Onderweg

2 Op weg

Onderweg bestaat uit:

cursistenboek incl. 1 cd

website www.opwegnaarnederland.nl

Onderweg is een vervolg op:

Op weg, ISBN 978 90 8506 430 5

3Op weg

OnderwegVoorbereiding op het inburgeringsexamen

in Nederland

Jenny van der Toorn-Schutte

Boom, Amsterdam

4 Op weg

Tweede oplage, 2009© 2008 Uitgeverij Boom, Amsterdam

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag

niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd

gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektro-

nisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder vooraf-

gaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artike-

len 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient

men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting

Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te

nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van

art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uit-

gave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet

1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en

Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever

without the written permission of the publisher.

De uitgever heeft getracht alle rechthebbenden van de illustraties te achterhalen.

Mocht iemand desondanks menen dat zijn rechten niet zijn gehonoreerd, dan kan hij

zich wenden tot de uitgever.

Verzorging omslag en binnenwerk: Impressie grafische vormgeving (Anja Verhart)

Afbeelding omslag: Anja Verhart

Afbeeldingen binnenwerk: Jenny van der Toorn-Schutte en Anja Verhart

ISBN 978 90 8506 636 1NUR 110

Inhoud

5Op weg

Voorwoord 7

Aanwijzingen voor de docent 8

Burgerschaples 1 Het huis 10les 2 Wonen 14les 3 Het milieu 18les 4 Het gemeentehuis 22les 5 De bibliotheek 28les 6 Het postkantoor 32les 7 Het politiebureau 36les 8 De zorgverzekering 42les 9 De bank 46

Onderwijs, gezondheid en opvoedingles 10 Het consultatiebureau 50les 11 De peuterspeelzaal 54les 12 De basisschool 58les 13 Het voortgezet onderwijs 62les 14 De dokter 66les 15 De tandarts 72les 16 Het ziekenhuis 76

Werkles 17 Werk zoeken 80les 18 Het arbeidscontract 86les 19 Praten met collega’s 92les 20 Ziek en beter melden 96

Schrijfoefeningen 102

Onderwerpen voor assessments 118

Antwoorden 122

6 Onderweg

Voorwoord

Na de uitgave van Op weg is van verschillende kanten de vraag

gesteld of er ook een vervolg op dit boekje kon komen. Daar

zouden dan meer woorden en ook meer nazegzinnen in moeten

staan.

Dit tweede deel ligt nu voor u. Het is op dezelfde manier opge-

bouwd als het eerste boek: woorden, nazegzinnen, korte vragen

en tegenstellingen. De nazegzinnen zijn nu in de vorm van dialo-

gen gegoten om de cursisten voor te bereiden op de assess-

ments die bij het inburgeringsexamen afgenomen worden.

De betekenis van de woorden wordt weer zo veel mogelijk met

foto’s aangegeven. De woorden en zinnen zijn gerelateerd aan

de onderwerpen van het inburgeringsexamen.

Het boek bereidt uw cursisten voor op het onderdeel TGN (Toets

Gesproken Nederlands) en het geeft woorden en zinnen die bij

de assessments gebruikt kunnen worden voor de domeinen

Burgerschap, OGO (Onderwijs, Gezondheid en Opvoeding) en

Werk. In de inhoudsopgave wordt vermeld tot welk domein het

behandelde onderwerp behoort.

Bij de meeste assessments moet ook geschreven worden.

Daarom staan achter in dit boek nog vijftien korte lees- en

schrijfopdrachten.

Achterin staat ook een lijst van voorstellen voor assessments.

Die kunt u gebruiken om te oefenen.

Voorbeelden van uitgewerkte assessments met protocollen voor

de assessor en opgaveboekjes voor de kandidaat kunt u vinden

op de cd-rom Oefenassessments Inburgering, uitgegeven door

het CITO.

Het eindniveau van het boek ligt tussen de niveaus A1/A2 van

het ERK.

Jenny van der Toorn

augustus 2008

7Onderweg

Aanwijzingen voor de docent

8 Onderweg

Hoe kunt u nu het beste lesgeven met dit boek? Iedere docent

zal dit op zijn of haar eigen manier doen, maar toch wil ik graag

een paar aanwijzingen geven. Een les kan als volgt opgebouwd

worden:

• de foto’s van de betreffende les worden in het boek

bekeken

• de cd wordt gestart

• de cursisten luisteren naar de woorden van de les

• dit luisteren wordt enkele malen herhaald

• daarna ‘lezen’ de cursisten hardop mee

• de cursisten lezen en zeggen het woord na

• de dialogen worden beluisterd

• de dialogen worden groepsgewijs nagezegd

• de dialogen worden door twee cursisten nagezegd;

zo mogelijk krijgt iedereen een beurt.

De zinnen worden op deze manier zo vaak herhaald dat de cur-

sisten ze op het laatst uit hun hoofd kunnen nazeggen. Hierbij let

de docent vooral op de uitspraak en de intonatie en verbetert

deze, indien nodig. Dit bevordert de leesvaardigheid. Ook kunnen

de dialogen die door de cursisten uitgesproken worden, opgeno-

men en teruggeluisterd worden. Dit vergemakkelijkt de correctie.

De volgende les wordt begonnen met een herhaling/overhoring

van de vorige les. De cursisten hebben thuis kunnen oefenen

met de cd’s, die bij elk boek ingesloten zijn.

Na enkele lessen op deze manier gegeven te hebben, kan de

docent samen met de cursisten proberen om ‘toneelstukjes’ op

te voeren. De onderwerpen sluiten dan aan bij de behandelde

lessen. Hierbij kunnen eventueel ook andere zinnetjes en woor-

den geleerd en gebruikt worden. Het opvoeren van toneelstukjes

benadert de vorm van de assessments op het inburgeringsexa-

men. Achter in het boek worden zestig voorbeelden gegeven van

onderwerpen voor assessments.

Na dit deel van de les volgen de vragen en tegenstellingen. Deze

hangen over het algemeen samen met het onderwerp. Dit deel

kan na bespreking als huiswerk opgegeven worden. Op het exa-

men hoeven de antwoorden van de vragen niet opgeschreven te

worden, alleen uitgesproken. Eventueel kunt u als schrijfoefening

de antwoorden in een schrift laten schrijven. De antwoorden

staan ook achterin.

Als laatste onderdeel moeten de tegenstellingen uit het hoofd

geleerd worden.

Onderweg Aanwijzingen voor de docent 9

de huizen

het dak

de flat(spreek uit: flet)

de straat

de stoep

de bel

Les 1

Het huis

Onderweg10

Onderweg Les 1 11

de voor-deur

de brieven-bus

het huis-nummer

de tuin

Onderweg Les 112

A Waar woont u ?B Ik woon in Amsterdam.

A Woont u in een flat?B Ja, ik woon in een flat.

A Hebt u veel buren?B Ja, er wonen veel mensen om ons heen.

A Wat is uw adres?B Mijn adres is Lommerplein 3.

A Ik hoor de bel.B Ik hoor niets.

A Ik ga even kijken.B Wie is er?

A Dag mevrouw, hier is een pakje voor u.B Dankuwel.

A Het kon niet in de brievenbus.B Nee, het is te dik.

A Tot ziensB Ja, tot ziens

Luister en oefen

Onderweg Les 1 13

1 Wat is hoger, een huis of een flat?_______________________________________________________________________________________

2 Hoe noemt u de man die naast u woont?_______________________________________________________________________________________

3 Hoe noemt u de vrouw die naast u woont?_______________________________________________________________________________________

4 Wat zegt u om iemand te bedanken?_______________________________________________________________________________________

5 Wat zegt u als u weggaat?_______________________________________________________________________________________

6 Wat zegt u als u ’s morgens ergens binnenkomt?_______________________________________________________________________________________

7 Hoe noem je de straat en de plaats waar je woont?_______________________________________________________________________________________

8 Wie brengt de brieven rond?_______________________________________________________________________________________

9 Waar doet de postbode de brieven in?_______________________________________________________________________________________

10 Is een pakje groter of kleiner dan een brief?_______________________________________________________________________________________

iets niets buurman buurvrouwniet wel meneer mevrouwdik dun binnen buitenstad dorp schuin rechthoog laag boven beneden

Vragen

Tegenstellingen

Les 2

Wonen

Onderweg14

het woon-informatie-centrum

het huur-contract

de verhuizing

de lift

de gas-meter

de water-meter

de elektriciteits-meter

de nota

het luik

de stoppen

Onderweg Les 2 15

Onderweg Les 216

A Hebt u een koophuis?B Nee, ik huur een huis.

A Is de huur hoog?B De huur is € 350,- per maand.

A Moet u ook voor het gas betalen?B Ja, en voor water en elektriciteit.

A Is dat duur, krijg je een hoge nota?B Ja, ik probeer zuinig te zijn.

A Hebt u ook een telefoonaansluiting?B Nee, ik heb alleen een mobiele telefoon.

A Wat is uw telefoonnummer?B Mijn telefoonnummer is ....

A Waar kun je stoppen kopen?B Bij de supermarkt.

A Waar zit de hoofdkraan in dit huis?B Onder het luik achter de voordeur.

A Wanneer moet je de hoofdkraan dichtdraaien?B Als je een andere kraan moet maken.

Luister en oefen

Onderweg Les 2 17

1 Waaruit komt het water in uw huis?_______________________________________________________________________________________

2 Wat doe je met een telefoon?_______________________________________________________________________________________

3 Waarvoor gebruikt u het gasstel in de keuken?_______________________________________________________________________________________

4 Waarvoor gebruikt u een oven?_______________________________________________________________________________________

5 Waarmee snijdt u vlees?_______________________________________________________________________________________

6 Waarmee gaat u in een hoge flat naar boven?_______________________________________________________________________________________

7 Hoe gaat u naar boven in een huis?_______________________________________________________________________________________

8 Wat is duurder, een huis huren of een huis kopen?_______________________________________________________________________________________

9 Waardoor kijkt u naar buiten?_______________________________________________________________________________________

10 Waarvan is een raam gemaakt?_______________________________________________________________________________________

huren kopen onder bovenpraten luisteren vriezen dooiendroog nat duur goedkoopwarm koud duurder goedkoperopen dicht zuinig royaal

Vragen

Tegenstellingen