Open up new horizons - HAN University of Applied Sciences · Web viewCorporate Finance ILS-Ec2-14 SBL-3 / vakinhoudelijke bekwaamheid Semester 2, periode 3 KT CORPFIN Cijfer (≥5,5)

Vastgesteld, met instemming van de MR d.d. 18-12-2018, op 8-1-2019/CvB-besluitnr. 2018/1414

H9 uit de Onderwijs- en examenregeling voor BacheloropleidingenOpleiding tot leraar tweede graad Economie

Projectgroep Kader OS OERDefinitieve versie – november 2018

Inhoudsopgave

9 Beschrijving van het onderwijs (de OWE)..............................................................................................

9.1 OWE’s en modules van de propedeuse, inclusief keuze OWE’s...........................................................11

9.2 OWE’s en modules van de postpropedeuse, inclusief keuze OWE......................................................60

9.3 Minoren van de opleiding...................................................................................................................130

9.4 Afstudeerrichtingen............................................................................................................................131

9.5 Honours-, talenten- en schakelprogramma’s....................................................................................1319.5.1 Honoursprogramma’s..................................................................................................................1319.5.2 Talentprogramma’s......................................................................................................................1319.5.3 Schakelprogramma’s....................................................................................................................131

9.6 Indeling studielast versneld traject....................................................................................................131

9.7 Verkorte route en AD-doorstroom programma’s..............................................................................131

9.8 Inrichting duale vorm.........................................................................................................................131

9.9 Onderwijs en tentamens in D-Stroom..............................................................................................1319

9.10 Overige informatie mbt opleiding ………………………………………………………………………………………………160

H9 uit de Kader OER bacheloropleidingen 2019-2020 p. 2 van 141

9 Beschrijving van het onderwijs (de OWE)In dit hoofdstuk is het onderwijs van jouw opleiding beschreven in de vorm van een curriculumoverzicht en beschrijving van de onderwijseenheden, te beginnen bij de onderwijseenheden van de propedeuse, daarna die van de postpropedeuse en tot slot die van de minoren.

JAAR 1 VOLTIJD (cohort 2019/2020)

OWE CODE BEKWAAMHEID SEMESTER, PERIODE

TENTAMENCODE CIJFER / VINK

WEGING PERIODEKANS 1 KANS 2

Inleiding micro-economie-1

ILS-Ec1-1A Vakinhoudelijke bekwaamheid

Semester 1, periode 1

KT Micro-1 Cijfer (≥5,5)

1 Periode 1 Periode 2

Wiskunde ILS-Ec1-2 Vakinhoudelijke bekwaamheid


KT Wiskunde Cijfer (≥5,5)


Commerciële economie

ILS-Ec1-3 Vakinhoudelijke bekwaamheid


KT CE of LT CE Cijfer (≥5,5)


VDVT01 Inleiding en visie

ILS-Ec1-4A Vakdidactische bekwaamheid


LT visiestuk Cijfer (≥5,5)


VDVT02 Directe Instructie



LT DI Cijfer (≥5,5)


GKB-1 (oriëntatie op onderwijs)

ILS-Ec1-6AAlle bekwaamheden


KT GKB-1 Cijfer (≥5,5)


Inleiding Macro-economie-1



KT Macro-1 Cijfer (≥5,5)


Bedrijfs-economie-1



KT BE1 Cijfer (≥5,5)


Bedrijfsad-ministratie-1



KT BA1 Cijfer (≥5,5)


VDVT03: Toolbox



LT Toolbox Cijfer (≥5,5)


GKB-2 ILS-Ec1-6B Alle Semester 1, ILStaaltoets V Niet van Periode 1 Periode 3

(oriëntatie op het beroep periode 2)

bekwaamheden periode 2 toepassingDosGKB2 Cijfer

(≥5,5)1 Periode 2 Periode 3

IEB-1: Globalisering



KT Glob Cijfer (≥5,5)


Bedrijfs-economie-2



KT BE2 Cijfer (≥5,5)


Bedrijfsad-ministratie-2



KT BA2 Cijfer (≥5,5)


VDVT04: economische begrippen en concepten



LT EB&C Cijfer (≥5,5)


GKB-3 (oriëntatie op het beroep periode 3)

ILS-Ec1-6C Alle bekwaamheden


DosWPL-1 Cijfer (≥5,5)


Integraal Handelen-1

ILS-Ec1-6E Alle bekwaamheden


BeoIH1 Cijfer (≥5,5)


VT Drama 1 Cijfer (≥5,5)


Retail en Sales ILS-Ec1-17 Vakinhoudelijke en vakdidactische bekwaamheid


MT R&S Cijfer (≥5,5)


IEB-2: Europese Integratie



KT EU int Cijfer (≥5,5)


Inleiding Recht-1



KT Recht1 Cijfer (≥5,5)


VDVT05: Toetsing



LT toetsing Cijfer (≥5,5)


VDVT06: CLK ILS-Ec1-21A Vakdidactische bekwaamheid


LT CLK Cijfer (≥5,5)


GKB-4 (oriëntatie op adolescent)

ILS-Ec1-6D Alle bekwaamheden


KT GKB4 Cijfer (≥5,5)




OWE CODE COMPETENTIE / BEKWAAMHEID

SEMESTER, PERIODE



Verdieping Recht-2

ILS-Ec2-1 SBL-3 / vakinhoudelijke bekwaamheid


KT Recht-2 Cijfer (≥5,5)


Management Accounting



KT ManAcc Cijfer (≥5,5)


Logistiek ILS-Ec2-3 SBL-3 / vakinhoudelijke bekwaamheid


KT Logistiek Cijfer (≥5,5)


VDVT07 Rekenen

ILS-Ec2-4 SBL-3 / vakdidactische bekwaamheid


LT REKDID Cijfer (≥5,5)


VDVT08 Inductief leren



LT INDUCTIEF Cijfer (≥5,5)


Verdieping Micro-economie-2

ILS-Ec2-6SBL-3 / vakinhoudelijke bekwaamheid


KT Micro-2 Cijfer (≥5,5)


Overheid ILS-Ec2-7 SBL-3 / vakinhoudelijke bekwaamheid


LT Overheid Cijfer (≥5,5)


Financial Accounting



KT FinAcc Cijfer (≥5,5)


Organisatiekunde



LT OrgChal Cijfer (≥5,5)


VDVT09 ICT actueel



LT ICT Cijfer (≥5,5)


GKB-5&6 (Leren ILS-Ec2-11 SBL 1 t/m 7 / alle Semester 1, KTLoL Cijfer 1 Periode 2 Periode 3


over leren) bekwaamheden periode 1-2 (≥5,5)LT PBerB Cijfer

(≥5,5)1 Periode 2 Periode 3

VT drama 2 Cijfer (≥5,5)


VT spreken V Niet van toepassing

Periode 1-4

Periode 1-4

Verdieping Macro-economie-2



KT Macro-2 Cijfer (≥5,5)


Economische bril



LT Ec bril Cijfer (≥5,5)


Corporate Finance



KT CORPFIN Cijfer (≥5,5)


MT IntOnd V Niet van toepassing

Periode 4 Periode 4

VDVT10: AD/SL ILS-Ec2-15 SBL-3 / vakdidactische bekwaamheid


LT AD/SL Cijfer (≥5,5)


GKB7&8: Leren begeleiden

ILS-Ec2-16 SBL 1 t/m 7 / alle bekwaamheden

Semester 2, periode 3-4

BeoordWPL2A Cijfer (≥5,5)


LT PosL&L Cijfer (≥5,5)


LT LenLICT V Niet van toepassing

Periode 4 Periode 4

Martonderzoek en statistiek



KT MOSTA Cijfer (≥5,5)


Vrije Ruimte ILS-Ec2-18 SBL-1-7 / alle bekwaamheden

Semester 1-2, periode 1-4

LT VR Cijfer (≥5,5)

1 Periode 1-4

Periode 1-4

Human Resource Management



LT HRM Cijfer (≥5,5)


VDVT11: Leermiddelen-

ILS-Ec2-20 SBL-3 / vakdidactische


LT LMA Cijfer (≥5,5)



analyse bekwaamheid




SEMESTER, PERIODE



Geld enOrganisatiekunde ILS635/2

SBL-3 / vakinhoudelijke bekwaamheid


KT MONECO Cijfer (≥5,5)


SBL-3 / vakinhoudelijke bekwaamheid


LT OrgChal Cijfer (≥5,5)


Integraal handelen in de beroepspraktijk 2

ILS-Ec636/2

SBL 1 t/m 7 / alle bekwaamheden

Semester 1, periode 1-2

PFbeoIH2 Cijfer (≥5,5)


BeoWPL2B Cijfer (≥5,5)


LT Ontwerp Cijfer (≥5,5)


LT OWK Cijfer (≥5,5)



JAAR 4, afstudeerrichting beroepsonderwijs VOLTIJD (cohort 2016/2017)


SEMESTER, PERIODE



Financiële Educatie

ILS-Ec657 SBL-3 / vakinhoudelijke en vakdidactische bekwaamheid


LT FinEdu Cijfer (≥5,5)


Ondernemer-schap



LT OndSchap Cijfer (≥5,5)


Ondernemend beroepsonder-wijs



LT Beroepsond Cijfer (≥5,5)


Onderzoek Eindfase

ILS-Ec649 SBL 1 t/m 7 / alle bekwaamheden


Oz Eindfase Cijfer (≥5,5)





PFIH3 Cijfer (≥5,5)

1 Periode 1-4

Periode 1-4

BeoWPL3 Cijfer (≥5,5)

1 Periode 1-4

Periode 1-4

LKTeco Cijfer (≥5,5)

1 Landelijk bepaald (via website van 10vdL)


JAAR 4, afstudeerrichting algemeen vormend onderwijs VOLTIJD (cohort 2016/2017)


SEMESTER, PERIODE



Financiële Educatie



LT FinEdu Cijfer (≥5,5)


Ondernemer-schap



LT OndSchap Cijfer (≥5,5)


Beeldvorming bovenbouw h/v



LT Beeld H/V Cijfer (≥5,5)


Onderzoek Eindfase



Oz Eindfase Cijfer (≥5,5)





PFIH3 Cijfer (≥5,5)

1 Periode 1-4

Periode 1-4

BeoWPL3 Cijfer (≥5,5)

1 Periode 1-4

Periode 1-4

LKTeco Cijfer (≥5,5)

1 Landelijk bepaald (via website van 10vdL)


9.1 OWE’s en modules van de propedeuse, inclusief keuze OWE’s

OWE-beschrijvingen JAAR 1 VOLTIJD (cohort 2019-2020)Algemene informatie Naam OWE Inleiding micro-economie-1Code OWE ILS-Ec1-1AOnderwijsperiode Semester 1, periode 1Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd: 7 weken à 4 lesuren per week = 21 klokurenIngangseisen OWE (in categorieën)

Formele toelaatbaarheid tot de opleiding

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving Algemeen

De student kan de volgende begrippen en concepten uitleggen: algemene economie, allocatie van productiefactoren, alternatief aanwendbaar, alternatieve kosten, de vier productiefactoren, ceteris paribus clausule, micro, meso en macro economie, schaarste, afgeleide vraag.

De student kan gedragseconomische concepten, zoals verliesaversie en het bezitseffect, herkennen en verklaren.

Consumentengedrag De student kan uitleggen welke factoren de individuele en collectieve vraag

naar een product bepalen en hoe de vraaglijn kan verschuiven. De student kan het verloop van de vraagfunctie naar een product grafisch (in

een grafiek) en algebraïsch (in formule) beschrijven en de concepten inkomenseffect en substitutie-effect uitleggen.

De student kan de prijselasticiteit van de vraag uitrekenen en het effect van een prijsverandering op de omzet van een product bepalen. Hetzelfde geldt voor de kruisprijselasticiteit en de inkomenselasticiteit. (Alleen segmentelasticiteit)

De student kan de concepten complementaire en substitutie goederen, luxe goederen en noodzakelijke goederen herkennen en uitleggen.

De student kan de kenmerken van een markt van volkomen concurrentie begrijpen en kunnen uitleggen dat een individueel aanbieder op zo’n markt geen invloed heeft op de prijs en dus een hoeveelheidsaanpasser is.

De student kan de markt van volkomen concurrentie grafisch te beschrijven is (hoe een grafiek van zo’n markt eruit ziet) en uitleg erbij geven. Uit een grafiek kunnen afleiden wat de evenwichtsprijs is en evenwichtshoeveelheid.

De student kan persoonlijke keuzes t.a.v. werk, zorg en recreëren verklaren, zowel tekstueel als grafisch.

De student kan uitleggen welke factoren het individuele en collectieve aanbod van een product bepalen en hoe de aanbodlijn kan verschuiven.

De student kan de prijselasticiteit van het aanbod uitrekenenProducenten- en ondernemingsgedrag

De student kan de volgende begrippen uitleggen: Primaire, secundaire, tertiaire en quartaire sector, bedrijfstak en bedrijfskolom, parallellisatie (branchevervaging), specialisatie, differentiatie en integratie, Natuurlijke personen en rechtspersonen, Eenmanszaak, VOF, NV en BV

De begrippen prijsdiscriminatie en prijsdifferentiatie kennen en kunnen uitleggen.

De student kan uitleggen wat een productiefunctie beschrijft. De student kan het verschil tussen constante kosten en variabele kosten

omschrijven. De student kan bij proportionele kosten een TK, TVK, TCK, GTK, GVK, GCK en

MK , maar ook een TO en TW vergelijking uitleggen en tekenen, en ermee rekenen. De student kan de break-even afzet uitrekenen bij een gegeven productprijs en kan uitrekenen vanaf welke q (hoeveelheid) de ene productietechniek hogere kosten geeft dan een andere.

De student kan het principe van toe-en afnemende meeropbrengsten uitleggen en uitleggen hoe in dat geval de kostencurve eruit ziet.

De student kan de kenmerken van de vier marktvormen, volkomen concurrentie, monopolie, oligopolie en monopolistische concurrentie

beschrijven. De overeenkomsten en verschillen tussen deze markvormen kunnen beschrijven.

De student kan aangeven bij welke q (hoeveelheid) en p (prijs) de winst maximaal is en wanneer de winst nul is (break-even) voor een individueel bedrijf in de volgende situaties: Proportionele kosten en een markt van volkomen concurrentie/Niet-proportionele kosten en een markt van volkomen concurrentie/Proportionele kosten en een monopolie. Dit kunnen op op basis van grafieken (aflezen) en op basis van eenvoudige vergelijkingen of een invultabel (uitrekenen). De omvang van een maximale winst in een grafiek kunnen arceren en kunnen uitrekenen a.d.h.v. eenvoudige formules of een invultabel.

Het verloop kunnen uitleggen van de TK, TCK, TVK, GTK, GVK, GCK, MK en de TO, GO, MO bij verschillende kostensituaties (proportioneel/niet-proportioneel/kostenverloop bij toe-en afnemende meeropbrengsten) en bij twee verschillende markvormen (vokomen concurrentie en monopolie)

De student kan afgeleiden bepalen van economische functies (met meerdere variabelen).En kan vanuit een gegeven vraagfunctie de MO opstellen. En kan vanuit een gegeven GTK de MK opstellen.

Markt-en overheidsfalen De student kan uit een grafiek kunnen afleiden en wat er gebeurt als de

overheid een maximumprijs of minimumprijs instelt. Het vraag-of aanbodoverschot in een grafiek kunnen aangeven en bij gegeven getallen kunnen uitrekenen.

De student kan alle bovenstaande concepten in verschillende (actuele) contexten herkennen en toepassen.

Eindkwalificaties (beoogde leerresultaten)

Vakinhoudelijke bekwaamheid

Samenhang Micro economie is een onderdeel van de Algemeen Economische leerlijn. De inhouden zijn o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten:

Onderbouw vmbo / havo/ vwo Bovenbouw vmbo in het vak economie Bovenbouw vmbo de profielen economie & ondernemen, dienstverlening en

producten, horeca, bakkerij en recreatie MBO: kwalificatiedossiers van ondernemerschap/retail, assistent-manager

internationale handel, verkoopspecialistKennisbasis economie Domein(en) Subdomein(en)

Domein 1: Macro-economie 1.4: Arbeid

Domein 2: Micro-economie

2.1: Consumentengedrag2.2: Producenten- en ondernemingsgedrag2.3: Marktvormen2.4: Markt-en overheidsfalen

Deelnameplicht onderwijs Niet van toepassing

Maximum aantal deelnemers

De ideale groepsgrootte is 25 studenten. Om organisatorische redenen kan hier in voorkomende gevallen van worden afgeweken.

Activiteiten en/of werkvormen

In deze onderwijseenheid wordt gewerkt met een combinatie van hoor- werkcolleges. Terugkerende onderdelen tijdens de lessen zijn o.a.:

het beantwoorden van vragen naar aanleiding van de bestudering van de in een vorige bijeenkomst aangeboden stof of van gemaakte huiswerkopgaven;

theoretische verdieping van de onderwerpen in de vorm van hoorcollege; het maken van oefenopgaven om de aangeboden theorie te verankeren in

de vorm van werkcollege. Studenten ontvangen ontwikkelingsgerichte feedback van docenten en

medestudenten op zelfmanagement t.a.v. leren en de brede professionele basis van het docentschap. Ze reflecteren hierop met hun begeleider tijdens de lessen professionele ontwikkeling. De reflectie op zelfmanagement t.a.v. leren en de brede professional basis van het docentschap maakt onderdeel uit van de integrale toetsing.

Het onderwijs wordt in het Nederlands vormgegeven. Gebruikte literatuur kan Engelstalige teksten bevatten.


Verplichte literatuur / Beschrijving ‘leerstof’

Algemene economische basisprincipes, DJ de Jong Lesbrief Micro economie (via opleiding), LWEO

Verplichte software / verplicht materiaal

Niet van toepassing

Eigen financiële bijdrage Niet van toepassing

TentamineringNaam en code

(deel)tentamen Tentamen: Kennistoets Inleiding Micro-economie-1KT Micro-1

Beoordelingscriteria De student beheerst bij de kennistoets de inhouden en vaardigheden zoals omschreven bij de algemene omschrijving. De beoordelingscriteria zijn gebaseerd op de doelen en de toetsmatrijs. Deze zijn nader gespecificeerd en gepubliceerd op OnderwijsOnline bij dit tentamen.

Vorm(en) tentamen en deeltentamens

Schriftelijk tentamen van 120 minuten

Weging deeltentamen 1Minimaal oordeel ≥5,5

Tentamenmomenten Kans 1 in periode 1Kans 2 in periode 2

Aantal examinatoren bij individuele tentamenvorm

1

Toegestane hulpmiddelen Niet-programmeerbare rekenmachine Pen Kladpapier

Wijze van aanmelden voor tentamen /

aanmeldingstermijn

Indien het tentamen (bijvoorbeeld een kennistoets) georganiseerd wordt door het tentamenbureau dient de student zich in te schrijven via een inschrijfsite (een link staat op OnderwijsOnline). De inschrijfperiode wordt gepubliceerd op de inschrijfsite. Indien het gaat om een andere vorm van toetsing informeert de examinator de studenten over de wijze van inschrijving, aanmelding en de aanmeldingstermijn.

Nabespreking en inzage Conform regelgeving in OER


Algemene informatie Naam OWE WiskundeCode OWE ILS-Ec1-2Onderwijsperiode Semester 1, periode 1Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd: 7 weken à 4 lesuren per week = 21 klokurenIngangseisen OWE (in categorieën)


Inhoud en organisatie Algemene omschrijving De student kan zowel algebraïsch als grafisch de belangrijkste rekenen wiskundige

vaardigheden toepassen binnen een economische opleidings- en beroepscontext, waaronder rekenen met procenten, grafieken interpreteren, eerste- en tweedegraads vergelijkingen oplossen, het bepalen van TO, GO, MO, TK, GK, MK, TW, GW en MW.



Samenhang Wiskunde is een onderdeel van zowel de Algemeen Economische als de Bedrijfseconomische leerlijn. De inhouden zijn o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten:



internationale handel, verkoopspecialist, bedrijfsadministrateur, managementassistent

Kennisbasis economie Domein(en) Subdomein(en)Domein 2: Micro-economie 2.1 consumentengedrag (uitsluitend de

rekenkundige- en wiskundige bewerkingen)2.2 producenten- en ondernemingsgedrag (uitsluitend de rekenkundige- en wiskundige bewerkingen)

Domein 15: Een economische en maatschappelijke bril

15.1 Wiskunde en statistiek












Startrekenen Wiskit, basisvaardigheden wiskunde, Heebels, S e.a. Deviant, Amersfoort


Niet van toepassing



(deel)tentamen Kennistoets: WiskundeKT Wiskunde








1



aanmeldingstermijn




Algemene informatie Naam OWE Commerciële EconomieCode OWE ILS-Ec1-3Onderwijsperiode Semester 1, periode 1Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd: 7 weken à 4 lesuren per week = 21 klokurenIngangseisen OWE (in categorieën)


Inhoud en organisatie Algemene omschrijving De student kan vanuit theoretische en praktische kennis de mogelijkheden

aangeven voor organisaties om producten in de markt te zetten, waar mogelijk en nodig gebruikmakend van digitale /computernetwerken (e-commerce).

De student kan economische procedures hanteren waarmee de externe omgeving van een organisatie in kaart wordt gebracht en haar plaats daarin wordt geduid (bedrijfskolom, branche, doelgroep, behoefte, vraag).

De student kan economische procedures hanteren waarmee de kansen en bedreigingen voor een organisatie en de sterktes, zwaktes, mogelijkheden en beperkingen van een organisatie worden onderzocht.

De student kan economische procedures hanteren waarmee o strategische opties worden geformuleerd en gekozen aan de hand

van bijvoorbeeld een communicatieplan, een promotieplan;o een consistente marketingmix voor een product of productgroep

wordt samengesteld aan de hand van bijvoorbeeld een communicatieplan, promotieplan;

o het marketingplan van een organisatie wordt beoordeeld. De student kan de hierboven beschreven kennis integreren en toepassen.



Samenhang Commerciële economie is een onderdeel van de Bedrijfseconomische leerlijn. De inhouden zijn o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten:

Onderbouw havo/ vwo Bovenbouw vmbo in het vak economie Bovenbouw vmbo de profielen economie & ondernemen, dienstverlening en


internationale handel, verkoopspecialistKennisbases Domein(en) Subdomein(en)

11. Commerciële Economie11.1 organisatiestrategie11.2 externe omgeving11.3 Interne omgeving11.4 Markonderzoek en informatievoorziening11.5 Marketingstrategie en -planning










Het onderwijs wordt in het Nederlands vormgegeven. Gebruikte literatuur kan


Engelstalige teksten bevatten.Verplichte literatuur / Beschrijving ‘leerstof’

Inleiding tot de marketing, B. Verhage


Niet van toepassing

Eigen financiële bijdrage In het kader van deze OWE wordt samen met de studenten van het tweede leerjaar een aantal school- en bedrijfsbezoeken afgelegd. Dit noemen we “de werkdagen”. Doelstellingen liggen op het gebied van het kennismaken met verschillende schooltypen (zoals Jenaplan, Vrije school, montessori) enerzijds en het leren kennen van het beroepenveld van afgestudeerde leerlingen in het VMBO en MBO anderzijds. De bijdrage voor deze werkdagen bedraagt € 100,- (incl. eten en overnachting). De opleiding gaat ervan uit dat iedere student participeert. Wanneer er in uitzonderlijke gevallen sprake is van bijzondere omstandigheden die dit verhinderen, kan met de docenten die deze werkdagen organiseren een individuele afspraak worden gemaakt voor het bespreken van een alternatief.


(deel)tentamen Kennistoets Commerciële EconomieKT CE of LT CE



Schriftelijk tentamen van 120 minuten of Leertaak (keuze)




1



aanmeldingstermijn




Algemene informatie Naam OWE VDVT01: Vakdidactiek Inleiding en visieCode OWE ILS-Ec1-4AOnderwijsperiode Semester 1, periode 1Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd: 7 weken à 2 lesuren per week = 11 klokurenIngangseisen OWE (in categorieën)


Inhoud en organisatie Algemene omschrijving De vakdidactiek houdt zich vooral bezig met de vakspecifieke kanten van het

lesgeven: het verduidelijken en presenteren van leerinhouden en het plannen en reguleren van het leerproces. Sommige van deze onderwerpen worden ook in het kader van algemene didactiek aan de orde gesteld, maar zij krijgen bij de vakdidactiek een vakspecifieke invulling.

Als je economiedocent wordt, is het van belang je af te vragen waarom je in de les doet wat je doet. Je verkent daartoe de aard en structuur van het brede vakgebied economie binnen het tweedegraads werkveld (inclusief MBO). Je duikt daarnaast in het verleden om te kijken hoe je zelf economielessen hebt gehad en vraagt je af waarom die lessen eruit gezien hebben zoals ze eruit zagen.

Uiteindelijk formuleer je in deze OWE een visie waarin je beschrijft wat jij waarom en hoe belangrijk vindt voor de concrete invulling van jouw docentschap economie in het tweedegraads werkveld. Onder meer door actuele vakliteratuur (boeken en artikelen) te lezen, werk je in deze OWE tevens aan je onderzoeksvaardigheden.


Vakdidactische bekwaamheid

Samenhang Deze onderwijseenheid vakdidactiek is deel van de vakdidactische leerlijn. Er zijn links met de vakinhoudelijke thema's van parallelle OWE's. De inhouden van deze onderwijseenheid zijn o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten:



internationale handel, verkoopspecialist.Kennisbasis economie Domein(en) Subdomein(en)

16: Vakdidactiek 16.1: Oriëntatie op economie in het tweedegraads werkveld

Deelnameplicht onderwijs Vakdidactiek kent een aanwezigheidsverplichting. De didactische kant van het lesgeven leer je niet (of in elk geval niet uitsluitend) door er individueel over te lezen, maar door het in de les te doen en er met elkaar over in dialoog te gaan.




We verkennen het vak en de vakdidactiek van economie in het 2e graads werkveld. De vorm waarin bij vakdidactiek wordt gewerkt bestaat uit interactieve colleges waarin je samen met medestudenten en de docent via begeleide dialoog en andersoortige leeractiviteiten samenwerkt om jouw eigen vakdidactische kennis te construeren. Ook ga je met een economiedocent een interview houden in het 2 e graads werkveld. Studenten ontvangen ontwikkelingsgerichte feedback van docenten en medestudenten op zelfmanagement t.a.v. leren en de brede professionele basis van het docentschap. Ze reflecteren hierop met hun begeleider tijdens de lessen professionele ontwikkeling. De reflectie op zelfmanagement t.a.v. leren en de brede professional basis van het docentschap maakt onderdeel uit van de integrale toetsing.


Artikelen op de digitale leeromgeving ‘OnderwijsOnline’, waaronder:o De Bruyckere, P, Kirschner, P., & Hutshof, C. (2016). Urban Myths about

Learning & Education. Academic Press, London.o N.N. (2016). How to make a good teacher? The Economist 11-17/06, pp.21-

24.Verplichte software / verplicht materiaal

Niet van toepassing




(deel)tentamen Leertaak visiestukLT visiestuk

Beoordelingscriteria De student beheerst de inhouden en vaardigheden zoals omschreven bij de algemene omschrijving. De student kan op basis van de aldaar beschreven criteria en met gebruik van literatuur een visiestuk schrijven waarin hij/zij beschrijft wat hij/zij waarom en hoe belangrijk vindt voor de concrete invulling van het eigen docentschap economie.

De beoordelingscriteria zijn gebaseerd op de doelen en de toetsmatrijs. Deze zijn nader gespecificeerd en gepubliceerd op OnderwijsOnline bij dit tentamen.


Leertaak (schriftelijk verslag)

Weging deeltentamen 1Minimaal oordeel ≥ 5,5

Tentamenmomenten Kans 1 in periode 1 Kans 2 in periode 2


1 of 2

Toegestane hulpmiddelen Niet van toepassingWijze van aanmelden voor

tentamen / aanmeldingstermijn




Algemene informatie Naam OWE VDVT02: Vakdidactiek Directe InstructieCode OWE ILS-Ec1-5AOnderwijsperiode Semester 1, periode 1Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd: 7 weken à 2 lesuren per week = 11 klokurenIngangseisen OWE (in categorieën)


Inhoud en organisatie Algemene omschrijving De vakdidactiek houdt zich vooral bezig met de vakspecifieke kanten van het

lesgeven. Bij deze onderwijseenheid staan vragen centraal zoals: Hoe maak ik een lesvoorbereiding? Hoe stel ik SMART-geformuleerde leerdoelen op voor mijn leerlingen? Hoe hanteer ik het model voor directe instructie? Hoe gebruik ik het bord? In deze OWE gaan we met dergelijke vraagstukken aan de slag. Ook oefen je met een basisvaardigheid in het lesgeven, namelijk het geven van een aansprekende en heldere klassikale uitleg. Onder meer door actuele vakliteratuur (boeken en artikelen) te lezen werk je in deze OWE tevens aan je onderzoeksvaardigheden. In het kader van ‘leren en lesgeven met ICT’ komen diverse praktische aspecten van ICT-gebruik naar voren, zoals het gebruik van het digitale schoolbord.







Domein 16: Vakdidactiek Subdomein 16.1: Oriëntatie op economie in het tweedegraads werkveld (inclusief MBO).Subdomein 16.2: Vakspecifieke didactiek

Deelnameplicht onderwijs Vakdidactiek kent een aanwezigheidsverplichting. De didactische kant van het lesgeven leer je niet (of in elk geval niet uitsluitend) door er individueel over te lezen, maar door het in de les te doen en er met elkaar over in dialoog te gaan. De vorm waarin bij vakdidactiek wordt gewerkt bestaat dan ook uit interactieve colleges waarin je samen met medestudenten en de docent via begeleide dialoog en andersoortige leeractiviteiten samenwerkt om jouw eigen vakdidactische kennis te construeren.




In deze onderwijseenheid staat de kennismaking met het lesgeven in economie in het 2e graads werkveld via het directe instructiemodel centraal. Hier werken we middels opdrachten en interactieve colleges aan. Ook worden studenten uitgenodigd om via minilessen stukjes economiestof aan elkaar uit te leggen. Studenten ontvangen ontwikkelingsgerichte feedback van docenten en medestudenten op zelfmanagement t.a.v. leren en de brede professionele basis van het docentschap. Ze reflecteren hierop met hun begeleider tijdens de lessen professionele ontwikkeling. De reflectie op zelfmanagement t.a.v. leren en de brede professional basis van het docentschap maakt onderdeel uit van de integrale toetsing.


• Ebbens, S., & Ettekoven, S. Effectief Leren. Groningen: Noordhoff.• Artikelen op de digitale leeromgeving ‘OnderwijsOnline’


Niet van toepassing



(deel)tentamen Leertaak directe instructieLT DI


Beoordelingscriteria De student beheerst de inhouden en vaardigheden zoals omschreven bij de algemene omschrijving. De student bereidt een economieles voor met behulp van het directe instructiemodel en verzorgt een miniles aan medestudenten. De beoordelingscriteria zijn gebaseerd op de doelen en de toetsmatrijs. Deze zijn nader gespecificeerd en gepubliceerd op OnderwijsOnline bij dit tentamen.


Leertaak Directe Instructie




1 of 2






Oriëntatie op onderwijs (GKB-1)Naam OWE Oriëntatie op onderwijs (GKB-1)Code OWE ILS-Ec1-6AOnderwijsperiode Semester 1, periode 1Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 uurOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd lessen onderwijskunde: 18 uur

o periode 1: 3 lesuren per week Zelfstudie: 52 uur (voorbereiding colleges, kennistoets)

Ingangseisen OWE (in categorieën)

Voor de lessen onderwijskunde geldt dezelfde participatieregeling als die van de opleiding waarvoor je bent ingeschreven.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving Tijdens deze onderwijseenheid werken we aan de volgende leerresultaten.

De student bezit kennis over de werking van het Nederlandse onderwijssysteem. De student bezit kennis over de inrichting van het MBO met daar binnen specifiek de termen volwasseneducatie, basisdelen, profielen keuzedelen, kwalificatiedossier, vijf niveaus, bbl, bol en burgerschapsvorming. Tevens bezit de student kennis over de inrichting van het vmbo (leerwegen, lwoo, leerroutes, profielen, vrije deel) en de inrichting van havo-vwo. Dit thema is afkomstig uit de generieke kennisbasis domein C1.

De student bezit kennis over de motivatietheorieën SDT en de attributietheorie. Daarnaast bezit de student kennis over de 3 basisbehoeften relatie, competentie en autonomie en kan hierbij passende voorbeelden noemen en weet hoe hij daar als leerkracht rekening mee kan houden.

Eindkwalificaties In deze onderwijseenheid wordt er gewerkt aan de volgende eindkwalificaties: Brede professionele basis Pedagogisch bekwaam Vakdidactisch bekwaam Vakinhoudelijk bekwaam

Samenhang Deze onderwijseenheid maakt deel uit van het programma onderwijskunde en is mede gebaseerd op de landelijk vastgestelde generieke kennisbasis.

Kennisbases Domein KernconceptGenerieke kennisbasis

C1: Ontwikkeling in het onderwijs

Inrichting van het NederlandsonderwijssysteemKenmerken van middelbaarberoepsgericht onderwijsKenmerken van voortgezet onderwijs

A4: Leer- en motivatieprocessenMotivatietheorieën inclusief basisbehoeften leerling

Veilig en ordelijk Leerklimaat (basisbehoefte van de leerling)



Niet van toepassing


(Werk)colleges waarin theorie wordt afgewisseld met praktische oefeningen en verwerkingsopdrachten. Studenten ontvangen ontwikkelingsgerichte feedback van docenten en medestudenten op zelfmanagement t.a.v. leren en de brede professionele basis van het docentschap. Ze reflecteren hierop met hun begeleider tijdens de lessen professionele ontwikkeling. De reflectie op zelfmanagement t.a.v. leren en de brede professional basis van het docentschap maakt onderdeel uit van de integrale toetsing.


Geerts, W., & Van Kralingen, R. Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho. Ros, A., Castelijns, J., Loon, A. van., Verbeeck, K. Gemotiveerd leren en lesgeven.

De kracht van intrinsieke motivatie. Bussum: Uitgeverij Coutinho.Verplichte software / verplicht materiaal

Niet van toepassing




(deel)tentamen Kennistoets oriëntatie op onderwijs (GKB-1)KT GKB-1

Beoordelingscriteria De student beheerst de kennis van eerder genoemde domeinen en sub-domeinen uit de generieke kennisbasis op het niveau van onthouden/kennis, het begrijpen/ herkennen en het toepassen in eenvoudige situaties.


Kennistoets




Niet van toepassing






Algemene informatie Naam OWE Inleiding Macro-economie-1Code OWE ILS-Ec1-7AOnderwijsperiode Semester 1, periode 2Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd: 7 weken à 4 lesuren per week = 21 klokurenIngangseisen OWE (in categorieën)


Inhoud en organisatie Algemene omschrijving Algemeen

De student kan de ontwikkelingen in aard en omvang van macro-economische factoren op de bedrijfsomgeving reproduceren, analyseren en verklaren.

Economische kringloop De student bezit theoretische kennis over economische groei (conjunctuur),

het welvaartsbegrip, de economische kringloop (grootheden), kapitaalgoederenvoorraad, kapitaalproductiviteit, arbeidsintensiteit, arbeidsproductiviteit, omvang ontwikkelingen besparingen en beroepsbevolking, BBP, nationale rekeningen, economische orde, concurrentiepositie, internationale handel, wisselkoersen, nominaal en reëel inkomen (koopkracht).

De student hanteert economische procedures waarmee specifiek: 1. de geld-, goederen- en dienstenstroom van een economie in kaart gebracht wordt (via een economische kringloop en buitenland); 2. economische processen geregistreerd kunnen worden (bijvoorbeeld via nationale rekeningen of de staat van middelen en bestedingen);

Conjunctuur(beleid) en economische groei De student hanteert economische procedures om de invloed van

conjunctuur op economische actoren te verklaren en om aan te geven op welke wijze er ingegrepen kan worden om de conjunctuurbeweging te kanaliseren.

De student kan de oorzaken van de conjunctuur(golf) en de relatie met effectieve vraag, innovatie en werkloosheid reproduceren, analyseren en verklaren.

De student kan de voor- en nadelen van economische groei uitleggen (bijvoorbeeld aan de hand van maatschappelijke kosten).

Arbeidsmarkt De student bezit theoretische kennis van de volgende begrippen:

beroepsbevolking (omvang, deelnemingsgraad, samenstelling en mobiliteit), arbeidsverdeling, (on)betaald werk, zwarte en grijze circuit, loonvorming, arbeidsproductiviteit, arbeidskosten, netto en bruto deelnemingsgraad, werkloosheid (soorten, ontstaan, meten, gevolgen en bestrijding), krappe en ruime arbeidsmarkt, cao, werkgevers- en werknemersorganisaties en wetgeving vanuit de overheid (zoals leer- en pensioenplicht).

De student kan de i/a-ratio berekenen en aan de hand hiervan beoordelen in hoeverre er een beroep op de sociale zekerheid wordt gedaan, de replacement rate berekenen en aan de hand hiervan een uitspraak doen over de mate waarin werken uit een situatie van werkloosheid ontmoedigd wordt, met behulp van de arbeidsinkomensquote beoordelen in welke mate het nationaal inkomen wordt bepaald door werknemers in loondienst en de arbeidsinkomensquote en winstquote berekenen en interpreteren.

De student hanteert economische procedures om: de beroepsbevolking, werkloosheid, participatiegraad, reëel/nominaal loon, koopkracht en arbeidsproductiviteit te verbeelden, te kwantificeren en te interpreteren.

De student bezit theoretische kennis van de interacties van de verschillende partijen op de arbeidsmarkt (werknemers, werkgevers, vakbonden en overheid).

De student kan de werking van de arbeidsmarkt analyseren, verklaren en koppelen aan het ontstaan van lonen, kan de koppeling tussen lonen en prijzen uitleggen, de werking van de loon/prijs-spiraal uitleggen en deze in een context plaatsen en is in staat om de diverse maatschappelijke opvattingen over werken kan uitleggen en deze


perspectieven te analyseren.Prijsbeleid

De student bezit ruime theoretische en contextuele kennis van inflatie met aandacht voor, in ieder geval, de soorten inflatie (bestedings-, kosten-, winst-, importinflatie), de oorzaken van inflatie en de gevolgen van inflatie voor koopkracht, spaargedrag, koopkracht, sparen, vermogen, internationale concurrentiepositie, wisselkoers en (inter)nationale macro-economische waarden.

De student hanteert economische procedures om: 1. de inflatie en koopkracht te verbeelden, te kwantificeren (met aandacht voor het verschil tussen nominale en reële waarden) en te interpreteren, met behulp van indexcijfers (CPI); 2. een koppeling te leggen tussen geldhoeveelheid en koopkracht.

Monetair beleid De student bezit theoretische kennis van het ontstaan en de ontwikkeling

van het betalingsverkeer, waarbij aandacht is voor in elk geval: functie, ontstaan en de verschijningsvormen van geld (chartaal en giraal), (in)directe ruil(waarde), geldtheorie / kwantiteitstheorie, taken primaire banken, de rol van centrale banken (zoals de ECB en de Federal Reserve) in het sturen van de koopkracht en economische groei en de geldmarkt in ruime en enge zin.

De student bezit theoretische kennis van de termijnmarkt, kapitaalmarkt en valutamarkt. Kan de redenen en verschijningsvormen van rente uitleggen en koppelen aan de geldmarkt. Kan de verschillende factoren die de rente (hoogte en structuur) bepalen/beïnvloeden analyseren en uitleggen.

Internationale handel De student hanteert economische procedures waarmee specifiek: 1. het

ontstaan van handel verklaard kan worden (bijvoorbeeld aan de hand van absolute kostenverschillen (Smith) en relatieve of comparatieve kostenverschillen –Ricardo-); 2. de mate van openheid van een economie kan worden bepaald (bijvoorbeeld via het uitrekenen en interpreteren van de ruilvoet, de invoerquote en de uitvoerquote); 3 de effecten van (het beperken van) vrijhandel op de welvaart van een land en de wereld geanalyseerd en besproken kunnen worden.

De student bezit theoretische kennis over de totstandkoming, bevordering en belemmering van internationale handel, met aandacht voor in elke geval: open en gesloten economieën, wisselkoers, betalingsbalans, import, export, ruilvoet, internationale concurrentiepositie.



Samenhang Macro-economie is een onderdeel van de Algemeen-economische leerlijn. De inhouden zijn o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten:

Onderbouw vmbo / havo/ vwo Bovenbouw vmbo in het vak economie MBO: kwalificatiedossiers van ondernemerschap/retail, assistent-manager

internationale handelKennisbasis economie Domein(en) Subdomein(en)

Domein 1: Macro-economie 1.1: Macro-economische relaties1.2: Economische groei1.3: Korte termijn: conjunctuur en stabilisatiepolitiek1.4: Arbeid1.5: Inflatie

Domein 3: Monetaire economie

3.1: Financiële data3.2: Financiële markten en instituties

Domein 5: Internationale economische betrekkingen

5.1: Globalisering en internationale handel

Deelnameplicht onderwijs Niet van toepassingMaximum aantal deelnemers











De Jong, D. Algemene economische basisprincipes. Groningen: Noordhoff.


Niet van toepassing



(deel)tentamen Kennistoets Macro-economie-1KT Macro-1







1



aanmeldingstermijn




Algemene informatie Naam OWE Bedrijfseconomie-1Code OWE ILS-Ec1-8Onderwijsperiode Semester 1, periode 2Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd: 7 weken à 4 lesuren per week = 21 klokurenIngangseisen OWE (in categorieën)


Inhoud en organisatie Algemene omschrijving De student kan vanuit theoretische kennis de doelen van kosteninformatie

voor een organisatie noemen. De student bezit theoretische kennis van het indelen van kosten naar

kostensoorten, bedrijfsfuncties, kostengedrag en kostentoerekening. De student kan economische procedures hanteren om voor een concrete

organisatie kosten in te delen naar: kostensoorten (gronden hulpstoffen, arbeid, duurzame productiemiddelen, diensten van derden); bedrijfsfuncties (fabricage, verkoop, overhead); kosten in te delen naar kostengedrag (constant, variabel) en kosten in te delen naar kostentoerekening (direct, indirect) en is in staat hiermee berekeningen uit te voeren om bijvoorbeeld de kostprijs te calculeren.

De student kan de winst berekenen voor de handelsonderneming via de brutowinst.

De student kan voor de industriële onderneming de winst berekenen via Absorbtion Costing (AC) en Direct Costing (DC) en een analyse van het verschil maken en beredeneren.

De student kan economische procedures hanteren om uitval en afval in de kostprijs te verrekenen

De student kan berekeningen mbt de afschrijving op activa: een vast percentage van de aanschafprijs, een vast percentage van de boekwaarde en sum of the year digits.

De student kan op basis van een berekend afschrijvingsbedrag de nieuwe boekwaarde berekenen.

De student kan economische en juridische verschillen benoemen tussen rechtsvormen.

De student heeft basale kennis van het ondernemingsrecht en concepten daarbinnen zoals rechtspersonen, aansprakelijkheid, ondernemingsvormen, faillissementen, surseance van betaling.



Samenhang Bedrijfseconomie is een onderdeel van de Bedrijfseconomische leerlijn. De inhouden zijn o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten:

Bovenbouw vmbo de profielen economie & ondernemen MBO: kwalificatiedossiers van ondernemerschap/retail, assistent-manager

internationale handel, bedrijfsadministrateur, managementassistentKennisbasis economie Domein(en) Subdomein(en)

Domein 8: Management accounting

8.2: Opbrengsten- en kostencalculaties








de vorm van werkcollege. studenten ontvangen ontwikkelingsgerichte feedback van docenten en

medestudenten op zelfmanagement t.a.v. leren en de brede professionele basis van het docentschap. Ze reflecteren hierop met hun begeleider tijdens de lessen professionele ontwikkeling. De reflectie op zelfmanagement t.a.v.


leren en de brede professional basis van het docentschap maakt onderdeel uit van de integrale toetsing.



Krom, H. Praktische Bedrijfseconomie Theorieboek. Convoy.Krom, H. Praktische Bedrijfseconomie Opgavenboek. Convoy.


Niet van toepassing



(deel)tentamen Kennistoets: Bedrijfseconomie-1KT BE1







1



aanmeldingstermijn




Algemene informatie Naam OWE Bedrijfsadministratie-1Code OWE ILS-Ec1-9Onderwijsperiode Semester 1, periode 2Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd: 7 weken à 4 lesuren per week = 21 klokurenIngangseisen OWE (in categorieën)


Inhoud en organisatie Algemene omschrijving De student bezit theoretische kennis van de boekhoudkundige cyclus

teneinde doel en functie te bespreken van beginbalans, resultatenrekening, (sub)grootboek(rekeningen), dagboeken en de kolommenbalans voor de handmatige boekhouding.

De student kan voor een handels- of dienstverlenende onderneming op basis van een rubriekenstelsel een boekhouding of projectadministratie inrichten met gebruikmaking van onder meer subadministraties en dagboeken.

De student bezit theoretische kennis over de wijze waarop mutaties in bezit, schuld en eigen vermogen in de boekhouding dienen te worden verwerkt (de zgn. 'boekingsregels').

De student hanteert economische procedures (bijv. o.b.v. journaalposten) om basale financiële feiten te verwerken in een boekhouding voor een handelsonderneming, waarbij ook de omzetbelasting / BTW, kortingen, retouren en kruisposten wordt meegenomen.

De student hanteert economische procedures om, op een specifiek moment in de tijd, op basis van informatie uit de boekhouding de hoogte van de winst en het eigen vermogen te bepalen, de winst te verdelen en kan een controleberekening hierop uitvoeren.

De student bezit theoretische kennis van de specifieke grootboekrekeningen privé, winst en eigen vermogen in relatie tot diverse ondernemingsvormen, waaronder in elk geval eenmanszaak, VOF, BV.

De student hanteert economische procedures om rabatten, kredietbeperking en betalingskortingen in de boekhouding tot stand te brengen.

De student hanteert economische procedures om, op een specifiek moment in de tijd, op basis van informatie uit de boekhouding dagboeken op te stellen alsmede de subadministratie bij te houden.

De student hanteert economische procedures om, op een specifiek moment in de tijd, op basis van informatie uit de boekhouding, vergeten posten danwel foutief geboekte posten te kunnen corrigeren (zgn. voorafgaande journaalposten).



Samenhang Bedrijfsadministratie is een onderdeel van de Bedrijfseconomische leerlijn. De inhouden zijn o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten:



Domein 6: Bedrijfsadministratie

6.1: De boekhoudkundige cyclus6.2: Ondernemingsvormen

Domein 7: Financiële rekenkunde

7.2: Handelsrekenen

Domein 9: Corporate finance 9.1: Vermogens- en kapitaalstructuurDeelnameplicht onderwijs Niet van toepassing












Van Heeswijk, G., Bouman, D., Stienstra, S. Boekhouden voor het HBO, deel 1.Van Heeswijk, G., Bouman, D., Stienstra, S. Boekhouden voor het HBO, deel 1, opgaven.


Niet van toepassing



(deel)tentamen Kennistoets: Bedrijfsadministratie-1KT BA1







1



aanmeldingstermijn




Algemene informatie Naam OWE VDVT03: Vakdidactiek ToolboxCode OWE ILS-Ec1-10AOnderwijsperiode Semester 1, periode 2Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd: 7 weken à 2 lesuren per week = 11 klokurenIngangseisen OWE (in categorieën)

Formele toelaatbaarheid tot de opleiding. Aan de eerdere OWE’s vakdidactiek uit de propedeusefase moet zijn deelgenomen.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving Als docent economie heb je behoefte aan een breed repertoire aan manieren,

technieken en strategieën om aan leerlingen economische begrippen, concepten en procedures uit te kunnen leggen. Onder meer door actuele vakliteratuur (boeken en artikelen) te lezen werk je in deze OWE tevens aan je onderzoeksvaardigheden. In het kader van ‘leren en lesgeven met ICT’ komen diverse praktische aspecten van ICT-gebruik naar voren, zoals de inzet van het digitale schoolbord.







16: Vakdidactiek 16.1: Oriëntatie op economie in het tweedegraads werkveld (inclusef MBO).16.2: Vakspecifieke didactiek





Gedurende deze periode verzamel je manieren, technieken en strategieën om aan leerlingen economische begrippen, concepten en procedures uit te kunnen leggen, en bundel je deze. In de bijeenkomsten gaan we met elkaar in gesprek over wat je op de werkplek allemaal qua vakdidactiek ziet gebeuren, waar je zelf tegenaan loopt, wat er juist heel goed gaat, kortom: om van elkaar en met elkaar te leren. Dit doen we via interactieve vakdidactische (intervisie)bijeenkomsten. Deze interactieve colleges worden zoveel mogelijk gekoppeld aan jouw ervaringen en activiteiten op de werkplek. Studenten ontvangen ontwikkelingsgerichte feedback van docenten en medestudenten op zelfmanagement t.a.v. leren en de brede professionele basis van het docentschap. Ze reflecteren hierop met hun begeleider tijdens de lessen professionele ontwikkeling. De reflectie op zelfmanagement t.a.v. leren en de brede professional basis van het docentschap maakt onderdeel uit van de integrale toetsing.


Zie digitale leeromgeving ‘OnderwijsOnline’.


Niet van toepassing



(deel)tentamen Leertaak ToolboxLT Toolbox

Beoordelingscriteria De student beheerst de inhouden en vaardigheden zoals omschreven bij de


algemene omschrijving. Je levert een bijdrage aan een vakdidactisch tijdschrift waarin je allemaal praktisch uitgewerkte voorbeelden van lesonderdelen uitwerkt, onderbouwd vanuit de literatuur. Dat kan zowel vanuit de college-inhouden op de opleiding als vanuit jouw observaties en ervaringen op je werkplek. Zo vormt de toolbox een begin van jouw naslagwerk waar je ideeën voor jóuw lesgeven in economie uit kunt halen. De beoordelingscriteria zijn gebaseerd op de doelen en de toetsmatrijs. Deze zijn nader gespecificeerd en gepubliceerd op OnderwijsOnline bij dit tentamen.






1 of 2






Oriëntatie op het beroep van leraar periode 2 (GKB-2)Naam OWE Oriëntatie op het beroep van leraar periode 2 (GKB-2)Code OWE ILS-Ec1-6BOnderwijsperiode Semester 1, periode 2Studiepunten 5 studiepuntenStudielast in uren 140 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd onderwijskunde: 32 uur

periode 2: 4 lesuren per week, 8 lessen in de periodeWerkplekleren: 64 uurZelfstudie: 44 uur (voorbereiding colleges, taaltoets en leertaak)


Niet van toepassing

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving De student bezit kennis over de werking van het Nederlandse onderwijssysteem en

kan de verschillende kenmerken herkennen in de onderwijscontext van zijn stageschool. De student bezit kennis over de inrichting van het MBO. Tevens bezit de student kennis over de inrichting van het vmbo en de inrichting van havo-vwo. De student bezit kennis over de werking van het directe instructiemodel en kan aan de hand van dit instructiemodel een les ontwerpen. Ook heeft hij kennis van (verschillende) lesvoorbereidingsmodel(len). We werken met een dossier, waarin de student aantoont hoe en op welke manier hij de leerresultaten bereikt heeft. In dit dossier verzamelt de student bewijsmaterialen en reflecteert hij op zijn ontwikkeling.


In deze onderwijseenheid wordt er gewerkt aan de volgende eindkwalificaties: Brede professionele basis Pedagogisch bekwaam Vakdidactisch bekwaam Vakinhoudelijk bekwaam

Samenhang Onderwijskunde, onderzoek en werkplekleren worden integraal aangeboden. Dit betekent dat studenten werken richting beoogde leerresultaten, waarin zowel de leerresultaten van onderwijskunde, onderzoek als werkplekleren zijn opgenomen. Om de leerresultaten te kunnen bereiken moet de student een continu proces langs de verschillende leeromgevingen maken.

Kennisbases Domein(en) Subdomein(en)Generieke kennisbasis Domein C: De leraar als

professionalC1; Ontwikkelingen in het onderwijs

Domein C: De leraar als professional

C4; onderzoekend vermogen

Domein A: Begeleiden van leerprocessen

A5; Directe instructiemodel, lesvoorbereidingsmodellen

Deelnameplicht onderwijs Voor de lessen onderwijskunde geldt dezelfde participatieregeling als die van de opleiding waarvoor je bent ingeschreven.


Niet van toepassing


(Werk)colleges waarin theorie wordt afgewisseld met praktische oefeningen, verwerkingsopdrachten en samenwerking met studiegenoten. Studenten ontvangen ontwikkelingsgerichte feedback van docenten en medestudenten op zelfmanagement t.a.v. leren en de brede professionele basis van het docentschap. Ze reflecteren hierop met hun begeleider tijdens de lessen professionele ontwikkeling. De reflectie op zelfmanagement t.a.v. leren en de brede professional basis van het docentschap maakt onderdeel uit van de integrale toetsing.


Geerts, W., & Van Kralingen, R. Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho. Ros, A., Castelijns, J., Loon, A. van., Verbeeck, K. Gemotiveerd leren en

lesgeven. De kracht van intrinsieke motivatie. Bussum: Coutinho.Verplichte software / verplicht materiaal

Niet van toepassing



(deel)tentamen ILS taaltoetsILStaaltoets

Beoordelingscriteria De student beheerst het taalniveau B2 volgens ‘Talige startcompetenties Hoger Onderwijs’, SLO, Enschede 2009. Het gaat hierbij om de onderdelen: Formuleren;


werkwoordspelling; niet-werkwoordspelling; interpunctie; woordkeuze en woordenschat. De student beheerst het taalniveau 3f volgens Advies commissie Meijerink - Over de drempels met taal en rekenen (2008).


Afname is digitaal, op een computer in een computerlokaalDe toets bestaat uit 145 meerkeuzevragen/invulvragen

Weging deeltentamen Niet van toepassingMinimaal oordeel V

Tentamenmomenten periode I en III: ILS voltijdAantal examinatoren bij

individuele tentamenvormNiet van toepassing

Toegestane hulpmiddelen GeenWijze van aanmelden voor



Nabespreking en inzage Conform regelgeving in OERNaam en code

(deel)tentamen Dossier oriëntatie op het beroep van leraar: onderwijskundig perspectief (inclusief tussenbeoordeling wpl1 )DosGKB2

Beoordelingscriteria De vraag: “kan en wil ik docent … worden”, staat centraal in het dossier.1. Het leerproces van de student/werkende.

Hoe gedraagt hij/zij zich als lerende?2. Het functioneren van de lerende op de werkplek.

Hoe gedraagt hij/zij zich als toekomstig werknemer? Functioneert hij/zij goed, als onderdeel van de professionele gemeenschap?

3. De kennis, vaardigheden en houding die de lerende opdoet tijdens het werkplekleren. Handelt de student adequaat in de taaksituatie? Kan hij kennis en vaardigheden in verschillende taaksituaties toepassen?


Dossier




1






Algemene informatie Naam OWE IEB-1: GlobaliseringCode OWE ILS-Ec1-12AOnderwijsperiode Semester 2, periode 3Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd: 7 weken à 4 lesuren per week = 21 klokurenIngangseisen OWE (in categorieën)


Inhoud en organisatie Algemene omschrijving De student bezit theoretische kennis over de totstandkoming, bevordering en

belemmering van internationale handel, met aandacht voor in elke geval: nut/noodzaak/waarde van collaboratie tussen economische actoren en landen (o.a. inzake global challenges), open en gesloten economieën, wisselkoers, betalingsbalans, absolute en relatieve kostenverschillen, import, export, ruilvoet, internationale concurrentiepositie, positie van Nederland als doorvoerland, interne/externe/potentiële concurrentie, toetredingsbarrières, economische (afhankelijkheids)relaties, handelsliberalisering en protectionisme, politieke en economische argumenten voor vrijhandel en protectie en de rol van (inter)nationale organisaties zoals OESO; WTO; MinBuZa, IMF en Wereldbank.

De student bezit theoretische kennis van oorzaken en gevolgen van onderontwikkeling in relatie tot internationale armoede-, schuld-, en milieuproblematiek (waaronder uitputting van natuurlijke hulpbronnen), convergentie / divergentie, de rol van de staat (goed bestuur/ corruptie), de invloed van de agrarische en de industriële revolutie en de ICT revolutie op ontwikkeling, en bespreekt economische en maatschappelijke effecten van de diverse vormen van ontwikkelingssamenwerking (met specifiek aandacht voor de Millenniumdoelen en Sustainable Development Goals)

De student hanteert economische procedures waarmee specifiek: 1. het ontstaan van handel verklaard kan worden (bijvoorbeeld aan de hand van absolute kostenverschillen (Smith) en relatieve of comparatieve kostenverschillen –Ricardo-); 2. de mate van openheid van een economie kan worden bepaald; 3. de verdeling van welvaart binnen een land meetbaar gemaakt kan worden (Lorenzcurve); 4. welvaart tussen landen meetbaar en vergelijkbaar gemaakt kan worden (bijvoorbeeld via het interpreteren van maatstaven zoals het Bruto Binnenlands Product, de Human Development Index en het Bruto Nationaal Geluk); 5. de effecten van (het beperken van) vrijhandel op de welvaart van een land en de wereld geanalyseerd en besproken kunnen worden.

De student kan globaliseringsvraagstukken analyseren en laat zien dat hij een visie heeft opgebouwd vanuit historisch, economisch en geografisch perspectief.

De student kan ontwikkelings- en onderontwikkelingsvraagstukken analyseren belicht vanuit internationale armoede-, schuld- en milieuproblematiek, de rol van de overheid, de invloed van de agrarische en de industriële revolutie en de ICT revolutie op ontwikkeling en wat daarvan de economisch en maatschappelijke effecten zijn.

De student stemt vakinhoud en didactische werkwijzen bij gemeenschappelijke thema’s in de onderbouw, zoals arm en rijk, globalisering, Europese integratie en milieu, af met collega’s van aanpalende schoolvakken.



Samenhang Globalisering is een onderdeel van de algemene economische leerlijn. Deze onderwijseenheid vormt tevens een eerste kennismaking met concepten en contexten uit het leergebied mens en maatschappij. De inhouden zijn o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten:

Onderbouw vmbo / havo/ vwo Bovenbouw vmbo in het vak economie MBO: kwalificatiedossiers van assistent-manager internationale handel

Kennisbasis economie Domein(en) Subdomein(en)Domein 4: Collectieve sector 4.4: Duurzame economieDomein 5: Internationale economische betrekkingen 5.1: Globalisering en internationale handel

Domein 16: Vakdidactiek 16.2: Vakspecifieke didactiekDeelnameplicht onderwijs Niet van toepassing












• Elementaire Deeltjes 8 / Globalisering Auteur: Manfred B. Steger Serie: Elementaire Deeltjes Taal: Nederlands

In de digitale leeromgeving “OnderwijsOnline”, staan daarnaast aanvullende materialen waarnaar in de studiewijzer wordt verwezen in de vorm van artikelen en andere bronnen.


Niet van toepassing



(deel)tentamen Kennistoets: GlobaliseringKT Glob







1



aanmeldingstermijn




Algemene informatie Naam OWE Bedrijfseconomie-2Code OWE ILS-Ec1-13Onderwijsperiode Semester 2, periode 3Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd: 7 weken à 4 lesuren per week = 21 klokurenIngangseisen OWE (in categorieën)

Formele toelaatbaarheid tot de opleiding. Aan Bedrijfseconomie-1 moet zijn deelgenomen.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving De student kan een balans opstellen voor een persoonlijke organisatie

(eenmanszaak, vof) en een rechtspersoon (NV, BV), onderscheid makend tussen vaste activa, vlottende activa, eigen vermogen, voorzieningen, langlopend vreemd vermogen en kortlopend vreemd vermogen.

De student kan een beoordeling maken van de financiële structuur met behulp van een balans en resultatenrekening, middels liquiditeits-, solvabiliteits-, rentabiliteits- en activiteitskengetallen.

De student kan (startende) organisaties hierin adviseren. De student kan de vermogensbehoefte van een organisatie vaststellen. De student kan de resultaten- en liquiditeitsbegroting en geprojecteerde

balans opstellen.Eindkwalificaties (beoogde leerresultaten)


Samenhang Bedrijfseconomie-2 is een onderdeel van de Bedrijfseconomische leerlijn. De inhouden zijn o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten:



Domein 8: Management accounting 8.1: Interne informatievoorziening

Domein 9: Corporate Finance 9.1: Vermogens- en kapitaalstructuurDomein 10: financial accounting

10.1: financial statements10.4: financiële analyse












Krom, H. Praktische Bedrijfseconomie Theorieboek. Convoy.Krom, H. Praktische Bedrijfseconomie Opgavenboek. Convoy.


Niet van toepassing



(deel)tentamen Kennistoets: Bedrijfseconomie-2KT BE2








1



aanmeldingstermijn




Algemene informatie Naam OWE Bedrijfsadministratie-2Code OWE ILS-Ec1-14Onderwijsperiode Semester 2, periode 3Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd: 7 weken à 4 lesuren per week = 21 klokurenIngangseisen OWE (in categorieën)

Formele toelaatbaarheid tot de opleiding. Aan Bedrijfsadministratie-1 moet zijn deelgenomen.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving De student bezit theoretische kennis van voorraadwaarderingssystemen,

waaronder specifiek FIFO, LIFO en VVP, teneinde boekingen van financiële feiten die hierop betrekking hebben op correcte wijze in de boekhouding tot stand te brengen en boekingen maken m.b.t. de voorraadwaardering en de brutowinst.

De student hanteert economische procedures om de verschillende soorten voorraadwaarderingssystemen, waaronder specifiek FIFO, LIFO en VVP op correcte wijze in de boekhouding te verwerken, rekening houdend met voor- en nafacturering.

De student kan voor- en nafacturering toepassen in de boekhouding. De student bezit theoretische kennis van de financiële administratie ten

aanzien van de gemengde rekeningen, voorzieningen en winst op korte termijn.

De student bezit theoretische kennis van de financiële administratie ten aanzien van de aanschaf, het gebruik, het buiten gebruik stellen en verkoop van duurzame productiemiddelen.

De student hanteert economische procedures om aanschaf, afschrijving, buitengebruikstelling en verkoop van productiemiddelen volgens de in andere domeinen genoemde methoden in de boekhouding tot uitdrukking te brengen.

De student kan de permanence toepassen op kosten en opbrengsten. De student hanteert economische procedures om, op een specifiek moment

in de tijd, op basis van informatie uit de boekhouding, de gemengde kosten- en opbrengstenrekeningen bij te houden.



Samenhang Bedrijfsadministratie is een onderdeel van de Bedrijfseconomische leerlijn. De inhouden zijn o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten:



Domein 6: Bedrijfsadministratie

6.1: De boekhoudkundige cyclus6.2: ondernemingsvormen6.3: Permanence6.4: Inkoop- en verkoopadministratie6.5: Duurzame productiemiddelen









medestudenten op zelfmanagement t.a.v. leren en de brede professionele basis van het docentschap. Ze reflecteren hierop met hun begeleider tijdens de lessen professionele ontwikkeling. De reflectie op zelfmanagement t.a.v. leren en de brede professional basis van het docentschap maakt onderdeel


uit van de integrale toetsing.Het onderwijs wordt in het Nederlands vormgegeven. Gebruikte literatuur kan Engelstalige teksten bevatten.


Van Heeswijk, G., D. Bouman, S. Stienstra. Boekhouden voor het HBO, deel 1.Van Heeswijk, G., D. Bouman, S. Stienstra. Boekhouden voor het HBO, deel 1, opgaven.


Niet van toepassing



(deel)tentamen Kennistoets Bedrijfsadministratie-2KT BA2







1



aanmeldingstermijn




Algemene informatie Naam OWE VDVT04: Economische begrippen en conceptenCode OWE ILS-Ec1-15AOnderwijsperiode Semester 2, periode 3Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd: 7 weken à 2 lesuren per week = 11 klokurenIngangseisen OWE (in categorieën)


Inhoud en organisatie Algemene omschrijving In deze onderwijseenheid vakdidactiek economie vervolgen we de zoektocht naar

goed economie onderwijs. Hier staan economische begrippen en concepten centraal. Onder meer door actuele vakliteratuur (boeken en artikelen) te lezen werk je in deze OWE tevens aan je onderzoeksvaardigheden.

De student definieert de begrippen cognitief academisch taalgebruik (CAT) en dagelijks algemeen taalgebruik (DAT) in eigen woorden en weet wat het doel van taalgericht vakonderwijs is.

De student weet welke rol contexten, interactie, taalsteun zijn en welke rol deze spelen bij de ontwikkeling van DAT naar CAT.

De student ontwerpt systematisch leeractiviteiten met aandacht voor contexten, interactie en taalsteun die als doel hebben om in een economieles in het 2e graads gebied de ontwikkeling van DAT naar CAT bij leerlingen te stimuleren, o.b.v. een model uit de literatuur.

De student stelt a.d.h.v. literatuur criteria op die van belang zijn bij het evalueren van een les volgens de inzichten van het taalgericht vakonderwijs

De student heeft o.b.v. een eigen observatie geanalyseerd en geconcludeerd hoe CAT en DAT zichtbaar zijn geworden in een economieles in het 2 e graads gebied.







16: Vakdidactiek 16.2: Vakspecifieke didactiekDeelnameplicht onderwijs Vakdidactiek kent een aanwezigheidsverplichting. De didactische kant van het

lesgeven leer je niet (of in elk geval niet uitsluitend) door er individueel over te lezen, maar door het in de les te doen en er met elkaar over in dialoog te gaan. De vorm waarin bij vakdidactiek wordt gewerkt bestaat dan ook uit interactieve colleges waarin je samen met medestudenten en de docent via begeleide dialoog en andersoortige leeractiviteiten samenwerkt om jouw eigen vakdidactische kennis te construeren.




Bij deze OWE vakdidactiek verdiep je jouw kennis van en inzichten over de vakdidactiek economie, door specifiek te kijken naar taal en taalgericht economieonderwijs. Leerlingen ervaren allerlei kansen en uitdagingen ten aanzien daarvan en als docent economie zal je daar weloverwogen mee om moeten leren gaan. We komen samen tot inzichten waarom en hoe je als docent leerlingen systematisch kunt begeleiden in het ontwikkelen van het vermogen om van dagelijks algemeen taalgebruik (DAT) naar cognitief abstract taalgebruik (CAT) te komen. Gedurende deze periode onderzoek je op je werkplek hoe economiedocenten begrippen en concepten uitleggen en op basis van literatuur ontwerp je een didactische aanpak voor het doceren van bepaalde begrippen en concepten. Studenten ontvangen ontwikkelingsgerichte feedback van docenten en medestudenten op zelfmanagement t.a.v. leren en de brede professionele basis van het docentschap. Ze reflecteren hierop met hun begeleider tijdens de lessen


professionele ontwikkeling. De reflectie op zelfmanagement t.a.v. leren en de brede professional basis van het docentschap maakt onderdeel uit van de integrale toetsing.


Publicatie Expertisecentrum Economie &Handel (2010): http://vakdidactiek-ae.nl/wp-content/uploads/2014/08/Taalgericht-ec-onderwijs-dec-2010.pdf

Publicatie SLO (2013): http://downloads.slo.nl/Repository/werken-aan-vaktaal-bij-de-mens-en-maatschappijvakkan.pdf


Niet van toepassing



(deel)tentamen Leertaak: Economische begrippen en conceptenLT EB&C

Beoordelingscriteria De student beheerst de inhouden en vaardigheden zoals omschreven bij de algemene omschrijving. De student kan een economische leeractiviteit gericht op het leren van begrippen en concepten observeren en evalueren.De student kan daarnaast een alternatieve didactische aanpak voor het leren van begrippen en concepten ontwerpen. De beoordelingscriteria zijn gebaseerd op de doelen en de toetsmatrijs. Deze zijn nader gespecificeerd en gepubliceerd op OnderwijsOnline bij dit tentamen.






1 of 2






http://downloads.slo.nl/Repository/werken-aan-vaktaal-bij-de-mens-en-maatschappijvakkan.pdf

http://downloads.slo.nl/Repository/werken-aan-vaktaal-bij-de-mens-en-maatschappijvakkan.pdf

http://vakdidactiek-ae.nl/wp-content/uploads/2014/08/Taalgericht-ec-onderwijs-dec-2010.pdf

http://vakdidactiek-ae.nl/wp-content/uploads/2014/08/Taalgericht-ec-onderwijs-dec-2010.pdf

Oriëntatie op het beroep van leraar periode 3 (GKB-3)Naam OWE Oriëntatie op het beroep van leraar periode 3 (GKB-3)Code OWE ILS-Ec1-6COnderwijsperiode Semester 2: periode 3Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 studielasturenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd onderwijskunde: 24 uur

periode 3: 4 lesuren per week Werkplekleren: 64 uur


Niet van toepassing

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving De student werkt planmatig aan de eigen professionele ontwikkeling door kritisch te

kijken naar het eigen handelen vanuit een onderzoekende, resultaat- en ontwikkelingsgerichte houding. Hij bezit kennis van reflectiemodellen en is in staat om leerdoelen over zijn eigen ontwikkeling op te stellen.

We werken met een dossier, waarin de student aantoont hoe en op welke manier hij de leerresultaten bereikt heeft. In dit dossier verzamelt de student bewijsmaterialen en reflecteert hij op zijn ontwikkeling.

Eindkwalificaties In deze onderwijseenheid wordt er gewerkt aan de volgende eindkwalificaties: Brede professionele basis Pedagogisch bekwaam Vakdidactisch bekwaam Vakinhoudelijk bekwaam

Samenhang Onderwijskunde, onderzoek en werkplekleren worden integraal aangeboden. Dit betekent dat studenten werken richting beoogde leerresultaten, waarin zowel de leerresultaten van onderwijskunde, onderzoek als werkplekleren zijn opgenomen. Om de leerresultaten te kunnen bereiken moet de student een continu proces langs de verschillende leeromgevingen maken.

Generieke kennisbasis Domein(en) Subdomein(en)Domein C: De leraar als professional C1; Ontwikkelingen in het onderwijs

Domein C: De leraar als professional C4; onderzoekend vermogenDomein A: Begeleiden van leerprocessen

A5; Directe instructiemodel, lesvoorbereidingsmodellen


Niet van toepassing


Tijdens het werkplekleren werk je d.m.v. het uitvoeren van leer(werk)taken aan je competentieontwikkeling. Studenten ontvangen ontwikkelingsgerichte feedback van docenten en medestudenten op zelfmanagement t.a.v. leren en de brede professionele basis van het docentschap. Ze reflecteren hierop met hun begeleider tijdens de lessen professionele ontwikkeling. De reflectie op zelfmanagement t.a.v. leren en de brede professional basis van het docentschap maakt onderdeel uit van de integrale toetsing.


Donk, C. van der, Lanen, B. van. Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho.


Niet van toepassing


Tentaminering Naam en code (deel)tentamen

Dossier oriëntatie op het beroep van leraar inclusief afronding wpl1 DosWPL-1

Beoordelingscriteria De vraag: “kan en wil ik docent economie worden”, staat centraal in het dossier.1. Het leerproces van de student/werkende

Hoe gedraagt hij/zij zich als lerende.2. Het functioneren van de lerende op de werkplek

Hoe gedraagt hij/zij zich als toekomstig werknemer? Functioneert hij/zij goed, als onderdeel van de professionele gemeenschap?

3. De kennis, vaardigheden en houding die de lerende opdoet tijdens het werkplekleren. Handelt de student adequaat in de taaksituatie? Kan hij kennis


en vaardigheden in verschillende taaksituaties toepassen?Vorm(en) tentamen en

deeltentamensDossier


Tentamenmomenten Alleen na p3 Aantal examinatoren bij

individuele tentamenvorm2






Algemene informatie Naam OWE Integrale eindtoets: dossier integraal handelen 1Code OWE ILS-Ec1-6EOnderwijsperiode Semester 2: periode 4Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Drama

Integraal handelen Ingangseisen OWE (in categorieën)

Niet van toepassing

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving De integrale eindtoets wordt in periode 4 op het instituut beoordeeld. Deze

beoordeling borduurt voort op de praktijkbeoordeling die na periode 3 is gegeven ter afsluiting van de onderwijseenheid ‘oriëntatie op het beroep na periode 3’. Hierin wordt het accent gelegd op het kunnen verantwoorden van het handelen op basis van theorieën, opgedane kennis en visie. Het gaat erom dat de student laat zien dat hij bewust bekwaam is. De student kan antwoord geven op de vraag: ‘Kan en wil ik docent worden?’

Drama:Het onderdeel Drama 1 is onder meer bedoeld om plezier en kennis te ontwikkelen om voor een groep te staan, om daarmee antwoord te krijgen op de vraag: Kan en wil ik voor de groep?Deze vraag die je nodig hebt om je propedeuse te halen zal bijdragen aan je antwoord op de vraag: Kan en wil ik leraar worden?Drama draagt op verschillende manieren bij aan de ontwikkeling tot docent. De spelwerkelijkheid geeft je de gelegenheid je op verschillende manieren uit te drukken. Het geeft je de mogelijkheid om situaties na te bootsen, of juist bepaalde patronen eens helemaal anders te doen en te ervaren. Het geeft je inzicht in verbale en non-verbale communicatie en doet appèl op creativiteit en flexibiliteit.

Eindkwalificaties In deze onderwijseenheid wordt er gewerkt aan de volgende eindkwalificaties op niveau 1:

Brede professionele basis Pedagogisch bekwaam Vakdidactisch bekwaam Vakinhoudelijk bekwaam


Kennisbases Domein(en) Subdomein(en)Generieke kennisbasis &

Vakkennisbasis economie De generieke- en vakspecifieke kennisbases zijn in voorafgaande onderwijseenheden aan bod

geweest. In deze OWE vindt verdieping en/of verbreding plaats.


Niet van toepassing


Drama omvat praktijkoefeningen rondom presentatievaardigheden tijdens werkcolleges met ondersteunende zelfstudieopdrachten.


Niet van toepassing


Niet van toepassing


Tentaminering Naam en code

(deel)tentamen Integrale eindtoets na periode 4: dossier integraal handelen 1BeoIH1

Beoordelingscriteria Brede professionele basis:De student laat zien interesse te hebben in actuele ontwikkelingen in het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs, waaronder op het gebied van ICT-toepassingen voor het onderwijs. Aan de hand van voorbeelden laat de student zien dat hij zich ontwikkelt richting het leraarschap, hierin samenwerkt met collega’s en systematisch reflecteert. Hij toont aan dat hij zich georiënteerd heeft op het brede tweedegraads werkveld. Hij beantwoordt op een onderbouwde wijze de vraag ‘kan en wil ik leraar


worden?’

Pedagogisch bekwaam De student verbindt zijn pedagogisch handelen aan opgedane kennis over de ontwikkeling van leerlingen/studenten en hun basisbehoeften. Hij reflecteert hierbij op gemaakte keuzes en toont zich bewust van de effecten van zijn handelen.

Vakdidactisch bekwaam De student verbindt zijn vakdidactische aanpak en opgedane kennis over didactiek, werkvormen, digitale leermiddelen en instructiemodellen. Hij reflecteert op de voorbereiding en uitvoering van zijn onderwijsactiviteiten en zich bewust van de effecten van de didactische keuzes die hij heeft gemaakt.

Vakinhoudelijk bekwaam De student verbindt de opgedane vakinhoudelijke kennis aan zijn integrale handelen op niveau 1.


Dossier




1 of 2





(deel)tentamen Drama 1VT Drama 1

Beoordelingscriteria Voorwaarden: De student is 1 aanwezig. De student neemt op een betrokken manier deel aan de lessen.

Doelen: De student is zich bewust van eigen verbale en non-verbale mogelijkheden

(lichaamshouding, stemgebruik en mimiek), van zijn eigen creativiteit en flexibiliteit en

- weet deze gevarieerd en bewust in te zetten en- weet deze uit te breiden.

De student toont aan zicht te hebben op zijn ontwikkeling op de hier boven genoemde gebieden.

De student kan een inhoud op een betrokken, theatrale manier publieksgericht presenteren.

De student toont aan op professionele wijze te kunnen samenwerken, te kunnen communiceren met docent en medestudenten en feedback te kunnen geven.


Vaardigheidstoets




1



Indien het tentamen (bijvoorbeeld een kennistoets) georganiseerd wordt door het tentamenbureau dient de student zich in te schrijven via een inschrijfsite (een link staat op OnderwijsOnline). De inschrijfperiode wordt gepubliceerd op de inschrijfsite. Indien het gaat om een andere vorm van toetsing informeert de


examinator de studenten over de wijze van inschrijving, aanmelding en de aanmeldingstermijn.



Algemene informatie Naam OWE Retail & SalesCode OWE ILS-Ec1-17Onderwijsperiode Semester 2, periode 4Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd: 7 weken à 4 lesuren per week = 21 klokurenIngangseisen OWE (in categorieën)


Inhoud en organisatie Algemene omschrijving De student formuleert een visie op de eigen invulling van de vakdidactische

rol binnen het docentschap economie in het 2e graads werkveld waarbij o.a. aandacht is voor betekenisvol onderwijs, coachend begeleiden en netwerken in relatie tot retail en sales.

De student heeft kennis van relevante beroepscontexten waar leerlingen/studenten, vanuit economische richtingen in het beroepenveld, kunnen komen te werken.

De student heeft kennis van economische beroepsvaardigheden rondom marketinginstrumenten, waaronder sales-, etaleer-, en telefonische gespreksvaardigheden, productpresentatie, store design, in-store promotion en webshop.

De student kan deze kennis toepassen in relevante vmbo- en MBO-contexten.


Vakinhoudelijke bekwaamheidVakdidactische bekwaamheid

Samenhang Retail & Sales is een onderdeel van de Bedrijfseconomische leerlijn. Studenten worden voorbereid op het lesgeven in Retail en Salesvakken in het vmbo en ROC. De inhouden zijn o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten:

Bovenbouw vmbo de profielen economie & ondernemen, dienstverlening en producten, horeca, bakkerij en recreatie

MBO: kwalificatiedossiers van ondernemerschap/retail, assistent-manager internationale handel, verkoopspecialist

Kennisbasis economie Domein(en) Subdomein(en)Domein 6: Bedrijfs-administratie 6.4: Inkoop- en Verkoopadministratie

Domein 16: Vakdidactiek

16.1: Oriëntatie op economie in het 2e graads werkveld16.2: Vakspecifieke didactiek16.3: Ontwerper en beoordelaar van samenhangende leerarrangementen





In deze onderwijseenheid wordt gewerkt met een combinatie van hoor- werkcolleges en veldwerk, waardoor studenten een vertaalslag leren maken van diverse praktijkervaringen en theorie over Retail en Sales naar een visie op betekenisvol onderwijs voor het aanleren van beroepsvaardigheden in het 2e graads werkveld. Het onderwijs wordt in het Nederlands vormgegeven. Gebruikte literatuur kan Engelstalige teksten bevatten. Studenten ontvangen ontwikkelingsgerichte feedback van docenten en medestudenten op zelfmanagement t.a.v. leren en de brede professionele basis van het docentschap. Ze reflecteren hierop met hun begeleider tijdens de lessen professionele ontwikkeling. De reflectie op zelfmanagement t.a.v. leren en de brede professional basis van het docentschap maakt onderdeel uit van de integrale toetsing.


Verhage, B. Inleiding tot de marketing. In de digitale leeromgeving “OnderwijsOnline”, staan per week de

materialen waarnaar in de studiewijzer wordt verwezen in de vorm van artikelen en andere bronnen.


Niet van toepassing




(deel)tentamen Mondelinge toets Retail & SalesMT R&S

Beoordelingscriteria De student beheerst bij de mondelinge toets de inhoud zoals omschreven bij de algemene omschrijving. De beoordelingscriteria zijn gebaseerd op de doelen en de toetsmatrijs. Deze zijn nader gespecificeerd en gepubliceerd op onderwijsOnline bij dit tentamen.


Mondelinge toets




1






Algemene informatie Naam OWE IEB-2: Europese Integratie Code OWE ILS-Ec1-18AOnderwijsperiode Semester 2, periode 4Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd: 7 weken à 4 lesuren per week = 21 klokurenIngangseisen OWE (in categorieën)


Inhoud en organisatie Algemene omschrijving De student kent een aantal historische mijlpalen in de totstandkoming van

de EU en weet welke lidstaten lid zijn. De student bezit theoretische kennis van motieven voor, stadia van, en

gevolgen van economische integratie, waaronder in elk geval: vrijhandelszone, douane-unie, gemeenschappelijke markt en monetaire unie.

De student kan doelstellingen, instrumenten en financiering van Europees beleid en de werking van het Europese monetair beleid beschrijven.

De student kan zowel het beleid als de werking van Europese besluitvorming via specifieke Europese instellingen voor de werkterreinen van in elk geval: landbouw, ontwikkelingssamenwerking en mededinging (waaronder kartelwetgeving en marktmacht) beschrijven.

De student kan kansen en bedreigingen van zowel een uitbreiding als een inkrimping van de Europese Unie vanuit het perspectief van de interne markt en de politiek/maatschappelijke kant beschrijven.

De student is in staat om aan te geven op welke gronden en hoe EU-landen een financiële bijdrage leveren aan de financiering van de Europese Unie.

De student is in staat om te analyseren wat de redenen zijn dat bepaalde landen netto-ontvangers zijn of nettobetalers zijn binnen de Europese Unie.

De student kan een onderbouwde mening innemen en verwoorden over actuele kwesties aangaande Europese integratie.



Samenhang Europese Integratie is een onderdeel van de algemene economische leerlijn. Deze onderwijseenheid vormt tevens een nadere kennismaking met concepten en contexten uit het leergebied mens en maatschappij. De inhouden zijn o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten:


Kennisbasis economie Domein(en) Subdomein(en)Domein 4: Collectieve sector 4.2: Openbare financiënDomein 5: Internationale economische betrekkingen 5.2: Economische en Europese integratie

Domein 16: Vakdidactiek 16.2: Vakspecifieke didactiekDeelnameplicht onderwijs Niet van toepassing







de vorm van werkcollege; discussies en debatvormen aangaande actuele onderwerpen en dilemma’s in

Europees verband; een excursie naar het Europees Parlement in Brussel Studenten ontvangen ontwikkelingsgerichte feedback van docenten en

medestudenten op zelfmanagement t.a.v. leren en de brede professionele basis van het docentschap. Ze reflecteren hierop met hun begeleider tijdens de lessen professionele ontwikkeling. De reflectie op zelfmanagement t.a.v.


leren en de brede professional basis van het docentschap maakt onderdeel uit van de integrale toetsing.



• Elementaire Deeltjes 7 / Europese Unie Auteur: John Pinder Serie: Elementaire Deeltjes Taal: Nederlands

In de digitale leeromgeving “OnderwijsOnline”, staan daarnaast aanvullende materialen waarnaar in de studiewijzer wordt verwezen in de vorm van artikelen en andere bronnen.


Niet van toepassing

Eigen financiële bijdrage De bijdrage voor de excursie naar het Europees Parlement in Brussel bedraagt €50,- (excl. eten en drinken). De opleiding gaat ervan uit dat iedere student participeert. Wanneer er in uitzonderlijke gevallen sprake is van bijzondere omstandigheden die dit verhinderen, kan met de docent van het vak een individuele afspraak worden gemaakt voor het bespreken van een alternatief voor deze excursie.


(deel)tentamen Kennistoets Europese IntegratieKT EU int







1



aanmeldingstermijn




Algemene informatie Naam OWE Inleiding Recht-1Code OWE ILS-Ec1-19AOnderwijsperiode Semester 2, periode 4Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd: 7 weken à 4 lesuren per week = 21 klokurenIngangseisen OWE (in categorieën)


Inhoud en organisatie Algemene omschrijving De student heeft basale kennis van de werking van de rechtspraak in

Nederland en van aspecten daarbinnen zoals rechtsbronnen, materieel recht en formeel recht.

De student heeft basiskennis over het Nederlandse recht ten aanzien van de verschillende rechtsgebieden, het onderscheid tussen publiekrecht (t.w. de rechtsverhouding tussen rechtssubjecten en de overheid) en privaatrecht (t.w. de rechtsverhouding tussen rechtssubjecten onderling). Deze basiskennis betreft de volgende wetboeken: Boek 1: Personen- en familierecht, Boek 2: Rechtspersonenrecht, Boek 3: Vermogensrecht in het algemeen, Boek 5: Zakelijke rechten, Boek 6: Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht, Boek 7: Bijzondere overeenkomsten, Boek 7A: Bijzondere overeenkomsten en de Algemene wet bestuursrecht.

De studenten demonstreert de vaardigheid om een wettenbundel op accurate wijze te hanteren bij het oplossen van basale vraagstukken die spelen in economisch-juridische contexten.



Samenhang Recht-1 is een onderdeel van zowel de algemeen-economische als de bedrijfseconomische leerlijn. De inhouden zijn o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten:

Onderbouw havo/ vwo Bovenbouw vmbo in het vak economie Bovenbouw vmbo de profielen economie & ondernemen MBO: kwalificatiedossiers van ondernemerschap/retail, assistent-manager

internationale handel, verkoopspecialist, bedrijfsadministrateurKennisbasis economie Domein(en) Subdomein(en)

Preambule -Domein 1: Macro-economie 1.4: ArbeidDomein 2: Micro-economie 2.1: Consumentengedrag

Domein 4: Collectieve sector 4.1: Functies van de collectieve sector4.2: Openbare financiën

Domein 9: Corporate finance 9.1: Vermogens- en kapitaalstructuurDeelnameplicht onderwijs Niet van toepassing











Van der Roest, O.A.P. Basisboek Recht.Wetteksten hoger onderwijs 2019-2020 (wettenbundel)



Niet van toepassing



(deel)tentamen Kennistoets Recht-1KT Recht1







1

Toegestane hulpmiddelen Niet-programmeerbare rekenmachine Pen Kladpapier Wetteksten Hoger Onderwijs (wettenbundel)


aanmeldingstermijn




Algemene informatie Naam OWE VDVT05: Vakdidactiek ToetsingCode OWE ILS-Ec1-20AOnderwijsperiode Semester 2, periode 4Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd: 7 weken à 2 lesuren per week = 11 klokurenIngangseisen OWE (in categorieën)



hoe we onderwijs in economie het beste kunnen vormgeven, gericht op het vormgeven van de toetsing van leerdoelen. Toetsing is te beschouwen als sluitstuk in de constructive alignment-driehoek van leerdoelen stellen, leeractiviteiten ontwerpen / uitvoeren en evalueren.

De student bezit, in aansluiting op en als specifieke uitwerking bij de subdomeinen A2, C1 en C2 van de generieke kennisbasis, kennis van aard en structuur van profielen, kernvakken, keuzedelen, doelen, werkwijzen en toetsing in het tweedegraads vakgebied economie in de onderbouw (vmbo, havo, vwo), vmbo bovenbouw (theoretisch en beroepsgericht) en/of het mbo (roc’s en aoc's).

De student analyseert systematisch (onderdelen van) het economiecurriculum in een schoolcontext en formuleert verbetersuggesties voor de toetsing daarbinnen, met gebruikmaking van relevante instrumenten.

De student kent de voorwaarden waaraan een goede toets moet voldoen, met aandacht voor het beoordelen en analyseren van een toets, binnen de context van het toetsprogramma van een school.

De student kan onderzoeken hoe het ontwerp, de uitvoering en de beoordeling van een toets plaatsvindt en welke regelingen er rond toetsing bestaan binnen een schoolcontext.







Domein 16: Vakdidactiek 16.3: Ontwerper en beoordelaar van samenhangende leerarrangementen





De contacttijd heeft het karakter van werkcolleges. Via het bespreken van aspecten uit de literatuur afgewisseld met het maken en bespreken van verwerkingsopdrachten neemt de student kennis van wat er zoal bij het ontwerpen, uitvoeren en evalueren van een toets komt kijken. Hij/zij werkt daarbij soms individueel en soms in groepjes van verschillende samenstelling. De lessen zijn ondersteunend voor het werken aan de leertaak en volgen daarom inhoudelijk het ontwerp- uitvoerings- en evaluatieproces van een toets. In de lessen wordt er verder tijd ingeruimd voor ervaringen of didactische vragen van de student, werken aan de leertaak en begeleiding bij de leertaak. Studenten ontvangen ontwikkelingsgerichte


feedback van docenten en medestudenten op zelfmanagement t.a.v. leren en de brede professionele basis van het docentschap. Ze reflecteren hierop met hun begeleider tijdens de lessen professionele ontwikkeling. De reflectie op zelfmanagement t.a.v. leren en de brede professional basis van het docentschap maakt onderdeel uit van de integrale toetsing.


Geerts, W, Kralingen, van R. Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho.Artikelen op de digitale leeromgeving ‘OnderwijsOnline’, waaronder:

o Sanders, P. (2017). Toetsen op School. Arnhem: CITO https://www.cito.nl/kennis-en-innovatie/kennisbank/tos-1-toetsen-op-school


Niet van toepassing



(deel)tentamen Leertaak: ToetsingLT toetsing

Beoordelingscriteria De student beheerst de inhouden en vaardigheden zoals omschreven bij de algemene omschrijving. De student kan systematisch een toets ontwerpen, waarbij alle onderdelen van de toetscyclus worden doorlopen. De beoordelingscriteria zijn gebaseerd op de doelen en de toetsmatrijs. Deze zijn nader gespecificeerd en gepubliceerd op OnderwijsOnline bij dit tentamen.






1 of 2






https://www.cito.nl/kennis-en-innovatie/kennisbank/tos-1-toetsen-op-school

https://www.cito.nl/kennis-en-innovatie/kennisbank/tos-1-toetsen-op-school

Algemene informatie Naam OWE VDVT06: Vakdidactiek CLKCode OWE ILS-Ec1-21AOnderwijsperiode Semester 2, periode 4Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd: 7 weken à 2 lesuren per week = 11 klokuren.

Daarnaast vindt een studiereis naar het buitenland plaats (inclusief onderzoeksdeel leertaak), met een studielast van 40 klokuren.




hoe we onderwijs in economie het beste kunnen vormgeven. Je vormt een visie op het werken in het leergebied mens en maatschappij (M&M). Uiteraard zal ook de vertaalslag gemaakt worden naar de praktijk. In het kader van internationalisering zal een excursie plaatsvinden naar het buitenland, waarbij het verzamelen van een diversiteit aan authentieke bronnen centraal zal staan. Deze worden verwerkt in een lessenserie voor het leergebied M&M. Wanneer een student niet deel kan nemen aan de excursie wordt er gewerkt met een vergelijkbare vervangende opdracht.




Onderbouw vmbo / havo/ vwoKennisbasis economie Domein(en) Subdomein(en)

Domein 16: Vakdidactiek 16.1: Oriëntatie op economie in het tweedegraads werkveld (inclusief MBO)16.2: Vakspecifieke didactiek





Interactieve colleges. Studenten ontvangen ontwikkelingsgerichte feedback van docenten en medestudenten op zelfmanagement t.a.v. leren en de brede professionele basis van het docentschap. Ze reflecteren hierop met hun begeleider tijdens de lessen professionele ontwikkeling. De reflectie op zelfmanagement t.a.v. leren en de brede professional basis van het docentschap maakt onderdeel uit van de integrale toetsing. Daarnaast zal er een excursie naar het buitenland plaatsvinden.


• Artikelen op de digitale leeromgeving ‘OnderwijsOnline’, waaronder:o Ackerman, D., (1989). Intellectual and Practical Criteria for Successful

Curriculum Integration. Alexandria: ASCD.o GION (2011). Evaluatie van de nieuwe wetgeving voor de onderbouw

voortgezet onderwijs.Verplichte software / verplicht materiaal

Niet van toepassing

Eigen financiële bijdrage Voor de lerarenopleiding economie bestaat internationalisering uit een mix van “Internationalisation at home” en “Internationalisation abroad”. “Internationalisation at home” houdt de oriëntatie in op het kijken door een economische bril naar de economische werkelijkheid in het dagelijks leven. Dat houdt in dat je een referentiekader moet ontwikkelen, namelijk: economie is buiten! De lerarenopleiding economie stelt zich mede tot doel dat je je als student actief oriënteert op de ‘echte wereld’ waarin economische theorie zichtbaar wordt. Daarnaast helpt deze actieve oriëntatie jou als beginnend economiedocent om zelf na te denken over hoe je met je leerlingen invulling kunt geven aan “economisch buitenonderwijs”. Wat je “at home” hebt voorbereid, gaan we in het buitenland


“abroad” onderzoeken. Je leert de economische bril in de buitenlandse context te hanteren. De leertaak geeft je daartoe aanknopingspunten. Deze leertaak vormt een integraal onderdeel van het curriculum. De opleiding stelt hierom de bijbehorende excursie verplicht. De bijdrage voor de studiereis naar het buitenland bedraagt €400,-. De opleiding gaat ervan uit dat iedere student participeert. Wanneer er in uitzonderlijke gevallen sprake is van bijzondere omstandigheden die dit verhinderen, kan met de docent van het vak een individuele afspraak worden gemaakt voor het bespreken van een alternatief voor deze studiereis.


(deel)tentamen Leertaak: CLKLT CLK

Beoordelingscriteria De student beheerst de inhouden en vaardigheden zoals omschreven bij de algemene omschrijving. De student kan samen met medestudenten een leerarrangement voor het leergebied Mens & Maatschappij (M&M) ontwikkelen en de gemaakte keuzes individueel verantwoorden. Hierin ver(ant)woordt de student ook zijn/haar visie op werken in het leergebied M&M. De beoordelingscriteria zijn gebaseerd op de doelen en de toetsmatrijs. Deze zijn nader gespecificeerd en gepubliceerd op OnderwijsOnline bij dit tentamen.






1 of 2




Nabespreking en inzage Conform regelgeving in OER .


Oriëntatie op de adolescent (GKB-4) Naam OWE Oriëntatie op de adolescent (GKB-4) Code OWE ILS-Ec1-6DOnderwijsperiode Semester 2: periode 4Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd lessen onderwijskunde: 18 uur

periode 4: 3 lesuren per week Zelfstudie: 52 uur (voorbereiding colleges, kennistoets)


Niet van toepassing

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving Tijdens deze onderwijseenheid werken we aan de volgende leerresultaten.

De student heeft kennis van de achtergronden van leerlingen en de diversiteit in het onderwijs. Hiervoor bezit hij kennis over de leefwerelden van leerlingen met daarbij kenmerkende aspecten van (jeugd)culturen en de invloed van sociale media. Tevens bezit hij kennis over verschillende opvoedingsstijlen en het begrip cultuur.

De student kent verschillende ontwikkelingstheorieën die hem helpen de leerling te doorgronden, waarbij hij ook signalen kan opmerken waaruit blijkt dat er extra ondersteuning nodig is.

De student bezit hiervoor kennis over de Sociale-, morele en identiteitsontwikkeling van de adolescent. Hij bezit kennis over kenmerken van de adolescentieperiode, persoonlijkheid, identiteit, crisis binnen de adolescente en de invloed van de sociale omgeving. Tevens bezit de student kennis over de seksuele ontwikkeling van de adolescent.


In deze onderwijseenheid wordt er gewerkt aan de volgende eindkwalificaties: Pedagogisch bekwaam


Kennisbases Domein(en) Subdomein(en)Generieke kennisbasis B1; School in de pluriforme

maatschappijLeefwerelden van leerlingen en studentenOpvoedingsstijlen – en oriëntaties en culturele begaafdheid

B5; Ontwikkelingstheorieën Sociale ontwikkelingMorele ontwikkelingIdentiteitsontwikkelingSeksuele ontwikkelingGedrag- en ontwikkelingsstoornissen



Niet van toepassing


(Werk)colleges waarin theorie wordt afgewisseld met praktische oefeningen, verwerkingsopdrachten en samenwerking met studiegenoten. Studenten ontvangen ontwikkelingsgerichte feedback van docenten en medestudenten op zelfmanagement t.a.v. leren en de brede professionele basis van het docentschap. Ze reflecteren hierop met hun begeleider tijdens de lessen professionele ontwikkeling. De reflectie op zelfmanagement t.a.v. leren en de brede professional basis van het docentschap maakt onderdeel uit van de integrale toetsing.


- Geerts, W., & Van Kralingen, R. Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho. - Wal, J. van der, Wilde, J. de & Mooij, I. de. Identiteitsontwikkeling en

leerlingbegeleiding. Bussum: Coutinho.Verplichte software / verplicht materiaal

Niet van toepassing



(deel)tentamen Kennistoets Oriëntatie op de adolescent GKB-4KT GKB4

Beoordelingscriteria De student beheerst de kennis van eerder genoemde domeinen en sub-domeinen uit


de generieke kennisbasis op het niveau van onthouden/kennis, het begrijpen/ herkennen en het toepassen in eenvoudige situaties.


Kennistoets met 50% open vragen en 50% gesloten vragen.




Niet van toepassing






9.2 OWE’s en modules van de postpropedeuse, inclusief keuze OWE

OWE-beschrijvingen JAAR 2 VOLTIJD (cohort 2018-2019)

Algemene informatie Naam OWE Verdieping Recht-2Code OWE ILS-Ec2-1Onderwijsperiode Semester 1, periode 1Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd: 7 weken à 4 lesuren per week = 21 klokurenIngangseisen OWE (in categorieën)

Formele toelaatbaarheid tot de opleidingBehaalde relevante vakken uit de propedeusefase (Inleiding Recht-1)

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving De student heeft basale kennis van overeenkomsten/verbintenissenrecht in de

context van arbeidsovereenkomsten (CAO, arbeidsvoorwaarden, (on)bepaalde tijd, proeftijd en ontslag).

De student bezit theoretische kennis van de interactie van de verschillende partijen op de arbeidsmarkt: werknemers, werkgevers, vakbonden en overheid.

De student heeft basale kennis van overeenkomsten- / verbintenissenrecht in de contexten van het consumentenrecht (consumentenkoop, ruilen, garantie, algemene voorwaarden, ontbindende voorwaarden) en het huurrecht (rechten en plichten huurder en verhuurder, huurcontract, borg).

De student heeft basale kennis van het ondernemingsrecht en concepten daarbinnen zoals rechtspersonen, aansprakelijkheid, ondernemingsvormen, faillissementen, surseance van betaling.

De student heeft basale kennis van belastingrecht en concepten daarbinnen zoals kenmerken en doel van belasting, object, subject, aanslag, toeslagen, aangifte, bezwaar en beroep, en koppelt de activiteiten van een juridisch persoon aan diens belastingplichten.

De student heeft theoretische kennis van het inkomstenbelastingsysteem in Nederland ten aanzien van de inrichting en werking van het boxensysteem, de redenen van het progressieve karakter van het systeem (bijvoorbeeld nivellering) alsmede hoe belastingheffing kan worden gebruikt als beleidsinstrument.

De student kan de hoogte van premie- en belastingafdracht in een specifieke inkomstenbelastingcasus berekenen, gegeven een boxensysteem waarbij aandacht is voor heffingskortingen.

De student heeft basale kennis van het sociale zekerheidsrecht en concepten daarbinnen zoals sociale verzekeringen, volksverzekeringen, werknemersverzekeringen, zorgverzekeringswet, sociale voorzieningen.


SBL-3: Vakinhoudelijk en vakdidactisch competent c.q. de vakinhoudelijke bekwaamheid

Samenhang Recht is een onderdeel van zowel de Algemeen Economische als de Bedrijfseconomische leerlijn. De inhouden zijn o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten:

Onderbouw havo/ vwo Bovenbouw vmbo in het vak economie Bovenbouw vmbo de profielen economie & ondernemen MBO: kwalificatiedossiers van ondernemerschap/retail, assistent-manager

internationale handel, verkoopspecialist, bedrijfsadministrateur

Vakkennisbasis economie Domein(en) Subdomein(en)Domein 1: Macro-economie 1.4: Arbeid Domein 2: Micro-economie 2.1: ConsumentengedragDomein 4: Collectieve sector 4.1: Functies van de collectieve sector

4.2: Openbare financiënDomein 9: Corporate finance 9.1: Vermogens- en kapitaalstructuur




Activiteiten en/of In deze onderwijseenheid wordt gewerkt met een combinatie van hoor-


werkvormen werkcolleges. Terugkerende onderdelen tijdens de lessen zijn o.a.: het beantwoorden van vragen naar aanleiding van de bestudering van de in

een vorige bijeenkomst aangeboden stof of van gemaakte huiswerkopgaven; theoretische verdieping van de onderwerpen in de vorm van hoorcollege; het maken van oefenopgaven om de aangeboden theorie te verankeren in

de vorm van werkcollege.Het onderwijs wordt in het Nederlands vormgegeven. Gebruikte literatuur kan Engelstalige teksten bevatten.


Basisboek Recht, OAPVan der Roest redWetteksten hoger onderwijs 2018-2019 of 2019-2020


Niet van toepassing



(deel)tentamen Kennistoets Verdieping Recht-2KT Recht-2



Schriftelijk tentamen van 120 minuten.




1

Toegestane hulpmiddelen Wetteksten voor het HBO (wettenbundel) Niet-programmeerbare rekenmachine Pen Kladpapier


aanmeldingstermijn




Algemene informatie Naam OWE Management AccountingCode OWE ILS-Ec2-2Onderwijsperiode Semester 1, periode 1Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd: 7 weken à 4 lesuren per week = 21 klokurenIngangseisen OWE (in categorieën)

Formele toelaatbaarheid tot de opleidingBehaalde relevante vakken uit de propedeusefase (bedrijfseconomie 1/2 en bedrijfsadministratie 1/2)

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving De student heeft kennis en inzicht in de constant, variabele, directe en

indirecte kosten. De student kan beslissingscalculaties uitvoeren m.b.t. de kostenstructuur van

een industriële onderneming. De student heeft kennis en inzicht in boekhouding van de industriële

onderneming, met betrekking tot vaste verrekenprijs voor grondstoffen, stuk- en massaproductie en (in)directe kosten en kan de kostenverdeel- en dekkingsstaat toepassen.

De student kan economische procedures hanteren om voor een concrete situatie de verschillen tussen de kosten bij voor- en nacalculatie te analyseren zowel intracomptabel als extracomptabel, in elk geval met gebruikmaking van afdelingsresultaat, verkoopresultaat en budgetresultaat, prijsverschil, hoeveelheidsverschil en bezettingsresultaat en bedrijfsresultaat.

De student kan met betrekking tot bovengenoemde onderwerpen berekeningen maken, een journaalpost opstellen en een analyse maken.

De student kan voor de handelsonderneming een boekhouding ontwerpen en bijhouden in een geautomatiseerde omgeving.



Samenhang Management accounting is een onderdeel van de Bedrijfseconomische leerlijn. De inhouden zijn o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten:



Vakkennisbasis economie Domein(en) Subdomein(en)Domein 8: Management Accounting

8.1: Interne informatievoorziening8.2: Opbrengsten- en kostencalculaties










Bedrijfseconomische analyse, Prof. dr. A.M.M. Blommaert, Prof. dr. J.M.J. Blommaert

Bedrijfseconomische analyse opgaven, Prof. dr. A.M.M. Blommaert, Prof. dr. J.M.J. Blommaert

Boekhouden voor het HBO, deel 2. Heeswijk, G., D. Bouman, S. Stienstra Boekhouden voor het HBO, deel 2, opgaven. Heeswijk, G., D. Bouman, S.

StienstraVerplichte software / verplicht materiaal

Niet van toepassing




(deel)tentamen Kennistoets Management Accounting KT ManAcc







1



aanmeldingstermijn




Algemene informatie Naam OWE LogistiekCode OWE ILS-Ec2-3Onderwijsperiode Semester 1, periode 1Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd: 7 weken à 4 lesuren per week = 21 klokurenIngangseisen OWE (in categorieën)

Formele toelaatbaarheid tot de opleidingBehaalde relevante vakken uit de propedeusefase (bedrijfseconomie 1/2 en bedrijfsadministratie 1/2)

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving De student kan vanuit theoretische basiskennis over de vormen van logistiek

in relatie tot interne en externe bedrijfsprocessen en de functie van logistiek in de bedrijfskolom (waaronder de relatie met afnemers en leveranciers en basisconcepten zoals het klantorderontkoppelpunt, de ABC-indeling, supply chain management, voorraad- en bestelafwegingen en value added logistics) basisprocessen in een concrete context doorgronden en adviezen.

De student bezit theoretische kennis van goederenstroominkoop en -verkoop, waaronder specifiek: (digitale) afgiftebon, pakbon inkooporder, bestelformulier, goederenontvangst, controle, leveranciersbestand, offerte, order, orderbevestiging, inkooporderregister, inkoopkaart, leverancierskaart en RFID.

De student bezit theoretische kennis van controletechnische functiescheiding, de juistheid van de kosten en de volledigheid van de opbrengsten om een uitspraak te kunnen doen over de administratieve organisatie en voorstellen tot verbeteringen te formuleren om de kans op fouten en fraude te verkleinen.

De student hanteert economische procedures om theoretische kennis van goederenstroominkoop en -verkoop op een professionele wijze te kunnen uitvoeren.



Samenhang Logistiek is een onderdeel van de Bedrijfseconomische leerlijn. De inhouden zijn o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten:


MBO: kwalificatiedossiers van Logistiek Supervisor, Manager Transport en Logistiek

Vakkennisbasis economie Domein(en) Subdomein(en)Domein 4: Collectieve Sector 4.4: Duurzame economieDomein 6: Bedrijfsadministratie

6.4: inkoop- en verkoopadministratie

Domein 7: Financiële Rekenkunde

7.2: handelsrekenen

Domein 13: Logistiek 13.1: LogistiekDomein 14: Integratie 14.1: Organisatieplan










Basisboek logistiek, Goor, A. van, et al. Noordhoff Uitgevers



Niet van toepassing



(deel)tentamen Kennistoets Logistiek KT Logistiek







1



aanmeldingstermijn




Algemene informatie Naam OWE VDVT07: Vakdidactiek RekenenCode OWE ILS-Ec2-4Onderwijsperiode Semester 1, periode 1Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 klokurenOnderwijstijd (contacturen) contacttijd 7 weken à 3 lesuren per week = 16 klokurenIngangseisen OWE (in categorieën)

Aan Vakdidactiek uit de propedeusefase moet zijn deelgenomen.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving In deze onderwijseenheid verdiepen we kennis van en inzichten over de vakdidactiek

economie, door te kijken naar rekendidactiek in de economieles. De student kent de referentieniveaus rekenen en de doorlopende leerlijnen

voor rekenen in het 2e graads werkveld. De student heeft inzicht in de didactische principes die ten grondslag liggen

aan het rekenonderwijs. De student heeft oplossingsstrategieën geanalyseerd ten aanzien van

economische vraagstukken, ten aanzien van rekenregels, schattend rekenen, procentrekenen, indexcijfers, promille, deel-geheel, het oplossen van vergelijkingen, het berekenen van snijpunten, (verhoudings)tabellen, grafieken en stappenplannen.

De student kent de stappen van het handelingsmodel (van informeel handelen via concreet en abstract voorstellen naar formeel handelen) en het drieslagmodel (context, bewerking, oplossing) en heeft concrete voorbeelden van leeractiviteiten voor deze stappen ontworpen.

De student heeft een individuele leerling oplossingsgericht geadviseerd op basis van rekendidactische inzichten uit literatuur en een observatie van de betreffende leerling in een economieles in het 2e graads gebied.


SBL-3: vakinhoudelijk en vakdidactisch competent c.q. de vakdidactische bekwaamheid

Samenhang Deze onderwijseenheid is deel van de vakdidactische leerlijn en hangt dan ook samen met de voorgaande OWE’S uit deze leerlijn. De inhouden van deze onderwijseenheid zijn o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten:

Onderbouw vmbo / havo/ vwo Bovenbouw vmbo, het vak economie Bovenbouw vmbo de profielen economie & ondernemen, dienstverlening en


internationale handel, verkoopspecialist.Vakkennisbasis economie Domein(en) Subdomein(en)

Domein 16: Vakdidactiek economie

16.2: Vakspecifieke didactiek, gericht op kennis van vakdidactische theorieën, principes, werkwijzen en praktische handelingsalternatieven om leerlingen te ondersteunen bij het aanleren, automatiseren en toepassen van economische rekenvaardigheden

Deelnameplicht onderwijs Vanwege de aard van de bijeenkomsten geldt een aanwezigheidsverplichting. De didactische kant van het lesgeven leer je niet (of in elk geval niet uitsluitend) door er individueel over te lezen, maar door het in de les te doen en er met elkaar over in dialoog te gaan en vaardigheden, kennis en ervaringen uit te wisselen.




De vorm waarin we werken bestaat uit interactieve colleges waarin je samen met medestudenten en de docent via begeleide dialoog en werkvormen samen werkt aan jouw eigen vakdidactische kennis en vaardigheden ten aanzien van rekendidactiek in je rol als docent economie. Dit resulteert in een leertaak waarin je daarvan verslag doet. De in deze onderwijseenheid aangegeven contacttijd wordt gedurende deze periode als volgt ingericht in periode 1: een contacttijd van 3 lesuren per week, waar alle deelthema’s aan de orde komen. Het onderwijs wordt in


het Nederlands vormgegeven. Gebruikte literatuur kan Engelstalige teksten bevatten.


In de digitale leeromgeving “OnderwijsOnline”, staan per week de materialen waarnaar in de studiewijzer wordt verwezen, waaronder in elk geval doch niet uitsluitend verwijzingen naar de volgende actuele bronnen:o Publicatie Expertisecentrum Economie &Handel (2010):

https://pure.uva.nl/ws/files/1428929/91877_336781.pdfVerplichte software / verplicht materiaal

Niet van toepassing



(deel)tentamen Leertaak: RekendidactiekLT REKDID

Beoordelingscriteria De student beheerst bij de leertaak de inhouden en vaardigheden zoals omschreven bij de algemene omschrijving. De student laat zien dat hij allerlei kansen en uitdagingen die leerlingen ervaren ten aanzien van het rekenen in zijn rol als docent systematisch kunt aanpakken. De beoordelingscriteria zijn gebaseerd op de doelen en de toetsmatrijs. Deze zijn nader gespecificeerd en gepubliceerd op OnderwijsOnline bij dit tentamen.


Leertaak




1 of 2






https://pure.uva.nl/ws/files/1428929/91877_336781.pdf

Algemene informatie Naam OWE VDVT08: Vakdidactiek Inductief lerenCode OWE ILS-Ec2-5Onderwijsperiode Semester 1, periode 1Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 klokurenOnderwijstijd (contacturen) contacttijd 7 weken à 3 lesuren per week = 16 klokurenIngangseisen OWE (in categorieën)


Inhoud en organisatie Algemene omschrijving In deze OWE Vakdidactiek Economie vervolgen we de zoektocht naar hoe we

onderwijs in economie het beste kunnen vormgeven. We zullen kennismaken met een op een inductieve manier aanleren van economische principes (van context naar concept, het bijstellen van misconcepten en het bevorderen van transfer) en het differentiëren in de economielessen. Ook leer je om te beoordelen welke vaardigheden bij inductief leren van belang zijn en zoek je naar mogelijkheden om 21e eeuwse vaardigheden te integreren in inductief onderwijs. Wat betreft de leerlijn onderzoek leer je geschikte bronnen te raadplegen en/of zoeken en leer je tot een zorgvuldig oordeel te komen als het gaat over inductief leren.








16.2: Vakspecifieke didactiek, gericht op kennis van vakdidactische theorieën, principes, werkwijzen en praktische handelingsalternatieven om leerlingen te ondersteunen bij:

het (inductief) verwerven van kennis over economische begrippen en het toepassen van vaktaal;

het laten construeren van economische concepten en het bijstellen van misconcepten

het opzetten van (causale) redeneringen het gebruiken van (audiovisuele)

economische bronnen het opzetten van een ‘economische bril’

om naar maatschappelijke contexten te kijken





Interactieve colleges die resulteren in een leertaak. De in deze onderwijseenheid aangegeven contacttijd wordt gedurende deze periode als volgt ingericht in periode 1: een contacttijd van 3 lesuren per week, waar alle deelthema’s aan de orde komen. Het onderwijs wordt in het Nederlands vormgegeven. Gebruikte literatuur kan Engelstalige teksten bevatten.


Donk, C. van der & Lanen, B. van. Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho.

Digitale leeromgeving “OnderwijsOnline” met actuele artikelen, waaronder:o Kneppers, L., & Lugt, R. van der. (2012) Economie in context. Ill


structured opdrachten voor vmbo-t. Amsterdam: Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken

o Grol, R. (2016). Een toepassing van het 6E-instructiemodel in de economieles.


Niet van toepassing



(deel)tentamen Leertaak: Inductief LerenLT INDUCTIEF

Beoordelingscriteria De student beheerst de inhouden en vaardigheden zoals omschreven bij de algemene omschrijving. De student kan een inductief leerarrangement voor het 2e graads vakgebied van de economie uitwerken en verantwoorden vanuit ontwerpprincipes uit literatuur. Ook kan de student, afhankelijk van de mogelijkheden die er zijn, het ontworpen arrangement uitvoeren en evalueren via participatie in een geconstrueerde leeromgeving of via participatie in een realistische leeromgeving De beoordelingscriteria zijn gebaseerd op de doelen en de toetsmatrijs. Deze zijn nader gespecificeerd en gepubliceerd op OnderwijsOnline bij dit tentamen.


Leertaak




1 of 2






Leren over Leren (GKB-5&6) Naam OWE Leren over Leren (GKB-5&6) Code OWE ILS-Ec2-11Onderwijsperiode Semester 1, periode 1 & 2Studiepunten 5 studiepuntenStudielast in uren 140 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Onderwijskunde: 14 weken 3 lesuren per week = 32 klokuren

Drama: 20 klokurenSpreken voor de klas: 20 klokuren


Niet van toepassing

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving In periode 1 staan de volgende leerresultaten centraal:

De student heeft kennis over visies en definities van leren. Tevens heeft de student kennis van verschillende leertheorieën en de implicaties voor het onderwijs en zicht op vormen van leren in diverse contexten. Kennis van en inzicht in de achtergronden van leren helpt docenten bij het opbouwen van een onderwijskundig referentiekader en bij het komen tot een onderbouwd perspectief op leren. De student kan in een specifieke onderwijscontext zijn onderwijs vormgeven. Hiervoor bezit hij kennis over praktijk en beroepsgericht leren, model 21-eeuwse vaardigheden en didactische concepten met inzet van technologie.

Ook bezit hij kennis over verschillende onderwijsconcepten, traditionele vernieuwingsscholen, profielscholen en moderne onderwijsconcepten zoals gepersonaliseerd leren.

De student is in staat zijn professioneel handelen vanuit een persoonlijke visie te expliciteren en te verantwoorden en kan ethisch handelen in de beroepscontext. In periode 2 staan de volgende leerresultaten centraal:De student bezit kennis over de werking van de hersenen, werking van het geheugen, executieve functies en emoties & leren. De student kan inzichten over de werking van de hersenen op waarde schatten voor het lesgeven. De inzichten bieden verklaringen voor leerlinggedrag en effectiviteit van het handelen van de docent. De student heeft zicht op effectieve didactische strategieën op basis van kennis over leer- en motivatieprocessen. Hiervoor bezit de student kennis over kennissoorten, cognitieve leerstrategieën, strategieën van zelfregulatie, mediawijsheid, motivatietheorieën, leervoorkeuren, betekenisvol leren.

Drama:Door gevarieerde dramawerkvormen bouwen we, na drama 1, verder aan de ontwikkeling van verbale en non-verbale communicatie en wordt er tijdens de lessen appèl gedaan op creativiteit en flexibiliteit. Er worden communicatie en interventiemogelijkheden verkend a.d.h.v. de roosvan Leary. Ook worden mogelijkheden uitgeprobeerd hoe dramawerkvormen in te zetten zijn voor het vak en voor mentoruren; welke werkvormen zijn geschikt en hoe begeleid je dat. De student laat door middel van digital storytelling zien verteltechnieken te beheersen.

Tijdens lessen ‘spreken voor de klas’ komen kennis en vaardigheden met betrekking tot professioneel spreekgedrag aan de orde.

Eindkwalificaties In deze onderwijseenheid wordt er gewerkt aan de volgende eindkwalificaties: Pedagogisch bekwaam

Samenhang Deze onderwijseenheid maakt deel uit van de leerlijn onderwijskunde/drama/spreken voor de klas, die mede gebaseerd is op de landelijk vastgestelde generieke kennisbasis.

Kennisbases Domein(en) Subdomein(en)Generieke kennisbasis A1: Opvattingen over leren en

leerconcepten

Visies en definities van lerenLeertheorieën en implicaties voor het onderwijsVormen van leren in diverse contexten

A2: Onderwijsconcepten Praktijk- of beroepsgericht leren Model ’21-eeuwse’ vaardigheden


Didactische concepten met inzet van technologie Moderne onderwijsconcepten Onderwijsconcepten van traditionele vernieuwingsscholen Onderwijsconcepten van profielscholen

C5: Professionele identiteit Biografie Persoonlijke onderwijsvisie Beroepsethiek

A3: Hersenen en leren Ontwikkeling van de hersenen Werking van het geheugen Executieve functies Emoties en leren

A4: Leer- en motivatieprocessen

Kennissoorten Cognitieve leerstrategieën Strategieën van zelfregulatie Mediawijsheid Motivatietheorieën Leervoorkeuren

Deelnameplicht onderwijs Voor de lessen onderwijskunde geldt dezelfde participatieregeling als die van de opleiding waarvoor je bent ingeschreven.Spreken voor de klas: Screening : deelname is verplicht om deel te mogen nemen aan het tentamen. Aanwezigheid lessen drama : omdat het hier gaat om praktische lessen waarbij interactie met medestudenten en docent van groot belang zijn geldt als ingangseis voor het tentamen een aanwezigheidsplicht. Wanneer je meer dan 2 lessen niet aanwezig bent (om welke reden dan ook) kun je niet deelnemen aan het tentamen. Om alsnog te kunnen voldoen aan de gestelde ingangseis dien je de gemiste lessen in te halen in een volgende onderwijsperiode. Neem hiervoor contact op met je docent drama.


Niet van toepassing


- (Werk)colleges waarin theorie wordt afgewisseld met praktische oefeningen en verwerkingsopdrachten.

- Drama omvat praktijkoefeningen rondom presentatievaardigheden tijdens werkcolleges met ondersteunende zelfstudieopdrachten.

- Spreken voor de klas omvat oefeningen betreffende het eigen spreken, zowel klassikaal als in kleine groepjes


Onderwijskunde Wal, J. van der, Wilde, J. de & Mooij, I. de. Identiteitsontwikkeling en

leerlingbegeleiding. Bussum: Coutinho. Geerts, W., Kralingen, R. van. Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho. Slooter, M. De vijf rollen van de leraar. Amersfoort: CPS. Teitler, P. Lessen in orde; handboek voor de onderwijspraktijk. Bussum:

Coutinho. Verstraete, I., & Nijman, K. Handboek leren leren voor het voortgezet

onderwijs. Huizen: Pica. Artikelen op OnderwijsOnline.

Drama: artikelen op OnderwijsOnline.

Spreken voor de klas: Reader “Spreken voor de klas (OnderwijsOnline)Verplichte software / verplicht materiaal

Niet van toepassing

Eigen financiële bijdrage In het kader van deze OWE wordt samen met de studenten van het eerste leerjaar een aantal school- en bedrijfsbezoeken afgelegd. Dit noemen we “de werkdagen”. Doelstellingen liggen op het gebied van het kennismaken met verschillende schooltypen (zoals Jenaplan, Vrije school, montessori) enerzijds en het leren kennen van het beroepenveld van afgestudeerde leerlingen in het VMBO en MBO anderzijds. De bijdrage voor deze werkdagen bedraagt € 100,- (incl. eten en overnachting). De opleiding gaat ervan uit dat iedere student participeert. Wanneer er in uitzonderlijke gevallen sprake is van bijzondere omstandigheden die dit verhinderen, kan met de docenten die deze werkdagen organiseren een individuele afspraak worden gemaakt voor het bespreken van een alternatief.


(deel)tentamen Leertaak persoonlijk beroepsbeeld onderwijskunde (GKB5)LT PBerB

Beoordelingscriteria De student expliciteert wat het beroep van leraar voor hem inhoudt, uit welke aspecten het beroep bestaat en welke waardering hij toekent aan deze verschillende


aspecten. De student reproduceert en analyseert de kennis en past deze toe in zijn beeld op het beroep.


Leertaak




1





(deel)tentamen Kennistoets Leren over Leren (GKB6) KT LoL

Beoordelingscriteria De student beheerst de kennis van eerder genoemde domeinen uit de generieke kennisbasis het niveau van onthouden/ kennis, het begrijpen/herkennen en het toepassen in eenvoudige situaties.


Kennistoets




Niet van toepassing




Nabespreking en inzage Conform regelgeving in OER Naam en code

(deel)tentamen Vaardigheidstoets Drama 2VT drama 2

Beoordelingscriteria Voorwaarde: aanwezigheidDoelen:

De student verheldert en breidt de eigen mogelijkheden uit op het gebied van begeleiden en presenteren.

De student verkent op praktische wijze interactieve werkvormen. De student leert interactieve werkvormen toe te passen binnen

leerprocessen. De student weet de opgedane leerervaringen te koppelen aan diverse

onderwijspraktijksituaties. De student kan boeiend en motiverend vertellen en acteren vanuit een

inhoudelijke betrokkenheid. De student weet te reflecteren op de eigen ontwikkeling.


Vaardigheidstoets




1

Toegestane hulpmiddelen Niet van toepassing



aanmeldingstermijn



(deel)tentamen Vaardigheidstoets spreken voor de klasVT spreken

Beoordelingscriteria De student laat zien en horen dat hij:1. zich bewust is van het eigen spreekgedrag;2. de verschillende aspecten van het spreekgedrag, zoals behandeld in de lessen,

kan toepassen.Vorm(en) tentamen en

deeltentamensMondeling in groepjes van +/- 4 studenten.


Tentamenmomenten Kans 1 in periode 1-4Kans 2 in periode 1-4


1






Algemene informatie Naam OWE Verdieping Micro-economie-2Code OWE ILS-Ec2-6Onderwijsperiode Semester 1, periode 2Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd: 7 weken à 4 lesuren per week = 21 klokurenIngangseisen OWE (in categorieën)

Formele toelaatbaarheid tot de opleidingBehaalde relevante vakken uit de propedeusefase (inleiding Micro-economie-1)

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving De student weet hoe de keuze voor de inzet van productiefactoren

inzichtelijk gemaakt kan worden (bijvoorbeeld via het bepalen van arbeids- of kapitaalproductiviteit);

De student weet hoe een uitspraak over totale, gemiddelde en marginale kosten, opbrengsten en winst gedaan kan worden (bijvoorbeeld via het rekenen met en grafisch weergeven van TO-, GO-, MO-, TK-, GK-, MK- en TW-, GW-, MW-functievoorschriften);

De student weet hoe een prijs/aanbodfunctie en een verschuiving ervan/erlangs bepaald en grafisch weergegeven kan worden;

De student weet hoe een marginale analyse uitgevoerd kan worden (bijvoorbeeld via de wet van de toe- en afnemende meeropbrengsten);

De student weet hoe het producentensurplus te bepalen is en een uitspraak over welvaart gedaan kan worden;

De student weet hoe het proces en de uitkomsten van zowel strategisch als op samenwerking gericht producenten- en ondernemersgedrag zichtbaar gemaakt kunnen worden (bijvoorbeeld via speltheorie, het prisoner’s dilemma en het bepalen en benoemen van evenwichten);

De student weet hoe de effecten van een specifieke prijszetting op een (deel)markt door de ondernemer inzichtelijk gemaakt worden (bijvoorbeeld via het intekenen van de effecten van prijsdiscriminatie of prijsdifferentiatie in een grafiek);

De student weet hoe het marktevenwicht bepaald kan worden (bijvoorbeeld via het gelijkstellen van de functievoorschriften van qv en qa en het uitrekenen of aflezen van de evenwichtsprijs en -hoeveelheid);

De student weet hoe een uitspraak over totale, gemiddelde en marginale kosten, opbrengsten en winst gedaan kan worden (bijvoorbeeld via het rekenen met en grafisch weergeven van TO-, GO-, MO-, TK-, GK-, MK- en TW-, GW-, MW-functievoorschriften);en maakt daarbij, waar nodig, een onderscheid tussen de korte en de lange termijn.

De student weet hoe Hanteert economische procedures waarmee specifiek de invloed van overheidsingrijpen op een markt zichtbaar gemaakt kan worden (bijvoorbeeld via het intekenen, aflezen, berekenen en interpreteren van de effecten van de invoering van een maximumprijs, een minimumprijs, een heffing, of een quotum).



Samenhang Micro economie is een onderdeel van de Algemeen Economische leerlijn. De inhouden zijn o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten:



internationale handel, verkoopspecialistVakkennisbasis economie Domein(en) Subdomein(en)

Domein 1: Macro-economie 1.4 arbeid 1.5 inflatie

Domein 2: Micro-economie

2.1: Consumentengedrag 2.2: Producenten en ondernemingsgedrag2.3: Marktvormen2.4: Markt- en overheidsfalen

Domein 4: Collectieve sector 4.4: Duurzame economie











Toegepaste micro economie, Dietz F


Niet van toepassing



(deel)tentamen Kennistoets Verdieping Micro-economie-2KT Micro-2







1



aanmeldingstermijn




Algemene informatieNaam OWE OverheidCode OWE ILS-Ec2-7Onderwijsperiode Semester 1, periode 2Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd: 7 weken à 4 lesuren per week = 21 klokurenIngangseisen OWE (in categorieën)

Formele toelaatbaarheid tot de opleidingBehaalde relevante vakken uit de propedeusefase (Inleiding Micro-1, Inleiding Macro-1)

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving Functies collectieve sector (economische politiek)

- De historie van de economische stelsels beschrijven (Klassiek, Keynesiaans, Neo-liberaal) en de voor- en nadelen kunnen benoemen.

- Economische stromingen in overheidsbeleid herkennen en kunnen toelichten.

- Het Poldermodel uitleggen en aangeven welke invloed dat op overheidsbeleid kan hebben.

- De voor- en nadelen van dit Poldermodel kunnen benoemen.- Uitleggen waarom Nederland een gemengde economie is en waarom dit

beter wordt gevonden dan de vrije economie / geleide economie.- Collectieve goederen kennen (zuivere, quasi, bemoei en vrije).- Allocatiefunctie van de overheid kennen en in verband kunnen brengen met

nonrivaliteit en freeriders.- Belangrijkste taken overheid kennen en de redenen weten.

Openbare financiën (begrotingsbeleid & financiering + economische politiek)- Werking van de inkomstenbelasting.- Conjunctureel- of structureel beleid.- Automatische stabilisatoren begrijpen, werking kennen en begrijpen waarom

ze anticyclisch zijn.- Kunnen beoordelen of er sprake is van procyclisch- of anticyclischbeleid.- Kunnen beoordelen of er sprake is van ontmoedigend of stimulerend beleid.- Beoordelen tot welk soort inkomsten de inkomsten van de overheid hoort.- Beoordelen tot welk soort uitgaven de uitgaven van de collectieve sector

hoort.- Sociale zekerheidsquote en collectieve uitgavenquote kunnen berekenen en

interpreteren.- Beoordelen met behulp van de collectieve uitgavenquote in welke mate de

overheid invloed heeft.- Uitleggen welke maatregelen de overheid heeft genomen om de kosten van

de collectieve sector te beheersen.- Van diverse begrotingsnormen de voor- en nadelen kunnen benoemen en

vergelijken - Uitleggen waarom het reduceren van het financieringstekort wenselijk is.- Beoordelen of een land voldoet aan de gestelde begrotingsnorm.- Berekeningen maken over de overheidsfinanciën (staatsschuld,

begrotingstekort, financieringstekort)

Sociale zekerheid (verzorgingsstaat & sociale zekerheidsstelsel)- met behulp van de sociale zekerheidsquote beoordelen hoe groot de

omvang van de sociale zekerheid is.- Uitleggen waarom de jaren ’80 de collectieve uitgaven behoorlijk zijn

gestegen.- Voor- en nadelen van het kapitaaldekkingsstelsel en omslagstelsel.- Uitleggen waarom de zorgkosten in de toekomst zullen stijgen.- Aan de hand van de i/a-ratio kunnen beoordelen in hoeverre er een beroep

op de sociale zekerheid wordt gedaan.- Aan de hand van de replacement rate een uitspraak kunnen doen over de

mate waarin werken uit een situatie van werkloosheid ontmoedigd wordt.

Duurzame economie (circulaire economie & energietransitie)- Redenen kennen waarom duurzame economische ontwikkeling steeds


belangrijker worden- De nadelen van ons (lineair) economisch model kennen- Kenmerken van circulaire economie kunnen benoemen en weten hoe ze

werken- De overeenkomsten en verschillen tussen het huidige economisch (lineair)

model ten opzichte van het circulaire model kunnen analyseren

De student kan daarnaast- De transfer van nationale naar lokale vraagstukken laten plaatsvinden.- De rol van de overheid in een vraagstuk herkennen.- Doelen omtrent een vraagstuk in kaart brengen.- Weten op welke wijze een specifieke vraagstuk gefinancierd kan worden.- Aangeven welke effecten overheidsbeleid op de korte- en lange termijn

kunnen hebben.- In kaart brengen welke belanghebbenden en perspectieven er bij een

specifiek vraagstuk horen.- Vragen stellen vanuit een economische bril. - Vanuit concrete gesprekken naar economische theorieën ten aanzien van de

overheid abstraheren.- Gemaakte denkstappen beargumenteren.



Samenhang Overheid is een onderdeel van de Algemeen Economische leerlijn. De inhouden zijn o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten:

Onderbouw vmbo / havo/ vwo Bovenbouw vmbo in het vak economie Voorbereidend op economie in de bovenbouw havo/ vwo

Vakkennisbasis economie Domein(en) Subdomein(en)Domein 4: Collectieve sector 4.1: Functies van de collectieve sector

4.2: Openbare financiën4.3: Sociale zekerheid4.4: Duurzame economie








de vorm van werkcollege.Studenten worden daarnaast begeleid in het doen van onderzoek naar de transfer van de economische doelen en inhouden naar de analyse van een (lokaal) vraagstuk. Het onderwijs wordt in het Nederlands vormgegeven. Gebruikte literatuur kan Engelstalige teksten bevatten.


De Kam, C. Overheidsfinanciën. Groningen: Noordhoff.


Niet van toepassing



(deel)tentamen Leertaak OverheidLT Overheid

Beoordelingscriteria De student beheerst bij de leertaak de inhouden en vaardigheden zoals omschreven bij de algemene omschrijving. De beoordelingscriteria zijn gebaseerd op de doelen en de toetsmatrijs. Deze zijn nader gespecificeerd en gepubliceerd op OnderwijsOnline bij dit tentamen.


Het aanleggen van een dossier over een actueel politiek-economisch vraagstuk (bestaande uit documentaire en schriftelijke documentatie).

Weging deeltentamen 1


Minimaal oordeel ≥5,5Tentamenmomenten Kans 1 in periode 2

Kans 2 in periode 3Aantal examinatoren bij

individuele tentamenvorm1






Algemene informatieNaam OWE Financial AccountingCode OWE ILS-Ec2-8Onderwijsperiode Semester 1, periode 2Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd: 7 weken à 4 lesuren per week = 21 klokurenIngangseisen OWE (in categorieën)

Formele toelaatbaarheid tot de opleidingBehaalde relevante vakken uit de propedeusefase (Bedrijfseconomie 1/2, Bedrijfsadministratie 1/2)

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving De student bezit theoretische kennis van de concepten enkelvoudige

interest, samengestelde interest, renten en annuïteiten. De student hanteert economische procedures om binnen een specifieke

economische context de contante waarden en eindwaarden te berekenen gebruikmakend van pre- en postnumerando renten;

De student kan de annuïteit bereken en onderdelen van de annuïteit berekenen zoals (o.a. aflossingsbestanddelen, rente, looptijd en schuldrest);

De student kan economische procedures toepassen om, vanuit theoretische kennis, uit te rekenen of een investering winstgevend is (bijvoorbeeld: terugverdientijd met behulp van periodieke cashflows of de Netto Contante Waarde-methode).

De student kan economische rekenvaardigheden, zoals procenten, indexcijfers of vraagstukken vanuit de financiële rekenkunde (bijvoorbeeld via stappenplannen of denkschema’s) aanleren, automatiseren en toepassen;

De student hanteert ter zake doende wiskundige en rekenkundige bewerkingen wisselend ondersteund met rekenmachine, spreadsheetprogramma om voor de procedurele vaardigheden die staan verwoord in deze kennisbasis tot een gefundeerde uitspraak over een specifieke situatie te komen.



Samenhang Financial Accounting is een onderdeel van de Bedrijfseconomische leerlijn. De inhouden zijn o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten:



Vakkennisbasis economie Domein(en) Subdomein(en)Domein 7: Financiële Rekenkunde

7.1 Renteberekeningen

Domein 9: Corporate Finance 9.1 Vermogens- en kapitaalstructuurDomein 15: Een economische en maatschappelijke bril

15.1: Wiskunde en statistiek








de vorm van werkcollege.Het onderwijs wordt aangeboden in het Nederlands, maar gebruikte literatuur kan Engelstalige teksten bevatten.


Financiële rekenkunde voor het HEO. Gruijters, J.C.M. Noordhoff Uitgevers


Niet van toepassing




(deel)tentamen Kennistoets Financial Accounting KT FinAcc



Het aanleggen van een dossier over een actueel politiek-economisch vraagstuk (individueel, schriftelijk).




1



aanmeldingstermijn




Algemene informatieNaam OWE OrganisatiekundeCode OWE ILS-Ec2-9Onderwijsperiode Semester 1, periode 2Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd: 7 weken à 4 lesuren per week = 21 klokurenIngangseisen OWE (in categorieën)

Formele toelaatbaarheid tot de opleidingBehaalde relevante vakken uit de propedeusefase

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving We gaan met mensen uit het bedrijfsleven en van scholen in gesprek over

organisatiekundige thema’s. Met behulp van een organisatiekundige bril leren studenten een probleemstelling te formuleren, een organisatieanalyse uit te voeren en een passend advies te geven.

De student is in staat zelf te komen tot een opdrachtformulering rondom organisatiekunde.

De student laat zien dat hij door middel van samenwerking met ondersteunend personeel, docenten en directie op ethische wijze komt aan informatie voor deze opdracht.

De student is in staat om relevante gegevens te verzamelen en te interpreteren met als doel te komen tot oordeelsvorming.

De student beschikt over leervaardigheden die een hoog niveau van autonomie veronderstellen.

De student beschikt over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied vanuit het perspectief Mens, Structuur en Omgeving, Plannen, Organiseren en Leidinggeven.

De student is in staat om relevante gegevens te verzamelen en te interpreteren met als doel te komen tot een passend advies.

De student is in staat om informatie/ideeën en oplossingen over te brengen op publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten.



Samenhang Organisatiekunde is een onderdeel van de Bedrijfseconomische leerlijn. De inhouden zijn o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten:

Bovenbouw vmbo de profielen economie & ondernemen, dienstverlening en producten.

MBO: kwalificatiedossiers van ondernemerschap/retail, assistent-manager internationale handel, verkoopspecialist, bedrijfsadministrateur.

Vakkennisbasis economie Domein(en) Subdomein(en)Domein 4: Collectieve sector 4.4: Duurzame economieDomein 12: Management en organisatie

12.1: Organisatiestructuren en leiderschapsstijlen

Domein 14: Integratie 14.1: OrganisatieplanDeelnameplicht onderwijs Niet van toepassing




In deze onderwijseenheid wordt gewerkt met een combinatie van hoor- werkcolleges en teamteaching met studenten. Terugkerende onderdelen tijdens de lessen zijn o.a.:


theoretische verdieping van de onderwerpen in de vorm van werkcolleges; het maken van oefenopgaven om de aangeboden theorie te verankeren.

Het onderwijs wordt aangeboden in het Nederlands, maar gebruikte literatuur en overige bronnen kan Engelstalige (gesproken) teksten bevatten.


Thuis, P. Introductie in Management. Groningen: Noordhoff Uitgevers. Voorts wordt gebruik gemaakt van actuele artikelen op de digitale

leeromgeving “onderwijsonline”Verplichte software / verplicht materiaal

Niet van toepassing




(deel)tentamen Organisatieadvies: challengeLT OrgChal

Beoordelingscriteria De student beheerst bij de leertaak de inhouden en vaardigheden zoals omschreven bij de algemene omschrijving. De student formuleert een probleemstelling, analyseert systematisch een zelfgekozen organisatie a.h.v. deze probleemstelling, formuleert een advies en draagt zorg voor valorisatie. De beoordelingscriteria zijn gebaseerd op de doelen en de toetsmatrijs. Deze zijn nader gespecificeerd en gepubliceerd op OnderwijsOnline bij dit tentamen.


Leertaak




1






Algemene informatie Naam OWE VDVT09: Vakdidactiek ICT actueelCode OWE ILS-Ec2-10Onderwijsperiode Semester 1, periode 2Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd: 7 weken à 3 lesuren per week = 16 klokurenIngangseisen OWE (in categorieën)



economie, door te kijken naar ICT-didactiek in de economieles. Studenten laten zien dat zij vernieuwend ICT-rijk lesmateriaal voor economie, gebaseerd op ervaringen en recente literatuur kunnen vormgeven en delen. De insteek is vooral praktisch en praktijkgericht, maar wel vanuit een systematisch kader. Er wordt niet alleen kennisgemaakt met toepassingen en concepten rondom blended learning, online leren, flipping the classroom, het maken van kennisclips, het gebruik van Quizlet, LessonUp, learning analytics en andere nieuwe ICT-toepassingen voor het economieonderwijs, maar ook met achterliggende modellen die een ‘bril’ kunnen vormen om bewuste keuzes voor het al dan niet inzetten van ICT in de economieles te kunnen maken. Zo doende wordt er in deze onderwijseenheid ook expliciet gewerkt aan de volgende thema’s van de eindkwalificaties leerlijn ‘leren en lesgeven met ICT’:- Instrumentele vaardigheden- Informatievaardigheden- Pedagogisch-didactisch gebruik van ICT








16.2: Vakspecifieke didactiek, gericht op de inzet van (economiespecifieke) ICT-tools.16.3: Ontwerper en beoordelaar van samenhangende leerarrangementen, in betekenisvolle contexten, op basis van ontwerpprincipes uit (vakdidactische) literatuur en met een bewuste keuze voor het al dan niet inzetten van ICT.





De vorm waarin we werken bestaat uit interactieve colleges waarin je samen met medestudenten en de docent via begeleide dialoog en werkvormen samen werkt aan jouw eigen vakdidactische kennis en vaardigheden ten aanzien van ICT-didactiek in je rol als docent economie. Dit resulteert in een leertaak waarin je daarvan verslag doet. De in deze onderwijseenheid aangegeven contacttijd wordt gedurende deze periode als volgt ingericht in periode 2: een contacttijd van 3 lesuren per week, waar alle deelthema’s aan de orde komen. Het onderwijs wordt in het Nederlands vormgegeven. Gebruikte literatuur kan Engelstalige teksten bevatten.


In de digitale leeromgeving “OnderwijsOnline”, staan per week de materialen waarnaar in de studiewijzer wordt verwezen, waaronder in elk geval doch niet


uitsluitend verwijzingen naar de volgende actuele bronnen:o https://www.leraar24.nl/app/uploads/Nr._26_Maak_kennis_met_TPACK-3.pdf o https://www.onderwijsvanmorgen.nl/samr-model-zo-integreert-u-

onderwijstechnologie/ o https://educationaltechnology.net/the-addie-model-instructional-design/ o https://www.vernieuwenderwijs.nl/ o https://www.doedactiek.nl/ o https://www.todaysteachingtools.com/ o http://ict-idee.blogspot.nl/ o http://www.reisgidsdigitaalleermateriaal.org/ o https://leerling2020.nl/kickstarters-digitale-tools-voor-docenten/


Niet van toepassing



(deel)tentamen Leertaak: Ontwerp vernieuwend ICT materiaalLT ICT

Beoordelingscriteria De student beheerst de inhouden en vaardigheden zoals omschreven bij de algemene omschrijving. De student laat zien dat hij vernieuwend ICT-rijk lesmateriaal voor economie, gebaseerd op ervaringen en recente literatuur kan vormgeven en delen. De beoordelingscriteria zijn gebaseerd op de doelen en de toetsmatrijs. Deze zijn nader gespecificeerd en gepubliceerd op OnderwijsOnline bij dit tentamen.


Leertaak




1 of 2






https://leerling2020.nl/kickstarters-digitale-tools-voor-docenten/

http://www.reisgidsdigitaalleermateriaal.org/

http://ict-idee.blogspot.nl/

https://www.todaysteachingtools.com/

https://www.doedactiek.nl/

https://www.vernieuwenderwijs.nl/

https://educationaltechnology.net/the-addie-model-instructional-design/

https://www.onderwijsvanmorgen.nl/samr-model-zo-integreert-u-onderwijstechnologie/

https://www.onderwijsvanmorgen.nl/samr-model-zo-integreert-u-onderwijstechnologie/

https://www.leraar24.nl/app/uploads/Nr._26_Maak_kennis_met_TPACK-3.pdf

Algemene informatie Naam OWE Verdieping Macro-economie-2Code OWE ILS-Ec2-12Onderwijsperiode Semester 2, periode 3Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd: 7 weken à 4 lesuren per week = 21 klokurenIngangseisen OWE (in categorieën)

Formele toelaatbaarheid tot de opleidingBehaalde relevante vakken uit de propedeusefase (inleiding Macro-economie-1)

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving De student analyseert de omvang van macro-economische factoren op de

bedrijfsomgeving. De student brengt economische grootheden met elkaar in verband en

kwantificeert en interpreteert economische grootheden met behulp van modellen (aanbod-/groeimodellen, klassiek model, Harrod-Domar groeimodel).

De student hanteert economische procedures om de invloed van conjunctuur op economische actoren te verklaren en om aan te geven op welke wijze er ingegrepen kan worden om de conjunctuurbeweging te kanaliseren.

De student weet hoe een overheid ervoor kan zorgen dat de conjunctuurbewegingen worden ingedamd en verklaart de werking van automatische stabilisatoren.

De student bezit theoretische kennis over het Keynesiaans model van een open economie, het IS/LM-model en het monetair en budgettair beleid van de overheid.

De student kent voordelen en nadelen van een stabilisatiepolitiek door de overheid.

De student kent de verschillende actoren in de economie die invloed hebben op het verloop van de conjunctuur.

De student kan de oorzaken van de conjunctuur(golf) en de relatie met effectieve vraag, innovatie en werkloosheid reproduceren, analyseren en verklaren.

De student kan de (on)mogelijkheden en motieven van overheden om conjunctuurbewegingen te beïnvloeden vanuit verschillende economische perspectieven (Keynesiaans, klassiek, monetaristisch) reproduceren, analyseren en verklaren. Kan de voor- en nadelen van economische groei uitleggen (bijvoorbeeld aan de hand van maatschappelijke kosten).



Samenhang Macro economie is een onderdeel van de Algemeen Economische leerlijn. De inhouden zijn o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten:

Onderbouw vmbo / havo/ vwo Bovenbouw vmbo in het vak economie MBO: kwalificatiedossiers van ondernemerschap/retail, assistent-manager

internationale handel Vakkennisbasis economie Domein(en) Subdomein(en)

Domein 1: Macro-economie

1.1: Macro-economische relaties1.2: Economische groei1.3: Korte termijn: conjunctuur en stabilisatiepolitiek1.4 arbeid 1.5 inflatie











Marijs en Hulleman. Macro-economie en bedrijfsomgeving


Niet van toepassing



(deel)tentamen Kennistoets Verdieping Macro-economie-2KT Macro-2







1



aanmeldingstermijn




Algemene informatie Naam OWE Economische bril Code OWE ILS-Ec2-13Onderwijsperiode Semester 2, periode 3Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd: 7 weken à 4 lesuren per week = 21 klokurenIngangseisen OWE (in categorieën)

Formele toelaatbaarheid tot de opleidingBehaalde relevante AE-vakken uit de propedeusefase

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving De student heeft ten aanzien van modelmatig denken en werken basale kennis (op

de ontwikkeling) van de verschillende wijzen, methoden en instrumenten van economisch onderzoek en kan hij/zij van daaruit economische praktijksituaties benaderen. Te onderscheiden daarbij zijn: deductieve- en inductieve aanpak, absolute- en relatieve waarheidsvinding, zuivere- en toegepaste wetenschap, positieve-, normatieve-, en politieke benadering, empirische- en discursieve aanpak, (wiskundig) structuurmodelmatig denken (simulatie), speltheoretische aanpak, gedachten-, materiële-, modelmatige-, markten gedragsexperimenten. De student heeft kennis over de voordelen en beperkingen van de verschillende wijzen, methoden en instrumenten van economisch onderzoek en basisprincipes in economische praktijksituaties en kan deze kritisch vergelijken. De student heeft theoretische kennis van basale economische principes van het economisch denken en kan van daar uit economische praktijksituaties benaderen. Te onderscheiden daarbij zijn: rationeel en irrationeel keuzegedrag, mensen reageren op prikkels, redeneren vanuit kosten en baten, alternatieve kosten, concurreren, samenwerken, altruïsme, evenwicht en chaos (in balans, uit balans, naar balans), korte- en lange termijn denken, marginaal denken, afnemende opbrengsten, nut, rendementen, marktallocatie (en falen), overheidsallocatie (en falen), hoe een overheid marktuitkomsten kan beïnvloeden en win-lose / win-win denken.

De student heeft algemene kennis op begrips- en beperkt analyseniveau van de meest relevante economische vraagstukken, onderzoeksmethodes, ideeën, theorieën, modellen en paradigma’s die door denkers en scholen in de loop van de eeuwen, sinds de reformatie zijn onderzocht en gevormd. Hij kan deze plaatsen in de tijd en ten opzichte van elkaar. Te onderscheiden daarbij zijn: Mercantillisten, fysiocraten (bijv. Quesnay), Klassieken: (bijv. Smith, Say, Malthus, Ricardo), historisch materialisme (bijv. Marx), Marginalisten (bijv. Menger, Jevons), Institutionalisten (bijv. Veblen), Neo-klassieken (bijv. Marshall, Walras), Keynesianen, het neo-liberalisme (Friedman), speltheorie (bijv. Nash), gedragseconomie (bijv. Tversky, Kahneman).



Samenhang Economische bril is een onderdeel van de Algemeen Economische leerlijn. De inhouden zijn o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten:

Onderbouw vmbo / havo/ vwo Bovenbouw vmbo in het vak economie Voorbereidend op economie in de bovenbouw havo/ vwo

Vakkennisbasis economie Domein(en) Subdomein(en)

Domein 15: Een economische en maatschappelijke bril

15.2: Modelmatig denken en werken15.3: Beperkingen bespreken15.4: Basisprincipes van het economisch denken15.5: Basale geschiedenis van het economisch denken






het beantwoorden van vragen naar aanleiding van de bestudering van de in


een vorige bijeenkomst aangeboden stof of van gemaakte huiswerkopgaven; theoretische verdieping van de onderwerpen in de vorm van hoorcollege; het maken van oefenopgaven om de aangeboden theorie te verankeren in

de vorm van werkcollege. Hiertoe worden verschillende werkvormen ingezet, waaronder economische experimenten.



In de digitale leeromgeving “OnderwijsOnline”, staan per week de materialen waarnaar in de studiewijzer wordt verwezen in de vorm van artikelen en andere bronnen.


Niet van toepassing



(deel)tentamen Leertaak Economische BrilLT Ec bril

Beoordelingscriteria De leertaak bestaat uit een visie-beschrijving van de student ten aanzien van de economische principes, -onderzoekswijzen en- theorieën, voor hem / haar als toekomstig docent en voor zijn / haar toekomstige leerlingen. De beoordelingscriteria daarvan zijn gebaseerd op de doelen en de toetsmatrijs. Deze zijn nader gespecificeerd en gepubliceerd op OnderwijsOnline bij dit tentamen.


Schriftelijke rapportage (individueel)




1






Algemene informatie Naam OWE Corporate FinanceCode OWE ILS-Ec2-14Onderwijsperiode Semester 2, periode 3Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd: 7 weken à 4 lesuren per week = 21 klokuren

Daarnaast vindt een studiereis naar het buitenland plaats, met een studielast van 40 klokuren.


Formele toelaatbaarheid tot de opleidingBehaalde relevante vakken uit de propedeusefase (bedrijfseconomie 1/2, bedrijfsadministratie 1/2)

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving De student kan vanuit theoretische kennis budgetten (vast, variabel,

gemengd) opstellen en deze achteraf toetsen aan de hand van wat er in het productieproces is gebeurd, de doelen van kosteninformatie voor een organisatie noemen en aangeven wat het verschil tussen een begroting en een budget is.

De student heeft kennis en inzicht van het eigen vermogen van een NV. Hij kan de creatie en emissie van aandelen journaliseren alsmede de winstverdeling. Hij kan aangeven hoe reserves ontstaan en argumenten noemen om te reserveren.

De student heeft kennis en inzicht van het vreemd vermogen van een NV. Hij kan de creatie en emissie van (converteerbare) obligaties journaliseren alsmede de conversie. Hij kan de emissiekoers berekenen.

De student heeft kennis en inzicht van het eigen vermogen van een NV. Hij kan de creatie en emissie van aandelen journaliseren alsmede de winstverdeling. Hij kan aangeven hoe reserves ontstaan en argumenten noemen om te reserveren.

De student heeft kennis en inzicht van het vreemd vermogen van een NV. Hij kan de creatie en emissie van (converteerbare) obligaties journaliseren alsmede de conversie. Hij kan de emissiekoers berekenen.

Daarnaast kan de student een oordeel geven over beleggingen in bijvoorbeeld aandelen waarbij rendement en risico verklaard kunnen vanuit o.a. de volgende onderdelen: de koerswaarde, koers/winst verhouding, rendement van het eigen vermogen en het gerealiseerd aandelenrendement. De student heeft kennis van de actualiteit en hedendaagse trends in dit kader, waaronder crowdfunding.



Samenhang Corporate Finance is een onderdeel van de bedrijfseconomische leerlijn. De inhouden zijn o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten:



Vakkennisbasis economie Domein(en) Subdomein(en)Domein 9: Corporate Finance 9.1: Vermogens- en kapitaalstructuurDomein 10 Financial Accounting

10.2: Winst- en vermogensvraagstukken 10.4: Financiële analyse











Bedrijfseconomische analyse, Prof. dr. A.M.M. Blommaert, Prof. dr. J.M.J. Blommaert

Bedrijfseconomische analyse opgaven, Prof. dr. A.M.M. Blommaert, Prof. dr. J.M.J. Blommaert

Boekhouden voor het HBO, deel 1. Heeswijk, G., D. Bouman, S. Stienstra Boekhouden voor het HBO, deel 1, opgaven. Heeswijk, G., D. Bouman, S.

StienstraVerplichte software / verplicht materiaal

Niet van toepassing

Eigen financiële bijdrage In deze OWE houd “internationalisation at home” in dat je je oriënteert op het leren kijken door een economische bril naar authentieke bedrijfs- en onderwijscontexten. Wat je “at home” hebt voorbereid, gaan we in het buitenland “abroad” onderzoeken. Je leert de economische bril in buitenlandse bedrijfs- en onderwijscontexten te hanteren. De opleiding stelt deze excursie verplicht. De bijdrage voor de studiereis naar het buitenland bedraagt €400,-. De opleiding gaat ervan uit dat iedere student participeert. Wanneer er in uitzonderlijke gevallen sprake is van bijzondere omstandigheden die dit verhinderen, kan met de docent van het vak een individuele afspraak worden gemaakt voor het bespreken van een alternatief voor deze studiereis.


(deel)tentamen Kennistoets Corporate Finance KT CORPFIN







1



aanmeldingstermijn



(deel)tentamen Mondelinge Toets Internationaal OndernemenMT IntOnd

Beoordelingscriteria De student beheerst bij de mondelinge toets de inhouden en vaardigheden zoals omschreven bij de algemene omschrijving. De beoordelingscriteria zijn gebaseerd op de doelen en de toetsmatrijs. Deze zijn nader gespecificeerd en gepubliceerd op OnderwijsOnline bij dit tentamen.


Mondeling tentamen

Weging deeltentamen -Minimaal oordeel V



2








Algemene informatie Naam OWE VDVT10: Vakdidactiek AD/SLCode OWE ILS-Ec2-15Onderwijsperiode Semester 2, periode 3Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd: 7 weken à 3 lesuren per week = 16 klokurenIngangseisen OWE (in categorieën)



economie door ons te focussen op het stimuleren van het samenwerkend leren van leerlingen via activerende werkvormen, afgekort: AD/SL. We komen tot inzichten waarom en hoe je als economiedocent leerlingen op een actieve wijze met elkaar en van elkaar kunt laten leren. We verdiepen ons erin hoe je de onderliggende en zo essentiële metacognitieve en sociale processen kunt ondersteunen, in kaart kunt brengen en kunt evalueren/bijstellen vanuit een confrontatie van je eigen systematische observatie in de praktijk en de relevante literatuur. De onderliggende kennis, vaardigheden en inzichten toon je aan middels een leertaak.








16.1: Oriëntatie op economie in het tweedegraads werkveld16.2: Vakspecifieke didactiek

Deelnameplicht onderwijs Vanwege de aard van de bijeenkomsten geldt een aanwezigheidsverplichting. De didactische kant van het activerend lesgeven en het samenwerkend leren leer je niet (of in elk geval niet uitsluitend) door er individueel over te lezen, maar door het in de les te doen en er met elkaar over in dialoog te gaan en vaardigheden, kennis en ervaringen uit te wisselen.




De vorm waarin we werken bestaat uit interactieve colleges waarin je samen met medestudenten en de docent via begeleide dialoog en activerende werkvormen voor samenwerkend leren samenwerkt om jouw eigen vakdidactische kennis over samenwerkend leren en activerende didactiek te construeren. Dit resulteert in een beredeneerd eigen ontwerp van een AD/SL-werkvorm. Deze werkvorm wordt vervolgens door jouzelf uitgevoerd en via observatie bestudeerd in het economisch vakdomein binnen het 2e graads werkveld. Hiermee kom je tot onderbouwde conclusies over de ‘plussen’ en ‘minnen’ van je eigen ontwerp en tot aanbevelingen voor de verbetering ervan.

De in deze onderwijseenheid aangegeven contacttijd wordt gedurende deze periode als volgt ingericht in periode 3: een contacttijd van 3 lesuren per week, waar alle deelthema’s aan de orde komen. Het onderwijs wordt in het Nederlands vormgegeven. Gebruikte literatuur kan Engelstalige teksten bevatten.


Ebbens, S, & Ettekoven, S. Samenwerkend Leren. Groningen: Noordhoff Uitgeverij.

Grol, R. Economisch Leren Denken. Nijmegen: Stichting Omgeving en Educatie (digitale download).

In de digitale leeromgeving “OnderwijsOnline”, staan voorts artikelen waarnaar in de studiewijzer wordt verwezen.



Niet van toepassing



(deel)tentamen Leertaak Activerende Didactiek en Samenwerkend LerenLT AD/SL

Beoordelingscriteria De student beheerst bij deze leertaak de inhouden en vaardigheden zoals omschreven bij de algemene omschrijving. De student kan samenhangende AD/SL-onderwijsleeractiviteiten bij zelfverwoorde betekenisvolle leerdoelen voor (bedrijfs)economische onderwerpen in de breedte van het 2e graads werkveld en in de te onderscheiden fasen van het leerproces uitwerken, analyseren, verantwoorden, toepassen en evalueren. De beoordelingscriteria zijn gebaseerd op de doelen en de toetsmatrijs. Deze zijn nader gespecificeerd en gepubliceerd op OnderwijsOnline bij dit tentamen.


Leertaak




1 of 2






Leren begeleiden (GKB7&8)Naam OWE Leren begeleiden (GKB7&8)Code OWE ILS-Ec2-16Onderwijsperiode Semester 2, periode 3 en 4Studiepunten 10 studiepuntenStudielast in uren 280 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd Onderwijskunde: 14 weken x 3 lesuren per week = 32 klokuren

Contacttijd didactische intervisie: 14 weken x 1 lesuur per week = 11 klokurenIngangseisen OWE (in categorieën)

Bij de aanvraag van stageplaatsen door studenten, wordt gebruik gemaakt van het ‘Protocol Plaatsing Studenten’ zoals opgenomen in bijlage 4 van de OER.Een leerwerkplan is voorwaarde om te kunnen starten met werkplekleren 2A.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving De student hanteert effectieve didactische strategieën met ondersteuning van ICT

om sturing te geven aan leerprocessen van leerlingen en studenten. Hiervoor bezit hij kennis over diverse instructiestrategieën. Ook bezit de student kennis over interpersoonlijk leerkrachtgedrag, planning en organisatie, regels en afspraken, consequent handelen en positief leerklimaat en kan deze tevens inzetten in zijn eigen lespraktijk. De student werkt met concrete en meetbare doelen om zijn onderwijs (instructie, toetsing) richting te geven. Hiervoor beschikt hij kennis over functies en soorten van leerdoelen, taxonomieën en weet hij hoe hij het beste leerdoelen kan formuleren.

De student beschikt over digitale vaardigheden om ICT effectief in te kunnen inzetten in lessituaties en in de onderwijsorganisatie en heeft een open, kritische houding ten aan zien van de integratie van technologie in het leren en onderwijs. Er wordt gewerkt met de volgde leeruitkomsten:

De student maakt in onderwijssituaties weloverwogen gebruik van ICT gekoppeld aan zijn eigen visie op onderwijs.

De student geeft les met ICT en experimenteert met ICT in de klas. De student heeft aandacht voor de pedagogiek in de klas, wanneer ICT wordt

ingezet. De student kan ICT-rijke lesactiviteiten ontwerpen. De student reflecteert op het lesgeven met ICT.

Het onderwijs wordt gegeven aan de hand van de volgende 4 principes:1. Lef: durf experimenteren, creatief gebruik2. Differentiatie 3. ICT en klassenmanagement

Pedagogisch handelen Hoe ga ik om met devices

4. Tools inzetten als ‘onderwijsversterker’ Bewuste keuzes (Leren leren)


In deze onderwijseenheid wordt er gewerkt aan de 7 SBL-competenties:1. Interpersoonlijk competent2. Pedagogisch competent3. Vakinhoudelijk vakdidactisch competent4. Organisatorisch competent5. Competent in het samenwerken met collega’s 6. Competent in het samenwerken met de omgeving 7. Competent in reflectie en ontwikkelingDe uitwerking van de competenties op de drie niveaus staat beschreven in de Ruggengraat van de lerarenopleiding.

Samenhang Deze onderwijseenheid maakt deel uit van de generieke leerlijn. De leerlijn is gebaseerd op de landelijk vastgestelde generieke kennisbasis.

Generieke kennisbasis Domein(en) Subdomein(en)

A5: Begeleiden van leerprocessen

InstructiestrategieënOndersteuning ICT bij leerprocessenMethoden van differentiërenFeedback Begeleiden in verschillendeLeeromgevingen Klassenmanagement

A6: Hanteren van doelen Functie en soorten van leerdoelen Taxonomie Formuleren van leerdoelen

C3: Persoonlijke professionele Reflectie


ontwikkelingC6: ICT-vaardigheden in de onderwijscontext.

Inzet van digitale middelen Digitaal brongebruik

A7: Ontwerpen van onderwijs Modellen voor didactische analyse Methodisch ontwerpen van leerarrangementen LeerarrangementenDidactische werkvormen



Niet van toepassing


Tijdens het werkplekleren werk je d.m.v. het uitvoeren van leertaken aan je ontwikkeling. Op de HAN is er parallel aan het werkplekleren uiteraard uitgebreid aandacht voor je pedagogische ontwikkeling, bijvoorbeeld rondom de relatie met je leerlingen of vraagstukken vanuit het klassenmanagement. Hieraan werk je via, bijvoorbeeld, werkcolleges, intervisiemomenten en rollenspellen, waarin theorie dus wordt afgewisseld met praktische oefeningen en verwerkingsopdrachten. Om je vakdidactische ontwikkeling op de werkplek te ondersteunen, bieden we je in het verlengde daarvan intervisiesessies aan waarin je met je medestudenten en een docent van de lerarenopleiding economie vakinhoudelijk en vakdidactisch nadenkt over de lessen die je tijdens het werkplekleren hebt verzorgd en gaat verzorgen. Doel is om jezelf en elkaar te inspireren om zinvolle bijeenkomsten voor leerlingen te ontwerpen door in groepjes met medestudenten doel, leer- en evaluatieactiviteiten door te spreken. Mooi onderwijs maak je immers samen! De input uit deze gesprekken neem je mee in de verdere voorbereiding van de les voordat je die voorlegt aan je werkplekbegeleider. Tijdens de stagedagenspreek je met je werkplekbegeleider vervolgens de details door en evalueer je de uitvoering ervan. Vervolgens bespreek je op de HAN met je medestudenten hoe de geplande les uitgevoerd is in de praktijk, waar je zoal tegenaan bent gelopen en hoe je verder kunt komen. Een andere mogelijkheid is dat je met elkaar spreekt over een nieuwe les die je gaat voorbereiden voor de week erop.


Geerts, W., Kralingen, R. van. Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho. Slooter, M. De vijf rollen van de leraar. Amersfoort: CPS. Teitler, P. Lessen in orde; handboek voor de onderwijspraktijk. Bussum:

Coutinho. Verstraete, I., & Nijman, K. Handboek leren leren voor het voortgezet

onderwijs. Huizen: Pica.Verplichte software / verplicht materiaal

Niet van toepassing



(deel)tentamen Eindbeoordeling WPL2ABeoordWPL2A

Beoordelingscriteria De student laat in zijn handelen bij wpl 2A zien dat hij op de zeven competenties op niveau 2 een ontwikkeling heeft doorgemaakt én dat hij ten minste de knock-out criteria zoals beschreven in de Handleiding Werkplekleren op voldoende niveau heeft aangetoond.


Praktijk




1 of 2






(deel)tentamen Leertaak positief leef- en leerklimaatLT PosL&L

Beoordelingscriteria Hoe kan ik een positief leef- en leerklimaat creëren?’ staat centraal in deze leertaak.Vorm(en) tentamen en

deeltentamensLeertaak




1

Toegestane hulpmiddelen Niet van toepassing Wijze van aanmelden voor




(deel)tentamen Leertaak leren en ICT LT LenICT

Beoordelingscriteria 1. De student maakt in onderwijssituaties weloverwogen gebruik van ICT gekoppeld aan zijn eigen visie op onderwijs.

2. De student geeft les met ICT en experimenteert met ICT in de klas.3. De student heeft aandacht voor de pedagogiek in de klas, wanneer ICT wordt

ingezet. 4. De student kan ICT-rijke lesactiviteiten ontwerpen. 5. De student reflecteert op het lesgeven met ICT en kan leerprocessen en –

opbrengsten evalueren met behulp van ICT.Vorm(en) tentamen en

deeltentamensLeertaak




1






Algemene informatie Naam OWE Marktonderzoek en statistiekCode OWE ILS-Ec2-17Onderwijsperiode Semester 2, periode 4Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd: 7 weken à 4 lesuren per week = 21 klokurenIngangseisen OWE (in categorieën)

Formele toelaatbaarheid tot de opleidingBehaalde relevante vakken uit de propedeusefase (Wiskunde)

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving De student kan:

Met behulp van gegeven data met Excel en zonder Excel de mediaan, modus, gemiddelde, minimum, maximum en standaarddeviatie berekenen.

Aan de hand van een gegeven minimum, maximum en standaarddeviatie een oordeel geven over de spreiding van de data.

Variabelen onderverdelen in nominale, ordinale, interval en ratio meetniveaus.

Voordelen van de nominale, ordinale, interval en ratio variabelen ten opzichte van elkaar benoemen.

Enquêtevraag opstellen met de gewenste soort variabele. Uitleggen welke centrum – en spreidingsmaatstaven er berekend kunnen

worden bij nominale, ordinale, interval en ratio variabelen. Bij een passend meetniveau tegelijkertijd de juiste centrum- en

spreidingsmaat en tabel of grafiek weergeven; de mediaan, modus, gemiddelde, minimum, maximum en standaarddeviatie, frequentietabel, histogram, cirkeldiagram of boxplot.

Een histogram, staafdiagram, frequentietabel, lijngrafiek en cirkeldiagram maken met behulp van verzamelde data in Excel.

De klassengrenzen van een histogram bepalen. Histogram, staafdiagram, lijngrafiek en cirkeldiagram aflezen en

interpreteren. Een binomiale kans berekenen. Beoordelen of er sprake is van een binomiale kansverdeling of normale

kansverdeling. Uitleggen waarvoor de standaarddeviatie gebruikt kan worden. Met behulp van de standaarddeviatie de grenzen bepalen waarbinnen een

bepaald percentage van de uitkomsten zal liggen. Een kans volgens de normale kansverdeling uitrekenen. Beoordelen of er sprake is van een normale kansverdeling of binomiale

kansverdeling. Betrouwbaarheidsinterval van discontinu en continue variabelen kunnen

uitrekenen. Betekenis van het betrouwbaarheidsinterval kunnen uitleggen. De werking van de correctiefactor uitleggen en mee kunnen rekeken. H0 en H1 hypothese opstellen. Verschil tussen eenzijdig en tweezijdig toetsen uitleggen. Een statistische toets uitvoeren op basis van voldoende gegevens. Bepalen welke toets ingezet kan worden als je meer dan twee onafhankelijke

groepen met elkaar wilt vergelijken Bepalen welke toets ingezet kan worden als je van een zelfde groep

samenhang of verschillen wil meten. De uitkomsten van de t-toets voor gepaarde waarnemingen, t-toets voor

groepen, de gewone toets interpreteren en uitvoeren in Excel. Regressiecoëfficiënt bepalen. Correlatiecoëfficiënt berekenen. Betekenis van regressiecoëfficiënt uitleggen. Betekenis van correlatiecoëfficiënt uitleggen. Beoordelen hoeveel procent van de te verklarende variabele wordt bepaald

door de verklarende variabele. Mate van samenhang met behulp van een spreidingsdiagram beoordelen. Bepalen of er samenhang is tussen twee nominale variabelen met behulp

van een statistische analyse (de X2-toets of Cramer’s V) Betrouwbaarheid van een onderzoek beoordelen.


Berekenen van de P-waarde. Betekenis van de P-waarde uitleggen. Bepalen van het aantal vrijheidsgraden. Betekenis van vrijheidsgraden uitleggen. Bepalen van het betrouwbaarheidsniveau. Betekenis van betrouwbaarheidsniveau uitleggen. X2-waade berekenen in Excel. Betekenis van X2-waarde uitleggen. Met behulp van de X2-verdeling beoordelen of een steekproef representatief

is geweest. Marktonderzoek:

De student kan economische procedures hanteren waarmee marktinformatie via verschillende vormen van fieldresearch en deskresearch zichtbaar wordt.



Samenhang Marktonderzoek en statistiek is een onderdeel van zowel de Algemeen Economische als de Bedrijfseconomische leerlijn. De inhouden zijn o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten:


Vakkennisbasis economie Domein(en) Subdomein(en)Domein 15: Een economische en maatschappelijke bril 15.1: Wiskunde en statistiek










Reader via OnderwijsOnline


Niet van toepassing



(deel)tentamen Kennistoets Marktonderzoek en statistiek KT MOSTA







1



Indien het tentamen (bijvoorbeeld een kennistoets) georganiseerd wordt door het tentamenbureau dient de student zich in te schrijven via een inschrijfsite (een link


aanmeldingstermijn staat op OnderwijsOnline). De inschrijfperiode wordt gepubliceerd op de inschrijfsite. Indien het gaat om een andere vorm van toetsing informeert de examinator de studenten over de wijze van inschrijving, aanmelding en de aanmeldingstermijn.



Algemene informatie Naam OWE Vrije RuimteCode OWE ILS-Ec2-18Onderwijsperiode Semester 2, periode 4Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Niet van toepassingIngangseisen OWE (in categorieën)


Inhoud en organisatie Algemene omschrijving Studenten aan de 2e graads lerarenopleiding economie hebben in totaal 70 uur (=

2,5 studiepunten) te besteden aan vrije ruimte, náást hun minor. Deze vrije ruimte wordt afgesloten met de Leertaak “Vrije Ruimte”. Activiteiten die de student uitvoert in het kader van deze vrije ruimte, zijn gericht op (één van de) 7 SBL-competenties c.q. de bekwaamheden van de docent: vakinhoudelijk, vakdidactisch, pedagogisch en/of de brede professionele basis van het docentschap.

Iedere student geeft zelf invulling aan deze vrije ruimte gedurende de hoofdfase van zijn/haar opleiding. Er zijn verschillende manieren om de vrije ruimte te vullen. De student kan zelf activiteiten bedenken waarmee hij de vrije ruimte vult, zoals:

het geven van een cursus of begeleiden van lerenden buiten de opleiding; het voorbereiden, begeleiden en evalueren van de introductie voor nieuwe

eerstejaars studenten; het begeleiden van eerstejaars studenten bij de ontwikkeling van hun

zelfmanagement t.a.v. hun leren; deelname aan het leerorkest ter bevordering van de doorstroom MBO-HBO; het doen van een onderzoekje naar een thema dat hem/haar interesseert; het bezoeken van een conferentie; een korte stage, bijvoorbeeld in het bedrijfsleven; een project uitvoeren vanuit de Projectenbank van Bureau Extern; werken aan kwaliteitsverbetering van de eigen opleiding (student als partner),

bijvoorbeeld ter voorbereiding op visitaties en accreditaties; participatie in expertiseteams en regelgebieden van de lerarenopleiding; et cetera.

Let op: als je bijvoorbeeld open dagen en voorlichtingsactiviteiten inzet als activiteiten binnen de vrije ruimte, mag je er niet ook voor worden betaald.


SBL-1 t/m SBL-7 c.q. de brede basis van het docentschap, Pedagogische bekwaamheid, Vakinhoudelijke bekwaamheid en/of Vakdidactische bekwaamheid.

Samenhang De OWE zoals hieronder geformuleerd kan gerelateerd zijn aan alle beroepscontexten.

Vakkennisbases Domein(en) Subdomein(en)De doelen die door de student worden behaald kunnen zijn gerelateerd aan alle domeinen en subdomeinen uit zowel de generieke kennisbasis als de vakkennisbasis.



Niet van toepassing


De student dient bij zijn slb’er vooraf een formele aanvraag voor invulling van de vrije ruimte in volgens het format in de bijlage. Deze aanvraag wordt door de slb’er aan een collega van het opleidingsteam die zorgdraagt voor de begeleiding van deze vrije ruimte doorgegeven. Deze collega beslist of de activiteiten binnen het voorstel voldoende specifiek, aanvaardbaar, haalbaar en van voldoende niveau zijn. Hij/zij draagt zorg voor de begeleiding van de uit te voeren taken; hij/zij is aanspreekpunt en adviseur naar de student toe. De student is zelf verantwoordelijk voor de uit te voeren taken en de planning ervan. De toegewezen collega verwerkt de beoordeling middels Bijlage 2 en in Alluris.


Nader te bepalen in overleg met de docent


Mogelijk van toepassing

Eigen financiële bijdrage Mogelijk van toepassing



(deel)tentamen Leertaak Vrije RuimteLT VR

Beoordelingscriteria De leertaak Vrije Ruimte wordt beoordeeld op de volgende dimensies:- Beschrijving van de activiteit- Beschrijving leerdoelen en relevantie, passend bij de ontwikkeling van

docentbekwaamheden- Reflectie op behaalde leerdoelen, mede i.r.t. de identiteitsvraag “wat voor

een economiedocent wil ik worden?”- Hbo-niveau van de uitgevoerde activiteit(en)- Verantwoording studiebelastingsuren en studiepunten


Leertaak (individuele rapportage)




1 of 2






BIJLAGE-1 Aanvraagformulier vrije ruimte bij de 2 e graads lerarenopleiding economie

Naam:__________________________________________________________________________Datum:_________________________________________________________________________SLB’er:__________________________________________________________________________

Activiteit:Motivatie:Competenties / bekwaamheden:Doelen:SBU en studiepunten:

Niveau: Hoofdfase

Het te verwachten eindproduct:Inhoudelijke begeleiders:(in- of extern)Tijdpad: Start:

Einddatum: Overige:

Paraaf SLB’er:Paraaf collega:

Bijlage-2: Woordrapport activiteit vrije ruimte

ActiviteitSBUStartAfrondingEindproduct en reflectie op doelenParaaf collega voor afronding activiteit vrije ruimte


Algemene informatie Naam OWE Human Resource ManagementCode OWE ILS-Ec2-19Onderwijsperiode Semester 2, periode 4Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd: 7 weken à 4 lesuren per week = 21 klokurenIngangseisen OWE (in categorieën)


Inhoud en organisatie Algemene omschrijving De student:

kan een beroepssector in kaart brengen d.m.v. literair onderzoek. kan vanuit het beeld van de beroepssector een keuze maken uit een

deelthema binnen de HRM: instroom, doorstroom, uitstroom of flexibilisering, en dit thema beschrijven vanuit literatuur.

kan hoofd- en bijzaken onderscheiden van deze literatuur en artikelen binnen een deelgebied van HRM.

beoordeelt de relevantie van de gevonden literatuur binnen een deelgebied van HRM door deze te toetsen in de praktijk middels interviewvragen en observatievragen. Daarnaast heeft de student deelgenomen aan een praktijksituatie. Dit kan door deel te nemen aan de netwerkdag (voltijd verplicht) of door elders praktijkervaring op te doen.

maakt proactief contact met professionals in de HRM (rondom de beroepssector) uit het bedrijfsleven en interviewt/spreekt medewerkers tijdens een netwerkbijeenkomst èn /of loopt een dag mee met een collega rondom het HRM-deelgebied.

ontwerpt voor zijn gekozen deelgebied uit de HRM een informatieve folder ter bevordering van kennis èn het trainen van beroepsvaardigheden en dit kunnen zij verduidelijken in een pitch en de student neemt actief deel aan een informele netwerksessie.

onderbouwt inhoudelijke keuzes met verklaringen uit de literatuur en praktijkervaringen, en bundelt dit in een procesverslag.

monitort en evalueert het samenwerkend leren



Samenhang HRM is een onderdeel van zowel de bedrijfseconomische leerlijn. De inhouden zijn o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten:

Bovenbouw VMBO: Economie en ondernemen Bovenbouw VMBO: Dienstverlening en producten Bovenbouw VMBO: Horeca, bakkerij en recreatie MBO: de kwalificatiedossiers Ondernemerschap/retail, Assistent-manager

internationale handel en VerkoopspecialistVakkennisbasis economie Domein(en) Subdomein(en)

Domein 12: Management en Organisatie

12.1: Organisatiestructuren en leiderschapsstijlen12.2: Personeelsmanagement





In deze onderwijseenheid wordt gewerkt met een combinatie van hoor- werkcolleges. In het college wordt vooral aandacht besteed aan de uitleg, verwerking en toepassing van de leerstof. Hiertoe worden verschillende werkvormen ingezet. Studenten leren o.a. om literatuuronderzoek te doen en maken gebruik van diverse HRM-methodes om zich te specialiseren in de arbeidsmarkt. Ze bestuderen trends en ontwikkelingen in specifieke arbeidsmarkten. Het onderwijs wordt in het Nederlands vormgegeven. Gebruikte literatuur kan Engelstalige teksten bevatten.


Reader via OnderwijsOnline


Niet van toepassing




(deel)tentamen Leertaak Human Resource ManagementLT HRM

Beoordelingscriteria De student beheerst bij de leertaak de inhouden en vaardigheden zoals omschreven bij de algemene omschrijving. De beoordelingscriteria zijn gebaseerd op de doelen en de toetsmatrijs. Deze zijn nader gespecificeerd en gepubliceerd op OnderwijsOnline bij dit tentamen.


Leertaak




1 of 2






Algemene informatie Naam OWE VDVT11: LeermiddelenanalyseCode OWE ILS-Ec2-20Onderwijsperiode Semester 2, periode 4Studiepunten 2,5 studiepuntenStudielast in uren 70 klokurenOnderwijstijd (contacturen) contacttijd 7 weken à 3 lesuren per week = 16 klokurenIngangseisen OWE (in categorieën)



economie door systematisch te leren kijken naar leermiddelen en de manier waarop leerlingen met die leermiddelen omgaan. Aan het einde van deze OWE is de student in staat om leermiddelen te analyseren en een leerling-analyse uit te voeren. De student wordt zich bewust van de eisen die hij/zij zich als professionele docent economie stelt aan goed lesmateriaal. Op basis van een leermiddelenanalyse en een leerling-analyse is een student in staat om te achterhalen wat hij/zij beschouwt als zwak en sterk van leermiddelen zodat hij/zij weet waarop kan worden bijgestuurd om de leerlingen optimaal te bedienen. Daarbij heeft de student aandacht voor de onderbouwing van keuzes rondom werkvormen, materialen, ICT, media en differentiatiemogelijkheden voor leerlingen. De student analyseert systematisch (onderdelen van) het economiecurriculum in een schoolcontext en formuleert verbetersuggesties voor literatuur/methode en werkwijzen met gebruikmaking van onderzoeksinstrumenten (bijvoorbeeld het curriculaire spinnenweb, een vakbelevingsvragenlijst, toetsanalyse, wolfscore, hardopdenkprotocollen en/of de plus-min-methode).








16.3: Ontwerper en beoordelaar van samenhangende leerarrangementen





Gedurende deze onderwijseenheid leer je hoe je je eigen leermiddelenanalyse ontwikkelt, passend bij de schoolvisie, schoolcontext en de leerlingen in een schoolcontext. Je komt op basis van deze analyse (je laat je zelf ontwikkelde checklist los op een schoolmethode) tot concrete aanbevelingen. Door zo'n checklist uiteindelijk los te laten op jullie leermethode kom je tot een sterkte en zwakte analyse en wordt je je bewust van de thema's waar je gedurende je lessen extra aandacht aan wil besteden/ moet sturen bij je leerlingen. Je deelt jouw bevindingen van deze leermiddelenanalyse uiteindelijk met behulp van een infographic. Een infographic geeft een informatieve weergave van verschillende objecten met een combinatie van tekst en beeld in de vorm van schema's, grafieken, instructieve tekening of zelfs een interactieve applicatie en is bedoeld voor het overdragen van informatie, data en kennis. Bij het maken van een infographic komen diverse 21st century skills aan bod, zoals creativiteit, ICT-geletterheid en communiceren. Door je te verdiepen in infographics verdiep je je ook in hoe ons werkgeheugen werkt ten tijde van deze "informatierevolutie" en hoe je daar zoveel mogelijk rekening mee kunt houden. Die kennis is ook relevant voor leermiddelenonderzoek. Dit tezamen resulteert in een leertaak waarin je daarvan verslag doet. De in deze


onderwijseenheid aangegeven contacttijd wordt gedurende deze periode als volgt ingericht in periode 4: een contacttijd van 3 lesuren per week, waar alle deelthema’s aan de orde komen. Het onderwijs wordt in het Nederlands vormgegeven. Gebruikte literatuur kan Engelstalige teksten bevatten.


Via de digitale leeromgeving “OnderwijsOnline”, wordt alle literatuur ontsloten waarnaar in de studiewijzer wordt verwezen.


Niet van toepassing



(deel)tentamen Leertaak: LeermiddelenanalyseLT LMA

Beoordelingscriteria De student beheerst bij de leertaak de inhouden en vaardigheden zoals omschreven bij de algemene omschrijving. De student analyseert systematisch (onderdelen van) het economiecurriculum in een schoolcontext en formuleert verbetersuggesties voor literatuur/methode en werkwijzen met gebruikmaking van onderzoeksinstrumenten. De beoordelingscriteria zijn gebaseerd op de doelen en de toetsmatrijs. Deze zijn nader gespecificeerd en gepubliceerd op OnderwijsOnline bij dit tentamen.


Leertaak




1 of 2







Algemene informatie Naam OWE Geld en OrganisatieCode OWE ILS-Ec635/2Onderwijsperiode Semester 1, periode 1 en 2Studiepunten 7,5 studiepuntenStudielast in uren 210 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd: 14 weken à 4 lesuren per week Ingangseisen OWE (in categorieën)

Formele toelaatbaarheid tot de opleidingBehaalde relevante AE-vakken uit de propedeuse- en hoofdfase

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving Geld

Student kan eigenschappen, ontstaan, functies en risico’s van geld beschrijven en beargumenteren. Kan daarbij de volgende begrippen hanteren: giraal geld, chartaal geld, fiduciair geld, nominale en reële waarde van het geld.

Student kan verschillende financiële producten benoemen, de werking ervan op hun markt duiden.

Student kan voorbeelden en werking van geldmarkten (in ruime en in enge zin) en kapitaalmarkten benoemen en uitleggen, ondersteund door schetsmatige grafieken en berekeningen. De student kan tevens de werking en effecten van deze markten duiden met behulp van de theorie van de effeciënt werkende markten en rationele verwachtingen.

Student kan verschillende aspecten en vormen van financiering benoemen en voor en nadelen beargumenteren. Tevens kan de student hierbij risicoaspecten betrekken en onderscheid maken in liquiditeit en solvabiliteit van een financiële instelling.

Student kan enkele vormen van en de verschillen tussen handelsgedrag zoals arbitrage, speculatie en hedging toelichten.

Student kan de betekenis van rentestructuur (risico en termijnstructuur) duiden en deze tevens a.d.h.v. de yieldcurve toelichten.

Student kan functies en relaties tussen verschillende financiële instellingen (geldscheppende en niet-geldscheppende) aangeven en hun belang aantonen. Onder meer: commerciële banken, zakenbanken, beleggingsfondsen, money market mutual funds, hedgefondsen, private equity beleggers, circulatie / centrale banken, pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen, kredietbeoordelaars, AFM, BIS.

Student kan vormen kosten, bestedings, import), oorzaken, werking en gevolgen (op koopkracht, sparen, vermogen, concurrentiepositie, wisselkoers) van inflatie benoemen, bepalen en berekenen in eenvoudige realistische contexten, en analyseren. Kan daarbij de volgende begrippen en formules hanteren: koopkracht, prijsindexcijfer van gezinsconsumptie, prijsniveau, nominale en reële waarde van het geld, MxV=PxT. Ook kan de student daarbij de Fisher regel gebruiken en toepassen r = i – π e.

Student kan de verschillende vormen en oorzaken van geldschepping en vernietiging (door banken, overheid en buitenland) beschrijven en middels eenvoudige berekeningen en schetsmatige balansen toelichten. Kan daarbij de volgende begrippen en formules hanteren: geldmarkt, kasreserve (feitelijk en gewenst) basisgeldhoeveelheid (M0 = Mc + KR), geldhoeveelheid (M=Mc+Mg), monetaire financiering, monetaire agregaten (M0, M1, M2, M3).

Student kan mutiplicatieeffect / model van geldschepping (determinanten, werking en betekenis, M=mM0) ) beschrijven en middels eenvoudige berekeningen en schetsmatige balansen toelichten.

Student kan de doelstellingen, taken en organisatie van de Fed, ECB, EMU en DNB. beschrijven en effecten van hun beleid verklaren.

Student kan verschillende doelvariabelen van monetair beleid benoemen en in eenvoudige, realistische situaties beargumenteren. Daarnaast kan de student Keynesiaanse inzichten en monetaire inzichten ten aan zien van het monetair beleid hierin betrekken.Student kan verschillende instrumenten van monetair beleid (kasreserveverplichtingen, openmarktpolitiek, kredietfaciliteiten, rentemanipulatie) door een centrale bank beschrijven (officiële tarieven, zoals marginale beleningsrente, depositorente, refirente, libor, libid, euribor,


gelmarktrente,herfinanciering, signaalwerking) en deze grafisch (geldmarkt in enge zin) en balansmatig en cijfermatig onderbouwen. Tevens kan de student enkele vormen van seignorage benoemen.

Student kan verschillende determinanten (rente, inflatie, valutakoers, ec. groei, producenten / consumentenvertrouwen, betalingsbalans) voor het bepalen van het monetair beleid benoemen en hun betekenis voor het beleid duiden. Tevens kan de student in eenvoudige, realistische contexten het beleid beargumenterenStudent kan beleidsmaatregelen van de ECB middels de weekstaat van de ECB toelichten en motiveren. Daarbij o.a. gebruik makend van: Nettokaspositie van banken (Kasreserves + Deposito’s – marginale beleningen). Tevens kan de student oorzaken voor mutaties in de overheidsfinanciën en valutareserves a.d.h.v. de weekstaat toelichten

Student kan de werking van vaste en (beheerst) flexibele valutamarkten (grafisch) toelichten en koersen berekenen. Kan daarbij de volgende begrippen hanteren: (effectieve)(reële) wisselkoers, revaluatie, devaluatie, appreciatie, depreciatie, carry trading, termijnwisselkoers, arbitrage, speculatie, hedging,rendement. De student kan tevens voor en nadelen van beide vormen van koersvorming (korte en lange termijn) toelichten.

Student kan oorzaken en effecten (op reële en financiële markten) van valutakoersverandereningen benoemen, uitleggen en m.b.v. de koopkrachtpariteitstheorie, de intrestparitietstheorie (gedekt en ongedekt) en de wet van één prijs beargumenteren en berekenen. Kan daarbij tevens de betekenis van de betalingsbalans in de analyse betrekken

Student kan verschillende valuta / geldstelsels (gouden standaard, Bretton Woods, sleutelvaluta) benoemen en de voor en nadelen aangeven.

Student kan verschillende wijzen van interventies op de valutamarkt benoemen, (grafisch) toelichten en de effecten ervan duiden.Student kan de rol en betekenis van enkele instellingen en afspraken (IMF trekkingsrechten, ECB, EMU, stabiliteitspact, wereldbank) op de valutamarkten en valutabehoeften benoemen en toelichten

Student kan de hoogte van het begrotings- en financieringstekort van een overheid berekenen de verschillende wijzen van openbare financiering aangeven. Daarbij gebruik makend van de begrippen, staatsschuld, begrotings en financieringstekort, EMU-tekort staatsobligaties, schatkistpapier.

De student is op de hoogte van de belangrijkste actuele topics op het gebied van de monetaire economie en kan deze koppelen aan de theorie. Tevens kan de student oorzaken van, gevolgen van en maatregelen tegen de kredietcrisis en de eurocrisis benoemen en toelichten.

Algemene omschrijving organisatie

We gaan met mensen uit het bedrijfsleven en van scholen in gesprek over organisatiekundige thema’s. Met behulp van een organisatiekundige bril leren studenten een probleemstelling te formuleren, een organisatieanalyse uit te voeren en een passend advies te geven.

De student is in staat zelf te komen tot een opdrachtformulering rondom organisatiekunde.

De student laat zien dat hij door middel van samenwerking met ondersteunend personeel, docenten en directie op ethische wijze komt aan informatie voor deze opdracht.

De student is in staat om relevante gegevens te verzamelen en te interpreteren met als doel te komen tot oordeelsvorming.

De student beschikt over leervaardigheden die een hoog niveau van autonomie veronderstellen.

De student beschikt over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied vanuit het perspectief Mens, Structuur en Omgeving, Plannen, Organiseren en Leidinggeven.

De student is in staat om relevante gegevens te verzamelen en te interpreteren met als doel te komen tot een passend advies.

De student is in staat om informatie/ideeën en oplossingen over te brengen op publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten.



Samenhang Monetaire Economie is een onderdeel van de Algemene Economische leerlijn. De


inhouden zijn o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten: Bovenbouw vmbo in het vak economie MBO: kwalificatiedossiers van ondernemerschap/retail, assistent-manager

internationale handel Voorbereiding op bovenbouw economie in havo en vwo

Vakkennisbasis economie Domein(en) Subdomein(en)Domein 1: Macro-economie 1.5: InflatieDomein 3: Monetaire economie

3.1: Financiële data3.2: Financiële markten en instituties

Domein 15: Een economische en maatschappelijke bril 15.4: Basisprincipes van het economisch denken

Domein 4: Collectieve sector 4.4 Duurzame economie

Domein 11: Commerciële economie

11.1 Organisatiestrategie11.2 Externe omgeving11.3 Interne omgeving

Domein 12: Management en organisatie 12.1 Organisatiestructuren en leiderschapsstijlen

12.2 PersoneelsmanagementDomein 14: Integratie 14.1 Organisatieplan










Handouts Thuis, P. Introductie in Management. Groningen: Noordhoff Uitgevers.


Niet van toepassing



(deel)tentamen Kennistoets Monetaire Economie KT MONECO







1



Indien het tentamen (bijvoorbeeld een kennistoets) georganiseerd wordt door het tentamenbureau dient de student zich in te schrijven via een inschrijfsite (een link


aanmeldingstermijn staat op OnderwijsOnline). De inschrijfperiode wordt gepubliceerd op de inschrijfsite. Indien het gaat om een andere vorm van toetsing informeert de examinator de studenten over de wijze van inschrijving, aanmelding en de aanmeldingstermijn.


Naam en code (deel)tentamen

Organisatieadvies: ChallengeLT OrgChal

Beoordelingscriteria De student beheerst bij de leertaak de inhouden en vaardigheden zoals omschreven bij de algemene omschrijving. De student formuleert een probleemstelling, analyseert systematisch een zelfgekozen organisatie a.h.v. deze probleemstelling, formuleert een advies en draagt zorg voor valorisatie. De beoordelingscriteria zijn gebaseerd op de doelen en de toetsmatrijs. Deze zijn nader gespecificeerd en gepubliceerd op OnderwijsOnline bij dit tentamen.


Leertaak: Organisatieportfolio bestaande uit een reflectie op een kennistoets en een organisatieadviesnota. De student beheerst bij de totstandkoming van het organisatieportfolio de inhouden en vaardigheden zoals omschreven bij de algemene omschrijving. De student formuleert een probleemstelling, analyseert systematisch een zelfgekozen organisatie a.h.v. deze probleemstelling, formuleert een advies en draagt zorg voor valorisatie. De beoordelingscriteria zijn gebaseerd op de doelen en de toetsmatrijs. Deze zijn nader gespecificeerd en gepubliceerd op OnderwijsOnline bij dit tentamen.




1

Toegestane hulpmiddelen -Wijze van aanmelden voor





Algemene informatie Naam OWE Integraal handelen in de beroepspraktijk 2Code OWE ILS-Ec636/2Onderwijsperiode Semester 1, periode 1 en 2Studiepunten 22,5 studiepuntenStudielast in uren 630 klokurenOnderwijstijd (contacturen) - 48 uur contacttijd onderwijskunde (GKB9)

- 36 uur contacttijd vakdidactiek - 240 uur werkplekleren (inclusief SLB)


- Bij de aanvraag van stageplaatsen door studenten, wordt gebruik gemaakt van het ‘Protocol Plaatsing Studenten’ zoals opgenomen in bijlage 4 van de OER.

- Een voldoende beoordeling voor werkplekleren 2A is een voorwaarde voor starten met werkplekleren 2B.

- Een leerwerkplan is een voorwaarde om te kunnen starten met werkplekleren 2B.Inhoud en organisatie Algemene omschrijving In deze onderwijseenheid staat het integraal handelen en een aantal domeinen uit

de generieke kennisbasis centraal. Een deel daarvan wordt verzorgd door de onderwijskundigen en een deel door de vakdidactici. In deze onderwijseenheid werk je ook aan je onderzoeksvaardigheden en aan kwalificaties van de leerlijn leren en lesgeven met ICT.

Het leerwerkplan is aangestuurd in de laatste lessen van periode vier, jaar 2. Dit wordt nog aangevuld met het onderdeel visie van de school, hier wordt in de eerste lessen aandacht aan besteed.

In het onderwijskundig deel van het programma staan 3 thema’s centraal: klassenmanagement, het omgaan met verschillen (o.a. zorgleerlingen en culturele diversiteit) en de school op mesoniveau. Binnen deze thema’s is specifieke aandacht voor (interculturele) gespreksvoering, groepsprocessen, onderwijsvisie, de omgang met ethiek en ethische dilemma’s en professionele verantwoordelijkheid, waarbij het mbo-veld nadrukkelijk de aandacht krijgt.

Tevens wordt in deze onderwijseenheid in elk geval gewerkt de aan verdere uitbreiding van de volgende eindkwalificaties van de leerlijn leren en lesgeven met ICT:

kwalificatie 1 instrumentele vaardighedenkwalificatie 2 informatievaardighedenkwalificatie 3 mediavaardigheidkwalificatie 4 het opleiden tot ICT geletterde leerlingenkwalificatie 5 pedagogisch didactisch gebruik van ICT kwalificatie 6 het ontwerpen van ICT-rijke leerarrangementen

De student maakt een start met het werken aan - kwalificatie 7 het evalueren van ICT-rijke processen

In de leertaak Onderwijskunde 2b wordt digitaal een sociogram afgenomen. In de leertaak wordt daarmee instrumentele vaardigheden en evaluatie vaardigheden getoetst.

Tijdens de instituutsdagen is er nadrukkelijk aandacht voor het leren van elkaar tijdens begeleide intervisiebijeenkomsten.

De student werkt tijdens deze onderwijseenheid aan zijn professionele beroepshouding. Deze wordt gekenmerkt door aspecten als het houden aan afspraken, op tijd komen, voorbereiden van de lessen, het tonen van (proactieve) inzet, het effectief samenwerken met medestudenten waaronder het geven van adequate (peer)feedback, de gerichtheid op adequaat en correct taalgebruik en op effectieve communicatie, verantwoordelijkheidszin, organisatievermogen, beslissingsvermogen en de bereidheid tot het voortdurend en zelfstandig leren van praktijkervaringen.

Bij vakdidactiek is de centrale leeruitkomst dat de student vaardig is tot het


ontwikkelen van een leerarrangement voor het aanleren van een economisch werkproces binnen het middelbaar beroepsonderwijs. Hiertoe formuleert de student ontwerpprincipes die gebaseerd zijn op een literatuuronderzoek naar 1) de didactische uitdagingen van het beroepsgerichte deel van het beroepsonderwijs en 2) twee modellen (4C/ID en hybride leren). De student is in staat het leerarrangement en de achterliggende ontwerpprincipes te presenteren aan medestudenten waarbij de student in staat is peerfeedback te geven en te ontvangen.


In deze onderwijseenheid wordt er gewerkt aan de volgende eindkwalificaties op niveau 2:

Pedagogisch bekwaam Vakdidactisch bekwaam Vakinhoudelijk bekwaam

Samenhang Deze onderwijseenheid maakt deel uit van zowel de leerlijn onderwijskunde als de vakdidactische lijn en de leerlijn onderzoek. De inhouden van het gedeelte “Vakdidactiek ontwerpen van beroepsonderwijs zijn o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten:

Bovenbouw vmbo MBO: kwalificatiedossiers van ondernemerschap/retail, assistent-manager

internationale handelKennisbases Domein(en) Subdomein(en)

Vakkennisbasis economie

Domein 16: Vakdidactiek

16.1: Oriëntatie op economie in het tweedegraads werkveld16.2: Vakspecifieke didactiek16.3: Ontwerper en beoordelaar van samenhangende leerarrangementen

Generieke kennisbasis C3: Persoonlijke professionele ontwikkeling

B2: Pedagogische functie van de school

Functie van het onderwijs,Schoolbeleid,Sociale veiligheidRelatie tussen school en thuis

B3: Pedagogisch Klimaat in de school en klas

Waardengericht onderwijsDiversiteitInterculturele communicatie,Veilig leerklimaatGroepsdynamische processen

B4: leerlingbegeleiding Begeleiden gericht op de leerloopbaanBegeleiden in de zorgstructuurGespreksvaardigheden

B5: Ontwikkelingstheorieën Gedrag- en ontwikkelingsstoornissenDeelnameplicht onderwijs Vakdidactiek kent een aanwezigheidsverplichting. De didactische kant van het

lesgeven leer je niet (of in elk geval niet uitsluitend) door er individueel over te lezen, maar door het in de les te doen en er met elkaar over in dialoog te gaan. De vorm waarin bij vakdidactiek wordt gewerkt bestaat dan ook uit interactieve colleges waarin je samen met medestudenten en de docent via begeleide dialoog en andersoortige leeractiviteiten samenwerkt om jouw eigen vakdidactische kennis te construeren.


Niet van toepassing


De ondersteunende onderwijsactiviteiten tijdens de instituutsdag in het kader van wpl2B worden vormgegeven door onderwijskundigen en vakdidactici en bestaan o.a. uit werkcolleges, zelfstudieopdrachten en begeleide intervisie. Werkplekleren 2B omvat per week 2 stagedagen van elk 8 uur en een instituutsdag.

T.a.v. vakdidactiek: In navolging van de ontwerpmodellen die in dit vak centraal staan (4C/ID en Hybride Leeromgeving) wordt er in dit vak onderwijs ontworpen in een team. Een team van studenten in dit geval, met een groepsgrootte van 3 tot 4 studenten. Er wordt geleerd volgens de principes van het samenwerkend leren, waarbij sprake is van een hoge mate van wederzijdse afhankelijkheid. Het is dan ook van groot belang dat alle teamleden elke bijeenkomst aanwezig zijn. Er geldt dan ook een aanwezigheidsplicht. De aanwezigheid bij alle bijeenkomsten is een


ontvankelijkheidseis voor de leertaak, calamiteiten daargelaten. Bij onoverkomelijke knelpunten van incidentele aard overleg je zowel met de docent als met je team. Als er sprake is van teveel afwezigheid door calamiteiten kan de docent besluiten dat je te weinig verantwoordelijkheid hebt kunnen nemen voor het groepsproces en –resultaat en kun je het vak dit jaar niet met een voldoende afsluiten. Het eerste deel van het vak, in periode 1, is gericht op de theorie van de twee modellen en op het zelf gekozen werkproces. Uitkomst van dit eerste deel van het vak is een verslag naar de studie van de twee modellen en het werkproces. Deel 2, in periode 2, is gericht op het uitwerken van het leerarrangement. Deze uitwerking wordt gepresenteerd aan de rest van de klas. Je krijgt feedback op de presentatie en je geeft zelf als team ook feedback aan een ander team. Naast de vakdidactische insteek ontwikkel je in dit vak nadrukkelijk ook onderzoeksvaardigheden. Het vak is daarmee onderdeel van de leerlijn onderzoek in de opleiding. Zo komt het uitvoeren van literatuuronderzoek aan bod. Ook is er aandacht voor rapporteren van onderzoeksresultaten. Het onderwijs wordt in het Nederlands vormgegeven. Gebruikte literatuur kan Engelstalige teksten bevatten. De leeractiviteiten en de afrondende leertaak worden waar van toepassing gekoppeld aan activiteiten op een werkplek voor beroepsonderwijs.


Onderwijskunde: - Geerts, W., Kralingen, R., van. Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho.- Horeweg, A. Gedragsproblemen in de klas in het voortgezet onderwijs. Houten:

Lannoocampus.- Konig, A. In gesprek met de leerling. Houten: EPN (in readervorm aangeboden).- Teitler, P. Lessen in orde. Bussum: Coutinho. (zie ook reader jaar 2).- Wal, J. van de, Wilde, J. de & Mooij, I. de. Identiteitsontwikkeling en

leerlingbegeleiding. Bussum: Coutinho.- Donk, C. van der & Lanen, B. van. Praktijkonderzoek in de school. Bussum:

Coutinho.- Uitgereikte artikelen tijdens de instituutsdagen- Reader en verplichte artikelen van jaar 1 en 2

Vakdidactiek In de digitale leeromgeving “OnderwijsOnline”, staan per week de materialen waarnaar in de studiewijzer wordt verwezen, waaronder in elk geval doch niet uitsluitend:

Bruijn, E. de, & Nieuwenhuis, A. (2014). Over grenzen: Pedagogisch-didactische aspecten van het opleidingen voor beroepsuitoefening. Pedagogische Studien, (91), 3-7.

Claessens, B., (2015). Project met een grote impact. Profiel, (2), 20, 21,23. Claessens, B., (2015). De crux: begin op tijd. Operatie herziene kd’s bij

Handel & Mode. Profiel (4), 16-17. Glaudé, M., Berg, J. van de, Verbeek, F., & Bruijn, E. de. (2011). Pedagogisch-

didactisch handelen van docenten in het middelbaar beroepsonderwijs: Literatuurstudie. ’s-Hertogenbosch: ECBO.

Hybride Alliantie. (2016). Hybride magazine : Leren in een hybride leeromgeving.

Hoogveld, B., Janssen-Noordman, A., & Merrienboer J. van (Eindred.). (2011). Innovatief onderwijs in de praktijk: Toepassingen van het 4C-ID-model. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers.

Korenhof, M. (2016). Met 4C-ID-model logistiek medewerker opleiden in het MBO. Onderwijsinnovatie. Heerlen: Open Universiteit.

Zitter, I., & Hoeve, A. (2012). Hybride leeromgevingen: Het verweven van leer-en werkprocessen. 's Hertogenbosch: ECBO.

Zitter, I., & Hoeve, A. (2016). Van losse ingrediënten naar smakelijk gerecht: Een ontwerpgericht onderzoek naar een hybride leeromgeving in het horecaonderwijs. 's-Hertogenbosch: ECBO.


Niet van toepassing



(deel)tentamen Portfoliobeoordeling integraal handelen 2PFbeoIH2

Beoordelingscriteria Bij de portfoliobeoordeling integraal handelen 2 worden studenten getoetst op het


in samenhang toepassen van kennis, inzicht en vaardigheden bij het uitvoeren van de beroepstaken. De student wordt beoordeeld op volledigheid van het portfolio en op het niveau.


Portfoliobeoordeling




1 of 2





(deel)tentamen Eindbeoordeling wpl2BBeoWPL2B

Beoordelingscriteria De student laat in zijn handelen bij wpl 2B zien dat hij op de zeven competenties op niveau 2 een ontwikkeling heeft doorgemaakt én dat hij ten minste de knock-out criteria zoals beschreven in de Handleiding Werkplekleren op voldoende niveau heeft aangetoond.


Eindbeoordeling stage




1 of 2





(deel)tentamen Leertaak vad 5 Ontwerp- en onderzoeksrapportage (onderzoeksleertaak)LT Ontwerp

Beoordelingscriteria T.a.v. vakdidactiek: De student beheerst bij de leertaak de inhouden en vaardigheden zoals omschreven bij de algemene omschrijving. De beoordelingscriteria zijn gebaseerd op de doelen en de toetsmatrijs en bestaan, onder meer uit:

Een consistente beschrijving van aanleiding, doel, hoofd- en deelvragen en kloppen met de doelstelling van de studie

Een overzichtelijke en navolgbare beschrijving van inzichten vanuit de theorie over 4C/ID en hybride leren, een getranscribeerd interview met een beroepsbeoefenaar en een werkproces (kwalificatiedossier en de praktijk)

Een conclusie waarin de hoofd en deelvragen helder worden beantwoord vanuit de resultaten van het onderzoek zodat duidelijk wordt wat de leidende ontwerpprincipes zijn

Een concreet ontworpen leerarrangement, volgens inzichten uit 4C/ID en Hybride Leeromgeving voor een week waarin een economisch werkproces centraal staat, dat voldoet aan de theoretische uitgangspunten en dat is geplaatst in een module/leerlijn van de opleiding waarvoor ontworpen is

De uitwerking van een afzonderlijke leertaak, die een onderdeel is van het leerarrangement van een week, is concreet beschreven en er is onderbouwd aangegeven hoe de ontwerpprincipes terugkomen in de leertaak

Een duidelijke presentatie van het ontworpen leerarrangement met


verantwoording vanuit de ontwerpprincipes Relevante vragen/discussiepunten t.a.v. de gegeven presentatie worden in

een co-referaat naar voren gebracht.Vorm(en) tentamen en

deeltentamensLeertaak (presentatie en rapportage)




1





(deel)tentamen Dossier leertaken OnderwijskundeLT OWK

Beoordelingscriteria Het dossier bestaat uit drie deeltaken. Er wordt een miniles gegeven op het gebied van gedrags- en leerproblemen.

De tweede taak bestaat uit het maken van een plan van aanpak ter verbetering van het leef- en of werkklimaat van de groep.

De derde taak bestaat uit het vergaren en verwerken van peerfeedback op het gebied van gespreksvaardigheden.


Dossier leertaken




1







Algemene informatie Naam OWE Financiële EducatieCode OWE ILS-Ec657Onderwijsperiode Semester 1, periode 1Studiepunten 5 studiepuntenStudielast in uren 140 klokurenOnderwijstijd (contacturen) 5 verdiepende bijeenkomsten van 90 minuten=450 minuten

2 werkcolleges van 4 lesuren per week=360 minutenIn samenwerking met studenten georganiseerd gastcollege, netwerkbijeenkomst, uitwisselingsprogramma, excursie en valoriatieprogramma’s van 3 dagdelen=540 minuten120 uur zelfstudie


Alle OWE’s van de algemene economische en vakdidactische leerlijn op propedeuse- en hoofdfaseniveau dienen te zijn behaald en worden daardoor bekend verondersteld.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving Bij Financiële Educatie leert de student een visie te ontwikkelen over financiële

educatie met aandacht voor inhoud, didactiek en pedagogiek. De student onderbouwt zijn visie op financiële educatie op basis van actuele bronnen, gesprekken met organisaties /stichtingen die zich bezig houden met met armoedebestrijding, toezicht op transparantie financiële producten en de schuldhulpverlening. Ook baseert hij zijn visie op basis van vooronderzoek bij studenten middels vragenlijsten, werkvormen en interviews. Op basis van die visie gaat de student aan de slag met het ontwikkelen van een betekenisvol leerproduct; dat kan een katern voor een lesmethode zijn, evaluatie en herziening van bestaand lesmateriaal, klokhuisaflevering, een artikel voor het VELON-blad, Simulatiespel etc. Van belang is dat er sprake is tussen congruentie tussen de visie op inhoud, didactiek en pedagogiek van financiële educatie en de leerdoelen en leeractiviteiten. Ook is er aandacht voor valorisatie van de visie en het betekenisvolle leerproduct in een zelfgekozen vorm. Denk hierbij aan een netwerkbijeenkomst met organisaties die zich bezig houden met financiële educatie waarbij de student zijn of haar product presenteert.

Bij Financiële Educatie ontwikkelt de student zich verder in de volgende onderzoeksvaardigheden: Het ontwikkelen van een onderzoekende houding; Literatuur koppelen aan onderwerpen uit de praktijk; Middels het analyseren van bronnen en data komen tot een aanbeveling.

Bij Financiële Educatie wordt er gewerkt aan de volgende thema’s van de eindkwalificaties leerlijn ‘leren en lesgeven met ICT’: Instrumentele vaardigheden; Informatievaardigheden; Pedagogisch-didactisch gebruik van ICT.

Deze OWE is onderdeel van de afstudeerrichtingen beroepsonderwijs en algemeen-vormend onderwijs. De student kan leerarrangementen beoordelen / ontwerpen, uitvoeren, begeleiden, bespreken, toetsen, evalueren en bijstellen ten aanzien van het ondersteunen van de financiële geletterdheid en financiële zelfredzaamheid van leerlingen bij het stellen van financiële doelen en het nemen van financiële beslissingen. Dit in betekenisvolle contexten, op basis van ontwerpprincipes uit (vakdidactische) literatuur en met een bewuste keuze voor het al dan niet inzetten van ICT.


SBL-3: vakinhoudelijk en vakdidactisch competent c.q. de vakinhoudelijke en vakdidactische bekwaamheid

Samenhang Financiële Educatie is het sluitstuk van de algemene economische leerlijn binnen het curriculum. Een student die alle OWE’s van de AE-leerlijn en vakdidactische leerlijn heeft gevolgd beschikt over voldoende basis om zelfsturend en samenwerkend een betekenisvolle invulling te geven aan Financiële Educatie. Deze OWE is o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten:


Onderbouw vmbo / havo / vwo Bovenbouw vmbo de profielen economie & ondernemen, dienstverlening en





Deelnameplicht onderwijs De studenten verkennen gezamenlijk de inhoud, spreken professionals, didactiek van financiële educatie. Aanwezigheid is verplicht voor de verdiepende colleges en netwerken valorisatiebijeenkomsten.




Groepsbijeenkomsten met aandacht voor instructie, collegiale feedback van de docent en medestudenten, individuele feedback en kennisdeling. Gedurende de colleges komen de studenten met het spinnenweb van Van den Akker (2002) als kapstok tot realisatie van het eindproduct. Studenten gaan aan de slag met “find, filter and apply”. Er is gedurende de colleges aandacht voor vakinhoudelijke, vakdidactische en psychologische verdieping. Ook wordt de aanpak en analyse van het vooronderzoek besproken. De student leert systematisch volgens een passend didactisch model een betekenisvol product te ontwikkelen dat aansluit bij de behoefte van de doelgroep waarnaar vooronderzoek is gedaan. De verdieping die wordt aangeboden draagt bij aan de onderbouwing van de visie op financiële educatie. De verdieping draagt ook bij aan de ontwikkeling van een passend eindproduct voor financiële educatie.


Alle literatuur die centraal staat voor de leerlijn algemene economie, vakdidactiek en onderwijskunde. Literatuur rondom vakinhoud over financial literacy en armoedebestrijding, didactische modellen passend bij financiële educatie, coachingsmodellen passend bij financiële begeleiding zijn te vinden op onderwijsonline in de vorm van een reader financial literacy. Ook vindt men hier actuele onderzoeken en artikelen over financiële educatie en armoedebestrijding op onderwijsonline.


Niet van toepassing



(deel)tentamen Leertaak Financiële EducatieLT FinEdu

Beoordelingscriteria De student toont aan een onderbouwde te hebben over visie over financiële educatie te hebben op basis van actueel literatuuronderzoek naar inhoud en (vak)didactiek over financiële educatie, vooronderzoek bij zijn leerlingen, gesprekken met professionals en praktijkervaring met mensen die behoefte hebben aan financiële ondersteuning. Hij toont aan te beschikken over organisatievermogen om tot een betekenisvolle uitwisseling met de professionals in de praktijk te komen. De student toont aan de vertaalslag te maken van een visie op financiële educatie naar een betekenisvol leerproduct passend bij de leerlingen/studenten waarvoor de financiële educatie is bedoeld. Hij toont aan te beschikken over verantwoordelijkheidsbesef voor valorisatie van zijn leerproduct financiële educatie onder belanghebbenden. De beoordelingscriteria zijn nader gespecifieerd en gepubliceerd op OnderwijsOnline bij dit tentamen.


Leertaak


Tentamenmomenten De leertaak financiële educatie kan ten alle tijden ingeleverd worden. Een student heeft twee kansen op jaarbasis. Op onderstaande momenten geldt de verplichting dat de leertaak binnen de officiële vastgestelde termijn is nagekeken.Kans 0 in periode 2 week 7Kans 1 in periode 3 week 1Kans 2 in periode 4 week 1


1 of 2







Algemene informatie Naam OWE OndernemerschapCode OWE ILS-Ec653Onderwijsperiode Semester 1, periode 2Studiepunten 5 studiepuntenStudielast in uren 140 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd: 7 weken à 4 lesuren per week = 21 klokurenIngangseisen OWE (in categorieën)

Alle OWE’s van bedrijfseconomische leerlijn op propedeuse- en hoofdfaseniveau dienen te zijn behaald en worden daardoor bekend verondersteld.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving Deze OWE is onderdeel van de afstudeerrichtingen beroepsonderwijs en algemeen-

vormend onderwijs. Het is een voorbereiding op ondernemerschap in zowel het vo als het mbo. De algemene ondernemersvaardigheden staan hierin centraal. Deze vaardigheden richten zich vooral op kansen zien, kansen nemen, innovatief zijn, netwerken, communiceren, design thinking, waarde creëren etc.



Samenhang Deze onderwijseenheid is deel van de bedrijfseconomische leerlijn. De OWE Ondernemerschap hangt dan ook samen met alle voorgaande OWE’S uit die leerlijn. De inhouden van deze onderwijseenheid zijn o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten:

Onderbouw vmbo / havo/ vwo Bovenbouw vmbo de profielen economie & ondernemen, dienstverlening en


internationale handel, verkoopspecialist. Voorbereidend op de bovenbouw havo/ vwo

Vakkennisbasis economie Domein(en) Subdomein(en)Domein 16: Vakdidactiek economie


Deelnameplicht onderwijs Bij deze OWE is het verplicht dat aan alle colleges wordt deelgenomen. De vorm waarin wordt gewerkt bestaat uit interactieve colleges waarin je samen met medestudenten, docenten en gastsprekers via begeleide dialoog en andersoortige leeractiviteiten samenwerkt.




Interactieve colleges en werkcolleges

Verplichte literatuur / Beschrijving ‘leerstof’ De gebruikte literatuur wordt gepubliceerd op onderwijsonline.


Niet van toepassing



(deel)tentamen Leertaak ondernemerschapLT OndSchap

Beoordelingscriteria De student laat zien dat hij/zij op basis van de aangeboden lesstof en literatuur in staat is om ondernemerschap in het onderwijs als leerlijn neer te zetten. De student is in staat is om leerlingen inhoudelijk te begeleiden bij het opzetten van een (mini)onderneming. Hij kan daarbij de verworven ondernemende vaardigheden toepassen in de rol van procesbegeleider en beoordelaar van het ondernemingsplan.


Leertaak




1 of 2

Toegestane hulpmiddelen Niet van toepassing



aanmeldingstermijn




Algemene informatie Naam OWE Beeldvorming bovenbouw Havo/VWO Code OWE ILS-Ec656Onderwijsperiode Semester 2, periode 3Studiepunten 5 studiepuntenStudielast in uren 140 klokurenOnderwijstijd (contacturen) 8 verplichte bijeenkomsten van 90 minutenIngangseisen OWE (in categorieën)

Alle OWE’s van de vakinhoudelijke en vakdidactische leerlijn op propedeuse- en hoofdfaseniveau dienen te zijn behaald en worden daardoor bekend verondersteld.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving Deze OWE is onderdeel van de afstudeerrichting algemeen-vormend onderwijs. Er

wordt vooral gewerkt aan de bekwaamheid om basale kennis van de schoolvakken economie en bedrijfseconomie in de bovenbouw havo/vwo ten bate van voorlichting en aansluiting hierop vanuit het tweedegraads werkveld te ontwikkelen.

Economiedocenten in de onderbouw van het havo en vwo hebben een taak in het infomeren en adviseren van leerlingen in de onderbouw over de bovenbouwvakken economie en Management en Organisatie (M&O). Zij moeten leerlingen begeleiden in het kiezen van een profiel, profielkeuzevakken en vakken in het vrije deel. Daartoe infomeren docenten leerlingen en ouders over de inhoud en aanpak van deze vakken in de bouwbouw, en denken ze mee over de consequentie van keuzes voor de studieloopbaan van de leerling. Ook moeten docenten in de onderbouw leerlingen determineren, uitspraken doen over de geschiktheid van leerlingen voor de economische vakken op havo of vwo niveau. Daarnaast moeten onderbouwdocenten zich bewust zijn van de doorlopende leerlijn van onderbouw naar bovenbouw.

Dit vak bereidt studenten voor op bovengenoemde verantwoordelijkheden. Studenten zijn na het volgen van dit vak op de hoogte van de inhoud van het curriculum van de economische vakken in de bovenbouw, en kennen de belangrijkste denkwijzen en didactiek van deze vakken. Ze zijn in staat om leerlingen in de onderbouw te informeren over de vakken in de bovenbouw. Concrete onderwerpen die de revue zullen passeren zullen zijn: doorlopende leerlijnen vanuit de onderbouw naar de bovenbouw, klaslokaalexperimenten, concept-context benadering, speltheorie, debatten in het werkveld over de herziening van het vak M&O, recente aanpassingen bij het vak economie, profielwerkstuk, keuzeonderwerpen etc. De insteek is steeds de vraag “wat moet de onderbouwdocent H/V weten en kunnen om de leerlingen in de onderbouw goed voor te bereiden op de bovenbouw en ze te informeren en te begeleiden in hun keuzeproces”?

In dit vak wordt deels inductief gewerkt, dat wil zeggen dat de didactiek van het bovenbouwonderwijs, zoals klaslokaalexperimenten, wordt voorgeleefd. Ook zullen studenten onderzoek doen naar de ervaringen van bovenbouwleerlingen in havo of vwo en hen aanbevelingen ontlokken voor de oriëntatie in de onderbouw.

Bij dit vak wordt er gewerkt aan de volgende thema’s van de eindkwalificaties leerlijn ‘leren en lesgeven met ICT’: Instrumentele vaardigheden, Informatievaardigheden, Mediavaardigheden, Pedagogisch-didactisch gebruik van ICT. Onderzoeksleerlijn: Van studenten wordt een onderzoekende houding verwacht.



Samenhang Deze onderwijseenheid is deel van de bedrijfseconomische, algemeen-economische en vakdidactische leerlijnen. De inhouden van deze onderwijseenheid zijn o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten:

Onderbouw economiehavo/vwo Economie in bovenbouw vmbo-t Voorbereidend op de bovenbouw havo/ vwo

Vakkennisbasis economie Domein(en) Subdomein(en)Domein 16: Vakdidactiek 16.1: Oriëntatie op economie in het


economie tweedegraads werkveldDeelnameplicht onderwijs De studenten verkennen gezamenlijk de didactiek, denkwijzen en inhouden van de

vakken Economie en Management en Organisatie in de bovenbouw van het havo en vwo. Aanwezigheid is derhalve verplicht.




Groepsbijeenkomsten met instructie, inductieve werkvormen, onderzoeksactiviteiten, gastsprekers.


Digitale leeromgeving, met actuele artikelen, waaronder:o Bakker, L.(2014). Van M&O naar Bedrijfseconomie, ondernemerschap en

financiële zelfredzaamheid. Eindrapport van de vakvernieuwingscommissie M&O. Enschede: SLO

o Commissie Teulings II. (2005).The Wealth of Education. Herziening programma economie voor de tweede fase. Enschede: SLO.

o Grol, R. (2015). Investigating classroom experiments. How economic classroom experiments can support economic literacy of students in secondary education. Nijmegen: Radboud Universiteit Nijmegen.

o Welp, E., Locatelli, I. & Sanders, M. (2012). Handreiking schoolexamen economie: handreiking bij het nieuwe examenprogramma economie geldig vanaf schooljaar 2010-11 (havo) en 2011-12 (vwo). Enschede: SLO.


Niet van toepassing



(deel)tentamen Leertaak Beeldvorming bovenbouw Havo/VWOLT Beeld H/V

Beoordelingscriteria De student toont aan een oriëntatieactiviteit te kunnen ontwerpen die erop gericht is om leerlingen economie in de onderbouw voor te bereiden op (de keuze voor) de economische vakken in de bovenbouw H/V.


Leertaak




1 of 2






Algemene informatie Naam OWE Ondernemend beroepsonderwijs Code OWE ILS-Ec655Onderwijsperiode Semester 2, periode 4Studiepunten 5 studiepuntenStudielast in uren 140 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd: 7 weken à 4 lesuren per week = 21 klokurenIngangseisen OWE (in categorieën)

Alle OWE’s van bedrijfseconomische leerlijn op propedeuse- en hoofdfaseniveau dienen te zijn behaald en worden daardoor bekend verondersteld.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving Deze OWE is onderdeel van de afstudeerrichting beroepsonderwijs. Het is daarmee

een voorbereiding op de beroepscontext ondernemerschap op zowel vmbo als mbo. In deze OWE wordt verder ingegaan op ondernemend beroepsonderwijs. Aan de hand van verschillende vormen van ondernemen in het onderwijs (jong ondernemen, mini ondernemen, business school etc.) wordt deze OWE vormgegeven.



Samenhang Deze onderwijseenheid is deel van de bedrijfseconomische leerlijn. De OWE Ondernemerschap hangt dan ook samen met alle voorgaande OWE’S uit die leerlijn. De inhouden van deze onderwijseenheid zijn o.a. gerelateerd aan de volgende beroepscontexten:

Onderbouw vmbo / havo/ vwo Bovenbouw vmbo de profielen economie & ondernemen, dienstverlening en


internationale handel, verkoopspecialist. Voorbereidend op de bovenbouw havo/ vwo

Vakkennisbasis economie Domein(en) Subdomein(en)Domein 16: vakdidactiek economie


Deelnameplicht onderwijs Bij deze OWE is het verplicht dat aan alle colleges en begeleidings- en beoordelingsmomenten wordt deelgenomen. De vorm waarin wordt gewerkt bestaat uit interactieve colleges waarin je samen met medestudenten, docenten en gastsprekers via begeleide dialoog en andersoortige leeractiviteiten samenwerkt .




Interactieve colleges en werkcolleges


Geen


Niet van toepassing



(deel)tentamen Leertaak ondernemend beroepsonderwijsLT Beroepsond

Beoordelingscriteria De student toont aan dat hij/zij een visie heeft ontwikkeld over ondernemen in het beroepsonderwijs en dit kan vormgeven in het onderwijs.


Leertaak




1 of 2



Indien het tentamen (bijvoorbeeld een kennistoets) georganiseerd wordt door het tentamenbureau dient de student zich in te schrijven via een inschrijfsite (een link staat op OnderwijsOnline). De inschrijfperiode wordt gepubliceerd op de


inschrijfsite. Indien het gaat om een andere vorm van toetsing informeert de examinator de studenten over de wijze van inschrijving, aanmelding en de aanmeldingstermijn.



Algemene informatie Naam OWE Onderzoek EindfaseCode OWE ILS-Ec649Onderwijsperiode Semester 1 en 2, periode 1 t/m 4Studiepunten 15 studiepuntenStudielast in uren 420 klokurenOnderwijstijd (contacturen) Contacttijd varieert tussen 40 en 80 uur en kan de vorm aannemen van lessen,

hoorcolleges en werkbijeenkomsten. Daarnaast vindt maximaal 20 uur aan individuele begeleiding plaats. Precieze contacten begeleidingstijd varieert per opleiding en opleidingsschool.


Voldoende beoordeling voor de leertaak onderzoek uit de onderwijseenheid ‘integraal handelen in de beroepspraktijk 2’.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving Deze OWE is onderdeel van de gekozen afstudeerrichting van de student, dus óf

beroepsonderwijs óf algemeen-vormend onderwijs. Het praktijkonderzoek vindt dus altijd plaats in de context van de door de student gekozen afstudeerrichting. Het uitvoeren van praktijkonderzoek in de eindfase is gericht op de volgende drie doelen:

1. Het versterken van de onderzoekende houding, het vergroten van onderzoeksvaardigheden en het vergroten van de kennis over onderzoek om op basis van vakliteratuur en data uit de praktijk vragen te kunnen stellen en beantwoorden over de eigen lespraktijk.

2. Het vergroten van de kennis over een pedagogisch, didactisch of vakdidactisch onderwerp dat relevant is voor de eigen professionele ontwikkeling als startbekwame leraar.

3. Het vergroten van het reflectievermogen op het eigen handelen als startbekwame leraar.

Definitie praktijkonderzoekWe hanteren de volgende definitie van praktijkonderzoek:Praktijkonderzoek in de school is onderzoek dat wordt uitgevoerd door leraren en leraren-in-opleiding, waarbij op een systematische wijze en in dialoog met belanghebbenden antwoorden verkregen worden op vragen die ontstaan in de eigen onderwijspraktijk en gericht zijn op verbetering van deze praktijk.

Dit betekent het volgende in de eindfase:1. Een praktijkonderzoek is altijd gericht op het beter leren begrijpen en/of

verbeteren van de eigen lespraktijk. Het onderzoek kan uitsluitend gericht zijn op het beter inzicht willen krijgen in de lespraktijk (iets willen weten). In dat geval spreken we van een kennisgericht praktijkonderzoek . Op het moment dat er sprake is van het willen doorvoeren en evalueren van een verandering in de lespraktijk (iets willen weten en verbeteren), spreken we van een ontwerponderzoek .

2. De student start het praktijkonderzoek met een oriëntatie op de eigen lespraktijk (binnen de gekozen afstudeerrichting) en bepaalt op basis van deze oriëntatie welk praktijkvraagstuk hij/zij wil onderzoeken. Bij een praktijkvraagstuk kan het gaan om een handelingsverlegenheid of een leervraag in de eigen lessen en/of op teamniveau. Het thema kan van de student zelf komen, van de school, de opleiding of het kenniscentrum.

3. De student kan een groot onderzoek uitvoeren of maximaal drie, met elkaar verbonden, kleinere onderzoeken.

4. De student maakt gebruik van vakliteratuur en verbindt deze theorie met de praktijk.

5. De student neemt bewust verschillende perspectieven in en betrekt hierbij belanghebbenden.

6. De student voert zijn/haar praktijkonderzoek systematisch uit. Hij/zij gaat uit van een analyse van het vraagstuk. Hij/zij maakt gemotiveerde keuzes voor methoden en technieken bij het verzamelen en analyseren van data en laat zien hoe hij/zij tot analyseresultaten en conclusies komt.

7. Het onderzoek levert kennis op voor zowel de student als de opleidingsschool in de vorm van beroepsproducten . Bij een kennisgericht onderzoek kan gedacht worden aan een adviesrapport, een onderbouwd besluit, een evaluatierapport of


een visiedocument. Bij een ontwerponderzoek kan het gaan om een lessenreeks, een project, een toets, een toetsmatrix, reflectie-instrument, instructiefilm, didactische werkvorm, coaching tool, rubrics, leerdoelen, evaluatie, analyse van een groepsproces, stappenplan, kijkwijzer, etc. De student draagt hierbij zorg voor passende kennisdeling.

8. De totstandkoming van het beroepsproduct/de beroepsproducten wordt altijd schriftelijk verantwoord.

De keuzevrijheid van de student staat centraal bij het onderzoek in de eindfase. De student kan kiezen uit verschillende scenario’s waarbinnen hij/zij zijn onderzoek uitvoert. De student voert het praktijkonderzoek uit binnen zijn/haar gekozen afstudeerrichting.

Begeleiding en beoordeling 1. Bij de begeleiding en beoordeling is er – indien een student stage loopt op een

opleidingsschool – altijd sprake van samenwerking tussen de opleidingsschool en het ILS of het kenniscentrum.

2. Alle onderzoeken in de eindfase worden beoordeeld aan de hand van één gezamenlijk beoordelingsmodel. Dit model wordt jaarlijks vastgesteld.


1. Interpersoonlijk competent2. Pedagogisch competent3. Vakinhoudelijk en didactisch competent4. Organisatorisch competent5. Competent in samenwerken met collega’s 6. Competent in samenwerken met de omgeving 7. Competent in reflectie en ontwikkeling

De uitwerking van de competenties op de drie niveaus staat beschreven in de Ruggengraat van de lerarenopleiding.

Deze competenties komen overeen met de nieuwe bekwaamheidseisen voor leraren:

1. Brede professionele basis2. Vakinhoudelijke bekwaam3. Vakdidactisch bekwaam4. Pedagogisch bekwaam

Samenhang Deze onderwijseenheid vormt samen met de onderwijseenheid ‘integraal handelen in de beroepspraktijk 3’ en de vakinhoudelijke onderwijseenheden de eindfase van de opleiding. Deze onderwijseenheid vormt de afsluiting van de leerlijn onderzoek.

Generieke kennisbasis Domein(en) Subdomein(en)6. Professionele docent 6.2. Praktijkonderzoek

Deelnameplicht onderwijs Deze hangt af van het scenario waarin wordt gewerkt.


Niet van toepassing


Varieert per opleiding, opleidingsschool en hangt af van het scenario waarin wordt gewerkt.


Donk, C. van der & Lanen, B. van. Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho.


Online leermiddelen op OnderwijsOnline



(deel)tentamen Onderzoek EindfaseOz Eindfase

Beoordelingscriteria Basis voor de beoordeling is een of meerdere beroepsproduct(en) met verantwoordingsverslag. De beoordeling is gericht op het beoordelen van het onderzoekend vermogen van de student in de context van zijn/haar lespraktijk. Dit onderzoekend vermogen kenmerkt zich door: kennis over onderzoek, onderzoeksvaardigheden en een onderzoekende houding. De uitgewerkte beoordelingscriteria (het beoordelingsmodel inclusief weging en cesuur) zijn te vinden in bijlage bij de Studiewijzer Onderzoek Eindfase en op #OO.



Beroepsproduct(en) en schriftelijk verantwoordingsverslag




Twee examinatoren beoordelen onafhankelijk van elkaar op basis van het vastgestelde beoordelingsmodel.

Toegestane hulpmiddelen GeenWijze van aanmelden voor





Algemene informatie Naam OWE Integraal handelen in de beroepspraktijk 3 Code OWE ILS-Ec643Onderwijsperiode Semester 1 en 2, periode 1 t/m 4. Studiepunten 30 studiepuntenStudielast in uren 840 klokurenOnderwijstijd (contacturen) - 72 uur contacttijd

- 128 uur zelfstudie- 640 uur werkplekleren


Bij de aanvraag van stageplaatsen door studenten, wordt gebruik gemaakt van het ‘Protocol Plaatsing Studenten’ zoals opgenomen in bijlage 4 van de OER.

Voldoende beoordeling van de onderwijseenheid ‘integraal handelen in de beroepspraktijk 2’, 150 studiepunten verzilverd (met uitzicht op 180 studiepunten).

Een leerwerkplan is voorwaarde om te kunnen starten met werkplekleren 3.

Er kan pas deelgenomen worden aan de Landelijke Kennistoets als de student:- de propedeuse heeft behaald en; - tenminste 65% van de studiepunten heeft behaald behorende bij de

onderwijseenheden van de kennisbasis en deze onderwijseenheden geheel heeft doorlopen en;

- deze studiepunten in het cijferregistratiesysteem van de studentenadministratie zijn verwerkt.

Inhoud en organisatie Algemene omschrijving In deze onderwijseenheid staat het integraal handelen centraal. De

onderwijseenheid bestaat voor een groot deel uit het werkplekleren 3.

Naast het werkplekleren zijn er instituutsdagen met een aanbod vanuit onderwijskunde en vakdidactiek binnen de gekozen afstudeerrichting. Bij de inrichting van de instituutsdagen staat de ontwikkelbehoefte van de student centraal. Een aantal instituutsdagen wordt instituutsbreed (= de lerarenopleiding economie overstijgend) aangeboden. De student heeft hier de mogelijkheid te kiezen uit thema’s passend bij leerbehoeften en gekozen afstudeerrichting . De student overlegt met zijn of haar begeleiders (onderwijskundige en vakdidacticus van de opleiding, WPB, SLB) over de keuzes.

Er wordt in deze onderwijseenheid gewerkt aan verdere uitbreiding van de volgende eindkwalificaties van de leerlijn leren en lesgeven met ICT: kwalificatie 1 instrumentele vaardighedenkwalificatie 2 informatievaardighedenkwalificatie 3 mediavaardigheidkwalificatie 4 het opleiden tot ICT geletterde leerlingenkwalificatie 5 pedagogisch didactisch gebruik van ICT kwalificatie 6 het ontwerpen van ICT-rijke leerarrangementenkwalificatie 7 het evalueren van ICT-rijke processen

In deze eindfase staat in het bijzonder centraal:- kwalificatie 8 het leren en innoveren met ICT Bij Onderwijskunde wordt een leeractiviteit uitgevoerd rondom het thema Omgaan met verschillen met ICT. Tevens werkt de student verder aan visievorming rond leren en lesgeven met ICT en brengt dit onder woorden in het digitaal portfolio. Daarnaast toont de student in deze eindfase aan op alle eindkwalificaties van “leren en lesgeven met ICT” startbekwaam te zijn.

Informatie over de landelijke kennistoets is te vinden op http://www.10vdl.nl/toetsen/oefenen-en-informatie .


In deze onderwijseenheid wordt er gewerkt aan de volgende eindkwalificaties op niveau 3:

Pedagogisch bekwaam Vakdidactisch bekwaam Vakinhoudelijk bekwaam


http://www.10vdl.nl/toetsen/oefenen-en-informatie

Samenhang Deze onderwijseenheid vormt samen met de onderwijseenheid ‘het afstudeeronderzoek’ en de vakinhoudelijke onderwijseenheden de eindfase van de opleiding. De Landelijke Kennistoets toetst of de student voldoet aan het landelijk vastgestelde basisniveau voor het betreffende vak. Toetstof is al eerder in de vakinhoudelijke en vakdidactische onderwijseenheden behandeld. Informatie over deze toetsing is te vinden op de website van “10 voor de leraar”.

Kennisbases Domein(en) Subdomein(en)Generieke kennisbasis De generieke kennisbasis is in jaar 1 t/m 3 aan bod geweest. In deze OWE

vindt verdieping en/of verbreding plaats op basis van de door de student gekozen thema’s.


Niet van toepassing


In de regel wordt er eenmaal per twee weken 4 lesuren contacttijd voor onderwijskundige en vakdidactische thema’s ingeroosterd.


In jaar 4 kan de student gebruik maken van literatuur die eerder in de studie aan bod is geweest, tevens worden bij de diverse thema’s literatuursuggesties gegeven.


Niet van toepassing



(deel)tentamen Portfoliobeoordeling integraal handelen 3PFIH3

Beoordelingscriteria Bij de portfoliobeoordeling integraal handelen 3 worden studenten getoetst op het in samenhang toepassen van kennis, inzicht en vaardigheden bij het uitvoeren van de beroepstaken. De student wordt beoordeeld op volledigheid van het portfolio en op het niveau.


Portfoliobeoordeling




2





(deel)tentamen Eindbeoordeling WPL 3BeoWPL3

Beoordelingscriteria De student laat in zijn handelen bij wpl 3 zien dat hij op de zeven competenties op niveau 3 een ontwikkeling heeft doorgemaakt én dat hij ten minste de knock-out criteria zoals beschreven in de Handleiding Werkplekleren op voldoende niveau heeft aangetoond.


Eindbeoordeling stage


Tentamenmomenten 1 t/m 4Aantal examinatoren bij

individuele tentamenvorm1 of 2







(deel)tentamen Landelijke Kennistoets EconomieLKTeco

Beoordelingscriteria De student wordt beoordeeld op het eindniveau zoals beschreven in de landelijke kennisbasis. Zie voor meer informatie http://www.10vdl.nl/toetsen/oefenen-en-informatie .


Kennistoets


Tentamenmomenten Deze zijn landelijk bepaald, zie websiteAantal examinatoren bij

individuele tentamenvormNiet van toepassing

Toegestane hulpmiddelen Rekenmachine (geen grafische rekenmachine), kladpapier, penWijze van aanmelden voor







9.3 Minoren van de opleiding In dit studiejaar biedt het ILS de volgende minoren aan:

•De betekenisvolle leraar (deeltijd).•Veldwerk en landschap•Vakverdieping geschiedenis ,•Rekenexpert•Docent worden in vo en mbo•International Teacher Programma.•Education in International Perspective (EIP)•Drama en theater in het onderwijs•Onderwijs aan de slag voor bedrijven•Educational Needs

Je kunt ook een minor bij een andere HAN-opleiding kiezen. Het overzicht van minoren van de HAN en de toegangseisen ervoor vind je hier: www.minoren-han.nl .

9.4 AfstudeerrichtingenIn hoofdstuk 9 is in het curriculumoverzicht en de OWE-beschrijvingen zichtbaar hoe de afstudeerrichtingen algemeen vormend onderwijs en beroepsgericht onderwijs zijn verwerkt in het curriculum. Deze afstudeerrichtingen maken voor studenten die instromen in de propedeutische fase vanaf 1 september 2013 onderdeel uit van de opleidingen en vanaf 2017 onderdeel van het afsluitend examen. Een afstudeerrichting is een onderdeel van de major en heeft een studielast van 60 studiepunten.In hoofdstuk 9.2 is in de gegevens onderwijseenheden en integrale toetsen bepaald welke onderwijseenheden en integrale toetsen ten behoeve van welke fase, welk niveau, en welke afstudeerrichting worden verzorgd.

9.5 Honours-, talenten- en schakelprogramma’sNiet van toepassing.

9.5.1 Honoursprogramma’sNiet van toepassing.

9.5.2 Talentprogramma’sNiet van toepassing.

9.5.3 Schakelprogramma’sNiet van toepassing. 9.6 Indeling studielast versneld trajectNiet van toepassing.9.7 Verkorte route en AD-doorstroom programma’sHet IlS biedt kopopleidingen aan voor de lerarenopleidingen vo 2e graads. De hbo-kopopleiding biedt hbo- en wo-vakbachelors de mogelijkheid om in een jaar een tweedegraads onderwijsbevoegdheid te behalen.De kopopleidingen worden separaat beschreven.

9.8 Inrichting duale vormNiet van toepassing.

9.9 Onderwijs en tentamens in D-StroomNiet van toepassing.


http://www.minoren-han.nl/

9.10 Overige informatie opleiding

De 2e graads lerarenopleiding Economie

1. Economieleraar worden

Je hebt gekozen voor de lerarenopleiding economie aan de faculteit educatie van de hogeschool Arnhem en Nijmegen. Een goede keuze, want volgens de Keuzegidsen Hbo 2018 en 2019 behoort onze opleiding tot de beste van Nederland! De lerarenopleiding economie leidt je op voor het beroep van docent economie in diverse economische profielen en vakken in het 2e graads werkveld. Dat betekent dat je later werkzaam kunt zijn zowel in het voortgezet onderwijs (zoals de onderbouw havo en vwo en de bovenbouw vmbo) als in het middelbare beroepsonderwijs (ROC’s en AOC’s). Veel leerlingen stromen door vanuit het voortgezet onderwijs naar economische vervolgopleidingen. Ook voor niet-economische profielen en vervolgopleidingen is economisch onderwijs relevant. (Jong)volwassenen worden geacht in staat te zijn om zelfstandig economische keuzes te maken en kritisch te zijn. Financiële bewustwording en inzicht zijn noodzakelijk voor weloverwogen financieel-economisch gedrag. Denk hierbij aan het afsluiten van een zorgverzekering of een lening in een steeds complexer aanbod van financiële producten. De laatste jaren heeft ondernemerschap een belangrijke plaats in het onderwijs gekregen. Niet alleen in het beroepsonderwijs, maar ook in het voortgezet onderwijs. Als economiedocent draag je dus zorg voor economische kennis, vaardigheden en houdingen die voor elke burger van belang zijn en lever je een belangrijke bijdrage aan het kwalificeren voor een (economisch)beroep. Voor een docent economie spelen persoonsvorming, het socialisatieproces, de maatschappelijke relevantie en de beroepsvorming dan ook een grote rol.

Onze vierjarige voltijdopleiding leidt in één studieprogramma, gebaseerd op de landelijke vakkennisbasis, tweedegraads economiedocenten op. De opleiding biedt een consistent programma aan waarin je wordt voorbereid op jouw latere werkzaamheden in het 2 e graads werkveld. Hierdoor ben je later breed inzetbaar in het economisch onderwijs.

Gedurende de opleiding worden jouw kennis en kunde ten aanzien van de vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische bekwaamheid tezamen met jouw brede professionele basis op een niveau gebracht dat nodig is voor een startende 2e graads economiedocent. Onderwijseenheden bestaan dan ook uit algemene en bedrijfseconomische inhouden, vakdidactische inhouden en onderwijskundige/pedagogische inhouden. Ook het werkplekleren (‘stage’) maakt onderdeel uit van onderwijseenheden. De opleiding hecht veel belang aan vakdidactiek, met aandacht voor activerende didactiek, zelfstandig en samenwerkend leren, student as partner, een onderzoekende houding en een geleidelijke verschuiving van docentgestuurde naar meer studentgestuurd onderwijs. Ook hechten we veel waarde aan begeleiding op maat. De HAN biedt ondersteuning/begeleiding voor studenten die extra ondersteuning nodig hebben en zich begeleidbaar opstellen, wat betreft persoonsvorming, extra stagebegeleiding, studievaardigheden en taalontwikkeling.

2. Structuur van de lerarenopleiding economie en het studieprogramma

2.1. De Propedeusefase (jaar 1)Het eerste jaar van de opleiding heet de propedeusefase. Deze fase is oriënterend en selecterend van aard. Als student zal je in dit jaar een antwoord moeten vinden op de vraag: ‘Wil en kan ik leraar economie worden?’ Ook de opleiding moet een gefundeerd beeld krijgen van jouw mogelijkheden om dat te worden. Daarom is ernaar gestreefd om in het eerste jaar zoveel mogelijk aspecten van zowel het vak als het beroep aan de orde te laten komen. Daarom loop je in dit eerste studiejaar gedurende een halfjaar (periode 2 en 3) ook één dag per week stage. We noemen dit ‘werkplekleren’. Ook vindt in jaar 1 met vakken zoals Globalisering, Europese Integratie en vakdidactiek CLK een oriëntatie plaats op werken in het leergebied “Mens en Maatschappij”, waarin de vakken economie, geschiedenis en aardrijkskunde in samenhang een plek hebben. Daarnaast is er aandacht voor de voorbereiding op het werken in zowel het beroepsonderwijs als het voortgezet onderwijs. Wat betreft de beroepsmatige voorbereiding wordt in de onderwijseenheden ruim aandacht besteed aan onder meer motivatie, klassenmanagement, het begeleiden van leerlingen, en de vakdidactiek van de economie: hoe leren leerlingen economische begrippen en verbanden tussen begrippen? Hoe kom je van lesdoel naar leeractiviteit en toets? Het werkplekleren is de ideale manier om dergelijke aspecten van het beroep in de praktijk toe te passen en beroepscompetenties te verwerven, onder andere ook door op het gebied van onderzoek observatievaardigheden te oefenen.


Programmaoverzicht propedeusefase (jaar 1):

Semester 1 Semester 2

Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4

Bedrijfs-economie

Commerciële Economie

(2,5 studiepunten)incl. werkdagen

Bedrijfseconomie-1(2,5 studiepunten)

Bedrijfseconomie 2(2,5 studiepunten)

Retail & Sales(2,5 studiepunten)

- Bedrijfsadministratie-1(2,5 studiepunten)

Bedrijfsadministratie 2(2,5 studiepunten) -

Algemene economie

Inleiding micro-1(2,5 studiepunten)

Inleiding macro-1(2,5 studiepunten)

IEB-1: Globalisering(2,5 studiepunten)

IEB-2: Europa(2,5 studiepunten)

incl. studiereis

Wiskunde(2,5 studiepunten) - - Inleiding Recht-1

(2,5 studiepunten)

Vak-didactiek

Inleiding en visie(2,5 studiepunten)

Toolbox(2,5 studiepunten)

Begrippen en concepten

(2,5 studiepunten)

Toetsing(2,5 studiepunten)

Directe instructie(2,5 studiepunten) - -

CLK(2,5 studiepunten)

incl. studiereis

Onderwijs-kunde

GKB-1(2,5 studiepunten)

GKB-2(5 studiepunten)

GKB-3 + IH(5 studiepunten)

GKB-4(2,5 studiepunten)

Werkplek-leren - Werkplekleren-1: één dag in de week op donderdag /

vrijdag -

Bgl Begeleidingslijn

Na het eerste jaar heb je een doorsnede van economische vakinhouden gehad en heb je op een school al ervaren hoe het is om docent te zijn, zodat je uiteindelijk kunt beslissen: “Ja! Leraar economie is iets voor mij!” Om succesvol te zijn in de verdere studie dient elke student die zich inschrijft voor de lerarenopleiding economie in het eerste jaar 52,5 studiepunten te behalen en binnen 2 jaar zijn propedeusegetuigschrift te hebben behaald.

2.2. De Hoofdfase (jaar 2 en 3)Het tweede en derde leerjaar vormen samen de hoofdfase van de opleiding. Aan het eind van deze hoofdfase dient jouw vakinhoudelijke en beroepsmatige kennis van een zodanig te niveau zijn dat je met begeleiding op afstand kan functioneren als leraar in opleiding (LIO). De vakinhoud is dan ook van dien aard dat aan het einde van het derde jaar de domeinen die noodzakelijk zijn voor het kunnen lesgeven binnen het VMBO, het MBO en de onderbouw Havo en Vwo, aan de orde zijn geweest. In het derde leerjaar vindt dan ook de landelijke kennistoets (LKT) plaats, waarmee jouw beheersing van deze economische kennisbasis wordt getoetst.

Een belangrijk element vormt ook in de hoofdfase weer het werkplekleren. De student werkt hierbij in eerste instantie vooral aan het zich sterker voelen voor een groep. In het tweede jaar is het werkplekleren gesitueerd in semester 2 (2 dagen per week). Hierop aansluitend vindt in het eerste semester (2 dagen per week) van het derde leerjaar het vervolg op deze stage plaats. Het accent verschuift dan van het verzorgen van enkele (delen van) onderwijsactiviteiten naar het verzorgen van een coherente aaneengesloten serie van leeractiviteiten waarin bijvoorbeeld activerende didactiek en samenwerkend leren wordt toegepast en waarnaar je in de praktijk ook onderzoek doet. Ook in de vakdidactiek is expliciet aandacht voor het ontwerpen van onderwijs voor het beroepsonderwijs. Om je optimaal voor te bereiden op het hele 2 e graads werkveld (VO en MBO) is het verplicht om via stages werkervaring op te doen in zowel het VO als het MBO.

Het kan natuurlijk gebeuren dat je, terwijl je nog bij ons studeert, op een school een baan aangeboden krijgt. Er is immers een grote vraag naar goede economieleraren. Het accepteren van een baan naast je studie kan tot onnodig veel studievertraging leiden. Studievertraging is namelijk een groot risico voor jou als student en voor ons als opleidingsinstituut. In principe adviseren we hierop negatief. Indien je zo’n aanbod serieus overweegt, dien je dit eerst voor te leggen aan je slb’er en onze directie.


Minor en verder studerenIn de hoofdfase kies je tevens een minor. Dit is een studieonderdeel ter waarde van 30 studiepunten dat kan worden ingezet als verbreding dan wel verdieping van jouw majorstudie-programma. De keuze hiervoor vindt altijd plaats in overleg met en na goedkeuring door de slb’er. Je kunt hierbij denken aan een minor Internationalisering, ondernemerschap, special needs, onderwijskundig leiderschap, etc. De keuze voor een minor wordt bepaald door jouw ambities. Mogelijk denk je na over een Masteropleiding na deze studie. De Masteropleiding van de lerarenopleiding Economie van de HAN sluit aan op de bacheloropleiding en leidt op voor een eerstegraads bevoegdheid. Een interessante invulling van (een deel van) jouw minor zou kunnen zijn alvast enkele onderdelen van de Masteropleiding te gaan volgen in de vorm van een vrije minor. Let op: een garantie dat alle gevolgde onderdelen later nog steeds van toepassing zijn in het dán geldende curriculum van de Masteropleiding kan vooraf helaas niet worden gegeven. De examencommissie van de Masteropleiding beoordeelt dit per individueel verzoek op basis van de dan geldende wetgeving en regelingen en heeft dus een eigen onvervreemdbare bevoegdheid in dezen. Overleg dus voordat je dit minortraject gaat volgen eerst met jouw slb’er. Past de minor bij mijn studieloopbaan? Zou ik het kunnen? Wat is haalbaar? Wat zijn lesmomenten? En beheers ik het Engels goed genoeg? Maak vervolgens een afspraak met de coördinator van de betreffende Masteropleiding om meer details te vernemen. Ga je ermee verder, vul dan samen met de slb’er de aanvraag ‘vrije minor’ in en dien die aanvraag ter goedkeuring in bij de examencommissie ILS. Als je op deze manier je minor invulling wilt geven, moet je al in semester 2 van jaar 2 contact opnemen met je slb’er.

Programma-overzicht hoofdfase

Jaar 2 (cohort 2018-2019):



Bedrijfs-economie

Management accounting

(2,5 studiepunten)

Financial Accounting(2,5 studiepunten)

Corporate Finance(2,5 studiepunten)

incl. studiereis

Marktonderzoek en Statistiek

(2,5 studiepunten)

Logistiek/AO(2,5 studiepunten)

Organisatiewts. (2,5 studiepunten) - HR

(2,5 studiepunten)

Algemene economie

Verdieping Recht-2(2,5 studiepunten)

Verdieping Micro-2(2,5 studiepunten)

Verdieping Macro-2 (2,5 studiepunten)

Vrije ruimte (2,5 studiepunten)

- Overheid (2,5 studiepunten)

Economische bril (2,5 studiepunten) -

Vak-didactiek

Rekenen(2,5 studiepunten)

ICT actueel(2,5 studiepunten)

AD/SL(2,5 studiepunten)

Leermiddelenanalyse(2,5 studiepunten)

Inductief leren(2,5 studiepunten) - - -

Onderwijs-kunde

GKB5 + GKB6 (leren over leren)(7,5 studiepunten)

incl. werkdagen

GKB7 + GKB8 (leren begeleiden)(7,5 studiepunten)

Werkplek-leren - - Werkplekleren-2a: twee dagen in de week op

maandag / dinsdag



Jaar 3 (cohort 2017-2018):



Bedrijfs-economie - Organisatiewts.

(4 studiepunten)

M I N O R

Algemene economie

Monetaire Economie (3,5 studiepunten) -

Vak-didactiek

VAD5 Beroepsonderwijs (7,5 studiepunten)

Onderwijs-kunde WKBPK2B

Werkplek-leren

WPL2b: twee dagen in de week op dinsdag / donderdag


2.3. De Eindfase (jaar 4)

Het laatste jaar vormt de eindfase van de opleiding. Deze eindfase staat in het teken van zelfstandig docentschap, jouw onderzoekende houding, vakverdieping en specialisatie in de afstudeerrichting. Naast de thema’s die ILS-breed worden aangeboden, wordt ook binnen het vakspecifieke onderdeel aandacht besteed aan beide afstudeerrichtingen. Om wpl3 te kunnen doen, is het verplicht dat je 180 studiepunten hebt behaald (d.w.z.: je hebt de Integrale Toets integraal handelen niveau 2 met een voldoende afgesloten en 180 studiepunten behaald; 150 studiepunten uit de majoropleiding en 30 studiepunten uit de minor) . Dat betekent dat propedeusefase, hoofdfase en de minor moeten zijn afgesloten. De slb’er speelt een belangrijke rol bij het adviseren of je op eindstage kunt. De eindstage is in principe altijd een lintstage. Bij uitzondering kan een blokstage aangevraagd worden. De voorwaarden zijn dat je alle vakken en het afstudeeronderzoek van de eindfase hebt afgesloten en dat er een geschikte stageplaats beschikbaar is. Het afstudeeronderzoek is een belangrijk onderdeel van de eindfase; in tijd en studiepunten uitgedrukt is dit immers een kwart van je laatste studiejaar. Hierin komen alle elementen uit de leerlijn onderzoek samen en ga je zelfstandig inhoud geven aan het voorbereiden en uitvoeren van een praktijkgericht onderzoek. Dit onderzoek zal samenvallen met de werkzaamheden die je verricht in de eindstage en zal daarom veelal plaatsvinden in de school. Kenmerkend voor een onderzoeksmatige aanpak is dat je kritisch bent op je vooronderstellingen en op zoek gaat naar onderbouwingen. Je betrekt daarbij collega’s en leerlingen in de school. Het onderzoek wordt in diverse scenario’s vormgegeven. Tijdens de VEF-week ter voorbereiding op jouw eindfase wordt hierover voorlichting gegeven. In de eindfase kies je voor de Afstudeerrichting Beroepsonderwijs of voor de Afstudeerrichting havo / vwo.

De afstudeerrichting beroepsonderwijs in jaar 4:De afstudeerrichting beroepsonderwijs bereidt jou voor om les te geven op het VMBO en MBO. Je loopt stage op een school voor vmbo of mbo. Je geeft je afstudeeronderzoek vorm binnen het beroepsonderwijs. Middels leertaken voor zowel onderwijskunde als vakdidactiek werk je mee aan het verwerven van kennis en inzicht en het verbeteren van het onderwijs in het vmbo en mbo. Een belangrijk onderdeel binnen het beroepsonderwijs is ‘ondernemerschap’. In de OWE ondernemerschap word je voorbereid om hier les in te geven. Je gaat op zoek naar je eigen ondernemerskwaliteiten, je passie en talenten en gaat ook zelf aan de slag met ondernemen binnen je stageschool. Via design thinking, netwerken, BMC-model en natuurlijk een pitch krijg je inzicht in het traject dat vooraf gaat aan een goed ondernemersplan. In de verdiepende OWE wordt verder ingegaan op ondernemend beroepsonderwijs. Hoe is het VMBO Economie & ondernemen vormgegeven? Hoe ziet ondernemen in het MBO eruit? Wat is een goed ondernemersplan? En wat betekent dit alles voor mij als docent in het beroepsonderwijs?




Bedrijfs-economie - Ondernemerschap

(5 studiepunten) - -

Algemene economie

Financiële Educatie (5 studiepunten) - - -

Vak-didactiek - -

-Ondernemend beroepsonderwijs (5 studiepunten)

-

OnderzoekAfstudeeronderzoek volgens één van de aangeboden scenario’s (op vrijdag), in de context van

beroepsonderwijs (15 studiepunten)

Onderwijs-kunde

Terugkomdagen op vrijdag met o.a. themabijeenkomsten, intervisie, voorbereiden integraal handelen, begeleidingslijn

Werkplek-leren Werkplekleren-3: meerdere dagen in de week behalve op vrijdag, in de context van beroepsonderwijs

(tezamen 30 studiepunten)

De afstudeerrichting havo/vwo in jaar 4:De afstudeerrichting havo/vwo bereidt je voor om les te geven in havo en vwo. Je loopt stage op een havo/vwo-school, in de regel betekent dit dat je lesgeeft aan leerlingen in hun derde leerjaar. Ook geef je je afstudeeronderzoek vorm binnen het algemeen vormend onderwijs. Middels leertaken voor zowel onderwijskunde als vakdidactiek werk je mee aan het verwerven van kennis en inzicht en het verbeteren van het onderwijs in havo/vwo. Economiedocenten in de onderbouw van het havo en vwo hebben een taak in het infomeren en adviseren van leerlingen in de onderbouw over de bovenbouwvakken Economie en Management en Organisatie (M&O). Zij moeten in staat zijn om leerlingen begeleiden in het kiezen van een profiel, profielkeuzevakken en vakken in het vrije deel. Daartoe infomeren docenten leerlingen en ouders over de inhoud en aanpak van deze vakken in de bouwbouw, en denken ze mee over de consequentie van keuzes voor de studieloopbaan van de leerling. Ook moeten docenten in de onderbouw leerlingen determineren, uitspraken doen over de geschiktheid van leerlingen voor de economische vakken op havo of vwo niveau. Daarnaast moeten onderbouwdocenten zich bewust zijn van de doorlopende leerlijn van onderbouw naar bovenbouw. In de verdiepende OWE “Beeldvorming Bovenbouw Havo/VWO” wordt nader gekeken naar de specifieke elementen binnen de Havo en vwo voor economiedocenten, zodat je goed voorbereid wordt op bovengenoemde verantwoordelijkheden. Concrete onderwerpen die de revue zullen passeren zullen zijn: doorlopende leerlijnen vanuit de onderbouw naar de bovenbouw, klaslokaalexperimenten, concept-context benadering, debatten in het werkveld over het nieuwe examenvak “bedrijfseconomie”, recente aanpassingen bij het vak economie, profielwerkstuk, keuzeonderwerpen, etc. De insteek is steeds de vraag “wat moet de onderbouwdocent H/V weten en kunnen om de leerlingen in de onderbouw goed voor te bereiden op de bovenbouw en ze te informeren en te begeleiden in hun keuzeproces”? Ook implementeren steeds meer Havo/Vwo scholen ondernemerschap in hun curriculum, dus is ook in deze afstudeerrichting een kennismaking met ‘ondernemerschap’ van belang.



Bedrijfs-economie - Ondernemerschap

(5 studiepunten) - -

Algemene economie

Financiële Educatie (5 studiepunten) - - -

Vak-didactiek - -

Beeldvorming Bovenbouw Havo/VWO

(5 studiepunten)-

OnderzoekAfstudeeronderzoek volgens één van de aangeboden scenario’s (op vrijdag) in de context van algemeen

vormend onderwijs(15 studiepunten)


Onderwijs-kunde

Terugkomdagen op vrijdag met o.a. themabijeenkomsten, intervisie, voorbereiden integraal handelen, begeleidingslijn

Werkplek-leren

Werkplekleren-3: meerdere dagen in de week behalve op vrijdag, in de context van algemeen vormend onderwijs

(tezamen 30 studiepunten)

Het kan natuurlijk gebeuren dat je, terwijl je nog bij ons studeert, op een school een baan aangeboden krijgt. Er is immers een grote vraag naar goede economieleraren. Het accepteren van een baan naast je studie kan tot onnodig veel studievertraging leiden. Studievertraging is namelijk een groot risico voor jou als student en voor ons als opleidingsinstituut. In principe adviseren we hierop negatief. Indien je zo’n aanbod serieus overweegt, dien je dit eerst voor te leggen aan je slb’er en onze directie.

Als je langer dan de reguliere 4 jaar over je studie doet, adviseren we je om deel te nemen aan een intensieve studie- en leerroutebegeleiding van een speciale begeleider, om de studievertraging zo beperkt mogelijk te houden. Jouw slb’er adviseert je hierover graag verder.

Na afloop van onze tweedegraads economieopleiding kun je verder studeren, bijvoorbeeld aan een masteropleiding in het hbo, of doorstromen naar een opleiding op een universiteit (eventueel via een schakelprogramma. Een masteropleiding geeft academische verdieping en biedt je de mogelijkheid jezelf verder te ontwikkelen en/of te specialiseren. De HAN niedt diverse masteropleidingen aan binnen het domein “Onderwijs & Opleiden”, zoals de Master Leraar Algemene Economie, de Master Educational Needs, of de Master Leren en Innoveren. Dit zijn vaak duale of deeltijdopleidingen, zodat je kunt studeren naast een baan in het onderwijs. Meer informatie over de Masteropleidingen van de HAN is te vinden op https://www.han.nl/werken-en-leren/type-opleidingen/masteropleidingen/ .

2.4 Leerlijn leren en lesgeven met ICTICT is niet meer weg te denken uit de samenleving en dus besteden we ook in de lerarenopleiding economie aandacht aan allerlei facetten van leren en lesgeven met ICT. Deze leerlijn bestaat uit de volgende onderdelen:

1) Instrumentele vaardigheden2) Informatievaardigheden3) Mediavaardigheden4) Opleiden tot ICT-geletterde leerlingen5) Pedagogisch-didactisch gebruik van ICT6) Ontwerpen van ICT-rijke leerarrangementen7) Evalueren van ICT-rijke leerprocessen8) Competenties om te leren en innoveren met ICT

In de propedeutische fase staat het kennismaken en leren omgaan met verschillende apps en tools centraal. Deze instrumentele vaardigheden vormen een basis om later in de opleiding een start te kunnen maken met het vormgeven van een les waarin ICT betekenisvol wordt toegepast. Je krijgt onderwijs via Student Response Systems, maar gaat ook zelf aan de slag met film en social media tools als Prezi (bij onderwijskunde), Excel (bij vakdidactiek en bedrijfseconomie), socrative en kahoot (bij vakdidactiek). Daarnaast komt het verwerven van informatievaardigheden aan bod: het zoeken, vinden en beoordelen van informatie via verschillende digitale portals (zo komt het thema “mediawijsheid” langs bij onderwijskunde waar de eigen digitale identiteit wordt onderzocht en, indien wenselijk, wordt bijgewerkt).

In de hoofdfase is er ook aandacht voor ICT-gerelateerd onderwijs, bijvoorbeeld via het maken van een digitaal sociogram dat betrekking heeft op het onderdeel ‘evalueren’ binnen de ICT-leerlijn. Ook wat betreft pedagogisch-didactisch ontwerpen en innoveren worden er stappen gemaakt. In de eerste plaats doordat bij onderwijskunde en vakdidactiek het T-PACK-model en SAMR-model als theorie achter inzet van ICT worden geduid. Ook is daar aandacht voor mediawijsheid van leerlingen en de pedagogische ICT-uitdagingen die je als economiedocent tegenkomt bij het lesgeven rondom social mediagebruik en cyberpesten. Tevens is er een vakdidactische OWE “ICT actueel” waarin nader wordt ingegaan op het praktische en didactische gebruik van ICT in de economieles.

Ook in de eindfase ga je aan de slag met ICT, zoals tijdens het werkplekleren waar je ICT gaat inzetten bij het lesgeven. Bij onderwijskunde komt ICT voorbij bij bijvoorbeeld het thema differentiatie: hoe kan juist ICT ondersteunend zijn bij dit vraagstuk? Tijdens het afstudeeronderzoek worden jouw eigen informatievaardigheden geoefend en veel studenten kiezen ervoor hun data met behulp van digitale tools te verzamelen en analyseren. Het onder woorden brengen van de eigen visie wat betreft ICT-gebruik krijgt een plek in je portfolio.


https://www.han.nl/werken-en-leren/type-opleidingen/masteropleidingen/

Instrumentele vaardigheden

Informatie-vaardigheden

Media vaardigheden

Opleiden tot ICT geletterdheid

Pedagogisch- didactisch gebruik van ICT

Ontwerpen ICT-rijk leerarran-gementen

Evalueren ICT-rijke leerprocessen

Leren innoveren met ICT

Prop

edeu

se

BEA1 BEC1VDVT01VDVT02OWK

BEA1BEC1

OWK BEA1BEC1OWK

BEA1 BEC1VDVT01VDVT02OWK

VDVT01VDVT02

VDVT02

Hoo

fdfa

se

Micro-2OverheidMan.accMO en STAVDVT07VDVT08VDVT09VDVT10VDVT11VDVT12

Man.accMO en STAVDVT07VDVT08VDVT09VDVT10VDVT11VDVT12

VDVT09 Man.accMO en STAVDVT09OWK

Man.accMO en STAVDVT09VDVT12OWK

VDVT09VDVT12

VDVT09 VDVT09

BVBH/VFINEDUOndern.schAFO

BVBH/VFINEDUOndern.schAFO

BVBH/VFINEDUOndern.sch

BVBH/VFINEDU

FINEDU FINEDU FINEDU FINEDU

2.5. Internationalisering en excursies

InternationaliseringsvisieInternationalisering van het onderwijs binnen de lerarenopleiding Economie levert een bijdrage aan het worden van een betere en breder gekwalificeerde professional die met een open blik de wereld inkijkt. Het helpt de toekomstige docent Economie ook om goed te functioneren in de multiculturele beroepspraktijk én om beter om te kunnen gaan met diversiteit. Het doel van internationalisering is het opleiden van internationaal georiënteerde studenten die in staat zijn om toekomstige generaties voor te bereiden op een internationale leefomgeving. Samenwerken op internationaal niveau is verrijkend, inspirerend en zorgt ervoor dat je als leraar weet wat er speelt buiten de Nederlandse beroepscontext.

Hoe is dit verwerkt in het curriculum?Internationalisering is binnen de lerarenopleiding Economie op uiteenlopende wijze geïntegreerd in het curriculum. Om een beeld te kunnen geven van wat er gebeurt, worden activiteiten beschreven aan de hand van drie instrumenten voor internationalisering die de hogeschool hanteert. Dit zijn:

1. Internationalisering in het curriculum (waaronder Internationalisation@home)Hierbij gaat het om activiteiten die vooral gericht zijn op de studenten van onze opleiding. Bij deze activiteiten wordt ernaar gestreefd een internationale leeromgeving te creëren. Dit gebeurt door bijvoorbeeld door het bezoeken van onderwijsinstellingen in het buitenland en/of bijvoorbeeld door het gebruiken van de buitenlandse context als bron voor het maken van een lessenserie. Internationalisering kan en mag echter niet voorbehouden zijn aan alleen diegenen die (een deel van) hun studie in het buitenland doen. Wil men eenieder internationale vaardigheden en attitude meegeven dan moet ook aandacht zijn voor internationalisation@home. Internationalisation@home vindt bijvoorbeeld plaats bij de lerarenopleiding Economie door het tijden plaatsonafhankelijk uitwisselen van ervaringen met studenten van andere lerarenopleidingen in het buitenland, met behulp van videoplatformen zoals FlipGrid en eTwinning.

2. Mobiliteit Mobiliteit is het verkeer van studenten en docenten naar en van partners buiten Nederland en is op te delen in uitgaande en inkomende mobiliteit. Hierbij horen ook activiteiten die ondernomen worden om internationale mobiliteit te bevorderen zoals studeren aan een buitenlandse universiteit of gastcolleges volgen van of bij buitenlandse docenten. Je leert kritisch te reflecteren op je eigen identiteit als je dit vanuit een nieuwe interculturele context doet. Pas wanneer je in het buitenland bent of binnen Nederland met andere culturen omgaat, merk je hoe Nederlands je bent. Als je je eigen wortels kent, kun je vanuit je eigen kader naar je eigen en andere culturen kijken, via speciale studiereizen voor docenten en studenten naar Turkije en Marokko. Het International Office Educatie, dat de contacten in het buitenland voor het ILS verzorgt, bemiddelt samen met het Bureau Internationalisering stage- en studieplaatsen voor studenten die een deel van hun studie, bijvoorbeeld hun minor, in het buitenland willen doorbrengen. Het International


Office richt zich daarbij op HAN-projecten zoals bijvoorbeeld in Zuid Afrika (Theewaterskloof), India (Bangalore, Baramati), Nicaragua (Managua, i.s.m. het Maas-Waal College Nijmegen), Suriname (diverse plaatsen), Aruba (Oranjestad), Curaçao (Willemstad), Indonesië (Yogjakarta) en Nepal (Pokhara i.s.m. Stichting Maya), maar ondersteunt en begeleidt ook studenten die met andere organisaties op pad willen gaan en/of bij eigen initiatieven. Daarnaast zoekt het Bureau Internationalisering ILS actief nieuwe partners over de hele wereld. Contact, begeleiding en beoordeling loopt altijd via de eigen opleiding en het Bureau Internationalisering.

3. Internationale projecten Bij internationale projecten gaat het om projecten die georganiseerd worden door buitenlandse partners en waaraan de lerarenopleiding Economie deelneemt. Dit zijn over het algemeen Europese projecten. Deze projecten betreffen dus niet het projectonderwijs dat deel uitmaakt van het curriculum. Docenten en studenten kunnen bijvoorbeeld ook participeren in internationale projecten vanuit het Europees Platform / Nuffic.

Bij de OWE beschrijvingen in deze studiegids is opgenomen welke internationaliseringsactiviteit welke kosten met zich meebrengen. De opleiding gaat ervan uit dat iedere student participeert. Wanneer er in uitzonderlijke gevallen sprake is van bijzondere omstandigheden die dit verhinderen, kan met de docent van het vak een individuele afspraak worden gemaakt voor het bespreken van een alternatief voor deze excursie, zodat de doelen die centraal staan kunnen worden behaald.

Indien wordt deelgenomen aan internationaliseringsactiviteiten wordt aan alle studenten dringend verzocht een eigen reis- en/of annuleringsverzekering af te sluiten. De student betaalt zelf zijn reis- en verblijfkosten ten bate van de excursies of veldstudies. Omdat centraal reserveren en boeken voordeliger is en daarbij een directe afstemming kan plaatsvinden tussen verblijf en begeleiding, worden door de opleiding de boekingen van de reis en verblijf centraal geregeld. Deze kosten worden jaarlijks geschat en uitgewerkt tot ‘voorschot’.

De afhandeling van de betalingen van dit voorschot wordt geregeld door de financiële administratie van de Hogeschool: studenten kunnen dit voorschot via de HAN webshop voldoen. De excursiebegeleiders maken na afloop een afrekening op waar uit gespecificeerd blijkt hoe en in welke mate het betaalde voorschot is gebruikt. Aan de hand daarvan vindt aan het eind van de opleiding van de student door de financiële administratie een eindafrekening plaats. Vóór het afstuderen dient de student voldaan te hebben aan alle betalingsverplichtingen, waaronder het betalen van de eventuele nog niet betaalde en door de opleiding voorgeschoten reis- en verblijfkosten op basis van de beschikbaar gestelde afrekening excursies.


2.6. De opleiders Het opleidingsteam zit in kamer K35, E3.43 en bestaat uit de volgende, enthousiaste collega’s:

Foto Contactgegevens Taken en vakgebieden

Roberto Alvarez [email protected]

Roostercode: AVRZR

Vakdidactiek EconomieAlgemene economie

slb

Astrid van Dael [email protected]

Roostercode: DAELA


OrganisatiewetenschappenSenior slb en slb

Milad Djamal [email protected]: DMLA

Recht

Roel Grol [email protected]: GRL

Vakdidactiek EconomieOnderzoek

Rianne Hogedoorn [email protected]

Roostercode: HGDRJ

Vakdidactiek EconomieBedrijfseconomie

BedrijfsadministratieWiskunde

slb

Milan Janssen [email protected]

Roostercode: JNM


slb

John Kragt [email protected]: KRGTJ


Roel van Lin [email protected]

Roostercode: LINR

Vakdidactiek EconomieOnderwijskunde

slb

Coen Oosterbroek [email protected]

Roostercode: OSBC

VakdidactiekEconomieBedrijfseconomie

Bedrijfsadministratieslb


mailto:[email protected]









Maurice Straatmans [email protected]

Roostercode: SMSM

Vakdidactiek EconomieCommerciële Economie

BedrijfseconomieBedrijfsadministratie

slb

Jos Trimpe [email protected]

Roostercode: TRMPJ

OnderwijskundeAlgemene Economie

slb

Marijke Zuidhof [email protected]

Roostercode: ZHFHM

Vakdidactiek EconomieBedrijfseconomie

Bedrijfsadministratieslb





Documents

Open up new horizons - HAN University of Applied Sciences · Web viewCorporate Finance ILS-Ec2-14 SBL-3 / vakinhoudelijke bekwaamheid Semester 2, periode 3 KT CORPFIN Cijfer (≥5,5)