22
12-12-2017 Versie: 0.4 Datum: 12-01-2018 Auteur: Ambtelijke Werkgroep Oostland PLAN VAN AANPAK VERKENNING OOSTLAND RUIMTELIJK-ECONOMISCHE STRUCTUURVERSTERKING VANUIT HET PERSPECTIEF VAN DE GREENPORT

PLAN VAN AANPAK VERKENNING OOSTLANDIn hoofdstuk 2 van dit projectplan treft u de inhoud van het project, en de afbakening daarvan. Ook wordt hier de context geschetst, en krijgt u

  • Upload
    others

  • View
    1

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: PLAN VAN AANPAK VERKENNING OOSTLANDIn hoofdstuk 2 van dit projectplan treft u de inhoud van het project, en de afbakening daarvan. Ook wordt hier de context geschetst, en krijgt u

12-12-2017

Versie: 0.4

Datum: 12-01-2018

Auteur: Ambtelijke Werkgroep Oostland

PLAN VAN AANPAK VERKENNING OOSTLAND

RUIMTELIJK-ECONOMISCHE STRUCTUURVERSTERKING VANUIT

HET PERSPECTIEF VAN DE GREENPORT

Page 2: PLAN VAN AANPAK VERKENNING OOSTLANDIn hoofdstuk 2 van dit projectplan treft u de inhoud van het project, en de afbakening daarvan. Ook wordt hier de context geschetst, en krijgt u

1

Inhoudsopgave

1 Inleiding........................................................................................................................... 2

1.1 Aanleiding project ................................................................................................. 2

1.2 Leeswijzer ................................................................................................................ 5

2 Projectinhoud ................................................................................................................ 6

2.1 De context van dataverzameling in Oostland op het gebied van glastuinbouw ..................................................................................................................... 6

2.2 Projectdoel en -resultaat .................................................................................... 8

2.3 Projectafbakening ................................................................................................. 9

2.4 Inhoudelijke (hoofd)activiteiten per fase .................................................. 11

3 Beheersaspecten ........................................................................................................ 12

3.1 Geld .......................................................................................................................... 12

3.2 Organisatie ............................................................................................................ 13

3.3 Overlegstructuren en rollen ............................................................................ 14

3.4 Doorlooptijd en mijlpalen ................................................................................ 14

3.6 Kritische succesfactoren en risico’s ................................................................ 15

4 BIJLAGEN ...................................................................................................................... 17

Bijlage 1: Overzicht contactgegevens betrokken partijen en personen ...... 17

Page 3: PLAN VAN AANPAK VERKENNING OOSTLANDIn hoofdstuk 2 van dit projectplan treft u de inhoud van het project, en de afbakening daarvan. Ook wordt hier de context geschetst, en krijgt u

2

1 Inleiding

1.1 Aanleiding project

De aanleiding om tot een nadere analyse van Oostland te komen, is gelegen in het

Strategisch handelingsperspectief Westland-Oostland, dat op 8 december 2015 door de

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland is vastgesteld.1 Dit handelingsperspectief heeft

geleid tot een verdieping van een visie op de glastuinbouw in Westland, want daar was

de druk op behoud van de tuinbouw het grootst, zo werd gesteld. Er was reden om in

een coalitie met particuliere partijen, op instigatie van deels bancaire investeerders

(Rabobank) een start te maken met modernisering en herstructurering van de

glastuinbouw in Zuid-Holland, hetgeen onder andere heeft geleid tot het werkboek

Westland.2

Ook het Oostlanddeel van dezelfde greenport, respectievelijk Lansingerland, Pijnacker-

Nootdorp, Waddinxveen en Zuidplas, is in omvang en productie bepalend voor het reilen

en zeilen van de sector, én bepalend voor de aard en het uiterlijk van de gemeenten in

deze greenport. Het is daarom logisch dat het Oostland eveneens tegen het licht wordt

gehouden. De provincie Zuid-Holland heeft in het eerste kwartaal van 2017 een

preverkenning uitgevoerd, dat geleid heeft tot de rapportage ‘Sporen voor Oostland’.3

Conclusie daaruit is dat samenwerking nodig is om te werken aan de ruimtelijk-

economische structuurversterking. Er is sprake van een aantal grote opgaven in dit

gebied die een nauwe relatie hebben met de glastuinbouw, en waarop diverse trajecten

lopen (zie kaartje hieronder). De ambities die gelden voor het glastuinbouwcluster in

Oostland vragen om een nadere uitwerking in een plan van aanpak, bij dezen opgesteld

door de Ambtelijke Werkrgroep Oostland4.

Het is niet eenvoudig om een grens te trekken in tuinbouwgebieden, noch om te bepalen

waar we het nu exact over hebben als het om het Oostland gaat. In dit plan van aanpak,

wordt uitgegaan van een plangebied dat de gemeenten Lansingerland, Pijnacker-

Nootdorp en Zuidplas betreft, met inbegrip van het Waddinxveense als het gaat om de

Glasparel+ en overig verspreid glas, en rekening houdend met de ligging en positionering

van de BAR-gemeenten, met name als agrologistieke hub in de nabijheid (immers,

Barendrecht-Ridderkerk maakt in die hoedanigheid onderdeel uit van de triple helix

genaamd Greenport West-Holland).

1 Strategisch handelingsperspectief Greenport Westland-Oostland, eindrapport van fase 1 van de

gebiedsverkenning, Vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 8 december 2015. 2 Werkboek Westland – ruimtelijk economische strategie greenport 3.0, HOT, Satelliet infra-energie-ruimte,

oktober 2016. 3 Sporen voor Oostland, Etwin Grootscholten, Provincie Zuid-Holland, Q1 2017

4 Bestaande uit: Samir Amghar & Lydia Voogelaar, gemeente Lansingerland; Chris Bos, gemeente Pijnacker-

Nootdorp; Etwin Grootscholten, Provincie Zuid-Holland; Marieke Harteveld, gemeente Waddinxveen; Hans

Houtman, gemeente Zuidplas.

Page 4: PLAN VAN AANPAK VERKENNING OOSTLANDIn hoofdstuk 2 van dit projectplan treft u de inhoud van het project, en de afbakening daarvan. Ook wordt hier de context geschetst, en krijgt u

3

Onder het motto ‘Feeding en Greening the Megacities’ houdt de Greenport West-Holland

zich bezig met modernisering en innovatie van het tuinbouwcluster in de regio, als

mondiale speler op het gebied van voedsel, gezondheid en welbevinden. Daarbij gaat het

om het behoud van het tuinbouwcluster, en duurzame innovatieve doorontwikkeling

ervan naar een stabiele gezonde toekomst. Zowel voor de gemeenten als de provincie

zijn modernisering en verduurzaming van het teeltareaal prioritair in het

glastuinbouwbeleid. Dit plan van aanpak levert voor het Oostlandgebied ook bouwstenen

voor deze agenda.

1.2. De opgave in Oostland

Binnen de Greenport West-Holland hebben de Oostland-gemeenten en de provincie

gedeelde doelen, namelijk:

Het kunnen voeren van goed ruimtelijk-economisch beleid ten behoeve van een

toekomstbestendig glastuinbouwcluster.

Het komen tot bouwsteen voor de integrale opgave waar het gebied voor staat.

Omdat het regionale glastuinbouwcluster over gemeentegrenzen heen gaat en verweven is

met elkaar, onderzoeken wij in 2018 samen met de provincie Zuid-Holland, Pijnacker-

Nootdorp, Lansingerland, Zuidplas en Waddinxveen de wijze waarop de

toekomstbestendigheid van het glastuinbouwcluster in de regio Oostland gewaarborgd blijft.

Page 5: PLAN VAN AANPAK VERKENNING OOSTLANDIn hoofdstuk 2 van dit projectplan treft u de inhoud van het project, en de afbakening daarvan. Ook wordt hier de context geschetst, en krijgt u

4

De ambtelijke werkgroep van de Oostlandgemeenten en de provincie heeft een aantal stevige

ambities geformuleerd, te weten:

1. Het faciliteren van modernisering en herstructurering van het glastuinbouwgebied.

2. Ruimte bieden aan nieuwe technische en samenwerkings ontwikkelingen voor een

optimaal vestigingsklimaat (bijv. crossovers, nieuwe verdienmodellen).

3. Kaders stellen over hoe om te gaan met glas in relatie tot verstening ervan.

4. Planologische ruimte scheppen voor functieverandering van gebiedsdelen die niet

langer doelmatig zijn voor de glastuinbouw.

5. optimaliseren van de bereikbaarheid van het gebied / doorstroming van het

verkeer.

6. Het faciliteren van de realisatie van duurzame waterhuishouding /waterzuivering.

7. Het faciliteren van de energietransitie naar een fossielvrije energievoorziening.

8. Verkennen of innovatiezones zonder regelgeving (nihil-zones) mogelijk zijn.

9. Het bevorderen we innovatie in het Oostland, onder andere door het vertevigen

van samenwerkingsverbanden, al dan niet in de triple helix.

Deze ruimtelijk-economische, en ook maatschappelijke ambities vragen om een

gezamenlijke inzet en een helder vertrekpunt. Dit plan van aanpak beschrijft hiertoe de

eerste stappen, te weten:

1. Het ontwikkelen van een ruimtelijke en economische bovenlokale visie en

beleid voor het glastuinbouwgebied Oostland om bovenstaande ambities te

bewerkstelligen

2. Het verzamelen en analyseren van de voor het Oostland relevante data, op

basis waarvan deze bovenlokale visie en beleid kan worden ontwikkeld.

3. Het zoeken van een onafhankelijke procesleider om gezamenlijk nader vorm te

gaan geven aan de gedeelde ambities (strategie en visie op het gebied,

leidend tot een haalbare uitvoering voor de realisatie van genoemde ambities)

4. Het maken van afspraken over de kostenverdeling voor deze stappen.

Gegeven de actuele ontwikkelingen binnen de glastuinbouw in Nederland, te weten de

verduurzaming als het gaat om energie (denk aan de ontwikkeling van geothermie en

gebruikmaking van restwarmte en de gevolgen daarvan voor de CO2-huishouding) en

Het Nieuwe Telen, de internationalisering, de robotisering en de vraag om meer

verstening in het tuinbouwproductieareaal, achten de gemeenten en de provincie het

verstandig om ten aanzien van die ontwikkelingen de thermometer in het gebied te

steken. Wat zit nu precies waar aan tuinbouw(gerelateerde) activiteiten, wat zijn de

bedrijfsoppervlakten, wat is de leeftijd van de glasopstanden, etcetera. Dat is de eerste

fase van dit project: gestandaardiseerd verzamelen en bijhouden van voor de toekomst

van het Oostland relevante basisinformatie, waarmee bovenlokaal een visie en beleid kan

worden ontwikkeld: het primaire doel van het project.

Er is tevens sprake van andere functies in het gebied dan louter glastuinbuw. Voor een

toekomstbestendig greenportcluster is het van belang om deze feitelijkheid mee te

nemen in de analyse. Zo zijn er herhaaldelijk verzoeken om in

glastuinbouwbedrijvengebieden andere functies toe te staan dan die van glastuinbouw,

variërend van uitbreiding door reeds aldaar gevestigde (niet-glastuinbouw) bedrijven, tot

Page 6: PLAN VAN AANPAK VERKENNING OOSTLANDIn hoofdstuk 2 van dit projectplan treft u de inhoud van het project, en de afbakening daarvan. Ook wordt hier de context geschetst, en krijgt u

5

het opstarten van nieuwe bedrijven en/of andere strijdige functies in het gebied (zoals

paardenpensions). Dit speelt met name aan de randen van de

glastuinbouwbedrijvengebieden. Om recht te doen aan het behoud van het

glastuinbouwareaal, maar ook om niet alle initiatieven op voorhand te frustreren, is er

ruimtelijk beleid nodig op gebiedsniveau. Het gezamenlijke project om het cluster zo

goed mogelijk in kaart te brengen, draagt daaraan bij.

De provincie Zuid-Holland ziet hier haar rol als facilitator voor een belangrijke stap in het

proces naar een duurzame toekomst voor de tuinbouw. Derhalve maakt dit project deel

uit van haar greenportsprogramma.

1.2 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 van dit projectplan treft u de inhoud van het project, en de afbakening

daarvan. Ook wordt hier de context geschetst, en krijgt u de relevante informatie te

lezen die het nut en de noodzaak van de verkenning Oostland onderstrepen. Hoofdstuk 3

gaat in op de beheersmatige aspecten van het project.

Page 7: PLAN VAN AANPAK VERKENNING OOSTLANDIn hoofdstuk 2 van dit projectplan treft u de inhoud van het project, en de afbakening daarvan. Ook wordt hier de context geschetst, en krijgt u

6

2 Projectinhoud

2.1 Drie projectfasen

Zoals reeds aangegeven is het project opgebouwd uit drie fasen:

1. Het gestandaardiseerd verzamelen en bijhouden van voor de toekomst van

het Oostland relevante data, op basis waarvan bovenlokaal visie en beleid

kan worden ontwikkeld;

2. Het ontwikkelen van een ruimtelijke en economische bovenlokale visie en

strategie en beleid voor het glastuinbouwgebied Oostland voor een

toekomstbestendig glastuinbouwgebied Oostland;

3. Implementatie en maken van bovenlokale afspraken inzake de uitvoering

van de ruimtelijke en economische visie en het beleid.

In 2.3 em 2.4 worden deze fasen nader uitgewerkt. Iedere fase wordt gevolgd door

bestuurlijke besluitvorming op gebiedsniveau ten aanzien van het vervolg van het

proces.

2.2 Visie- en strategieontwikkeling in Oostland op het gebied van

glastuinbouw

2.2.1. Situering van Oostland en de actuele situatie in de tuinbouwproductie

Er is sprake in Oostland van een diversiteit aan tuinbouwactiviteiten, met een primair

productieareaal dat in bedrijfsgrootte grofweg varieert tussen de 1 en de 12 hectare. Het

merendeel bestaat uit relatief moderne tuinbouwbedrijven, met glasopstanden niet ouder

dan 2005, en vruchtgroenten met een gemiddelde omvang van 6 hectare, en in sierteelt

ongeveer 2,5. In de meeste gevallen gaat het ten aanzien van de teelt niet zozeer om

specialties, maar om bulkgoederen geproduceerd voor de Nederlandse en West-Europese

markt.

Het gaat momenteel best goed met de productie van vers, gezond en mooi onder glas. In

tegenstelling tot de pijn van de jaren ervoor, met ook nog eens een EHEC-crisis buiten de

financiële eroverheen, waren 2015 en 2016 goede jaren, zo bevestigt ook Rabobank.

Maar evenzeer wordt bevestigd, dat de tijd van bulkproductie in vruchtgroenten met een

eigenstandig bedrijf onder de 7 hectare wel verleden tijd is. Dat dat niet meer past bij

modern ondernemerschap, en dat exceptionele productkwaliteit van dit type ondernemer

zich meestal niet vertaalt naar het schap in de supermarkt. Dat laat nu echter onverlet,

dat er redelijk wordt verdiend en dat de marges weer voldoende zijn om het hoofd boven

water te houden. De uittocht uit het verscherpte toezicht (bijzonder beheer) van banken

is enorm, er wordt weer wat verdiend. In deze markt kunnen we weer een paar jaar

verder. Maar is dat ook echt zo? Of is dit een tijdelijke opleving?

In deelgebieden, de vele polders in het cluster, is men overtuigd van de

overlevingskansen van het glas en zien we met partijen een goede toekomst voor de

tuinbouw. De noodzaak en meerwaarde van samenwerking op polderniveau wordt door

alle betrokken partijen gezien, maar deze is vaak ook moeilijk te bewerkstelligen.

Vanuit de sector zelf is er de roep om planologische duidelijkheid (ik wil op mijn tot in

lengte der dagen kunnen blijven ondernemen) en planologische flexibliteit (ik moet ook

Page 8: PLAN VAN AANPAK VERKENNING OOSTLANDIn hoofdstuk 2 van dit projectplan treft u de inhoud van het project, en de afbakening daarvan. Ook wordt hier de context geschetst, en krijgt u

7

andersoortige activiteiten kunnen en mogen ontplooien). Deze staan soms op gespannen

voet met elkaar, en visievorming op gebiedsniveau kan hierover duidelijkheid geven.

2.2.2. Krimp van areaal en aantal ondernemers

Tegelijkertijd houdt men bij gemeenten ook rekening met krimp van het areaal,

anderzijds ziet men ook de mogelijkheid voor modernisering in tuinbouwgebieden, of tot

multifunctionaliteit of herbestemming en transformatie, omdat de glastuinbouw in een

bepaalde polder niet als toekomstbestendig wordt beschouwd. Om die keuzes hiervoor

goed te kunnen maken, is het zivol om op het niveau van het gebied zowel kwantitatief

als kwalitatief, gestructureerd en gestandaardiseerd informatie bij te houden.

In de glastuinbouw gaat schaalvergroting door en houdt zich niet aan gemeentegrenzen.

De opschaling vindt niet noodzakelijkerwijs plaats op aangesloten percelen. Ook al is er

een raar soort paradox. Nu het weer goed gaat met de versmarkt, staan er weinig

tuinbouwbedrijven te koop, al is het tegelijkertijd ook een juist moment om te verkopen.

De vraag naar areaal van grote spelers neemt toe, en die kan met name worden

ingewilligd, vaak tegen lagere prijzen, in locaties buiten het plangebied: Tinte,

Terneuzen, Noord-Holland Noord. De dure arealen in de Greenport Westland-Oostland,

die zo geliefd worden en waaromheen het adagium van ‘the place to be’ hangt, worden

niet meer zo gekoesterd door grote, moderne ondernemers die veel willen produceren,

maar die wel in de regio hun hoofdkantoor willen houden. En je komt er vandaan, het

zijn je wortels, je sportvereniging, je kerk. Het houvast in een markt die steeds breder

gaat, tot in de raarste uithoeken van de wereld. Zoals jonge gezinnen, die kiezen voor de

veiligheid met gelijkgestemden in vinexwijken met alle gewenste voorzieningen op maat.

Sociale en culturele aspecten spelen in de vestigingslocaties van de glastuinbouw dus

nog steeds een grote rol.

2.2.3 Kennis en innovatie & de ruimtelijke impact

Dan is er nog de technologische ontwikkeling in de tuinbouw, zowel waar het het product

zelf betreft, als de wijze van productie. Niet alleen wordt deze steeds duurzamer, maar

ook steeds efficiënter. Op de lange termijn gaan grote delen van de sierteelt, maar ook

het kleine vruchtgroentenproduct (cresses, sla) meer naar meerlaagse cellenteelt, en

vindt veredeling met labfuncties plaats op tuinbouwbedrijven van grote spelers. Dit zegt

veel over de ontwikkeling van het glastuinbouwareaal, dat voor een deel verder zal gaan

verstenen. Het zal in bepaalde teelten meerlaags onder LED-verlichting gaan

plaatsvinden, de beweging van gas naar elektra wordt gemaakt, de aansluiting op de

warmterotonde en nieuwe vormen van (emissieloze) bestrijding en toename van R&D in

de veredeling leiden ook tot veranderingen in het areaal, mits flexibel wordt omgegaan

met de bestemming ‘duurzame glastuinbouw’. Een andere majeure beweging is die van

de groei aan crossovers: de productie van plantinhoudsstoffen voor de farmaceutische en

cosmetische industrie, bijvoorbeeld. Dit betekent veel voor het economisch perspectief

van de glastuinbouw, maar ook voor de inrichting van de ruimte. Een faciliterende

overheid zal hierop moeten anticiperen.

Maatwerk in de greenports ligt in de nabije toekomst dus voor de hand. Maar los

daarvan, zoals ook al in het gedragen concept ‘Feeding and Greening the Megacities’

wordt geconstateerd, dient er op technologische ontwikkelingen meer regie te zijn in het

netwerk rondom de greenports. De in het kader van deze preverkenning gevoerde

Page 9: PLAN VAN AANPAK VERKENNING OOSTLANDIn hoofdstuk 2 van dit projectplan treft u de inhoud van het project, en de afbakening daarvan. Ook wordt hier de context geschetst, en krijgt u

8

gesprekken met productieondernemers in het gebied geven allen aan, dat het

wetenschappelijke discours en landelijke trajecten slecht aangehaakt zijn bij de lokale

tuinbouwproductie en vice versa. Ook de relatie tussen de business development op de

Greenports bij Innovation Quarter en de kennis- en innovatieagenda van Greenport

West-Holland kan nog worden versterkt ten aanzien van de vermarkting van kennis en

de internationalisering waarmee de glastuinbouw te maken heeft.

Bovenstaande trends en ontwikkelingen kunnen met behulp van gestandaardiseerde

kwantitatieve data deels inzichtelijk worden gemaakt, en geven het publieke domein de

ruggengraat om ontwikkelingen in de sector, economische maar vooral ook ruimtelijk, te

kunnen faciliteren.

2.3 Projectdoel en -resultaat

Het project betreft het komen tot een ruimtelijk-economische visie en strategie op de

glastuinbouw in het Oostlandgebied. Met het gestandaardiseerd verzamelen van data op

het gebied van de glastuinbouw wordt een eerste, belangrijke bouwsteen geleverd voor

de ruimtelijk-economische structuurversterking van het Oostland, die kan neerslaan in

visies en beleid van gemeenten en provincie, en biedt inzicht ten aanzien van mogelijke

en/of wenselijke ingrepen (uitvoering) op de negen ambities die in de inleiding van dit

plan zijn gesteld.5 Ten aanzien van de glastuinbouwbedrijvigheid gaat het dan minimaal

om kwantificeerbare data die belangrijk zijn voor het realiseren van de genoemde

ambities.

Voorgesteld wordt om eerst maar eens te komen tot een gestandaardiseerde dataset van

de glastuinbouw in het Oostland, congruent aan de data die Westland reeds ter

beschikking heeft. Deze data kunnen systematisch worden bijgehouden, bijvoorbeeld in

de BAG6. Het gaat dan om koppeling van kadastrale gegevens aan CBS gegevens, en

lokale registraties van onder andere

- Teelttype

- Omvang van bedrijvigheid

- Schuifruimte op kavels.

- Leeftijd van opstanden

Een exacte opsomming van alle te verzamelen en beheren data moet nog worden

bepaald in het kader van de ambities met dit plan. Evaringen met het Westland, en de

totstandkoming van het Werkboek Westland, worden hiertoe benut.

Met gestandaardiseerde, kwantitatieve data (die in het project nader worden gedefinieerd

en uitgewerkt op basis van wensen en mogelijkheden), indien gelijk aan alle

tuinbouwgemeenten in de Greenport West-Holland, kunnen gelijksoortige analyses

worden uitgevoerd op de ontwikkeling van de sector en dienaangaande ook de

ruimtebehoefte en –mogelijkheden voor de toekomst (het kennisniveau van de

5 Zie paragraaf 1.2.

6 BasisAdministratie Gebouwen.

Page 10: PLAN VAN AANPAK VERKENNING OOSTLANDIn hoofdstuk 2 van dit projectplan treft u de inhoud van het project, en de afbakening daarvan. Ook wordt hier de context geschetst, en krijgt u

9

Oostlandgemeenten dient hierbij congruent te zijn aan dat van gemeente Westland).

Lokale en bovenlokale schuifruimte voor glastuinbouw en woningbouw kunnen dan

worden bepaald. Gegeven het feit dat het hier om een urgente ruimtelijk-economische

beleidsopgave staat, zijn provincie en gemeenten gezamenlijk verantwoordelijk voor de

uitvoeringsagenda die uit dit plan van aanpak kan voortvloeien.

Een belangrijk inverdieneffect van de dataverzameling, die een instrument moet zijn voor

de beantwoording van bovenstaande vraagstukken, is de samenwerking. Van uit de

gedeelde kennis, gezamenlijk opgebouwd, kan met elkaar het gesprek worden

aangegaan, over welke afspraken we met elkaar kunnen, willen, en moeten maken. Dan

lijkt het in eerste instantie te gaan om afspraken in het publieke domein, maar die staat

niet op zichzelf. Een belangrijk uitgangspunt is dat de ruimte in de

glastuinbouwbedrijvengebieden optimaal wordt benut en wordt verduurzaamd. Nu

Oostland de glastuinbouwgebieden van zowel de gemeente Lansingerland als Pijnacker-

Nootdorp, Waddinxveen en Zuidplas betreft, is het goed om tot een integrale strategie

van het ruimtelijk beleid op deze sector te komen. Dit doe je ook niet zonder externe

partners; de data bieden ook een goede kapstok om het gesprek met deze externe

partners aan te gaan. Hierbij moet men denken aan:

- Greenport West-Holland

- Koplopers (maar ook stoppers!) in de tuinbouw(keten)

- (Rabo)banken

- Waterschappen

- LTO Noord Glaskracht

- Horti Sciencepark (WUR/Delphy),

- VNO/NCW

- Economisch Platform Oostland.

De wensen en behoeften voortkomend uit op data gebaseerd beleid kunnen

vanzelfsprekend ook meegenomen worden en geagendeerd in landelijke trajecten, zoals

de Greenport 3.0 en het BO-MIRT.

2.4Projectafbakening

Verkenning Oostland betreft het komen tot een gedeelde en onderschreven ruimtelijk-

economische strategie en visie voor het Oostland-gebied van de glastuinbouw. De eerste

fase in het project betreft de dataverzameling. De tweede fase betreft een analyse

daarop, leidend tot een gebiedsvisie Oostland. Daarmee wordt een bouwsteen geleverd

voor de ruimtelijk-economische structuurversterking van het gebied, die kan leiden tot

een fase van uitvoering: van het faciliteren van de sector, tot het doen van duurzaam

ruimtelijke ingrepen.

De dataverzameling beperkt zich tot te kwantificeren data met betrekking tot het

greenportcluster. Natuurlijk kan de aanpak en uitkomst benut worden voor andere

sectoren en beleidsunits, maar informatie daarover zal niet worden verzameld. Dit

project is wel een bouwsteen voor een integraler kader op gebiedsniveau. In de bijlage

‘Samenhang met andere projecten’ wordt de context van het Oostlanddeel van de

Greenport en de relatie met andere opgaven geschetst.

Page 11: PLAN VAN AANPAK VERKENNING OOSTLANDIn hoofdstuk 2 van dit projectplan treft u de inhoud van het project, en de afbakening daarvan. Ook wordt hier de context geschetst, en krijgt u

10

Page 12: PLAN VAN AANPAK VERKENNING OOSTLANDIn hoofdstuk 2 van dit projectplan treft u de inhoud van het project, en de afbakening daarvan. Ook wordt hier de context geschetst, en krijgt u

11

2.5 Inhoudelijke (hoofd)activiteiten per fase

Onderstande tabel geeft grofweg de fases weer van het plan. In de samenwerking staat het

doel centraal, te weten het komen toe een visie en strategie voor de gebiedsaanpak op het

glastuinbouwcluster in dit gebied. Dit betekent dat er wellicht onvoorziene interventies nodig

zijn in het proces, en dat de fasering niet al te rigide moet worden benaderd.

Fase Activiteiten Door

Ontwerpfase

(Q3 & 4 2017)

- opstellen plan van aanpak Projectteam/projectleider

PZH

Voorbereidingsfase

(Q4 2017, Q1

2018)

- keuze voor procesleiding

- opstellen uitvraag externe inhuur

inhoudelijke expertise

(dataverzameling en borging in

systeem)

projectteam

- beoordelen offertes projectteam

- startschot project Projectteam+externe

inhuur

Realisatiefase data

(Q3 2018)

- uitvoering project en

voortgangsbewaking

Projectteam+externe

inhuur+stuurgroep

- Oplevering data in systeem met

beheerplan

Projectteam+externe

inhuur

- slotbijeenkomst Projectteam+externe

inhuur+stuurgroep

- bestuurlijk besluit vervolgfase Bestuurlijke tafel

Oostland + gedeputeerde

PZH

Analysefase

(Q4 2018 – Q2

2019)

- start visievorming en

strategiebepaling.

- slotbijeenkomst: presentatie van

visie.

Projectteam+procesleider,

externe inhuur

Bestuurlijke tafel

Oostland

- organisatie en financiering

beheer/monitoring van de data

PM

- bestuurlijk besluit vervolgfase Bestuurlijke tafel

Oostland + gedeputeerde

PZH

uitvoeringsfase PM PM

Page 13: PLAN VAN AANPAK VERKENNING OOSTLANDIn hoofdstuk 2 van dit projectplan treft u de inhoud van het project, en de afbakening daarvan. Ook wordt hier de context geschetst, en krijgt u

12

3 Beheersaspecten

3.1 Geld

Projectkosten

Voor dataverzameling en vormgeving van de beheersstructuur financiert, op basis van

ervaringen uit het verleden in vergelijkbare projecten, de provincie Zuid-Holland

€200.000,00 voor de ontwerp- voorbereidings- en realisatiefase van het eerste deel: de

dataverzameling.

Voor de eerste fase van het project is besloten om de financiering te laten plaatsvinden

door de provincie Zuid-Holland. De reden hiertoe is gelegen in het feit dat gegeven de

bestuurswisseling van 2018 in gemeente te weinig ruimte is om de begroting voor het

Oostlandproject te akoorderen, terwijl het project wel gestart kan worden.

Bij afronding van het project zal de beheersconstructie en monitoringsfunctie op de data

(jaarlijks of tweejaarlijks onderhoud en update systeem en data), voor een op basis van

eerdere ervaring geschatte som van ongeveer €80.000,00. Gemeente Westland kan

hierin meedoen, zodat de te beheren dataset geldt voor de complete Greenport West-

Holland. Een besluit voor de financiering van het beheer (wie en hoeveel) zal later

worden genomen.

Voor de analysefase (visievorming en strategiebepaling) moet rekening worden

gehouden met een inzet van €120.000,00, in een financieringsconstructie van 50/50

tussen de gemeenten en de provincie Zuid-Holland.

Voor de derde fase van het project, de uitvoering, is nog geen financiële uitwerking te

geven, dar deze afhankelijk is van de uitkomsten van de verkenning. Daarbij komt, dat

de verkenning ook een bouwsteen is voor andere processen en projecten.7

Project (co)financiering

Voor de analysefase, waarin visie wordt gevormd en een uitvoeringsstrategie wordt

bepaald, is er sprake van een co-financiering van gemeenten, orde grootte 50% op deze

fase, uitgaande van €60.000,00 kosten voor de provincie Zuid-Holland en €60.000,00

gelijkelijk te verdelen over de vier gemeenten. De ambtelijke inzet is hierin nog niet

meegenomen (zie paragraaf 3.5: capaciteit).

De projectondersteuning (en dus ook financieel-organisatorische administratie) vindt

plaats bij de provincie Zuid-Holand.

Totaal

7 Zie hiertoe bijlage 2 bij dit plan van aanpak; men moet hierbij denken aan opgaven als verstedelijking,

mobiliteit en energietransitie en circulaire economie.

Page 14: PLAN VAN AANPAK VERKENNING OOSTLANDIn hoofdstuk 2 van dit projectplan treft u de inhoud van het project, en de afbakening daarvan. Ook wordt hier de context geschetst, en krijgt u

13

Dit maakt dat gedurende de looptijd van het project gewerkt wordt met een

budgetbegroting voor de eerste, door de provincie Zuid-Holland te bekostigen, fase van

€200.000,00. Hier wordt een begroting voor opgesteld met daarin de navolgende

onderdelen

- kosten procesleiding (17,5% € 35.000)

- externe inhuur: inhoudelijke expertise (70% €140.000)

- lokatiekosten, catering (2,5% € 5.000)

- onvoorzien (10% € 20.000)

De kosten zijn geraamd op basis van eerdere ervaringen met onder anderen het Werboek

Westland, maar ook eerdere projecten die zijn uitgevoerd zoals de Atlas van de Zuid-

Hollandse Samenleving (2006) en Westlands Waterlijnen (2010)8.

3.2 Organisatie

Voor de dataverzameling en het beheerssysteem is er een Ambtelijke Werkgroep

Oostland die wordt begeleid door een procesleider met de juiste kwalificaties, die

operationeel verantwoordelijk is voor het eindresultaat. Het projectteam zorgt voor

aansturing en procesmanagement van externe partijen: van het moment van

aanbesteding totaan afronding van de opdracht. Daarnaast levert het projectteam

inhoudelijke input aan externe partijen, en begeleiden zij het proces organisatorisch: zij

dragen zorg voor de afstemming in gemeenten en provincie, en bewaken de voortgang.

De procesleider rapporteert in kwartaalrapportages aan de stuurgroep.

De stuurgroep bestaat uit bestuurlijke vertegenwoordigers in het gebied, zijnde de

verantwoordelijk wethouders van de betrokken gemeenten, die zich reeds hebben

georganiseerd in de Bestuurlijke Tafel Oostland, betreffende de vier gemeenten. Voor dit

project wordt deze tafel gecompleteerd met de verantwoordelijk gedeputeerde van de

provincie Zuid-Holland. De stuurgroep zal tweemaal gedurende het project bij elkaar

komen om de voortgang te bespreken en waar nodig de koers bij te stellen.

Bijzondere aandacht vraagt de gemeente Westland. In de samenwerkingscoalitie HOT is

door gemeente Westland samen met de provincie het Werkboek Westland opgesteld.9

Veel van de data die in Oostland beoogd worden om te verzamelen, heeft Westland reeds

in dit kader verzameld. Voor het totale cluster (Greenport West-Holland) en betrokken

partijen, zowel publiek als privaat, is het van belang eenduidige datasets te hebben. Dan

is het handig als de te verzamelen data congruent zijn aan die van Westland.

Ook is de betrokkenheid van Westland gewenst als het gaat om de borging van data in

een bestaand of nieuw systeem, zodat updates plaats kunnen vinden en er kan worden

gemonitord. Onduidelijk is of Westland reeds deze borging heeft. Indien niet, dan bestaat

de mogelijkheid om voor een deel aan te haken bij dit project.

8 Westlands Waterlijnen – innovatief met vaarten, Xplorelab/Provincie Zuid-Holland, Eindrapport, oktober 2010.

9 HOT staat voor Herstructurering en Ontwikkeling Tuinbouw. Ruimtelijk Economische Strategie Greenport 3.0

– HOT Satelliet infra-energie-ruimte, oktober 2016.

Page 15: PLAN VAN AANPAK VERKENNING OOSTLANDIn hoofdstuk 2 van dit projectplan treft u de inhoud van het project, en de afbakening daarvan. Ook wordt hier de context geschetst, en krijgt u

14

Voor de uitvoering van het project stelt de Provincie Zuid-Holland een projectruimte met

de nodige faciliteiten beschikbaar, genaamd De Zevende Hemel. Dit is een experimenteel

projecthotel (een pilot), waar de provincie integraliteit van werken en samenwerken

willen bevorderen.

3.3 Overlegstructuren en rollen

Overlegstructuur Omschrijving en rol

Projectteam Zie 3.2.

Stuurgroep Zie 3.2.

Deelteams Zowel gemeenten als provincie zijn verantwoordelijk voor de

eigen interne procesgang, die in het projectteam wel wordt

afgestemd.

Voortgang in kwartaalrapportages door externe projectleider (4x), tweemaal te

presenteren aan de stuurgroep. Eindrapportage Q4 2018 in gebiedssymposium bij einde

van het traject.

Afstemming van publieke processen

De dataverzameling betreft een versteviging van de kennispositie van het publieke

domein in de Greenports. Hier werken vijf patijen met elkaar samen, die intern allemaal

hun eigen procesgang hebben. Waar de ene partij bijvoorbeeld kan volstaan met

bilateraal overleg met de bestuurder van dienst, zal een andere partij het hele college

moeten betrekken of zelfs de raad. Stroomlijning van deze processen is een

randvoorwaarde om te komen tot een gedragen eindresultaat. Tegelijkertijd betekent het

‘koken in elkaars keukens’ ook tot een nauwere verbondenheid en een vergoting van de

kennis, die ook inzetbaar en toepasbaar is in andere projecten en programma’s.

3.4 Doorlooptijd en mijlpalen

Mijlpaal Datum

Aanbesteding data- & projectmanagement Januari 2018

Startschot project Januari/februari 2018

Halfweg evaluatie Zomer 2018

Oplevering eindresultaat November 2018

Analysefase Decemeber 2018, 2019

Om bovenstaande planning te kunnen behalen, is het noodzakelijk de processen binnen

de gemeenten en de provincie goed op elkaar af te stemmen. Hiertoe zal een vast

activiteitenschema van het projectteam worden opgesteld. Ook kan het zijn dat waar

mogelijk resultaten eerder worden geleverd.

3.5. Capaciteit

Van gemeenten en provincie wordt voor de looptijd van het project aan ambtelijke inzet

0,2 fte gevraagd.

Page 16: PLAN VAN AANPAK VERKENNING OOSTLANDIn hoofdstuk 2 van dit projectplan treft u de inhoud van het project, en de afbakening daarvan. Ook wordt hier de context geschetst, en krijgt u

15

Daarboven levert de provincie projectondersteuning van 0,1 fte.

3.6 Kritische succesfactoren en risico’s

De volgende zaken zijn als kritische succesfactoren bestempeld:

Kritische Succesfactoren (KSF)

Samenwerking tussen partijen

Borging van de dataverzameling (in systemen)

Afstemming van publieke processen

Kwalitatief hoogwaardige aanbesteding

Samenwerking tussen partijen

Om tot een goed resultaat te komen, te weten een visieontwikkeling en uitvoering van

beleid in het tuinbouwcluster Oostland, is het noodzakelijk dat gemeenten en provincie

met elkaar samenwerken. Dat ze bereid zijn over de grensen van hun eigen organisatie

en gemeente heen te stappen, dat ze een gezamenlijk belang dienen, dat ze ten aanzien

van de data dezelfde taal spreken en dezelfde definities hanteren. Alleen dan kan er een

instrument worden gecreëerd dat van toegevoegde waarde is voor het cluster, maar ook

binnen het publieke domein.

Borging van het eindresultaat

Dataverzameling voor een eenmalige excercitie is niet zinvol als nog onvoldoende

zichtbaar is welke opgaven er nu precies liggen voor de toekomst. Het succes van de

verzameling staat of valt met de borging ervan, en natuurlijk de vertaling daarvan in

beleid, visie, en een uitvoeringsstrategie.

De volgende risico’s zijn geïdentificeerd:

Risico -

Gebeurtenis

Oorzaak Gevolg Maatregelen

Uitstel

startmoment

Verschillen in

procesgang tussen de

gemeenten en/of de

provincie

Temporisering Nvt; bijstellen tijdpad.

Onvoldoende

mogelijkheid voor

genereren/ophalen

gewenste data

Privacywetgeving,

intensiviteit

verzameling

Beperking

dataset,

Temporisering,

toename kosten

Beperking dataset,

bijstelling opdracht

Teruggeven /

intrekken opdracht

Beperkte

expertise/kwaliteit

externe inhuur

Temporisering,

toename kosten

Aan voorkant van

proces goede

opdrachtformulering

aan externe inhuur

Botsing in

projectteam

Conflicterende

belangen,

conflicterende

persoonlijkheden,

diversiteit in

Temporisering,

aanpassing

opdracht,

toename kosten,

uitval van partijen

Interventie van

onafhankelijk

projectmanager en/of

mediator; heldere

afspraken maken aan

Page 17: PLAN VAN AANPAK VERKENNING OOSTLANDIn hoofdstuk 2 van dit projectplan treft u de inhoud van het project, en de afbakening daarvan. Ook wordt hier de context geschetst, en krijgt u

16

kennisniveaus voorkant van het

proces, wijziging

teamsamenstelling

Het niet komen tot

een gedeelde

gebiedsvisie

Conflicterende

belangen,

tegengestelde visies

Lokale in plaats

van

gebiedsgerichte

aanpak.

Ntb

Page 18: PLAN VAN AANPAK VERKENNING OOSTLANDIn hoofdstuk 2 van dit projectplan treft u de inhoud van het project, en de afbakening daarvan. Ook wordt hier de context geschetst, en krijgt u

17

4 BIJLAGEN

Bijlage 1: Overzicht contactgegevens betrokken partijen en personen

Naam Organisatie Telefoon/E-mail Adresgegevens

Lydia Voogelaar Gemeente

Lansingerland

T0108004576 M0646445850

[email protected]

Tobias Asserlaan 1

2662 SB

Bergschenhoek

Samir Amghar Gemeente

Lansingerland

T0108004624 M0630352200

[email protected]

Tobias Asserlaan 1

2662 SB

Bergschenhoek

Chris Bos Gemeente

Pijnacker-

Nootdorp

T0153626661 M0646972946

[email protected]

Oranjeplein 1

Postbus 1

2640 AA Pijnacker

Marieke

Harteveld

Gemeente

Waddinxveen

T0182624826 M0638825604

[email protected]

Raadhuisplein 1

2741 HR

Waddinxveen

Hans Houtman Gemeente

Zuidplas

T0180639997 M0622907872

[email protected]

De Saffier

Kleinpolderlaan 4

2911 PA

Nieuwerkerk aan

den IJssel

Etwin

Grootscholten

Provincie Zuid-

Holland

t0704418186 m0631676207

[email protected]

Zuid-Hollandplein 1

2596AW Den Haag

Page 19: PLAN VAN AANPAK VERKENNING OOSTLANDIn hoofdstuk 2 van dit projectplan treft u de inhoud van het project, en de afbakening daarvan. Ook wordt hier de context geschetst, en krijgt u

18

Bijlage 2: Samenhang met andere projecten

Bovenstaand kaartje geeft grofweg een beeld van het Oostland in zijn context. Het

ellipsvormige plangebied Oostland zou iets groter moeten zijn; het kaartje wordt daar

nog op aangepast. Desondanks illustreert het kaartje de veelheid van lopende

verkenningen en onderzoeken waarmee het plangebied Oostland een nauwe relatie

onderhoudt.

a) Verstedelijksingsopgave

De grootste spanning in ruimtelijke ontwikkeling zit hem voor (samenwerkende)

gemeenten vooral tussen de wens tot woningbouw en de accommodatie van andere

functies. De grootste spanning in het Oostland zit hem ook hier, en met name dan waar

het glastuinbouw en wonen betreft. Grondgebruik en navenant de prijzen van de grond

en de revenuen daarop zijn totaal verschillend. Ook grondposities maken hierin uit.

Binnen Zuidplas, ooit een gemeente die tot stand gekomen was om een

verstedelijkingsopgave te realiseren, heeft de provincie grondposities en wordt gekeken

naar mogelijke milieus voor woningontwikkeling; tegelijkertijd is de ontwikkeling van

glastuinbouw eveneens onderwerp van gesprek, waarbij rond bijvoorbeeld Knibbelweg-

Oost ook de ontwikkeling van agrologistieke bedrijvigheid een rol speelt.

In de visie van Pijnacker-Nootdorp wordt er gewag gemaakt van een viertal polders die

voor glastuinbouw niet toekomstbestendig meer zouden zijn, en er lijken voor

woningbouw, nu de diepste crisis voorbij is, weer oude woningbouwplannen uit de ijskast

te worden gehaald.

Page 20: PLAN VAN AANPAK VERKENNING OOSTLANDIn hoofdstuk 2 van dit projectplan treft u de inhoud van het project, en de afbakening daarvan. Ook wordt hier de context geschetst, en krijgt u

19

Voor Lansingerland geldt hetzelfde, bijna: zij hebben nog 200 hectare glas te

ontwikkelen, maar als de markt daar niet om vraagt, lijkt transformatie tot de

mogelijkheden te behoren. Een bovenlokale verevening voor transities tussen

tuinbouwgrond en wonen is er niet.

De verstedelijkingsopgave buiten de grootstedelijke kernen in de provincie Zuid-Holland

betreft een zoektocht naar 70.000 woningen. Ook binnen de Oostlandgemeenten wordt

hiervoor gezocht naar plancapciteit. Deels kan deze worden ingevuld met bestaande

plannen die vanwege de crisis in 2008 in de ijskast terecht kwamen. Voor een ander deel

gaat het om de stedelijke ontwikkeling van Zuiudplas, waar nadrukkelijk gekeken wordt

naar de mogelijkheid voor 15 tot 20 duizend woningen.

b) Verkenning Corridor A12 – agrologistieke terreien & Railterminal

Recentelijk zijn er aan de noordkant van het Oostland-gebied processen opgestart ten

aanzien van de mogelijkheid tot de corridorontwikkeling A12 en de mogelijkheid van een

railterminal. Beide trajecten moeten ook bezien worden in het licht van de ontwikkeling

van (agrologistieke) bedrijventerreinen en het gegeven dat in de provincie Zuid-Holland

sprake is van een overcapaciteit van van 50% op de hectares (zie ook onderdeel b. van

deze paragraaf). Waar hier de markt leidend is, zien we vooralsnog een beperkte

samenwerking tussen grote spelers in handel en transport op precompetitief niveau.

De ontwikkeling van een railterminal in Bleiswijk, of elders in de regio, wordt in het kader

van synchromodale vervoersbewegingen gezien als een interessante optie voor de

handelsstromen, met name richting het oostelijk deel van West-Europa. De ervering tot

nogtoe met vergelijkbare terminals is dat ze (nog) niet exploitabel zijn, en dat vervoer

over het spoor weliswaar wenselijk is in de ontwikkeling, maar dat de Europese

vervoerssystemen nog onvoldoende op elkaar zijn aangesloten om afdoende te kunnen

renderen.

c) Ontwikkeling Barendrecht-Oost en Nieuw-Reijerwaard

Barendrecht-Oost en de potentiële nieuwe uitleg Nieuw-Reijerwaard vormen een

belangrijk centrum van agrologistiek. De ontwikkeling van Nieuw-Reijerwaard lijkt te

temporiseren, en de vraag wordt regelmatig gesteld of dit terrein zich moet beperken tot

agrologistiek. In de communicatie over agrologistieke bedrijventerreinen dringt zich bij

herhaling een sterk competitief beeld op tussen de terreinen, waar met name de

ontwikkeling van Nieuw Reijerwaard wordt afgezet tegen die van Honderdland en, in

mindere mate ABC Westland. Voor de logistieke- en handelspartijen op deze terreinen

geldt, dat het tuinbouwcluster in de nabijheid vooral van belang is voor de signing van de

branche: de agrologistiek en handel hebben er baat bij om het cluster te positioneren als

gezond, vers en hoog-innovatief. Ten aanzien van vervoersbewegingen op agrologistiek

kan voorzichtig worden gesteld, dat voor de handels- en logistieke partners de afstand

tot de primaire productie geen noemenswaardige (vestigings)factor is. Vanuit de primaire

productie in Oostland bezien lijkt de nabijheid van agrologistieke hubs van groter belang

gevonden te worden. Niet alleen, omdat de aanwezigheid van bijvoorbeeld de Greenery

en Hollander op Barendrecht als prettig wordt ervaren, maar vooral omdat het moderne

ondernemerschap in de glastuinbouw de agrologistieke hub hard nodig heeft om

(nieuwe) afzet te genereren; voor hen is het de plek om marktinnovaties te realiseren.

Page 21: PLAN VAN AANPAK VERKENNING OOSTLANDIn hoofdstuk 2 van dit projectplan treft u de inhoud van het project, en de afbakening daarvan. Ook wordt hier de context geschetst, en krijgt u

20

Vanzelfsprekend geldt dit ook voor de ontwikkeling van de A12-corridor en, mogelijk, een

railterminal in het gebied.

d) Metropoolregio MRDH: OV-driehoek & de ZoRo-lijn

De ZoRolijn (Zoetermeer-Rotterdamlijn )is een OV-verbinding dwars door het

tuinbouwcomplex van Oostland, en maakt onderdeel uit van de OV-driehoek Rotterdam-

Den Haag-Zoetermeer. Optimalisering van de OV-verbinding wordt op dit moment

onderzocht door de MRDH, waarbij Zoetermeer sturend is en regie voert. De ZoRo-lijn is

vooral interessant in het Oostlandgebied, zo lijkt het, voor de gemeente Lansingerland, in

verband met de mogelijke ontwikkeling van de Noordpolder aldaar. Bovenop de 800ha

glastuinbouw die Lansingerland rijk is, ligt er nog 200ha bestemd voor ontwikkeling –

papieren glas, zoals dat heet: ongevuld terrein. In het licht van de analyse in 3.1 van dit

hoofdstuk is dit interessant. Immers, transformatie van de polder naar woonbestemming

zou de ZoRolijn rendabeler kunnen maken, meer aan zijn doel laten beantwoorden.

Anderzijds zou de glasbestemming ook behouden kunnen blijven, bijvoorbeeld als

mogelijke uitleglocatie voor te heralloceren glas van vitale ondernemers uit verspreid

liggende gebieden, of andere te transformeren, niet-toekomstbestendige

glastuinbouwpolders.

e) Energie & verduurzaming

Een van de grootste opgaven van de provincie Zuid-Holland in deze collegeperiode is het

verduurzamen van de energievoorraad. Het glastuinbouwclusterspeelt hierin als sector

een belangrijke rol, en kan worden gezien als pionier op het gebied van gebruikmaking

en ontwikkeling van geothermische bronnen. In het Oostland-deel van de van de

Greenport Westland-Oostland wordt warmteboring en gebruikmaking van aardwarmte

gezien als een ‘unique selling point’ voor het gebied. Binnen GPWO is de gemeente

Pijnacker-Nootdorp trekker en ambassadeur van de energie-agenda, die leidt tot een

sectoraal energieakkoord voor de tuinbouw. Op polderniveau zien we een toename van

de organisatiegraad (corporatievorming) op het gebied van aard- en restwarmtegebruik

en het gebruik van biomassa. Deze inzet is reeds 10 jaar geleden begonnen met de

ontwikkeling van de glasparel+ in Waddinxveen, maar in de gemeente Zuidplas wordt

meer en meer gebruik gemaakt van laagwaardige warmte .

De inzet op verduurzaming van de energievoorraad binnen het glastuinbouwcluster is

niet verwonderlijk. Niet alleen betekent dit een license to produce nu en in de toekomst,

maar het zorgt ook voor een stabiele levering en uiteindelijk ook kostenreductie voor de

ondernemer in de tuinbouw, waar momenteel de kosten voor energie en arbeid vragen

om een grote efficiencyslag.

Gemeenten en provincie juichen deze inzet van de sector toe en faciliteren volop de

ontwikkeling naar een duurzame energiemarkt. Een groot deel van de publiek-lokale

aandacht, ok in de deelnemende gemeenten Pijnacker-Nootdorp, Lansingerland, Zuidplas

en Waddinxveen is hierop gericht.

Geconstateerd wordt, dat mogelijke ruimtelijke en infrastructurele ingrepen, alsmede de

economische ontwikkeling in de sector, of de ontwikkeling van woningvoorraden, geen

negatieve effecten zullen hebben op de ontwikkeling van duurzame energiebronnen en

Page 22: PLAN VAN AANPAK VERKENNING OOSTLANDIn hoofdstuk 2 van dit projectplan treft u de inhoud van het project, en de afbakening daarvan. Ook wordt hier de context geschetst, en krijgt u

21

uitnutting daarvan. Sterker nog, het zal elkaar alleen maar versterken. Zoals gezegd

neemt op dit thema de organisatiegraad toe en zijn de juiste partijen op een goede

manier betrokken energieopgave betreft.