Upload
others
View
2
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Opdrachtenbundel:
Spel en ontwikkeling van de baby
(0 tot 6 maanden en 7 tot 12 maanden)
Doelen Na deze les kunnen jullie:
1. in eigen woorden omschrijven op welke manier spelen belangrijk is binnen de verschillende
ontwikkelingsgebieden van de baby
2. passende spelvormen koppelen aan de verschillende ontwikkelingsgebieden van de baby (0 tot 6
maanden en 7 maanden tot 1 jaar).
1.1. gepaste spelletjes koppelen aan de fysische ontwikkeling van de baby (grove en fijne
motoriek, oog- en handcoördinatie)
1.2. gepaste spelletjes koppelen aan de psychische ontwikkeling van de baby (cognitieve,
dynamisch-affectieve, morele, sociale ontwikkeling)
3. in dialoog met anderen constructief samenwerken aan eenzelfde opdracht
4. luisteren naar elkaars inbreng
5. systematisch samenwerken aan de groepsopdracht en daarbij de tijd in het oog houden
Lesverloop
WELKE LES WAT? HOE?
Inleidende les Spelen is ontwikkelen; Ontwikkelingsdomeinen; Ontwikkelingsfasen
Onderwijsleergesprek
Les over de baby
Spel en ontwikkeling tussen 0 en 1 jaar - Psychisch vlak - Fysisch vlak
Hoekenwerk
Les over de baby en peuter
Spel en ontwikkeling tussen 1 en 2 jaar - Psychisch vlak - Fysisch vlak
Individueel leerpad (digitaal)
Les over de peuter en kleuter
Spel en ontwikkeling tussen 2 en 6 jaar - Psychisch vlak - Fysisch vlak
Bingo leerspel
Afsluitende les Afsluiting lessen en voorbereiding observatie Quiz en observatieleidraad
!Opmerking: We splitsen op per leeftijdsfase, MAAR weet dat elk kind op zijn/haar tempo ontwikkelt.
Het kan dus zijn je op je stage met kinderen zult werken die bepaalde dingen pas later of net eerder
kunnen. Dit is normaal.
!Opmerking: We splitsen op per ontwikkelingsgebied (psychisch - fysisch), MAAR weet dat spelletjes
meestal de verschillende ontwikkelingsgebieden tegelijk stimuleren. Een tikspelletje zal bv. niet
alleen de motorische maar ook de sociale en morele ontwikkeling stimuleren.
Hoek 1: Fysische ontwikkeling van de baby (0 tot 6
maanden)
In deze hoek krijgen jullie 10 minuten tijd om opdracht A en B te maken.
Indien klaar gaan jullie naar opdracht C (uitbreidingsopdracht).
Opdracht A:
1. Bekijk de video tot aan 4:30: Kind & Gezin Kind en Gezin: Zintuiglijke ontwikkeling 0-2
maanden
2. Vul onderstaande vragen in op basis van wat je hoort in het filmpje.
Het zicht
Het contact dat de baby heeft met de buitenwereld verloopt hoofdzakelijk via de zintuigen.
De baby gaat een bewegend voorwerp met de ogen volgen.
Welk speelgoed zien jullie in het filmpje?
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….
De baby kijkt naar voorwerpen met een groot contrast, grote, felgekleurde, ronde en niet te
ingewikkelde vormen.
Wat is het meest boeiende en fascinerende speelgoed voor de baby?
………………………………………………
Wat kan een baby overprikkelen en onrustig maken?
………………………………………………………………………
Het gehoor
De baby is geboeid door de geluiden die hij kent, zoals …………………………………………… en
……………………………………………….
De baby reageert op de …………………. van de verzorger.
…………………………………………………………………… zullen de baby kalmeren.
Welke activiteiten doen de verzorgers met hun baby in het filmpje? Wat doet de mama? Wat doet de
papa?
………………………………………………………………………………………….
………………………………………………………………………………………….
………………………………………………………………………………………….
De baby gaat de kant waar het geluid vandaan komt met zijn oogjes opzoeken. Hij draait zich naar
het geluid. Pas als zijn oogjes niet verder kunnen draait hij zijn hele hoofd opzij.
Opdracht B: Welk speelgoed zou je daarnaast nog kunnen aanbieden om het gehoor te stimuleren?
Omcirkel 5 verschillende soorten speelgoed uit onderstaande lijst.
knuffelbeer - muziekdoosje- -gekleurde sleutelbossen- rammelaar - liedje zingen – bal - verhalen
vertellen - klankmobiel
Opdracht C (uitbreiding): Lees onderstaande tekst individueel.
Tastzin
Via de huid komt de baby het meest in contact met de wereld. De baby houdt erg
van lichamelijk contact. Ze vinden spelletjes met lichaamscontact leuk.
Babymassage schept een sterke band tussen de verzorger en de baby. Andere
voorbeelden van spelvormen of speelgoed zijn: zachte knuffelberen,
kietelspelletjes, kleine stoffen boekjes, genieten van het bad, knuffelen en wiegen, neuze neuze,
brommende zoentjes, knuffelhapjes, … De verzorger is hun belangrijkste speelgoed!
Grove motoriek
Vanaf 4 tot 5 maanden begint de baby te rollen. Hij doet dit eerst van de buik naar de rug en dan pas
van rug naar buik. Het rollen wordt in gang gezet door de rolreflex.
Spelletjes in buiklig:
- Ga voor de baby gaan liggen en beweeg een kleurrijk voorwerp van links naar rechts voor zijn hoofdje.
Zo gaat hij zijn hoofdje geleidelijk aan meedraaien om naar het voorwerp te kijken.
- Leg de baby op zijn buik op een gymbal of strandbal en rol de baby zachtjes naar voor en naar achter, en
naar links en naar rechts. Houd de baby goed vast.
- Leg het speelgoed in een kring rond de baby. Dit stimuleert de baby om te reiken, te kijken en eventueel
te rollen.
Spelletjes in ruglig:
- Neem de voetjes en beweeg de beentjes tot ze over elkaar kruisen en doe weer open
- Houd één been naar beneden en breng het andere naar boven. Wissel van been.
- Neem de handen vast en beweeg beide armen tot ze over elkaar kruisen en weer open.
- Breng een armpje naar boven tot naast het hoofd en breng weer naar beneden. Wissen daarna van
kant.
De baby krijgt door het rollen de wereld in een ander perspectief te zien. Laat je baby nooit alleen op
een zetel, bed of verzorgingskussen. Je weet nooit welke kant hij zou kunnen rollen.
Tip voor thuis. Bekijk dit videofragment ter ondersteuning bij het stukje tekst hierboven: “Kind en Gezin: Grove motoriek 4-6 maanden”
Fijne motoriek en oog-hand-coördinatie
De baby ontdekt dat hij met zijn hand kan slaan tegen een voorwerp (vb. mobiel). De baby gaat
geleidelijk aan gericht en geïnteresseerd naar dingen grijpen. Hij slaat naar voorwerpen maar is nog
onhandig. De baby neemt een voorwerp vast met beide handen. Wat in hun bereik ligt zullen ze
vastpakken, zwaaien, sabbelen, in de mond stoppen, bijten, aaien. Let op dat het speelgoed geen
losse onderdelen bevat want dit kan erg gevaarlijk zijn indien dit in het mond terecht komt.
Andere voorbeelden van spelvormen of speelgoed zijn: de verzorger beweegt zijn hoofd heen en
weer, rammelaar, knijp- en duwspeeltjes, gekleurde babysleutelbossen, activity center, mobiel.
Tip voor thuis. Bekijk dit videofragment ter ondersteuning bij het stukje tekst hierboven: “Kind en Gezin: Fijne motoriek 4-6 maanden”
Hoek 2: Psychische ontwikkeling van de baby (0 tot 6 maanden)
Duur: 10 minuten
Opdracht: Er liggen verschillende kaartjes op tafel. Deze bestaan uit drie verschillende kleuren.
Kleur rood: de verschillende domeinen van de psychische ontwikkeling: cognitieve ontwikkeling,
sociale en dynamisch-affectieve ontwikkeling en morele ontwikkeling.
Kleur groen: stukje tekst horende bij een bepaald domein.
Kleur blauw: spelletjes horende bij een bepaald domein.
Leg de juiste titel (rood) bij de juiste uitleg (groen) en zoek de bijhorende spelletjes (blauw). Maak
steeds combinaties van drie kleuren die aan elkaar gelinkt zijn.
Extra (uitbreiding): Als jullie tijd over hebben bekijken jullie volgende filmpjes. Deze zijn te vinden op
Youtube onder volgende benaming:
- Kind en Gezin: Verstandelijke ontwikkeling 0-2 maanden
- Kind en Gezin: Verstandelijke ontwikkeling 2-4 maanden
- Kind en Gezin: Verstandelijke ontwikkeling 4-6 maanden
- Kind en Gezin: Sociaal-emotionele ontwikkeling 0-2 maanden
Hoek 3: Fysische ontwikkeling van de baby (7 tot 12 maanden)
Duur: 10 minuten
Maak opdracht A, B en C. Lees de uitbreiding indien jullie tijd over hebben.
Opdracht A:
1. Lees het stukje tekst
2. Kijk naar het filmpje en let op het speelgoed dat gebruikt wordt
3. Vul in welke soorten speelgoed/spelvormen jullie gezien hebben die de fijne motoriek stimuleren
Fijne motoriek
De baby kan iets pakken met duim en wijsvinger. Hij/zij kan het kleinste kruimeltje pakken:
pincetgreep. De baby kan aanwijzen met één wijsvinger en heeft zijn afzonderlijke vingers onder
controle. De baby heeft nog moeite met het strekken van de vingers: hij/zij leert een voorwerp
vastpakken en terug loslaten. Er ontstaat een groeiende handigheid. De baby gaat voorwerpen
omdraaien, verplaatsen, leeggooien, instoppen, terug tevoorschijn halen, van de ene naar de andere
hand. De baby ontdekt of een voorwerp hard of zacht is, of er randjes aan zitten, of het rond of glad
is.
Video: Kind en Gezin: Fijne motoriek 6-8 maanden (1:13)
Vul in welke soorten speelgoed / spelvormen jullie gezien hebben die de fijne motoriek stimuleren:
……………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………….
………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………….
Andere voorbeelden zijn (uitbreiding):
- Laten experimenteren met kleine rozijntjes
- Papier verscheuren, verfrommelen
- Voelboeken
- Zand in een bakje gooien en door zijn vingers laten glijden
- Een schepje, zeefje en emmertje: ervaren van droog zand, nat zand.
- Laten ervaren wat zwaar en licht is, dik en dun, hoog en laag, groot en klein, veraf en dichtbij via
een bal, bromtol, spiegel, stapelblokken, dingen op wieltjes vooruit duwen / trekken, open en
dicht doen, in en uitladen, …
- Zang of bewegingsspelletjes
- Speeltjes waar iets in zit
- Activity center
- Speelgoed gsm
- Klappen in de handjes
Opdracht B:
1. Lees het stukje tekst
2. Kijk naar het filmpje en let op het speelgoed dat gebruikt wordt
3. Vul in welke soorten speelgoed/spelvormen jullie gezien hebben die de grove motoriek
stimuleren
Grove motoriek
De baby leert rechtop zitten en kijkt nu vanuit een ander gezichtspunt naar zijn omgeving.
De baby doet zijn eerste kruippogingen. De meeste kinderen gebruiken eerst de tijgersluipgang
(steunend op ellebogen en met gestrekte benen vooruitschuivend). Geleidelijk aan gaan ze kruipen
op handen op handen en knieën. Wanneer de baby begint te kruipen is het belangrijk dat je goed in
de gaten houdt dat hij geen kleine of giftige dingen in zijn mond stopt!
Baby’s gaan ook op hun billen door de kamer schuiven en proberen zich op te trekken aan het
meubilair, ... De baby loopt als de verzorger hem een hand geeft.
Video: Kind en Gezin: Grove motoriek 6-8 maanden (2:31)
Vul in welke soorten speelgoed / spelvormen jullie gezien hebben die de grove motoriek stimuleren:
……………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………….
Andere voorbeelden zijn (uitbreiding):
- Bewegend speelgoed (om je baby in beweging te krijgen)
- De verzorger kruipt op handen en knieën
- Bouw een toren dat hij/zij mag kapot gooien
- Samen dansen (door handjes vast te houden)
- Babyzwemmen
Opdracht C: Lees onderstaand stukje tekst over de oog-hand-coördinatie van de baby
Oog-hand-coördinatie
De baby ziet een voorwerp en gaat er bewust naar grijpen met zijn hand. De twee handen leren
steeds beter samenwerken. De baby kan rond de 7 maanden in elk handje een speeltje houden of
tegen elkaar slaan. Dingen uit elkaar trekken of laten vallen wordt interessant.
Voorbeelden van speelgoed of spelvormen:
- Papier verscheuren, verfrommelen
- Speeltjes waar iets in zit
- Alle huisraad kan dienen om mee te experimenteren
Hoek 4: Psychische ontwikkeling van de baby (7 tot 12 maanden)
Duur: 10 minuten
Cognitieve ontwikkeling
Opdracht A.
1. Lees de beschrijving onder het kruiswoordraadsel.
2. Vul het juiste woord in.
3. Kies uit onderstaande woordenrij.
Onderzoeken, scheidingsangst, objectpermanentie, praten, brabbelen, wandelen, verstoppertje,
verkennen
Opdracht B.
1. Kijk naar de afbeeldingen. Dit zijn spelvormen / speelgoed die de cognitieve ontwikkeling van de
baby (7 tot 12 maanden) stimuleren
2. Schrijf de juiste benaming onder de juiste afbeelding
3. Kies uit onderstaande woordenlijst
Handpop, bal, speelgoed verstoppen en de baby laten zoeken, activity center, rammelaar, liedjes
zingen, concrete voorwerpen of speelgoed aanbrengen, kiekeboe spelen, voorlezen uit een
prentenboekje, praten tegen de baby, genieten van een badje
………………………………………………………. ……………………………..
……………………………………………….
………………………… ……………………………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………
Sociale en dynamisch affectieve ontwikkeling
Opdracht A.
1. Lees de beschrijving onder het kruiswoordraadsel.
2. Vul het juiste woord in.
3. Kies uit onderstaande woordenrij.
Sensorisch, scheidingsangst, veiligheid, verlatingsangst, transitioneel, hechting
De baby heeft interesse in de verzorger en wil dingen nadoen of wil graag helpen.
Opdracht B.
1. Kijk naar de afbeeldingen. Dit zijn spelvormen / speelgoed die de sociale en dynamisch-affectieve
ontwikkeling van de baby (7 tot 12 maanden) stimuleren
2. Schrijf de juiste benaming onder de juiste afbeelding
3. Kies uit onderstaande woordenlijst
Gereedschapskist vullen en legen, knuffelen en wiegen, in de tuin wroeten, knuffelbeer (veilig
gevoel), pakkertje spelen, liedjes zingen,
………………………………….
………………………………………………………
……………………………………………………………………….
……………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………
Morele ontwikkeling
Opdracht: lees onderstaande uitleg.
De baby begrijpt het nog niet goed, maar voelt het wel aan als de verzorger ‘ja’ of ‘nee’ of ‘pas op’
zegt. De baby vergeet vlug wat niet mag.
Evaluatie groepswerk
Opdracht: Evalueer in groep hoe het groepswerk verlopen is. Jullie krijgen hiervoor 5 minuten de tijd.
Denk na over zowel het product (=eindresultaat) als het proces (= hoe hebben we samengewerkt om
ons doel te bereiken?)
1. Productevaluatie:
- Wat neem je zeker mee uit de les?
- Heb ik op alle vragen een antwoord kunnen formuleren?
2. Procesevaluatie:
- Hoe is het groepswerk verlopen?
- Wat verliep goed?
- Wat verliep minder goed?
- Hoe heb ik mijn rol ervaren tijdens het groepswerk?