Upload
dangnga
View
213
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Redactioneel I N D I T
N U M M E R :
Oproep: Roze
ouderen
2
Ouderen in
onderzoek
3
Ouderen in
onderwijs
5
In de praktijk 7
Publicaties 8
N R . 2 M A A R T 2 0 1 4
Ouderen in Onderzoek Nieuwsbrief uitgegeven door het ‘Research on Ageing & Wellbeing Network’
COLOFOON
Ouderen in Onderzoek
is een nieuwsbrief van
het ‘Research on
Ageing & Wellbeing
Network’, Faculteit
Ruimtelijke Weten-
schappen, Rijksuniver-
siteit Groningen en
verschijnt driejaarlijks.
Nr. 2 - Maart 2014
Redactie
Debbie Lager
Wilt u opgenomen
worden in de emaillijst,
stuur dan een mail
naar Debbie Lager
In de komende nieuwsbrieven zullen de onderzoeksthema’s uitgebreider aan
bod komen. In deze editie deelt Liesbeth de Wit de resultaten van haar on-
derzoek naar Healthy Literacy. Naast onderzoek wordt er in het onderwijs
aan de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen ook aandacht besteed aan
‘ouderen’. Dr. Mirjam Klaassens vertelt in deze editie over het vak Healthy
Ageing, dat onderdeel uitmaakt van de bachelor Sociale Geografie & Planolo-
gie. Verder vindt u in deze nieuwsbrief een oproep van masterstudent Sten-
finn Deguelle, hij is op zoek naar deelnemers voor zijn onderzoek naar ´roze´
ouderen. En Leonie Andreas, afgestuurd cultureel geograaf, vertelt over haar
werk als consultant in de zorgregistratie- en logistiek.
Recentelijk hebben we een nieuw lid van ons netwerk mogen verwelkomen.
Prof. George de Kam, bij velen van u wellicht al bekend, is als honorair
hoogleraar Volkshuisvesting en grondmarkt, met bijzondere aandacht voor
het wonen van ouderen, verbonden aan onze faculteit. In de nieuwsbrief van juli volgt een interview met hem over zijn onderzoeksinteresses.
Wij hopen dat ook deze nieuwsbrief weer aanknopingspunten kan geven voor
contact en kennisuitwisseling tussen wetenschap en de praktijk. Uw inbreng
en ideeën voor de komende edities zijn van harte welkom.
In 2011 werd het ‘Research on Ageing & Wellbeing Network’ (Faculteit Ruimtelijke
Wetenschappen, Rijksuniversiteit Groningen) gevormd met het doel om onderzoe-
kers van verschillende disciplines, met een interesse in ouderen en welbevinden,
samen te brengen. Naast het tot stand brengen van discussie en samenwerkingen
binnen het netwerk zelf, streeft het netwerk ernaar om verbindingen te leggen met
beleidsmakers, ouderenorganisaties en andere geïnteresseerden. Vanuit dit streven
is het idee van deze nieuwsbrief ontstaan.
P A G I N A 2
Mijn naam is Stenfinn Degu-
elle. Ik ben een masterstudent
Culturele Geografie aan de
RUG en zal vanaf begin april
met een onderzoek beginnen
naar ´roze´ ouderen die onder
één dak wonen met andere ou-
deren, zoals bijvoorbeeld in ver-
zorgingshuizen en woon-
zorgcentra. Mijn onderzoek
wordt begeleid door dr. Bettina
van Hoven.
Waarom dit onderzoek?
Met dit onderzoek proberen we inzicht te krijgen in
de woon- en leefervaringen van roze ouderen in
een zorginstelling. Hoe zijn de contacten met andere
ouderen en de staf? Wanneer voelen niet-
heteroseksuele ouderen zich prettig in deze woonom-
geving? En zijn er specifieke behoeften en/of problemen?
Het doel van het onderzoek is om enerzijds meer ken-
nis en inzicht te verkrijgen in de woon- en leefervaring
van roze ouderen in zorginstellingen en anderzijds om
de wensen en behoeften van deze ouderen in kaart te
brengen. Deze kennis is waardevol, onder andere voor
diversiteitstraining van staf in zorginstellingen, maar ook
om concrete verbeterpunten onder de aandacht te kun-
nen brengen.
Achtergrond
In het kader van 'gezond ouder worden' is er recentelijk
veel aandacht besteed aan de medische kant van ouder
worden. Daarnaast is er ook onderzoek gedaan naar
hoe mensen het ouder worden in hun wijk of een zorg-
instelling ervaren en op welke manier prettig en zelf-
standig wonen bevorderd kan worden. In deze onder-
zoeken is er geen aandacht besteed aan het feit dat de-
ze ervaringen kunnen verschillen op basis van een ver-
schillende seksuele oriëntatie en/of seksuele identiteit.
In een uitzending van het televisieprogramma Meldpunt!
van Omroep MAX (6 december 2012) stond de groep
niet-heteroseksuele ouderen in zorginstellingen cen-
traal. Alle ouderen zijn opgegroeid in een tijd waarin
homoseksualiteit in Nederland werd gezien als aandoe-
ning en strafbaar feit. Wanneer roze ouderen zelf-
standig wonen, zijn er mogelijkheden om men-
sen en plaatsen te bezoeken die ze vertrouwen
en waarbij ze zich veilig voelen. In zorginstellin-
gen is deze mogelijkheid beperkt.
Het programma Meldpunt! belichtte ervaringen van niet-
heteroseksuele ouderen met discriminatie, uitsluiting en
pesterijen. Het initiatief de Roze Loper Tolerantiescan
van Consortium Roze 50+ en KIWA haakt hierop in en
probeert nadrukkelijk een plezierige en veilige omgeving
te scheppen voor ouderen ongeacht hun seksuele ge-
aardheid.
Hoe ziet het onderzoek eruit?
Het onderzoek zal bestaan uit 1 of 2 gesprekken. Ik zal
vooraf een telefonische afspraak maken met de roze
oudere. Ik zal dan naar de woonlocatie van de oudere
toekomen. Ons gesprek kan plaats vinden in de woon-
ruimte van de oudere of in een andere, rustige ruimte
van het complex. Ook behoort afspreken in een open-
baar gebouw tot de mogelijkheden.
Oproep: Roze ouderen* gezocht
*wanneer ben je een roze oudere?
Een roze oudere is in dit onderzoek een persoon van
65 jaar en ouder die zelf aangeeft niet heteroseksueel
georiënteerd te zijn en/of zelf aangeeft transgender,
transseksueel of interseksueel te zijn.
Thuis voor iedereen
Woonervaringen van roze ouderen in zorginstellingen in Groningen.
Een onderzoek door Stenfinn Deguelle en dr. Bettina van Hoven
Deelnemers gezocht!
Voor het onderzoek ben ik op zoek naar mensen die
voldoen aan de volgende kenmerken:
65 jaar en ouder
die niet-heteroseksueel zijn en/of transgender,
transseksueel of interseksueel zijn
die met andere mensen van hun leeftijd in een
zorginstelling samenwonen, bijvoorbeeld in een
verzorgingstehuis, woon-zorgcentrum of aan-
leunwoning.
P A G I N A 3
Anonimiteit en vertrouwelijkheid
Het kan voor niet-heteroseksuele ouderen moeilijk zijn
om over zaken te praten die te maken hebben met hun
seksuele voorkeur en/of seksuele identiteit en daar aan
gerelateerde onderwerpen, zeker tegenover een
vreemde. Het is daarom van belang om te weten dat de
gesprekken vertrouwelijk zijn en de informatie waar
gewenst en indien nodig geanonimiseerd zal worden.
Het onderzoek vindt plaats op vrijwillige basis, een
deelnemer is tot niets verplicht en een deelnemer kan
zich ten alle tijde terugtrekken uit het onderzoek.
Vragen en contact
Kent u een oudere die wellicht wil deelnemen aan dit
onderzoek? Dan zou ik aan u willen vragen om eens te
praten met deze oudere over deelname aan dit onder-
zoek. Deze persoon kan, indien gewenst, ook zelf met
mij contact met opnemen.
Heeft u vragen of wilt u zichzelf of een roze oudere op
de hoogte stellen van het onderzoek? Neemt u dan
contact met mij op.
U kunt mij op de volgende manieren bereiken:
Stenfinn Deguelle
per e-mail: [email protected]
per telefoon: 06 40 14 76 44 (van maandag tot en met
vrijdag van 10.00 uur tot 17.00 uur)
per post:
Dr. Bettina van Hoven
Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen
Postbus 800
9700 AV Groningen
Oproep: Roze ouderen gezocht
Ouderen in Onderzoek Ouderen, zorg en informatie Ik ben Liesbeth de Wit, sinds een jaar promovenda bij Demografie, en lid van het ‘Reseach on Ageing &
Wellbeing Network’. Ik doe mijn promotieonderzoek in het kader van het EU-project Irohla, dat zich de ko-
mende twee jaren richt op het evalueren van Interventies voor ouderen in Europa op het gebied van Health
Literacy. De term health literacy betekent hier niet alleen de cognitieve en sociale vaardigheden die nodig
zijn om gezondheidsinformatie te begrijpen en gebruiken, maar ook het aanbod van informatie in ons zorg-
landschap, door bijvoorbeeld artsen, zorginstellingen en media.
Voor de effectiviteit van gezondheidsprogramma’s voor
ouderen is het belangrijk dat activiteiten aansluiten op
de behoeftes van ouderen. Maar tijden veranderen en
daarmee waarden en behoeftes. Daarnaast zijn behoef-
tes divers, niet alleen binnen Europa, maar ook binnen
Nederland. De eerste vraag die ik mij stelde voor mijn
proefschift is: “Wat zijn belangrijke waarden en behoeftes
voor ouderen in verschillende Europese landen, als het gaat
om de zorg en de informatievoorziening rondom zorg, ge-
zondheid en welbevinden?” In het kader van deze vraag
hebben we in het voorjaar van 2013 drie focusgroep-
discussies gehouden met vijftigplussers en zorgprofessi-
onals in Vinkhuizen en de Korrewegwijk in Groningen.
Ook in Hongarije (Budapest) en Griekenland (Athene)
hebben collega-onderzoekers soortgelijke groepsge-
sprekken gehouden. Hier beschrijf ik de belangrijkste
resultaten van deze groepsgesprekken.
Afhankelijk van de sociale en culturele achtergrond ga-
ven vijftigplussers en professionals in de drie landen
verschillende wensen en behoeften te kennen: in elk
land hebben de deelnemers hun eigen verhaal.
Zowel Nederlandse, Griekse als Hongaarse
vijftigplussers gaven aan de volgende waarden
en behoeftes te hebben als het gaat om hun
gezondheid, welbevinden, zorg en informatie-
voorziening:
Hebben en behouden van autonomie
Hebben van een sociaal netwerk
Vertrouwensrelatie met de huisarts of
verzorgende
Voldoende tijd en aandacht bij de huisarts
Begrijpelijke communicatie met de dokter
of arts
Betaalbare zorg en activiteiten om gezond
te blijven
Duidelijkheid over verantwoordelijkhe-
den in de zorg
Gemakkelijke toegang tot informatie en
zorg
Vertrouwen in het nationale zorgsysteem
Nederland In Nederland vinden vijftigplussers het belangrijk om
hun eigen keuzes te maken, en te blijven maken als zij
ouder worden. We kunnen een grote groep onder-
scheiden, die kritisch zijn ten opzichte van gezond-
heidsadviezen, proactief zoeken naar gezondheidsinfor-
matie en fysiek actief zijn. Dit lijken kenmerken van de
‘nieuwe’ generatie vijftigplussers.
“wij gaan toch wel zelf achter dingen aan, en niet afwach-
ten” (Aaltje uit Groningen)
“ik ben zeer actief bezig om gezond te blijven, en dat houdt
in wandelen, fietsen, naar het tuintje toe…” (Hans uit Gro-
ningen)
Vanuit het perspectief van de professionals is er een
kleinere groep vijftigplussers die moeite heeft om zelf-
standig haar weg te vinden in het zorg; dit zijn vaak
mensen op hogere leeftijd en met over het algemeen
lagere opleidingen en inkomens.
Griekenland In Griekenland werd de belangrijke rol van kinderen en
kleinkinderen in het welbevinden en de zorg van vijftig-
plussers benadrukt. Zo wonen ouders, kinderen en
kleinkinderen vaak (dicht) bij elkaar en zorgen zij voor
elkaar.
“sinds ik kinderen heb, zeg ik tegen mezelf dat zij later
voor mij zullen zorgen als ik ziek wordt” (Antonella uit
Athene)
Vijftigplussers gaven aan dat zij bang zijn om fysiek of
financieel afhankelijk te worden van hun familie als zij
ouder worden. Steun wordt vaak gezocht in religie.
Veel vijftigplussers ervaren het publieke zorgstelsel als
te duur en van slechte kwaliteit. Reorganisaties als ge-
volg van de huidige financiële crisis dragen hieraan bij.
Mensen gaan voor zorgadvies sneller naar de apotheek
als naar de dokter.
Hongarije In Hongarije is, vanuit het perspectief van vijftigplussers,
het publieke zorgstelsel niet goed georganiseerd. Zij
vinden het lastig om te beoordelen welke gezondheids-
informatie de juiste is door de grote verscheidenheid
aan informatie die er verspreid wordt. Daarnaast vra-
gen vijftigplussers om meer tijd en aandacht voor hun
‘verhaal’ tijdens een bezoek aan de dokter. Zowel vijf-
tigplussers als professionals voelen zich vaak onbegre-
pen wanneer zij in gesprek zijn met elkaar. Mede door
het gebrek aan vertrouwen in het (zorg-)systeem ma-
ken veel mensen gebruik van alternatieve geneeswijzen,
zoals acupunctuur.
“het gebeurde me dat de dokter tegen me sprak, ik schreef
de technische termen op, ik ben naar huis gegaan, heb ze
opgezocht op internet, maar daarna begreep ik nog niet
wat hij bedoelde” (Gabor uit Budapest)
Uit deze studie kunnen wij concluderen dat een goede
interactie tussen het zorgsysteem en de waarden en
behoeftes van vijftigplussers van groot belang is voor
de gezondheid en het welbevinden van mensen. Niet
alleen vijftigplussers dragen hieraan bij, door bijvoor-
beeld assertief en proactief gedrag, maar ook het zorg-
systeem, door het aanbieden en toegankelijk maken
van zorg die past bij de waarden en behoeftes van men-
sen. Echter, vijftigplussers met verschillende sociale en
culturele achtergronden hebben verschillende wensen
en behoeften, niet alleen tussen landen, maar ook bin-
nen landen. Het is belangrijk om hier rekening mee te
houden bij het ontwikkelen en implementeren van ge-
zondheidsprogramma’s.
Voor meer informatie: [email protected]
Het IROHLA project wordt gecoördineerd
door het UMCG en is gefinancierd door de Europese Unie.
Voor meer informatie: www.irohla.eu
P A G I N A 4
Ouderen in Onderwijs
Healthy Ageing, oftewel gezond ouder worden, is een
strategisch speerpunt van de Rijksuniversiteit Gronin-
gen. Het concept roept al snel de associatie op met
Medische Wetenschappen, terwijl de oprichting van het
netwerk ‘Ageing and Wellbeing’ aantoont dat onder-
zoekers aan de Faculteit Ruimtelijke wetenschappen
zich ook meer en meer met het onderwerp bezig hou-
den. Tijdens het vak wordt er aandacht besteed aan de
bijdrage die geografen en demografen aan het huidige
Healthy Ageing debat leveren.
Onderzoekers aan de FRW vertellen tijdens een tiental
colleges over hun onderzoek. Zo wordt onderzoek
met onderwijs geïntegreerd. De colleges zijn geen
reguliere hoorcolleges; tijdens de lessen worden de
studenten gestimuleerd om actief met de verschillende
onderwerpen aan de slag te gaan door middel van dis-
cussies en opdrachten. Zo geeft dr. Louise Meijering
een college over ‘beperkingen, mobiliteit en welbevin-
den op oudere leeftijd’ binnen de context van de buurt.
In het tweede gedeelte van het college kunnen stu-
denten zelf ervaren hoe het is om ouder te zijn.
In tweetallen worden verschillende opdrachten gedaan
die verschillende lichamelijke beperkingen simuleerden.
Door bonen in de schoenen te doen en met een rolla-
tor een traject af te leggen ervaren de studenten wat
voor obstakels er moeten worden overkomen, zowel
in letterlijke als figuurlijke zin, als je moeilijker ter been
bent.
Het thema ‘ageing in place’ komt in enkele colleges aan
bod. Dr. Aleid Brouwer geeft een college over het
huisvesten van een ouder wordende samenleving. Ou-
deren zijn wat betreft hun woonsituatie erg honkvast,
terwijl hun woningen vaak niet lijken aan te sluiten bij
hun veranderende behoeften. In Aleid haar college
wordt er besproken of mensen honkvast zijn uit vrije
wil of dat dit het gevolg is van obstakels zoals bijvoor-
beeld het ontbreken van een geschikte woning of finan-
ciële beperkingen. Vooral ouderen blijken zeer gehecht
te zijn aan hun woning en directe leefomgeving, wat de
zelfredzaamheid en de controle over het dagelijks leven
bevordert. Het huidige overheidsbeleid, dat gericht is
op het bevorderen van de zelfredzaamheid van oude-
ren, sluit hierop aan. Het college van dr. Eva Kibele
gaat verder in op het thema
‘ageing in place’. Tijdens dit
college krijgen de studenten de opdracht om op basis
van demografische gegevens van wijken in Groningen
aan te geven, in welke wijken dit fenomeen zich voor-
doet.
Naast het afleggen van een tentamen, doen de studen-
ten onderzoek naar onderwerpen die tijdens de colle-
ges worden behandeld. De studenten houden diep-
te-interviews met ouderen. De perspectieven van
ouderen op het gekozen onderwerp in relatie tot ge-
zond ouder worden, worden bediscussieerd in een on-
derzoeksrapport. Een groep studenten heeft onder-
zoek gedaan naar ouderen in een krimpgebied, hoe zij
hun leefomgeving ervaren en het effect hiervan op hun
welbevinden. Een andere groep richtte zich op verschil-
lende soorten mobiliteit van ouderen, zoals fysieke,
sociale, elektronische mobiliteit en ‘the mobility of the
self’’ en het effect op het zelfervaren welbevinden. Dit
laatste type gaat om de wil van ouderen om mobiel te
zijn, wat los staat van de fysieke mogelijkheid, en in
sommige gevallen een grotere rol speelt in de mobili-
teit van ouderen.
Niet onbelangrijk, de studenten beoordelen het
vak goed. Ze waarderen de verbinding tussen theore-
tische concepten en praktijk, omdat de docenten over
concrete onderzoeken en onderzoeksresultaten pra-
ten. Nadat de interviews zijn gehouden, gebruiken de
studenten ook hetgeen wat ze van hun respondenten
hebben gehoord als voorbeelden in de les. Dit inter-
actieve karakter van de lessen wordt zeer op
prijs gesteld.
In Ouderen in Onderwijs brengen wij voor het voetlicht hoe en waarom er in het ba-
chelor- en master- onderwijs op de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen (FRW)
aandacht wordt besteed aan ouderen en welzijn. In deze editie is Dr. Mirjam Klaas-
sens aan het woord. Zij verzorgt sinds enkele jaren het keuzevak ‘Healthy Ageing’
als onderdeel van de bacheloropleiding Sociale Geografie en Planologie.
P A G I N A 5
Op de volgende pagina vindt u een fotorepor-
tage van de opdrachten die studenten hebben
gedaan om verschillende lichamelijke beper-
kingen te simuleren.
Ouderen in Onderwijs
Studenten doen bonen in hun
schoenen om vervolgens met
boodschappen de trap op te
lopen en met een rollator te
lopen. Hiermee simuleren ze
polyneuropathie. Dit is een
aandoening van de uiteinden van
de zenuwen in armen en benen,
en bestaat uit gevoelsstoornissen
en/of krachtvermindering.
Deze student zijn
vingers zijn gespalkt om
arteritis na te boots-
en. Hij moest zijn
blouse dichtknopen,
een riem omdoen en
kleingeld uittellen.
Door middel van watten in de neus sim-
uleren deze studenten beperkingen
van het reuk– en smaakvermogen.
Ze proeven verschillende producten en
raden wat het is.
Deze student draagt
een bril omwikkelt
met doorzichtig
plastic om visuele
beperkingen te
simuleren.
P A G I N A 6
In de praktijk
Een eerste voorbeeld is dat het onderwerp van mijn
masterthesis op veel vlakken aan de thema’s raakt waar
ouderen, mantelzorgers, (lokale) overheden en zorgin-
stellingen dagelijks mee te maken krijgen. Zo ondergaat
het Nederlandse zorgstelsel de laatste jaren een transi-
tie waarbij de hulp die ouderen vandaag de dag kunnen
verwachten van de professionele zorginstellingen
steeds beperkter wordt, met als gevolg dat zij min of
meer gedwongen worden om langer thuis te blijven
wonen en dat de hulp van familie, vrienden en buren
een steeds grotere rol gaat spelen. In mijn onderzoek
kwam naar voren dat ouderen er ook de voorkeur aan
geven om (langer) thuis te blijven wonen omdat zij
bang zijn hun autonomie te verliezen, maar ook omdat
zij een sterk gevoel van ‘thuis’ ontwikkeld hebben met
hun huidige woonplaats en huis. Anders gezegd: zij heb-
ben een sterke place attachment met hun woonomge-
ving.
Om invulling te kunnen geven aan het (bezuinigings-)
beleid van de overheid zullen zorginstellingen veel aan-
passingen moeten doen. De wetgeving op het gebied
van zorg is constant in beweging en aan verandering
onderhevig. Het tweede voorbeeld is dan ook dat je als
Cultureel Geograaf een belangrijke bijdrage kunt leve-
ren in het ondersteunen van zorginstellingen die te ma-
ken krijgen met deze veranderingen. Veranderingen in
wet- en regelgeving hebben namelijk niet alleen invloed
op zorgbehoeftige mensen, maar ook op het beleid wat
een zorginstelling voert en daarmee de interne
(zorglogistieke) processen. In mijn baan als consultant
adviseer ik zorginstellingen over (de implementatie van)
de nieuwe wet- en regelgeving in de zorg en welke ge-
volgen dat heeft voor de betreffende instelling. Hierbij
kan gedacht worden aan de extramuralisering van de
AWBZ, de transitie naar de WMO en de overheveling
van een aantal zorgaanspraken van de AWBZ naar de
Zorgverzekeringswet. Eén van de gevolgen van deze
wetswijzigingen is dat een grote groep ouderen niet
meer geïndiceerd worden voor verblijf, waar zij daar
voorheen wel recht op hadden. Het komt er op neer
dat zij dus langer thuis moeten blijven wonen en daar
hun verzorging en verpleging ontvangen.
Ten derde blijkt dat veel zorginstellingen moeite heb-
ben met het doorvoeren van deze veranderingen in
hun beleid en daarmee samenhangend de praktijk. Mijn
taak is om zorginstellingen hierbij de adviseren en te
ondersteunen. De kern van dit werk zit erin om de
vertaalslag te maken naar de praktijk. Verschillende
(groepen) mensen, van management tot cliëntenadmi-
nistratie worden geconfronteerd met veranderingen in
hun beleidsvoering, organisatie(cultuur) en werkwijze.
Om een instelling hierin te adviseren en te ondersteu-
nen ben je dus in contact met veel verschillende
(groepen) mensen, iets wat bij Culturele Geografie
centraal staat.
Het contact met verschillende (groepen) mensen, het
leggen van verbanden, het vertalen van beleid naar de
praktijk en het analyseren (en oplossen) van problemen
is natuurlijk niet typerend voor de zorgsector, maar
voor veel verschillende werkvelden. Wat ik hiermee
wil zeggen is dat het volgen van een studie en het
schrijven van een scriptie wellicht een kijkje geeft in de
keuken van wat er mogelijk is in de praktijk. Ben je,
zoals ik, eenmaal aangekomen in deze praktijkfase dan
wordt pas écht duidelijk wat de mogelijkheden zijn en
hoeveel raakvlakken Culturele Geografie eigenlijk heeft
met het werkveld.
Mijn naam is Leonie Andreas, en in 2013 heb ik mijn master Culturele Geografie aan de RUG
afgerond. Binnen het overkoepelende thema ‘ageing in place’ heb ik in mijn masterthesis antwoord
proberen te geven op de vraag ‘wat is de betekenis is van de lokale woonomgeving voor het sociaal
kapitaal van ouderen in Vinkhuizen?’. In mijn huidige baan, maar ook tijdens de zoektocht naar
een baan, ben ik er achter gekomen hoe breed inzetbaar een Cultureel Geograaf eigenlijk is. Af-
hankelijk van de vacature kan ik altijd wel een competentie of vaardigheid aanhalen die ik opge-
daan heb tijdens mijn master Culturele Geografie. Op dit moment ben ik werkzaam als consultant
in de zorgregistratie- en logistiek. Hoewel dit misschien niet een voor de hand liggende combinatie
is zie ik in mijn huidige werk regelmatig het verband tussen de master Culturele Geografie, mijn
masterthesis en de dagelijkse praktijk in de zorg.
P A G I N A 7
Publicaties
2013
Douma, L.E. & Meijering, L. (2013). Aal goud? Agora, 29
(3), 27-29
Kibele, E., & Janssen, F. (2013). Distortion of regional old-
age mortality due to late-life migration in the Netherlands?
Demographic Research, 29, 105-132
Kibele, E. (2013). Individual- and area-level effects on mor-
tality risk in Germany, both East and West, among male
Germans aged 65+. International Journal of Public Health.
Kibele, E., Jasilionis, D., & Shkolnikov, V.M. (2013). Wide-
ning socioeconomic differences in mortality among men aged
65 years and older in Germany. Journal of Epidemiology and
Community Health, 67(5), 453-557
Klaassens, M. & A. Beek (2013). Ruimte voor ouderen.
Agora, 29(3), pp.4-7.
Lager, D., Hoven, B. van, & Huigen, P.P.P. (2013). Dealing
with change in old age: Negotiating working-class belonging
in a neighbourhood in the process of urban renewal in the
Netherlands. Geoforum, 50, 54-61.
Lager, D., & Meijering, L. (2013). Woongemeenschap
voor Caribische ouderen. Agora, 29(3), 20-22.
Meijering, L., & Lager, D. (2013). Home-making of older
Antillean migrants in the Netherlands. Ageing & Society, 1-17
Meijering, L. (2013). Ouder worden in De Bouwen. Geo-
grafie, 6-6.
2012
De Jong, P. & Brouwer, A.E. (2012) Residential mobility
of older adults in the Dutch housing market: Do individual
characteristics and housing attributes have an effect on mo-
bility? European Spatial Research & Policy 19(1), 33-48.
De Jong, P.A., Rouwendaal, J., Brouwer & P.van Hattum
(2012) Housing preferences of an ageing population: Insight
in the diversity among senior citizens. (Netspar discussion
paper no. 07/2012-024
Douma, L.E., & Meijering, L. (2012). Geografie van de
beroerte. Geografie, 21(1), 30-31.
Herbers, D. J. (2012), The movement out of homeowner-
ship at older ages: The influence of past events and current
situations in the family life course, Master’s Thesis European
Master in Demography, Departament de Geografia, Universi-
tat Autònoma de Barcelona, UAB.
Hoven, B. van, Brouwer, A.E., & Meijering, L. (2012).
Introduction: ageing and well-being - where and how do ol-
der adults live? European Spatial Research & Policy, 19(1).
Hoven, B. van, & Douma, L.E. (2012). We make oursel-
ves at home wherever we are - Older people's placemaking
in Newton Hall. European Spatial Research and Policy, 19(1),
65-79.
Klaassens, M., Meijering, L. & I. Hutter (2012). De parti-
cipatieve benadering in de ouderenzorg: Zorg Zonder Regels
in De Hoven. RuG-FRW.
Lager, D., Hoven, B. van, & Meijering, L. (2012). Places
that matter: place attachment and wellbeing of older Antil-
lean migrants in the Netherlands. European Spatial Research
and Policy, 19(1), 81-94.
P A G I N A 8