Upload
dangbao
View
221
Download
3
Embed Size (px)
Citation preview
STUDIE 91
O P L E I D I N G S P R O F I E L
landschaps- en tuinarchitectuur
O P L E I D I N G S P R O F I E L
landschaps- & tuinarchitectuur
studiegebied : architectuuropleiding : landschaps- & tuinarchitectuursector : architectuur
Sectorcommissie Hogeschoolonderwijsvan de Vlaamse Onderwijsraad
D/1998/6356/31
De leden van de werkgroep opleidingsprofielen zijninhoudelijk verantwoordelijk voor het opleidingsprofiel.
De Vlor heeft enkel ingestaan voor een uniforme en toegankelijke lay-out.
IN H O U D O P L E I D I N G S P R O F I E L L A N D S C H A P S- & T U I N A R C HI T E C T U U R
INHOUD
HOOFDRUBRIEK 1: INLEIDING 1
1.1 Identificatie van het opleidingsprofiel 1
1.2 Opdracht 1
1.3 Ontwikkelingsproces 1
1.4 Legitimatie 1
HOOFDRUBRIEK 2: SITUERING VAN DE OPLEIDING 2
2.1 Gegevens uit de beroepenwereld 22.1.1 Beroepenstructuur 22.1.2 Lijst van de geraadpleegde beroepsprofielen 32.1.3 Visie 32.1.4 Visie van de commissie beroepsprofiel 7
2.2 Gegevens uit de onderwijswereld 72.2.1 Studiegebied, opleidingen en opties 72.2.2 Aanverwante studiegebieden, opleidingen, opties 82.2.3 Diploma’s en getuigschriften 82.2.4 Recente evoluties in het aantal uitgereikte diploma’s voor de
opleiding 82.2.5 Gelijkaardige opleidingen en diploma’s in het buitenland 92.2.6 Geografische spreiding van de beroepsactiviteiten in Vlaanderen 102.2.7 Geografische spreiding van het opleidingsaanbod in Vlaanderen 102.2.8 Infrastructuur 112.2.9 Kwantitatieve beschrijving van het totaal aantal studenten
in de opleiding 112.2.10 Kwantitatieve beschrijving van de eerstejaarsstudenten van
de opleiding 112.2.11 Inhoudelijke profilering van de opleiding in binnen-
en buitenland 12
2.3 Verantwoording van de opleiding 13
HOOFDRUBRIEK 3: HET OPLEIDINGSPROFIEL 13
3.1 De exacte benaming van de opleiding 16
3.2 Globale beschrijving van de opleiding 16
3.3 Beroepsgericht opleidingsprofiel 173.3.1 Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielen 173.3.2 Concrete uitwerking van de vertaalslag 173.3.3 Samenvatting van belangrijke oriënterende gegevens 17
IN H O U D O P L E I D I N G S P R O F I E L L A N D S C H A P S- & T U I N A R C HI T E C T U U R
3.4 Herwerking van het beroepsprofiel 173.4.1 Clustering per typefunctie/deelfunctie 173.4.2 Schema formulering basiscompetenties 20
3.5 Sleutelkwalificaties 30
3.6 De kern van het opleidingsprofiel 30
3.7 Relevantie van het opleidingsprofiel voor de herschikking van dekwalificatiestructuur 31
HOOFDRUBRIEK 4: DOELGROEPEN VAN HETOPLEIDINGSPROFIEL 33
HOOFDRUBRIEK 5: BIBLIOGRAFIE 34
HOOFDRUBRIEK 6: MEDEWERKERS 35
O P LE I D I N G S P R O FI E L LAN D S C HAP S- & T U I N AR C HI T E C T U U R 1
H O O F D R U B R I E K 1 : I N L E I D I N G
1.1 Identificatie van het opleidingsprofielStudiegebied : architectuurOpleiding : landschaps- en tuinarchitectuurSectorcommissie : architectuur
1.2 Opdracht
1.2.1 OpdrachtgeverRaad voor het Hoger onderwijs, Koepelcommissie in uitvoering van de ministeriëleopdracht d.d. 22 maart 1995 over beroeps- en opleidingsprofielen in het hogeronderwijs.
1.2.2 OpdrachtOpmaken van een opleidingsprofiel voor de opleiding Landschaps- entuinarchitectuur.
1.2.3 DoelstellingOpmaken van een basisdocument, als schakel tussen het beroepsprofiel en hetopleidingsprogramma.
1.3 OntwikkelingsprocesProcedureHet opleidingsprofiel werd opgemaakt volgens de DVO-handleiding encorrespondeert derhalve met de door de DVO gevraagde rubrieken.
1.4 LegitimatieHet opleidingsprofiel dient gelegitimeerd te worden door de Raad voor het Hogeronderwijs.
O P LE I D I N G S P R O FI E L LAN D S C HAP S- & T U I N AR C HI T E C T U U R2
H O O F D R U B R I E K 2 : S I T U E R I N G V A ND E O P L E I D I N G
2. 1 Gegevens uit de beroepenwereld
2.1.1 Beroepenstructuur
2.1.1.1 Functie
− Ambtenaar− Beheerder van groene ruimten− Zelfstandig ontwerper− Medewerker bureau
2.1.1.2 Aanverwante beroepen
− Aannemer groenaanleg en -onderhoud− Bedrijfsleider− Verkoop− Zelfstandig ontwerper + aannemer
Vastleggen van de functieclusters en het beroep1
Beroep Landschaps- en tuinarchitectBasis Afgeleiden
Type-functie
Ontwerpen Technieker Beheer Aanleg Bedrijfs-leider
Ver-koop
Taken Klantencon-tactOnderzoekOntwerpOpleveringRapporteringAdvisering
OnderzoekTechnischeplannenBeplantings-plannenBestek makenWerfopvolgingOpleveringRapporteringAdvisering
OnderzoekBeheersplannenBeplantigsplannenBestek makenWerfopvolgingOpleveringRapporteringAdvisering
Werf-leider
1 Beroepsprofielen, Sector: architectuur, Studiegebied Architectuur, Opleiding: Landschaps- en
tuinarchitectuur, Beroep: Landschaps- en tuinarchitect, Vlor, Brussel,1996, p. 12.
O P LE I D I N G S P R O FI E L LAN D S C HAP S- & T U I N AR C HI T E C T U U R 3
Beroepscombinatiemogelijkheden binnen de typefuncties2
Beroep Landschaps- en TuinarchitectBasis Afgeleiden
Typefunctie Ontwerpen
Tech-nieker
Beheer Aanleg Bedrijfs-leider
Verkoop
Combinatie ✗ ✗ ✗
Mogelijk-heden
✗ ✗
✗ ✗✗ ✗
✗ ✗✗ ✗✗ ✗✗ ✗✗ ✗
✗ ✗ ✗✗ ✗
✗
2.1.2 Lijst van geraadpleegde beroepsprofielenHet opleidingsprofiel werd opgemaakt op basis van één beroepsprofiel, nl. hetberoepsprofiel van de Landschaps- en tuinarchitect.
2.1.3 VisieLandschapsarchitectuur is een ontwerpende discipline binnen het kader van deruimtelijke ordening. Het gaat om bestemming, ontwerp, inrichting en beheer vande gebouwde en begroeide omgeving in stad en landschap.
“Landschapsarchitectuur tracht op een beeldende wijze problemen op te lossen.Hierbij spelen naast planologische en technische randvoorwaarden ook debetrokkenen een rol.” 3
“Veelal maakt men in het vak gebruik van hulpwetenschappen (zoals bodemkunde,vegetatiekunde, e.d.). Theorieën uit de hulpwetenschappen kunnen niet zomaarovergeheveld worden naar het ontwerpen zelf. Immers bij het ontwerpen staat hetveranderen van een bestaande toestand van de ruimte centraal en niet debeschrijving en verklaring van de toestand”4
2.1.3.1 Historische context
Wanneer André le Nôtre Versailles ontwierp voor koning Lodewijk XIV was zijnofficiële titel “Jardinier du Roi”, nu worden zijn afstammelingen “Paysagistes”,“Architectes-Paysagiste” of “Landscapers” genoemd. Deze verschuiving van tuinnaar landschap, van tuinman naar landschapsarchitect is niet alleen evident voorFrankrijk. In Engeland werd de Landscape gardener een Landscape architect. InDuitsland verruimde de “Gartenarchitekt” zijn naam tot “Garten- undLandschaftsarchitekt”. Een gelijkaardige evolutie is vast te stellen in Nederland, deScandinavische landen en België. Deze verandering of aanpassing van de titel geeftaan dat het opdrachtenpakket uitbreidde en veranderde, dit vooral in de 2de helft
2 Beroepsprofielen, , Op. Cit., p. 12.3 Meeus, J.,Dr, Op zoek naar een instrumentarium voor ontwerpkritiek in de landschapsarchitectuur,
Wageningen, Landbouwhogeschool, 1984, p. 308.4 Meeus, J., Dr., Op. Cit., p. 309.
O P LE I D I N G S P R O FI E L LAN D S C HAP S- & T U I N AR C HI T E C T U U R4
van deze eeuw. De Europese Landschapsarchitect is actief geworden in hetontwerpen en plannen van de buitenruimte op alle schaalniveaus van balkon totlandschap.
“The profession is like one of those plants, whose name I cannot recall, that springfrom a single root but appear above the ground in myriads of tender green shoots.In short, our profession is so wide in its ramifications that it is extremely difficultto comprehend what are its limitations. It is possible for a landscape plannerconcerned with the layout of a country zone, including the grouping of buildingsand roads and landforms, to commission another landscape architect to prepare adetailed overal plan including planting, who in turn would commission yet a thirdmember of our species to design the small individual domestic garden within thewhole.
This range surely is unique, and it does not require great vision to appreciate thatif the world remains stable, it will fall upon the landscape architect to form theultimate counterbalance to the engineer. If in the meantime, his profession is hard;with poor but heroic education; with an unattractive promise of material gain;with work so exacting of material gain, changeful, and moody, as to tire thepatience of any other professional; still, there is knowledge that he is groping hisway to a considerable future and that he has with him even today the possibility ofan art that leaves us breathless.” 5
2.1.3.2 Hedendaags arbeidsterrein
Het arbeidsterrein van de Landschaps- en tuinarchitectuur ontplooit zich op degrens van het artistieke, het agrarische, ecologische en het architectonische. Dieverschillende aspecten van het beroep geven in binnen- en buitenland aanleiding totspanningen binnen het beroepsveld. Deze spanning kan de sterkte, maar ook dezwakheid uitmaken, indien exclusieve, prioriteiten, monopolies of hiërarchischeverhoudingen zich manifesteren. Door een al te éénzijdige benadering van deartistieke , de agrarische, ecologische of de architectonische visie zou men hetwerkterrein sterk verengen en ingaan tegen de actuele tendens naar polyvalentievan de diploma’s in het hoger onderwijs. Dit wordt nog versterkt door recenteevoluties in de beroepswereld, waarbij projectstudies op (micro-), meso-, ofmacroschaal enkel kunnen worden gerealiseerd door studiebureaus metmedewerkers uit een veelheid aan beroepen zoals stedenbouwkundigen,planologen, milieudeskundigen, sociologen, economen, ingenieurs, biologen,geografen, architecten, ecologen en ook landschaps- en tuinarchitecten.
5 Jellicoe, Sir G. A. ,A Tabel for Eight, IFLA Yearbook 1985/86, Versailles, p. 21.
O P LE I D I N G S P R O FI E L LAN D S C HAP S- & T U I N AR C HI T E C T U U R 5
Situering van het beroep van landschapsarchitect binnen de ruimtelijke ordeningen in relatie tot de opleiding landschaps- en tuinarchitectuur
Plan- Planvorm Plantype Schaal Steden- Opleidinggebied bouw
Planologie
1 jaarLta
2 JaarLta
3 jaarLta
voLo Verderestudie
LandProvincie
RSVStreekplanGewestplan
InternationaleNationalestructuren
1/500 000tot1/25.000
Macro -planning
✗
GewestStad
APAStructuurplanLandschapsplan
StadsstructurenGemeentelijkestructurenZoneringsplan-nenGrondgebruik
1/25.00tot 1/5.000
Meso-planning
✗ ✗
GemeenteGehucht
APA - BPA*Structuurplan*GNOPLa ontwikkeling
LokalestructurenBepaling vangrondgebruik
1/10.000tot 1/1.000
Micro-planning
✗ ✗ ✗
Wijk DeelstructuurplanBPA*Groenplan
Inrichting 1/2.000tot 1/500
✗ ✗ ✗
Openbareruimte
Projectplan Vormgevingomgeving
1/1.000tot 1/200
✗ ✗ ✗
Tuin Tuinplan Tuinontwerp 1/200 tot1/1
✗ ✗
* Als medewerker
2.1.3.3 Europese professionele situatie
“Landscape architects within the European Union, like members of all other re-gulated professions, must be prepared for the time when “the freedom of move-ment, the right of etablishment and the freedom to provide services” betweencitizens of member countries will be put into effect. An important condition is aprofessional qualification in all member states of roughly the same level. Schoolsmust therefore organize courses and issue diplomas that are compatible in leveland content, even if not necessarily identical. The European Authority in Brusselsissued a Directive (89/48/EEC) in december 1988, in which the procedures andconditions are set out for what is called “a general system for recognition ofhigher-education diplomas awarded on completion of professional education.” 6
Dit is 3 jaar Hoger beroepsonderwijs minimum.
”Part of the European Policy towards free exchange is to enable students to obtainparts of their professional training at different universities and schools throughoutEurope. This puts demands on the exchangeability and compatibility of elementswithin courses, or course modules, in all schools, even if they teach in differentlanguages. With the expected expansion of the EU this problem becomes morecomplicated. Almost every new member state brings in its own teaching methods,another language and different cultural outlook.” 7
6 Vroom, Meto J, Landscape architecture planning in Europe: developments in education and the need for a
theoretical basis, Landscape and urban planning, volume 30, 1994, Amsterdam, p. 113.7 Vroom, Meto, Op. Cit., p. 113.
O P LE I D I N G S P R O FI E L LAN D S C HAP S- & T U I N AR C HI T E C T U U R6
2.1.3.4 Europese juridische situatie
Art 4 van de Europese richtlijn van 10 juni 1985 stelt dat : “De totale duur van deopleiding moet ten minste, hetzij vierjaar full-time studie aan een universiteit ofeen vergelijkbare onderwijsinstelling, hetzij zes jaar studie, waarvan tenminstedrie jaar full-time, aan een universiteit of een vergelijkbare onderwijsinstellingbedragen”.
2.1.3.5 Visie van de Internationale beroepsvereniging
Reeds in de jaren ‘60 vond de International Federation of Lanscape Architects,-IFLA - de driejarige opleiding van gegradueerde in de LTA niet voldoende om alslid in een beroepsvereniging aanvaard te kunnen worden. Indien de - BelgischeVereniging van Tuin- en Landschapsarchitecten - BVTL lid van de IFLA wenst teblijven, moesten de kandidaatsleden van de BVTL een proef van meesterschapafleggen onder toezicht van een IFLA-afgevaardigde.
2.1.3.6 Visie van de Europese beroepsvereniging
De European Foundation for Landscape Architecture -EFLA- heeft vanaf haaroprichting in 1989 eveneens deze voorwaarden gesteld en eist net zoals de IFLAeen minimum opleiding van vier jaar (full-time), evenals de erkenning door delokale beroepsvereniging, en een visitatiecommissie en samenwerking binnen deEuropean Conference of Landscape Schools - ECLAS.
De EFLA Declaration van april 1989 bepaalt− “The landscape architect plans and designs urban and rural landscapes in space
and time, based on natural features and historic and functional values. Thisemploys aesthetic and functional, management and scientific principles withappropriate use of technics and natural and man-made materials.”
− “...Landscape Architects must have the ability to:1 Create and sustain landscapes that satisfy human and natural requirement, whilst
giving proper consideration to the need to preserve natural environments andcultural heritage.
2 Identify and meet the needs of society in general and individual clients within theconstraints imposed by economic, ecological and cultural factors, and technicalfeasibility”.
− “...Their work is the syntesis of their knowledge of:
1 The history and theories of landscapes and related arts, technologies and humanand natural sciences, with their interrelationships
2 The fine arts as an influence of quality and aesthetics of landscape design3 Ecology and the use of natural elements as a basis for landscape conservation,
planning, design and management4 The architectural and engineering needs associated with landscapes5 The fysical problems and technologies affecting the external environment6 The relationships between man and environment7 The preservation, conservation and restoration of historic landscapes8 The role of landscape architecture as part of the international, national, regional,
local design and planning processes9 The methods of investigation, preparation of the brief for a landscape project and
environmental assessments10 The communication skills and presentation techniques11 The industries, organisations, regulations and procedures involved in
transplanting planning, design and management into landscape
O P LE I D I N G S P R O FI E L LAN D S C HAP S- & T U I N AR C HI T E C T U U R 7
12 Legislation relating to the environment and the practice of landscapearchitecture.”8
2.1.3.7 Visie van de Belgische beroepsvereniging
De Belgische Vereniging van Tuin- en Landschapsarchitecten -BVT9- aanvaardt degegradueerden in de Landschaps- en tuinarchitectuur alleen onder volgendevoorwaarden:− het beroep van landschapsarchitect effectief uitoefenen en geen bedrijvigheid
hebben die onverenigbaar is met dit beroep− minstens drie jaar praktijkervaring in de landschaps- en/of tuinarchitectuur
hebben− een proef van meesterschap afleggen
Overeenkomstig de EEG-richtlijn van 21. 12. 1988 verhoogde de BVTL in 1996 depraktijkervaring van twee naar drie jaar.
2.1.4 Visie van de commissie beroepsprofielOmtrent de bijkomende voorwaarden gesteld door EFLA en IFLA bestond in decommissie die het beroepsprofiel landschaps- en tuinarchitectuur opstelde, geeneensgezindheid. Vooral begrippen als onverenigbaarheid en proef vanmeesterschap werden in vraag gesteld.
2.2 Gegevens uit de onderwijswereld
2.2.1 Overzicht van het studiegebied, de opleiding en de opties die directovereenstemmen met de beroepenstructuur10
Overzicht studiegebied
Studiegebied BasisopleidingArchitectuur Architect-assistentie (1c)
Interieurvormgeving (1c)Landschaps- en tuinarchitectuur (1c)Architectuur (2c)Interieurarchitectuur (2c)
8 Vroom, Meto Op. Cit., p. 114.9 De BVTL is een wettelijk erkende beroepsvereniging sinds 1935, sb nr. 471-472 van 16 oktober 1935, p.
111.10 Decreet betreffende de hogescholen, 13 juli 1994, deel 1, bijlage 1 “Studiegebied Architectuur”.
O P LE I D I N G S P R O FI E L LAN D S C HAP S- & T U I N AR C HI T E C T U U R8
2.2.2 Overzicht van de aanverwante studiegebieden, opleidingen en optiesOverzicht van de aanverwante studiegebieden
Studiegebied Basisopleiding optieHandelswetenschappen en Bedrijfsbeheer (1c) MilieuadministratieBedrijfskunde Beheer, toerisme en recreatie
(1c)Industriële wetenschappenen technologie
Bouw (1c)Chemie (1c )
BouwMilieuzorg
Bouwkunde (2c) BouwkundeBouwkunde (2c) Landmeten
Biotechniek Landbouw en biotechnologie(1c)Landbouw en biotechnologie(2c)
Landbouw
Landbouw en biotechnologie(2c)
Tuinbouw
Stedenbouw** momenteel niet opgenomen in het decreet op het hoger onderwijs
2.2.3 Overzicht van de bestaande diploma’s en getuigschriften die aanvaardzijn door de desbetreffende beroepssector 11
Gegradueerde in Landschaps- en tuinarchitectuur.
2.2.4 Recente evoluties in het aantal uitgereikte diploma’s voor deopleiding12
Landschaps- en tuinarchitectuur recente evolutie uitgereikte diploma’s inVlaanderen
Academiejaar Uitgereikte diploma’s1983 – 1984 931984 – 1985 891985 – 1986 731986 – 1987 731987 – 1988 621988 – 1989 751989 – 1990 821990 – 1991 871991 – 1992 771992 – 1993 1011993 – 1994 1231994 – 1995 1281995 – 1996 1551996 – 1997 134
11 Decreet betreffende de hogescholen, 13 juli 1994, deel 1, bijlage 1 “Studiegebied Architectuur”.12 Statistisch jaarboek van het Vlaams Onderwijs 1995 - 1996, Afdeling Informatie en Documentatie, Brussel.
O P LE I D I N G S P R O FI E L LAN D S C HAP S- & T U I N AR C HI T E C T U U R 9
2.2.5 Informatie over gelijkaardige opleidingen en diploma’s in hetbuitenlandOverzicht van de opleidingen die in Europa een opleiding landschaps- entuinarchitectuur verstrekken (toestand 1992)13
1 2 3 4 5 6Diploma Aantal
jarenstudie
Weken/jaar
Totaalaantalweken
Contacturen/week
TotaleStudiebelasting
BelgiëBruxellesCERIA IPIAT
Gegradueerde in deLandschaps- entuinarchitectuur
3 36 108 39.1 4226
BrusselCOOVI-PHITS
Gegradueerde in deLandschaps- entuinarchitectuur
3 36 108 37.5 4050
VilvoordeHORTECO
Gegradueerde in deLandschaps- entuinarchitectuur
3 36 108 32 4226
MelleHILT
Gegradueerde in deLandschaps- entuinarchitectuur
3 36 108 32 422614
DenemarkenAarhus SA Diploma in Architecture 5 35 175 8.3 1450CopenhagenRDAFA
Diploma in Architecture 3(1) 30 90 35.5 3200
FrederiksbergRVAU
Cand. Hortonomia 4 30 120+ 35.9 3833
FrankrijkAngersENITHP
Igenieur Paysagiste 3 30 90 23.6 2125
VersailllesENSP
Paysagiste DPLG 4 32 128 27.1 3473
DuitslandBerlin TU Dipl Ing.
Landschaftsplanung5 30 150 - -
HannoverUNIVERSITÄT
Dipl ing. Landespflege 4.5 29 130.5 12.7 1568
KasselUNIVER-SITAT GHS
Dipl. Ing.Landschaftsplanung
5 30 150 16.8 2520
Wiesbaden FH Dipl. Ing.(FH)Landespflege
4 36 144 21 3024
NederlandAmsterdamSCH. OFARTS
Diploma (L.A.) 6 pt40 w
praktijk
42 252 5.8 1480
Velp IAH Landscape Architect 3.5+½ jaaryear out
42 147 13.2 1950
WageningenAGRICULTURAL UNIV
Ingenieur (L. A.) 6 47 188 min 16.7 3140
13 Teaching Landscape Architecture in Europe, European Foundation for Landscape Architecture, Bruxelles, 1992.14 In het originele document werd 1152 foutief opgegeven.
O P LE I D I N G S P R O FI E L LAN D S C HAP S- & T U I N AR C HI T E C T U U R10
PortugalEvoraUNIVERSIT
Degree in Landscapearch.
5 32 168 23.8 3810
SpanjeMadrid CAST.DE BATRES
U. P .M.Master in Landscapearch.
5 35 175 12.5 2185
EngelandEdingburghUNIV
Master of Landscapearch.
2 30 84 23.75 1995
Gloscat COLL B;A. (Hons) + Dip. L. A. 4 36 144 27 3888Heriot WattUNIV
B;A. (Hons) Landscape 4 33 132 8.9 1175
LeedsPOPLYTECHNIC
B;A. (Hons) + Dip. L. A. 4 30 120 30.5 3660
SheffieldUNIV
M. A. 4 30 120 18.6 2228
De aandacht dient er worden op gevestigd dat bovenstaande lijst sinds 1992 niet isgeactualiseerd.
Bijvoorbeeld− Hier in zijn niet opgenomen de Duitse Fachhochschulen die wettelijk erkende
“Landschafts- und Gartenarchitecten” vormen in 3 jaar.− Het COOVI-PHITS Brussel werd opgeheven en toegevoegd aan de
Erasmushogeschool Brussel.− Internationaal wordt uitsluitend het diploma “Landschapsarchitect” uitgereikt.
In de opleiding is ook tuinarchitectuur opgenomen. Dat er internationaal geensprake zou zijn van tuinarchitectuur is bijgevolg een foutieve interpretatie vanhet begrip “Landschapsarchitectuur”.
Een buitenlands diploma of getuigschrift kan in Vlaanderen als gelijkwaardigerkend worden met een Vlaams diploma van een hogeschool via het stelsel van deindividuele gelijkwaardigheidsprocedure. Op basis van een dossier wordt degelijkwaardigheid onderzocht en toegekend na advies van de betrokken scholen.
2.2.6 Geografische spreiding van de beroepsactiviteit in VlaanderenDe geografische spreiding van de afgestudeerden is moeilijk te achterhalen. In destatistieken zijn ze moeilijk op te sporen omdat zij onder de verschillendeberoepsbenamingen -vooral binnen de sectoren ruimtelijke ordening en groen-terecht zijn gekomen.
2.2.7 Geografische spreiding van het opleidingsaanbod15
− Erasmushogeschool - Brussel− Hogeschool - Gent
15 Decreet betreffende de hogescholen, 13 juli 1994, deel 1, bijlage 2.
O P LE I D I N G S P R O FI E L LAN D S C HAP S- & T U I N AR C HI T E C T U U R 11
2.2.8 InfrastructuurNodige infrastructuurAuditoria, ateliers, bibliotheek-mediatheek, informatica labo voor CAD en GIS,expositieruimte ,arboretum, materialenverzameling, ... .
2.2.9 Kwantitatieve beschrijving van het totaal aantal studenten in deopleiding Landschaps- en tuinarchitectuur 16
2.2.9.1 Aantal studenten landschaps- en tuinarchitectuur per studiejaar en peropleiding academiejaar 1995-1996
1ste academiejaar 2de academiejaar 3de academiejaar totaalm v t m v t m v t m v t200 80 280 122 58 180 93 52 145 415 190 605
2.2.9.2 Aantal diploma’s landschaps- en tuinarchitectuur uitgereikt op het eindevan het academiejaar 1994-1995, opgesplitst naar geboortejaar engeslacht
1969 1970 1971 1972 1973 1974m v m v m v m v m v m v1 1 1 - 5 5 14 16 25 26 17 24
2.2.10 Kwantitatieve beschrijving van eerstejaarsstudenten in de opleidingLandschaps- en tuinarchitectuur 17
2.2.10.1 Aantal diploma’s Landschaps- en tuinarchitectuur uitgereikt op heteinde van het academiejaar 1994-1995 per inrichtende macht
ARGO PrivaatRechtelijk
Provincie Vlaamsegemeenschap
Algemeen totaal
64 62 126 - - - - - - - - - 64 62 126
2.2.10.2 Onderwijsniveau in het voorgaande jaar van de generatiestudentenlandschaps- en tuinarchitectuur (registratie op 1 februari 1996)
Onderwijsniveau van de opleiding Som van studentenAndere 2Gewoon secundair instelling 172
2.2.10.3 Indeling in generatie- en niet-generatiestudenten landschaps- entuinarchitectuur (registratie op 1 februari 1996)
Generatie studentenJa 174Nee 106
16 Statistisch jaarboek van het Vlaamse Onderwijs 1995-1996, Afdeling Informatie en Documentatie.17 Statistisch jaarboek van het Vlaamse Onderwijs 1995-1996, Afdeling Informatie en Documentatie.
O P LE I D I N G S P R O FI E L LAN D S C HAP S- & T U I N AR C HI T E C T U U R12
2.2.10.4 Onderwijsniveau in het voorgaande jaar van de niet-generatiestudentenlandschaps- en tuinarchitectuur (registratie op 1 februari 1996)
Onderwijsniveau van de opleidingHUBO 90Universitair onderwijs 12
2.2.10.5 Gevolgde onderwijsvorm in de SO-opleiding van alleeerstejaarsstudenten landschaps- en tuinarchitectuur (registratie op 1februari 1996)
Onderwijsvorm van de opleidingAlgemeen 121Beroeps 14Buitenlands 1Kunst secundair 7Technisch 137Totaal 280
2.2.11 Inhoudelijke profilering van de opleiding in het buitenland18
2.2.11.1 Internationale Agrarische Hogeschool Larenstein (Velp - Nederland -H.B.O.)
De opleiding tuin- en landschapsinrichting leidt op voor kaderfuncties in de groenesector. De activiteiten van de afgestudeerden hebben betrekking op het ontwerpen,inrichten en beheren van het landelijk gebied en van de buitenruimte in het stedelijkgebied. De opleiding bestaat uit een 4-jarige opleiding waarvan één jaarpropedeuse en drie jaar opleiding. Deze opleiding onderscheidt drieafstudeerrichtingen: ontwerpen, inrichten, en beheren.
2.2.11.2 Amsterdamse Hogeschool voor Kunsten: Academie voor Bouwkunst
De studierichting Landschapsarchitectuur behoort tot het veld van disciplines diezich met inrichting en onderzoek van het landschap in de brede zin bezighouden.Hierbinnen behoort landschapsarchitectuur tot het vakgebied “ontwerpen”. Demanier waarop de ontwerpopgave kan worden geformuleerd is architectonisch (detuin), stedelijk (park en groenstructuur) of landschappelijk (het urbane landschapen landinrichting).
2.2.11.3 The Landscape Institute, London (1989)
Het Landscape Institute formuleert 12 doelstellingen m.b.t. kennis, inzicht,vaardigheden die een landschapsarchitect moet bereiken.
1 An ability to create landscapes that satisfy human and natural, aesthetic andtechnical requirements.
2 A knowledge of the history and theories of landscapes and the related arts,technologies and human and natural sciences.
3 A knowledge of the fine arts as influence on the quality of landscape design.
18 Beroepsprofielen, Op. Cit., p. 9.
O P LE I D I N G S P R O FI E L LAN D S C HAP S- & T U I N AR C HI T E C T U U R 13
4 A knowledge of ecology and horticulture as a basis for landscape conservation,planning, design and managment.
5 A knowledge of urban and rural design, planning and the skills involved in theplanning processes.
6 An understanding of the relationship between people and the natural and man-made environment.
7 An understanding of the landscape profession and its role in society.8 An understanding of the methods of investigation and preparation of the brief
for a landscape project.9 An understanding of architectural and engineering problems associated with
landscapes.10 A knowledge of physical problems and technologies affecting conditions of
comfort and the external environment.11 The necessary skills to indentify and meet users requirements within the
constraints imposed by economic factors; knowledge of the industries,organisations, regulations and procedures involved in translating planning,design and managment into landscape.
2.2.11.4 European Foundation for Landscape Architecture
EFLA formuleert de inhoud van de opleiding als volgt:“The landscape architect plans and designs urban and rural landscapes in spaceand time, based on natural features and historic and cultural values. This em-ploysaesthetic and functional managment and scientific principles with appro-priate useof technics and natural and man-made materials”.
2.2.11.5 International standard Classification of Occupations - Arbeidsbureau van Genève (1989)
Geeft de volgende inhoudelijke invulling aan het beroep:Landscape Architect− plans and designs aesthetic layout of land areas− consults with clients, engineers and architects about an overall program− studies site conditions− prepares working drawings, specifications and cost estimates for landscaping− supervises landscaping− may specialize in a particular type of landscape architecture
2.3 Verantwoording van de opleiding“De ingrijpende sociale veranderingen in de 19de eeuw, onder meer ten gevolgevan de Industriële Revolutie en van de Franse revolutie, zullen de beperking vande landschapsarchitectuur tot een aristocratisch toepassingsgebied doorbreken.Van dan af gaat de aandacht naar de (her)ordening van het snel veranderendstedelijk landschap waar een grote nood aan groen bestaat. Een meerdetaillerende kijk richt zich ook op de tuintjes van de kleine burgerwoningen. Dezemeer kleinschalige aanpak resulteerde in de ontwikkeling van de tuinarchitectuur.Het resultaat is dan ook dat het werkterrein van landschapsarchitecten zich opverschillende schaalniveaus laat situeren. Op microniveau betreft het eenhedenzoals tuinen, plantsoenen en pleinen. De concrete invulling van de ruimten gebeurter door de tuinarchitect. Op mesoniveau betreft het eenheden zoals parken, bossen,gebieden voor openluchtrecreatie, enz. De concrete vormgeving ervan wordtmeestal toebedeeld aan de moderne landschapsarchitect. Het macroniveau
O P LE I D I N G S P R O FI E L LAN D S C HAP S- & T U I N AR C HI T E C T U U R14
tenslotte omvat de niet-bebouwde ‘open ruimte’, het platteland. De vormgevingheet hier ook ‘landinrichting’ en gebeurt in de beste gevallen in samenspraak metingenieurs, landschapsarchitecten en beoefenaars van andere wetenschappelijkedisciplines.”19
“Er worden in deze tijd waarschijnlijk meer tuinen, parken enlandschapselementen aangelegd dan in alle voorgaande tijdperken bij elkaar,maar de belangstelling ervoor is zeldzaam gering. Getroost men zich groteinspanningen om het behoud van bestaande zaken na te streven, voor de concretevormgeving van nieuwe ontwikkelingen loopt vrijwel niemand warm. Wat groen is,is meegenomen, en verder kijkt men niet, zo zou de publieke betrokkenheid bij hetgroengebied gekenmerkt kunnen worden. En dat, terwijl de vormgeving vanhedendaagse parken en aanverwante objecten allerminst boven elke discussieverheven mag worden genoemd, er is voor wie het zien wil genoeg kritiek televeren.”20
In de ruimtelijke ordening en stedebouw worden landschappen, zoals de meestemensen zich die voorstellen, gezien als een deel van de Open Ruimte. Die ruimtemoet geordend worden en ‘productief’ gemaakt worden. Dit resulteerde in de eersteplaats tot een ‘verbruik’ van de open ruimten ten behoeve van de bouw en deeconomische ontwikkeling. De eerste reacties tegen die ontwikkeling kwamen vanhet natuurbehoud. De aandacht ging hierbij in het begin niet uit naar de mens, maarnaar de bedreigde planten en dieren. Ondertussen is gebleken dat wat er met hetlandschap gebeurt ook belangrijk is voor de mens die er in woont, werkt, verblijft,rust, speelt, kortom leeft. Die mentaliteitsverandering was en is nog steeds sterkecologisch gestuurd: duurzame ontwikkeling en ecologisch evenwicht die hetvoortbestaan van soorten, inclusief de mens, op lange termijn moet verzekeren.
De laatste jaren is echter het besef gegroeid dat ook het erfgoed en de vormgevingessentiële aspecten zijn die de waarde en betekenis van onze omgeving bepalen.Het besef groeit dat de banale uniformering en ‘ontmenselijkte’ schaalvergrotingengeen goed doen aan ons gevoel van welzijn in onze leefruimte.” 21
“De architectoniek van het landschap is hier blijkbaar een nog onbekend en bijvoorkeur te mijden begrip. Zeker in vlakke gebieden wordt speculatieve fantasienog aangewakkerd omdat geen enkele natuurlijke rem een ongebreideldewildgroei in de weg staat. Wat zou dan de meerwaarde kunnen zijn wanneerlandschap en gebouwd object elkaar kunnen aanvullen? Wanneer schijnbaaronzichtbare waarden in de omgeving aanleiding zouden kunnen geven tot eeninspirerende wisselwerking tussen gebouw en landschap ? Het betreft eensensibilisering voor het ontbreken van landschappelijke kwaliteiten.”22
Een opleiding landschaps- en tuinarchitect komt tegemoet aan een aantal reëlebehoeften vanuit socio-economische en politiek-maatschappelijke factoren. Kortsamengevat zijn deze factoren:
19 Antrop, M., Dr., Het landschap meervoudig bekeken, Kapellen, 1989, p. 339.20 Lörzing, Han, De angst voor het nieuwe landschap. Beschouwingen over landschapsontwerp en
landschapsbeheer, s’Gravenhage, 1982, p. 21.21 Antrop, M., Dr., Waarom landschappen belangrijk (moeten) zijn, Symposium. Naar een integrale
landschapszorg in Vlaanderen, BBL, Brussel, 1997.22 De Saeger, R., Tot een nieuwe landschappelijke typologie, A+ - Architectuur 119, Brussel, 1992, p. 26.
O P LE I D I N G S P R O FI E L LAN D S C HAP S- & T U I N AR C HI T E C T U U R 15
Socio-economische factoren− sociologisch is de belangstelling voor de leefomgeving door de beleidsinstanties
onomzeilbaar bv. het opmaken van een MER− toename vrije tijd + toename bestedingsbudget (creatie van behoeften)− toename informatie (boeken en tijdschriften met foto’s van prachtige tuinen)− groen zit in de lift− de markt groeit voor:
• privé-tuinen• landschapsherstel en landschapsontwikkeling(GNOP, GLOP, LOP, ...)• beheer van groene ruimten bij de overheid• landinrichtingsplannen• micro-, meso- en macroplanning (meer en meer medewerker in groot
ontwerpbureau, multidisciplinair)• vaak combinatie ontwerp + realiseren• ambtenaren: steeds meer landschaps- en tuinarchitecten in steden en
gemeenten• aandacht voor groenbeheer (functionele en ruimtelijke benadering)
Technologische factoren− informatisering van ontwerpen, lastenboeken, typedetails... GIS− grotere beschikbaarheid van software− de informatisering en de erosie van de tewerkstelling evolueren sneller dan de
groei van de markt
Politiek maatschappelijke factoren− landschapsplanning is pluridisciplinair (stedenbouw en R.O.) -ontwerpbureaus− meer en meer buitenlandse ontwerpbureaus voor grote projecten in België zodat
beginnend zelfstandige niet meer in aanmerking komt voor grote openbareprojecten, en dus niet de kans krijgt om zich te ontplooien (groot te worden)
− zoals voor vele beroepen ligt een belangrijk arbeidsterrein in het buitenland− milieu- en groenproblemen horen meer en meer aan de orde, doch weinig
belangstelling vanwege de overheid voor de landschaps- en tuinarchitect i.v.m.openbare groenprojecten. De ruimtelijke planning komt op gang (bv.Structuurplan Vlaanderen), maar heeft nog steeds een enorme achterstand invergelijking met de ons omringende landen”23
23 Beroepsprofielen, Op. Cit., p. 1.
O P LE I D I N G S P R O FI E L LAN D S C HAP S- & T U I N AR C HI T E C T U U R16
H O O F D R U B R I E K 3 : H E TO P L E I D I N G S P R O F I E L
3.1 De exacte benaming van de opleidingLandschaps- en tuinarchitectuur.
3.2 Globale omschrijving van de opleidingDe opleiding Landschaps- en tuinarchitectuur leidt studenten op die binnen hetkader van de ruimtelijke planning de bestemming, het ontwerpen en beheren van deniet-bebouwde ruimte in stad en landschap als werkterrein hebben.
Specifiek aan de opleiding zijn de verschillende schaalniveaus, het procesmatigewerk, de tijdsfactor en het veranderlijke karakter van de context waarbinnengewerkt moet worden.
“Pour réussir, on le voit bien, le paysagiste doit être plus un homme cultivé qu’unhomme érudite. La vraie culture est, je crois, la transcendance de la vocation.C’est-à-dire, prendre dans son métier suffisamment de hauteur pour jeter desregards autour de soi, être attentif à ce que font les autres et éviter, avant tout, dese cantonner dans sa spécialité.Le paysagiste a une magnifique mission à remplir. Il peut être un coördinateur si,en plus de sa culture, de son sens artistique, il apporte sa connaissance profondede la plante.” 24
3.3 Beroepsgericht opleidingsprofiel
3.3.1 Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielenBeroepsprofiel: Landschaps- en tuinarchitectuur.
3.3.2 Concrete uitwerking van de vertaalslagHet beroepsveld van de landschapsarchitect is zo verscheiden, dat het onmogelijk iseen opleidingsprofiel te schrijven dat alle activiteiten van het beroep omvat. Deberoepsactiviteit verandert voortdurend. Sommige verliezen hun belang, nieuweworden toegevoegd, zodat een in extenso uitgeschreven opleidingsprofiel nooitadequaat kan inspelen op het professioneel dynamisme.
Het opleidingsprofiel richt zich op de specifieke kern van de opleiding landschaps-en tuinarchitectuur. Deze kern concentreert zich op planning, ontwerp en tekenen,met het accent enerzijds op methoden en techniek (planten en materialen), enanderzijds op ecologie en ethologie, m.a.w. er wordt geopteerd voor een openopleidingsprofiel.
24 Pechere, R. , Jardin dessinés. Grammaire des jardins, Bruxelles, 1987, p. 11.
O P LE I D I N G S P R O FI E L LAN D S C HAP S- & T U I N AR C HI T E C T U U R 17
Het beroepsprofiel behoort tot het type D.Het beroepsprofiel is een opsomming van taken, kennis en attitudes zonderduidelijk onderscheid en er is geen clustering van taken.
3.3.3 Samenvatting van belangrijke oriënterende gegevens uit hetberoepsprofielEr werd een analyse uitgevoerd van de uitgeschreven taken. De taken die opverschillende plaatsen in het document zijn te vinden, worden gecodeerd naar eentypefunctie op basis van de lijst van typefuncties van de Dienst voor Onderwijs-ontwikkeling - handleiding Beroepsprofielen.
1 Voorbereiding2 Creatie3 Advies4 Organisatie5 Bedrijfsbeleid6 Bedrijfsbeheer7 Communicatie8 Controle9 Onderhoud10 Samenwerking
3.4 Herwerking van het Beroepsprofiel
3.4.1 Clustering per typefunctie/deelfunctieIn het herwerkte beroepsprofiel werden de taken geclusterd per typefunctie en waarmogelijk per deelfunctie.
Typefunctie 1VoorbereidingVoorbereiden en vormgeven van concrete, materiële elementen.Doel: de basis vormen voor de volgende fase in het productieproces van goederen en diensten.Deelfunctie Taken
Inventariseren − inventarisatie van alle mogelijke bronnen en gegevens: fysische, ecologische,historische, juridische, kadastrale, stedenbouwkundige, verkeerstechnische,archeologische, erfdienstbaarheden, interview...
Analyseren − herkennen van de samenhang tussen de biotische, abiotische en antropogeneelementen
Evalueren − waardering van bestaande toestand en aanduiden van knelpunten en potenties− haalbaarheidsonderzoek
Typefunctie 2Creatie (1)Ontwerpen, realiseren en uitvoeren van een werk.Doel: expressie of communicatie bevorderen.Deelfunctie Taken
Ontwerpen − concepten ontwikkelen− de idee of het concept concretiseren (het ontwerp) d. m. v. een ruimtelijke en
functionele weergave vanuit een creatieve invalshoek en met een welbepaaldevisie. Hierbij wordt rekening gehouden met de wetenschappelijke en technischerandvoorwaarden
− door planvorming richting kunnen geven aan de ruimtelijke en functioneleverandering van stad en landschap
O P LE I D I N G S P R O FI E L LAN D S C HAP S- & T U I N AR C HI T E C T U U R18
Typefunctie 3AdviesInformatie en raad verstrekken.Doel: individuen, groepen of organisaties helpen bij besluitname en beheer.Deelfunctie Taken
Voorstellenformuleren
− financiële mogelijkheden− opmaken van modellen− toelichtingsnota’s maken− voorschriften formuleren− geven van advies
Typefunctie 4OrganisatieOrdening van handelingen en middelen.Doel: de realisatie van een bepaalde dienst of een bepaald product optimaliseren.Deelfunctie Taken
Organiserenvanhandelingen
− de visie, de idee, het concept, de plannen en het bestek hanteren als hulpmiddelen,tot perfecte realisatie
− haalbaar werkprogramma opstellen− fasering van de werken− opstellen uitvoeringsplannen, beheersplannen, ...− coördinatie, toezicht en controle op uitvoering van werken
Bestek /begrotingopmaken
− beschrijvende meetstaat, kostenraming, lastenboek, (bestek) opstellen− offerte maken met nacalculatie− voorlopige en definitieve oplevering van de werken− opmaken van een begroting− kostprijsberekening en nacalculatie
Dossieropstellen enuitwerken
− ontwerpdossier maken− uitwerken van uitvoeringsplannen− uitwerken van beheersplannen
Typefunctie 5BedrijfsbeleidBepalen van beleidslijnen, geven van leiding, delegeren van verantwoordelijkheid.Doel: de goede gang van zaken en de ontwikkeling van een onderneming of instelling bevorderen.Deelfunctie Taken
Organiserenvan mensen enmiddelen
− plannen en delegeren van opdrachten en werkzaamheden;− planning en organisatie van medewerkers en hulpmiddelen; werkverdeling,
werkorganisatie, coördineren van werfvergaderingen− arbeidsorganisatie en personeelsschema opzetten− werkschema’s opmaken
Typefunctie 6Bedrijfsbeheer Toezicht over de administratie van een organisatie.Doel: de goede gang van zaken en de ontwikkeling van een onderneming of instelling bevorderen.Deelfunctie Taken
Administratie − administratief beheer van dossiers, planning en timing− opvolgen werk- en verletdagen− personeelsbeleid
Wetgeving − toepassen ( opvolgen ) van normering en wetgeving bij ontwerpen en controle− opvolgen werk- en verletdagen− personeelbeleid
Typefunctie 7CommunicatieOverdracht van o. m. gedachten, bevindingen en vaardigheden.Doel: bevordering en realisatie van een vooropgesteld doel.Deelfunctie Taken
− 2D, 3D en 4D methodieken
O P LE I D I N G S P R O FI E L LAN D S C HAP S- & T U I N AR C HI T E C T U U R 19
− presentatietechnieken− verbale en schriftelijke communicatie
Typefunctie 8ControleSystematisch toezicht op de juiste werking van een toestel, op het naleven van voorschriften en hetbeheer van een organisatie.Doel: zorgen voor het optimaal functioneren.Deelfunctie Taken
Uitvoering − toezicht houden en controle op uitvoering van de werken; dit alles volgens bestek− optimale uitvoering van beplantingswerken en infrastructuurwerken− respecteren van termijnen
Materiaal − kwaliteitscontrole− nemen van proeven op gebruikte materialen
Personeel − controle uitvoering door personeel
Typefunctie 9OnderhoudIn goede staat houden van infrastructuur (huishoudelijk, collectief of industrieel), machines, apparatenen uitrusting.Doel: zorgen voor het optimaal functioneren.Deelfunctie Taken
Beheer − begeleiden van beplanting en de permanente bijsturing ervan− optimaal beheer− beheersprogramma opvolgen
Typefunctie 10SamenwerkingIndividueel en/of gezamenlijk aan een gemeenschappelijke opdracht werken.Doel: bevordering en realisatie van een vooropgesteld doel.Deelfunctie Taken
− relaties leggen en eigen standpunt bepalen− samenwerking met medewerkers en aanverwante beroepen
O P LE I D I N G S P R O FI E L LAN D S C HAP S- & T U I N AR C HI T E C T U U R20
Alle taken worden geselecteerdDe opleiding bestaat uit 10 functionele gehelen.
Functioneelgeheel
(10)
Aantal onderdelen(17)
Onderdeel
1 Voorbereiding 3 − inventariseren− analyseren− evaluatie
2 Creatie 1 − ontwerpen3 Advies 1 − voorstellen formuleren4 Organisatie 3 − organiseren van handelingen
− bestek/begroting− dossier opstellen en uitwerken
5 Bedrijfsbeleid 1 − organiseren van mensen en middelen6 Bedrijfsbeheer 2 − administratie
− wetgeving7 Communicatie 1 − communicatie8 Controle 3 − uitvoering
− materialen− personeel
9 Onderhoud 1 − beheer
10 Samenwerking 1 − samenwerking
3.4.2 Schema formulering basiscompetenties
Functioneelgeheel
Onderdeel Basiscompetenties Context-gegevens
VaardigheidDe student :
Kennis Attitude
Beroepsondersteunende kennis− Niveau 1: (n 1): Weten− Niveau 2: (n 2): Inzien− Niveau 3: (n 3): Toepassen− Niveau 4: (n 4): Integreren
Algemene ondersteunende kennis:
3.4.2.1 Functioneel geheel 1 : Voorbereiding
Voorbereiden en vormgeven van concrete, materiële elementen.Doel: de basis vormen voor de volgende fase in het productieproces van goederenen diensten.
Functio-neel
Onderdeel
Basiscompetenties Context-gegevens
geheel VaardigheidDe student:
Kennis Attitude
1 Voorbe-reiding
1.1 Inven-tarisa-tie
− beheerstinventarisatie-technieken enbronnenonderzoek
− kan abiotische,biotische enantropogene,... gege-vens karteren
Beroepsondersteunendekennis− uitwerking van
bronnenonderzoek (n3)
− doelstellingenomschrijven (n 2)
− aanduiden vanbiotische, abiotische en
− beslissings-vermogen
− kritischeingesteldheid
− zelfstandigheid− resultaatge-
richtheid
− atelier− auditorium− mediatheek− labo
topografie− labo
materialen− labo
informatica
O P LE I D I N G S P R O FI E L LAN D S C HAP S- & T U I N AR C HI T E C T U U R 21
antropogene elementenvan het landschap (n 1)
− aanduiden vanstedelijke enlandschappelijke struc-turen (n 1)
− aanduiden vanfunctionele enruimtelijke aspecten(n 1)
− site− wetenschappe-
lijke-, histo-rische-, en he-dendaagsetuinen enparken, ...
− herkennen van deecologische samenhang(n 1)
− herkennen vanbeplanting (n 1)
− herkennen vanconstructiematerialen(n 1)
− planmethodiekomschrijven (n 2)
Algemeenondersteunende kennis :− ecologie− ethologie− historische
achtergronden− informatica− materialenkennis− plantenkennis− recht− tekenen− topografie
1.2 Analy-seren
− Kan de samenhangtussen abiotische,biotische enantropogeneelementen van staden/of landschapherkennen
− geeft blijk vanfunctioneel enruimtelijk inzicht
− kan ecologischeverbanden zien enleggen
− kan kwaliteiten,doelstellingen,programma,knelpunten enpotenties formuleren
Beroepsondersteunendekennis− beoordelen van de
samenhang tussen debiotische, abiotische enantropogene elementenvan stad en/oflandschap (n 3)
− verband uitdrukkentussen de stedelijke enlandschappelijkestructuren enlandschappelijkeelementen (n 2)
− beoordelen van hetgedrag van mens, dieren plant in zijnomgeving (n 3)
− typeren van deplantengezelschappen(n 3)
− doelstellingenuitwerken (n 3)
− uitwerken van eenhaalbaarheids-onderzoek (n 3)
Algemeneondersteunende kennis:− ecologie− ethologie− historische
− kritische inge-steldheid
− beslissingsver-mogen
− zelfstandigheid− zin voor
samenwerking− zin voor
esthetiek− resultaatge-
richtheid
− atelier− auditorium− mediaheek− site− ...
O P LE I D I N G S P R O FI E L LAN D S C HAP S- & T U I N AR C HI T E C T U U R22
achtergronden− informatica− recht− tekenen− plantenkennis− geografie
1.3 Evalu-eren
− kan de samenhangtussen abiotische, bio-tische en antropogeneelementen van stad/landschap evalueren
− kan functionele enruimtelijke structurenevalueren
− kan ecologischeverbanden evalueren
− kan kwaliteiten,doelstellingen,programma’s,knelpunten enpotenties formuleren
− kan de kwaliteit vande plek herkennen enwaarderen
Beroepsondersteunendekennis− evalueren van de
samenhang tussen debiotische, abiotische enantropogene elementenvan stad en/oflandschap (n 3)
− evalueren stedelijke enlandschappelijkestructuren (n 2)
− evalueren van defunctionele enruimtelijke aspecten(n 3)
− beoordelen van hetgedrag van mens, dieren plant in zijnomgeving (n 3)
− evalueren van de ecolo-gische samenhang (n 3)
− evalueren van debeplanting enplantengezelschappen(n 3)
− evalueren van
constructiematerialen(n 3)
Algemeneondersteunende kennis:− ecologie− ethologie− historische
achtergronden− informatica− recht− tekenen
− kritischeingesteldheid
− zin voorsamenwerking
− zelfstandigheid− zin voor
esthetiek− beslissings-
vermogen− resultaatgricht-
heid
− atelier− auditorium− mediatheek− site− ...
3.4.2.2 Functioneel geheel: creatie
Ontwerpen, realiseren en uitvoering van een werk.Doel: expressie of communicatie bevorderen.
Functio-neel
Onder-deel
Basiscompetenties Context-
geheel VaardigheidDe student:
Kennis Attitude gegevens
2 Creatie 2.1 Ont-werpen
− kan functionele enruimtelijkeconceptenontwikkelen
− kan eenontwerpvisieontwikkelen in tijden op verschillende
Beroepsondersteunendekennis− gevarieerd aanwenden
van de samenhangtussen de biotische,abiotische en antropo-gene elementen van staden/of landschap (n 3)
− kritische inge-steldheid
− milieubewustzijn
− zelfstandigheid− zin voor
esthetiek− resultaatge-
− atelier− auditorium− mediatheek− labo
materialen− labo
informatica− site
O P LE I D I N G S P R O FI E L LAN D S C HAP S- & T U I N AR C HI T E C T U U R 23
schaalniveaus− kan het concept
concretiseren uiteen functionele,ruimtelijke, encreatieveinvalshoek
− is zich bewust vande technische enwetenschappelijkerandvoorwaarden
− kan richting gevenaan de planvorminguit functionele enruimtelijkeinvalshoek
− gevarieerd aanwendenvan het verbandentussen de stedelijke enlandschappelijkestructuren (n 3)
− uitwerken vanfunctionele-, structurele-en vormconcepten (n 3)
− gevarieerd aanwendenvan het gedrag vanmens, dier en plant inzijn omgeving (n 3)
− gevarieerd aanwendenvan ecologischesamenhang (n 3)
− gevarieerd aanwendenvan planten (n 3)
− gevarieerd aanwendenvan de materialen (n 3)
− doelstellingen uitwerken(n 3)
− planmethodiekuitwerken (n 3)
− gevarieerd aanwendenvan vormgeving (n 3)
− gevarieerd aanwendenkleurenleer (n 3)
− gevarieerd aanwendenvan de geschiedenis(n 3)
Algemene ondersteunendekennis:− ecologie− esthetica− filosofie− historische
achtergronden− informatica− logica− materialenkennis− plantenkennis− strategieën− techniek van aanleg− vormgeving
richtheid− beslissingsver-
mogen− zin voor
samenwerking− zin voor
initiatief
− wetenschap-pelijke-,historische-,en heden-daagsetuinen enparken, ...
O P LE I D I N G S P R O FI E L LAN D S C HAP S- & T U I N AR C HI T E C T U U R24
3.4.2.3 Functioneel geheel 3: Advies
Informatie en raad verstrekken.Doel: individuen, groepen of organisaties helpen bij besluitname en beheer.
Functio-neel
Onder-deel
Basiscompetenties Context-gegevens
geheel VaardigheidDe student:
Kennis Attitude
3 Advies 3.1 Voor-stellenformu-leren
− kan financiëleimpact van eenopdracht inschatten
− kan verschillendemodellenformuleren
− kan voorschriftenformuleren
− kan een ontwerpuitvoeringsplan eneen beheersplanadviseren
Beroepsondersteunendekennis− modellen evalueren
(n 3)− modellen uitwerken
(n 3)− uitwerken van een
ontwerp,uitvoeringsplan en eenbeheersplan (n 3)
− uitwerken voorschriften(n 3)
Algemene ondersteunendekennis:− informatica− materialenkennis− plantenkennis− recht
− beslissingsver-mogen
− kritischeingesteldheid
− milieubewust-zijn
− zelfstandigheid
− atelier− auditorium− mediatheek− site− wetenschap-
pelijke-,historische-,en heden-daagsetuinen enparken
− ...
3.4.2.4 Functioneel geheel 4: Organisatie
Ordening van handelingen en middelen.Doel: de realisatie van een bepaalde dienst of een bepaald product optimaliseren.
Functio-neel
Onder-deel
Basiscompetenties Context-gegevens
geheel VaardigheidDe student:
Kennis Attitude
3 Organi-satie
3.1 Orga-nisatievanhande-lingen
− kan de visie, hetidee, de concepten ,de plannen enbestek hanteren alshulpmiddel
− kan eenwerkprogrammaopmaken
− kan de fasering vaneen opdrachtuitwerken
− kan toezicht houdenen controleuitoefenen op dewerken
− kan een opdrachtbudgetteren
Beroepsondersteunendekennis− de verschillende stappen
in de planningaanduiden (n 1)
− structureren van een op-dracht (n 3)
− structuren vanfunctionele enruimtelijkeveranderingen op site enlandschap (n 3)
Algemene ondersteunendekennis:− informatica− materialenkennis− plantenkennis
− beslissingsver-mogen
− flexibiliteit− kritische
ingesteldheid− leergierigheid− zin voor
samenwerking− resultaatge-
richtheid
− atelier− auditorium− mediatheek− labo topo-
grafie− labo mate-
rialen− labo
informatica− site− wetenschap-
pelijke-,historische-,en heden-daagsetuinen enparken
− ...3.2 Bestek/
begro-tingopma-ken
− kan eenbeschrijvendemeetstaat, kostenra-ming en bijzonderbestek opstellen
Beroepsondersteunendekennis− uitwerken van begroting
(n 3)− uitwerken van bijzonder
− beslissingsver-mogen
− resultaatge-richtheid
− verantwoor-
− atelier− auditorium− mediatheek− labo
topografie
O P LE I D I N G S P R O FI E L LAN D S C HAP S- & T U I N AR C HI T E C T U U R 25
− kan een begrotingen een offertemaken metnacalculatie
− kan een begrotingopmaken
− kan eenprijscalculatieopmaken
bestek, begroting ennacalculatie (n 3)
Algemene ondersteunendekennis:− informatica− recht
delijkheidszin − labo mate-rialen
− laboinformatica
− site− wetenschap-
pelijke-,historische-,en heden-daagsetuinen enparken
− ...3.2 Dos-
sieropstel-len enuitwer-ken
− kan technisch eenontwerp en/ofbeheersdossiersamenstellen
− kan technischeplannen maken
− kanbeplantingsplannenmaken
− kan de fasering enhet beheer van eenontwerp opstellen
− kan de nodige tech-nische-,beplantings- enuitvoeringsplannenuitwerken en deuitvoeringbegeleiden
− kan toezicht houdenen controleuitoefenen op dewerken
− kan het PV vanvoorlopige endefinitieveaanvaarding van dewerken opmaken
Beroepsondersteunendekennis− reproduceren van
documenten die deuitvoering van hetdossier mogelijk maken(n 1)
− produceren vandocumenten vooruitvoering van eendossier (n 3)
− aanduiden vanbeheerssystemen (n 1)
− uitwerken vanbeheerssystemen (n 3)
− bewust zijn van dewerk-volgorde (n 1)
− uitwerken vanbouwkundigeconstructies (n 3)
Algemene ondersteunendekennis:− informatica− materialenkennis− plantenkennis− recht
− beslissingsver-mogen
− kritischeingesteldheid
− resultaat-gerichtheid
− zelfstandigheid− zin voor
samenwerking− leergierigheid− zin voor
esthetiek
− atelier− auditorium− mediatheek− labo topo-
grafie− labo mate-
rialen− labo
informatica− site− wetenschap-
pelijke-,historische-,en heden-daagsetuinen enparken
− ...
3.4.2.5 Functioneel geheel 5: Bedrijfsbeleid
Bepalen van beleidslijnen, geven van leiding, delegeren van verantwoordelijkheid.Doel: de goede gang van zaken en de ontwikkeling van een onderneming ofinstelling bevorderen.
Functio-neel
Onderdeel Basiscompetenties Context-gegevens
geheel VaardigheidDe student:
Kennis Attitude
5 Bedrijfs-beleid
5.1 Organisatie vanmensenenmiddelen
− kan opdrachten enwerkzaamhedenplannen, coördinerenen delegeren
− kan medewerkers enhulpmiddelen plannenen organiseren
− kan eenarbeidsorganisatie-schema en personeels-schema opzetten
Beroepsondersteunendekennis :− een opdracht
evalueren (n 3)− structureren en
uitwerken
Algemeneondersteunende kennis:− informatica− recht
− beslissings-vermogen
− loyauteit− zin voor
initiatief− zin voor
samenwerking− zelfstandig-
heid− verantwoorde-
lijkheidszin
− atelier− media-
theek− audito-
rium− labo− informa-
tica
O P LE I D I N G S P R O FI E L LAN D S C HAP S- & T U I N AR C HI T E C T U U R26
− kan dewerkzaamhedencoördineren endelegeren
− kan eenpersoneelsbeleidvoeren
− resultaat-gerichtheid
3.4.2.6 Functioneel geheel 6: Bedrijfsbeheer
Toezicht over de administratie van een organisatie.Doel: de goede gang van zaken en de ontwikkeling van een onderneming ofinstelling bevorderen.
Functio-neel
Onderdeel Basiscompetenties Context-gegevens
geheel VaardigheidDe student:
Kennis Attitude
6 Bedrijfs-beheer
6.1 Admi-nistratie
− kan de dossiers,planning en de timingadministratief beheren
− kanpersoneelsdossiersbeheren
Beroepsondersteunendekennis− omschrijven van de
inhoud van eenadministratief dossier(n 2)
− beoordelen van deinhoud van eenadministratief dossier(n 3)
Algemeneondersteunendekennis:− boekhouden− recht
− beslissingsver-mogen
− kritischeingesteldheid
− verantwoorde-lijkheidszin
− atelier− audito-
rium− media-
theek− labo− informa-
tica
6.2 Wetge-ving
− kan de normering,wetgeving en decontrole toepassen bijhet ontwerpen
− kanpersoneelsdossiersbeheren
Beroepsondersteunendekennis− bewust zijn van de
wettelijke context vaneen dossier (n 1)
− aanwenden enbeoordelen van denormeringen (n 3)
− toepassen van dewettelijke context vaneen dossier (n 3)
Algemeneondersteunende kennis:− materialenkennis− plantenkennis− recht
− beslissingsver-mogen
− leergierigheid− verantwoor-
delijkheidszin
− atelier− audito-
rium− media-
theek− ...
O P LE I D I N G S P R O FI E L LAN D S C HAP S- & T U I N AR C HI T E C T U U R 27
3.4.2.7 Functioneel geheel 7: Communicatie
Overdracht van o. m. gedachten, bevindingen en vaardigheden.Doel: bevordering en realisatie van een vooropgesteld doel.
Functio-neel
Onderdeel Basiscompetenties Context-gegevens
geheel VaardigheidDe student:
Kennis Attitude
7 Commu-nicatie
− kan communicerenmet opdrachtgever,medewerkers enaanverwante beroepen
− kan de essentie vaneen ontwerp aangevenen in eigen woordenoverbrengen
− kan een toelichtingschrijven bij eenontwerp en/ofbeheersplan
− kan eenmeerdimensionalepresentatie maken
Beroepsondersteunendekennis− schriftelijke en
verbale uitwerkingvan een opdracht(n 3)
− grafische uitwerkingvan een opdracht(n 3)
− uitwerken van een op-dracht in 2-d, 3-d enin tijd (n 3)
− reproduceren vandocumenten voor deuitvoering van hetdossier (n 1)
− produceren vandocumenten vooruitvoering van eendossier (n 3)
Algemeneondersteunende kennis:− esthetica− informatica− talen− tekenen− vormgeving
− beslissings-vermogen
− kritischeingesteldheid
− resultaat-gerichtheid
− zelfstandig-heid
− zin vooresthetiek
− atelier− auditorium− mediatheek− site− labo− informatica− weten-
schappe-lijke-,historische-,en heden-daagsetuinen enparken, ...
3.4.2.8 Functioneel geheel 8: Controle
Systematisch toezicht op de juiste werking van een toestel, op het naleven vanvoorschriften en het beheer van een organisatie.Doel: zorgen voor het optimaal functioneren.
Functioneel
Onderdeel Basiscompetenties Context-
geheel VaardigheidDe student:
Kennis Attitude gegevens
8 Controle 8.1 Uitvoe-ring
− kan toezicht houdenen controle uitoefenenvolgens bestek op deuitvoering van dewerken
− kanbeplantingswerken,infrastructuurwerkenen constructiewerkenoptimaal latenuitvoeren
− kan termijnenrespecteren
− kan werken latenuitvoeren volgens deBIN - normen
Beroepsondersteunende kennis− uitwerken,
beoordeling enevaluatie van uitge-voerde werken (n 3)
− uitwerken vanmethode vanuitvoering (n 3)
Algemeneondersteunendekennis:− materialenkennis− plantenkennis− recht
− beslissings-vermogen
− resultaat-gerichtheid
− milieube-wustzijn
− zin vooresthetiek
− zin voorsamen-werking
− kritischeingesteldheid
− verantwoor-delijkheidszin
− atelier− auditorium− mediatheek− labo
topografie− labo
materialen− labo
informatica− site− wetenschap-
pelijke-,historische-,en heden-daagse tuinenen parken, ...
O P LE I D I N G S P R O FI E L LAN D S C HAP S- & T U I N AR C HI T E C T U U R28
8.2 Materiaal − kan de kwaliteitcontroleren van degebruikte materialen
− kan stalen voorproeven nemen vangebruikte materialen
Beroepsondersteunende kennis− beoordeling en eva-
luatie van degebruiktematerialen(beplanting &constructies) (n 3)
− aangeven vanuitvoerings- enonderhoudsme-thodiek (n 2)
Algemene onder-steunende kennis:− ecologie− esthetica− informatica− materialenkennis− plantenkennis− recht− vormgeving
− beslissings-vermogen
− resultaat-gerichtheid
− milieube-wustzijn
− zin vooresthetiek
− zin voorsamenwer-king
− atelier− auditorium− mediatheek− labo
topografie− labo
materialen− labo informa-
tica− site− wetenschap-
pelijke-,historische-,en heden-daagse tuinenen parken, ...
8.3 Personeel − kan personeelcontroleren
− kan taken delegeren
Beroepsondersteunende kennis− begeleiden van
personeel (n 3)− werken laten
uitvoeren rekeninghoudend met devoorschriften (n 3)
Algemene ondersteu-nende kennis:− vergadertechnieken− groepswerk
− beslissings-vermogen
− flexibiliteit− resultaatge-
richtheid− zin voor
samenwer-king
− veiligheids-en milieube-wustzijn
− atelier− auditorium− mediatheek− site− ...
3.4.2.9 Functioneel geheel 9: Onderhoud
In goede staat houden van infrastructuur (huishoudelijk, collectief of industrieel),machines, apparaten en uitrusting.Doel: zorgen voor het optimaal functioneren.
Functio-neel
Onderdeel Basiscompetenties Context-gegevens
geheel VaardigheidDe student:
Kennis Attitude
Onderhoud − kan de beplantingbeheren
− kan een optimaalbeheersplanontwikkelen en latenuitvoeren
− kan een beheersplanopvolgen
− kan schade aanconstructiesvaststellen, beschrij-ven en herstel voor-schrijven
Beroepsondersteunende kennis:− aanduiden van de
optimalebeheersmaatregelen(n 1)
− herkennen van dekwaliteit en deevolutie van debeplanting (n 1)
− uitwerken van eenbeheersplan (n 3)
− gevarieerdaanwenden vanbeheersmaatregelen(n 3)
− evalueren van
− beslissings-vermogen
− resultaat-gerichtheid
− milieube-wustzijn
− zin vooresthetiek
− atelier− auditorium− mediatheek− labo
topografie− labo
materialen− labo
informatica− site− wetenschap-
pelijke-,historische-,en heden-daagse tuinenen parken, ...
O P LE I D I N G S P R O FI E L LAN D S C HAP S- & T U I N AR C HI T E C T U U R 29
schade enuitwerken van denodige herstellingen(n 3)
Algemene ondersteu-nende kennis:− ecologie− esthetica− informatica− recht− vormgeving− tuinbouw− bodemkunde− materialenkennis
3.4.2.10 Functioneel geheel 10: Samenwerking
Individueel en/of gezamenlijk aan een gemeenschappelijke opdracht werken.Doel: bevordering en realisatie van een vooropgesteld doel.
Functio-neel
Onderdeel Basiscompetenties Context-gegevens
geheel VaardigheidDe student:
Kennis Attitude
10 Samen-wer-king
− kan in teamverbandsamenwerken
− kan een eigenstandpunt innemenkan relaties leggen
Beroepsondersteunende kennis− zich uit eigen
bewegingidentificeren methet team waarmeemen samenwerkt
Algemene onder-steunende kennis:− strategieën− vergadertechnieken
− beslissings-vermogen
− kritischeingesteldheid
− zelfstandig-heid
− zin voorsamen-werking
− atelier− auditorium− bibliotheek.
Verhouding: Contacturen Theorie, Contacturen Atelier, Extra muros activiteit enzelfstudie
ContacturenTheorie
Contacturentheorie
Contacturenatelier
Extra murosactiviteit
Zelfstudie Totaal
1° academiejaar 20 % 19 % 2 % 59 % 100 %2° academiejaar 15 % 24 % 2 % 59 % 100 %3° academiejaar 6 % 13 % 37% 44 % 100 %
Totaal 41 56 41 162 300Totaal % 13.66 % 18;66 % 13.66 % 54 % 100 %
O P LE I D I N G S P R O FI E L LAN D S C HAP S- & T U I N AR C HI T E C T U U R30
Relatieve belang van de functionele gehelen
Functioneel geheel. Belang4 3 2 1
1 Voorbereiding ✗
2 Creatie ✗
3 Advies ✗
4 Organisatie ✗
5 Bedrijfsbeleid ✗
6 Bedrijfsbeheer ✗
7 Communicatie ✗
8 Controle ✗
9 Onderhoud ✗
10 Samenwerking ✗
3.5 Sleutelkwalificaties
Sleutelkwalificaties waartoe de opleiding bijdraagt Frequentie1 Beslissingsvermogen 172 Flexibiliteit 23 Kritische ingesteldheid 114 Leergierigheid 35 Loyauteit 16 Resultaatgerichtheid 137 Veiligheids- en milieubewustzijn 68 Verantwoordelijkheidszin 59 Zelfstandigheid 810 Zelfvertrouwen 111 Zin voor initiatief 112 Zin voor samenwerking 913 Zin voor esthetiek. 8
3.6 De kern van het opleidingsprofielBeroepsgerichte componenten van de opleiding landschaps- en tuinarchitectuurzijn:
1 Beslissingsvermogen
2 Flexibiliteit
3 Kritische ingesteldheid
4 Leergierigheid
5 Loyauteit
6 Resultaatgerichtheid
7 Veiligheids- en milieubewustzijn
8 Verantwoordelijkheidszin
9 Zelfstandigheid
10 Zelfvertrouwen
11 Zin voor initiatief
12 Zin voor samenwerking
13 Zin voor esthetiek
O P LE I D I N G S P R O FI E L LAN D S C HAP S- & T U I N AR C HI T E C T U U R 31
Beroepsgerichte componenten van de opleiding landschaps- en tuinarchitectuurTypefuncties/sleutelkwalificaties
Sleutelkwalificaties 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
Typefuncties1 Voorbereiding 1.1 Inventarisatie ✗ ✗ ✗ ✗
1.2 Analyseren ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗
1.3 Evalueren ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗
2 Creatie 2.1 Ontwerpen ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗
3 Advies 3.1 Voorstellenformuleren.
✗ ✗ ✗ ✗
4 Organisatie 4.1 Organisatie vanhandeling
✗ ✗ ✗ ✗ ✗
4.2 Bestek/begrotingopmaken
✗ ✗ ✗
4.3 Dossier opstellenen uitwerken
✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗
5 Bedrijfsbeleid 5.1 Organisatie vanmensen en midde-len
✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗
6 Bedrijfsbeheer 6.1 Administratie ✗ ✗ ✗
6.2 Wetgeving ✗ ✗ ✗
7 Communicatie ✗ ✗ ✗ ✗ ✗
8 Controle 8.1 Uitvoering ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗ ✗
8.2 Materialen ✗ ✗ ✗ ✗ ✗
8.3 Personeel ✗ ✗ ✗ ✗ ✗
9 Onderhoud ✗ ✗ ✗ ✗
10 Samenwerking ✗ ✗ ✗ ✗
3.7 Relevantie van het opleidingsprofiel voor de herschikking van dekwalificatiestructuurMet het oog op het toenemende belang van het landschap in de ruimtelijkeordening, en de Europees situatie van de afgestudeerden werd in het verleden vanuit verschillende instanties meermaals een het initiatief genomen voor deverlenging/ verhoging van niveau van de studie, dit echter zonder resultaat.
Bij de recente doorlichting van de opleiding te Vilvoorde stelde de commissie:“Om zich te kunnen meten aan de opleidingen binnen de andere E.U. -landen iseen sterke verdieping nodig in zowel intellectueel als artistiek opzicht. Wil mendeze opleiding op zowel het micro-, meso-, als macroniveau uitbouwen dan zal eenprioritaire selectie van de minimumdoelstellingen van de opleidingonontkoombaar zijn. Hieruit kan de noodzaak tot een verlenging van de studieduurnaar 4 jaar volgen.”25
In het academiejaar 1995-1996 werd in beide hogescholen met een voortgezetteopleiding “Landschapsontwikkeling” gestart26. Waardoor het mogelijk werd hetaspect landschap/ecologie verdiepen en te verruimen. Op korte termijn moet ergewerkt worden naar een erkenning van de opleiding (3+1 jaar) door de Europeseberoepsvereniging. Waardoor samenwerking met andere Europese/Vlaamsehogescholen kan verruimd worden( modulaire uitwisseling en bruggen). En
25 Opleidingsdoorlichting - HORTECO Vilvoorde, Agrarisch Hoger Onderwijs van het Korte Type, Afdeling:
Landschaps- en tuinarchitectuur, Inspectie Hoger Onderwijs, Brussel 1993, p 28.26 Decreet van 13 juli 1994 - Financieren van voortgezette opleidingen.
O P LE I D I N G S P R O FI E L LAN D S C HAP S- & T U I N AR C HI T E C T U U R32
waardoor ook de situatie van de afgestudeerden internationaal versterkt kanworden.
Welke positie in de toekomst de opleiding Landschaps- en tuinarchitectuur moetinnemen binnen het onderwijslandschap zal echter moeten uitgemaakt worden ineen discussie met alle betrokken actoren: ministerie van onderwijs, commissieonderwijs-studiegebied architectuur, de hogescholen, het beroepenveld, deberoepsverenigingen...
O P LE I D I N G S P R O FI E L LAN D S C HAP S- & T U I N AR C HI T E C T U U R 33
H O O F D R U B R I E K 4 : D O E L G R O E P E NV A N H E T A F G E W E R K T E
O P L E I D I N G S P R O F I E L
Het opleidingsprofiel is een basisdocument:− voor de hogescholen bij de formulering van hun opleidingsprogramma− voor de werkgroep die de bestaande kwalificatiestructuur moet herbekijken− voor studenten en toekomstige studenten
Verder is het opleidingsprofiel een onmisbaar instrument voor:− de visitatiecommissie Hoger Onderwijs− hogeschool en docenten− de navorming
Ook informatie- en oriënteringscentra (bv. PMS-centra,...) kunnen er gebruik van maken.
Vervolgens kan het opleidingsprofiel aan personeelsverantwoordelijken in organisaties eenbeter zicht geven op de professionele en algemene vorming van (kandidaat-)werknemers eneen inspirerend document zijn voor het ontwerpen van bedrijfsopleidingen.
O P LE I D I N G S P R O FI E L LAN D S C HAP S- & T U I N AR C HI T E C T U U R34
H O O F D R U B R I E K 5 : B I B L I O G R A F I E
♦ Antrop, M., Dr., Het landschap meervoudig bekeken, Kapellen, 1989.
♦ Antrop, M., Dr., Waarom landschappen belangrijk (moeten) zijn, Symposium. Naar eenintegrale landschapszorg in Vlaanderen, BBL, Brussel, 1997.
♦ Beroepsprofielen, Sector: Architectuur, Studiegebied: Architectuur, Opleiding: Land-schaps- en tuinarchitectuur, Beroep: Landschaps- en tuinarchitect, VLOR, Brussel,10.12.1996.
♦ De Saeger, R., Tot een nieuwe landschappelijke typologie, A+ - Architectuur 119,Brussel, 1992.
♦ Decreet betreffende de hogescholen, 13 juli 1994, deel 1, bijlage 1 “StudiegebiedArchitectuur”.
♦ Jellicoe, Sir G. A. ,A Tabel for Eight, IFLA Yearbook 1985/86, Versailles.
♦ Lörzing, Han, De angst voor het nieuwe landschap. Beschouwingen over landschaps-ontwerp en landschapsbeheer, s’ Gravenhage, 1982.
♦ Meeus, J., Dr, Op zoek naar een instrumentarium voor ontwerpkritiek in de land-schapsarchitectuur, Wageningen, Landbouwhogeschool, 1984.
♦ Opleidingsdoorlichting - HORTECO Vilvoorde, Agrarisch Hoger Onderwijs van hetKorte Type, Afdeling: Landschaps- en tuinarchitectuur, Inspectie Hoger Onderwijs,Brussel 1993.
♦ Pechére, R., Jardin dessinés. Grammaire des jardins, Bruxelles, 1987.
♦ Statistisch jaarboek van het Vlaams Onderwijs 1995 - 1996, Afdeling Informatie enDocumentatie, Brussel.
♦ Teaching Landscape Architecture in Europe, European Foundation for LandscapeArchitecture, Bruxelles, 1992.
♦ Vroom, Meto J,Landscape architecture planning in Europe: developments in educationand the need for a theoretical basis, Landscape and urban planning, volume 30.
♦ Amsterdam, dec 1994
O P LE I D I N G S P R O FI E L LAN D S C HAP S- & T U I N AR C HI T E C T U U R 35
H O O F D R U B R I E K 6 : M E D E W E R K E R S
♦ Katia Booghs, Lesgever, Erasmushogeschool Brussel, Landschaps- en tuinarchitectuur.Stedebouwkundig-ontwerper
♦ Marnix Detemmerman, Departementssecretaris, Hogeschool Gent, Landschaps- entuinarchitectuur. Stedebouwkundig-ontwerper
♦ Pol Ghekiere, Lesgever, Erasmushogeschool Brussel, Landschaps- en tuinarchitectuur.Stedebouwkundig-ontwerper
♦ Katrien Hebbelinck, Lesgever, Erasmushogeschool, Brussel, Lic. Kunstgeschiedenis.
♦ Guy Humblet, Lesgever, Erasmushogeschool Brussel, Landschaps- en tuinarchitectuur.
♦ Johan, Isseleé, Lesgever, Hogeschool Gent, Industrieel ingenieur Bouwkunde.
♦ Piet Minten, Lesgever, Erasmushogeschool Brussel, Landschaps- en tuinarchitectuur.Stedebouwkundig-ontwerper. Verkeerskundige.
♦ Caroline Poullier, Lesgever, Hogeschool Gent, Landschaps- en tuinarchitectuur. HKO2°gr Vrije Kunsten.
♦ Francis Vander Mynsbrugge, Depatementshoofd, Lesgever, Erasmushogeschool Brus-sel, Lic Biologie.
♦ Hubert Vyncke, Lesgever, Hogeschool Gent, Landschaps- en tuinarchitectuur. Stede-bouwkundig-ontwerper.