen en vergoedingssystemen voor zorgverleners in lijn met de algemene systeemdoeleinden en het coördineren van de activiteiten en interventies op het niveau van de zorgverstrekking. Het mesoniveau omvat zowel het lokale gezondheidszorgsysteem als het operationele niveau, zoals ziekenhuizen. De voornaamste functies zijn (1) het verlenen van gezondheidszorg en het uitvoeren van ruimere gezondheidsbevorderende activiteiten aangepast aan de lokale behoeften en omstandigheden; (2) coördinatie tussen actoren; (3) management van zorgdiensten en activiteiten; (4) supervisie en opleiding van zorgverstrekkers; (5) aanpassing van nationaal beleid en richtlijnen aan lokale omstandigheden. Uit buitenlandse ervaring en blijkt dat leiderschap evenals de inclusie van ziekenhuizen binnen dit mesoniveau vereisten zijn voor een succesvolle implementatie van hervormingen. Het microniveau, tenslotte, omvat de lokale zorgverstrekkers, de burgers, de lokale overheden en diensten en de interacties tussen hen allemaal.
KCE Report 190
Actiepunt 16.mesoniveau • Operation
individuele Naast chroniscde patiënt gedplatformen waapartnerschappekunnen vinden of lokale probleniveau als naarhelpen om eenpatiënt en de st• Strategisc
tussen de andere act
Er bestaan al vhet sociale zorgactoren, en elk gebrek aan ewaardoor dientheoretisch wel Vermoedelijk zhervormingen. rechten en tercoördinatietaketraditionele zustructuren; scgemeenschappsociale sector nIntussen moeteen mogelijkhedeen continue en
0As
.1: Het optima
eel mesoniveau zorgverleners: he zorg die goedefinieerde doelst
ar individuele zorgen kunnen smed
(bijv. zoals het gemen kunnen ber het operationelen koppeling te mtructuren op een g
ch mesoniveau: vertegenwoordigeoren die actief zijnveel structuren engdomein. Maar demet hun eigen di
efficiëntie en eenstverleners en pbeschikbaar is (zullen er hindernisVoorbeelden hi
rritoria door actoren uitvoeren; veruilen; co-existerecheiding tussen
pen. Zo zal de groniet zo snel verdwen de inspanningeden waar de respen efficiënte manie
liseren van co
u: platformen v
d gecoördineerd eellingen te bereikgverstrekkers elkaden, specifieke
geval is voor de pespreken. Actiepu mesoniveau. Dez
maken tussen de groter schaalnivea
coördinatieplatfoers van de verscn in de chronischen platformen, zoweze overlappen eienstverlening. Hen eerder ondoopatiënten vaak nzie wetenschappessen zijn voor deiervan zijn: verdren die momenterdeling van de dende (en zelfsn het federaleote kloof tussen dwijnen. en zich richten op ectieve partners
er.
Organisatie z
oördinatiestructu
voor uitwisseling
en gepland is om ken, is er ook noaar kunnen ontmo
ondersteuning epalliatieve zorgnetunt 7.2 verwees ze structuren moezorg voor de ind
au (cf. GDT). ormen voor uitwhillende zorgverlee zorg:
wel in het medischlkaar vaak, elk m
et resultaat hiervarzichtig dienstenniet de hulp krijlijk rapport hoofds
e implementatie vdediging van veeel (sommige vadoelpopulatie volgs vaak concurre en de gee gezondheidszo
het creëren van pkunnen samenwe
zorg voor chronisc
uren op
tussen
de door ood aan oeten en en hulp twerken) naar dit
eten ook dividuele
wisseling eners en
he als in met eigen an is een naanbod, gen die stuk 7). an deze
erworven an) deze gens de rerende) ewesten/ rg en de
plaatsen erken op
V•
•
•
AhHshbneTpBInuOzwssdm
ch zieken in België
Vereisten Volledige de
coördinatieplagemeente) eprovinciaal nihet laatste do
Waar mogelijorganisaties (worden naar kan door eenvoor hen die bvoldoen aanonderverdeeld
Hulpmiddelenter beschikkin
Actiepunt 16.2: Hhet hoogste stratHet minste dat kasociale sector dehebben in een trabevoegdheden venood zijn aan coöen gewestelijke nivTot op heden is platform waar deBovendien werd innstituut zal worduitdagingen inzakeOngetwijfeld is hezorg één van de worden waar de samenwerken op streven naar een hde verschillende moeten waken o
ë
ekking van het atform op kleinsteen een overkoeveau. De grenzeorkruisen; jk zal men voor(in plaats van nieumeer coherentie
n gepaste erkennbereid zijn om zichn de blauwdruk de gebieden; n voor communicang te stellen van a
Het creëren vantegische niveauan worden gezege opeenvolgende ansparant en ge
erspreid zijn over ördinatie en overeveaus.
de Interministere coördinatie tussn de regeringsver
den opgericht “ome de gezondheidset opstellen van belangrijkste uitdverschillende comeen gestructuree
harmonieuze en eniveaus. De stra
over de beslissin
grondgebied medelijk niveau (of epeld platform
en van het eerste
rtbouwen op besuwe te creëren). He tussen alle geoning en/of financiëh te herorganisere
van de boven
atie en gegevensdalle betrokken stak
n een strategisch
gd is dat voor destaatshervormin
makkelijk te behverschillende bes
eenkomsten, voo
riële Conferentie sen de beslissingrklaring van eind m overlegde antwszorg te waarborgeen doeltreffend dagingen. Het Insmpetentieniveauserde en ononderefficiënte integratiategische coördingen die op de
met een operatiniveau van een op grootstedelij
e mogen nooit die
staande structureHierbij dient gezocografische niveausële stimuli te vooen met de bedoelnvermelde orden
deling om de inforkeholders.
he coördinatiece
e gezondheidszogen niet geresuleren systeem. Zslissingsniveaus zral tussen de fed
Volksgezondheidgsniveaus plaats2011 vermeld dawoorden op de en”. plan voor chron
stituut moet de p elkaar ontmoeterbroken manier oe van de structurenatiecel zou minverschillende niv
41
oneel grote jk of e van
en en cht te s. Dit orzien ing te ntelijk
matie
el op
rg en lteerd olang zal er derale
d het svindt. at een
grote
nische plaats en en om te en op stens
veaus
42 Organisatie zorg voor chronisch zieken in België KCE Report 190As
worden genomen en voorkomen dat die elkaar overlappen of tegenstrijdig zijn. Idealiter moet het een geloofwaardige en visionaire gemeenschappelijke denktank worden met steun van alle relevante beleidsniveaus
6.6.1.3. Aanbeveling 17
Het waarborgen van de toegankelijkheid en de billijkheid van zorg voor chronisch zieken In internationale publicaties wordt toegankelijkheid van diensten beschouwd als een prioriteit voor mensen die lijden aan chronische aandoeningen. Een Witboek gepubliceerd door de Europese Commissie in 2007 herformuleert de fundamentele principes voor Europese actie op het vlak van gezondheid20: een strategie gebaseerd op gedeelde gezondheidswaarden. Universaliteit, toegang tot hoogwaardige zorg, billijkheid en solidariteit zijn enkele van deze grondbeginsels. Ook de VN-resolutie ‘over de preventie en controle van niet-overdraagbare ziekten’ van september 20108 spoort de lidstaten aan om ongelijkheden op het vlak van gezondheidszorg weg te werken en ervoor te zorgen dat gezondheidszorg de gehele bevolking covert. In België was de toegankelijkheid van zorg, en vooral de financiële toegankelijkheid, het hoofdthema van het nationale programma “Prioriteit aan de chronisch zieken!" (zie 1.1)1. De lange lijst van maatregelen om de (financiële) toegankelijkheid in het algemeen en de terugbetalingen voor specifieke doelgroepen in het bijzonder te verbeteren, zullen niet worden herhaald in deze ‘position paper’. Echter, tijdens de SWOT-analyse wezen de stakeholders op een aantal evoluties die een bedreiging vormen voor de toegankelijkheid van de zorg. Deze problemen moeten worden aangepakt: • Een toenemend aantal specialisten werkt in private praktijken: de
gevolgen zijn toenemende wachttijden voor de consultaties in de ziekenhuizen, vooral in landelijke gebieden;
• Wachtlijsten voor ouderen die residentiële zorg nodig hebben en een opnamebeleid dat niet altijd gericht is op hen die een opname het meest nodig hebben;
• Beperkte toegang tot respijtzorg (vooral omwille van financiële barrières en het gebrek aan informatie voor de betrokken personen);
• Wettelijke en terugbetalingscriteria die patiëntgroepen uitsluiten, bijvoorbeeld op basis van hun ziekteprofiel;
• Geografische belemmeringen voor toegankelijkheid. Dit is bijvoorbeeld het geval bij hartrevalidatie. Officieel erkende centra zijn niet gelijkmatig verdeeld over België, waardoor er een slechte toegankelijkheid is in landelijke gebieden en/of in geval van vervoersproblemen132.
6.6.1.4. Aanbeveling 18
De huidige betalingssystemen zodanig laten evolueren dat ze kwaliteitsvolle, geïntegreerde, multidisciplinaire chronische zorg en patiënt empowerment aanmoedigen, met speciale aandacht voor eerstelijnszorg
Actiepunt 18.1: Geleidelijk overschakelen van een betalingssysteem dat voornamelijk gebaseerd is op een betaling per prestatie naar meer gemengde betalingsvormen De overgrote meerderheid van stakeholders en deskundigen die werden geconsulteerd tijdens dit project onderstreepte de incompatibiliteit tussen het huidige financieringssysteem en de verstrekking van multidisciplinaire chronische zorg gebaseerd op door de patiënten gedefinieerde behoeften (zie hoofdstuk 7 in het wetenschappelijk rapport). In een systeem van betaling per prestatie zijn de financiële stimuli niet goed afgestemd op de vereisten van chronische zorg: • Een aantal cruciale maar tijdrovende taken, zoals het stellen van
prioriteiten, coördinatie en patiënteducatie worden ondergewaardeerd; • Het systeem ontmoedigt het delegeren van taken en multidisciplinair
werk. Voor een zorgverlener die werkt op zelfstandige basis kan het delen van budgetten met andere zorgverleners immers problematisch zijn;
• Het systeem kan ervoor zorgen dat gezondheidszorg te weinig gebruikt wordt door de meer kwetsbare groepen.
KCE Report 190
Het probleem rapport over thverouderde en honoraria per ktussen de eersopvolging van lange termijn. Naast het huiprestatie, moetworden ontwikbestaande alter• De huidige
een 'light’ verminderimechanismhetzelfde coördinatieremgeld vobedrag zekvoor elke inkomsten
• Aan de aeerstelijnszsysteem, azorg die verpleegkuwaaronder systeem odelegeren
• De financileerzaam vzorg.
0As
beperkt zich nietuiszorg wees op complexe nome
kwalificatieniveauste en de tweedchronische aand
dige systeem, vten een aantal akkeld, en nieuwrnatieven voor de e honorering voor
vorm van capng van de remg
men die wordenprincipe. Een
etaken van de huoor de patiënt. Ecker niet de volled
individueel convoor de arts; ndere kant van zorgpraktijken (“waangepast aan d
wordt verstrektundigen en der kinesisten, logopondersteunt de van taken. ieringshervormingvoorbeeld voor v
t tot de honorerineen aantal verge
enclatuur; het geb; het gebrek aan
delijnszorg; de odoeningen, voora
voornamelijk gebndere bestaandee worden toegebetaling per pres
r het Globaal Meditation is, met d
gelden voor de p toegepast in djaarlijks forfaitai
uisarts en de spechter, in beide gedige kosten van dntact blijven de
het spectrum zwijkgezondheidscede zorgbehoeftent door de huie andere profepedisten, maatschmultidisciplinaire
g in de palliatievverdere hervormin
Organisatie z
ng van artsen. Helijkbare problemebrek aan ondersn stimuli voor coöntoereikendheid
al in een zorgcon
baseerd op betae betalingsvormenevoegd. Vandaagstatie zijn: disch Dossier (GMdaaraan gekoppepatiënt. De financde zorgtrajecten r honorarium v
ecialist en vrijstelevallen dekt het fode zorg, en de h
voornaamste br
zijn er de geïnteentra”) met een . Dit dekt niet asarts, maar ooessionele hulpvhappelijk werkers
samenwerking
ve zorg kan diengen van de chr
zorg voor chronisc
et KCE-en141: de cheid in ördinatie voor de ntext op
ling per n verder g reeds
MD), dat eld een cierings-
volgen voor de ling van orfaitaire onoraria ron van
egreerde forfaitair lleen de
ok door verleners
enz. Dit en het
enen als ronische
BHgindkdkkmwn6zimg
BEfinDzBcbInnwpsa
ch zieken in België
Beloon kwaliteit Het huidige systeegericht op de tendividuele zorgvedie, een formekwaliteitsdoelstellidergelijke benaderkan een geleidelijkkwaliteitsdoeleindemogelijk moeten wetenschappelijk nauwkeurige, geva6). Een dergelijkzorgverleners mogmpact, doeltreffegevolgen moeten
Behoefte aan gelEen verschuivinginanciering gebasnieuwe financierinDit houdt ook eenzorg evenals van dBovendien waarscomplexiteit die kbetalingsmechanisn elk geval is eennoodzakelijk. Nieuwerk, waaronder procedures en samenwerking (ziaanbevolen in Act
ë
em heeft zijn eigeevredenheid van erlener. Het heeftele beloning ngen worden beringen niet steedske introductie vanen beloont, word
de kwaliteitsmabewijsmateriaal
alideerde en vlot k systeem zou ggelijk moeten maendheid, kostenevalueren.
eidelijke implemg van het systeseerd op behoeftengsmodellen om hn monitoring in vade billijkheid en tochuwen de stakkan voortvloeiensmen, met name in diepgaand ondeuwe betalingsmod
ook de ontwikkfinanciële ove
ie ook aanbeveliepunt 15.3 is ess
en waardevolle dde patiënt in d
ft echter weinig okoppelen aan ereikt. Hoewel ws succesvol of aann mechanismen dden overwogen14
aatregelen wordeen moeten ze
beschikbare gegegeïndividualiseerdken. Maar het zoeffectiviteit en
mentatie en pilot teem van betalingen vereist een strahet systeem geleian de kwaliteit enoegankelijkheid. eholders ook vo
uit de combinain het geval van merzoek van deze bdellen vereisen d
keling en het tesereenkomsten ving 4). De input
sentieel.
ynamiek, voornamde interactie meof geen mechani
het feit dat werd aangetoondnbevelenswaardigie het bereiken va2. Maar telkens en ondersteund e gebaseerd zijnevens (zie aanbevde feedback naaou ook zijn eigen t
mogelijk onbed
testing g per prestatie akke opvolging vadelijk te optimalisn de efficiëntie va
oor de administraatie van verschilmultimorbiditeit. betalingsmechanidegelijk voorberesten van operativoor multidisciplt van expertise
43
melijk et de smen
de d dat g zijn, an de waar door
n op veling ar de totale oelde
naar an de seren. an de
atieve lende
smen idend onele inaire zoals
44 Organisatie zorg voor chronisch zieken in België KCE Report 190As
Actiepunt 18.2: Investeren in eerstelijnszorg De voorstellen die werden gedaan in 6.1 impliceren investeringen in eerstelijnszorg: multidisciplinair teamwork, de ontwikkeling van specifieke ICT-toepassingen, de aantrekkelijkheid van de beroepen uit de eerste lijn, de officiële erkenning van nieuwe functies (vooral de case-manager), een performant kwaliteitssysteem, alternatieve zorgomgevingen voor personen met complexe behoeften. Op dezelfde manier vereist het aanmoedigen van patiënt empowerment (zie 6.4) ook specifieke investeringen voor educatie van de zorgverleners en de ontwikkeling van aangepaste hulpmiddelen.
6.6.1.5. Aanbeveling 19
Opvolging en planning op macroniveau van de evolutie en toekomstige nood aan zorgpersoneel Toegankelijkheid van zorg heeft ook te maken met de beschikbaarheid van een aangepaste personeelsomkadering om te beantwoorden aan de behoeften van de patiënt. In België is het nodig om de coördinatie en harmonisering van routine gegevensverzameling van de ‘stock and flows’ van zorgverleners en van huisartsen in het bijzonder te verbeteren (d.w.z. aantallen en demografische karakteristieken, huidig activiteitsniveau, natuurlijk verloop of migratiepercentage, bijkomende informatie over praktijkafspraken en werklast) 143. Er moet een planningsraamwerk voor het personeelsbestand worden ontwikkeld dat rekening houdt met de verwachte en geplande veranderingen in het gezondheidszorgsysteem, waaronder nieuwe functies en de verwachte evolutie van de gezondheidszorgbehoeften in een evoluerende demografische context.
6.6.1.6. Aanbeveling 20
De aanbevelingen en actiepunten van deze ‘position paper’ omzetten in een operationeel plan voor chronische zorg, en de implementatie ervan evalueren door middel van actiespecifieke indicatoren. Alle aanbevelingen en actiepunten die in deze ‘position paper’ worden voorgesteld, moeten worden omgezet in een concreet plan voor chronische zorg. Het Observatorium zou hierbij ten volle betrokken moeten worden, o.m. om de prioriteiten voor concrete acties te bepalen. In België steunt besluitvorming traditioneel op bilaterale overeenkomsten tussen specifieke stakeholdergroepen en ziekenfondsen. De aard van de chronisch zorg, die immers samenwerking en multidisciplinariteit vraagt, noodzaakt besluitvormingsmechanismen die de patiënt resoluut in het centrum plaatsen, en de belangen van alle andere stakeholders hieraan ondergeschikt worden. De hervormingen waarvoor in deze ‘position paper’ wordt gepleit, hoe diepgaand ook, zouden zoveel mogelijk moeten steunen op bestaande structuren, eerder dan op de creatie van nieuwe. Een gezondheidszorgsysteem moet worden gezien als een “complex adaptief systeem”144,145 waarin individuen handelen "op manieren die niet altijd volledig voorspelbaar zijn en van wie de acties onderling verbonden zijn zodat de acties van één persoon de context wijzigen". Het is duidelijk dat nieuwe initiatieven onvermijdelijk het huidige evenwicht van het gezondheidszorgsysteem zullen wijzigen. Hervormingen zullen aanleiding geven tot nieuwe situaties waarin de actoren een verschillende rol spelen. De uitdaging is om de stimuli doordacht te wijzigen, zodat de bestaande structuren en actoren zich geleidelijk aanpassen aan de nieuwe, meer geïntegreerde configuratie van het zorgsysteem, die beter beantwoordt aan de lange termijn behoeften van de chronische patiënt.
KCE Report 190
Tenslotte, moecomponent vanindicatoren die kunnen wordeziekten. Ze moespecifiek moegebruiksvriendegegevensextracDeze datastroevaluatiesysteepermanente kw
0As
et in de komen het plan worden
overeenkomen mn ontwikkeld doeten de bestaandeten de overelijk en veilig ctie en -overdracoom moet als em gezien wordenwaliteitsverbetering
nde jaren de geëvalueerd doo
met elke specifiekoor het Observade gegevens maxiheden invester
mechanisme cht uit het elektr
de hoeksteen n, en mee zorgeng van de zorg voo
Organisatie z
implementatie vaor middel van eenke actie. Deze indatorium voor chrimaal hergebruikeen in een evan geautoma
ronisch patiëntenvan het toek
n voor een dynamor de chronisch zie
zorg voor chronisc
an elke n set van dicatoren ronische en. Meer effectief,
atiseerde ndossier. komstige miek van eken.
71
2
3
4
5
6
ch zieken in België
7. REFERE. Cabinet d
Sociales chroniquedes persoPropositiode la http://www_propositio
2. Cabinet dSociales emaladies http://wwwonkelinx.b
3. European and Healthttp://ec.eunion/inde
4. European Available health/inde
5. European Septembeadvance control of 15 Septhttp://www//EP//TEX0390+0+D
6. European on chronihttp://cpmnsult.on.C
ë
ENTIES de la vice-premi
et de la Sans!" - Programme onnes atteintes
ons de Laurette OnSanté publique
w.laurette-onkelinxons_malades_chrde la vice-premiet de la Santé P
chroniques [Bw.laurette-be/production/cont
Commission Eurthy Ageing [2011uropa.eu/researc
ex_en.cfm?sectionCommission Efrom: http:/
ex_en.htm Parliament Eu
er 2011 on Europto the UN high-non-communicabt 2011; cited
w.europarl.europaT+TA+P7-TA-201
DOC+XML+V0//ENUnion Policy For
ic diseases. 201e.dyndns.org:591
CDs_Jan13.pdf
ère ministre et nté Publique "P
pour l’amélioratiod’affections chro
nkelinx, Ministre de [Bruxelles;200x.be/articles_docsroniques_F.pdf ère ministre et
Publique Etat desBruxelles;Mai 20
tent.php?ArticleIdropean Innovation1 [cited March 2h/innovation-n=active-healthy-aE-Health [2012 //ec.europa.eu/hea
ropean Parliamepean Union positio-level meeting onble diseases [Stra March 2012.eu/sides/getDoc.
11-N&language=ENum. Answer to DG
12 13 January 2/database/2012/E
ministre des AfPriorité aux maon de la qualité doniques 2009-20des Affaires socia08. Available s/20080923_-
ministre des Afs lieux du progra012. Available
d=91 n partnership on A2012]. Available
ageing [cited March 2
alth-eu/care_for_m
ent resolution oon and commitmen the preventionasbourg;2011 [upd2]. Available .do?pubRef=-
G SANCO consul2012. Available EU.HPF.Answer.to
45
ffaires alades de vie 010 - ales et
from:
ffaires amme from:
Active from:
2012]. me/e-
of 15 ent in n and dated from:
tation from: o.Co
46 Organisatie zorg voor chronisch zieken in België KCE Report 190As
7. United Nations General Assembly. Report by the Secretary-General on the prevention and control of non-communicable diseases(A/66/83). In; 2011.
8. United Nations General Assembly. Political declaration of the High-level Meeting of the General Assembly on the Prevention and Control of Non-communicable Diseases. In; 2011.
9. World Health Organization. Global status report on noncommunicable diseases. Geneva: 2010. Available from: http://www.who.int/nmh/publications/ncd_report_full_en.pdf
10. World Health Organization Health topics - Chronic disease [Geneva;2011 [cited January 2012]. Available from: http://www.who.int/topics/chronic_diseases/en/
11. World Health Organization A comprehensive global monitoring framework and voluntary global targets fo rthe prevention and control of NCDs [2011 [updated 21 December 2011; cited February 2012]. Available from: http://www.who.int/nmh/events/2011/consultation_dec_2011/WHO_Discussion_Paper_FINAL.pdf
12. World Health Organization. Health 2020: a European policy framework supporting action across government and society for health and well-being. In: Proceedings of Regional Committee for Europe; 2012 10-13 September 2012; Malta.
13. World Health Organization - Regional Committee for Europe. Action plan for implementation of the European Strategy for the prevention and control of non-communicable diseases 2012-2016. In. Baku, Azerbaijan; 2011.
14. World Health Organization Monitoring framework and targets for the prevention and control of NCDs [Geneva;2012 [cited September 2012]. Available from: http://www.who.int/nmh/events/2011/consultation_dec_2011/en/
15. World Health Organization. Integrated health services: what and why? Geneva: 2008. 1 Available from: http://www.who.int/healthsystems/service_delivery_techbrief1.pdf
16. Béland F, Bergman H, Lebel P, Clarfield A, Tousignant P, Contandriopoulos A, et al. A system of integrated care for older
persons with disabilitoies in Canada: results from a randomized controlled trial. J Gerontol A Biol Sci Med Sci. 2006;61(4):367-73.
17. Landi F, Onder G, Russo A, Tabaccanti S, Rollo R, Federici S, et al. A new model of integrated home care for the elderly: impact on hospital use. Journal of clinical epidemiology. 2001;54(9):968-70.
18. Bernabei R, Landi F, Gambassi G, Sgadari A, Zuccala G, Mor V, et al. Randomised trial of impact of model of integrated care and case management for older people living in the community. BMJ. 1998;316:1348-51.
19. Van den Akker M, Knotterus J. Comorbidity or multimorbidity: what's in a name? A review of literature. Eur J Gen Pract. 1996;2:65-70.
20. Commission of the European Communities. White Paper - Together for Health: A Strategic Approach for the EU 2008-2013. In. Brussels; 2007.
21. Belgian Presidency of the Council of the European Union. A European Strategy for Chronic Conditions. In: EU Trio. Brussels; 2010.
22. SPF Economie P, Classes moyennes et Energie, Causes de décès en Belgique [2008 [cited February 2012]. Available from: http://statbel.fgov.be/fr/modules/publications/statistiques/population/causes_de_deces.jsp
23. Scientific Institute of Public Health Health interview survey [Brussels;2008. Available from: https://www.wiv-isp.be/epidemio/epifr/CROSPFR/HISFR/TABLE08.HTM
24. Fortin M, Stewart M, Poitras ME, Almirall J, Maddocks H. A systematic review of prevalence studies on multimorbidity: toward a more uniform methodology. Annals of family medicine. 2012;10(2):142-51.
25. Van den Akker M, Buntinx F, Metsemakers J, Roos S, Knotterus J. Multimorbidity in General Practice: prevalence, incidence and determinants of co-occurring chronic and recurrent diseases. J Clin Epidemiol. 1998;51(5):367-75.
26. Costa G, Berjon M, Mochales J, Maleras R, Laso A, Vasallo M. Epidemiological features of comorbidity and its influence on the
KCE Report 190
use of Salud P
27. Fortin MestimatBMC H
28. May Cmedicin
29. BartozsEuropeEurope2010.
30. Vlayen Simoencost-of-
31. Broekx T, et diagnoshealth e
32. FigueraSocietaPolicies
33. L'Assur[cited http://wquotidie
34. Gilson reader.
35. Keirse SimoenBrussereports http://kcin-belgi
0As
health services frPublica. 2009;83(6M, Hudon C, Hagtes of multimorbid
Health Services ReC, Montori VM, Mne. BMJ. 2009;33s Przywara. Projean level: driverean Economy - E
J, De Backer Gns S. Atherosclero-illness analysis. CS, Den Hond E, Tal. The costs osis. The Europeaeconomics in prevas J, McKee Mal Well-being. Eurs; 2012. rance Maladie Le
September www.ameli.fr/profeen/les-affections-dL. Health policy Geneva: World HE, Beguin C,
ns S, et al. Orgls: Belgian Heal 115C (Dce.fgov.be/publicaium
rom Health Surve6):835-46.
ggerty J, Akker Mvdity: a comparativesearch. 2010;10:Mair FS. We ne9:b2803. ecting future hea
rs, methodology Economic Papers
G, Peers J, Molotic cardiovasculaCardiovasc DrugsTorfs R, Remacle
of breast canceran journal of healvention and care. . Health System
ropean Observato
es affections de l2012].
essionnels-de-sande-longue-duree/iy and systems rHealth OrganizatioDesmedt M, De
ganization of palth care KnowledD/2009/10.273/42ation/report/organ
Organisatie z
ey Madrid 2007. R
vd, Almirall J. Preve study of two s:111. eed minimally d
alth care expendand main resu
: European Com
denaers I, Debruar diseases in Bes Ther. 2004;22:48e A, Mertens R, Dr prior to and fth economics : H2011;12(4):311-7
ms, Health, Weaory of Health Syste
ongue durée [PaAvailable
te/medecins/exerndex.php
research: a methon; 2012. eveugele M, Melliative care in Bdge Centre; 200) Available isation-of-palliativ
zorg voor chronisc
Rev Esp
evalence sources.
isruptive
diture at ults. In: mission;
uyne H, elgium: a 87-94. 'Hooghe following HEPAC : 7. alth and ems and
aris;2012 from:
rcer-au-
hodology
enten J, Belgium. 09. KCE
from: ve-care-
3
3
3
3
4
4
4
4
4
4
ch zieken in België
36. World Heaever. http://www
37. Bodenheimfor patient
38. Coster S, managemInternation
39. Dennis S, Chronic dpolicy. Me
40. Gibson PHensley practitioneSystemati
41. Guevara Jinterventioadolescen2003;326(
42. Powell H, adults wit2003(1):C
43. Shin SY, Knonpharmadults w2010;11(4
44. Du S, Yuaprograms systematicCounselin
45. Jarrett MEMM. Cosyndromeand telep2009;104(
ë
alth OrganizationGeneva:
w.who.int/whr/2008mer T, Wagner EHts with chronic illn
Norman I. Cochment interventions
nal Journal of NurZwar N, Griffiths
disease managemedical Journal AusG, Coughlan J, MJ, et al. Self
er review for adulc Reviews. 2000(JP, Wolf FM, Grumons for self mannts: systematic (7402):1308-9. Gibson PG. Opti
h asthma. CochrCD004107. Kolanowski AM. B
macologic therapiewith osteoarthr4):234-44. an C, Xiao X, Ch
for chronic mc review and mg. 2011;85 (3):e2
E, Cain KC, Burr mprehensive se: randomized triahone sessions. A(12):3004-14.
n. Primary Health 2008. A
8/whr08_en.pdf H, Grumbach K. Iess. JAMA. 2002hrane reviews of s to guide nursinrsing Studies. 200 R, Roland M, Ha
ment in primary cstralia. 2008;188:SWilson AJ, Abra
f-management edlts with asthma. C(2):CD001117. m CM, Clark NM.nagement of ast
review and
ions for self-manarane Database of
Best evidence of pes for symptom ritis. Pain Ma
hu J, Qiu Y, Qianmusculoskeletal meta-analysis. Pa299-e310.
RL, Hertig VL, Relf-management al of in-person vsAmerican Journa
care: now moreAvailable
mproving primary;288(14):1775-9. educational and
ng practice: a re09;46(4):508-28. asan I, Davies G, care: from evidenS53-S6. amson M, Baumaducation and reCochrane Databa
. Effects of educathma in childrenmeta-analysis.
agement educatiof Systematic Rev
psychosocially focmanagement in
anagement Nu
n H. Self-managepain conditions
atient Education
Rosen SN, Heitkefor irritable b
s. combined in-pel of Gastroentero
47
than from:
y care
self-eview.
et al. nce to
an A, egular ase of
ational n and
BMJ.
on for views.
cused older rsing.
ement s: A
and
emper bowel erson ology.
48 Organisatie zorg voor chronisch zieken in België KCE Report 190As
46. Blackstock F, Webster K. Disease-specific health education for COPD: a systematic review of changes in health outcomes. Health Education Research. 2007;22(5):703-17.
47. Effing T, Monninkhof EEM, Van Der Valk PPDLPM, Zielhuis GGA, Haydn Walters E, Van Der Palen JJ, et al. Self-management education for patients with chronic obstructive pulmonary disease. Cochrane Database of Systematic Reviews. 2009;(4)(CD002990).
48. Monninkhof E, van der Valk P, van der Palen J, van Herwaarden C, Partridge MR, Zielhuis G. Self-management education for patients with chronic obstructive pulmonary disease: a systematic review. Thorax. 2003;58(5):394-8.
49. Ditewig JB, Blok H, Havers J, van Veenendaal H. Effectiveness of self-management interventions on mortality, hospital readmissions, chronic heart failure hospitalization rate and quality of life in patients with chronic heart failure: a systematic review. Patient Education & Counseling. 2010;78(3):297-315.
50. Jovicic A, Holroyd-Leduc JM, Straus SE. Effects of self-management intervention on health outcomes of patients with heart failure: a systematic review of randomized controlled trials. BMC Cardiovascular Disorders. 2006;6:43.
51. Powell LH, Calvin JE, Jr., Richardson D, Janssen I, Mendes de Leon CF, Flynn KJ, et al. Self-management counseling in patients with heart failure: the heart failure adherence and retention randomized behavioral trial. JAMA. 2010;304(12):1331-8.
52. Jones F, Riazi A. Self-efficacy and self-management after stroke: a systematic review. Disability & Rehabilitation. 2011;33(10):797-810.
53. Korpershoek C, van der Bijl J, Hafsteinsdottir TB. Self-efficacy and its influence on recovery of patients with stroke: a systematic review. Journal of Advanced Nursing. 2011;67(9):1876-94.
54. Cadilhac DA, Hoffmann S, Kilkenny M, Lindley R, Lalor E, Osborne RH, et al. A phase II multicentered, single-blind, randomized, controlled trial of the stroke self-management program. Stroke. 2011;42(6):1673-9.
55. Chen SH, Tsai YF, Sun CY, Wu IW, Lee CC, Wu MS. The impact of self-management support on the progression of chronic kidney disease - A prospective randomized controlled trial. Nephrology Dialysis Transplantation. 2011;26 (11):3560-6.
56. Barlow J, Turner A, Edwards R, Gilchrist M. A randomised controlled trial of lay-led self-management for people with multiple sclerosis. Patient Education & Counseling. 2009;77(1):81-9.
57. Watson WT, Gillespie C, Thomas N, Filuk SE, McColm J, Piwniuk MP, et al. Small-group, interactive education and the effect on asthma control by children and their families. CMAJ. 2009;181(5):257-63.
58. Duke SA, Colagiuri S, Colagiuri R. Individual patient education for people with type 2 diabetes mellitus. Cochrane database of systematic reviews (Online). 2009;(1):CD005268.
59. Deakin TA, McShane CE, Cade JE, Williams R. Group based training for self-management strategies in people with type 2 diabetes mellitus. In: Cochrane Database of Systematic Reviews. Chichester, UK: John Wiley & Sons, Ltd; 2005.
60. Hampson SE, Skinner TC, Hart J, Storey L, Gage H, Foxcroft D, et al. Effects of educational and psychosocial interventions for adolescents with diabetes mellitus: A systematic review. Health Technology Assessment. 2001;5 (10):i+iii-iv+1-69.
61. Rice KL, Dewan N, Bloomfield HE, Grill J, Schult TM, Nelson DB, et al. Disease management program for chronic obstructive pulmonary disease: a randomized controlled trial. American journal of respiratory and critical care medicine. 2010;182(7):890-6.
62. Baker DW, Dewalt DA, Schillinger D, Hawk V, Ruo B, Bibbins-Domingo K, et al. The effect of progressive, reinforcing telephone education and counseling versus brief educational intervention on knowledge, self-care behaviors and heart failure symptoms. Journal of Cardiac Failure. 2011;17(10):789-96.
63. Boyde M, Turner C, Thompson DR, Stewart S. Educational interventions for patients with heart failure: a systematic review of randomized controlled trials. Journal of Cardiovascular Nursing. 2011;26(4):E27-35.
KCE Report 190
64. RingstrSimreninformasyndromGastroe
65. Mason intervenrandom2008;5
66. Riemsmadults wReview
67. NiedermShort- aArthritis(Arthriti
68. LucianoR, GarpsychopracticeClinical
69. Chan Spsychoand th2009;75
70. McGillioreview of chro2004;12
71. Smith Jeducatiasthma
72. Sun HWEffect oof life o
0As
rom G, Storsrud M. Structured
ation in the manme: a randomizeenterology & Hep
J, Khunti K, Stntions in kidney
mized trials. Am1(6):933-51. ma RP, Kirwan JRwith rheumatoid a
ws. 2003(2):CD003mann K, Fransenand Long-Term Es Patients: A Sysis Care & Researco JV, Martinez Nrcia-Campayo J,
oeducational treae for fibromyalgial Journal of Pain. SW-C, Yip B, Tsooeducation prograheir family careg5(1):67-76. on M, Watt-Watsof psychoeducatioonic stable ang2(3):174-82. JR, Mugford M, Hional interventiona:A systematic revW, Wang JP, Wanof educational anof asthmatic patien
S, Posserud I, Lpatient educatio
nagement of patied controlled studatology. 2010;22(tone M, Farooqi
y disease care: merican Journal
R, Taal E, Raskerarthritis. Cochrane3688. n J, Knols R, UeEffects of Patient stematic Review.ch). 2004;51(3):38, Penarrubia-Mar
Verduras C, ettment program a patients: a ran2011;27(5):383-9o S, Cheng B-S, am for Chinese cgivers. Patient E
son J, Kim J, Yonal intervention t
gina. Journal of
Holland R, Noblens for adults wview. Journal of asng SZ, Wang YY, d psychological innts. Respir Care. 2
Organisatie z
Lundqvist S, Wesn is superior toents with irritabledy. European Jo(4):420-8.
A, Carr S. Edua systematic re
of Kidney D
r JJ. Patient educe Database of Sys
ebelhart D. Gap BEducation in Rhe. Arthritis & Rheu88-98. ria MT, Fernandezt al. Effectivenesimplemented in
ndomized controll91.
Tam W. Evaluatclients with schizoEducation & Cou
Yamada J. A sytrials for the manaf Nursing Mana
e M, Harrison B. with severe or sthma. 2007;44:2Song YP, Yang Zntervention on the2010;55(6):725-8
zorg voor chronisc
stman B, o written e bowel
ournal of
ucational eview of iseases.
cation for stematic
Between eumatoid umatism
z-Vergel ss of a general
led trial.
tion of a ophrenia unseling.
stematic agement agement.
Pyscho-difficult
19-41. ZH, et al. e quality .
7
7
7
7
7
7
7
8
8
ch zieken in België
73. Bailey EJ,Culture-spgroups wReviews. 2
74. Rosal MCet al. Randiabetes latinos en
75. HawthorneCulturally in ethnic Reviews.
76. Sarkisian systematicAfrican A2003;29(3
77. Saksena hypertens2010;69(2
78. Ghahari Sonline fatigneurologicRehabilita
79. Berman Rof an onlipain. Jour
80. Bussey-Smcontrol tcomputeriAllergy, As
81. World Heagenerationdeterminahttp://wwwen/index.h
ë
, Cates CJ, Kruskpecific programs
who have asthma2009;(2)(CD0065
C, Ockene IS, Resndomized trial ofself-managementcontrol. Diabetese K, Robles Y, Cappropriate healtminority groups. Chichester, UK: JCA, Brown AF, N
c review of diabAmerican, or
3):467-79. A. Computer-b
ion: A systemat236). S, Leigh Packer gue self-managemcal conditions: aation. 2010;24(8):7RLH, Iris MA, Bod
ne mind-body intrnal of Pain. 2009;mith KL, Rossen trials evaluatingzed asthma patsthma, & Immunoalth Organizationn: Health equi
ants of health.w.who.int/social_dhtml
ke SG, Morris PSfor children and
a. Cochrane Dat580). strepo A, White Mf a literacy-sensitt intervention fo
s care. 2011;34(4)Cannings-John R,th education for tyIn: Cochrane Da
John Wiley & SonsNorris KC, Wintz betes self-care inLatino adults.
based educationtic review. Healt
T, Passmore AEment programme a randomized co727-44. e R, Drengenbergtervention for old;10(1):68-79. RD. A systematic
g the effectivetient education
ology. 2007;98(6):n, Health CoSDo.ty through act Geneva: 200eterminants/theco
, Brown N, Changd adults from mitabase of Syste
MJ, Borg A, Olendztive, culturally ta
or low-income la):838-44. , Edwards Adrianype 2 diabetes meatabase of Systes, Ltd; 2008. RL, Mangione C
nterventions for oDiabetes Educ
n for patients th Education Jou
E. Effectiveness ofor people with ch
ontrolled trial. Cl
g C. The effectiveder adults with ch
c review of randomeness of intera
programs. Anna507-16; quiz 16. Closing the gaption on the s08. Available ommission/finalre
49
g AB. nority matic
zki B, ilored tinos:
n GK. ellitus matic
CM. A older, cator.
with urnal.
of an hronic linical
eness hronic
mized active als of
p in a social from: port/
50 Organisatie zorg voor chronisch zieken in België KCE Report 190As
82. Guidère Mathieu. Méthodologie de la recherche. Ellipses Marketing; 2004.
83. The MacColl Institute for Healthcare Innovation The Chronic Care Model [Seattle: Group Health Research Institute (GHRI) 2012 [cited March 2012]. Available from: http://www.improvingchroniccare.org/index.php?p=About_US&s=6
84. Vlayen J, Vanthomme K, Camberlin. C, Piérart J, Walckiers D, Kohn L, et al. Een eerste stap naar het meten van de performantie van het Belgische gezondheidszorgsysteem - Un premier pas vers la mesure de la performance du système de soins de santé belge -KCE reports 128. Brussels: Belgian Health Care Knowledge Centre (KCE); 2010. Available from: https://kce.fgov.be/fr/search/apachesolr_search/128?filters=type%3Abiblio%20ss_biblio_secondary_title%3A%22KCE%20Reports%22&retain-filters=1
85. Vlayen J, Van De Water G, Camberlin C, Paulus D, Leys M, Ramaekers D, et al. Clinical quality indicators - KCE reports 41. Brussels: KCE- Bekgian Health Care Knowledge Centre; 2006. (D/2006/10.273/44) Available from: https://kce.fgov.be/search/apachesolr_search/41
86. Vandenbroeck P, Dechenne R, Becher K, Van den Heede K, Eyssen M, Geeraerts G, et al. Organisation of child and adolescent mental health care : development of a policy scenario. Health Services Research (HSR). Brussels: KCE = Federaal Kenniscentrum voor de gezondheidsdzorg = Centre fédéral d'expertise des soins de santé = Belgian Health Care Knowledge Centre; 2011. KCE Reports 175C (D/2012/10.273/14) Available from: https://kce.fgov.be/sites/default/files/page_documents/KCE_175C_organization_mental_health_for_children_and_adolescents_2.pdf
87. De Maeseneer J, Boeckxstaens P. Multi-morbidity, goal-oriented care and equity. In: James Mackenzie Lecture 2011. London: Royal College of General Practitioners; 2011.
88. World Health Organization International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF) [Geneva;2012 [cited October 2012].
89. De Maeseneer J, Roberts RG, Demarzo M, Heakth I, Sewankambo N, Kidd MR, et al. Tackling NCDs: a diff erent approach is needed. The Lancet. 2011;6736(11)61135-5(11).
90. Nolte M, McKee M, editors. Caring for people with chronic conditions. Berkshire: Open University Press; 2008.
91. Busse R, Blümel M, Scheller-Kreinsen D, Zentner A. Tackling chronic diseases in Europe: strategies, interventions and challenges. Brussels: 2010. Available from: http://www.euro.who.int/en/who-we-are/partners/observatory/publications/studies/tackling-chronic-disease-in-europe-strategies,-interventions-and-challenges
92. World Health Organization Health Systems Strengthening Glossary [Geneva;2012 [cited October 2012]. Available from: http://www.who.int/healthsystems/hss_glossary/en/index2.html
93. Blanson Henkemans OA, Molema JJW, Franck EJH, Otten W. Zelfmanagement als Arbeidsbesparende Innovatie in de Zorg. Leiden: TNO; 2010. KvL/P&Z 2010.017
94. Annemans L, Boeckxstaens P, Borgermans L, De Smedt D, Duchesnes C, Heyrman J, et al. Advantages, disadvantages and feasibility of the introduction of ‘Pay for Quality’ programmes in Belgium. Brussels: Belgian Health Care Knowledge Centre (KCE); 2011. KCE Reports 118CD/2009/10.273/52
95. Gerkens S, Merkur S. Belgium: Health system review. Health Syst Transit. 2010;12(5):1-266, xxv.
96. Conseil Européen Ordres Médecins. Charte Européenne d'éthique médicale. Kos: 2011 10 June 2012. Available from: http://www.ceom-ecmo.eu/sites/default/files/documents/fr-charte_europeenne_dethique_medicale-adoptee_a_kos_0.pdf
97. Ottawa University Les principes éthiques fondamentaux [Ottawa;2010 [updated 30 November 2010; cited September 2012].
98. Ståhl T, Wismar M, Ollila E, E. L, Leppo K, editors. Health in All Policies Prospects and potentials. Helsinki: Ministry of Social Affairs and Health; 2006.
KCE Report 190
99. De Maneed fo
100. Mold JMed. 19
101. Delbanal. Invexperimmedicin
102. INAMI-thématcommu[cited http://wreport/i
103. Lorant PeremaEncourResearCentre (D/2008http://kc
104. JonckhM, HaeBrusse(D/2011https://khours_
105. Gerkende VooServiceKnowle(D/2010http://kc
106. BerckmStordeu
0As
aeseneer JM, vanor research in primJ, LBlake G, Bec991;23(1):46-51. co T, Walker J, Biting Patients to
mental Study anne. 2012;157(7):4RIZIV Rapport iques - eCare :
unication dans le sSeptember
www.riziv.fgov.be/pndex.htm V, Geerts C,
ans L, et al. raging GP attrarch (HSR). Brus
(KCE); 20088/10.273/65) ce.fgov.be/index_eer P, Dubois C,
ezaert T, et al. Aftels: Belgian He1/10.273/89) kce.fgov.be/sites/primary_care.pdf
ns S, Farfan MI, Dorde C, et al. Thes Research (Hedge Centre (KCE0/10.273/61) ce.fgov.be/index_
mans G, Alvarez Irur S, et al. Diff
n Driel ML, Greemary care. Lancetcker L. Goal-orie
Bell SK, Darer JD Read Their Dond a Look Ahe461-70.
annuel 2011-les technologies secteur des soins
2012]. presentation/fr/pu
D'Hoore W, SaMaking Gene
action and retessels: Belgian H8 27/10/2008.
Availa_en.aspx?SGREF
Verhoeven E, Rier-hours in primarealth Care Kno
Availa/default/files/page_
Desomer A, Stordehe Belgian healthHSR). Brussels: E); 2010 04/10/2
Availa_en.aspx?SGREFrusta L, Bouzegtaférenciation de fo
Organisatie z
en LA, van Weel . 2003;362(9392)
ented medical ca
D, Elmore JG, Faroctors' Notes: Aead. Annals of
4ème partie: Ede l'information
s de santé [BrusseAvailable
blications/annual-
auwens D, Remral Practice At
ention. Health SHealth Care Kno
KCE Reportsable =10504&CREF=1inchard E, Baudery care : which soowledge Centre;able _documents/171C
eur S, De Waroux system in 2010
Belgian Healt010. KCE Reporable =5213&CREF=17
a N, Defloor T, Peonctions dans le
zorg voor chronisc
C. The :1314-9. re. Fam
rag N, et A Quasi-
internal
Exposés et de la els;2011
from: -
men R, ttractive: Services owledge s 90C
from: 12017 ewyns A-lutions ? ; 2011.
from: C_after-
x M, Van . Health h Care rts 138C
from: 7949 eeters G, es soins
1
1
1
1
1
1
1
ch zieken in België
infirmiers Bruxelles:2008 15/0from: http://kce.f
07. Sermeus Wet al. FinaBelgian He
08. Boyle S. USyst Trans
09. North Souof Preferreand Decis2004.
10. Service deGezondheréalisationgeestelijkezorgnetwechaîne alveiligheid http://www
11. Vander SSoenen Khomes in Belgian HKCE Rehttp://kce.f
12. INAMI-RIZde thuisv1240/UB/P
13. Sheer B, practice g
ë
: possibilités et lim Centre fédéral d
09/2008. KCE Rep
fgov.be/index_fr.aW, Pirson M, Paqancing of home nealth Care KnowleUnited Kingdom (sit. 2011;13(1):1-4
uth Group Inc. Liteed Practices for Dsion Support Tools
es Soins de Santéeidszorg. Vers de n de circuits et e gezondheidszorerken [Brussels: imentaire et Envvan de voedselke
w.psy107.be/ tichele RH, Van
K, Smet M, et aBelgium. Health
ealth Care Knoweports 47C (fgov.be/index_enZIV. Syntheserapverpleging. BrusPPAS 200/2/Synth
Wong FK. Thelobally. J Nurs Sc
mites. Health Servd'expertise des sports 86B (D/200
aspx?SGREF=104quay L, Pacolet Jnursing in Belgiumedge Centre. England): Health 486. erature Review anDeployment of Heas: Final Report. O
é Psychosociaux -meilleurs soins eréseaux de soinrg door de realisaSPF Santé Pub
vironnement - Feten en Leefmilieu
de Voorde C, El. Medication use
h Services Reseawledge Centre (KC(D/2006/10.273/70.aspx?SGREF=52port: de integratiessels: INAMI-RIhese e development
cholarsh. 2008;40(
vices Research (Hsoins de santé (K8/10.273/53) Ava
498&CREF=1151J, Falez F, Stordem. 122C ed. Brus
system review. H
nd Environmental alth Human Resontario: Health Can
- Dienst Psychosoen santé mentale pns - Naar een batie van zorgcircublique, Sécurité dOD Volksgezondu;2012. Available
Elseviers M, Verrue in rest and nuarch (HSR). BrusCE); 2006 22/12/20) Available 220&CREF=8781e van zorgkundigZIV; 2012 Jan
of advanced nu(3):204-11.
51
HSR). KCE); ailable
13 eur S, ssels:
Health
Scan urces nada;
ociale par la
betere its en de la dheid, from:
ue C, ursing ssels: 2006. from:
gen in nuary.
ursing
52 Organisatie zorg voor chronisch zieken in België KCE Report 190As
114. Delamaire M, Lafortune G. Les pratiques infirmières avancées : Une description et évaluation des expériences dans 12 pays développés. In: Editions OCDE. Paris: OCDE; 2010.
115. Bryant-Lukosius D, Carter N, Kilpatrick K, Martin-Misener R, Donald F, Kaasalainen S, et al. The clinical nurse specialist role in Canada. Nurs Leadersh (Tor Ont). 2010;23 Spec No 2010:140-66.
116. Van den Bosch K, Willemé P, Geerts J, Breda J, Peeters S, Van de Sande S, et al. Residential care for older persons in Belgium : Projections 2011 – 2025 - Synthesis. Health Services Research (HSR). Brussels: Belgian Health Care Knowledge Centre (KCE); 2011. KCE Reports 167 (D/2011/10.273/67) Available from: http://kce.fgov.be/sites/default/files/page_documents/KCE_167C_residential_care_in_Belgium_synthesis.pdf
117. INAMI-RIZIV Formes alternatives de soins aux personnes âgées [Brussels;2012. Available from: http://www.inami.fgov.be/care/fr/residential-care/alternative_forms/index.htm
118. Kroes M, Garcia-Stewart S, Allen F, Eyssen M, Paulus D. Dementia : which non-pharmacological interventions? Good Clinical Practice (GCP). Brussel: Belgian Health Care Knowledge Centre (KCE); 2011. KCE Reports 160C (D/2011/10.273/37) Available from: http://kce.fgov.be/Download.aspx?ID=3275
119. Eyssen M, Leys M, Desomer A, Senn A, Léonard C. Organisation des soins de santé mentale pour les personnes atteintes d’une maladie mentale grave et persistante. Y a-t- il des données probantes? Health Services Research (HSR). Bruxelles: Centre fédéral d'expertise des soins de santé (KCE); 2010 18/11/2010. KCE Reports 144B (D/2010/10.273/79) Available from: http://kce.fgov.be/index_fr.aspx?SGREF=3228&CREF=18312
120. Remmen R, Seuntjens L, Pestiaux D, Leysen P, Knops K, Lafontaine J-B, et al. Quality development in general practice in Belgium: status quo or quo vadis ? Good Clinical Practice (GCP). Bruxelles: Belgian Health Care Knowledge Centre (KCE); 2008 28/03/2008. KCE Reports 76C (D/2008/10.273/49) Available from: http://kce.fgov.be/index_en.aspx?SGREF=10504&CREF=10799
121. Beaulieu M-D, Pomey M-P, Côté B, Del Grande C, Ghorbel M, Hua P, et al. Des indicateurs de qualité à l’intention des professionnels et des gestionnaires des services de première ligne [Québec: INESS . Institut national d'excellence en santé et en services sociaux;2012 [cited September 2012]. Available from: http://www.inesss.qc.ca/index.php?id=65&user_inesssdoc_pi1%5Bcode%5D=FICHE&user_inesssdoc_pi1%5Buid%5D=2028&user_inesssdoc_pi1%5BbackUrl%5D=index.php%253Fid%253D49%2526no_cache%253D1&cHash=f98b83ed4aa8d8332c018454c09ef0d9
122. Mathieu C, Nobels F, Peeters G, Van Royen P, Dirven K, Wens J, et al. Qualité et organisation des soins du diabète de type 2. Good Clinical Practice (GCP). Bruxelles: Centre Fédéral d'Expertise des Soins de Santé (KCE); 2006 12/05/2006. KCE Reports 27B (D2006/10.273/08) Available from: http://kce.fgov.be/index_fr.aspx?SGREF=3470&CREF=6613
123. Stordeur S, Vrijens F, Beirens K, Vlayen J, Devriese S, Van Eycken E. Quality indicators in oncology: breast bancer. Good Clinical Practice (GCP). Brussels: Belgian Health Care Knowledge Centre (KCE); 2010. KCE Reports 150C (D/2010/10.273/101) Available from: http://kce.fgov.be/index_en.aspx?SGREF=5211&CREF=18847
124. Vlayen J, Vrijens F, Beirens K, Stordeur S, Devriese S, Van Eycken E. Indicateurs de qualité en oncologie : cancer du testicule. Good Clinical Practice (GCP). Bruxelles: Centre fédéral d'expertise des soins de santé (KCE); 2010. KCE Reports 149B (D/2010/10.273/97) Available from: http://kce.fgov.be/index_fr.aspx?SGREF=3228&CREF=18825
125. Michiels D, Sun Y, Thijs V, Saka Rasit O, Hemelsoet D, Eyssen M, et al. Les unités neurovasculaires: efficacité, indicateurs de qualité et organisation. Bruxelles: 2012. D/2012/10.273/42
126. Organisation for Economic Co-operation and Development Health Care Quality Indicators [2012 [cited September 2012]. Available from: http://www.oecd.org/health/healthpoliciesanddata/healthcarequalityindicators.htm
KCE Report 190
127. Ivers NFrench practice2012;6
128. SommeJean Odementjournal
129. Huis vAvailab
130. SpinewDesplebetweeBrusse12/07/2from: http://kc
131. INAMI-amyotrophase lateraleHuntingOctobehttp://winforma
132. Van Vlaet al. CBelgiumHealth Reportshttp://kc
133. LeclercD, Paurehabili(HSR). 2008 2
0As
N, Jamtvedt G, F SD, et al. Aude and healthcare :CD000259. e D, Trouve H, D
O. Analysis of castia: A systematicof the Alzheimer'
voor gezondheidble from: http://wwwine A, Foulon Vnter F, et al. Se
en hospital and hls: Belgian Healt
2010. KCE Repo
ce.fgov.be/index_RIZIV Conventionophique en phasavancée ~ Overe
e sclerose in eegton in een ver er 201www.riziv.fgov.be/cation/sclerose-hunaenderen I, Worra
Cardiac rehabilitatm. Health Servic
Care Knowledges 140C (Dce.fgov.be/index_cq A, De Gauquieulus D. Consumpitation medicine Brussels: Belgia
6/09/2008. KCE R
Flottorp S, Youngit and feedback:outcomes. Cochr
Drame M, Gagnose management pc review. Alzheims Association. 20
d [Brussels;2012 ww.huisvoorgezon
, Claeys C, De Leamless care withome. Health Seth Care Knowledorts 131C (D/20
_en.aspx?SGREFns Sclérose en plse avancée et meenkomsten Multipn ver gevorderdgevorderd stadiu2]. Av
care/fr/hospitals/sntington/index.htmall J, Raza S, Colltion: clinical effectces Research (He Centre (KCE);D/2010/10.273/67
_en.aspx?SGREFer K, Ceuppens Aption of physioth
in Belgium. Hean Health Care KReports 87C (D/2
Organisatie z
JM, Odgaard-Je: effects on profrane Database S
on D, Couturier Yprograms for patiemer's & dement12;8(5):426-36.
[cited Octoberdheid.be/ Lepeleire J, Chevth regard to medervices Researchdge Centre (KCE010/10.273/39) A
=14851&CREF=1aques - Sclérose
maladie de Huntinple sclerose of am stadium en zieum [Brussels;201vailable
specific-m le A, De Vos C, Stiveness and utilisHSR). Brussels:
2010 27/10/2017) Available =5211&CREF=18
A, Boly J, Van Deherapy and physealth Services RKnowledge Centre2008/10.273/56) A
zorg voor chronisc
ensen J, fessional yst Rev.
Y, Saint-ents with ia : the
r 2012].
valier P, dications h (HSR). E); 2010 Available
16674 e latérale ngton en myotrofe ekte van
2 [cited from:
Strens D, sation in Belgian
10. KCE from:
8161 en Steen ical and
Research e (KCE); Available
1
1
1
1
1
1
1
ch zieken in België
from: http://kce.f
34. Arrêté royauxquellesdoit répocomplémeservices h
35. Gailly J, Cleemput anticoaguKCE https://kcein-patients
36. World HeOctober http://www
37. Institute ocontinuous
38. Guthrie BAdapting c2012;345:
39. Sackett DEBM. 2nd
40. Sermeus toekomst 2009.https://doc.zorg-en-gezondheD%3D226e&pid=bl&wQlpJmlEyO2JlzAJfgSqTErYjkEtbTZj3wR
ë
fgov.be/index_enyal du 29 janvies le <programmendre pour être
entaires spécialehospitaliers 7 MarsGerkens S, VanI. Use of point-
lation: a Health teReports
e.fgov.be/publicatis-with-oral-anticoaealth Organization
2012]. w.who.int/goe/mobof Medicine. Digs learning in healt
B, Payne K, Aldclinical guidelinese6341. . Evidence-Based ed. Edinburgh: CW, Vleugels A, Vvan transmurale z
cs.google.com/vie
id.be/WorkArea/li699+transmurale+&srcid=ADGEESi5Ee6S5KoACd5pNifrYCo8Skhq6zSqhk6_5wgOISuGxJbR2-qqV3el2NlLnG
.aspx?SGREF=10r 2007 fixant, d'
e> de soins pouragréé et, d'aut
es pour l'agrémes 2007. n Den Bruel A, -of care devices echnology Assess
117C Aon/report/use-of-p
agulation-a-healthn Mobile EHealth
Avaibile_health/en/ gital data Improth and health careerson P, McMur
s to take account o
d Medicine: How Churchill LivingstoVanhaecht K, et azorgpaden binnen
Available ewer?a=v&q=cach
nkit.aspx?LinkIde+projecten+klinisc5JK-sGrjRXOpCgz5WhXjVSswz-TP-bwdVoyu9KNG64GThXSe9eA
0504&CREF=115'une part, les nor le patient gériatre part, des noent d'hôpitaux e
Devriese S, Obyin patients with
sment. Brussels: 2Available point-of-care-devih-techn h [Geneva;2012 lable
ovement prioritiee Washington: 20rdo ME, Mercer of multimorbidity.
to Practice and Tne; 2000. al. Onderzoek nan Vlaanderen. Le
he:ffODrRU7I5gJ:
entifier%3Did%26he+paden&hl=fr&
WbZS07J_VZYvR1
4kjMZsxoD3q&sig
53
595 ormes trique
ormes et de
yn C, h oral 2009. from: ces-
[cited from:
s for 12.
SW. BMJ.
Teach
ar de uven: from: www
ItemI&gl=b
1js0w
=AHI
54 Organisatie zorg voor chronisch zieken in België KCE Report 190As
141. Sermeus W, Pirson M, Paquay L, Pacolet J, Falez F, Stordeur S, et al. Financing of home nursing in Belgium. Health Services Research (HSR). Brussels: Belgian Health Care Knowledge Centre (KCE); 2010 04/02/2010. KCE Reports 122C (D/2010/10.273/07) Available from: http://kce.fgov.be/index_en.aspx?SGREF=14851&CREF=14921
142. Annemans L, Boeckxstaens P, Borgermans L, De Smedt D, Duchesnes C, Heyrman J, et al. Advantages, disadvantages and feasibility of the introduction of ‘Pay for Quality’ programmes in Belgium. Health Services Research (HSR). Brussels: Belgian Health Care Knowledge Centre (KCE); 2009 16/11/2009. KCE Reports 118C (D/2009/10.273/52) Available from: http://kce.fgov.be/index_en.aspx?SGREF=13035&CREF=14182
143. Roberfroid D, Stordeur S, Camberlin C, Van de Voorde C, Vrijens F, Léonard C. Physician workforce supply in Belgium. Current situation and challenges. Health Services Research (HSR). Brussels: Belgian Health Care Knowledge Centre (KCE); 2008 18/01/2008. KCE Reports 72C (D/2008/10.273/09) Available from: http://kce.fgov.be/index_en.aspx?SGREF=9152&CREF=10554
144. Plsek P. Redesigning Health Care with Insights from the Science of Complex Adaptive Systems, appendix B In: America CoQoHCi, editor. Crossing the Quality Chasm: A New Health System for the 21st Century Committee on Quality of Health Care in America,. Washington, D.C.: IOM; 2001.
145. Plsek PE, Wilson T. Complexity, leadership, and management in healthcare organisations. BMJ. 2001;323(7315):746-9.
KCE Report 190
BIJLAPAPE
0As
AGE VAER
AN DE
Organisatie z
POSIT
zorg voor chronisc
TION OAAVin•••••••Ve
BBUim••••
•
ch zieken in België
OVERZICHACTIEGEBACTORENVoor de implemennitiatieven op vers Onderwijs en Ontwikkeling v Ontwikkeling v Initiatieven vo Empowermen Personeelsbe Organisatorisc
Volgende delen aelk van deze zeve
Bijlage 1.1.Bijlage 1.1.1.Universiteiten enmplementatie van Actiepunt 3.1: Actiepunt 4.3: Actiepunt 7.1: Aanbeveling
opsporing van Actiepunt 13.
te bevorderen
ë
HT VAN DEBIEDEN EN
ntatie van de aanbschillende domeinopleiding; van protocollen evan ICT-technolog
oor kwaliteitsverbent van de patiënt eestand; che hervormingen
analyseren wie den domeinen zijn:
Onderwijs en Universiteiten e
n hogescholen n volgende aanbev: aantrekkelijkheid: opleiding van ad: nieuwe functie va12: ontwikkeling
n chronische ziekt1: vaardigheden
n.
E BELANGRN BETROKK
bevelingen van denen noodzakelijk:
n communicatiehugieën; etering; en van de mantelz
n. e voornaamste b
opleiding en hogescholen
zijn belangrijkevelingen: d van het beroep vvanced practice nan casemanager;g van vaardigheten mogelijk makezorgverlener om
RIJKSTE KEN
eze ‘position pape
ulpmiddelen;
zorger;
etrokken actoren
n e actoren voor
van huisarts; nurses;
eden die vroegten; patiënt empower
55
er’ zijn
voor
r de
tijdige
rment
56 Organisatie zorg voor chronisch zieken in België KCE Report 190As
Bijlage 1.1.2. Beroepsorganisaties De beroepsorganisaties hebben de verantwoordelijkheid om volgende punten op te nemen in hun programma's van permanente vorming: • Aanbeveling 2: opleidingsmodules om zorgverleners te leren de
behoeften van patiënten in te schatten en een zorgplan uit te werken; • Actiepunt 7.1: ontwikkeling van een vormingsprogramma voor de
ontwikkeling van competenties die nodig zijn voor casemanagement; • Actiepunt 11.3: ontwikkeling van een opleidingsmodule voor
ontslagmanagement; • Aanbeveling 12: permanente vorming om vaardigheden die
vroegtijdige opsporing van chronische ziekten mogelijk maken te onderhouden/verbeteren.
Bijlage 1.2. Ontwikkeling van protocollen en communicatiehulpmiddelen;
Bijlage 1.2.1. Beroepsorganisaties De beroepsorganisaties hebben de hoofdverantwoordelijkheid bij de ontwikkeling van de hulpmiddelen die in volgende actiepunten worden vermeld: • Actiepunt 1.2: ontwikkeling en gebruik van een chronische zorgmodule
in het medisch dossier; • Aanbeveling 12: hulpmiddelen voor het vergemakkelijken van
vroegtijdige opsporing; • Actiepunt 13.2: ontwikkeling hulpmiddelen om “patiënt empowerment”
te bevorderen; Bijlage 1.2.2. Patiëntenorganisaties • Actiepunt 13.2 (ontwikkeling hulpmiddelen om “patiënt empowerment”
te bevorderen) vereist ook de actieve betrokkenheid van patiëntenorganisaties.
Bijlage 1.2.3. Verzekeringscomité • Actiepunt 1.3: goedkeuring van een gestandardiseerd instrument om
patiëntbehoeften in te schatten.
Bijlage 1.3. Ontwikkeling van toepassingen voor Informatie- en Communicatietechnologie
Bijlage 1.3.1. eHealth Talrijke aanbevelingen en actiepunten vereisen voor een succesvolle implementatie specifieke Informatie- en Communicatietechnologie (ICT) toepassingen. De implementatie van nieuwe ICT-toepassingen valt voornamelijk onder de verantwoordelijkheid van eHealth: • Actiepunt 1.2: ontwikkeling en gebruik van een chronische zorgmodule
in het medisch dossier in samenwerking met de professionele hulpverleners;
• Actiepunt 6.3: gegevensverzameling voor het meten van kwaliteitsindicatoren;
• Actiepunt 13.2: ontwikkeling hulpmiddelen om “patiënt empowerment” te bevorderen in samenwerking met patiëntenorganisaties en professionele zorgverleners
• Actiepunt 14.1: implementatie van een gezondheidszorgsysteem gericht op chronische zorg, gebaseerd op o.m. gegevens verzameld op verschillende niveaus;
Bijlage 1.3.2. Verzekeringscomité • Actiepunt 1.2: ontwikkeling en gebruik van een chronische zorgmodule
in het medisch dossier.
KCE Report 190
Bijlage 1.4.Voor kwaliteitsvvan verschillendBijlage 1.4.1.• Actiepunt 6
van het kw• Actiepunt
ontslagmangeriatrie).
Bijlage 1.4.2.• Actiepunt 6
van het kw• Actiepunt 6• Actiepunt 6• Actiepunt
zorglocatie• Actiepunt
houden meBijlage 1.4.3.• Actiepunt 6
van het kw• Actiepunt 6Bijlage 1.4.4.• Actiepunt
kwaliteitsinBijlage 1.4.5.• Actiepunt 6
van het kw• Actiepunt 6
0As
Initiatieven verbetering initiatde actoren: . Federale ov6.1: definitie van
waliteitssysteem in11.3: noodza
nager voor co
. Beroepsorga6.1: definitie van
waliteitssysteem in6.2: identificeren v6.4: feedback naa
11.1: ontwikkeles; 15.1: ontwikkelin
et multimorbiditeit. Patiëntenorg6.1: definitie van
waliteitssysteem in6.2: identificeren v. eHealth
6.3: gegevenndicatoren. . Nationale Ra6.1: definitie van
waliteitssysteem in6.2: identificeren v
voor kwaliteitsieven is de kenni
verheden en deeduidelijke doelste samenwerking mak voor het
omplexe gevalle
anisaties duidelijke doelste samenwerking m
van kwaliteitsindicar de zorgverlenerling van gedee
ng van klinische . ganisaties duidelijke doelste samenwerking m
van kwaliteitsindic
sverzameling v
aad voor Kwaliteduidelijke doelste samenwerking m
van kwaliteitsindic
Organisatie z
sverbetering is en medewerkin
elstaten ellingen en conseqmet de stakeholde
aanstellen van (cf. zorgpro
ellingen en conseqmet de stakeholdecatoren; rs; elde protocollen
richtlijnen die r
ellingen en conseqmet de stakeholdecatoren;
voor het mete
eitsPromotie ellingen en conseqmet de stakeholdecatoren;
zorg voor chronisc
ng nodig
quenties rs;
an een gramma
quenties rs;
tussen
rekening
quenties rs;
en van
quenties rs;
•
B•
B•
•
BEpB•
•
••
B•
B•
•
ch zieken in België
Actiepunt 11zorglocaties
Bijlage 1.4.6. Aanbeveling
kwaliteitsverbhierboven ver
Bijlage 1.4.7. Actiepunten
gegevensverz Actiepunt 1
ontslagmanaggeriatrie).
Bijlage 1.5.Empowerment verprofessionele zorgBijlage 1.5.1. Actiepunt 5.2:
lang mogelijk Actiepunt 13
empowermen Actiepunt 14.1 Actiepunt 14
routinezorg. Bijlage 1.5.2. Actiepunt 13.
te bevorderenBijlage 1.5.3. Actiepunt 13.
te bevorderen Actiepunt 13.2
te bevorderen
ë
1.1: ontwikkeling
Verzekeringsco6: onder
eteringprogrammrmelde actiepunte
Wetgeving 6.1, 6.3: wett
zameling; 1.3: noodzaak
ger voor comp
Empowermenreist een nauwe gverlener.
Patiëntenorgan: ondersteuning vals gewenst thuis3.2: ontwikkelint; 1: verstrekken van4.2: aanmoedig
Universiteiten e1: vaardigheden
n. Beroepsorgani
1: vaardigheden n; 2: ontwikkeling hu
n.
g van gedeelde
omité rsteuning vana voor chronisc
en omvat.
telijk kader en
voor het aplexe gevallen
nt samenwerking tu
nisaties van de mantelzorgs kan blijven; g van hulpmid
n tijdige en nauwkgen van patiën
en hogescholenzorgverlener om
isaties zorgverlener om
ulpmiddelen om “
e protocollen tu
n een coche zorg, dat d
n voorwaarden
aanstellen van (cf. zorgprogra
ssen de patiënt e
ger zodat de patië
ddelen voor p
keurige informatient empowermen
n patiënt empower
patiënt empower
patiënt empowerm
57
ussen
ontinu de 4
voor
een amma
en de
ënt zo
atiënt
e; nt in
rment
rment
ment”
58 Organisatie zorg voor chronisch zieken in België KCE Report 190As
Bijlage 1.5.4. Ziekenfondsen • Actiepunt 5.2: ondersteuning van de mantelzorger zodat de patiënt zo
lang mogelijk als gewenst thuis kan blijven; • Actiepunt 14.1: verstrekken van tijdige en nauwkeurige informatie; • Actiepunt 14.2: aanmoedigen van patiënt empowerment in
routinezorg.
Bijlage 1.6. Personeelsbestand Bijlage 1.6.1. Federale overheden • Aanbeveling 19: planning van personeelsbestand rekening houdend
met nieuwe taken en functies in de eerstelijnszorg. Bijlage 1.6.2. Beroepsorganisaties • Actiepunt 3.2: arbeidsomstandigheden in de eerstelijnszorg. Bijlage 1.6.3. Verzekeringscomité • Actiepunt 3.2: arbeidsomstandigheden in de eerstelijnszorg; • Actiepunten 4.1 en 4.2: delegeren van taken van huisartsen naar
andere zorgverleners, en van verpleegkundigen naar minder gekwalificeerde professionele zorgverleners.
• Actiepunt 7.1: nieuwe functie van casemanager. Bijlage 1.6.4. Wetgeving • Actiepunt 3.2: arbeidsomstandigheden in de eerstelijnszorg
(huisartsen); • Actiepunt 4.1 en 4.2: mogelijkheid tot het delegeren van taken; • Actiepunt 4.3: erkenning van nieuwe kwalificaties voor
verpleegkundigen; • Actiepunt 7.1: nieuwe functie van casemanager.
Bijlage 1.7. Organisatorische hervormingen Bijlage 1.7.1. Observatorium voor chronische ziekten • Actiepunt 15.1: opvolging van relevante wetenschappelijke
ontwikkelingen en gegevens over chronische zorg/patiënten; • Actiepunt 20: omzetten van deze ‘position paper’ in een operationeel
plan en de implementatie ervan evalueren. Bijlage 1.7.2. Deelstaten • Actiepunten 5.1, 5.2 en 5.3: zorg in een zo min mogelijk complexe
omgeving: beleid, ondersteuning van mantelzorgers, ontwikkeling van alternatieven voor geïnstitutionaliseerde zorg;
• Actiepunt 15.1: opvolging van relevante wetenschappelijke ontwikkelingen en gegevens over chronische zorg/patiënten;
• Actiepunt 16.1: optimalisering van de coördinatiestructuren op mesoniveau;
• Aanbeveling 17: toegankelijkheid en billijkheid voor alle chronische patiënten bijv. respijtzorg, wachtlijsten voor residentiële zorg.
Bijlage 1.7.3. Interministeriële conferentie • Actiepunt 5.1: beleidsmaatregelen om patiënten met een chronische
aandoening aan te moedigen om thuis te blijven; • Actiepunt 7.2: vereenvoudigen van coördinatienetwerken; • Actiepunt 16.1: optimalisering van de coördinatiestructuren op
mesoniveau; • Actiepunt 20: omzetten van deze ‘position paper’ in een operationeel
plan en de implementatie ervan evalueren. Bijlage 1.7.4. Toekomstig Instituut met als taak overlegde
antwoorden te geven op de grote uitdagingen inzake gezondheidszorg
• Actiepunt 7.2: vereenvoudigen van coördinatienetwerken; • Actiepunt 16.1: optimalisering van de coördinatiestructuren op
mesoniveau; • Actiepunt 16.2: strategische coördinatiecel op het hoogste niveau;
KCE Report 190
• Actiepunt 2plan en de
Bijlage 1.7.5.• Actiepunt
ontwikkelin• Actiepunt 1
hervormingBijlage 1.7.6.• Actiepunte
omgeving: alternatieve
• Aanbevelin• Aanbevelin
patiënten;• Aanbevelin
, eerstelijnsBijlage 1.7.7.• Actiepunt 5
thuisomgev
0As
20: omzetten vanimplementatie er. RIZIV
15.1: opvolginngen en gegevens15.2: operationelegen. . Verzekeringn 5.1, 5.2 en 5.3beleid, ondersteu
en voor geïnstitutng 16: optimalisereng 17: toegankel
ng 18: mix van bes- en ambulante z. Wetgeving 5.1: een beleid daving te wonen.
n deze standpuntrvan evalueren.
ng van relevas over chronische e competentiepoo
gscomité 3: zorg in een zouning van mantelzionaliseerde zorgen van bestaandeijkheid en billijkh
talingsmechanismzorg.
at de chronisch zie
Organisatie z
tnota in een oper
ante wetenschazorg/patiënten;
ol voor implemant
o min mogelijk cozorgers, ontwikke; e coördinatiestruceid voor alle chr
men en budget vo
eke aanmoedigt o
zorg voor chronisc
rationeel
appelijke
tatie van
omplexe eling van
cturen; ronische
oor thuis-
m in zijn
ch zieken in Belgiëë 59
60 Organisatie zorg voor chronisch zieken in België KCE Report 190As
Belangrijkste actoren in de implementatie van de actiepunten en aanbevelingen
Universiteiten/hogescholen
Beroeps organisaties
Patiënten organisaties
Ver-zekerings-comité
eHealth Federale overheden
Deelstaten NRKP Minister (Wetgeving)
Zieken-fondsen
Onderwijs en vorming
AP.3.1 AP.4.2 AP 7.1 Aanbev.12 AP 13.1
Aanbev.12 AP 7.1 AP 11.3 Aanbev.12
Ontwikkeling van protocollen en communicatie-hulpmiddelen
AP 1.2 Aanbev.12 AP 13.2
AP 13.2
Ontwikkeling van ICT-technologieën
AP 1.2
AP 1.2 AP 6.3 AP 13.2 AP 14.4
Initiatieven voor kwaliteits-verbetering
AP 6.1 AP 6.2 AP 6.4 AP 11.1 AP 15.1
AP 6.1 AP 6.2
Aanbev.6 AP 6.3 AP 6.1 AP 11.3
AP 6.1 AP 6.1 AP 6.2 AP15.1
AP 6.1 AP 6.3 AP 11.3
Empowerment AP 13.1 AP 13.1 AP 13.2
AP.5.2 AP.13.2 AP 14.1 AP 14.2
AP.5.2 AP 14.1 AP 14.2
Personeels-omkadering
AP 3.2 AP.3.2 AP.4.1 AP 4.2 AP 7.1
Aanbev.19 AP.3.2 AP.4.1 AP 4.2 AP 4.3 AP 7.1
KCE Report 190
Organisatorischwijzigingen
0As
Observatovoor chroziekten
he AP 15.1 AP 20
orium onische
Institutoekom
AP 7.2AP 16.AP 16.AP 20
Organisatie z
ut voor de mst
Inteber
1 2
AP AP AP AP
zorg voor chronisc
erdepartementalraadslaging
5.1 7.2 16.1 20
ch zieken in België
e Verzekering
AP 5.1 AP 5.2 AP 5.3 Aanbev.16 Aanbev.17 Aanbev.18
ë
gscomité Deel
AP 5AP 5AP 5AP 1AP 1Aanb
lstaten RIZ
5.1 5.2 5.3 15.1 16.1 bev.17
APAP
ZIV Mini(We
P 15.1 P 15.2
AP 5
61
ister tgeving)
5.1
COLOFONTitel:
Eindredactie:
Co-auteurs:
Reviewers:
Externe experte
Acknowledgem
Externe Validat
Stakeholders:
N
en:
ents:
toren:
Posit
Dom
FelicVolksRIZIVQuoiAntwTher
Lede
Daangeria(Obs(UGevan BethHensMedi(Soc(Clin(SPFVlaan
PierrVolks
Prof.(Instide S
JohaindépCorinCoesEerst(Huis
tion paper: organi
inique Paulus, Ko
city Allen (Abacussgezongdheid –V), Jan Heyrmandbach (Cabinet d
werpen), Olivier Scese Van Durme (U
en van de raadgev
n Aeyels (Huis atrie), Claudine servatoire Santé dent), Claude DecuZiekenhuisapotheune (ANMC), Mics (Socialistische Mica), Luc Lefèbvreiété Scientifique diques Universitair
F Santé publique –nderen), Ilse Wee
re-Yves Bolen (Résgezondheid – SP
Dr med. Reinhaitute of Tropical Mherbrooke, Canad
an Abrahams (St-pendantes de Benne Bouuaert (ULssens (Woon-teLijnsgezondheidsartsengroepsprak
satie van zorg vo
oen Van den Heed
s International®), SPF Santé Publ (KULeuven), Jeade la Ministre deschmitz (UCL), HilUCL), Florence V
vende en wetensc
voor GezondheidBaudart (Associadu Hainaut), Anneuyper (Fédération ekers), Aurore Dcky Fierens (LigueMutualiteit), Lon He (Société Scientdes Jeunes méderes UCL Mont-Go– FOD Volksgezo
eghmans (Vlaams
égion Wallonne), BPF Santé publique
ard Busse (DepaMedicine, Antwerpda)
Elisabeth Woon-elgique), Marie-ClaLG), Pierre Cheva
en zorgcentrumdszorg Amberesktijk Het pleintje
or chronisch zieke
de, Raf Mertens
Sibyl Anthierensique), Anja Desoan Macq (UCL), s Affaires Socialede Spitters (Unive
Vandendorpe (UCL
chappelijke raad v
d), Jean-Pierre Bation des infirme Beyen (Regionnationale des infie Wilde (Fédéra
e des Usagers deHoltzer (Associatietifique de Médec
ecins généralistesodinne), Jean-Luondheid), Luc Vans Patiëntenplatform
Brigitte Bouton (Re), Ri De Ridder (R
artment of Healthpen), Prof. Martin
en zorgcentrum Haire Beaudelot (C
alier (UCL), Marleem St-Bernarduss, Antwerpen), e Booischot), Ti
en in België .
s (Universiteit Anomer, Sophie GeGeorge Osei-Ass
es et de la Santéersiteit Tilburg), LL), Bert Vrijhoef (U
van het Observato
Baeyens (Belgiscmières indépenda
aal Ziekenhuis Hirmiers de Belgiqution Nationale de
es Services de Sae K.U.Leuven / Vlaine Générale), Lu
s – SSMJ), Frankc Vachiery (Hôpi
n Gorp (Katholiekem), Johan Wens (
Région Wallonne),RIZIV – INAMI), S
h Care ManagemFortin (Départem
Hasselt), ,ClaudinCliniques Universen Cloes (Ligue e
s, Bertem), LeSofie De Mars
ne Devlieger (U
twerpen), Liesbeerkens, Genevievsibey (Abacus Inté Publique), Roy Linda Symons (UnUniversiteit Tilburg
orium voor chronis
che Vereniging vantes de BelgiquHeilig Hart Tienenue), Marc Dooms es Infirmiers de
anté), Johan Hellinaamse Overheid)uc Maes (E-Healtk Nobels (OLVZ Aital Erasme), Isabe Hogeschool Lim(Universiteit Antwe
Chris Decoster (Stephen Mitchell (A
ment Berlin, Germment de médecine
ne Baudart (Assoitaires Saint-Luc)en faveur des insentje Cools (Ss (Ziekenzorg
Universiteit Antwe
eth Borgermans (ve Haucotte (INAternational®), VincRemmen (Univerniversiteit Antwerpg)
sche ziekten
voor gerontologieue), Luc Berghm
n), Jan De Maese(Belgische VerenBelgique), Xavie
ngs (ICURO), Eve, Tom Jacobs (Doth), Guillaume MAalst), Christian Sbelle Van der Br
mburg / Wit-Gele erpen)
FOD Abacus Internatio
many), Prof Bart e de famille, Unive
ciation des infirm), Guy Beuken (Uuffisants rénaux),SamenwerkinginitCM), Jos Des
erpen), Ingrid D
(FOD AMI –ciane rsiteit pen),
e en mans eneer niging er De elyne omus athot
Swine empt Kruis
onal®)
Criel ersité
ières UCL), Bart tiatief medt ruyts
Leden van de stakeholders ui
Belangenconflicen de stakehold
Belangenconflicvalidatoren:
Layout:
Stuurgroep (ook tgenodigd):
cten van de experders:
cten van de
(VereVerhvzw Jeande la(FéddomiMulti(ABS(Ziek(LandMinis(Dom
als JeanDecoVolksHusdGenePubliAffairVolksVolks
rten Expeuitgebelangezozou k
ReinEuro
Ine V
eniging Huisartseaegen (GBO / CaSocialistische Mu
n Loiseau (Associaa Province de Lièération des Assoicile Liège-Huy-Wdisciplinair Netwe
SYM – BVAS), Jekenhuis Netwerk Adsbond van de Ostre de la Famille,mus Medica).
n-Pierre Baeyens oster (FOD Volksgsgezondheid – SPden (Cabinet Régeret (Cabinet du Mic de Wallonie, Dres Sociales et sgezondheid –sgezondheid), Ilseerten, stakeholderenodigd hebben hng hebben op
ondheidszorgsectokunnen ondermijn
hard Busse ontvinpe’ (2010) en voo
Verhulst
nkringen Zuiderkeartel), Marleen Hautualiteiten), Hildeation des gestionnège), Kara Mazluociations de MédWaremme), Franerk Oost-Meetjeslean-François SouAntwerpen), Kristnafhankelijke Ziek de la Santé et de
(Belgische Veregezondheid – SPPF Santé publiqugion Wallonne), Ministre du Gouv
DG05), Louis Paqde la Santé PuSPF Santé pu
e Weeghmans (Vlrs, leden van de
hun waardevolle ehet gebied v
or. Geen van hen nen.
ng auteursrechtenor verschillende pr
empen), Caroline aems (Kovag), Sae Lamers (Alzheimnaires Publics de um (Dionysos), Sdecins Généralistençois Poncin (Rand & West-Meeupart (Forum destien Van Deyk (Ukenfondsen), Kares Affaires sociale
eniging voor gerPF Santé publiqueue), Micky FierensMarie-Claire Min
vernement de la Rquay (Wit-Gele Kublique), Dominiqublique), Isabellelaams Patiëntenpstuurgroep en h
ervaring en kennisvan chronische heeft een ander b
n voor de Observresentaties over d
Ducenne (asbl Abine Henry (Liguemer Liga), MarinaMaisons de Repo
Saphia Mokrane (es de Bruxelles)
Réseau-Hépatiteetjesland), Janneks Associations deZ Leuven), Omerin Van Sas (Praktes de la Commun
rontologie en gee), Ri De Ridder (s (Ligue des Usane (Fédération WRégion de BruxellKruis), Vinciane Qque Sege (Coccoe Van der Breplatform) het Observatoriums over het onderw
zorg, gelinkt belangenconflict v
vatory/WGO publicdit thema
Aidants Proches, Be Alzheimer), Jana Lermytte (De Vos et de Maisons (Entraide Marolle, Christine Ori (aC Bruxelles), I
ke Ronse (UGente Généralistes), Pr Van Haute (UZ tijkhuis Baarle), Aauté germanopho
riatrie), Jacques RIZIV – INAMI), O
agers des ServiceWallonie-Bruxellesles-Capitale), Sop
Quoidbach (Cabinom), Saskia Vanmpt (SPF Sant
m voor chronischewerp gedeeld. In
aan hun publvermeld dat hun b
catie over ‘Tacklin
Belgrade), Anne Gnnie Hespel (ThuisVolksmacht Turnh de Repos et de ss), Valentine Mu
asbl Aides et soiIlse Pynaert (Lo), Ferdinand SchrPaul Van den HeGent), Chris Van
Alfred Velz (Cabinone), Patrick Verd
Boly (ANMC), COlivier Grégoire (
es de Santé), Yols), Philippe Henrphie Lokietek (Senet de la Ministren Den Bogaert (té publique –
e ziekten, die wedat opzicht kunneieke functie in
bijdrage aan dit pr
ng Chronic Disea
Gillet-shulp hout), soins sette ins à okaal reurs euvel n Hul et du
donck
Chris (FOD ande ry de ervice e des (FOD FOD
erden en zij de
roject
ase in
Disclaimer:
Publicatiedatum
Domein:
MeSH:
NLM classificat
Taal:
Formaat:
Wettelijk depot:
Copyright:
Hoe refereren n
m:
tie:
:
naar dit document
• Draw
• Vuw
• To• A
al 19 de
Healt
Chro
W.84
Nede
Adob
D/20
De http:/
t? PauluHealtKCE
Dit d
De externe expertapport. Hun opm
wetenschappelijkervolgens werd it een consensu
wetenschappelijkot slot werd dit r
Alleen het KCE islsook voor de aaecember 2012 (2n
th Services Resea
onic Disease; Hea
4.3.
erlands
be® PDF™ (A4)
12/10.273/82
KCE-rapporten //kce.fgov.be/nl/co
us D, Van den Heth Services ReseReports 190As. D
ocument is besch
rten werden geramerkingen werdee rapport en gingeen (finale) vers
us of een meerde rapport en ging
rapport unaniems verantwoordel
anbevelingen aannd print; 1st print:10
arch (HSR)
lth Care Reform;
worden gepubontent/de-copyrigh
eede K, Mertens earch (HSR). BruD/2012/10.273/82
hikbaar op de web
aadpleegd over een tijdens vergadgen niet noodza
sie aan de validaderheidsstem tusgen niet noodza goedgekeurd dolijk voor de even de overheid. 0 december 2012
Organization and
bliceerd onder hts-van-de-kce-ra
R. Position papeussel: Federaal K2.
bsite van het Fede
een (preliminairederingen besprokelijk akkoord m
atoren voorgelegssen de validatokelijk alle drie akoor de Raad van ntuele resterend
)
Administration
de Licentie Capporten.
r: organisatie vanKenniscentrum vo
eraal Kenniscentru
e) versie van heoken. Zij zijn gee
met de inhoud ervd. De validatie v
oren. Zij zijn geekkoord met de inBestuur.
de vergissingen
Creative Commo
n zorg voor chronoor de Gezondhe
um voor de Gezon
t wetenschappeen coauteur vanvan. van het rapport ven coauteur vannhoud ervan.
of onvolledighe
ons « by/nc/nd
nisch zieken in Beidszorg (KCE). 2
ndheidszorg.
lijke n het
volgt het
eden
d »
elgië. 2012.